Delftse methode Basiscursus Nederlands, deel 1 en 2 A.G. Sciarone, P.J. Meijer
Woordenlijst Nederlands - Duits nieuwe woorden per les
Technische Universiteit Delft
Uitgeverij Boom
Nederlands
Duits
deel 1 les 01-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het adres
Adresse
ben
bin
Duitse
Deutsche
heet
heisst
hoe
wie
ik
ich
in
in
is
ist
je (= jij)
du
jij (=je)
du
jouw
dein
mijn
mein
de naam
Name
de nationaliteit
Nationalität
het nummer de Stationsstraat het telefoonnummer
Nummer Stationsstraße Telefonnummer
waar
wo
wat
was
woon
wohne
deel 1 les 01-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les dag
(Guten) Tag
de
der/die/das; Hier: der
Denemarken
Dänemark
geen
kein
heb
habe
kom
komme
komt
kommen
de meneer
(der) Herr
Nederland
Holland / Niederlande
nee
nein
niet
nicht
pas
erst
de stad
Stadt
de straat
Straße
de telefoon
Telefon
u
Sie
uit
aus
uw
Ihr
vlakbij
in der Nähe von
welke
welche
woont
wohnen
deel 1 les 01-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les haar
ihr
het
die/der/das
hij
er
ook
auch
van
von
zij (zij heet Anne)
sie
zijn (zijn adres)
sein
deel 1 les 02-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les achter de broer
hinter Bruder
dat (dat ben ik)
das
dit
das
de dochter
Tochter
drie
drei
een
ein
één (= 1)
ein(s)
en
und
de familie
Familie
de foto
Foto
geleden
zurück
hebben
haben
helemaal
ganz
het (het is)
der/die/das
jaar
Jahr(e)
de jongen
Jungen
de jongens
Jungen
kijk de kinderen links het meisje mij de moeder
guck mal, schau mal Kinder links Mädchen mir Mutter
naast
neben
oude
alt(es)
de ouders rechts
Eltern rechts
staat
steht
tien
zehn
twee
zwei
de vader
Vater
ziet
sehen
zonen
Söhne
de zus
Schwester
deel 1 les 02-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les dan (ouder dan)
als
jongste
jüngste
het kind
Kind
ouder
älter
oudste
älteste
wie
wer
deel 1 les 02-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les dat (ik hoop dat)
dass
dus
also
erg
sehr
Frankrijk
Frankreich
getrouwd
geheiratet
heeft
hat
hier
hier
hoop
hoffe
je (je moeder)
du
komen
kommen
kort
kurzem
lieve
liebe
lukt
glückt/gelingt
mag
darf
mis
vermisse
misschien
vielleicht
naar
nach
de oom sinds de tante vorig de vrouw
Onkel seit Tante letztes Frau
wonen
wohnen
ze (ze wonen)
sie
ze (ze komt)
sie
deel 1 les 03-1
nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les half
halb
hoe laat
wie spät
het kwart de minuten
viertel Minuten
negen
neun
over
nach
het uur
Uhr
vijf
fünf
voor (kwart voor acht)
vor
deel 1 les 03-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les acht
acht
afgelopen
letzten
begint
beginnt
bel
anrufen
de boodschappen
einkaufen
de bus
Bus
het deel
Teil
doe (doe boodschappen)
gehe (tun)
drink
trinke
eerder
eher
eet
esse
elf
elf
eten
essen
gaan
gehen
de koffie
Kaffee
de krant
Zeitung
leer
lehrne
lees
lese
de les
(Unterrichts-) Stunde
luister
höre
maak
mache
maak klaar (klaarmaken)
mache fertig
de middag
Mittag
's middags
mittags
Nederlandse
Niederländischen
neem (neem de bus)
nehme
nog
noch
de ochtend 's ochtends de oefening
Morgen morgens Übung
of
oder
om (om 7 uur)
um
de pauze praat de school soms
Pause spreche Schule manchmal
sta op (opstaan) de tekst thuis de TV
steh … auf Text zu Haus Fernseher
twaalf
zwölf
vier
vier
de vriend
Freund
de vriendin
Freundin
vroeg
früh
we
wir
weer (we gaan weer)
wieder
zes
sechs
zeven
sieben
deel 1 les 03-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de avond 's avonds het bed
Abend abends Bett
behalve
ausser
bijna
beinahe
het café
Café
die (mensen die)
die
donker
dunkel
ga
gehe
het huis
Haus
iedereen
jeder/alle
wordt licht (het wordt licht)
wird hell
de mensen moe de nacht
Menschen müde Nacht
's nachts
nachts
niemand
niemand
nieuws
Nachrichten
slaap
schlafe
slaapt
schläft
stil
still
tot (tot zes uur)
bis
wakker
wach
werken
arbeiten
worden
werden
deel 1 les 04-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les al
schon
alweer
schon wieder
april
April
augustus
August
de dagen
Tage
dan (= op dat moment)
dann
december
Dezember
echt
echt
één (één jaar = 1 jaar)
ein(s)
eerste
erste
het eind
Ende
er (staat er)
da
februari
Februar
de herfst
Herbst
januari
Januar
juli
Juli
juni
Juni
koud
kalt
de lente
Frühling
de maand
Monat
de maanden
Monate
maart
März
mei
Mai
minder
weniger
november
November
oktober
Oktober
op (op vakantie)
im
regent
regnet
de scholen
Schulen
september
September
sluiten
schliessen
steeds
stets
vaak
oft
de vakantie
Urlaub
vanaf
ab
veel
viel
verdwijnt
verschwinden
warmer
wärmer
de weken wel
Wochen schon
de wind
Wind
de winter
Winter
de zomer
Sommer
de zon
Sonne
deel 1 les 04-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les beginnen
beginnen
dinsdag
Dienstag
donderdag
Donnerstag
duurt
dauert
eindigen
enden
de keer laatste
mal letzte
lang de lessen
Stunden
maandag
Montag
meestal
meist
morgen
morgen
noemen
nennen
op (op maandag)
an
telt
zählt
tweede
zweite
vandaag
heute
vrijdag
Freitag
de week het
lang
weekend
de werkdagen
Woche Wochenende Werktage/Arbeitstage
woensdag
Mittwoch
zaterdag
Samstag
zondag
Sonntag
deel 1 les 04-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les als (hetzelfde als)
wie
bij
bei
binnen
in
elkaar
einander
geweest
gewesen
gisteren
gestern
hem
ihn
het laatst hetzelfde het land
letzt das selbe Land
maar
aber
maar (maar net)
aber
net
gerade, soeben
paar
paar
ver
weit
volgende
nächste
voor (voor het laatst)
zu
vorige
letzten
wanneer
wann
weet
weiss
zag
sahst
zien
sehen
deel 1 les 05-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de aardappelen
Kartoffeln
het avondeten
Abendessen
het bier
Bier
het brood
Brot
daarna
danach
drinken
trinken
eerst
erst
het glas
Glas
de groenten
Gemüse
de jam
Marmelade
de kaas
Käse
de kop
Tasse
de lunch
Mittag
de melk
Milch
natuurlijk het ontbijt opnieuw
natürlich Frühstück wieder
de rijst
Reis
de soep
Suppe
de suiker
Zucker
de thee
Tee
tijdens de vis het vlees warm het water de wijn zonder
während Fisch Fleisch warm Wasser Wein ohne
deel 1 les 05-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het bord
Teller
daar
da
drinkt
trinken
duur
teuer
in plaats van
anstatt
de markt
Markt
omdat
weil
per
per
rond
