Herschepping 2.0
DEEL 5. Nieuw leven Je wordt christen door bekering en wedergeboorte. Beide gebeurtenissen vormen de eerste fase van Gods omvangrijke herscheppingsplan voor de mens. Daarna volgt een levenslange periode van geloofsgroei waarmee God de mens wil laten ontwikkelen tot de persoon die Hij van hem wil maken. Daarbij speelt de Heilige Geest een belangrijke rol, die ook bijzondere gaven wil geven aan Gods kinderen.
Hoofdstuk 5.1. Bekering Bekering tot God door geloof in Jezus is de aanzet tot innerlijke verandering van de mens onder de regie van de Heilige Geest. Vier belangrijke aspecten van bekering worden besproken. Bekering is praktisch altijd een proces, dat wordt afgesloten met een geloofskeuze om Jezus te volgen. Bekering is de noodzakelijke voorwaarde voor wedergeboorte door de Heilige Geest.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte Wedergeboorte is de innerlijke verandering van de mens die God doet plaatsvinden nadat hij zich tot Hem bekeerd heeft. Het is de grootste omwenteling in een mensenleven, een duidelijk merkbare gebeurtenis voor jezelf en voor anderen. Vier aspecten van de wedergeboorte worden besproken: rechtvaardigmaking, verzoening, verlossing en levendmaking. Het geeft ook zekerheid over eeuwig leven.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei Geloofsgroei is even noodzakelijk en normaal voor een gelovige als lichamelijke groei bij het opgroeien tot volwassenheid. Vanuit een aantal gezichtspunten wordt in het kort uiteengezet wat geloofsgroei inhoudt. De details worden verder uitgewerkt in de volgende vier delen van 'Herschepping'.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest De Heilige Geest is Gods belangrijkste geschenk aan nieuwtestamentische gelovigen. Belangrijke thema's zijn: inwoning van de Heilige Geest, vervulling met de Heilige Geest en het werk van de Heilige Geest.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven De Heilige Geest geeft bijzondere gaven aan gelovigen om die te gebruiken in de dienst van God. Veel van deze gaven zijn bedoeld voor geestelijke opbouw van de plaatselijke gemeente.
Deel 5. Nieuw leven - 1 -
Herschepping 2.0
Deel 5. Nieuw leven - 2 -
Herschepping 2.0
5.1. Bekering Bekering tot God door geloof in Jezus is de aanzet tot innerlijke verandering van de mens onder de regie van de Heilige Geest. Vier belangrijke aspecten van bekering worden besproken. Bekering is praktisch altijd een proces, dat wordt afgesloten met een geloofskeuze om Jezus te volgen. Bekering is de noodzakelijke voorwaarde voor wedergeboorte door de Heilige Geest. 5.1.1. Wat is bekering? 5.1.2. Geloof van thuis meegekregen? 5.1.3. Complete bekering 5.1.4. Bekering en verstand 5.1.5. Bekering en gevoel 5.1.6. Bekering en wil 5.1.7. Bekering en gedrag 5.1.8. Geloof tot bekering 5.1.9. Openbaring en ontdekking 5.1.10. Iedere bekering is uniek 5.1.11. Radicale bekering 5.1.12. Bekering van Israël 5.1.13. Uitverkiezing
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 1 -
Herschepping 2.0
5.1.1. Wat is bekering? Bekering = ommekeer
Bekering is een belangrijke koerswijziging in je leven. We kennen allemaal het verkeersbord dat we tegenkomen bij afritten van autosnelwegen. Het is bedoeld om te voorkomen dat mensen tegen de verkeersstroom in gaan rijden en de afrit als oprit voor de snelweg gaan gebruiken. Zoiets is natuurlijk levensgevaarlijk en als je dat bord negeert heb je een grote kans op een frontale botsing met een auto die normaal gebruik maakt van de afrit. Nogmaals: je riskeert je leven als je het bord negeert! Onbekeerde mensen bewandelen vaak zonder het te weten een levensweg die tot de dood leidt. Bekering betekent dat je ervoor kiest om niet langer op die levensgevaarlijke verder te lopen, maar dat je je omkeert om in tegenovergestelde richting te lopen: op de weg naar het leven. Natuurlijk hebben we het hier over de belangrijkste beslissing die een mens kan nemen, een zaak van leven of dood. Letterlijk!
Bekering tot God
Er wordt wel eens gesproken over zich bekeren tot het christelijke geloof, maar het hoort een bekering tot GOD te zijn. Dat is een groot verschil. Het christelijke leven is namelijk geen geloofsovertuiging, maar een leven in directe verbondenheid met God. Het geloof in Jezus neemt daarbij een centrale plaats in. "... zich te bekeren tot God en te geloven in Jezus, onze Heer." (Handelingen 20:21, NBV2004) Weet je wat de eerste boodschap was waarmee Jezus zijn prediking op aarde begon? Het is altijd de moeite waard om bij het lezen in de Bijbel goed op te letten wat God bij een eerste of laatste gelegenheid doet. Zoiets heeft altijd een speciale betekenis. "Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen." (Matteüs 4:17, HSV2010) Deze boodschap was niet gericht aan heidenen, maar aan gelovige joden. De oproep tot bekering kan ook anders klinken: "Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven." (Matteüs 11:28, HSV2010 "Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem gebruiken en hij met Mij." (Openbaring 3:20, HSV2010) Zodra iemand zich tot God heeft bekeerd ontvangt hij een nieuw soort leven in zijn hart, en die gebeurtenis noemt de Bijbel ' wedergeboorte'. We hebben het dan over de belangrijkste ontdekking en de meest ingrijpende verandering in een mensenleven. En dat speelt zich allemaal af in het hart, het diepste van de mens. Bekering is dus iets wat mensen moeten doen. Jezus zei immers tegen de mensen: "Bekeer u". Deze keuze is een reactie op wat God doet in het mensenhart: het laten doorbreken van de kernboodschap van de Bijbel tot het diepste van het hart. Ook na de bekering vinden er (als het goed is) levensveranderingen plaats, maar daarvoor gebruiken we liever termen als geloofsgroei en geestelijke vernieuwing, terwijl sommigen daarvoor ook wel de term 'doorgaande bekering' gebruiken.
Bekering is voorwaarde tot wedergeboorte
Bekering is een noodzakelijke voorwaarde tot wedergeboorte. We zouden het hele proces kunnen illustreren met het ontstaan van een korenhalm: 1. Het zaad van Gods evangelie wordt in het hart van de mens gezaaid door de Heilige Geest. 2. De mens neemt het evangelie aan zoals de bodem een zaadje in zich opneemt, waardoor het kan ontkiemen. Hoofdstuk 5.1. Bekering - 2 -
Herschepping 2.0
Pas hierna wordt de korenhalm 'geboren' en begint het leven als volwaardige plant. De evangelist Johannes heeft de relatie tussen het aannemen van Jezus (=bekering) en wedergeboorte zo verwoord: "Maar allen, die Hem (=Jezus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn naam geloven; die ... uit God geboren zijn." (Johannes 1:12-13, HSV2010)
Uitnodiging of bevel?
Als het evangelie aan onbekeerde mensen wordt uitgelegd, wordt vaak de volgende tekst aangehaald: "Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand naar mijn stem hoort, en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken en hij met Mij." (Openbaring 3:20, HSV2010) Daar wordt soms bij verteld dat Jezus zo vriendelijk en geduldig staat te kloppen en te wachten tot je eindelijk zo goed wilt zijn de deur te openen. Hij wil je zo graag gelukkig maken. Dat wil je toch wel? Open daarom je hart voor Jezus dan zal Hij jou ook blij maken. Als het zó gebracht wordt, gaan we aan één belangrijk ding voorbij: Jezus is niet de eerste de beste verkoper die je smeekt om zijn diensten aan te nemen. Voorlopig is Hij de SCHEPPER en de KONING die RECHT heeft op je leven. God is geen despoot die jou in zijn macht wil krijgen om je te onderdrukken, maar wel de enige aanbieder van het LEVEN. Daarom vind je in de Bijbel vaak teksten met een opdracht of dringende aansporing tot bekering, eenvoudigweg omdat er geen andere weg is om dat echte leven te krijgen. In het verkeer MOET je in Nederland rechts rijden; doe je het niet dan vallen er brokken. Als je leven je lief is, ga dan maar gewoon rechts rijden, want anders... Bekering tot Jezus is geen optie, waardoor je leven een beetje aangenamer wordt, of waardoor je leven een toegevoegde waarde krijgt. Het is noodzaak. Het is namelijk een zaak van leven of dood. De oproep tot bekering is enerzijds een uitnodiging, want de mens moet zelf de keus maken om er op in te gaan, maar ook een dringende noodzaak, want ... een behoorlijk alternatief is er niet, tenminste niet als je leven je lief is. Bedenk ook dat NIET KIEZEN ook een keuze is, namelijk een keuze om Jezus af te wijzen. In het paradijs hadden Adam en Eva de keuze om te eten van de levensboom (die zou leiden tot de hoogste vorm van leven met God) en van de boom van kennis van goed en kwaad (die zou leiden tot de dood). Jij en ik moeten ongeveer dezelfde keuze gemaakt hebben. Waar kies je voor: voor het eeuwige leven of voor de eeuwige dood? Het eeuwige leven is alleen te vinden bij Jezus.
5.1.2. Geloof van thuis meegekregen? Dit onderwerp is bestemd voor mensen die wel kerkelijk zijn opgegroeid, maar die zich afvragen of ze wel een echt, levend geloof hebben, omdat ze er zo weinig kracht uit putten. Ervaar je het misschien als een aangeleerd of een aangepraat geloof? Weet je niet zeker of je een kind van God bent geworden? Lees dan vooral verder...
Wij weten...
