DEEL II WERFORGANISATIE EN COORDINATIE BIJ EEN PILOOTAANNEMING

Uitbreiding en verbouwing van VBS

DE BOLSTER te Neerijse

PERCEEL 6 zeilstructuur Administratieve bepalingen deel II werforganisatie & coordinatie bij een pilootaanneming

pagina1/11

Admini stratieve bepalingen DEEL II WERFORGANISATIE EN –COORDINATIE BIJ EEN PILOOTAANNEMING I. ALGEMENE BEPALINGEN A. Inleiding 1. Bij een pilootaanneming wordt er naar gestreefd om een aantal praktische aspecten van de werforganisatie en -coordinatie op een rationele manier te regelen. De diensten die de pilootaannemer hierbij verschaft zijn hierna duidelijk omschreven. Bepaalde prestaties hiervan worden via de pro rato rekening vereffend (zie III.I); andere worden financieel tussen de aannemers zelf geregeld (bv. gebruik van werfkranen). Het moet duidelijk zijn dat de pilootaannemer hierbij geacht wordt als een actieve en initiatiefnemende partij op te treden. 2. Deze tekst is een aanvulling en verdere detaillering van de algemene administratieve bepalingen, die onverminderd van kracht blijven. In het bijzonder wijzen we erop : a) dat alle daar gebruikte definities van opdrachtgever, ontwerper,.. ook hier van toepassing zijn. Bij een uitvoering met een pilootaannemer gelden volgende begrippen: (1) Pilootaannemer De pilootaannemer is de aannemer die ook belast is met de uitvoering van de werforganisatie, alsook het coordineren van de uitvoeringen van alle percelen (de studiecoordinatie wordt per perceel door de ontwerper gedaan tot aan de aanbesteding van dat perceel) ; (2) Nevenaannemer De aannemers van de overige percelen worden "nevenaannemers" genoemd. Ze hebben als opdracht het uitvoeren van de werken, begrepen in hun specifieke perceel, in perfecte coordinatie met de andere nevenaannemers en de pilootaannemer, hierbij de bepalingen van de pilootaanneming in acht nemend; (3) Aannemer Hiermee worden zowel de pilootaannemer als de nevenaannemers bedoeld ; b) dat alle hierna beschreven prestaties conform alle officiele bepalingen (o.m. het ARAB, politie- en gemeentebepalingen) moeten worden uitgevoerd. 3.

De hierna bedoelde prestaties van de aannemers omvatten alle werken (levering, montage, onderhoud en demontage) en de hieruit voortvloeiende kosten (aansluitingskosten, taksen, huurkosten,..), tenzij expliciet anders vermeld.

4.

De kosten die onderstaande bepalingen voor de nevenaannemers meebrengen moeten in de eenheidsprijzen begrepen zijn. Alleen voor de pilootaannemer zijn in de meetstaat twee aparte posten voor werfinrichting en voor werfcoordinatie voorzien. In afwijking van de algemene betalingsvoorwaarden gelden voor deze posten volgende bepalingen : a) voor de post werforganisatie : 30 % ervan is factureerbaar bij de eerste vorderingsstaat (met een maximum van 2% van de totale contractsom); de rest evenredig over de overige vorderingsstaten. b) voor de post werfcoordinatie : evenredig over de vorderingsstaten. Beide posten dienen verplicht alle kosten te omvatten die een direct gevolg zijn van onderstaande bepalingen. De kosten van de pro rato rekening die de nevenaannemers dienen bij te dragen, worden opgenomen in ‘art DEEL I - E Pilootaanneming: pro rato rekening’ onder de vorm van een te verrekenen STELPOST met vast maximumbedrag. Betaling evenredig over de vorderingsstaten, mits voorlegging van de facturen van de pilootaannemer aan de nevenaannemer. De pro rato rekening 4. Principe Als algemene regel geldt dat alle installatiekosten (dwz kosten van montage, onderhoud, keuringen, huur, demontage en verwijdering) van de in de bijlage in perceel pilootaanneming

bolster–archItecten.be

karen geurts &

anIta goossens




pagina2/11

beschreven prestaties volledig ten laste van de pilootaannemer zijn. Alle kosten voor verbruik, met uitzondering van de kosten voor verbruik van elektriciteit en water (deze zijn voor de bouwheer), tot aan de voorlopige oplevering, zowel van de voorlopige als van de definitieve aansluitingen, zijn gedeeltelijk ten laste van de onderaannemer. Hiervoor wordt in de percelen 2, 3, 4, 6, 7en 8 een te verrekenen STELPOST met vastgesteld maximumbedrag opgenomen in ‘art DEEL I - D Pilootaanneming: pro rato rekening’. Ook volgende kosten van de pro rato rekening zijn in deze STELPOST verrekend: a. de afvalcontainers, stortvergoedingen: Elke aannemer verwijdert zijn afval en werpt deze in de door de pilootaannemer voorziene vuilcontainer(s). De onkosten van de containerdienst zullen op de pro rato rekening verschijnen. De frequentie van het reinigen is zo, dat men geen andere aannemer hindert met zijn afval en dat de werf steeds een ordelijk uitzicht heeft. Eenmaal per week zal er voor het overblijvende afval inclusief het klein afval een gecoordineerde opkuis zijn, georganiseerd door de pilootaannemer waaraan elke aannemer (die in die week aanwezig was) deelneemt. Wanneer blijkt dat deze formule niet werkt, zal de pilootaannemer (of zo nodig de bouwheer) een externe firma belasten met deze wekelijkse opruiming; de kosten komen dan op de pro rato rekening.