um … herum
tenslotte
zum Schluss
vervolgens
anschließend
waarom
warum
zo (zo duur)
so
deel 1 les 05-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les alle
alle
andere
andere
beetje
bisschen
de cafés
Cafés
dat (dat is)
das
dat (dat café)
das
de dorst
Durst
druk (het is druk)
voll
eigenlijk
eigentlich
enige
einige
erbij
dabei
de gesprekken
Gespräche
iets
etwas
ja
ja
jullie
ihr
de kerk
Kirche
kun
kann
laten
lassen
mogelijk
möglich
o
oh
open
geöffnet
praten
unterhalten
de sport
Sport
sterke
starken
tegenover
gegenüber
de voetbal vooral de vrouwen
Fußball vor allem Frauen
waarover
worüber
zijn (zij zijn)
sind
zullen
sollen
zwart
schwarz
deel 1 les 06-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aan (aan het eind)
an
anders
anders
bedoel
meine
bedoelt
meinen
dan (in dat geval)
dann
dank u wel
Vielen Dank
deze
diese
die ( die straat)
Hier: der
die (die vertrekt)
Hier: der
elke
jede
graag gedaan
Gern (getan)/Bitte sehr
de kant het kwartier
Seite Viertelstunde
langs
vorbei
liever
lieber
loop
laufen
loopt
laufen
lopen
laufen
de mevrouw
Dame
moet
muss
neemt
nehmen
om (om het kwartier)
um
ongeveer
ungefähr
rechtdoor
geradeaus
het station
Bahnhof
vertrekt
fährt (ab)
vijftien
fünfzehn
wachten
warten
de weg
Weg
deel 1 les 06-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aan (vragen aan)
(an)
de buurt
Nähe/Nachbarschaft
de conducteur
Schaffner/Fahrer
gaat
geht
heen
hin
het beste de hoek kunt de lijn
am besten Ecke können Linie
nemen
nehmen
op (op de hoek)
auf
op (wacht op)
auf (warten -)
het raam
Fenster
staan
stehen
stap uit (uitstappen)
steige … aus
stopt
stoppt
de tram
Straßenbahn
vóór
vor
vraagt
fragen
deel 1 les 06-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de auto
Auto
bezoek (op bezoek)
Besuch
daarop
darauf
de hal
Halle
de ingang
Eingang
de intercity
Intercity
nergens
nirgends
overal
überall
overstappen
umsteigen
het perron de perrons te (te lang) de tijden
Bahnsteig Bahnsteige zu Zeiten
toe de trein tussen de vrienden
zu Zug zwischen Freunde
welk
welche
ze
sie; hier: ihnen
deel 1 les 07-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de baan
Stelle
doen
tun
geeft
gibt
het geld de gemeente
Geld Gemeinde
gevonden
gefunden
hebt
haben
hoeft
braucht
leeft
leben
nodig
nötig
probeer
probiere
te (te werken)
zu
toch
doch
trouwens
ausserdem, zudem
de uitkering
Unterstützung
vinden
finden
waarvan
wovon
het werk
Arbeit
werkt
arbeiten
wilt
wollen
zodra
sobald
zoek
suche
deel 1 les 07-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de afdeling als (wanneer) de belasting het centrum
Abteilung wenn Steuer Zentrum
dat wil zeggen
das heisst
door (door de belasting)
durch
de euro
Euro
het fruit
Obst
de groente
Gemüse
hele
ganze
hoeveel
wieviel
juiste
richtige
krijg
kriege
leg
lege
lekker
lecker
leuk
nett
lijkt
scheint
me
mir
meer
mehr
netto
Netto
om (om je heen)
um
parttime
Teilzeit
de plaats (op de juiste plaats)
Platz
de premie
Praemie
de supermarkt
Supermarkt
verdien
verdienst
verkoop (verkopen)
verkaufe
volle
volle
vragen
fragen
het ziekenfonds
Krankenkasse
deel 1 les 07-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het aantal
Anzahl
belangrijk
wichtig
bezig
beschäftigt
buiten
ausserhalb
daarom
darum
gemakkelijk
einfach
het gesprek
Gespräch
hard
hart
iedere
jeden
in elk geval
in jedem Fall
inderdaad
in der Tat
ken
kenne
kent
kennt
klein
klein
leren
lernen
de manier
Art, Weise, Manier
moeilijk
schwer
moeten
müssen
Nederlands
niederländisch/holländisch
nieuwe
neue
nu het ogenblik
#N/A Augenblick
snel
schnell
vind
finde
vindt
findet
voer (voer een gesprek)
führe (ein Gespräch)
de woorden
Wörter
zeer
sehr
zeker
sicher
deel 1 les 08-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les alstublieft het bedrag
bitte schön Betrag
betaal
bezahl
betaald
bezahlt
betaalt
bezahlt
betalen
bezahlen
drukken
drücken
groene
grüne
intoetsen
eingeben
ja hoor
ja natürlich
kan
kann
de knop
Knopf
kost
kostet
krijgt
kriegen
mogen
dürften
het momentje de ober oké de pincode pinnen
einen Moment bitte, Momentchen Ober OK Zifferncode mit Karte bezahlen
de pinpas
Geldkarte
de portemonnee
Portemonnaie
de prijs
Preis
de rekening
Rechnung
terug
zurück
vergeten
vergessen
wij
wir
willen
wollen
deel 1 les 08-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de acceptgirokaart
Acceptgirokarte
af gaat (afgaan)
geht ab
automatisch
automatisch
het bedrijf de betaling
Betrieb Bezahlung
doet
tut
eens (eens per twee maanden)
eins
het energiebedrijf de envelop het gas gebeurt
Energiebetrieb Briefumschlag Gas passiert
de handtekening
Unterschrift
de huur
Miete
licht (gas en licht) de machtiging niets
Licht Ermächtigung nichts
de post
Post
de telefoonrekening
Telefonrechnung
verstuurt
verschickt
vult in (invullen)
einfüllen
zelf
selbst
zet (zet je handtekening)
setzen
deel 1 les 08-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les alleen
allein
altijd
immer
bijvoorbeeld
Zum Beispiel
het biljet de biljetten contant
Geldschein Geldscheine bar
de dingen
Dinge
de eurocent
Eurocent
gepast
passend
heel
sehr
kleine
kleine
kleiner
kleiner
men
man
de munten
Münzen
probeert
probiert
teveel
zuviel
weinig
wenig
zoekt
sucht
deel 1 les 09-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de bevolking
Bevölkerung
bijzondere
besondere
dichte
dichte
er (daar)
da
het gebied
Gebiet
God
Gott
grootste
größte
groter
größer
de helft
Hälfte
de kilometer
Kilometer
liggen
liegen
ligt
liegt
maakte
machte
de Nederlanders
Niederländer/Holländer
de Nederlandse Antillen
Nederländische Antillen
noord
Norden
het noorden
Norden
oost
Osten
het oosten
Osten
het paspoort
(Reise-)Pass
de provincies
Provinzen
sommigen
manchen
de steden
Städte
tenminste
zumindest
verdeeld
verteilt
vormden
formten, bildeten
vroeger
früher
was
war
de wereld het westen
Welt Westen
West-Europa
Westeuropa
wordt
werden
zee
Meer
zuid
Süden
het zuiden
Süden
deel 1 les 09-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bereiken
erreichen
de berg
Berg
de bergen
Berge
betekent
bedeutet
dichtste
dichteste
gebruiken
benutzen
het gevolg
Folge
hoger
hoher
hoog
hoch
kunnen
können
makkelijk
einfach
de meter
Meter
o.a. (= onder andere)
u.a.