Sommige lezers zullen zich wellicht herkennen in de volgende uitspraak: "Ik heb het geloof van huis uit meegekregen. Ik geloof wat in de Bijbel staat en ik ga naar de kerk. Waarom moet ik me dan druk maken over wedergeboorte? Je mag toch geloven dat je wedergeboren bent als je gelooft dat Jezus voor je zonden is gestorven, of niet soms? Wat heb ik niet wat ik wel zou moeten hebben?" Deze vraag, die ik vele malen gehoord heb, is eeuwen geleden in een wat andere vorm ooit aan Jezus gesteld, en wel door Nicodemus. In Johannes 3 lezen we het boeiende gesprek over wederge-
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 3 -
Herschepping 2.0
boorte tussen Jezus en Nicodemus, een integere farizeeër, die 's nachts Jezus opzocht om met Hem te spreken over geloofszaken. Hij begon als volgt: "Rabbi, wij weten dat U van God gekomen bent als leraar, want niemand kan deze tekenen doen, die U doet, als God niet met Hem is." (Johannes 3:2, HSV2010). Nicodemus was niet alleen een nauwgezette kenner van de Schriften. Hij had ook ontdekt dat Jezus een door God gezondene was en daarin was hij een uitzondering onder de joodse leiders. Hij zag Jezus in de eerste plaats als een leraar, waarbij zijn wondertekenen zijn goddelijke roeping bewezen. Het valt op dat Nicodemus Jezus puur benaderde vanuit zijn verstand. Hij begon met: "Wij weten..." en daarmee liet hij goed merken dat hij zijn godsdienst voornamelijk vanuit zijn verstand beleefde.
Ben je wedergeboren?
Jezus had natuurlijk onmiddellijk door wat er ontbrak in het leven van Nicodemus. Jezus legde hem het verschil uit tussen godsdienstigheid gebaseerd op verstandelijke opvattingen en het echte leven met God. Jezus zei onomwonden: "...Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien." (Johannes 3:3, HSV2010) Het gaat bij Jezus niet om het accepteren van de Bijbelse waarheid, niet om het van harte instemmen met de zuivere leer en niet om het nauwgezet willen opvolgen van Gods geboden. Het gaat in het Koninkrijk van de Hemel allereerst om een verandering die God in een mensenhart doet plaatsvinden waardoor hij het Koninkrijk kan gaan ZIEN. Pas als je het bent gaan zien kun je ervoor kiezen er binnen te gaan. "... Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest." (Johannes 3:5-6,HSV2010) Het is heel belangrijk om te weten dat dit nieuwe leven bovennatuurlijk van aard is. Je kunt het niet zelf voortbrengen, niet aanleren en niet bij je geboorte, via je ouders of vanuit je kerkelijke kring meekrijgen. Bij wedergeboorte komt Gods Geest in de geest van de mens wonen. Daardoor ontstaat er een geestelijke verbondenheid met God.
Opgroeien in een christelijk gezin
Als je in een gelovig gezin bent opgegroeid, dan ben je erg bevoorrecht. Dan heb je immers wegwijzers naar Jezus meegekregen. Hopelijk heb je dan al op jonge leeftijd een christelijke atmosfeer in huis ervaren, waarbij je christelijke normen en waarden hebt leren kennen. Je hebt geluisterd naar Bijbelse verhalen, thuis of op de zondagsschool en in de kerk. Daardoor werd een zekere interesse bij je gewekt. Je voelde intuïtief dat God heel belangrijk is en dat Hij van je houdt. Het was alsof je geleidelijk aan dichter bij God kwam te staan. Zo langzamerhand ging je beseffen dat het niet gemakkelijk is om te leven zoals God het wil. Ook merkte je dat je verlangens naar verkeerde dingen soms zo sterk waren, dat je ze niet de baas kon blijven. Alles ging met vallen en opstaan. Je ging jezelf wel als een christen beschouwen, want je geloofde beslist in God en je wilde bij Hem horen. Maar toch was het alsof er iets ontbrak, alsof je het nog niet grijpen kon... Misschien ben je wel actief in je kerk of gemeente, leid je een zondagsschoolgroep of speel je in een gospelband. Tegelijk worstel je met de vraag of je bezig bent het geloof van je ouders of van anderen te imiteren of dat het uit je eigen hart komt. Dat is zo ongeveer de situatie, waarin veel jongeren zich bevinden als ze in een kerkelijke omgeving zijn opgegroeid.
Geloven dat Jezus voor je zonden gestorven is
In veel kerkelijke kringen wordt geleerd dat je vanaf je geboorte al een kind van God bent als je in een christelijk gezin bent geboren. Als je toch al een kind van God bent, waarom moet je je dan be-
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 4 -
Herschepping 2.0
keren om wedergeboren te worden? Het is toch logisch dat een kind van God al wedergeboren is en het nieuwe leven al in zich heeft? Maar als je van dat nieuwe leven in je dagelijks leven nauwelijks iets merkt dan geeft dat natuurlijk allerlei twijfels. Je hoort dan ook steeds uitspraken als: 'Wij mogen geloven dat ...', maar geloof je dat dan ook? En als dan ook nog eens wordt verkondigd dat twijfelen aan je behoud normaal is voor christenen, dan weet je het helemaal niet meer. Het gevolg is een armetierig bestaan als kerklid met een aangepraat 'geloof' waar geen kracht van uitgaat. Maar je beschouwt jezelf toch wel als christen, want je gelooft echt dat Jezus voor je zonden is gestorven. En dat is toch het geloof dat je tot een christen maakt? Laat me even iets verduidelijken. Jezus is gestorven aan het kruis om plaatsvervangend de straf te dragen voor ALLE zonden van ALLE wereldbewoners die ooit gedaan zijn en gedaan zullen worden. Daarom kan zelfs de meest verdorven godloochenaar naar waarheid zeggen dat Jezus ook voor ZIJN zonden is gestorven, want dat is altijd waar. Dus ook die 'belijdenis' dat je gelooft dat Jezus voor je zonden gestorven is, maakt je nog geen christen.
Godsdienstige overtuiging
Voor echt reddend geloof is bekering nodig en dat geldt ook voor kerkmensen. Dat is voor velen een moeilijk te verteren boodschap. Niet voor niets is er het volgende gezegde: "Het is een christelijk werk om een heiden te bekeren, maar het is een heidens werk om een christen te bekeren." Om te beginnen een misvatting dat je een kind van God wordt door in een christelijk gezin geboren te worden. In het Nieuwe Testament is veelvuldig te lezen dat er geloof nodig is om een kind van God te worden. "Maar aan wie hem (=Jezus) aanvaardden en in hem geloofden, heeft hij het recht gegeven kinderen van God te worden." (Johannes 1:12, GNB1996) "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:16, HSV2010) Een pas geboren kind kan zo'n geloofskeuze niet maken en zijn ouders kunnen dat niet plaatsvervangend voor hun kind doen. Nergens in de Bijbel wordt ook maar de suggestie gewekt dat dit kan. De geloofskeuze om Jezus te aanvaarden als Verlosser en Heer met alle consequenties van dien is een deel van het bekeringsproces dat in volgende onderwerpen uitvoerig wordt uitgelegd. Nogmaals, het is echt een vergissing om te denken dat je geen bekering nodig hebt als je christelijk bent opgevoed. Dat geldt ook voor degenen die belijdenis hebben gedaan of zich hebben laten dopen zonder dat ze de innerlijke verandering hebben meegemaakt. Veel mensen hebben een godsdienstige overtuiging meegekregen vanuit hun achtergrond, maar een godsdienstige overtuiging is heel iets anders dan een levend geloof. En zo zitten veel kerkmensen op het randje van bekering. Ze verkeren soms hun leven lang in de schemerige fase tussen volstrekte duisternis en de doorbraak van het licht dat aanbreekt bij de wedergeboorte. Ze willen maar al te graag groeien in hun geloof, maar ze zijn in hun denken op een dood punt gekomen.
Heb je nieuw leven of niet?
Zelf ben ik ook opgegroeid met het christelijke geloof. Ik meende oprecht dat ik een christen was, maar achteraf bleek dat niet meer dan een serieuze, verstandelijke overtuiging. Toen ik in militaire dienst was en in het Protestants Militair Tehuis is Ede een evangeliserende christen ontmoette, ontstond er een goed gesprek. Hij vroeg me naar mijn geestelijk leven en ik probeerde hem ervan te overtuigen dat ik al een christen was en dus eigenlijk niet meer nodig had dan wat ik al had. Hij had al gauw door dat ik het nieuwe leven nog niet had gevonden en stelde er een paar indringende vragen over. Ze kwamen neer op de vraag: heb je nieuw leven in je of niet? Toen bleek dat mijn verdeHoofdstuk 5.1. Bekering - 5 -
Herschepping 2.0
diging zo lek was als een mandje, ook al durfde ik dat nog niet toe te geven. Ik wist wel veel (dacht ik), maar ik had niets. Het was eigenlijk wel irritant om daarmee te worden geconfronteerd. Ik zal je de rest van mijn verhaal besparen, maar deze gebeurtenis was wel de eerste stap van mijn ontdekkingsreis om het nieuwe leven te vinden dat Jezus me later zou geven.
John Wesley
John Wesley ging op tamelijk jonge leeftijd als zendeling naar Amerika om onder de indianen te werken. Het was geen succes en min of meer teleurgesteld reisde hij terug naar Engeland. Onderweg kwam het schip in een gevaarlijke storm terecht en John was bang te zullen sterven. Hij kwam tot het besef dat hij als predikant en zendeling niet de kracht had die hij zag in andere gelovigen aan boord. Later schreef hij: "Ik dacht dat ik naar Amerika ging om de indianen te bekeren, maar ik ben er op de terugtocht achter gekomen dat ik zelf nog tot bekering moest komen." Hij stortte zijn hart voor God uit en gaf zijn leven aan Hem over. Toen kwam God zijn leven binnen en daarover schreef hij: "My heart was strangely warmed! (in mijn hart voelde ik een ongekende warmte)" Dat was de innerlijke bevestiging die God gaf van wat er in zijn hart was gebeurd. Dat markeerde zijn wedergeboorte.
Samenvatting
Ook voor mensen met een kerkelijke achtergrond is er een bekering nodig, ook al zal die anders zijn dan voor mensen met een buitenkerkelijke achtergrond. 1. Besef je onmacht om te voldoen aan Gods wil, hoe goed je misschien ook je best doet om als christen te leven. 2. Besef dat een godsdienstige overtuiging die je van huis uit hebt meegekregen geen levend geloof is. 3. Besef dat je een injectie van goddelijk leven nodig hebt (wedergeboorte) om een echte christen te worden. En die ontvang je na je bekering. In de volgende onderwerpen worden de verschillende bekeringsaspecten nader uitgewerkt.