b. eventuele bijkomende maatregelen vanwege de pilootaannemer : Indiendepilootaannemervanoordeelisdatnaastdebeschreventakenvanbeveiliging, bescherming en bewaking nog aanvullende maatregelen moeten getroffen worden in het algemeen belang van de werf, dan kunnen de kosten daartoe op de pro rato rekening ingebracht worden, mits voorafgaand akkoord van de bouwheer

c. de verrekening van schade : bij een schadegeval de veroorzaker niet bekend, dan zal de pilootaannemer er zorg voor dragen dat deze schade hersteld wordt (zelf of door een nevenaannemer). De kosten hiervoor worden als volgt geregeld: (1) in gevallen gedekt door de verzekering komen de niet-gedekte kosten op de pro rato rekening; (2) in de andere gevallen worden de kosten gedragen door de aannemer verantwoordelijk voor het beschadigde constructiedeel, behalve in gevallen waarbij de bouwheer toestemming geeft om deze kosten op de pro rato rekening te zetten.

d. alle gebruik van werfkeet en bijhorend onderhoud 1.

2.

Verdeling van de kosten 1. Het leveren en aanbrengen van de nodige tellers om een juiste pro rato rekening te kunnen opmaken is ten laste van de pilootaannemer. Bij installatie hiervan zal de pilootaannemer, in bijzijn van de bouwheer, de beginstanden optekenen. Van de vuilcontainers zal een kopie van alle afleveringsbonnen worden overhandigd. 2. Alle facturen van de energiemaatschappijen of containers die rechtstreeks aan de pilootaannemer gericht zijn, zullen door hem betaald worden. 3. Dekostenvandeproratorekeningwordendoordepilootaannemermaandelijksdoo rgefactureerd aan de nevenaannemers. Iedere aannemer (pilootaannemer en de nevenaannemers) draagt iedere maand een deel evenredig met zijn aannemingsbedrag. 4. De pilootaannemer wordt door de nevenaannemers regelmatig terugbetaald met als maximum het vaste bedrag van de stelpost (zie 1.1./4). Volgende verbruikskosten worden niet pro rato doorgerekend: 1. het energieverbruik van de bouwkranen en van andere activiteiten met groot verbruik, waarbij het verbruik volledig eigen is aan de aanneming (bv bemaling of verwarming alleen ten behoeve van de aannemer schilderwerken); 2. alle verbruikskosten rechtstreeks door de pilootaannemer gedragen. 3. Alle bijkomende prestaties die direct tussen de pilootaannemer en de nevenaannemers worden verrekend.


karen geurts &

anIta goossens




pagina3/11

5. Voor bepalingen die uitsluitend van invloed zijn op de relaties tussen de aannemers staat het de aannemers vrij om onderling af te spreken om deze bepalingen op een andere manier te regelen. Ze zullen hiervan de bouwheer informeren. 6. Voor de onderhavige opdracht, nl. De uitbreiding en verbouwing van VBS De Bolster, wordt de aannemer die perceel 1 toegewezen krijgt als pilootaannemer beschouwd; hiertoe werd een post pilootaanneming opgenomen in de meetstaat onder artikel 01.40 De andere percelen worden uitgevoerd door nevenaannemers, gecoördineerd door de pilootaannemer. B. Verplichtingen voor ALLE aannemers 1. De aannemer zal een plan van zijn volledige werfinrichting indienen bij de inschrijving. Bij het opmaken van dit plan zal hij enerzijds rekening houden met de verschillende uitvoeringsfasen en anderzijds met de verwachte noden en/of aanwezigheid van de andere aannemingen (zie ook II.B.2). 2.

In het geval dat werfverkeer de openbare weg of het voetpad zou beschadigen, zal de aannemer contact opnemen met de bevoegde overheid teneinde de herstelling uit te voeren overeenkomstig de geldende voorschriften. De veroorzakende aannemer draagt uiteraard alle herstellingskosten.

3.

De aannemer zorgt op zijn kost voor alle volgens de wetgeving vereiste beveiligingsmaatregelen (leuningen, signalisatie,..) eigen aan zijn perceel. Hij zal er doorlopend op toezien dat alle wettelijke voorschriften in acht worden genomen (zie ook II.B.3).

4.

De aannemer neemt voor zijn perceel de nodige maatregelen om zijn materialen en bouwwerken te vrijwaren van vandalisme, beschadiging of diefstal (zie ook II.B.3).

5.

Het is de verplichting van iedere nevenaannemer om de pilootaannemer te informeren (via kopies van verslagen, brieven, gewijzigde plannen,..) over alles wat diens pilootopdracht kan beïnvloeden. Van de plannen die de nevenaannemers opstellen moet de pilootaannemer minstens een overzichts- en verspreidingslijst ontvangen. Zo nodig ontvangt de pilootaannemer een gratis kopie van deze plannen.

6.