onder andere
unter anderem
de plaats
Ort
slechts
nur
vlak
flaches
zoveel
soviel
deel 1 les 09-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bang
ängstlich
beschermen
beschützen
dezelfde
derselben
de dijken
Deiche
het gebrek
Mangel
het gebruik
gebrauch
het gevaar
Gefahr
de grond
Grund
grote
grosse
hoge
hohe
de hoogte
Höhe
houden tegen (tegenhouden)
halten … gegen
laag
niedrig, tief
lage
niedrige, tiefe
lager
niedriger, tiefer
liep (liep onder water)
lief
de meren
Seen
om (om die reden)
aus
ontstaat
entsteht
de reden rijk aan de rivieren slecht
Grund reich an Flüsse schlecht
de stukken
Stücke
toen
damals
het weer
Wetter
zelfs
selbst
deel 1 les 10-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de afspraak bent de dokter ervoor de huisarts
Termin bist Dokter dafür Hausarzt
maken
machen
om (om te gaan)
um
het spreekuur
Sprechstunde
telefonisch (per telefoon)
telefonisch
tot (wacht tot)
bis
wacht
warte
ziek
krank
zorg (zorg ervoor)
sorgen
deel 1 les 10-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de apotheek
Apotheke
de arm
Arm
het been
Bein
blijft
bleibt
de borst
Brust
de buik
Bauch
gebeld de griep haalt
angerufen Grippe holt
de hals
Hals
de hand
Hand
het hart
Herz
helpt
hilft
hiermee
hiermit
de keel
Kehle
kijkt
guckt
de knie
Knie
de koorts
Fieber
de man
man
de/het medicijn
Medizin
de mond
Mund
de nek
Nacken
de neus
Nase
onderzoekt
untersucht
het oog
Auge
het oor
Ohr
de pijn
Schmerz
de pols
Handgelenk
het recept
Rezept
de rug
Rücken
de schouder
Schulter
de teen
Zeh, Zehe
tegen de vinger
gegen Finger
voelt
fühlt
de voet
Fuß
voorlopig
vorläufig
zal
soll
zegt
sagt
deel 1 les 10-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bekend
bekannt
doe aan
machst
fietst
fährt Rad
gezond
gesund
hun
ihrem
de kans
Chance
de last
Ärger
leef
lebst
nou
nun
de oorzaken
Ursachen
de problemen
Probleme
regelmatig
regelmäßig
sporten
Sport
tegenwoordig
heutzutage
verkeerd
verkehrt
voldoende
genügend
vreemd
fremd
wél
schon
word
wirst
ziekte
Krankheit
zitten
sitzen
deel 1 les 11-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les alles
alles
goed
gut
hoewel
obwohl
koop
kaufe
de korting
Rabatt, Ermässigung
sluit
schliesst
terwijl
wärend
want
weil
deel 1 les 11-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les anderhalve
anderthalb
betere
bessere
de broden
Brot
de eieren
Eier
enz. (=enzovoort)
usw.
de fles
Fleisch
de frisdrank
Frischgetränke
gekocht
gekocht
gele
gelbe
goede
gute
groot
gross
houden van
lieben
de kilo
Kilo
de kleren
Kleider
de kleuren
Farben
kopen
kaufen
de kwaliteit
Qualität
de lijst
Liste
de olie
Öl
het papier de paprika rode
Papier Paprika rote
de schoenen
Schuhe
schrijf
schreibe
het stuk
Stück
vergeet
vegesse
verschillende
verschiedene
voorkom
vorbeugen
het warenhuis witte
Warenhaus weisse
zulke
solche
deel 1 les 11-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de appels
Äpfel
duurder
teurer
eens (een keer)
mal
genoeg
genug
goedkoper
billiger
harde
harte
lekkerder
leckerer
ligt eraan
hängt ab
de prijzen het soort
Preise Sorte
liggen vast
liegen fest
veranderen
verändern
vergelijken
vergleichen
verschillend
verschieden
voordeliger
vorteilhafter
waren
waren
de winkel
Geschäft
deel 1 les 12-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het telegram
Telegramm
de brief
Brief
de cent
Cent
daarvoor
dafür
eigen
eigenen
express
express
gewone
normale
krijgen
bekommen
opnemen
aufnehmen, abheben
overmaken
überweisen
het pakje de papieren het postkantoor
Paket Papiere Postamt
de postzegel
Briefmarke
de postzegels
Briefmarken
storten de strippenkaart
einzahlen Streifenkarte
sturen
schicken
terecht (kunnen terecht)
zurecht
versturen
versenden
weegt
wiegt
wegen
wiegen
zware
schwere
deel 1 les 12-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aanvragen
anfordern
begrijp
verstehe
het berichtje
Berichtchen
het formulier
Formular
helpen
helfen
invullen
ausfüllen
klaar
klar
minimaal
minimal
het moment openen
Moment öffnen
het pakketje
Päckchen
het salaris
Gehalt
deel 1 les 12-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de achternaam algemene de bankpas beantwoordt het bericht
Nachname allgemeine Bankkarte beantworten Bericht
enkele
einige
even
eben
fijn
fein
de gegevens het geslacht gratis het huisnummer
Angaben Geschlecht gratis Hausnummer
ingevuld
eingefüllt
kijken
gucken
in orde
Ordnung
de personen persoonlijke de postcode
Personen persöhnliche PLZ
sparen
sparen
speciale
spezielle
tot ziens
bis bald
uzelf
sie selbst
via
über
de voornamen
Vorname
de woonplaats
Wohnort
zo’n
deel 1 les 13-1
so´n
nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aardig de bakker draag de fiets
ziemlich Bäcker trage Fahrrad
lopend
laufend
neem mee (meenemen)
mitnehmen
de slager
Schlachter, Fleischer
de tas
Tasche
vol
voll
deel 1 les 13-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de afstand het gedeelte de metro
Abstand Teil U-Bahn
mooi
schön, hübsch
nieuw
neu
rijden
fahren
straks
gleich, bald
de wijk
Bezirk
deel 1 les 13-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aanwezig
anwesend
bovendien
ausserdem
komen aan (aankomen)
ankommen
later
später
nooit
nie
ons
uns
parkeren
parken
het probleem
Problem
sneller
schneller
vanuit
aus, von
het vertrek
Abflug
het vliegtuig
Flugzeug
deel 1 les 13-4 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de automaat
Automat
boven
über
hoe ... hoe
je … je
het kaartje korte
Karte kurze
het loket de reis reist de rit
Schalter Reise, Fahrt reist, fährst Fahrt
stapt
steigst (ein)
