“Stof tot nadenken" – oktober 2002
Deel D: Maastricht krijgt lucht!
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING.......................................................................................................................... 2
2.
MAATREGELEN IN MAASTRICHT................................................................................ 3
3
EFFECTIVITEIT VERKEERSMAATREGELEN............................................................ 6
GERAADPLEEGDE LITERATUUR............................................................................................. 7
1
“Stof tot nadenken" – oktober 2002
Maastricht krijgt lucht! 1.
Inleiding
In Maastricht, net zoals in vele andere gemeenten in Limburg en Nederland, is de luchtkwaliteit op verschillende plekken onvoldoende. De gemeente Maastricht maakt in haar rapportage over 2001 duidelijk dat langs een aantal drukke verkeerswegen in de stad hoge concentraties aan fijn stof en ook stikstofdioxide worden verwacht. Op deze plaatsen worden normen overschreden of zullen worden overschreden in de nabije toekomst. Wat betreft fijn stof blijkt dat het verkeer voor 43% verantwoordelijk is voor de totale uitstoot van fijn stof in Nederland. Dan volgt de industrie met 31% en de huishoudens met houtkachels met 12%. Om de achtergrondconcentratie van fijn stof te verminderen zullen naast maatregelen gericht op het verkeer ook de industriële bronnen en de houtkachels aangepakt moeten worden. Hierbij is het van groot belang dat zowel in Nederland als in de omringende landen de emissies van deze doelgroepen worden gereduceerd. Want alleen dan zal ook de achtergrondconcentratie van fijn stof verminderen. Zoals uit de inventarisatie van de gegevens over Maastricht blijkt, levert op lokaal niveau met name het verkeer een belangrijke bijdrage aan de slechte luchtkwaliteit in Maastricht. Er is voor fijn stof sprake van een hoge achtergrondconcentratie. Dat geldt voor een groot deel van Nederland. Maar in drukke straten kan het verkeer de luchtkwaliteit wat betreft fijn stof en ook andere stoffen nog eens extra verslechteren. Maatregelen gericht op het verminderen van de negatieve effecten van het verkeer vragen daarom de meeste aandacht. Verkeersmaatregelen dienen vaak meerdere doelen tegelijk: betere luchtkwaliteit, minder geluidsoverlast, betere bereikbaarheid, minder verkeersongevallen. Dus werken aan minder overlast door het verkeer is ook werken aan een betere leefomgeving! De gemeente Maastricht heeft een belangrijke taak in het waarborgen van een fijne en gezonde leefomgeving voor haar inwoners. Een goede luchtkwaliteit is hiervan een essentieel onderdeel. De gemeente heeft invloed op de luchtkwaliteit in haar gemeente. Echter het is niet alleen een zaak van de gemeente Maastricht. Ook de provincie Limburg, het Rijk en Europa kunnen en moeten maatregelen uitvoeren die de luchtkwaliteit verbeteren en in het geval van fijn stof de hoge achtergrondconcentraties verlagen. Op alle niveaus is actie mogelijk en ook noodzakelijk. Deel C van dit rapport geeft een uitvoerige beschrijving van noodzakelijke maatregelen op de verschillende overheidsniveaus. Een gemeente kan op verschillende manieren een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van de luchtkwaliteit in straten en wijken. Een structurele aanpak van het probleem vergt echter een lange-termijn-denken en consequente prioritering, met name in financieel opzicht.
2
“Stof tot nadenken" – oktober 2002
2.
Maatregelen in Maastricht
De Milieufederatie Limburg is van mening dat de volgende maatregelen goede mogelijkheden bieden voor de gemeente om een bijdrage te leveren aan een verbetering van de luchtkwaliteit in Maastricht betreffende het verkeer. 1) Vermindering van automobiliteit in de stad. Het autogebruik in de stad kan op verschillende manieren worden verminderd: ! Optimale fietsvoorzieningen De fiets wordt vaak gebruikt (maar nog niet vaak genoeg) bij korte ritten en is tegelijkertijd een onmisbare schakel als voor- en natransport bij openbaar vervoer. Een ambitieus fietsbeleid op gemeentelijke en regionale schaal draagt enorm bij aan bereikbaarheid en vermindering van milieuoverlast. Zorg voor een goed fietsnetwerk; met zogenaamde snelle flitsroutes met weinig stoplichten. Bij stimulering van het fietsverkeer behoren ook voldoende en goede fietsenstallingen. ! Verbetering openbaar vervoer Openbaar vervoer dat snel, frequent en goedkoop is komt de leefbaarheid, de bereikbaarheid en de veiligheid van de regio ten goede. Een lightrailverbinding tussen de MHAL-steden (Maastricht, Hasselt, Aken, Luik) en tussen het centraal station, Belvedère en binnenstad zou hier onderdeel van moeten uitmaken. ! Duurzaam parkeerbeleid & autoluwe binnenstad Ontmoedig parkeren in de binnenstad, door minder parkeervoorzieningen aan te bieden in de stad en hoge parkeertarieven