Elke aannemer verwijdert zijn afval, sorteert en werpt deze in de door de pilootaannemer voorziene vuilcontainer(s). De onkosten van de containerdienst zullen op de pro rato rekening verschijnen. De frequentie van het reinigen is zo, dat men geen andere aannemer hindert met zijn afval en dat de werf steeds een ordelijk uitzicht heeft. Eenmaal per week zal er voor het overblijvende afval inclusief het klein afval een gecoördineerde opkuis zijn, georganiseerd door de pilootaannemer waaraan elke aannemer (die in die week aanwezig was) deelneemt. Wanneer blijkt dat deze formule niet werkt, zal de pilootaannemer (of zo nodig de bouwheer) een externe firma belasten met deze wekelijkse opruiming; de kosten komen dan op de pro rato rekening.

7.

De nevenaannemer wordt geacht, binnen de bepalingen van de opdracht van de pilootaannemer, de richtlijnen van de pilootaannemer op te volgen. Wanneer evenwel de nevenaannemer vindt dat deze instructies de grenzen van zijn overeenkomst overschrijden, moet hij zulks onmiddellijk bij de bouwheer melden. Bij betwistingen tussen nevenaannemer en pilootaannemer zal de bouwheer beslissen.

II. WERFINSTALLATIE EN -ORGANISATIE TE VOORZIEN DOOR DE PILOOTAANNEMER A. Energievoorzieningen 1. De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor de aanvraag en de uitvoering van de voorlopige aansluitingen van water, elektriciteit, telefoon en riolering. 2.

De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor volgende tijdelijke waterdistributie: a. aan- en afvoer voor de sanitaire voorzieningen tot aan de keten;


karen geurts &

anIta goossens




b. c. d. e.

3.

pagina4/11

4 dubbele dienstkranen met aansluitingsmogelijkheid voor 3/4", buiten de bouwwerken; de nodige waterteller(s) (zie III.I.2.b); de nodige bescherming tegen de vorst en beschadiging. Aan- en afvoer van de sanitaire voorzieningen tot aan de containerklassen en sanitaire container school.

De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor volgende tijdelijke elektrische uitrusting: a)de aansluiting op het net, met de nodige beveiligingen, schakelaars en eventueel transformatiecabine; b) hoofdverdeelbord met (naast de rechtstreekse aansluitingen van de werfkranen) (1) 2 stopcontacten driefasig van 63 A, 380 V (2) 4 stopcontacten driefasig van 32 A, 380 V (3) 4 stopcontacten driefasig van 16 A, 380 V (4) 6 stopcontacten monofasig van 16 A, 220 V De aansluitingen zijn afgezekerd zodat de gevraagde vermogens kunnen geleverd worden. Op elk niveau(ook de kelderverdiepingen):2 werfborden afgezekerd met 32A en met elk : (1) 8 stopcontacten monofasig, 16 A, 220 V (2) 2 stopcontacten driefasig, 16 A, 380 V c) de elektrische aansluiting van de sanitaire keten; d) het ter beschikking stellen van een hoofdverdeelbord voor de elektrische aansluiting van de keten van de nevenaannemers; e) het aanbrengen van de nodige elektrische teller(s) (zie III.I.2.b); f) de aansluiting van de veiligheidsverlichting op de omheining (zie II.B.1.d) en op andere noodzakelijke plaatsen; (voorlopige verlichting op de kelderniveaus en in de traphallen) g) de verlichting van de zone voor werf- en materiaalketen; h) de elektrische aansluiting voor de 28 koppelcontainers (containerklassen.) i) de aansluiting van de afbouwlift(en). De volledige installatie dient gekeurd te worden voor ingebruikname.

4.

De pilootaannemer zorgt ervoor dat er geen overdreven en nutteloos verbruik is van energie. Hij ziet toe op het afsluiten van elektriciteit en water op het einde van iedere werkdag en op het gesloten houden van de ruimten waar voorlopig verwarmd wordt. Bij vorst neemt hij de nodige voorzieningen om bevriezing van waterleidingen, afsluitkranen en sanitair te vermijden.

5.

De pilootaannemer informeert zich over de aanwezige nutsleidingen op het bouwterrein en in de openbare gedeelten (voetpad, berm,..). Indien nodig graaft hij e! e! n of meerdere proefsleuven om de juiste plaats ervan te bepalen. Indien de inrit van de werf over deze leidingen loopt zullen de nodige maatregelen worden genomen om verzakkingen en/of beschadigingen te voorkomen.

6.

De definitieve aansluitingen op het openbare telefoon-, elektriciteits-, waterbedelings- en gasnet zijn financieel ten laste van de bouwheer. De pilootaannemer zal wel instaan voor het coördineren, organiseren en administratief begeleiden van deze aansluitingen. De bouwheer verzorgt hierbij alle hem ten laste vallende administratieve taken (zoals de aanvragen invullen en afgeven).

B. Maatregelen van toegankelijkheid, bescherming en bewaking 1. Afsluiting - toegang tot de werf a. Een werfafsluiting van min. 180 cm hoogte zal worden aangebracht. Geen enkel werk mag worden aangevat vooraleer deze is aangebracht. Indien de afsluiting bestaat uit uitneembare stalen hekken op betonblokken, zullen deze onderling worden verbonden met inbraakwerende klemmen. De afsluiting blijft behouden tot de voorlopige oplevering.


karen geurts &

anIta goossens




b.

c. d.