stempel af (afstempelen)
abstempeln
de stempelautomaat
Stempelautomat
de strippen
Streifen
verder
weiter
vertel
erzähl
als volgt
wie folgt
de zonekaart
Zonenkarte
deel 1 les 14-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de flat het huurhuis
Wohnung Miethaus
de kamers
Zimmer
de oma
Oma
onze
unsere
oud
alt
studeert
studiert
de zoon
Sohn
deel 1 les 14-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de badkamer het balkon derde de deur door (door de deur)
Badezimmer Balkon dritte Tür durch
de 3-kamerflat
Dreizimmer-Wohnung
de 2-kamerflats
Zweizimmer-Wohnungen
de keuken
Küche
de lift
Lift
omhoog
hoch
de slaapkamer
Schlafzimmer
de slaapkamers
Schlafzimmer
de verdiepingen
Etagen
de woning
Wohnung
de woonkamer
Wohnzimmer
deel 1 les 14-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les beneden
unten
de eerste (1e)
erste
de etage
Etage
huren de kamer
mieten Zimmer
net (net als ik)
genau
samen (wonen samen)
zusammen
de trap zij (die mensen)
Treppe sie
deel 1 les 15-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de basisschool brengt
Grundschule bringt
de crêche
Kinderkrippe, Kindertagesstätte
de groep
Gruppe
halen
holen
kleinsten
kleinsten
de leerlingen
Schüler
lezen
lesen
oudere
ältere
de oudsten
ältesten
rekenen
rechnen
schrijven
schreiben
spelen
spielen
tekenen
zeichnen
vrij
frei
woensdagmiddag
Mittwochmittag
zingen
singen
zit (zit op school)
geht
zitten (in groep 1 zitten)
gehen
het zusje
Schwesterchen
deel 1 les 15-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les algemeen de anderen bepaalt
allgemein andere bestimmt
het beroep
Beruf
het beroepsonderwijs
Berufsunterricht
direkt
direkt
de havo
höhere Schule
de keuze
Wahl
kiest
wählt
kiezen
wählen
de klas na het onderwijs opleiding
Klasse nach Unterricht Ausbildung
de opleidingen
Ausbildungen
de politieagent
Polizist
de politieschool
Polizeischule
het resultaat
Resultat
sommige
manche
de toets het vmbo volg het vwo
Test Vorbereitung Berufsunterricht besuche Gymnasium
deel 1 les 16-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les allerlei
allerlei
bedoelen
meinen
bepaald
bestimmtes
het bestuur
Leitung, Verwaltung
het dorp
Dorf
de dorpen gekregen de huurwoning iemand
Dörfer bekommen Mietwohnung jemand
de informatie
Information
de inwoners
Einwohner
overleden
verstorben
trouwen
heiraten
waarvoor
wofür
weten
wissen
deel 1 les 16-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het afval allemaal
Abfall alle
de belastingen
Steuern
bestuurt
verwaltet
de brandweer
Feuerwehr
de burgemeester
Bürgermeister
de cultuur
Kultur
daarvan
davon
gemeentelijke
gemeinde
de gemeenteraad het hoofd horen bij de hulp het parlement
Gemeinderat Haupt, Kopf gehören zu Hilfe Parlament
de politie
Polizei
de raad
Rat
samen met de sportclubs
zusammen mit Sportvereine
de wethouders
Stadtrat, Beigeordneter
de woningen
Wohnungen
zorgt voor
sorgt für
deel 2 les 01-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het antwoord
Antwort
beter
besser
de beurt (aan de beurt)
Reihe (an der)
bevalt
gefällt
durft
sich zutrauen
gekomen
gekommen
geven
geben
kennen
kennen
de leeftijd
Alter
deel 2 les 01-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de antwoorden
antworten
de belangstelling
Interesse
besteedt de cursus
widmet sich Kurs
geleerd
gelernt
herinnert (herinnert zich)
erinnert (sich)
de hoofdstad
Hauptstadt
hoort
hört
meeste
meist-
onthouden
sich merken
de regering
Regierung
de taal
Sprache
de tijd
Zeit
verstaat
versteht
vertelt
erzählt
zich
sich
deel 2 les 01-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de beelden begrijpen het begrip
Bilder verstehen Verständnis
breiden (breiden uit)
breitet aus
duizend
tausend
gelukkig
glücklich
herhalen
wiederholen
honderd
hundert
inmiddels
mittlerweile
langzamer
langsamer
leert
lernt
luistert
hört zu
minstens
mindestens
spreek
spreche
spreekt
spricht
spreken
sprechen
tamelijk
ziemlich
versta
verstehe
vraag
frage / Frage
deel 2 les 02-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de banen
Bahnen
behoorde
gehörte (zu)
behoort (behoort tot)
gehört (zu)
bepaalde
bestimmt-
bestaat (bestaat uit)
besteht aus
de betekenis
Bedeutung
blauw
blau
bovenste
ober-
eruit (ziet eruit)
sieht aus wie
Franse
französisch-
herken
erkenne
de kleur
Farbe
lichter
heller
lijken (lijken op)
ähnelt
Luxemburg
Luxemburg
middelste
mittler-
onderste
unter-
rood
rot
het verschil
Unterschied
de vlag
Fahne
de vlaggen
Fahnen
het volkslied wit
Nationalhymne weiß
deel 2 les 02-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les begon
begann
beroemde
berühmt-
bestaat (is er)
fünfzehnhundert siebzig / 1570
de bevrijdingsdag
Befreiungstag
denk
denke
dwingen
zwingen
de eeuw
Jahrhundert
de feestdagen
Feiertage
de figuur gaat (gaat over) de gebeurtenissen
Figur handelt von Ereignisse
geduurd
gedauert
gemaakt
geschmeckt
de geschiedenis
Geschichte
gespeeld de godsdienst halve de interland Katholiek de koning koninginnedag
gespielt Gottesdienst halbLänderspiel katholisch König Königinnentag
het koninkrijk
Königreich
het lied
Lied
moest
sollte
onafhankelijke
unabhängig
de oorlog protestant de protestanten
Krieg protestantisch / evangelisch Protestanten
Spaanse
spanisch-
Spanje
Spanien
de staat (het land)
Staat
tachtig / 80
achtzig / 80
vierhonderd / 400
vierhundert / 400
vijftienhonderd zeventig / 1570
besteht
vond
fand
de vrijheid
Freiheit
wilde
wollte
wist
wusste
zogenaamde
so genannt-
deel 2 les 03-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les achttien / 18
achtzehn / 18
