VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER
Locatie Brinnummer Plaats Registratienummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 11304
: : : : : : :
Klavertje Vier 09IE Houten 3487094 11304 19 november 2012 22 januari 2013
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Houten. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Houten. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Werkwijze onderzoek Klavertje Vier is een van de scholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprekken met leidsters en/of leerkrachten gesprekken met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 2 van 8
3. 4.
Voldoende Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie). Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Aantal doelgroepkleuters: Aantal kleuters in groep a: 27, waarvan 10 doelgroepkleuters (37%).
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 3 van 8
2. HET TOTAALBEELD Basisschool Klavertje Vier is inpandig met peuterspeelzaal Klavertje Vier. De peutergroep en de kleuterklas bevinden zich naast elkaar. Het aantal kleuters is gering. De leerkracht werkt met het programma Ik & Ko. De twee groepsleerkrachten hebben de cursus Vversterk gevolgd. Er wordt gewerkt met een jaarrooster. De themaplanning laat een beredeneerd aanbod van activiteiten zien die een beroep doen op de brede ontwikkeling van de kinderen. Vier ochtenden is er naast de groepsleerkracht een onderwijsassistent aanwezig. Zowel de groepsleerkracht als de onderwijsassistent begeleiden de kinderen. De kinderen worden gevolgd met het observatie-instrument GOVK. Daarnaast worden de toetsen van CITO afgenomen. Op basis van de toets- en observatiegegevens wordt een groepsplan opgesteld. De leerkracht begeleidt de kinderen in subgroepen. In de kleutergroep heerst een prettige sfeer waarin de leerkracht pedagogische warmte uitstraalt naar de kinderen. Zij stimuleert de interactie met en tussen de kinderen. Er zijn op gemeentelijk niveau werkbijeenkomsten tussen de voor- en vroegscholen. Ongeveer 60% van de kleuters van basisschool Klavertje Vier is afkomstig van peuterspeelzaal Klavertje Vier. Er hebben oriënterende gesprekken plaatsgevonden om de samenwerking meer vorm te geven zodat een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool kan ontstaan. Hoewel de peuterspeelzaal met het programma Puk & Ko werkt en de basisschool met het programma Ik & Ko zijn de thema’s niet op elkaar afgestemd. Er is geen sprake van een vergaande afstemming in pedagogisch klimaat en educatief handelen, de wijze waarop omgegaan wordt met ouders en de interne begeleiding en zorg.
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 4 van 8
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS 3 Naam gemeente
Houten
A CONDITIES A0.0 Samenwerking met voor-/vroegschool A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Ik & Ko A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma)
Klavertje Vier Ja 3 3
A3 Vier dagdelen is er naast de groepsleerkracht een onderwijsassistent in de groep aanwezig. A5.4 De groepsleerkrachten hebben de cursus Vversterk gevolgd. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor-/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Klavertje Vier 2 3 3 2 2 3 3
B1 Er is geen ouderbeleid opgesteld dat is gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie en waarbij doelen zijn opgenomen ten aanzien van de ouderbetrokkenheid en ouderactiviteiten worden geëvalueerd. B4 Hoewel de ouders gebruik mogen maken van het lenen van Verteltassen, neemt de basisschool geen initiatief om de activiteiten toe te lichten en te evalueren met de ouders. Daarnaast neemt de school geen initiatief om de ouders te stimuleren activiteiten te ondernemen met hun kind in het verlengde van het aanbod in de groep. B5 Er zijn een aantal momenten waarop de ouders gevraagd worden voor ouderhulp of deel te nemen aan bijvoorbeeld een feest. De school organiseert daarnaast te weinig VVE gerelateerde ouderactiviteiten zoals een spelinloop, themabijeenkomst of activiteiten samen met de kinderen van de kleutergroep. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Klavertje Vier 3 3 3 3 3 3 3 2