5.1.3. Complete bekering Vier bekeringsaspecten
Hierna gaan we kijken naar enkele aspecten van bekering die van belang zijn. Met elkaar vormen ze een tamelijk volledige beschrijving van een 'complete' bekering. Deze bekeringsaspecten houden verband met de vier zielsaspecten en bijbehorende hartsaspecten, die we zijn tegengekomen in de onderwerpen 'Menselijke ziel' en 'Menselijk hart' in hoofdstuk 'Menselijk wezen': zielaspect verstand gevoel
wil
gedrag
je afkeren van het slechte uit je oude leven - denkbeelden van je oude leven afwijzen - berouwvol alle bekende zonden belijden - je leeg en ongelukkig voelen zonder geestelijk houvast - afkeer krijgen van je huidige leven zonder God - niet langer je eigen zin willen doen - je eigenbelang inleveren
- bereid zijn om verkeerde gedragspatronen af te leggen of af te leren Bekeringsaspecten
je uitstrekken naar het goede wat God je aanbiedt - Gods Woord aannemen als waarheid en norm voor je leven - Gods vergeving van je zonden aanvaarden - vertrouwen dat Jezus je gelukkig zal maken en zekerheid zal geven - je aangetrokken voelen tot Jezus en met Hem verbonden willen zijn - kiezen voor het volgen van Jezus in afhankelijkheid van God - God de eerste plaats in je hart laten zijn en Jezus de Heer van je leven - je voornemen om je te gaan gedragen zoals God wil
Deze vier bekeringsaspecten worden in de volgende vier onderwerpen verder uitgewerkt.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 6 -
Herschepping 2.0
De praktijk
In de praktijk komen maar weinig mensen zo 'compleet' tot bekering als in dit hoofdstuk beschreven is. Iedere bekering is uniek. Als bepaalde bekeringsaspecten niet voldoende hebben plaatsgevonden, kan dit op termijn geloofsproblemen veroorzaken en zelfs terugval. Gelovigen moeten dan achteraf doen wat bij hun bekering achterwege is gebleven. Hoe completer de bekering, hoe krachtiger je start in het nieuwe leven dat God geeft. Je zou het kunnen vergelijken met de ontwikkeling van een couveusekindje in vergelijking met een voldragen baby. Een couveusekindje is kwetsbaarder en heeft extra zorg nodig vergeleken met een normaal geboren baby. Met de nodige aandacht zullen ze allebei op gezonde manier opgroeien. Als pasbekeerde mensen de nodige zorg en aandacht krijgen in een plaatselijke kerkelijke gemeente kunnen ze opgroeien to krachtige gelovigen.
Echte bekering
En bekering is niet pas echt als aan alle voorwaarden van een 'complete' bekering is voldaan. Het is en blijft een zaak van het hart. Wanneer iemand tot geloof in Jezus komt en zich aan God overgeeft, zal Hij niet aarzelen hem het nieuwe leven te geven dat Hij beloofd heeft aan ieder die naar Hem toegaat. En dat nieuwe leven is een geschenk van God, een vreugdevolle gebeurtenis waardoor de bekeerling weet dat hij 'erdoor' is. En van daar uit gaat God verder met zijn herscheppende werk in het leven van de bekeerde gelovige. En bij iedereen doet God dat weer anders.
5.1.4. Bekering en verstand Verstand en geweten
Bij de bekering zijn alle aspecten van hart en ziel betrokken. We gaan het nu hebben over het verstandsaspect van de bekering.
Je verstand speelt een basisrol in het bekeringsproces, waarbij je Gods Woord, de Bijbel, als waarheid accepteert en als morele maatstaf voor je leven. Dat is het begin van geloofszekerheid die ontstaat door het nieuwe inzicht dat God je geeft. "Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus" (Romeinen 10:17, NBV2004) 1.
2.
Met je verstand neem je kennis van Gods waarheid vanuit de Bijbel. Je gaat begrijpen waarom Jezus naar de aarde kwam en waarom zijn dood aan het kruis noodzakelijk was, ook voor jou persoonlijk, en dat Jezus de enige weg tot God is. Je wijst de wereldse leugens af die ingaan tegen Gods Woord. Met je geweten beoordeel je op een intuïtieve manier of iets waar is of niet. Als onderdeel van het bekeringsproces raak je innerlijk overtuigd dat Gods Woord betrouwbaar is. Met je geweten beoordeel je ook jezelf, of je goed of slecht hebt gehandeld. Door je inzicht in wat de Bijbel zegt over goed en kwaad ga je beseffen dat je leven niet voldoet aan Gods wil. Je gaat beseffen dat je schuldig bent en dat er iets moet gebeuren om met God in het reine te komen. Je gaat verlangen om met een schone lei verder te mogen leven.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 7 -
Herschepping 2.0
De Bijbelse boodschap en de Boodschapper
Hoe komt iemand ertoe om de Bijbel te accepteren en als waarheid te beschouwen? Er zijn immers zoveel waarheden in omloop, dus waarom juist die Bijbel? Om iets als waarheid te accepteren vinden de meeste mensen de brenger van de boodschap minstens zo belangrijk als de boodschap zelf. Jezus, die de evangelieboodschap in de wereld heeft gebracht, heeft eens de volgende uitspraak gedaan: "... Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij." (Johannes 14:6, NBV2004) Dat is nogal wat. Jezus claimt dus de brenger van de waarheid te zijn, sterker nog: dat Hij zelf de waarheid IS in zijn meest zuivere vorm. En ook dat er maar één weg tot God is: Hij zelf. Heeft Jezus de waarheid gebracht? Het is daarom belangrijk om in de Bijbel de evangeliën (bijvoorbeeld het Bijbelboek Lucas) te lezen met de vraag in je hart: Hoe komt Jezus bij me over? Is Hij echt wie Hij zegt te zijn? Hopelijk kom je dan tot dezelfde conclusie als de miljoenen die eerder deze stap hebben genomen. Er heeft nog nooit iemand op de aarde geleefd die zo echt, oprecht, liefdevol, integer, wijs en krachtig is als Jezus. Als er één mens werkelijk te vertrouwen is, dan is het Jezus. Niemand, geen staatsman, held, prediker, goeroe, geestelijke leider, stichter van godsdiensten of religies of wie dan ook kan zelfs maar in zijn schaduw staan. Als je hierover twijfelt zou ik zeggen: neem de uitdaging aan en bestudeer zijn leven en zijn uitspraken vanuit de Bijbel en laat wat je leest tot je hart spreken. Luister dan naar je intuïtie en laat je niet afleiden door wat andere mensen zeggen. Laat het iets zijn tussen jou en Jezus. Jezus leefde niet voor zichzelf, maar deed alles om God de Vader te eren en te dienen. Daarin toonde Hij zijn volstrekte integriteit. Andere stichters van religies hebben hun eigen boodschap gebracht en daar meestal een soort goddelijke autoriteit aan verbonden. Verder worden deze religies vaak onder dwang aan mensen opgelegd (meestal door geestelijke leiders en familie). Jezus was totaal anders. Hij leefde zijn boodschap voor en zocht nooit zijn eigen belang. Hij dwong niemand Hem te accepteren, maar daagde de mensen uit om met een eerlijk, op God gericht hart zelf te proeven of Hij van God kwam of Hij alleen maar zichzelf presenteerde. Is Hij je vertrouwen waard? Als je deze vraag met een duidelijk 'ja' kunt beantwoorden, wil je maar één ding: die God leren kennen en het leven ontvangen dat Hij beloofd heeft. Voor veel meer over de Persoon, het onderwijs en het werk van Jezus, zie deel 4 'Jezus'.
Gods Woord als waarheid accepteren
Bekering is vooral een ommekeer in denken die vaak begint met het erkennen dat God echt is en dat de Bijbelse boodschap betrouwbaar is. "... Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is en dat Hij beloont wie Hem zoeken." (Hebreeën 11:6, HSV2010 Bij mensen die niet bekend zijn met de dingen van God heerst meestal een volstrekte blindheid voor het evangelie die moeilijk te verklaren is. Zo moeilijk is het toch niet om te ontdekken dat de Bijbel een betrouwbaar boek is? Maar er is een diepere oorzaak van die geestelijke blindheid: "... de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is." (2 Korintiërs 4:4, NBV2004) Bij veel mensen vindt tijdens het bekeringsproces een strijd plaats in hun denken. Als je vastzit aan de leugens van de wereld zonder God, zul je de bevrijdende waarheid van Bijbel niet zomaar accepteren. Er zijn honderden redenen te bedenken waarom de Bijbel niet relevant is voor jouw leven of waarom de Bijbel zelfs onzinnig lijkt. Alleen met je verstand kom je er nooit uit. De waarheid van de Bijbel ligt op het geestelijke vlak en dat is een hoger vlak dan de menselijke logica. Het zit op het niveau van het hart. Hoofdstuk 5.1. Bekering - 8 -
Herschepping 2.0
Hetzelfde geldt op een iets andere manier ook voor kerkmensen bij wie het licht nog niet echt is doorgedrongen zodat ze ineens gaan ZIEN hoe geweldig en levensveranderend de boodschap van het evangelie is. Dan dringt de boodschap door tot in je hart. Het lijkt dan wel of er een bepaalde blindheid van je wegvalt. Het maakt je blij en je vraagt je af hoe het mogelijk is geweest dat je het niet eerder 'zag'. Zo ervaren veel mensen het doordringen van het licht in hun verstand.
De betekenis van het kruis ontdekken
De Bijbel is geen bedenksel van mensen, maar vooral gebaseerd op feiten. Als je kennis neemt van Jezus' leven en vooral ook van zijn sterven en opstanding uit de dood, en in je hart begint te 'zien' dat Hij is wat Hij beweerde te zijn, namelijk de Zoon van God en de enige weg is tot God die het echte leven geeft. Hopelijk heb je ontdekt dat Jezus in jouw plaats aan het kruis is gestorven om die kloof te overbruggen en het zondeprobleem op te lossen. Misschien heb je dit wel honderd keer gehoord en is het nog nooit diep tot je doorgedrongen wat dit voor jou inhoudt. Kijk naar het kruis en erken dat wat daar gebeurd is alle menselijke verstand te boven gaat. Denk je dat Jezus voor de lol is gestorven? Als een almachtige God zoveel over heeft voor de mensheid door waanzinnig hoge prijs te betalen, dan moet daar toch een bittere noodzaak voor zijn? Dan moet de boodschap van God toch een zaak van leven of dood zijn? Daar kan geen mens omheen die serieus met zijn leven wil omgaan. Grijp die wijsheid van God aan, ook al kun je die niet met je menselijke verstand bevatten. Die wijsheid is totaal anders dan de filosofieën waar de wereld zonder God het mee moet doen. Maar het is wel een wijsheid die LEVEN geeft... Die omslag in het denken is een belangrijk aspect van de bekering.