als (zowel als)
als auch / (sowohl)
arme
arm-
besturen
verwalten
de democratie democratisch de EU
Demokratie demokratisch EU
evenals
wie
evenveel
genauso viel als
geldt (geldt voor)
gilt für
de gevangenis
Gefängnis
de landen
Länder
de macht
Macht
de mannen
Männer
meent de Nederlander
meint Niederländer
de partijen
Parteien
rijke
reich-
stem
Stimme
stemmen
Stimmen
uitleggen
erklären
vertellen
erzählen
het volk
Volk
vormen
bilden
waard
wert
zowel (zowel als)
sowohl … als auch
deel 2 les 03-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les echte
echt-
gekozen
gewählt
jou
du/dir/dich
klopt
stimmt
het lid
Mitglied
negenennegentig / 99
neunundneunzig / 99
oh
Oh jeh
de partij
Partei
politieke
politisch-
procent / %
Prozent / %
ten derde
drittens
ten eerste
erstens
ten tweede
zweitens
tja
Ach ja
zoiets
so in etwa
deel 2 les 03-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les ach
ach
beantwoorden
beantworten
belangrijkste
wichtigst-
benoem
ernenne
de besluiten het buitenland
beschließen Ausland
de burgemeesters
Bürgermeister
de contacten
Kontakte
geregeld het gesprekje
geregelt Unterhaltung
de informateur
Informateur
de invloed
Einfluss
jawel
jawohl
de koningin
Königin
het leven maal de mening
leben Mal/Mahlzeit Meinung
de minister-president
Ministerpräsident
de ministers
Minister
nauwelijks
kaum
noodzakelijk
notwendig
nuttige
nützlich-
openbaar
öffentlich
de pers
Presse
de persoon
Person
de premier
Ministerpräsident
de president
Präsident
de rol
Rolle
schrijft
schreibt
speelt
spielt
de toespraak
Rede
valt (valt mee)
halb so schlimm
verbaast
wundert
de verkiezingen
Wahlen
het vraagje
kleine Frage
vrije
frei-
waarschijnlijk
wahrscheinlich
de wetten
Gesetze
wijs (wijs aan)
bestimme
zetten
stellen
deel 2 les 04-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les ander
ander-
bellen
anrufen
beslist
bestimmt
de burgers het document geslagen het identiteitsbewijs de kindertelefoon officieel de regels het rijbewijs slaan de taak
Bürger Urkunde geschlagen Ausweis Kindertelefon offiziell Regel Führerschein schlagen Aufgabe
totdat
bis (zum)
veertien / 14
vierzehn / 14
verboden
verboten
vervelend
unangenehm
de volwassenen
Erwachsene
zestien / 16
deel 2 les 04-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les
sechzehn
de belastingdienst
Steueramt
de boeken
Bücher
de huurtoeslag
Mietbeihilfe
immers
ja
klinkt
hört sich an
het lijstje maakt
Zettel macht
de maatschappij
Gesellschaft
medische
medizinisch-
moderne
modern-
ontvangt
empfängt
recht (recht op)
ein Anrecht haben auf
de schriften
Hefte
de specialist
Spezialist
stel (stel je voor)
stell (dir vor)
verdient
verdient
waarop
worauf / auf + lidw.
zaken
Gegenstände
het ziekenhuis
Krankenhaus
de zorg (de medische zorg)
Fürsorge
deel 2 les 05-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bestond
existierte
bleven
blieben
blijven
bleiben
buitenshuis
außer Haus
daardoor
dadurch
de fabriek
Fabrik
gebonden
gebunden
gemiddeld
im Durchschnitt
het gezin
Familie
haast
Eile
hadden
hatten
de jaren
Jahre(n)
jong
jung
jonge
jung-
het kantoor
Büro
kon
konnte(n)
korter
kürzer
kreeg
bekam
moesten
sollten/mussten
onmogelijk
unmöglich
de oorzaak
Ursache
de opvang
Betreuungsdienst
de situatie
Lage/Situation
stellen (vast stellen)
stellen (fest-)
trouwde
heiratete
veranderd
verändert
de verandering
Änderung
verdienen
verdienen
volledig
völlig
werkten
arbeiteten
zorgen
sorgen für
deel 2 les 05-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de advocaat
Rechtsanwalt
allerknapste
die allerklügsten
aparte
separat-
de assistent
Assistent
de automonteur
Mechaniker
de beroepen
Berufe
blijken
sich herausstellen
de dochters
Töchter
de elektriciën
Elektriker
gingen
gingen
had
hatte
hielp
half
het hoofddoekje de huishoudschool
Kopftuch Haushaltschule
ideale
ideal-
ingeburgerd
eingebürgert
de ingenieur
Ingenieur
de jas
Jacke
knappe
klug-
koken
kochen
kregen
bekamen
leerden
lernten
de leraar
Lehrer
let
achte
lieten
ließen
de loodgieter Marokkaanse de medicijnen meesten
Klempner marokkanischMedikamente meist-
de meisjes
Mädchen
de moeite
Mühe
mooie de onderwijzeres perfect
schön-/hübschLehrerin perfekt
de samenleving
Gesellschaft
de schilder
Maler
de secretaresse
Sekretärin
slim
klug
slimme
klug-
sprak
sprach
stond
stand
studeren
studieren
de timmerman
Maurer
trouwden
heirateten
typische
typisch-
de uitzondering het vak de verpleegster verstaan het verstand
Ausnahme Fach Krankenpflegerin verstehen Verstand
vijftig / 50
fünfzig / 50
volgden
folgten
voorbij
vorbei
wassen
wäschen
werden
wurden
zestig / 60
sechzig / 60
zie
siehe
zin (zin hebben)
Lust (- haben)
deel 2 les 06-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aantrekkelijk de angst
anziehungsvoll Angst
bezwaar
Beschwerden
bloeit
blüht
de broers
Brüder
de buitenlanders
Ausländer
centrale
Zentralheizung
dankzij
dank
donkere
dunkel-
gezegd
gesagt
grijze
grau-
groeit
wächst
hete
heiß-
het huwelijk
Heirat
ideaal
ideal
de immigratie
Immigration
de integratie
Integration
het klimaat
Klima
de komst
Kommen
de kou
Kälte
de kritiek
Kritik
maakten
machten
de plannen
Pläne
de redenen
Gründe
regelt de regen streng de temperatuur
regelt Regen strikt Temperatur
tevreden
zufrieden
vertrokken
abgefahren
de verwarming volgen
Zentralheizung folgen
voortdurend
fortwährend
vreesde
furchtete mich
de wolken
Wolken
zat
saß
zelden
seltsam/selten
deel 2 les 06-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les biedt de bijdrage binnenkomen het contact
bietet Beitrag hereinkommen Kontakt
