VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL PRINS WILLEM ALEXANDER
Locatie Brinnr. Plaats Registratienummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 15706
: : : : : : :
Prins Willem Alexander 27NN-1 Soestdijk (Soest) 3275828 15706 13-12-2011 09-05-2012
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie kleutergroepen Aantal kleuters in groep 1/2a: 16, waarvan 9 doelgroepkleuters (1 x 0.30 en 1x 1.20) Aantal kleuters in groep 1/2b: 16, waarvan 10 doelgroepkleuters (1 x 0.30 en 4 x 1.20)
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD Van OBS Prins Willem Alexander te Soestdijk (gemeente Soest) heeft 22 procent van de leerlingenpopulatie een leerlingengewicht (1.20 of 0.30). Kijkend naar de doelgroepdefinitie die in Soest wordt gehanteerd is meer dan 50 procent van de kleuters doelgroepleerling. Slechts 7 van deze doelgroepleerlingen hebben een leerlingengewicht. Bij een dertiental leerlingen is Nederlands de tweede taal (NT2), ook bij de zes anderen is er sprake van risico’s op het gebied van taal. Daarnaast zijn er bij circa acht leerlingen risico’s in verband met de thuissituatie en/of de sociaalemotionele ontwikkeling. Vijf kleuters worden tot de plusleerlingen gerekend, soms kunnen zij al lezen. De school heeft kortom een zeer gemêleerde populatie, of zoals het team het zelf formuleert: de leerlingenpopulatie is een afspiegeling van de samenleving. Men probeert met respect voor ieders eigenheid rekening te houden met de verschillende nationaliteiten, culturen en mogelijkheden. Nog niet de helft (negen kinderen) van de doelgroepkleuters is naar een peuterspeelzaal (PSZ) of kinderdagverblijf (KDV) geweest. Van die negen kinderen hebben twee een VVE-voorschool (Pippeloentje) bezocht. Er zijn in de gemeente Soest slechts twee VVE-voorscholen, geen van beide echt dicht bij de school gelegen. De naburige peuterspeelzaal De Woelwaters heeft geen VVE-aanbod. Veel leerlingen komen met achterstanden binnen. De laatste drie jaar zijn de eindresultaten echter positief. Doordat er niet of nauwelijks sprake is van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), noch bij de Prins Willem Alexanderschool (PWA) noch bij de voorschool, beoordeelt de inspectie een aantal VVE-indicatoren bij het ouderbeleid (B1 en B4), de kwaliteitszorg (E), de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool (F) en de effectmeting (G1) als verbeterpunt. In het algemeen is het beleid wat betreft deze onderdelen op de PWA echter voldoende. Hoewel er nog geen VVE-beleid is in de groepen 1 en 2 is er voldoende aandacht voor de basisvaardigheden (het taal- en rekenonderwijs), onlangs zijn nog nieuwe materialen zoals Kleuterplein aangeschaft. De afgelopen jaren heeft de school meegedaan aan een rekentraject. De zorg en begeleiding hadden en hebben ook nadrukkelijk de aandacht vanwege de verschillen die er tussen leerlingen zijn. De houding van de leraren is essentieel bij het ontwikkelen van kwaliteiten en talenten van leerlingen. Via het traject ‘Kwaliteitsgericht coachen’ heeft men als team ingezet op een coachende houding. Daarnaast zijn nieuwe methodes gekozen voor voortgezet technisch lezen, schrijven en Engels. Verder is de school begonnen structureel tevredenheidsonderzoeken bij leraren, leerlingen en ouders af te nemen en wordt ook de ‘sfeerthermometer’ (Vreedzame School) ingezet in groep 2 tot en met 8. Het aanleren van de basisvaardigheden heeft de prioriteit, maar de school vindt een brede ontwikkeling ook belangrijk gezien onder andere de kalender met toernooien voor allerlei sporten waaronder dammen en schaken. Voor de komende periode staan onder andere op de planning: het versterken van het pedagogisch klimaat binnen de school en de relatie/communicatie met de ouders het systematisch werken met ‘de Kanjertraining’ het werken met differentiatieplannen voor rekenen en voor het pedagogisch klimaat het invoeren van de drie bovengenoemde nieuwe methodes het kiezen van een nieuwe methode rekenen het afnemen en verwerken van een aantal tevredenheidsonderzoeken. De sfeer in de groepen is goed. De lokalen zijn aantrekkelijk en taalverrijkend ingericht. Het pedagogisch klimaat is in orde.