toe te passen. Het parkeren aan de rand van de stad moet worden aangemoedigd. Goede P+R-voorzieningen ('Park'en 'Ride') aan de rand van de stad zorgt voor minder verkeer in de stad. Koppel deze voorzieningen aan snel openbaar vervoer en goede fiets(verhuur)voorzieningen. ! Bundelen van ‘stromen’: Vaak zitten er maar 1 of 2 personen in een auto. In het woon-werkverkeer is het gemiddelde zelfs 1,2 persoon. Vang deze mensen op aan de rand van de stad (bijvoorbeeld nabij de Geusselt) en zorg voor goede en veilige parkeervoorzieningen (parkeergarage). Vervolgens worden deze mensen met snelle schone busjes op verschillende plaatsen in de stad afgezet. Vervoer over de Maas behoort ook tot de mogelijkheden. Ook voor goederen kunnen de stromen worden gebundeld. Via een systeem van stadsdistributie worden vrachtauto’s met voorraden voor winkels opgevangen aan de rand van de stad, waarbij de spullen worden overgeladen in kleine schone busjes die vervolgens de winkels bevoorraden. Op deze manier worden stromen gebundeld en ontstaat er minder congestie in de stad. Dit komt niet alleen ten goede aan de luchtkwaliteit, ook is er minder verkeerslawaai, energieverbruik en zal de veiligheid verbeteren. ! Vervoersmanagement Via de vergunningverlening kan de gemeente bedrijven stimuleren en/of verplichten vervoersmanagement plannen op te stellen. Uit onderzoek is gebleken dat bij bedrijven of bedrijfsterreinen met goed vervoersmanagement het aantal autokilometeres met 5 tot 15% kan worden gereduceerd.
3
“Stof tot nadenken" – oktober 2002
2) Voertuigtechnische maatregelen De gemeente kan ook verschillende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk schonere voertuigen rijden in Maastricht. Zo heeft de gemeente de mogelijkheid om, middels de concessieverlening openbaar vervoer, stadsbussen te stimuleren of verplichten LPG, CNG (aardgas) of roetfilters toe te passen. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanbesteding van de concessie in een bepaald gebied. In het programma van eisen kan de inzet van bijvoorbeeld een roetfilter als voorwaarde worden opgenomen. Voorts kan de gemeente met bedrijven die winkels bevoorraden afspraken maken over een schoner wagenpark. Tot slot kan de gemeente ook via haar eigen wagenpark het goede voorbeeld geven. Hybride-auto's behoren tot de mogelijkheden. 3) Landschapselementen zuiveren de lucht! Planten hebben de eigenschap effectief gasvormige en deeltjesvormige luchtverontreiniging via de bladeren op te nemen. De mate van effectiviteit verschilt tussen planten en is naast de hoeveelheid blad ook afhankelijk van de aard van de luchtverontreinigende stoffen. Uit onderzoek van 'Plant Research International' in Wageningen blijkt dat naaldbomen relatief veel fijn stof en vluchtige organische verbindingen opnemen, terwijl loofbomen met brede bladeren vooral gasvormige verontreinigingen als NOx en ozon absorberen. Plant Research International heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam in een onderzoek aangetoond dat landschapelementen zoals windsingels en hagen de luchtkwaliteit rond wegen aantoonbaar kunnen verbeteren. De beschikbare metingen laten zien dat landschapselementen concentraties van verkeersgerelateerde luchtverontreiniging globaal met 10 tot 30% kunnen verlagen. Dit geldt zowel voor NOx als voor fijn stof. De soms extreme groeiomstandigheden hoeven geen beletsel te vormen voor de eventuele aanleg van landschapselementen. De belangrijkste beperkende factoren zijn te veel of te weinig water en te weinig stikstof. Landschapselementen verbeteren de luchtkwaliteit rond verkeerswegen. Voorgesteld wordt om ook in Maastricht te (laten) onderzoeken welke mogelijkheden landschapselementen bieden, om de luchtkwaliteit langs drukke wegen in Maastricht te verbeteren. 4) Ondertunneling A2 De Milieufederatie Limburg vindt ook dat de A2 in Maastricht een belangrijk knelpunt is voor de verkeersdoorstroming, bereikbaarheid en luchtkwaliteit. Ondertunneling van de A2 kan de leefomgevingskwaliteit om en nabij de A2 zeker verbeteren. Echter, het lost het probleem van de luchtkwaliteit in Maastricht slechts ten dele op. Er zijn meer drukke verkeerswegen in Maastricht waarbij de luchtkwaliteit een probleem is. Met name voor fijn stof en stikstofdioxide. De tunnel zorgt er niet voor dat er minder autokilometers in de stad worden afgelegd. De verwachting is dat het aantal autokilometers in de toekomst alleen nog maar zal toenemen. Doordat de tunnel niet echt bijdraagt aan vermindering van de automobiliteit in de stad, verwacht de Milieufederatie Limburg ook niet dat alle knelpunten voor de luchtkwaliteit in Maastricht met ondertunneling van de A2 zullen worden opgelost. Aanvullende maatregelen zijn noodzakelijk en dienen tegelijkertijd met de planvorming rondom de ondertunneling van de A2 te worden uitgewerkt.
4
“Stof tot nadenken" – oktober 2002
Rol burgers Naast de overheden spelen ook burgers c.q. consumenten een heel belangrijke rol. ‘Het’ verkeer dat zijn we met z’n allen. Het blijkt dat het aantal autoritten korter dan 2,5 kilometer (een afstand die met de fiets in 10 minuten is af te leggen) nog altijd 1,2 miljard bedraagt! Een aantal dat nog steeds groeit. Helaas zorgen deze korte autoritten ook voor ongemak. Relatief veel luchtverontreiniging wordt veroorzaakt bij een koude autostart, doordat de katalysator nog niet op temperatuur is. Door de vele korte autoritten slibben binnensteden dicht. Emissies van open haarden en allesbranders zijn na het autoverkeer de voornaamste bron van fijn stof van de doelgroep consumenten. Met technische eisen aan nieuw te installeren open haarden en nieuwe kachels (door Europa en het Rijk) kunnen de emissies van fijn stof worden teruggedrongen. Maar ook door verstandig stookgedrag kan de consument de emissies van fijn stof en andere milieugevaarlijke stoffen verminderen. Het gebruik van schoon en goed gedroogd hout is hierbij van groot belang. Meten is weten De gegevens over de luchtkwaliteit in Maastricht zijn voor het grootse deel gebaseerd op berekeningen met rekenmodellen. Of de berekende concentraties ook daadwerkelijk voorkomen in Maastricht is onzeker. De werkelijke concentraties kunnen lager zijn maar ook hoger. Metingen kunnen hierover duidelijkheid verschaffen. Een goed opgezet meetnet, met voldoende en op de juiste locatie gesitueerde meetpunten, kan veel informatie opleveren. Informatie die noodzakelijk is om in de ruimtelijke ordening rekening te kunnen houden met de heersende luchtkwaliteit. En informatie die nodig is na te gaan of de uitgevoerde maatregelen en het ingezette beleid ook daadwerkelijk effect sorteren.
5
“Stof tot nadenken" – oktober 2002
3
Effectiviteit verkeersmaatregelen
Het ECN heeft in 2001 een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van verkeersmaatregelen op de fijn stof concentraties in een stad. Er is een inventarisatie gemaakt van maatregelen en instrumenten ter voorkoming en oplossing van stedelijke luchtkwaliteitknelpunten door het verkeer. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke maatregelen een gemeente onder andere kan treffen en wat het effect hiervan is op de luchtkwaliteit wat betreft fijn stof. Tabel 1: effectiviteit verkeersmaatregelen genomen door een gemeente. Verkeersmaatregel
Alle stadsbussen op LPG Roetfilters op alles stadsbussen Alle stadsbussen op CNG (aardgas)
Verbetering doorstroming verkeer Bundelen goederenstromen in de stad Vrachtwagens op LPG in de stad
Effect op PM10 immissie in stadsstraten t.o.v. de referentiesituatie (%) -2,2 -2,1 -2,2
-0,8 -0,4 -1,1
Bron: Groot, A., ECN 2001. N.B.: Vanwege de aard van de verschillende maatregelen is het niet zonder meer mogelijk om de effecten bij elkaar op te tellen.
Uit deze tabel blijkt dat met name het schoner maken van stadsbussen een positief effect zal hebben op de fijn stof-immissie. Echter ook het bundelen van goederenstromen in de stad leidt tot verbetering van de luchtkwaliteit wat betreft fijn stof. Het lijken slechts kleine verbeteringen, maar zoals in deel B van dit rapport ook al wordt aangegeven levert iedere µg/m3 minder fijn stof in de lucht al een behoorlijke winst op voor de gezondheid. Een verlaging van de fijn stofconcentratie in Maastricht met 5 µg/m3 betekent dat naar schatting kinderen in Maastricht gemiddeld 5000 dagen minder last hebben van luchtwegklachten!
6
“Stof tot nadenken" – oktober 2002
Geraadpleegde literatuur
1
Natuur en Milieufederatie Utrecht, juni 2002. Actieprogramma Duurzame Bereikbaarheid regio Utrecht.
2
A.T.J. Groot, januari 2001. Het Nederlandse fijn stof beleid en de effecten van verkeersmaatregelen. Petten: Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN).
3
Optiedocument stedelijke luchtkwaliteit. Centrum voor energiebesparing en schone technologie, februari 2000.
4
A.E.G. Tonneijck, M. Blom-Zandstra, januari 2002. Landschapselementen ter verbetering van de luchtkwaliteit rond de Ruit van Rotterdam: een haalbaarheidsstudie. Wageningen: Plant Research International B.V.
7