2.

pagina5/11

Er zal een goed afsluitbare poort als werfingang worden geplaatst. De pilootaannemer sluit elke avond de inrijpoort van de werf af met een degelijk slot. Hij vergewist zich ervan dat de omheining volledig gesloten is. Tijdens de werkuren is de pilootaannemer verantwoordelijk voor de controle op in- en uitgaande personen en goederen. De afsluiting dient 's nachts over de ganse lengte steeds en volledig verlicht te zijn met minimum een lamp van 25 watt per 5 m.

Toegangs- en circulatiewegen - werfzones a) De pilootaannemer voorziet de aanleg en het onderhoud van volgende voorlopige verhardingen:

(1) een werfweg voor zwaar verkeer, al of niet op openbaar terrein, die de toegankelijkheid verzekert (ook voor voetgangers, in alle weersomstandigheden) naar alle keten en de eigenlijke bouwplaats; (2) een zone voor alle werfketen (voor het bouwteam en alle aannemers); voor de nevenaannemers samen zal voldoende ruimte voorzien worden (minimum 200 m2); (3) een zone voor materiaalketen of opslag van goederen; voor de nevenaannemers zal voldoende ruimte voorzien worden; (minimum 100 m2) b) Indien de pilootaannemer een deel van de openbare weg wenst te bezetten, zal hij hiervoor de nodige aanvraag doen en de opgelegde huur betalen. C. Veiligheid en bewaking a) De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor alle volgens de wetgeving vereiste beveiligingsmaatregelen (leuningen, signalisatie,..) die niet toe te wijzen zijn aan een specifiek perceel. Hij neemt tevens de algemene maatregelen om de materialen en bouwwerken te vrijwaren van vandalisme, beschadiging of diefstal. b) In geval van niet-uitvoeren van de vereiste maatregelen qua veiligheid vanwege de nevenaannemers zal de pilootaannemer zelf (of nadat de bouwheer aan de pilootaannemer instructies gaf) deze maatregelen uitvoeren. De kosten van deze van ambtswege genomen maatregelen worden gedragen door de in gebreke blijvende nevenaannemer(s). c) Indien de pilootaannemer van oordeel is dat naast de beschreven taken van beveiliging, bescherming en bewaking nog aanvullende maatregelen moeten getroffen worden in het algemeen belang van de werf, dan kunnen de kosten daartoe op de pro rato rekening ingebracht worden, mits voorafgaand akkoord van de bouwheer. C.

Signalisatie op en rond de werf

1. De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor: a. alle vereiste signalisatie op de openbare weg, ook bij tijdelijk gebruik van het voetpad of langdurig lossen en laden op de openbare weg; b. het afficheren van alle berichten of mededelingen aan het publiek, overeenkomstig de wettelijke voorschriften. 2. Werfpaneel Bij de aanvang der werken stelt de aannemer een werfbord op. Het werfpaneel zal worden geplaatst zo dicht mogelijk tegen de openbare weg op een door de bouwheer goed te keuren plaats. Dit bord zal bestaan uit afzonderlijke panelen vervaardigd uit weer-en windbestendig plaatmateriaal. Het onderste paneel bevindt zich minstens 1 m boven de begane grond. Het bord bestaat uit verschillende panelen. Het bovenste paneel heeft de afmetingen 230 cm x 40 cm, de volgende meten 230 cm x 30 cm.


karen geurts &

anIta goossens




pagina6/11

Op het eerste paneel wordt de aanbestedende overheid vermeld met logo. Het tweede paneel beschrijft de aard van het werk. De volgende panelen vermelden de eventuele subsidiërende overheden met logo. Het volgende paneel vermeldt de ontwerpers. Het volgende paneel vermeldt de uitvoerende aannemer. De panelen hebben een wit voorvlak met zwarte letters en cijfers. De pilootaannemer legt een ontwerptekening betreffende dit werfpaneel ter goedkeuring voor aan de bouwheer, waarin de details van structuur en afwerking zijn aangegeven. Buiten dit paneel zullen nergens publiciteitsborden worden aangebracht. Na de voorlopige oplevering zal de pilootaannemer het bord verwijderen. D. Het installeren, uitrusten en onderhouden van de werfburelen t.b.v. het bouwteam en van de sanitaire werfinstallaties 1.

De werfburelen voor het bouwteam zullen bestaan uit de volgende elementen: a. een vergaderruimte, die plaats biedt voor minimum 6 personen; deze ruimte wordt zo! ingericht en onderhouden dat ze steeds geschikt is om er bezoek te ontvangen; b. een basiskeukenvoorziening (koffiezet, frigo, keukengerei,.. met bijhorende bevoorrading); c. De pilootaannemer stelt in de ruimte volgende zaken ter beschikking: (1) een volledig stel bestekken en goedgekeurde plannen; (2) 6 veiligheidshelmen; (3) een meetband en enkele dubbele meters; (4) een minimum-maximum thermometer. Deze zaken blijven eigendom van de pilootaannemer. d. een bijhorende aparte sanitaire ruimte. Deze ruimten zullen worden ingeplant zodanig dat zij een blok vormen.

2.

Deze ruimtes zijn voorzien van de nodige uitrusting (verwarming, kasten, tafels, burelen, stoelen,..). Het onderhoud en alle exploitatiekosten van deze ruimtes zijn voor rekening van de pilootaannemer.