eisen
Forderungen
gesteld
gestellt
gevraagd
gebeten/gefragt
integreren
integrieren
jezelf
dich selbst
de kennis (wat iemand weet) leveren
Kenntnisse liefern
de moeders
Mütter
normaal
normal
de ouderavonden
Elternsprechtage
de sportclub
Sportverein
de vaders
Väter
verwachten
erwarten
zomaar
einfach so
deel 2 les 06-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de bedoeling
Absicht
bekende
bekannt-
beschouwt
betrachtet
betrekken
hinzuziehen
de familieleden leuke
Verwandtschaft toll-
de ooms
Onkel
de tantes
Tanten
de uitdrukking
Ausdruck
het vadertje de zussen
Väterlein Schwestern
deel 2 les 07-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bedacht
erfunden
beschikt
verfügt über
daaraan
daran
de dienst
Sozialamt
de elektriciteit
Elektrizität
extra
zusätzlich-
gedacht
gedacht
gelijk
ähnelt
geweldig
phantastisch
ingewikkeld
kompliziert
de kosten het loon lossen (oplossen) het minimumloon
Kosten Gehalt lösen Mindestlohn
nogal
ziemlich
de oplossing
Lösung
sociale de werkgever zodat
Sozialamt Arbeitgeber so dass
deel 2 les 07-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de baby
Baby
bedoeld
beabsichtigt
breng
bringe
deed
machte
denkt
denkt
feitelijk
faktisch
gehad
gehabt
ging
handelte
haal (haal op)
hole ab
langskomen
vorbeikommen
niks
nichts
tijdelijk
zeitlich begrenzt
de uitkeringen
Sozialhilfe
vroegen
fragten
wilden
wollten
zei
sagte
zocht
suchte
deel 2 les 08-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bedekken
abdecken
belangrijke
wichtig-
gelijker
gleicher
het gezicht
Gesicht
het grapje
Witz
hoeven
brauchen … zu tun
raakt
gerät
de rechten
Rechte
scheiden
sich scheiden lassen
het stuur
Lenkrad
het voorbeeld
Beispiel
de wet
Gesetz
deel 2 les 08-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aantonen
beweisen
behandeld
behandelt
bevindt
sich befindet
bouwen
bauen
de christen
Christ
de dief
Dieb
doet er niet toe
ist unerheblich
eerlijk
ehrlich
enkel
nur
gelijke
gleich-
het goud
Gold
de grondwet
Verfassung
de jood
Jude
lieg
lüge
liegen
lügen
luidt
lautet
de meningsuiting
Meinungsäußerung
de moskeeën
Moscheen
de moslim
Muslem
oefenen (uitoefenen) de synagogen
ausüben Synagogen
voegt (voegt toe)
fügt dem hinzu
wijze
Art und Weise
deel 2 les 08-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les arm (arm zijn)
arm
de bakkers
Bäcker
de bisschop
Bisschof
blij
froh
ervan
davon
gaat (gaat stelen)
stehlen (wird)
gek
verrückt
de kranten
Zeitungen
de leider
Oberhaupt
de overheid
Obrigkeit
de rechter
Richter
spraken
sprachen
stelen
stehlen
de uitspraak veroordeeld
Urteil verurteilt
vonden
hielten
deel 2 les 09-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les daarin
In dem
geschikt
geeignet
goedkope
billig-
het huurcontract
Mietvertrag
huurt
mietet
in totaal
insgesamt
het inkomen
Einkommen
de makelaar
Makler
de organisatie
Verein
particulier de plichten
privat Pflichte
ruim
geräumig-
vierkante
Quadrat(meter)
vijfenzestig / 65
fünfundsechzig / 65
de woningbouwvereniging
Wohnungkörperschaft
deel 2 les 09-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les achterop de boot Chinees het dak drukke de ervaring
hinten Boot chinesisch Dach belebtErlebnis
gauw
bald
gebracht
gebracht
gegaan
gegangen
gegeten
gegessen
gelopen
gegangen
genomen
genommen
gezellig
gemütlich
kennis (kennis gemaakt)
kennengelernt
midden
mitten
de natuur opgeschreven de Oude Gracht
Natur aufgeschrieben Oude Gracht (Alter Kanal)
precies
genau
prima
prima
het restaurant t/o (tegenover) het tuintje
Restaurant gegenüber kleiner Garten
tweeën (voor ons tweeën)
zu zweit
verhuisd
umgezogen
het verkeer
Verkehr
voorop het wonder de woonboot
vorne Wunder Hausboot
deel 2 les 09-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les begrijpt
versteht
beheerst
beherrscht
het belang
Wichtigkeit
de buren
Nachbarn
keek
sah … an
liepen
gingen
nodigt
laden …. ein
ontmoette
traf
praktisch
praktisch
de vriendjes zagen
Klassenkameraden sahen
deel 2 les 10-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de activiteiten
Aktivitäten
de basiscursus
Grundkurs
het begin
Anfang
het boek
Buch
christelijk
christliches
doe (doe uit)
mache aus
het einde
Abschluss
het feest
Fest
fietsen
radfahren
gang (op gang komen)
in Schwung geraten
gekke
komisch-
gelachen
gelacht
gesloten
geschlossen / zu
gevierd
gefeiert
het gezelschap gisteravond de herhalingen
Gesellschaft gestern Abend Wiederholungen
interesseert
interessiert
Italiaans
italienisch
Kerstmis
Weihnachten
konden
konnten
luisteren
hören
de muziek
Musik
pak
nehme
de reclame rustige de situaties het stukje
Werbung ruhige Situationen Stück
uitstekend
hervorragend
vanavond
heute Abend
het verhaal
Geschichte
veroorzaakte
verursachte
vertelde
erzählte
verveelt
langweilt
voorstellen
vorstellen
zet (zet aan)
anmachen
zit (zit te)
bin ich dabei…
deel 2 les 10-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de agenda het artikel
Terminkalender Artikel
beide
beide
bezoeken
besuchen
bleek
stellte sich heraus
brengen
bringen
druk (het druk hebben)
besonders beschäftigt sein
gehaald
abgeholt
gevaarlijk
gefährlich
hen
sie
het maakt niet uit de muziekles het onderzoek de titel vergeleken het vriendje
es ist egal Musikunterricht Studie Titel im Vergleich zu Freund
deel 2 les 10-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les als (als antwoord)
zur Antwort
beweegt
sich bewegt
de bezoekers
Besucher
de club
Klub
de clubs
Klubs
het concert dikwijls de discotheek
Konzert häufig Diskothek
doen aan
treiben
enzovoort
usw.
