Deze folder is bedoeld voor de partners, familieleden, naasten of bekenden van op de Intensive Care (IC) afdeling opgenomen patiënten. Door middel van deze folder willen wij u als familie* uitleg geven over wat delirium is, waarom uw familielid delirant kan worden gedurende de IC opname, hoe u een delirium kunt herkennen, behandeling van een delirium en wat u zelf eventueel hier aan kunt doen. * Wanneer wij spreken over familie of familielid, bedoelen wij niet alleen partner of andere gezinsleden, maar ook de overige familieleden, naasten of vrienden, kennissen etc.
Delirium op de Intensive Care (IC)
Wat is delirium? Soms is de reactie van uw familielid niet zoals u verwacht en is het moeilijk om een gesprek te voeren. Hij/zij begrijpt u niet en denkt ergens anders te zijn. De patiënt kan onrustig of juist heel erg in zichzelf gekeerd zijn. Dit “vreemde gedrag” die u van uw familielid niet gewend bent kan door u als zeer beangstigend en verontrustend ervaren worden. Wanneer uw familielid dit gedrag vertoont spreken we van een delirium. Delirium is een acuut optredende verwardheid ten gevolge van een (vaak tijdelijke) verstoring van de normale werking van de hersenen. Deze verwardheid komt meestal door een lichamelijke ziekte. Het is moeilijk te voorspellen hoe lang een delirium duurt. Dit kan uiteenlopen van enkele dagen tot een aantal weken. Het is van groot belang om delirium zo snel mogelijk te herkennen en te behandelen. Als gevolg van delirium treden er in de herstelperiode na de IC opname vaak problemen op met de concentratie, het geheugen en het verwerken van informatie. Oorzaken Omstandigheden die een delirium kunnen veroorzaken zijn: -
operatie
-
infecties
-
stoornissen in de stofwisseling
-
stoornissen van hormonen
-
hersenschudding
-
medicijngebruik, vooral bepaalde slaapmiddelen
-
pijn
-
te weinig slaap
-
niet mobiel zijn door bedrust.
Patiënten die ouder zijn dan 70 jaar zijn en mensen die vóór de opname op de IC moeite hebben met het geheugen, hebben een grotere kans om een delirium te krijgen. Ook patiënten die plotseling stoppen met overmatig alcohol gebruik krijgen vaak een delirium.
2
Verschijnselen van een delirium Aandacht en bewustzijn Patiënten met een delirium kunnen heel onrustig of juist heel (te) rustig zijn. Dit laatste noemen we een stil delier. In beide gevallen zijn de aandacht en concentratie gestoord. U kunt dit merken doordat uw familielid aandacht moeilijk bij het gesprek kan houden of niet goed begrijpt wat u zegt. Door de verminderde aandacht zal uw familielid vergeetachtig zijn. Zijn geheugen laat hem in de steek. Vooral dingen die kortgeleden gebeurd zijn, weet hij niet meer. Geen grip op de omgeving Uw familielid heeft minder tijdsbesef en weet niet zo goed meer waar hij is. Hij verliest hierdoor de grip op zichzelf en zijn omgeving. Dit kan hem angstig maken. Ook kan dit ertoe leiden dat uw familielid overmatig waakzaam/alert, achterdochtig of zelfs agressief wordt. Ook een patiënt met een stil delier kan wel degelijk erg in de war en angstig zijn. Besef van de werkelijkheid Uw familielid met een delirium kan de werkelijkheid anders ervaren. Hij ziet of hoort dingen die er niet zijn, bijvoorbeeld beestjes, stemmen of geluiden. Voor uw familielid zijn die beestjes, stemmen of geluiden er echt. Dit noemen we hallucinaties. Behandeling De verpleegkundigen testen alle patiënten minimaal 3 keer per dag op de aanwezigheid van een delirium. Als de uitslag positief is bespreken ze dit met de arts. De arts probeert zo snel mogelijk de oorzaken van het delirium vast te stellen en deze te behandelen. Hiervoor is op de afdeling een medisch en verpleegkundig protocol. Vaak krijgen de patiënt medicijnen om de verschijnselen van het delirium te verminderen. Als uw familielid erg onrustig is, kan het nodig zijn om hem in bed vast te leggen (fixeren). Hiermee willen we voorkomen dat hij uit bed valt, zichzelf beschadigt of dat hij per abuis infuusslangetjes of de beademingsbuis er uit trekt. Dit wordt alleen in die gevallen gedaan waarbij uw familielid en direct gevaar voor zichzelf vormt. Naast het behandelen van een delirium wordt er ook dagelijks gekeken of de pijn optimaal behandeld wordt en er wordt naar gestreefd om de patiënt zo veel mogelijk wakker, maar comfortabel aan de beademing te hebben. Er wordt een dagprogramma opgesteld en zo nodig slaapmedicatie afgesproken.