3.

De pilootaannemer staat in voor het installeren en het dagelijkse onderhoud van de sanitaire installatie voor alle aannemers, en voor een wettelijke uitrusting voor eerste hulp bij ongevallen.

4.

Indien de uitvoering der werken dit vereist, zal de pilootaannemer tevens instaan voor het verplaatsen van de werfburelen van het bouwteam of de sanitaire keten.

E. Maatregelen in het kader van de werforganisatie 1. Inplanting - referentiehoogtes Vooraleer de werken aan te vangen zal de pilootaannemer de nieuwbouw inplanten, aflijnen en afbakenen. Hij dient zich hiervoor in verbinding te stellen met de bevoegde diensten; gebeurlijke tegenstrijdigheden dienen onmiddellijk te worden gemeld.

2. Verticaal transport De pilootaannemer stelt zijn bouwkra(a)n(en) inclusief de bediening (zolang ze ter plaatse zijn) ter beschikking van de nevenaannemers die hem hierom verzoeken, volgens een door hem opgestelde procedure die het gebruik van deze kranen regelt. Hij wordt hiervoor afzonderlijk door hen vergoed. 3. Voorlopige verwarming, ontvochtiging en/of dichtheid a. De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor de voorlopige afsluiting en/of de voorlopige verwarming en/of ontvochtiging van de zones waar moet ingegrepen worden ter vrijwaring van de kwaliteit of waar uitvoeringen plaatsvinden die volgens de planning niet kunnen onderbroken worden door een te lage temperatuur en/of een te grote vochtigheid. Dit geldt alleen wanneer dit tezelfdertijd voor meerdere aannemers noodzakelijk is. In de andere gevallen zorgt de desbetreffende aannemer zelf voor deze maatregelen. De gebruikte oplossing (ter goedkeuring bij de bouwheer voor te leggen) moet er naar streven het energieverbruik te minimaliseren (bv. geen directe elektrische verwarming).


karen geurts &

anIta goossens




b.

pagina7/11

De bouwheer zal zo spoedig als technisch mogelijk is de definitieve verwarmingsinstallatie in bedrijf stellen.

F. Verdeling van de kosten Ten overvloede wordt herhaald dat alle kosten voor de hierboven omschreven prestaties integraal door de pilootaannemer worden gedragen, met uitzondering van wat op de pro rato komt (zie III.I). III. COORDINATIE-OPDRACHT VAN DE PILOOTAANNEMER A. Inleiding 1. De coördinatieopdracht van de pilootaannemer heeft tot doel: a. Het vlot laten verlopen van zijn werkzaamheden en deze van de nevenaannemingen, zodat de vooropgestelde termijnen kunnen gehaald worden en onnodige kosten vermeden worden. b. Het vermijden van onnodig kap- en breekwerk, onnodig herplaatsen van reeds aangebrachte leidingen, kabels, buizen, en het voorkomen van onnodige beschadigingen die kunnen ontstaan bij onlogische volgorde van werken of vanwege laattijdige werkzaamheden. 2. In de praktijk bestaat zijn opdracht uit de taken die hierna nader zijn omschreven. 3. De aannemingen die onder de coördinatieopdracht van de pilootaannemer vallen zijn, samen met hun raming, opgenomen in bijlage. De algemene planning van alle aannemingen is opgenomen in bijlage. De verschillen tussen de bedragen van de ramingen en de eindtotalen van de nevenaannemingen kunnen geen aanleiding geven tot het wijzigen van de forfaitaire prijs voor de coördinatieopdracht. Alleen bij een ingrijpende wijziging in de opdracht van de nevenaannemer die het takenpakket van de pilootaannemer wezenlijk beïnvloedt kan een prijsaanpassing overeengekomen worden. De pilootaannemer zal een volledig uitvoeringsdossier van elke nevenaanneming ontvangen van zodra dit beschikbaar is. De coördinatieopdracht en de daaraan verbonden verantwoordelijkheid neemt een einde nadat alle opmerkingen geformuleerd bij de voorlopige oplevering van alle percelen opgelost zijn. 4. Bijkomende kosten, direct of indirect, vanwege onvoldoende of slechte coördinatie vanwege de pilootaannemer zullen te zijner laste worden gelegd. Hij kan wel de nevenaannemers hiervoor verantwoordelijk stellen als deze niet ingaan op zijn vragen, afspraken niet naleven, de nodige gegevens laattijdig verstrekken, de uitvoeringsplanning niet volgen,... De pilootaannemer dient de bouwheer schriftelijk en binnen de 3 werkdagen na het ontstaan van de moeilijkheden op de hoogte te brengen. De bouwheer zal dan de nodige stappen ondernemen om de in gebreke blijvende nevenaannemer(s) aan te manen zijn (hun) contractuele verplichtingen na te komen. B. Coördinatievergaderingen 1. De pilootaannemer zal, telkens hij daartoe wordt uitgenodigd, de ontwerpvergaderingen bijwonen voor de nevenaannemingen. 2. De pilootaannemer is verantwoordelijk voor het organiseren en leiden van wekelijkse coördinatievergaderingen, die worden bijgewoond door alle nevenaannemers. De pilootaannemer kan de ontwerper(s) van de nevenaannemingen oproepen voor deze vergaderingen indien hij dit nodig acht. Hij dient van elke coördinatievergadering zelf een uitgebreid verslag op te stellen en zorgt voor de tijdige verdeling van deze verslagen naar de nevenaannemers, de bouwheer, het studiebureau stabiliteit (van IIIde ontwerpers. Het staat deze laatsten vrij om op eigen initiatief, al of niet aangekondigd, op deze vergaderingen aanwezig te zijn. C. Planning Op basis van de algemene planning in bijlage zal de pilootaannemer instaan voor: 1. het opmaken en uitwerken van veertiendaagse gedetailleerde uitvoeringsplanningen. Hierop wordt duidelijk voor elke aanneming vermeld "waar" dient gewerkt te worden. Hij zal zich baseren op de contractuele planning en met de daarin opgegeven milestones, en op de besproken en overeengekomen korte termijn-aktiviteiten voor ieder van de aannemingen. Belangrijk hierbij is dat hij de activiteiten zodanig moet plannen dat voor iedere aanneming alle