eventjes
kurz
het feestje
Party
de fietstochten
Fahrradtouren
de film
Film
fit de hobbyclubs het museum
fit Hobbyvereine Museum
de muziekverenigingen
Musikvereine
de reizen
Reisen
de soorten
Arten
het toneel trekt
Bühne zieht … an
de vereniging
Verein
de verenigingen
Vereine
verre de wandelclubs
weite Wandervereine
deel 2 les 11-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aantrekken
anziehen
als (zoals)
wie
de broek
Hose
dagelijks
täglich
dik
dick
dikke
dick-
dragen (kleren dragen)
tragen
dun
dünn
dunnere
dünner-
fris
kalt
gekleed
angezogen
grotere
größer-
hangt (hangt vol)
ist voll
de kast
Schrank
de kleding
Kleidung
de maat
Größe
's morgens
morgens
passen
passen
past
passt
de regenjas
Regenjacke
de seizoenen
Jahreszeiten
strak
eng
trek (trek aan)
zieh- … an
trekken (trekken aan)
anziehen
verandert
ändert sich
warme
warm-
de zomerkleren 's zomers
Sommerkleidung sommerlich-
deel 2 les 11-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bedekt de bijbaan
bedeckt Nebenjob
bloot
bloß
controleren
überprüfen
droegen
trugen
gaat (het gaat om) de gezinnen het huiswerk
sich handelt um Familien Hausaufgaben
de indruk
Eindruck
de jassen
Jacken
de jurk
Kleid
de kinderbijslag
Kindergeld
de leraren
Lehrer
de luxe
luxuriös-
het merk
Marke
de mode
Mode
modernste
modernst-
nieuwste
neuest-
prachtige
fabelhaft-
het shirt
Shirt
het uniform
Uniform
de vriendinnetjes zoeken
Freundinnen suchen
deel 2 les 11-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de begrafenis
Beerdigung
de bruiloft
Hochzeit
de dode
Toter/Toten
dragen (kleur dragen)
tragen (Farbe)
eh
eh
ermee
damit
erom
darum
de feestjurk help het idee juist
feierliches Kleid hilf Vorstellung gerade
de kraag
Kragen
het model
Modell
de mouwen
Ärmel
netjes
anständig
ondertussen
inzwischen
ongepast
unpassend
onzeker
unsicher
raar
komisch
het respect Roos de rouw
Respekt Roos (Eigenname) Trauer
schiet
beeile dich
staat (staat goed)
passt gut zu dir
toont
zeigt
vrolijke
fröhlich-
zo (zo als)
wie vor
zou
würde
zwarte
schwarz-
deel 2 les 12-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les afgesloten
abgeschlossen
afsluiten
abschließeb
de autoverzekering
Autoversicherung
de basisverzekering
Grundversicherung
de behandelingen
Behandlungen
bestaan
gibt es
enorm
sehr
financiële
finanzielle
het geloof
glaube
hoef
braucht/brauchst
kostbare
wertvoll-
maandelijks
monatlich
de oren
Ohren
het pakket
Paket
de polis
Police
de rekeningen
Rechnungen
de schade
Schaden
de schrik
erschreckt man sich
de specialisten
Spezialisten
de tandartsen
Zahnärzte
uitgebreider
erweitert-
verplicht
verpflichtet
verzekerd
versichert
verzekeren
versichern
de verzekering
Versicherung
de verzekeringen
Versicherungen
voorkómen
vorbeugen
de voorwaarden
Bedingungen
de zaak
Sachen
de zekerheid
Sicherheit
de ziekenhuizen
Krankenhäuser
de ziektekosten
krankheitsbedingte Kosten
de ziektekostenverzekering
Krankenversicherung
deel 2 les 12-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de aanleg
Bau
de alcohol
Alkohol
aldus de bank het belastinggeld de belastingsdienst
also Bank Steuergelder Steueramt
bezit
besitzt
blauwe
blau-
het computerprogramma
Computersoftware
daarover de formulieren
darüber Bögen
makkelijker
einfacher
melden
melden
ontvang
erhältst
opgeven
versteuern
opzij
beiseite
het plezier
Spaß
prettiger
angenehm-
rookt
raucht
de spaarrekening
Sparbuch
de studie
Studium
vrolijk
fröhlich
de waarde
Wert
de wegenbelasting
Straßensteuern
de winst
Gewinn
deel 2 les 12-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de aansprakelijkheid dacht het fietsje de fietsles
Haftung dachte kleines Fahrrad Fahrradunterricht
fout
falsch
gaf
gab
gebeurd
passiert
gefeliciteerd
herzlichen Glückwunsch
geparkeerde
abgestellt-
gisterenmiddag
gestern Nachmittag
goedemorgen
Guten Morgen
hoezo
wieso
jarenlange
über Jahre
jarig
Geburtstag haben
loslaten
loslassen
het probleempje reed
kleines Problem fuhr
het telefoongesprek
Telefongespräch
Vast&Zeker vliegt de WA-verzekering de website wettelijke het zoontje
genau fliegt Haftpflichtversicherung Webseite gesetzlichSohn
deel 2 les 13-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de afvalbakken de bewoner de bewoonster
Abfalleimer Bewohner Bewohnerin
de bladzijde de bloemen de bomen criminele de diensten groen hieronder jongere de jongeren matig organiseert de overlast de planten de ruimte schoongemaakt de sportlessen de straten de veiligheid verzorgd de vragenlijst waarin
Seite Blumen Bäume kriminelle Dienste grün hier unten jüngerJugendliche mäßig veranstaltet Belästigung Pflanzen Raum geputzt Sportunterricht Straßen Sicherheit gepflegt Fragebogen in der
deel 2 les 13-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de ambtenaren beantwoord beloven de beslissingen het besluit danken deskundig duidelijk geboren geholpen het gemeentehuis kwaad de medewerking meldt ten slotte terugsturen volgens vriendelijke
Beambte beantwortet versprechen Beschlüsse Beschluss danken sachkundig deutlichgeboren geholfen Rathaus böse Mitarbeit melden Zum Schluss zurücksenden danach freundliche
deel 2 les 13-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les
de de de de het de
alsjeblieft B en W bespreken buurtproblemen discussie erheen financiën gepraat leden nut politiek
bitte Gemeindevorstand besprechen Lokalproblematik Diskussion dahin Finanzen Gerede Mitglieder Nutzen Politik
het publiek reageren de vergaderingen zeg zwijgen
Publikum reagieren Sitzungen vereinfacht gesagt schweigen
deel 2 les 14-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les
de
de
de de de
de de de de de de het het
dreef (dreef handel) economische eenheid Engeland Engels gebieden gevormd groei handel leiders leiding los (maakte zich los) nationale ontdekte ontstond ontwikkeling periode plaatselijke provincie republiek sprake strijd tegelijk tegenstander verzet werd woordenboek zestiende
(Handel) trieb wirtschaftlichEinheit England englischGebiete gebildet Wachstum Handel Führer Führung sich loslösen nationalentdeckte entstand Entwicklung Zeitraum örtlichProvinz Republik Rede Kampf/Streit zugleich Gegner Widerstand wurde Wörterbuch sechzehnt-
deel 2 les 14-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les aanvaarden de aarde de achternamen achttienhonderd / 1800 achttienhonderd dertien / 1813 België beperkt beseften besteden bracht culturele de Fransen geestelijke gouden de handen ingrijpen internationale
akzeptierten Erde Familiennamen achtzehnhundert / 1800 achtzehnhundert dreizehn / 1813 Belgien eingeschränkt waren sich einer Tatsache bewußt spenden brachte kulturelle Franzosen geistliche goldenHände eingreifen international-
de koloniën de kunst langzaam het leger leiden de maatregelen militair de namen noemt ontbrak ontwikkelde overigens Rembrandt rijker rijkste het succes verlieten de vluchtelingen het wetboek zeventiende