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Pagina 3 van 8
Men mist de extra mogelijkheden zowel voor de doelgroep- en andere zorgleerlingen als voor de plusleerlingen die de school ook telt. Wel kunnen de ouders sinds vorig schooljaar de cursus Opstap in de school volgen. Verder is men in de kleutergroepen begonnen met een inloop voor ouders en een rekencircuit (tweemaal per week). Daarnaast is er vanaf groep 5 de (bovenschoolse) taalklasmogelijkheid (op De Egelantier), maar remediëring vindt in principe plaats in de groep door de groepsleraar. De kleutergroepen zijn niet groot (zestien tot achttien leerlingen) en men maakt inventief gebruik van de aanwezige stagiaires. Volgend jaar zal er echter nog maar één kleutergroep gevormd kunnen worden die start met twintig leerlingen. Het effect van VVE in Soest is lastig te meten. In de gemeente Soest zijn weliswaar doelen afgesproken en zijn ook doelgroepkinderen gedefinieerd. Deze doelen blijken echter niet bij alle voor- en vroegscholen bekend te zijn. Dat geldt ook voor de PWA. Bovendien is er in de gemeente onvoldoende overzicht van de doelgroepkinderen en hun traject, mede omdat de gezondheidsdienst recent is gereorganiseerd. Hieronder volgt een toelichting op dit algemene beeld.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente
Soest (Soestdijk)
A CONDITIES
Prins Willem Alexander
A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s)
Taalverhaal, Wat zeg je?, Rekenrijk en recent Kleuterplein, aangevuld met Bas gaat digitaal, Met sprongen vooruit, de Rekentuin, de Kanjertraining (en Vreedzame school) met de “berenaanpak”. 3 3
A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma)
3 3 n.v.t.
De school heeft een dekkend aanbod voor taal en voorbereidend rekenen. Daarnaast besteedt de school veel aandacht aan de brede ontwikkeling van de leerlingen. Ook aan de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt voldoende aandacht besteed. Hoewel de leraren gedurende de gehele week alleen de verantwoordelijkheid hebben voor de groep, is door de geboden structuur (duidelijke regels en werken met groepsoverzichten, dag-/ weekplanningen en differentiatieplannen) en het zelfstandig leren in voldoende mate gegarandeerd dat de leerlingen regelmatig in kleine groepen gerichte aandacht krijgen. Daarnaast zijn er regelmatig stagiaires die als onderwijsassistent fungeren. De kleutergroepen zijn bovendien niet groot, op dit moment tellen ze elk 16 kinderen. Binnen de school is veel aandacht voor de professionalisering van de leraren. Doordat de school niet groeit zal er volgend schooljaar maar één kleutergroep gevormd worden. De school is bezig ervoor te zorgen dat ook dan de kwaliteit van het aanbod en de leraar–kindratio voldoende zullen zijn.
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Pagina 4 van 8
B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
Prins Willem Alexander 2 3 3 2 2 3 3
Het ouderbeleid is niet specifiek VVE, maar algemeen van karakter. Voor woordenschat is alleen bij NT2-kleuters (zie de woordenlijsten die met een vijftal kleuters mee naar huis gaan) een gericht ouderbeleid. Wekelijks gaat er met een leerling ook een koffer mee naar huis met prentenboeken en suggesties. Daarover wordt later op school in de kring verslag gedaan. Men wil wel VVE-ouderbeleid ontwikkelen maar de middelen zijn beperkt. Verder is een ontwikkelpunt om in kwalitatieve en kwantitatieve zin aan te geven wat de doelen zijn van de ouderbetrokkenheid. Daarom is B1 als verbeterpunt beoordeeld. Ouders zijn in het algemeen bij diverse activiteiten betrokken en een klein deel van de ouders voert thuis ook ondersteunende activiteiten uit zoals het oefenen van woorden. De betrokkenheid bij deze activiteiten is mede dankzij het wekelijkse checken van de resultaten op school meer dan voldoende, maar het aanbod en het aantal ouders is te beperkt (B4). In het schoolgebouw wordt sinds vorig schooljaar het programma Opstap aangeboden. Op dit moment doen er vier ouders aan mee, een vijfde wordt verwacht. Het proactief stimuleren van ouders om deel te nemen blijkt een belangrijke factor te zijn. Bij de VVE-activiteiten zou het deelnamepercentage van de ouders van de doelgroepleerlingen minimaal 60% moeten zijn volgens de inspectienorm. Dat percentage wordt nog niet gehaald. Daarom is B5 als verbeterpunt beoordeeld. De kleuters ontvangen driemaal per jaar een rapport met daaraan gekoppeld een 10-minutenavond. De deelname van de doelgroepouders hieraan is voldoende. Daarnaast is besloten dat in elk leerjaar de kleuterjuffen weer op huisbezoek gaan. Tijdens het halen en brengen en de inloop wordt ook informatie uitgewisseld. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de thuistaal, maar het zijn er vele. Doorgaans helpen ouders elkaar met “vertalingen”, dat geldt met name voor het Turks. Bij anderen is Engels de tweede taal (B6 en B7) en kan via die taal “vertaling” plaatsvinden. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen C2.4 De leerkrachten stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Prins Willem Alexander 3 3 3 3 3 3 3 3 3
Pagina 5 van 8
C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van de leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind
3 3 3 3 3 3 3
Er wordt gewerkt met de voorlopers van de op de school gebruikte taal- en rekenmethodes, maar er worden meer materialen gebruikt. Recent is het Kleuterplein aangeschaft, en op de computers zitten programma’s als Bas gaat digitaal. Aan de hand van leerlijnen en tussendoelen taal en rekenen voor groep 1 en 2 worden rond een veertiental thema’s jaar- en dag-/weekplanningen opgesteld. Met behulp van groepsoverzichten, observaties en CITO-scores worden een paar keer per jaar differentiatieplannen (met 3 niveaus per jaargroep) en eventueel handelingsplannen geschreven. Men wil de leerlijnen nog verder aanscherpen, onder andere in verband met een zo vloeiend mogelijke overgang naar groep 3 (C1). Er is een prettig werkklimaat in de kleutergroepen, er zijn duidelijke regels en de leraren hanteren deze consequent. Leraren en leerlingen gaan respectvol met elkaar om. Via de Kanjertraining (en deels De Vreedzame School) wordt ook systematisch aandacht besteed aan de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen. De thuissituatie van kinderen is soms complex. Een programma als De Vreedzame School werkt vooral goed als er op school en thuis één lijn getrokken wordt. De school heeft dan ook terecht ingezet op een goede communicatie met de ouders, naast het kwaliteitsgericht coachen. De ouders waarmee gesproken is, zijn tevreden over de sfeer op school. Leerlingen kunnen doorgaans goed omgaan met uitgestelde aandacht (C2). Mede door de vakbekwaamheid van de leraren en de weloverwogen indeling en bezetting van de groepen zijn de differentiatiemogelijkheden in de kleutergroepen op dit moment voldoende (C3.7). Het blijft echter een precair evenwicht. Volgend jaar is er nog maar één kleutergroep die meer dan 16 leerlingen zal tellen. De zorg vindt in de klas plaats. Zeker wanneer er naast plusleerlingen ook meerdere extra-zorgleerlingen in een groep zitten, ervaren leraren de werkdruk soms als (te) groot. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren en van de aard van die zorg D2.2 De leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Prins Willem Alexander 3 3 3 3 3 3 3
Pagina 6 van 8
De school hanteert een genormeerd systeem voor het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen, een observatie-instrument en een instrument om sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen. Daarnaast wordt zo nodig de TAK-toets afgenomen. De nieuwe toetsen taal en rekenen van het CITO-leerlingvolgsysteem worden de komende periode in gebruik genomen. De school verwacht daardoor de ontwikkeling van de leerlingen scherper in beeld te kunnen brengen (D1.1). Men overweegt om bij (een deel van) de leerlingen dan ook de midden-groep-1-toets te gaan afnemen. Door het werken met groepsplannen (opbrengstgericht werken) verwacht de school dat de leraar aan alle leerlingen voldoende aandacht kan schenken en dat het aantal individuele handelingsplannen beperkt kan blijven. De differentiatieplannen die er nu liggen zijn overigens doelmatig opgesteld en voldoen doorgaans aan de eisen. Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling zouden de doelen scherper gesteld kunnen worden. Dat zal een evaluatie ook makkelijker maken. Indicator D1.3 is echter voldoende. Ook de overige aspecten van zorg en begeleiding zijn als voldoende beoordeeld. De school heeft voldoende contacten met externen (D2). Wel zou men meer VVE-contacten willen mede door het ontbreken van een buurtnetwerk. Daarnaast blijft “hoe de juiste zorg op de goede plek krijgen” een aandachtspunt. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 E2 E3 E4 E5 E6
Er is VVE-coördinatie op de vroegschool De vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE De vroegschool evalueert de resultaten van VVE De vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie VVE is onderdeel van de kwaliteit in de vroegschool
Prins Willem Alexander 2 2 2 2 2 2
De school heeft haar VVE-beleid tot nu toe geïntegreerd in het algemene onderwijsbeleid. Er is dan ook geen aparte VVE-coördinatie. Voor een aantal leerlingen is echter een specifiek VVE-beleid en/of VVE-programma nodig (E1). Bij de kwaliteitszorg wordt eveneens niet specifiek naar VVE gekeken en dat zou wel moeten (E6). Al was het alleen maar om ervoor te zorgen dat meer leerlingen een voorschool volgen en vervolgens na te kunnen gaan of een VVE-voorschool en een specifiek aanbod en aanpak (extra aandacht) voor doelgroepleerlingen in de vroegschool effect hebben gehad. Hetzelfde geldt voor het planmatig werken aan de verbetermaatregelen en de borging van de kwaliteit (E4 en E5). Voornoemde punten zijn als gewenst verbeterpunt beoordeeld omdat de specifieke VVE-aspecten niet of moeilijk traceerbaar zijn. Evaluatie van de resultaten van VVE is zo ook niet mogelijk (E3). De doelen zijn weliswaar bekend: de gemeente Soest heeft namelijk afspraken vastgelegd over de VVE-resultaten. Deze afspraken blijken echter in de praktijk niet algemeen bekend te zijn, ook niet op de Prins Willem Alexanderschool. Daarbij komt dus dat VVE-gegevens onvoldoende traceerbaar zijn (zie hierboven). F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende doelgroepkleuters hebben een voorschool bezocht F3 De basisschool wint doelmatige informatie in bij de voorschool over de instromende peuters en maakt daar aantoonbaar gebruik van
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Prins Willem Alexander 2 2 2
Pagina 7 van 8
F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
2 2 2 2
De doelgroepkleuters kunnen van de twee VVE-PSZ’en in Soest komen. Een enkele doelgroepkleuter heeft VVE-PSZ Pippeloentje bezocht, die nog het meest dichtbij ligt. Door tijdgebrek bij de PSZ en doordat de peuters vanuit de PSZ naar zo’n zevental basisscholen gaan, is van coördinatie tussen de verschillende instellingen niet of nauwelijks sprake (F1). Op dit moment heeft nog niet de helft van alle doelgroepkleuters een KDV of een PSZ bezocht en slechts een enkeling een voorschool als Pippeloentje. Indicator F2 is dan ook als verbeterpunt beoordeeld. Van warme overdracht is geen sprake, ook niet bij zorgleerlingen. Gegevens blijken op de voorschool na het vertrek van een peuter maar drie maanden bewaard te worden. Dat maakt het overleggen over de ontwikkeling van een kind als uitwisseling niet direct bij binnenkomst op de vroegschool heeft plaatsgevonden, er niet makkelijker op. Al met al is F3 als verbeterpunt beoordeeld. Binnen Soest zijn afspraken gemaakt over het te gebruiken programma (KO-Totaal) op voor- en vroegscholen. Omdat de PWA in het verleden niet als VVE-school is aangemerkt en dus ook niet de middelen heeft gekregen, is er geen sprake van een zekere methodische afstemming (F4). Die afstemming is er ook niet wat betreft het pedagogisch en didactisch handelen. Er is ook geen gemeenschappelijk ouderbeleid. De leerlingenzorg van voor- en vroegschool is niet op elkaar afgestemd (F5, F6 en F7). G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Voldoende kinderen hebben geen verlengde kleuterperiode
Prins Willem Alexander 2 3
De gemeente Soest heeft afspraken vastgelegd over de VVE-resultaten. Deze afspraken blijken echter in de praktijk niet algemeen bekend te zijn. Er wordt niet nagegaan of de afspraken gehaald zijn. Een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool ontbreekt bovendien. Afspraken over toelevering van cijfers en gegevens van de doelgroepleerlingen aan bijvoorbeeld de gemeente zijn niet gemaakt. Overzicht ontbreekt. De resultaten kunnen op dit moment niet gemeten worden conform de afspraken. G1 is dan ook een verbeterpunt en G2 kan door de inspectie niet beoordeeld worden.
4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 15706
Onderzoeksdatum: 13-12-2011
Pagina 8 van 8