karen geurts &

anIta goossens




2.

pagina8/11

contractuele data kunnen gerespecteerd worden. De pilootaannemer moet deze instructies schriftelijk overmaken, zodat latere vertragingen kunnen nagetrokken worden. De nevenaannemer moet hierbij de instructies van de pilootaannemer volgen. het signaleren van elke vertraging, in welk perceel dan ook, die er dreigt te ontstaan.

D. Informatie-opdracht 1. De pilootaannemer verdeelt de nodige plannen en andere gegevens vanwege de bouwheer en/of de ontwerpers, indien erom gevraagd wordt door de nevenaannemers of indien hij dit zelf nodig acht. 2.

De pilootaannemer zorgt op zijn kost voor het tijdig (doen) opstellen en het coördineren van alle uitvoeringstekeningen. Voor uitvoering worden deze ter goedkeuring voorgelegd aan de bouwheer en de ontwerper.

3.

De pilootaannemer zal alle betrokkenen op de hoogte brengen van elke wijziging in het project die de nevenaannemingen beïnvloeden, en erop toezien dat de nevenaannemers deze wijzigingen ook aanbrengen op hun uitvoeringsplannen.

4.

De pilootaannemer zal een lijst bijhouden en indien nodig verdelen van alle uitvoeringsdocumenten met vermelding van uitgave index, datum per wijziging, datum goedkeuring.

5.

De pilootaannemer ziet er op toe dat in het dagboek der werken ook het personeel en de uitgevoerde werken van de nevenaannemers worden opgenomen.

E. Coördinatie van sparingen, doorgangen,.. 1. Het gebruik van schachten en vrije ruimtes a. Vanaf de start van het uittekenen van de uitvoeringsplannen door de nevenaannemers organiseert de pilootaannemer het overleg over het benutten van de ruimte in de verlaagde plafonds, in verticale en horizontale schachten, de vrije ruimten van de lokalen of verdiepingen zonder verlaagd plafond. Om onnodig hertekenen van deze plannen te vermijden, zal de pilootaannemer, op basis van de plannen van de ontwerpers en in samenspraak met de nevenaannemers, voor de aanvang van het uittekenen van de uitvoeringsplannen principeindelingen van verlaagde plafonds en schachten afspreken en schriftelijk bevestigen. b. Indien zich tijdens de uitvoering nog problemen voordoen betreffende dubbele plaatsbenutting, onmogelijke kruisingen of plaatsgebrek zal hij de nodige partijen onmiddellijk bijeenroepen teneinde corrigerende maatregelen af te spreken. Alle kosten (direct of indirect) die hieruit ontstaan zijn voor rekening van de pilootaannemer, behoudens in de gevallen waarbij hij kan aantonen dat de hem overhandigde gegevens foutief waren. 2. Het voorzien van sparingen en openingen groter dan 20 x 20 cm of diameter groter dan 25 cm a. Onmiddellijk na zijn aanduiding zal de pilootaannemer de gegevens van alle nodige sparingen (zowel horizontaal als vertikaal, voor roosters, verlichtingsarmaturen, luidsprekers, branddetectie, vloerdozen,..) opvragen bij de ontwerpers. Hij doet dit ook bij de nevenaannemers, onmiddellijk na hun aanduiding. Hij zal al deze sparingen overmaken aan de ontwerpers om ze (indien nog mogelijk) aan te brengen op de betonplannen. Hij dient de documenten, waarin de nevenaannemers de sparingen aanduiden, te bewaren en te dateren bij ontvangst om latere discussies te vermijden. b. De pilootaannemer zal eventuele wijzigingen van sparingen of bijkomende sparingen die tijdens de uitvoering worden gevraagd, overmaken aan de ontwerpers en de nevenaannemers. c. Voor het aanbrengen van de openingen en/of uitsparingen in verlaagde plafonds, vloeren, wanden,.. ziet de pilootaannemer erop toe dat dit steeds gebeurt door de aannemer van het constructiedeel dat moet doorboord worden, op aanwijzing van de aannemer die een doorboring vraagt. De kosten hiervoor worden direct tussen de aannemers verrekend (in de delen 3/5 van het bestek vermelden voor elk perceel ofwel de sparingen opgenomen in de meetstaat, ofwel dat deze openingen in de eenheidsprijzen zijn te verwerken). d. Indien de technieken door de dakbedekking moeten gaan zal de pilootaannemer deze aannemers tijdig oproepen om hun dakdoorvoeren te plaatsen (indien niet begrepen in de