Zondebesef
In deze tijd willen mensen niet graag worden aangesproken over hun zondigheid. Dat is immers intolerant en intolerantie is de ergste zonde in onze huidige samenleving. Iedereen is immers goed en we moeten iedereen toch in zijn waarde laten? Kletskoek! Ieder mens is zondig en de zonde is de enige oorzaak van alle ellende in de wereld en in het leven van ieder mens. De Bijbel is daar heel duidelijk over en ieder mens weet diep in zijn hart heel goed dat dit waar is. Maar veel mensen vinden dat zij zelf toch heel wat minder slecht zijn dan anderen. Ook willen ze niet dat iemand hen vertelt hoe ze moeten leven. De Bijbel laat zien dat je als mens zonder God een slaaf van je zonde bent en daar kun je van bevrijd worden. God haat de zonde hartgrondig omdat de zonde de meest kwaadaardige macht is die zijn mooie schepping verwoest. Zonde leidt onherroepelijk tot de eeuwige dood en dat is zonde van je leven!. God wil je door de Heilige Geest in je geweten laten zien dat ook jij een zondaar bent en dat er daardoor een kloof is ontstaan tussen de heilige God en jou. Het is van levensbelang te weten aan welke kant van die kloof je staat: aan Gods kant of aan de kant van de zonde, aan de kant van het eeuwige leven of aan de kant van de eeuwige dood. Door het kruis biedt God je vergeving van zonden aan om zo weer met Hem in het reine te komen. Als je oprecht berouw hebt van je zonden en je zondige levenshouding wil God je vergeven zodat je een nieuw begin met je leven kunt maken. Vanaf dat moment sta je aan Gods kant van de kloof.
Berouw "Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden." (Matteüs 5:4, NBV2004) De meeste Bijbeluitleggers zijn het erover eens dat deze woorden van Jezus betrekking hebben op het 'treuren over zonden', een diepgaand zondebesef dat leidt tot berouw of inkeer. Als je in de spiegel durft te kijken die de Bijbel je voorhoudt ga je zien dat je in diepste wezen een ellendige zondaar bent, geen haar beter dan andere mensen. Ook jij hebt toegegeven aan verkeerde verlangens, hebt andere mensen tekort gedaan en misschien wel veel ergere dingen. Bovenal heb je God niet de eer gegeven die Hem toekwam doordat je je eigen leven bent gaan leven, al of niet op een godsdienstige manier. Het kwam niet in je op dat God je leven wil leiden en dat Hij de eerste
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 9 -
Herschepping 2.0
plaats in je leven verdient in plaats van je eigenbelang en je eigen ambities. Je krijgt oprecht berouw van je zonden en je zondige levenshouding op grond van een gezond schuldbesef. Berouw gaat dieper dan spijt, het komt voort uit je geweten, je hart dus. Spijt wil zeggen dat je je rot voelt en je schaamt om wat je hebt uitgespookt. Berouw betekent dat je zoveel spijt hebt dat je daadwerkelijk wilt veranderen. Berouw is een belangrijke drijfveer om Gods vergeving te zoeken en om ernaar te gaan verlangen dat je weer met een schone lei kunt beginnen (voorbeelden: Lucas 18:13; Handelingen 26:20). Het kan een hele worsteling zijn om tot oprecht berouw te komen, omdat het niet gemakkelijk is om te erkennen dat je een zondaar bent en dus een mislukkeling, hoe vernederend dat ook klinkt. Niemand wil immers een loser zijn. Van nature bepaal je toch liever zelf wat goed of slecht is en niemand vindt het leuk om in de beklaagdenbank te staan. De noodzaak om tot berouw te komen geldt niet alleen voor mensen die een door en door zondig leven leiden. Die noodzaak is er evenzeer voor mensen uit kerkelijke kringen die niet eerder tot een diepgaand zondebesef zijn gekomen.
Zonden belijden
Als je op een berouwvolle manier overtuigd bent van bepaalde zonden die je gedaan hebt of zelfs gewend bent om te doen, mag je ze belijden, dat wil zeggen: eerlijk aan God vertellen wat je verkeerd hebt gedaan. Wees ervan overtuigd dat God je beleden zonden royaal vergeeft. "Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9, HSV2010) Bekering is de weg om weer een zuiver geweten te krijgen via de wedergeboorte, want daarmee worden al je beleden zonden vergeven is je geweten daarvan gereinigd. Na bekering en wedergeboorte maak je als gelovige (als het goed is) een levenslang proces van geloofsgroei mee. Het verstandsaspect van geloofsgroei (groeien in geloofszekerheid) wordt uitgewerkt in deel 6 ' Geloofszekerheid'.
5.1.5. Bekering en gevoel Gevoel en gemoed
Bij de bekering zijn alle aspecten van hart en ziel betrokken. We gaan het nu hebben over het gevoelsaspect van de bekering.
Vaak begint bekering niet met het horen van het evangelie, maar met gevoelservaringen, die door God worden gebruikt om je hart ontvankelijk te maken voor de boodschap van God. We hebben het dan over de geloofsbeleving van het bekeringsproces. 1. 2.
Met je gevoel proef je in de levens van echte gelovigen dat zij iets hebben dat de moeite waard is en waar je gelukkiger van wordt dan van wat de wereld te bieden heeft. In je gemoed ga je beseffen dat het leven met God wel erg waardevol moet zijn en je verlangt ernaar ook zelf dit leven te ontvangen. Je raakt onder de indruk van Jezus en wil Hem graag beter leren kennen.
Kerkelijke achtergrond Hoofdstuk 5.1. Bekering - 10 -
Herschepping 2.0
Mensen met een positief christelijke achtergrond kunnen al op jonge leeftijd iets ervaren van de vrede en geborgenheid die God geeft. Als hun ouders hen over Jezus vertellen, dan proeven ze wat die verhalen in het hart van de ouders doen. Ze merken hoe hun ouders het vinden om naar de kerk te gaan en wat bijvoorbeeld de Bijbel en het gebed voor hen betekent. Wat ze bij hun ouders of in hun kerkelijke kring proeven aan echtheid of onechtheid, geestelijke kracht of geestelijke zwakheid heeft vaak meer invloed op hun geloofskeuze dan de woorden die ze horen over het Jezus en het Koninkrijk van de hemel.
Naar echte christenen kijken
Misschien wel de meeste mensen (binnen of buiten de kerkelijke kringen) komen tot bekering doordat ze echte christenen observeren in hun levens en het effect zien van hun verbondenheid met God. Ze zien iets bijzonders in deze mensen, innerlijke vrede en blijdschap die niet opgelegd is maar uit hun binnenste komt. Levens van christenen spreken vaak veel duidelijker taal dan hun woorden. Daardoor kunnen andere mensen jaloers worden: ze zouden ook wel zo'n soort geloof willen hebben, maar weten alleen niet goed hoe ze dat kunnen ontvangen. Zo heeft de ontmoeting met wedergeboren gelovigen een belangrijke rol gespeeld in mijn eigen leven. Dat kwam vooral door het contact met een gelovig echtpaar in Nieuwkoop. Wat me opviel was dat ze niet op een verstandelijke of theoretische manier over Jezus spraken, maar als over iemand die ze kenden en die ze boven alles liefhadden. De warmte van hun persoonlijke relatie met God trof me zo sterk, dat het diepste van mijn hart dat herkende als 'het echte'. Ik verlangde ernaar om hetzelfde te ontvangen. Dat was de aanleiding tot mijn bekering. Andere mensen worden getroffen doordat ze via de media kennis nemen van christengelovigen die zich op een bijzondere manier hebben ingezet voor anderen. Denk maar aan mensen als Moeder Theresa en het vele werk dat door christenen wordt gedaan in rampgebieden en ontwikkelingshulp. De media laten trouwens niet veel van zulke dingen zien omdat die media gedomineerd worden door mensen die een afkeer van het christelijk geloof hebben.
Godervaringen en wonderen
Wonderen van God die vandaag gebeuren kunnen mensen tot interesse prikkelen waardoor zij open komen te staan voor de boodschap van het evangelie. Maar er zijn ook mensen die bij wonderen hun schouders ophalen en denken dat het een kwestie van inbeelding is. Dat er ook vandaag de dag zulke wonderen van God gebeuren is een onweerlegbare feit. Soms maakt God zich rechtstreeks op een bijzondere manier kenbaar, vooral ook aan mensen met een ongelovige achtergrond. Zo kwam een collega van mij tot bekering toen Jezus persoonlijk als een lichte gedaante in zijn kamer verscheen. Kijken we naar het leven van Paulus, dan zien we dat Jezus zelf is verschenen om hem op de knieën te krijgen. Sergius Paulus kwam tot geloof doordat God via Paulus een wonderteken deed (Handelingen 13:6-12) en zo zijn er meer voorbeelden te vinden in de Bijbel. Veel moslims komen in deze tijd tot bekering doordat Jezus hen in een droom verschijnt. Er zijn heel veel verschillende manieren bekend waarop Jezus in iemands leven komt.
Moeilijke levensomstandigheden
Ook moeilijke omstandigheden, probleemsituaties, een crisis, een gevoel van uitzichtloosheid, kunnen aanleidingen zijn om zich open te stellen voor God. Daardoor gaan mensen ineens heel anders naar het leven kijken en ook naar zichzelf. Ze ontdekken dat ze hun eigen leven minder in de hand kunnen houden dan ze dachten en komen meer open te staan voor de Bijbelse waarheid dat een gelovige kracht krijgt door zich afhankelijk van God te weten. Soms laat God moeilijke omstandigheden toe om een mens een gelegenheid te geven om te beseffen dat hij niet zonder Hem verder kan leven.
Verlangen naar zingeving
Ook kan er iets veranderen in het diepere deel van je gevoel. Zo kan er een gevoel van leegte en zinloosheid ontstaan als je je huidige leven bekijkt. Tegelijk kun je dan een verlangen krijgen naar Hoofdstuk 5.1. Bekering - 11 -
Herschepping 2.0
een levensvulling die werkelijke waarde heeft. Je kunt een afkeer krijgen van je eigen levensstijl of een schaamtegevoel over wie je bent geworden. En tegelijk een onuitgesproken verlangen om dat nieuwe leven van God te ontvangen. Je wordt aangetrokken door de persoon van Jezus en krijgt een ondefinieerbaar verlangen om contact met Hem te krijgen en om zo mogelijk een relatie met Hem te hebben. Mensen die Jezus afwijzen zoeken hun geluk in uiterlijke dingen: hun werk, bekwaamheden, aantrekkelijkheid, lichamelijke kracht, bezittingen, relaties, hobby's, entertainment, enzovoort. De meeste mensen ontlenen hun zelfbeeld uit wat ze doen, wat anderen van hen denken en wat ze bezitten. Al deze dingen kun je van de ene op de andere dag verliezen als je iets ergs overkomt, en aan het einde van het aardse leven zul je AL deze dingen verliezen. Het evangelie geeft je de mogelijkheid om eeuwig leven te ontvangen wat je nooit zult verliezen, ook niet bij het sterven. De Bijbel laat je zien wie je bent, waar je vandaan komt, wat het doel is van je leven als mens en hoe je je daarin kunt ontwikkelen. En dat in verbondenheid met Jezus die dit alles heeft mogelijk gemaakt door zijn lijden en sterven en die met zijn Geest in je hart wil wonen... Jezus is de enige bron van eeuwig leven en duurzaam levensgeluk. Bij Hem vind je de zin van het leven.
Strijd in het gevoelsleven
Misschien moeten er barrières overwonnen worden van diepgewortelde pijn en problematiek uit het verleden. Sommigen hebben last van een on-Bijbels Godsbeeld waardoor de goedheid van God nooit voldoende tot ze is doorgedrongen. Voor anderen is het moeilijk om iets te begrijpen van Jezus, die zich vol liefde, vergeving en acceptatie ook naar hen uitstrekt, terwijl ze zich zo slecht voelen. Anderen willen graag vasthouden aan verkeerde relaties waarvan ze weten dat die niet samengaan met het dienen van God. Bij een echte bekering vindt er altijd strijd plaats tussen wat je in je hart vast wilt houden en wat je van God wilt ontvangen, want die twee gaan vaak niet samen...
Relatie met God
Christen worden betekent vooral een diepgaande, persoonlijke relatie gaan krijgen met God. Door de zondigheid, waar ieder mens last van heeft, is de relatie met God verstoord. Naast vergeving van zonden kan de mens weer verzoend worden met God en die mooie verbondenheid met God ervaren waarvoor hij gemaakt is. Elk mensenhart bevat een leegte die alleen door God kan worden vervuld. In de Bijbel wordt de relatie tussen God en de mens(en) vaak afgebeeld als een huwelijk. Daarom kan bekering worden vergeleken met ontluikende liefde. Aan een huwelijk gaat het een en ander vooraf. Het begint in onze cultuur meestal met een of meer ontmoetingen. Langzamerhand (of een heel enkele keer plotseling) ontstaat er een wederzijdse genegenheid, die daarna steeds dieper en intenser wordt. De Engelse uitdrukking 'falling in love' laat zien dat het voelt alsof je iets overkomt. De geliefden leren elkaar steeds beter kennen. Wat nog belangrijker is: er groeit een band van wederzijds vertrouwen. De ontluikende liefde gaat hen steeds meer beheersen en dan komt het moment dat de geliefden het met elkaar eens zijn geworden. Bij sommige stellen gebeurt dat op een aanwijsbaar ogenblik, terwijl het bij de meesten meer een groeiproces is. Maar in beide gevallen komt er een moment dat ze diep in hun hart weten dat ze nooit meer zonder die ander willen leven. Dat is meer dan een gevoelservaring en meer dan een verstandelijke overtuiging. Dat komt van binnenuit, uit het hart. Een goed huwelijk kan niet gebouwd worden op romantische gevoelens, maar zónder gevoelens ontbreekt er een stuk echtheid. Maar als je je verstand niet gebruikt gaat het ook fout. Verstand en gevoel spelen dus wel een rol, maar geven niet de doorslag. De echte keus wordt gemaakt als de ogen van je hart opengaan voor de ander. Zo gaat het ook met het proces om tot een vaste, levenslange relatie met God te komen. Het begint met een kennismaking met Jezus en zijn Woord; het eindigt met het opengaan van je hart voor Jezus en een innerlijke drang om Hem levenslang te willen volgen.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 12 -
Herschepping 2.0
Na bekering en wedergeboorte maak je als gelovige (als het goed is) een levenslang proces van geloofsgroei mee. Het gevoelsaspect van geloofsgroei (groeien in geloofsvertrouwen) wordt uitgewerkt in deel 7 ' Geloofsbeleving'.
5.1.6. Bekering en wil Bij de bekering zijn alle aspecten van hart en ziel betrokken. We gaan het nu hebben over het wilsaspect van de bekering. Wil en loyaliteit
Het wilsaspect van de bekering heeft te maken met de uiteindelijke keuze om Jezus te willen volgen. Dit gebeurt door het genadeaanbod van God te accepteren en je leven over te geven aan Jezus als de Heer en Meester van je leven. Deze beslissende stap is de kern van de bekering. "Maar allen, die Hem (=Jezus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden ... " (Johannes 1:12, HSV2010) 1.
2.
Met je wil kies je ervoor om je af te keren van het leven dat je tot nu toe geleid hebt, en om je toe te keren naar God en je leven voortaan op Hem af te stemmen. Je gelooft dat Jezus de Zoon van de levende God is en dat Hij je leven wil vernieuwen. Je geeft je leven aan Jezus over en aanvaardt Hem als je Verlosser en als de Heer van je leven. Dat is geloofsovergave. In je loyaliteit vindt ook een grote verandering van prioriteiten plaats. Je wilt niet meer een zelfzuchtig leven leiden, maar je wilt toegewijd zijn aan God, in liefdevolle verbondenheid met Hem. Het volgen van Jezus wordt de eerste prioriteit in je leven. Als je het volgen van Jezus alleen ziet als een stukje meerwaarde, begin er dan maar niet aan. Het is alles of niets.
Gods genadeaanbod accepteren
Wanneer je geestelijk inzicht hebt ontvangen en genoeg weet van wie Jezus is en wat Hij heeft gedaan, en een beginnend vertrouwen hebt dat Hij het antwoord heeft op de diepste vragen van je hart, dan kom je als het ware bij een splitsing op je levensweg. Bij die splitsing staat het kruis van Golgota, waaraan Jezus gestorven is om voor jou de weg tot God vrij te maken. Erken je je onmacht om zelf iets van je leven te maken en neem je zijn genadeaanbod aan? Of blijf je liever voor jezelf leven, op je eigen manier? Het kan als een vernedering voelen om toe te geven dat je de bevrijding van Jezus nodig hebt, vooral als je dacht dat je tot dusver een aardig goed leven leidde of dat je 'vanzelf' een christen was geworden. Leg bij het kruis je al je oude bagage neer: je zonden, je mislukkingen, je lege godsdienstigheid, je pijn, je trots, kortom: jezelf. Het kruis is de plaats waar je verlossing, vergeving en vrede kunt ontvangen. Misschien heb je jarenlang meegelift met het geloof van je kerk, je ouders of je vrienden. Misschien heb je al die tijd gedacht dat je gelovig was omdat je de Bijbel als waarheid had aanvaard of een fijn gevoel kreeg als je een mooi lied hoorde of meezong. Dan wordt het tijd om zelf de stap te nemen en alles wat je meent te zijn in te ruilen voor het echte geloofsleven met God.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 13 -
Herschepping 2.0
Geloofsovergave
Overgave betekent meer dan dat je jezelf openstelt voor het nieuwe leven dat Jezus je aanbiedt. Het is knielen bij het kruis van Jezus, Jezus accepteren als je Heer en Meester en je onafhankelijkheid inleveren. Het betekent dat je je leven onvoorwaardelijk aan God toewijdt en naar Hem gaat luisteren in plaats van je eigen zin te volgen. Een geloofskeuze houdt een verandering van leiderschap in: eerst was je je eigen baas, nu heb je het roer uit handen gegeven. Overgave aan God heeft dus twee kanten: 1. jezelf vernederen voor God en je eigen egoïsme, trots en onafhankelijkheid inleveren 2. kiezen voor afhankelijkheid van God en liefdevolle toewijding aan Hem. Het is goed om te weten waar je aan begint. Christen worden kost je alles. Ben je bereid om die prijs te betalen? Jezus heeft die prijs overigens wel voor jou betaald en ALLES voor je over gehad. Over dit onderwerp vertelde Jezus de volgende gelijkenis aan de mensen: "Het hemelse koninkrijk lijkt op een schat die in een akker verborgen is. Iemand vindt die schat en verbergt hem weer. Hij is zo blij, dat hij alles gaat verkopen wat hij heeft, om die akker te kopen." (Matteüs 13:44, GNB1996) De geloofsstap om Jezus te volgen betekent vooral ook het aangaan van een duurzame (levenslange) relatie met Hem. Dat is een uiterst belangrijke stap, die met de nodige zorgvuldigheid moet worden genomen. De relatie is dat je God erkent als je Schepper en hemelse Vader, en Jezus als je Verlosser en als je Heer van je leven. Besef wel dat je bij God met lege handen aankomt. Je kunt Hem niets vanuit je eigen prestaties aanbieden waar Hij iets aan heeft, omdat alles wat je doet doordrenkt is van het gif van de zonde. Het is erg vernederend voor een mens om dat toe te geven. Het enige wat je Hem wel kunt bieden is je hart en daarin wil God komen wonen om je van binnenuit te vernieuwen. Begrijp goed: Jezus vraagt je niet om een aanhanger van de christelijke godsdienst te worden, maar de onverdeelde toewijding van je hart. Zelf heeft Hij zijn eigen onverdeelde toewijding aan JOU getoond door voor je te sterven aan het kruis. Daarom heeft Hij er recht op om zoveel van je te vragen.
Weet wat je doet!
Door sommige mensen wordt de indruk gewekt dat het nieuwe leven dat God belooft aan degenen die zich bekeren, een garantie biedt voor onafgebroken levensgeluk. Het nieuwe leven is in de eerste plaats bovennatuurlijk en geestelijk van aard. Na je bekering zijn diepgewortelde levensproblemen niet meteen verdwenen. Een ziek lichaam wordt er meestal niet gezond door, je salaris gaat er niet van omhoog en je lastige collega's blijven even lastig. Ook kan het christen-zijn bepaalde moeilijkheden, discriminatie of zelfs regelrechte vervolging met zich meebrengen. Sommige mensen zullen je misschien gaan bespotten, familieleden kunnen zich van je afkeren. De Bijbel is daar behoorlijk duidelijk over. Dus (om een Bijbelse uitdrukking te gebruiken): heb je de kosten berekend voordat je gaat bouwen? "Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien?" (Lucas 14:28, HSV2010) Maar wat krijg je ervoor terug als je jezelf aan God overgeeft? Je ontvangt een nieuw leven in verbondenheid met de oneindig liefdevolle God, die vanaf dat moment altijd bij je zal zijn. Je leven krijgt betekenis en een doel voor het hier en nu. Je krijgt je de nodige kracht om met je omstandigheden om te gaan. Ook garandeert Gods Woord dat de zegen die God geeft oneindig veel meer waard is dan wat je er voor inlevert. Het nieuwe leven dat God je geeft na je bekering is de hoogst mogelijke levensvervulling die een mens kan bereiken.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 14 -
Herschepping 2.0
De vrede en het levensgeluk dat God geeft zijn extreem waardevol. De resultaten van een leven met God hebben eeuwigheidswaarde: een eeuwig leven in Gods nabijheid. Geef aan Jezus wat je niet kunt houden, en je ontvangt wat je niet kunt verliezen.
Riskant?
Ik heb Bijbelleraar Sidney Wilson ooit het volgende horen zeggen: "Besef wel dat geloofsovergave riskant is. Je geeft jezelf weg aan iemand die je nog nooit gezien hebt. Het is zelfs de op één na de meest riskante stap die je in je leven kunt nemen. De meest riskante stap is ... om het NIET te doen." (Sidney Wilson) Een bekend voorbeeld is het volgende. Ergens in het oerwoud kwam een expeditie bij een rivier. De enige manier om die rivier over te steken was een hangbrug die hoog boven het water hing, tussen twee rotspartijen aan weerszijden van de snelstromende rivier. De brug zag er een beetje gammel uit, maar de plaatselijke bevolking beweerde dat die toch betrouwbaar was. De meningen binnen de expeditie waren verdeeld: 1. 2. 3.
De ene groep vond dat de brug onbetrouwbaar was. Een andere groep dacht dat de brug wel betrouwbaar was, maar durfde er niet overheen. De derde groep geloofde dat de brug betrouwbaar was en bewees dat door er overheen te gaan.
Zo is het ook met bekering: overgave is het nemen van een geloofsstap, die nodig is om te ontvangen wat God je aanreikt.
Strijd
Vaak moet er heel wat strijd worden geleverd voordat iemands wil tot overgave komt. Het breken met je oude leven kan pijn doen, misschien moet je er wel heel veel voor opgeven. De satan kan buitengewoon actief zijn om te voorkomen dat je uit zijn machtsgebied bevrijd wordt. Dan is er niet te vergeten de zelfzuchtige natuur van jezelf, die zich verzet tegen levensverandering. Wanneer Gods licht in je hart begint door te dringen, kan het zijn dat je een felle strijd moet voeren voordat je jezelf gewonnen geeft aan Jezus. Op zichzelf is dat geen slecht teken. Hoe feller iemand zich verzet tegen alles wat met het evangelie te maken heeft, des te meer is dit een teken dat God in zijn hart aan het werk is!
De stap - een gebed van overgave
Evangeliste Corrie ten Boom, die in haar leven veel mensen tot Jezus heeft mogen leiden, heeft eens het volgende voorbeeldgebed opgeschreven voor mensen die hun leven aan Jezus willen geven. Als je met je hart achter elk woord van dit gebed staat en ook begrijpt wat het inhoudt, dan kunnen deze woorden je helpen bij je gebed van overgave: "Heer Jezus, ik vraag U in mijn leven te komen. Ik ben een zondaar. Ik heb vertrouwd op mezelf en mijn eigen goede werken. Maar nu stel ik mijn vertrouwen op U. Ik neem U als mijn persoonlijke Verlosser aan. Ik geloof dat U voor mij gestorven bent. Ik aanvaard U als Heer en Meester over mijn leven. Help mij, mij af te wenden van mijn zonden en U te volgen. Ik aanvaard uw vergeving en het eeuwige leven, dat U mij geeft. Ik dank U daarvoor. Amen."
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 15 -
Herschepping 2.0
Na bekering en wedergeboorte maak je als gelovige (als het goed is) een levenslang proces van geloofsgroei mee. Het wilsaspect van geloofsgroei (groeien in geloofskracht) wordt uitgewerkt in deel 8 'Geloofskracht'.
5.1.7. Bekering en gedrag Bij de bekering zijn alle aspecten van hart en ziel betrokken. We gaan het nu hebben over het gedragsaspect van de bekering.
Gedrag en levensstijl
Een bekering is niet compleet als er geen praktische consequenties aan worden verbonden. We hebben het dan over geloofspraktijk. 1. Als een uitvloeisel van je keuze om Jezus te aanvaarden kies je ook voor een ander gedrag. Je wilt van harte gaan leven zoals God dat van je vraagt. 2. Je levensstijl verandert niet plotseling, maar langzamerhand volgens de door de veranderde praktijk van je leven als bekeerd persoon.
Bekering leidt tot gedragsverandering
Als je oprecht berouw hebt gekregen van je zonden en ze beleden hebt voor God, is het normaal dat je je voorneemt om je voortaan van dergelijke zonden af te keren en ze niet meer te doen. Zonder de follow-up van een ernstig voornemen van gedragsverandering, kun je je afvragen of je berouw wel echt is geweest. "... want hij heeft erover nagedacht en besloten zijn zonden de rug toe te keren en een leven naar Gods wil te gaan leiden." (Ezechiël 18:28, HB2008) Houd er wel rekening mee dat er voor hardnekkige gewoontezonden meestal een proces nodig kan zijn om er helemaal vanaf te komen.
Volgeling van Jezus
Dit is de Grote Opdracht die Jezus vlak voor zijn hemelvaart aan zijn discipelen gaf: "Ga er daarom op uit om alle volken tot mijn discipelen te maken..." (Matteüs 28:19, HB1987) De discipelen van Jezus zijn geroepen om anderen tot discipelen van Jezus te maken en dat proces gaat nog steeds door. Een discipel is meer dan een leerling (het woord dat in moderne vertalingen meestal gebruikt wordt). Een discipel is een volgeling in de meest complete betekenis van het woord: net zo leven als je Meester geleefd heeft. De gedragsverandering die van een bekeerde verwacht wordt is dat hij van harte wil leven zoals Jezus en doen wat Hij gezegd heeft. Natuurlijk is dat een leerproces; bij de bekering wordt daar een begin mee gemaakt.
Goedmaken
Toen de hoofdtollenaar Zacheüs Jezus ontmoette en in zijn huis ontvangen had, besloot hij in zijn hart om een volgeling van Jezus te worden. Dat was zijn bekering. Onmiddellijk daarna deed hij iets wat hij anders zijn leven lang niet gedaan zou hebben: Hoofdstuk 5.1. Bekering - 16 -
Herschepping 2.0
"Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: 'Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig'." (Lucas 19:1-10, NBV2004) Dit bewees duidelijk de echtheid van zijn bekering. Hier was de Heilige Geest werkzaam geweest in zijn hart. Jezus reageerde door dit te bevestigen en zei: "... vandaag is in dit huis redding ten deel gevallen ... " (Lucas 19:9, NBV2004) Bekering betekent dus ook: een vast voornemen om het in orde te maken met de mensen die je vóór je bekering hebt benadeeld. Dat is een zichtbaar bewijs van gedragsverandering. De apostel Paulus gaf een duidelijk voorbeeld van noodzakelijke gedragsverandering: "Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar moet zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen meedelen met wie gebrek heeft." (Efeziërs 4:28, HSV2010) Dit is een heel wijs advies: precies het tegenovergestelde gaan doen van de zondige manier van leven waarvan je afstand genomen hebt. Zie onderwerp 'Goedmaken' in hoofdstuk 'Rein geweten'.
Bewijs van bekering
Johannes de Doper zei tegen zijn bekeerlingen dat bekering consequenties heeft voor je toekomstige gedrag: "Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering." (Matteüs 3:8, HSV2010) Een bekering is niet compleet als er geen duidelijk initiatief tot gedragsverandering heeft plaatsgevonden. Het is een noodzakelijk gevolg van berouw: "... dat zij zich met berouw zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in overeenstemming." (Handelingen 26:20, NBG1951) Let wel dat een bekering niet compleet is zonder gedragsverandering. De Bijbel zegt dan dat er zonder gedragsverandering geen bekering is geweest. "Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden?" (Jakobus 2:14, NBV2004) Kenmerk van het nieuwe gedrag van een christen is dat hij uit liefde tot God doet wat God in zijn Woord van hem vraagt: God en zijn medemens liefhebben: "... het geloof, dat door de liefde werkzaam is." (Galaten 5:6, HSV2010) Na bekering en wedergeboorte maak je als gelovige (als het goed is) een levenslang proces van geloofsgroei mee. Het gedragsaspect van geloofsgroei (groeien in geloofspraktijk) wordt uitgewerkt in deel 9 'Geloofspraktijk'.
5.1.8. Geloof tot bekering Wat is geloof?
De term geloof is voor veel mensen een uitgehold begrip geworden. Het wordt te vaak gebruikt in de beperkte betekenis van verstandelijk voor waar houden van wat de Bijbel zegt en er bepaalde godsdienstige uitgangspunten op na houden. Ongelovigen voelen haarfijn aan dat het 'geloof' van veel kerkmensen niet verder gaat dan zulke uiterlijkheden. Ze gebruiken niet voor niets de uitdrukking 'geloven doe je in de kerk'. Dat is op zich natuurlijk onzin, maar het komt helaas maar al te vaak dicht bij de werkelijkheid.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 17 -
Herschepping 2.0
Het geloof is geen psychologisch hulpmiddel om jezelf een gevoel van zekerheid of geborgenheid te geven. Het is niet iets dat je jezelf wijsmaakt of inprent. Je kunt het niet leren van je ouders of in de kerk, want echt geloof gaat verder dan een verstandelijke geloofsovertuiging. Het is een geschenk van God dat ontstaat gedurende het bekeringsproces in een hart dat zich openstelt voor Gods waarheid. Geloof zet Gods genade in werking, waardoor Gods beloften in vervulling gaan. Een belangrijke belofte is dat wie in Jezus gelooft, eeuwig leven ontvangt. "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:16, HSV2010)
Geloven in Jezus
Voordat we verder gaan: het christelijk geloof is in de eerste plaats NIET geloven in God, maar GELOVEN IN JEZUS. Behalve christenen zijn er allerlei soorten mensen die naar eigen zeggen in God geloven, maar houden er een heel ander Godsbeeld op na dan wat de Bijbel ons aanreikt. Vandaar de nadruk op de uitdrukking: geloven in Jezus. Natuurlijk houdt geloven in Jezus ook geloven in God in. Het christelijk geloof is gericht op God die zich openbaart als Vader, Zoon en Heilige Geest.
Geloof als enige voorwaarde
Geen mens kan een ander ervan overtuigen dat hij zich moet bekeren. Geloof dat tot nieuw leven leidt ligt een niveau dieper dan het verstand of het gevoel, namelijk op het niveau van het hart. Daar wordt de mens door God aangeraakt en daar ontstaat de motivatie om te kiezen voor het volgen van Jezus. 1. Gods genade is de basis voor het herscheppingwerk van God in het hart van de mens. 2. Geloof is de enige voorwaarde om nieuw leven te ontvangen. "Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan." (Efeziërs 2:8-9, NBV2004)) Je hoeft niet eerst een goed mens te worden. Dat wil God namelijk van je maken omdat je het vanuit jezelf niet bent en vanuit jezelf nooit kunt worden. Christenen vormen een vreemde club. Een belangrijke voorwaarde tot toetreding is het besef van onwaardigheid van de kandidaat.
Geloofsaspecten bij bekering
De belangrijkste aspecten van het geloof (die natuurlijk met elkaar verweven zijn) worden in het volgende overzicht genoemd en uitgelegd: zielaspect verstand
geloofsaspect geloofszekerheid
gevoel
geloofsbeleving
wil
geloofskracht
gedrag
geloofspraktijk
inhoud - Gods waarheid accepteren (Bijbel) - begrijpen wie Jezus is en wat Hij voor jou gedaan heeft toen Hij aan het kruis stierf - de noodzaak voor wedergeboorte inzien - berouw hebben over je zonden - verlangen om met een schone lei te beginnen - afkeer krijgen van je bestaande leven dat zo tekortschiet - verlangen naar levensvernieuwing - verlangen naar verbondenheid met Jezus - je afhankelijkheid van God erkennen - jezelf uitleveren aan God - Jezus aannemen als je Verlosser en als de Heer van je leven - je afhankelijkheid van God erkennen - jezelf uitleveren aan God - Jezus aannemen als je Verlosser en als de Heer van je leven
Geloof dat tot bekering leidt Hoofdstuk 5.1. Bekering - 18 -
Herschepping 2.0
Tenslotte
Geloof is niet het product van menselijke wilskracht of van verstand en gevoel, iets wat je als mens zelf kunt opbrengen. Het is: een innerlijke overtuiging die ontstaat in het hart van de mens nadat God op een of andere manier de mens in zijn hart heeft aangeraakt en overtuigd. In de Bijbel zien we dat geloof een actieve levenshouding is, waarbij de totale mens op God gericht is. Het christelijke geloof is dus niet een geloven in een bepaalde LEER, maar geloven in de HEER.
5.1.9. Openbaring en ontdekking Belangrijkste ontdekking
Mensen die een ontmoeting hebben gehad met Jezus waarbij ze tot bekering kwamen en vervolgens werden wedergeboren blijven hun leven ervan overtuigd dat dit de allergrootste ontdekking van hun leven was, het meest waardevolle wat ze ooit hebben meegemaakt. Er ging een nieuwe wereld voor hen open en zij beseften dat hun leven daarna nooit meer zou zijn wat het daarvoor geweest was. Mensen kunnen deze mijlpaal op verschillende manieren meemaken: 1. Sommige mensen hebben een flitsbekering, bij anderen is het een lang proces voordat hij zijn leven aan Jezus overgeeft. 2. De ene persoon komt radicaler, grondiger tot bekering dan de ander en heeft een completer bekeringsproces meegemaakt. 3. Het maakt verschil of je uit een echt christelijk gezin komt, uit een naamchristelijk gezin of uit een uitgesproken onchristelijk gezin.
Ontdekking van Petrus
Jezus begon eens een gesprek met zijn discipelen om zich te uiten over wat ze van Hem ontdekt hadden. Hij begon eerst met een inleidende vraag: "... Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?" (Matteüs 16:13, NBV2004) De discipelen dachten goed na en kwamen met allerlei antwoorden die ze van anderen hadden gehoord: "... Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten." (Matteüs 16:14, NBV2004) Toen vroeg Jezus hen op de man af wie Hij was in HUN ogen. Toen werd het waarschijnlijk even stil. Maar Petrus had zijn antwoord klaar: "U bent de Messias, de Zoon van de levende God. ..." (Matteüs 16:16, WV1995) Dit was een hartverwarmend getuigenis dat Jezus ongetwijfeld erg op prijs stelde. Er was in ieder geval één van zijn vrienden die Hem echt had herkend als de door God gezonden Verlosser van de wereld. Let nu eens goed op de reactie van Jezus: "Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het Koninkrijk van de Hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn." (Matteüs 16:17-19, NBV2004) Wat zal Petrus blij zijn geweest toen hij merkte dat Jezus zulke goede dingen tegen hem zei. Het zal je maar gezegd worden: 1. Jezus noemde hem rotsman en gaf hem zelfs een nieuwe naam. Wow! 2. Jezus zei hem dat hij de belangrijkste sleutelfiguur zou worden bij de ontwikkeling van het nieuwe Koninkrijk.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 19 -
Herschepping 2.0
Openbaring
Ik denk dat Petrus zo blij was met de complimenten en toezeggingen van Jezus dat het eerste deel van Jezus' woorden hem ontging: "... dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel." (Matteüs 16:17, NBV2004) Het was waar: Petrus had ontdekt wie Jezus was, maar pas nadat God het hem in zijn hart had duidelijk gemaakt. Als je hart opengaat voor Gods waarheid, begint God met het openen van je hart van Gods kant, en vervolgens opent jouw hart zich als je jezelf daarvoor openstelt. Hoe die beide gebeurtenissen precies op elkaar aansluiten is voor ons als mensen verborgen: het gebeurt gewoon. Jezus maakte dit principe ook in een iets ander verband duidelijk: "Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie..." (Johannes 15:16, NBV2004)
Getuigen van de ontdekking
Wanneer pas wedergeboren gelovigen gaan getuigen van de verandering in hun leven, willen ze in hun enthousiasme wel eens vergeten hoe de vork in de steel zit. Ze hebben het dan over HUN ontdekking in de trant van: "Ik heb gekozen om Jezus te volgen." Als ze wat verder gegroeid zijn in hun geloof gaan ze het anders zeggen: "Ik ben zo dankbaar dat God van me houdt, dat Hij mij heeft laten zien wie Jezus is en dat Jezus in mijn leven is gekomen." Geloofsgroei betekent dat je een beter zicht krijgt op de dingen van God en dat je focus verschuift van jezelf naar de Heer...
5.1.10. Iedere bekering is uniek Grote verschillen
Mensen komen vanuit zoveel verschillende achtergronden en omstandigheden tot geloof in Jezus. Je kunt moeilijk verwachten dat iedereen die stap helemaal 'volgens het boekje' doet. Evenals vriendschappen en diepgaande relaties op aarde op heel verschillende manieren ontstaan (zie de eindeloze stroom romans!) zo verschillend gaat het ook bij bekeringen. Het is goed dat we weten wat een complete bekering inhoudt (zoals uitgelegd in de vorige onderwerpen) maar we moeten accepteren dat God met verschillende mensen vaak heel verschillende wegen bewandelt om tot wedergeboorte te komen. Als twee mensen het eens zijn geworden dat ze met elkaar willen trouwen, hebben ze meestal niet een lange checklist afgewerkt om zich te verzekeren van een perfecte relatie. Het belangrijkste is dat ze het in hun hart eens zijn geworden om elkaar onvoorwaardelijke en levenslange liefde en trouw te willen beloven. De keuze van wederzijdse overgave dus. Sommige details kunnen ook na dat moment worden uitgewerkt.
Plotselinge gebeurtenis of een proces
Bekering is een nieuwe, diepgaande relatie aangaan met God en dat is al eerder vergeleken met een relatie tussen man en vrouw. Sommige mensen kunnen op slag verliefd worden, maar bij de meesten is het een proces. Een relatie moet vaak groeien en langzamerhand ontdek je dan dat de ander veel voor je is gaan betekenen. En zo gaat het ook met bekering, waarbij het ook gaat om het aangaan van een duurzame relatie gaat. Voor alle bekeringsprocessen geldt dat er een moment komt dat je aan het eind kunt zeggen: "Ik weet dat ik nieuw leven heb ontvangen. Er is iets veranderd in mijn hart. Er is licht, blijdschap en vrede mijn leven binnen gestroomd dat ik voorheen niet had. Ik kijk op een nieuwe manier naar God, naar Jezus. Ik heb andere verlangens gekregen. Nu weet ik het zeker: ik ben een kind van God en ik wil Jezus volgen, altijd!"