Kolonien Kunst langsam Heer/Armee Leiden Maßnahmen militarisch ergriffen nennt fehlt entwickelte übrigens Rembrandt reicher reichstErfolg verließen Flüchtlinge Gesetzbuch siebzehnt-
deel 2 les 14-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les
de de de de de de de het de
de
de de de
de
de
Amerika belangrijker bouwen (weer op te bouwen) culturen Duitsland economie Europese herinnering huidige industrie ingenomen joden kracht legers militaire miljoen moord negentienhonderd veertig / 1940 negentienhonderd vijfenveertig / 1945 opgebouwd relatie Rusland sindsdien staten toekomst uiteindelijk universiteiten verdwijnen verliezen verschillen vieren vluchten VS winnen zoals
Amerika wichtiger aufbauen Kulturen Deutschland Wirtschaft europäische Erinnerung derzeitige Industrie eingenommen Juden Kraft Armeen militarische Million Mord neunzehnhundert vierzig / 1940 neunzehnhundert fünfundvierzig / 1945 aufgebaut Beziehungen Russland seitdem Staaten Zukunft letztendlich Universitäten verschwinden verlieren Unterschiede feiern fliehen USA gewinnen wie
deel 2 les 15-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de aandacht de arts bekijkt de buurvrouw de complicaties het consultatiebureau controleert eventueel gaat (gaat krijgen) de gezondheidszorg heerst de huid huilt kennelijk het lichaam de liefde nadat onderzocht schijnt het terrein vaker veiliger verschijnt verwacht de voorkeur zorgvuldig
Aufmerksamkeit Arzt sieht sich an Nachbarin Komplikationen Beratungsstelle kontrolliert eventuell bekommt Gesundheitswesen herrscht Haut weint offensichtlich Körper Liebe nachdem untersucht scheint Gebiet öfter sicherer erscheint erwartet Vorliebe sorgfältig
deel 2 les 15-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les afwachten de buikpijn direct erger ernstig gaat (gaat open) gaat (pijn gaat over) gebruikt gemeten Hamidi de hoofdpijn huil huilen lachen ontdekken over (overgaan) plotseling de praktijk de spreekkamer stel voor (voorstellen) telefonisch troosten vanzelf vermoedelijk de verwijsbrief
abwarten Bauchschmerzen direkt/sofort schlimmer ernsthaft öffnet sich geht vorbei benutzen Sie gemessen Hamidi Kopfschmerzen weine weinen lachen entdecken geht vorbei plötzlich Praxis Sprechzimmer Stellen Sie sich vor telefonisch trösten von alleine vermutlich Verweisung
vlug voorzichtig de wachtkamer wees zwanger
schnell vorsichtig Warteraum Haben Sie keine Angst schwanger
deel 2 les 15-3 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les de balie bewegen de dialoog de diëtiste gehoord gelezen het geluid geopereerd geschreven gestuurd goedemiddag het hemd houdt (houden van) de klacht mee (mee gaat) de operatie het overgewicht scheelt (wat scheelt eraan) uitdoen de verdoving zitten (gaat u zitten)
Infotheke sich bewegen Dialog Diätassistentin gehört gelesen Geräusch operiert geschrieben geschickt Guten Tag Hemd mögen Beschwerde mitkommt Operation Übergewicht Was fehlt Ihnen ausziehen Betäubung Setzen Sie sich
deel 2 les 16-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les het de de de
de de het de de de de
het de
aandeel actie band barbecue bereid bevat bewoners brieven buurtcomité drank eenentwintig / 21 elementen gelegenheid hopen leeftijden lenen meebrengen middel nader omgeving opgemerkt opgericht organiseren overleggen
Anteil Aktion Bindung BBQ/Grill bereit enthält Einwohner Briefe Nachbarschaftskomittee Getränke einundzwanzig/21 Elemente Gelegenheit hoffen Altersgruppen ausleihen mitbringen Mittel näher Umgebung bemerkt gegründet organisieren/veranstalten Rücksprache halten
het programma de radio reeds de salades scheppen het spel de stemming de stoelen de straatbewoner het straatfeest de tafel treffen de voorbereidingen de voorzitter waarschuwt wellicht
Programm Radio schon/bereits Salate schaffen Spiel Stimmung Stühle Straßeneinwohner Straßenfest Tisch treffen Vorbereitungen Vorsitzender warnt vielleicht
deel 2 les 16-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les bezocht de conflicten eeuws (zestiende-eeuws) het e-mailtje het gebouw het gedrag geleid de hotels hou (hou op) interessant leidde liefs Marja met z'n allen met z'n tienen de ondernemingen ontwikkelde de prinses rustig het schoolreisje de spanningen de tentoonstelling de theorie toeristische het verband voordat vreselijk waarschuwen de zaal zestiende / 16e zorgde
besucht Konflikte Jahrhundert E-Mail Gebäude Benehmen geführt Hotels höre auf interessant führte alles Liebe Marja alle zu zehnt Unternehmen entwickelte sich Prinzessin ruhig Schulreise Spannungen Ausstellung Theorie touristische Bezug bevor scheußlich warnen Saal sechzehntes/16. kümmerte sich/pflegte
deel 2 les 17-1 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les achtduizend tweehonderd tweeenzeventig / 8272 aftrekken de bedragen
achttausend zweihundertzweiundsiebzig / 8272 subtrahieren Beträge
de
het
de de de
de
de
de
bieden da's (dat is) dromen gaat (gaat op) gedeeld gunstige hé honderd veertig / 140 krediet laagst langere lening leningen levert (levert op) looptijd min mogelijke mogelijkheid negenenvijftig / 59 optellen Piet proberen rente theoretische totale twaalfhonderd tweeenzeventig / 1272 tweedehands tweehonderd tweeenzeventig / 272 uitrekenen weliswaar werkelijkheid zevenduizend / 7000
bieten das macht Träume wird verbraucht geteilt günstige he! hundertvierzig / 140 Kredit niedrigst längere Darlehen Darlehen ergibt Laufzeit Minus mögliche Möglichkeit neunundfünfzig / 59 addieren Piet versuchen Zinsen theoretische Gesamtzwölfhundert zweiundsiebzig / 1272 second-hand zweihundertzweiundsiebzig / 272 zusammenrechnen zwar Wirklichkeit siebentausend / 7000
deel 2 les 17-2 nieuwe woorden (alfabetisch) in deze les
de het de de
het
arabisch begreep besefte cd dialect droom droomreis duurde een of ander eindelijk er … naar erin feit grappig herinneren (zich herinneren) herkende herkennen houd (houd open) kostte kwamen (kwamen aan) lange leerde luisterde Marokko m'n (=mijn)
arabisch verstand war ich mir bewußt CD Dialekt Traum Traumreise dauerte irgendein endlich hörte darin Fakt witzig Erinnern Sie sich erkannte erkennen halte … auf kostete kamen an lange lernte hörte Marokko mein-
de
de de
de
de het
de
mochten namelijk ogen ondanks onmiddellijk prettige reken (reken uit ) rust schrok (schrok wakker) staan (opstaan) stappen teksten tot slot uitspreken uren verwachtten wat (wat ook) wens woord zesde zevenhonderd / 700 zichzelf zolang zomervakantie zouden
durften nämlich Augen trotz sofort angenehmberechne Ruhe wachte auf stand auf Schritte Texte zum Schluss aussprechen Stunden erwarteten was auch immer wünsche Wort sechste siebenhundert / 700 sich selbst solange Sommerferien würden