3
Maatregelen Van het grootste belang zijn vooral de maatregelen ter voorkoming van het delirium. Deze kunnen overigens ook helpen bij de behandeling van het delirium. 1. Bevorderen van het dag– en nachtritme -Geen onnodige verlichting en/of geluid bij uw familielid ’s nachts. -Het aanbieden van oordopjes aan uw familielid indien hij problemen heeft met slapen. -Onderzoek door de arts wordt ’s nachts alleen gedaan als het strikt medisch noodzakelijk is. -Het aanbieden, als dit gewenst is, van zachte muziek. -Het stimuleren van mobilisatie en beweging overdag. -Bij uitblijven van succes van het bovenstaande en nachtelijke onrust kan slaapmedicatie helpen. 2. Fysiotherapie en bij stabiele patiënten (soms zelfs aan de beademing) mobiliseren op de bedrand of naast het bed, en heel soms zelfs lopen op de kamer. Uit onderzoek is gebleken dat dit veilig is! 3. Psychosociale hygiëne (het optimaliseren van de omstandigheden om de patiënt te helpen georiënteerd te blijven): -Herhaaldelijke oriëntatie van uw familielid in tijd, plaats en persoon. -Geheugen- en aandachtoefeningen overdag. Bijvoorbeeld: oriëntatie oefeningen - herhalen welke dag, datum, tijdstip van de dag is; geheugen- en aandachtoefeningen; spelletjes doen met bezoek. Het bezoek kan ook voorlezen als uw familielid wakker genoeg is. -Gebruik van bril of gehoorapparaat om de oriëntatie van uw familielid te bevorderen. Hierdoor krijgt uw familielid houvast en de mogelijkheid om zo goed mogelijk met bezoek en de verpleegkundigen te kunnen communiceren. -Zorgen voor regelmaat. Zoveel als mogelijk dezelfde verpleegkundigen aan bed. 4. Dagelijks wordt de medicatie van uw familielid besproken door het behandelteam en eventueel aangepast. Zo mogelijk worden medicijnen die het delirium kunnen veroorzaken gestopt.
4
Wat kunt u als familie doen U kent uw familielid het beste. Als u denkt dat uw familielid delirant zou kunnen zijn dan horen wij dat graag van u. U kunt dit melden aan de verpleegkundige die voor uw familielid zorgt. Hij/zij zal uw zorg ter harte nemen. Overleg met de verpleegkundige wat u zelf kunt betekenen in deze situatie. Let tijdens het bezoek op de volgende punten: -
Vertel uw familielid dat hij of zij ziek is en in het ziekenhuis ligt.
-
Spreek rustig en in korte, duidelijke zinnen.
-
Stel eenvoudige vragen, zoals: "Heb je lekker geslapen?" en niet: "Heb je lekker geslapen of lag je steeds wakker?" Dit laatste zijn twee vragen in één. Deze zijn voor een delirante patiënt moeilijk te beantwoorden.
-
Bezoek is belangrijk. Door aanwezigheid van bekenden kan uw familielid zich veiliger en rustiger voelen. Te veel bezoek kan echter verwarrend en beangstigend zijn. Kom daarom met maximaal twee bezoekers tegelijk op bezoek.
-
Komt u met meerdere personen tegelijk? Ga dan zoveel mogelijk aan één kant van het
-
Let erop dat uw familielid zijn eventuele bril of gehoorapparaat gebruikt.
-
Maak met uw familie en vrienden een regeling voor bezoek.
-
Help met oriënteren, zeg wie u bent, waarom u komt, vertel uw familielid waar hij is en
-
Ga niet mee met uw familielid in dingen die hij ziet of hoort, maar die er niet zijn.
bed zitten. Uw familielid kan zich zo op één punt richten.
waarom of vertel de dag, datum en tijd. Probeer uw familielid niet tegen te spreken, maar maak wel duidelijk dat uw waarneming anders is. Heeft dat geen effect, beëindig dan uw pogingen. Maak er geen ruzie over. -
Praat met uw familielid over bestaande personen en echte gebeurtenissen. Praat over
-
Neem vertrouwde foto’s mee van thuis of maak hier een collage van. Denk aan foto’s
-
Ook van bekende muziek kunnen mensen tot rust komen.
-
We raden u aan een dagboek bij te houden. Uw familielid kan dit later, na de IC opname,
het hier en nu. U kunt bijvoorbeeld de krant meenemen en hieruit stukjes voorlezen. waarop belangrijke personen of familieleden staan. De foto’s geven veiligheid en steun.
lezen. Het kan hem helpen met het verwerkingsproces. -
Het aanwezig zijn en simpelweg de hand vasthouden van uw familielid geeft ook steun.
5
Na het delirium Patiënten die vóór de periode van acute verwardheid geen geheugenproblemen hadden, kunnen zich later vaak nog veel herinneren van hun verwarde periode. Schaamte voor de dingen die zij hebben gedaan en angst voor het feit dat dit zomaar heeft kunnen gebeuren, komt vaak voor. Probeert u daarom, als uw familielid herstellende is, te praten over wat er is gebeurd. U kunt hierbij uitleggen dat dit vreemde gedrag is ontstaan doordat uw naaste zo ziek is geweest dat de hersenen tijdelijk niet goed konden functioneren (zoals ijlen bij hoge koorts). Uw familielid kon dus niets doen aan zijn vreemde gedrag. Vragen Als u iets niet duidelijk is, vraagt u dan gerust een van de medewerkers van de afdeling.
6
Vragen en aantekeningen
7
0000352
© Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 05/14
De informatiefolder is gemaakt in het kader van de iDECePTIvE studie.
www.erasmusmc.nl Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend