Definitief Inspectierapport Dribbel, locatie De Kreek (PSZ) Meetketting 3 1689 XD ZWAAG
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden Hoorn 02-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 31-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 14
2 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen: Peuterspeelzaal Dribbel locatie de Kreek is onderdeel van Stichting Netwerk Hoorn en is gevestigd in wijkcentrum de Kreek in woonwijk Bangert-Oosterpolder. Ook basisschool Roald Dahl is in dit pand gevestigd. De peuterspeelzaal heeft 1 groepsruimte, die vast wordt gebruikt door de peuterspeelzaal. Per week komen 2 reguliere peuterspeelzaalgroepen. Elke groep biedt plaats aan maximaal 16 kinderen en komt 2 keer per week; dinsdagmiddag en donderdagochtend of maandagmiddag en woensdagochtend. De buitenspeelruimte is direct vanuit de groepsruimte bereikbaar. Inspectiehistorie: Op 18 maart 2013 vond een reguliere inspectie plaats. Aan alle getoetste voorwaarden werd voldaan. Op 14 april 2014 vond een reguliere inspectie plaats. Aan alle getoetste voorwaarden werd voldaan. De inspectie Deze inspectie was een jaarlijks onderzoek en heeft onaangekondigd plaatsgevonden. De inspectie heeft bestaan uit een (pedagogische) praktijkobservatie, gesprek met de beroepskrachten, emailcontact met de locatieverantwoordelijke en een documentenonderzoek. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op inhoud en volledigheid. Onderzocht is of in het pedagogisch beleidsplan onder andere de vier wettelijk gestelde pedagogische basisdoelen (van professor Riksen-Walraven) zijn uitgewerkt. Daarnaast is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek. Pedagogisch beleid Stichting Netwerk Hoorn beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid waarin tevens locatiespecifieke werkplannen zijn beschreven. Dit beleid is te vinden op de website van Stichting Netwerk. Er vinden binnen Netwerk Hoorn verschillende overlegvormen plaats: sectoroverleg, teamoverleg, planningsoverleg VVE, VVE overleg en pedagogisch overleg. Specifiek voor Peuterspeelzaal Dribbel locatie de Kreek: sectoroverleg en teamoverleg. Het pedagogisch beleidsplan (versie maart 2015) is geïmplementeerd op iedere peuterspeelzaal van Stichting Netwerk Beroepskrachten ontvangen de (nieuwe of herziene) werkinstructies, protocollen of ander beleid voorafgaand of tijdens de werkoverleggen. Tijdens het overleg worden vragen en opmerkingen aangaande behandeld en de nodige aanpassingen doorgevoerd. Het pedagogisch werkplan en handelen staan op de agenda van het overleg.
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en de relatie hiervan met de praktijk middels teamoverleg. Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk is het openbare ‘veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen’ (december 2014) gebruikt. Daarin staan de specifieke aspecten beschreven waarop wordt geobserveerd. Citaten uit dit observatie instrument zijn cursief weergegeven. Persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten van betrokkenheid (aandacht en concentratie) wisselen af met rondlopen of kortdurend en oppervlakkig spel. Kinderen zijn trots op wat zij hebben gedaan of gemaakt.
4 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Praktijkvoorbeeld: Bij binnenkomst werden de kinderen individueel begroet. Er was speelgoed klaargelegd, wat uitnodigend was om meteen te spelen. Nadat alle kinderen er waren, pakten 2 kinderen spontaan al de stoelen en zetten deze in de kring. De beroepskracht zette een muziekje op, wat het kringmoment inluidde. Tijdens het kringmoment stelden alle kinderen zich voor. Na het kringmoment werden de stoelen weer teruggezet en konden kinderen vrij spelen. Kinderen werden gestimuleerd om in de themahoek te spelen en de beroepskracht deed alsof zij pijn in haar knie had, zodat de kinderen haar beter konden maken. Ook werd de beer gepakt, die ook 'ziek' was. Er was een aantal kinderen om de beroepskracht heen verzameld. Een kind ontdekte een boekje over de film 'Frozen', zij vroeg de beroepskracht dit voor te lezen. Zij merkte op dat dit een moeilijk boekje was, door veel interactie over het verhaal (vragen etc.), was het toch interessant voor de kinderen. De beroepskracht bedacht daarna spontaan om een felicitatie te maken voor een meisje dat een broertje had gekregen. Het merendeel van de kinderen hielp mee. De beroepskrachten waren van plan na het drinkmoment naar buiten te gaan, maar vanwege regen werd gekozen om te gaan dansen op muziek. De kinderen hadden hier veel plezier in. Leermomenten werden benut, zo werden de kinderen uitgedaagd om na elkaar muziek te maken, hard en zacht muziek te maken, allemaal te stoppen en te ruilen van instrument, etc. Sociale competentie De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Praktijkvoorbeeld: Elk kind mocht een item uit een bak pakken die bedekt was met een theedoek, zodat kinderen de inhoud niet konden zien. Daarna werd de kinderen gevraagd of zij een liedje kenden die over dit item gaat (bijvoorbeeld papegaai, lied 'papegaaitje leef je nog'). Dit hadden de beroepskrachten zelf bedacht en alle kinderen kwamen aan bod. De kinderen deden actief mee. Bovenstaande betreft slechts enkele voorbeelden van verschillende observaties. Naar aanleiding van de praktijkobservaties is geconcludeerd dat voldoende is voorzien in het waarborgen van de vier pedagogische basisdoelen. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Pedagogische observatie 2 maart 2015) Website Pedagogisch beleidsplan (versie maart 2015) Pedagogisch werkplan
5 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Personeel en groepen Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten. Tijdens de inspectie is onder andere naar verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificaties, de inzet van beroepskrachten met betrekking tot de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio) gekeken. Verklaring omtrent het gedrag Personen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, worden door de overheid continu gescreend op functieaspecten passende bij hun functie, de zogenaamde continue screening. De toezichthouder heeft de Verklaringen Omtrent het Gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen is in bezit van een geldend VOG. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO is opgenomen. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Opvang in groepen Peuterspeelzaal Dribbel locatie de Kreek biedt opvang aan 2 reguliere groepen: groep dinsdagmiddag en donderdagochtend groep maandagmiddag en woensdagochtend Iedere groep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Elke groep heeft 2 vaste beroepskrachten. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Tijdens de peuterspeelzaalopvang zijn er altijd maximaal 16 kinderen en 2 beroepskrachten of een beroepskracht en een assistent-beroepskracht aanwezig. Op het moment van inspectie waren 12 kinderen en 2 beroepskrachten aanwezig. Op plannings- en presentielijsten is te zien dat aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Pedagogische observatie 2 maart 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (februari en maart 2015) Presentielijsten (februari en maart 2015) Personeelsrooster 6 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt. Tevens is beoordeeld of de houder overeenkomstig de wettelijke meldplicht met betrekking tot kindermishandeling handelt, de kennis hiervan bevordert en hoe de uitvoering van het vierogenprincipe zich uit in de praktijk. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De documenten die de toezichthouder nodig heeft om de veiligheid en gezondheid op het kindercentrum te beoordelen waren aanwezig op de locatie. Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het digitale programma De Risicomonitor. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 23 oktober 2014 en de risico-inventarisatie gezondheid op 23 oktober 2014. Wanneer een nieuwe inventarisatie is opgesteld, krijgen de beroepskrachten de nieuwe inventarisatie digitaal opgestuurd. Tevens staat de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid op de agenda van de teamvergadering. Tijdens teamoverleg worden herziene, nieuwe of actuele beleidsstukken doorgenomen. Tijdens inzage van de benodigde documenten heeft de toezichthouder geconstateerd dat tevens het noodplan/ontruimingsplan, verslagen van de gehouden ontruimingsoefeningen, een overzicht van BHV-ers en ingevulde ongevallenregistratieformulieren aanwezig waren. Maandelijks wordt het actieplan geactualiseerd door de aandachtsfunctionaris veiligheid en gezondheid. Tussentijdse klussen worden gemeld door de aandachtsfunctionaris veiligheid en gezondheid en uitgevoerd door een medewerker van de facilitaire dienst. Schoonmaaklijsten en controles van de hygrometer worden bijgehouden. Tijdens de inspectie was te zien dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Zo werd een kind dat een stoel verplaatste, gevraagd omwille van de veiligheid de stoel met de poten naar beneden te verplaatsen.
7 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Meldcode kindermishandeling De bij Wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. In de Wet Kinderopvang is de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs aangeduid als deskundige. Ouders, kinderen, medewerkers en houders in de kinderopvang kunnen allemaal meldingen doen en advies vragen bij de vertrouwensinspecteurs om te bepalen of aangifte aan de orde is. Medewerkers hebben bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit een meldplicht aan de houder. Bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is een houder verplicht om in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de meldcode kindermishandeling aanwezig is en of deze inhoudelijk aan de gestelde eisen voldoet. In een gesprek met de beroepskrachten is geïnformeerd naar de kennis inzake de meldcode en het te bewandelen traject in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. Stichting Netwerk Hoorn werkt met de meldcode van de Branche organisatie versie juli 2013. Binnen Stichting Netwerk Hoorn zijn meerdere personen opgeleid tot aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De beroepskrachten zijn hierover geïnformeerd. Noodzakelijke informatie aangaande de meldcode, zoals het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur, is voor de beroepskracht toegankelijk. Per e-mail zijn alle beroepskrachten op de hoogte gebracht van de wijzigingen tussen het protocol kindermishandeling en de meldcode kindermishandeling en hebben daarmee de nieuwe meldcode toegestuurd gekregen met de opdracht de meldcode te lezen. Het pedagogisch beleidsplan is hierop ook aangepast. Tijdens de sectorvergadering zijn veranderingen besproken aangaande de wijzigingen in de meldcode inclusief de rol van de vertrouwensinspecteur. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Pedagogische observatie 2 maart 2015) Risico-inventarisatie veiligheid (23 oktober 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (28 oktober 2014) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels (protocollen en werkafspraken) Meldcode kindermishandeling
8 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Ruimte en inrichting Peuterspeelzaal Dribbel locatie de Kreek is gevestigd in basisschool Roald Dahl en heeft 1 eigen groepsruimte en een eigen buitenspeelruimte vast tot zijn beschikking. In de groepsruimte is uitdagend materiaal aanwezig, gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. Binnenruimte De groepsruimte heeft een oppervlak van 69 m². De groepsruimte is ingericht met een themahoek, een huishoek, een puzzeltafel, een knutseltafel. Tevens is een kamer met bouw- en automaterialen aanwezig. De kasten zijn ingericht met uitdagend speel- en spelmateriaal, wat zich op kindhoogte bevindt. Op het moment van inspectie was het thema 'ziek en gezond', dit was terug te zien in een hoek die was ingericht als 'ziekenhuis' (een bed, dokterskoffer en verkleedkleren als dokter en zuster) en een apotheekhoek met toetsenbord en verschillende doosjes. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte heeft een oppervlak van 75 m² en is ingericht met een zandbak, een speeltoestel en los spel- en speelmateriaal. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties (Pedagogische observatie 2 maart 2015) Plattegrond
9 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
12 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Dribbel, locatie De Kreek http://www.netwerkhoorn.nl 32 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Netwerk Hoorn Achterstraat 2 1621 GH HOORN NH www.netwerkhoorn.nl 41235075
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 9276 1800 GG Alkmaar 088-0100546 Mevrouw P. Rustenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Hoorn : Postbus 603 : 1620 AR HOORN NH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor- en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
02-03-2015 10-03-2015 24-03-2015 24-03-2015 31-03-2015 31-03-2015
: 31-03-2015 : 01-04-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
14 van 14 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 02-03-2015
Dribbel, locatie De Kreek te ZWAAG