Pagina 5 van 8
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
3 2 3 3 3 3 3 3
C2.4 De leerkracht stimuleert de kinderen in hun zelfstandigheid door te benoemen wat ze doen of gedaan hebben en door erover te praten. In de ruimte hangen dagritmekaarten en er wordt gebruik gemaakt van het plannen van activiteiten tijdens het spelen-werken. De keuze voor een activiteit blijft niet zichtbaar voor het kind en voor anderen die mee willen spelen. Er wordt geen gebruik gemaakt van het visualiseren van regels of rituelen door labels of pictogrammen op te hangen die kinderen die taalarm zijn ondersteunen in bijvoorbeeld het opruimen van materialen. C3 De leerkracht straalt pedagogische warmte uit naar de kinderen. Zij bevordert actief de interactie met en tussen de kinderen om zodoende de ontwikkeling van de taal te stimuleren. C3.1 De taakverdeling tussen de leerkracht en de onderwijsassistent wordt tussentijds mondeling afgestemd en is niet schriftelijk vastgelegd. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Klavertje Vier 3 3 3 3 3 3 3
D De brede ontwikkeling van de kinderen wordt in beeld gebracht met het observatie-instrument GOVK (Gouds OntwikkelingsVolgsysteem voor Kleuters) (D1.1). Daarnaast worden de toetsen van het CITO afgenomen. Op basis van de observatie- en toetsgegevens wordt er per thema een groepsplan geschreven. De kinderen worden begeleid in subgroepen (D1.2.) Er is sprake van evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg. De vroegschool ontwikkelt zich nog verder in het werken met groepsplannen, onder andere de praktische uitvoerbaarheid van de groepsplannen.
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 6 van 8
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
Klavertje Vier 2 2 2 2 2 2
E1-E6 De vroegschool heeft geen VVE-beleid opgesteld waarin de ontwikkeling en vorderingen van de kinderen, de effecten van de extra begeleiding en zorg en de verwachtingen ten aanzien van de vaardigheden van de leidsters zijn vastgelegd. Er is dan ook geen sprake van het evalueren van de kwaliteit van VVE en het borgen van de resultaten. In de kwaliteitszorg van de basisschool worden de toetsresultaten geanalyseerd. De resultaten worden niet uitgesplitst waardoor er geen beeld is verkregen van de opbrengsten van VVE of wat VVE bijdraagt aan de ontwikkeling van de kinderen op de locatie. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
Klavertje Vier 2 3 2 2 2 2
F1 Er zijn op gemeentelijk niveau werkbijeenkomsten tussen de voor- en vroegscholen. Ongeveer 60% van de kleuters van basisschool Klavertje Vier is afkomstig van peuterspeelzaal Klavertje Vier. Er hebben oriënterende gesprekken plaatsgevonden om de samenwerking meer vorm te gaan geven. Er is nog niemand verantwoordelijk gesteld voor de contacten met de peuterspeelzaal. F4 - F7 De eerste initiatieven zijn genomen om de samenwerking met peuterspeelzaal Klavertje Vier meer vorm te geven zodat een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool kan ontstaan. Hoewel de peuterspeelzaal met het programma Puk & Ko werkt en de basisschool met het programma Ik & Ko zijn de thema’s niet op elkaar afgestemd. Er is geen sprake van een vergaande afstemming in pedagogisch klimaat en educatief handelen, de wijze waarop omgegaan wordt met ouders en de interne begeleiding en zorg. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Klavertje Vier --3
G1-G2 Er zijn op gemeentelijk niveau geen afspraken gemaakt over de te bereiken resultaten met VVE. De inspectie heeft om deze reden de desbetreffende indicatoren niet beoordeeld.
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 7 van 8
G3 Het aantal kinderen met een verlengde kleuterperiode wijkt ongunstig af van het landelijk beeld. Dit is voor de school een aandachtspunt. De school heeft echter argumenten om deze kinderen een verlengde kleuterperiode te geven en een vastgelegd beleid ten aanzien van het verlengen van de kleuterperiode. Om die reden beoordeelt de inspectie deze indicator toch met een 3.
4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 11304
Onderzoeksdatum: 19-11-2012
Pagina 8 van 8