karen geurts &

anIta goossens




pagina9/11

aanneming van de pilootaannemer) of de plaats ervan aan te duiden (indien wel hierin begrepen) zodat de dakwerken in een fase kunnen uitgevoerd worden. De pilootaannemer blijft verantwoordelijk voor de garantie op de waterdichtheid van de dakbedekking. 3. Het voorzien van sparingen en openingen kleiner dan 20 x 20 cm of diameter kleiner dan 25 cm Voor deze openingen wordt aangenomen dat ze niet gespaard worden, maar ter plaatse worden uitgevoerd op het bestaande bouwdeel. Ook voor deze doorboringen ziet de pilootaannemer erop toe dat dit steeds gebeurt door de aannemer van het constructiedeel dat moet doorboord worden, op aanwijzing van de aannemer die een doorboring vraagt. De kosten hiervoor worden direct tussen de aannemers verrekend. 4.

Het dichten van openingen a. De pilootaannemer coördineert het tijdstip voor het dichten van openingen en voor het dichtleggen van verlaagde plafonds, verhoogde vloeren, kokers, schachten,.. b. Alvorens een verlaagd plafond of verhoogde vloer toe te leggen of schachten af te sluiten zal de pilootaannemer een rondgang in de betrokken lokalen maken samen met de ontwerpers om na te gaan of alle sparingen of spleten rond buizen, kanalen, leidingen, brandkleppen,.. op een afdoende manier werden gedicht. De pilootaannemer zal, indien er nog onvolkomenheden worden vastgesteld, de betrokken nevenaannemers oproepen, om deze weg te werken. Daarna dient opnieuw een rondgang met de ontwerpers uitgevoerd. c. Voor het afdichten van de openingen en/of uitsparingen ziet de pilootaannemer erop toe dat dit steeds gebeurt door de aannemer van het constructiedeel dat moet gedicht worden, op aanwijzing van de aannemer die een sparing gebruikt. De afdichting moet aan alle opgelegde eisen qua brandveiligheid voldoen. De kosten hiervoor worden direct tussen de aannemers verrekend, en moeten dus voorzien zijn in de eenheidsprijzen van de aannemer(s) die die openingen gebruikt(en). d. Voor het afdichten van de openingen en/of uitsparingen andere dan in bestaande constructiedelen (bv. het ter plaatse van de vloerplaat horizontaal dichten en afwerken van een verticale schacht) ziet de pilootaannemer erop toe dat dit steeds geregeld wordt door de aannemer(s) die die sparing gebruikt(en). De afdichting moet aan alle opgelegde eisen qua brandveiligheid voldoen. De kosten hiervoor worden direct tussen die aannemer(s) verrekend, en moeten dus voorzien zijn in de eenheidsprijzen van de aannemer(s) die die openingen gebruikt(en). e. Openingen die uiteindelijk door niemand gebruikt worden zullen worden gedicht door de pilootaannemer op zijn kosten.

F. Regeling van schade 1.

Bij het vaststellen van schade aan de bouwwerken op de werf geldt volgende regeling: a. Is de veroorzakende aannemer bekend, dan zal deze onmiddellijk door de pilootaannemer worden aangemaand om alle schade volledig te laten herstellen door de aannemer van het beschadigde deel, op kosten van de veroorzakende aannemer. De pilootaannemer zal zelf van ambtswege alle maatregelen nemen in het geval dat de betreffende nevenaannemer in gebreke blijft, op kosten van deze nevenaannemer. b. Is bij een schadegeval de veroorzaker niet bekend, dan zal de pilootaannemer er zorg voor dragen dat deze schade hersteld wordt (zelf of door een nevenaannemer). De kosten hiervoor worden als volgt geregeld : (1) in gevallen gedekt door de verzekering komen de niet-gedekte kosten op de pro rato rekening; (2) in de andere gevallen worden de kosten gedragen door de aannemer verantwoordelijk voor het beschadigde constructiedeel, behalve in gevallen waarbij de bouwheer toestemming geeft om deze kosten op de pro rato rekening te zetten.

2.

In het kader van de algemene A.B.R.-polis door de aannemer afgesloten zal de aannemer onverwijld elk feit signaleren dat van invloed kan zijn op de dekking van deze polis, conform de voorwaarden. Hij ziet er tevens op toe dat alle nevenaannemers de hen in die polis opgelegde verplichtingen nakomen.


karen geurts &

anIta goossens




pagina10/11

G. Andere te coördineren werken De pilootaannemer zal ook volgende activiteiten coördineren en/of (op vraag van de nevenaannemers) uitvoeren: 1. het leggen van chape, en het bepleisteren en betegelen van wanden. Alle in te werken leidingen, vloerkanalen, buizen,.. moeten zijn aangebracht alvorens deze werken aan te vatten in de betrokken lokalen; 2. het plaatsen van leidingen, verankeringen,.. in betonwanden, vloerplaten,.. op vraag van de nevenaannemers; 3. het binnenbrengen van omvangrijke of zware stukken van de nevenaannemingen, wanneer zulks moet gebeuren vooraleer de bovenliggende vloerplaat aan te brengen; 4. het plaatsen van zware stukken op de dakconstructie of in de technische lokalen; 5. het plaatsen van de nodige sokkels op aanvraag van de nevenaannemers. De juiste gegevens zullen door de nevenaannemers worden verstrekt. Alle kosten voor een uitvoering door de pilootaannemer op directe vraag van een nevenaannemer zullen rechtstreeks tussen de aannemers afgerekend worden. H. Coördinatie van de werfinrichting 1.

2.

3.

De pilootaannemer coördineert de werfinrichting van de nevenaannemers, zoals de plaats van de werf- en materiaalketen en het stockeren van materiaal langs en in het gebouw. Hij organiseert en coördineert de wekelijkse werfopkuis, alsook de algemene opkuis voorafgaand aan de voorlopige opleveringen. De pilootaannemer zal zelf van ambtswege alle maatregelen nemen in het geval dat de betreffende nevenaannemer in gebreke blijft, op kosten van deze nevenaannemer (zie ook I.B.6) De pilootaannemer is als enige verantwoordelijk voor het openen en afsluiten van de werf en voor de toegangscontrole op iedereen die de werf wenst te betreden.

II. De pro rato rekening 1. Principe Als algemene regel geldt dat alle installatiekosten (d.w.z. kosten van montage, onderhoud, keuringen, huur, demontage en verwijdering) van de in deze bijlage beschreven prestaties volledig ten laste van de pilootaannemer zijn. Alle kosten voor verbruik tot aan de voorlopige oplevering, zowel van de voorlopige als van de definitieve aansluitingen, zijn volgens een hierna vermelde verdeelsleutel ten laste van alle aannemers. Hiervoor wordt in de percelen 2,3,4,5,6,7& 8 een te verrekenen stelpost met vastgelegd maximumbedrag opgenomen als artikel pilootaanneming: pro rato rekening. Verder zijn ook volgende kosten van de pro rato rekening vervat in deze stelpost: a. de afvalcontainers, stortvergoedingen en de eventuele externe kuisfirma (zie I.B.6). b. eventuele bijkomende maatregelen vanwege de pilootaannemer (zie II.B.3.c); c. het verbruik van de voorlopige verwarming (zie II.E.3.c); d. de verrekening van schade (zie III.F.1.b); e. alle gebruik van werfkeet en bijhorend onderhoud. 2. Verdeling van de kosten a. Het leveren en aanbrengen van de nodige tellers om een juiste pro rato rekening te kunnen opmaken is ten laste van de pilootaannemer. Bij installatie hiervan zal de pilootaannemer, in bijzijn van de bouwheer, de beginstanden optekenen. Van de vuilcontainers zal een kopie van alle afleveringsbonnen worden overhandigd. b. Alle facturen van de energiemaatschappijen of containers zullen rechtstreeks aan de pilootaannemer gericht en door hem betaald worden. c. De kosten van de pro rato rekening worden door de pilootaannemer maandelijks doorgefactureerd aan de nevenaannemers. Iedere aannemer (pilootaannemer en de nevenaannemers) draagt iedere maand een deel evenredig met zijn aannemingsbedrag (in de aanvangsfase worden voor de nog niet toegewezen percelen de ramingen gehanteerd). Het betekent dus dat de pilootaannemer in den


karen geurts &

anIta goossens




d.

pagina11/11

beginne zal moeten voorfinancieren, maar dat uiteindelijk de totaliteit van de pro rato rekening tussen alle aannemers zal verdeeld worden evenredig met hun totale aannemingssom. De pilootaannemer wordt door de nevenaannemers regelmatig terugbetaald met als maximum het vaste bedrag van de stelpost

3. Volgende verbruikskosten worden niet pro rato doorgerekend: a) het energieverbruik van de bouwkranen en van andere aktiviteiten met groot verbruik, waarbij het verbruik volledig eigen is aan de aanneming (bv. bemaling of verwarming alleen ten behoeve van de aannemer schilderwerken); b) alle verbruikskosten rechtstreeks door de pilootaannemer te dragen, zoals bepaald in II.D. c) alle prestaties die direct tussen de pilootaannemer en de nevenaannemers worden verrekend. J. Uitsluitingen Volgende taken behoren niet tot het takenpakket of de bevoegdheden van de pilootaannemer: 1. de controle op de betalingsaanvragen en/of vorderingsstaten; 2. de kwaliteitscontrole op de prestaties van de nevenaannemers; 3. het aangaan van engagementen die direct of indirect kunnen leiden tot financiële verplichtingen voor rekening van de bouwheer. K. nevenaannemingen Volgende nevenaannemingen vallen onder de opdracht van de pilootaanneming: • perceel 2: sanitaire uitrusting en brandbestrijding (studie door Botec) • perceel 3: cv & ventilatie (studie door Botec) • perceel 4: elektrotechnische uitrusting (studie door Botec) • perceel 5: lift (studie door Botec) • perceel 6: zeilstructuur (studie door Sarus) • perceel 7: eerste uitrusting (studie door Bolster-architecten) • perceel 8: buitenaanleg (studie door Bolster-architecten)


karen geurts &

anIta goossens

DEEL II WERFORGANISATIE EN COORDINATIE BIJ EEN PILOOTAANNEMING

Recommend Documents