Verschillen per karakter
Het gedrag van mensen hangt voor een belangrijk deel af van hun karakter, dat voor ongeveer 50% voortkomt uit hun aangeboren temperament. De manier waarop iemand tot bekering komt hangt Hoofdstuk 5.1. Bekering - 20 -
Herschepping 2.0
meestal samen met zijn sterkst aanwezige karakteraspect. In het volgende overzicht worden enkele typische manieren weergegeven waarop mensen met verschillende karakters tot geloof komen. Daarnaast worden per karakteraspect ook de meest voorkomende valkuilen benoemd waardoor velen maar tot onvolledige bekering komen; in dat geval moet er NA de bekering een en ander worden 'ingehaald'. karakteraspect verstandelijk
gevoelsmatig
meest waarschijnlijke manier waarop zij tot bekering komen Ze willen eerst alles goed doordenken en de consequenties overzien. Als ze alles in hun gedachten goed op een rijtje hebben gezet maken ze een keuze. Daarbij zijn ze meer dan anderen aanspreekbaar in hun geweten (zondebesef). Ze komen vaak heel spontaan tot geloof, dikwijls op grond van een indringende ervaring. Ze voelen intuïtief aan dat het leven met God de moeite waard is en zo maken ze snel hun keuze.
wilskrachtig
Ze moeten vaak een felle strijd leveren vanwege hun sterke ego, die de dienst wil uitmaken. Afhankelijkheid van God klinkt vooral voor dit type als iets voor watjes, dus niet erg aantrekkelijk. Daarom zijn wilskrachtige typen het moeilijkst voor Jezus te winnen. Paulus is zo iemand, die een zeer krachtdadige bekering nodig had, maar dan ook een heel radicale keus maakte. evenwichtig Ze kijken het liefst de kat uit de boom en komen geleidelijker dan anderen tot bekering. Ze houden niet van snelle beslissingen en drastische veranderingen. Het liefst zouden ze het leven met God even op proef ontvangen, het eerst uitproberen en dan langzaam aan constateren dat ze over de streep zijn. Bekeringsverschillen per karakteraspect
meest voorkomende valkuilen om tot een volledige bekering te komen Ze beschouwen geloof als een zaak van het verstand en menen bekeerd te zijn als ze met hun verstand Gods Woord en beloften aannemen. Ze moeten vooral meer aandacht geven aan het komen tot een nieuwe relatie met God en een volkomen overgave van hun leven aan Hem. Ze zijn geneigd teveel te vertrouwen op hun gevoel en onvoldoende tijd te besteden om Gods waarheid tot zich te laten doordringen. Daardoor hebben ze geen krachtig fundament van waarheid. De kans op een latere terugval bij moeilijke omstandigheden wordt dan erg groot. Ze hebben vaak maar een heel beperkt zondebesef omdat ze zo goed over zichzelf denken en zich niet graag vernederen voor God. Voor de meesten van hen is het moeilijk om afhankelijk van God te willen zijn in een persoonlijke relatie met Hem. Ook kunnen ze denken dat ze maar weinig Bijbelkennis nodig hebben als basis voor hun leven. Velen verzuimen een duidelijke stap in geloof te nemen als een belangrijke mijlpaal in hun leven. Doordat ze praktisch van aard zijn, willen ze zich te snel richten op het 'doen' vanuit hun eigen dienstbaarheid. Ook hebben ze moeite om bestaande leefpatronen en tradities op te geven
5.1.11. Radicale bekering Geen halfslachtigheid
Het is belangrijk dat je bekering radicaal is. Dat woord komt van het Latijnse woord voor 'wortel'. Radicaal is dus zoiets als 'met wortel en al' ofwel met je HELE hart. Mensen die met hun ene been in het Koninkrijk van God willen staan en met hun andere been in de wereld, komen niet verder dan naamchristendom. Bekering betekent afstand nemen van je oude leven en je volledig overgeven aan God waardoor je een nieuw leven krijgt. Zonder die overgave is er geen bekering en geen echt geloof, geen echte bekering en geen wedergeboorte. Op dat moment besef je meestal niet helemaal wat volledige overgave inhoudt. Het aannemen van Jezus heeft te maken met het aanvaarden van zijn heerschappij over je leven. Jezus zei niet: "Bekeert u want ik kom jullie helpen om gelukkig te worden, zodat je een fijn gevoel van binnen krijgt." En ook niet: "Bekeert u, want ik kom jullie een nieuwe leer brengen." IntegenHoofdstuk 5.1. Bekering - 21 -
Herschepping 2.0
deel. Hij zei: "Bekeer u, want het Koninkrijk van de hemel is gekomen." Eerst maakte je deel uit van het koninkrijk van de satan, misschien wel onbewust. Je stond namelijk onder de heerschappij van je vlees, en liet je besturen door je eigen verlangens en ambities en daarmee stond je indirect onder de heerschappij van de satan. Je moet dus een nieuw koningschap aanvaarden. Jezus wil niet je adviseur zijn, degene die het geweldige voorrecht heeft gekregen dat Hij jou voortdurend mag zegenen en die komt opdraven als je Hem nodig hebt. Hij wil het voor het zeggen hebben in je leven. Als dat geen deel uitmaakt van je bekering, dan vraag ik me af of er wel een bekering heeft plaatsgevonden. Mogelijk is er iets gebeurd in je verstand of in je gevoel, maar dat is niet diep genoeg. Bekering vindt plaats op het diepere niveau van het hart.
Verlosser en Heer
Maar al te vaak hoor je pasbekeerden ongeveer als volgt spreken over hun bekering: "Ik heb Jezus leren kennen als mijn vriend" of "Ik heb Jezus aangenomen als mijn persoonlijke Verlosser." Ik hoop dan altijd maar dat ze zo vol zijn van hun nieuwe relatie met Jezus, dat ze wat vergeten te zeggen. Er ontbreekt namelijk iets heel belangrijks aan zo'n bekeringsverhaal, namelijk het feit dat een echte bekering ook inhoudt dat men zich heeft overgeven aan Jezus als HEER. Stel dat een bruidegom tijdens de huwelijksceremonie zegt: "Hierbij neem ik Truus aan als mijn persoonlijke kokkin." Grote kans dat de bruid zou zeggen: "Wacht eens even beste jongen. Ik wil best voor je koken en je onderbroeken wassen en nog veel meer, maar ik ben geen werkster, ik word je vrouw. Geef me je liefde, je hart, je capaciteiten, kortom alles. Of ga anders maar terug naar je moeder!" Jezus wordt je Verlosser niet als je Hem ook niet als je Koning, je Heer aanvaardt! De redding van Jezus is niet los verkrijgbaar: je aanvaardt Jezus helemaal of anders maar helemaal niet.
Doorgaande bekering
Het belangrijkste is niet HOE je tot bekering bent gekomen, maar wel DAT je tot bekering bent gekomen. Bij de bekering wordt het fundament van je geloofsgebouw gelegd. Hoe radicaler de bekering, hoe steviger het fundament. Ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Als er bij je bekering bepaalde aspecten nog niet voldoende uit de verf zijn gekomen (wat meestal het geval is!), kan dat later worden aangevuld. Gedurende de rest van je leven wordt het herscheppingsproces verder voortgezet in een levenslang proces van geloofsgroei. "Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus." (Filippenzen 1:6, NBV2004). Er is nog zoveel in je leven dat na je bekering nog veranderen moet. Elke keer als je bijvoorbeeld ontdekt dat je nog vast zit aan een zondige gewoonte, kun je dat aan God voorleggen vanuit het verlangen om door Hem daarin veranderd te worden. Dat zou je ook een soort follow-up bekering kunnen noemen. Daarna wil God een stuk geestelijke vernieuwing in je bewerkstelligen. In zekere zin wordt daarmee het proces van bekering en wedergeboorte nog eens dunnetjes overgedaan voor alles in je leven dat 'in het licht van God' gebracht wordt.
5.1.12. Bekering van Israël In de geschiedenis van het volk Israël kunnen we veel illustraties vinden van nieuwtestamentische concepten. Zo kunnen we de begrippen 'bekering' en 'wedergeboorte' tegenkomen in het Bijbelboek Exodus, waar het gaat over de ontstaansgeschiedenis van het volk. Hierbij komen we de vier zielsaspecten tegen zijn genoemd bij enkele vorige onderwerpen in dit hoofdstuk: gevoel, verstand, wil en gedrag.
Gevoel (ervaringen)
Het volk was in de loop der jaren in diepe ellende terecht gekomen. Eerst mochten ze gewoon zelf een bestaan opbouwen in Egypte, nadat aartsvader Jakob met zijn familie er was komen wonen Hoofdstuk 5.1. Bekering - 22 -
Herschepping 2.0
(Genesis 46). Het volk had zich snel uitgebreid en de Egyptenaren hadden hen later tot slaafse dwangarbeid verplicht (Exodus 1). Bij veel mensen begint het bekeringsproces wanneer ze voor situaties komen te staan waar ze op eigen kracht niet uitkomen en waarbij ook hun eventuele godsdienstigheid niet helpt. Zolang alles vanzelf gaat meen je Jezus niet nodig te hebben en denk je dat je zelf de controle over alles hebt, maar als het tegenzit kom je soms tot heel andere gedachten. De moeilijke omstandigheden kunnen dan een positief effect hebben doordat je erdoor open komt te staan voor de zegen en hulp die God je wil geven... God gebruikte deze moeilijke omstandigheden om het volk te laten beseffen dat er ook nog ergens een God was, die zich in het verleden aan hun voorouders had geopenbaard. Wat was er fout gegaan? Doordat ze de Egyptische afgoden waren gaan dienen (Ezechiël 20:8) was het volk ver van God komen te staan. God had zijn beschermende, zegenende hand van hen afgetrokken, zodat hun situatie steeds nijpender werd. Uiteindelijk was Israël een miserabel slavenvolk geworden, dat in diepe ellende verkeerde. Eindelijk ging het volk tot God roepen om een oplossing: "Jaren gingen voorbij ... maar de Israëlieten gingen nog altijd onder slavenarbeid gebukt. Ze klaagden luid en hun hulpgeroep steeg op naar God." (Exodus 2:23. NBV2004) Dat roepen naar God vanuit een verlangen naar vrijheid was hun eerste blijk van het besef dat ze God nodig hadden. Gedurende de tijd van de tien plagen heeft het volk keer op keer ervaren dat God aan hun zijde stond en machtiger was dan de farao en dan de goden van Egypte. Door deze ervaringen groeide hun vertrouwen op God zodat ze het tenslotte aandurfden om uit Egypte weg te trekken. Zie ook onderwerp ' Bekering en gevoel'.
Verstand (openstaan voor de boodschap van bevrijding)
Mozes woonde in de woestijn bij het volk van Midjan, waar hij ook een gezin had gesticht. God riep Mozes om de leider te worden van het volk Israël om het volk te bevrijden: "Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing..." (Exodus 3:8, NBV2004) Mozes bracht die woorden van God over aan het volk Israël en deed in opdracht van God ook enkele wondertekenen om die boodschap te bekrachtigen. Zo nam het volk kennis van Gods plannen: ze zouden niet alleen bevrijd worden uit de slavernij, maar ook worden gebracht naar een goed land, met een uitstekend toekomstperspectief. Het goede nieuws van God bestaat altijd uit twee delen: 1. God wil je bevrijden van lasten die te zwaar voor je zijn. 2. God wil je daarvoor in de plaats iets heel goeds geven waar je gelukkig van wordt. Zoals Mozes naar het volk Israël werd gezonden, is later Jezus, de Zoon van God naar de wereld gezonden. Jezus bracht het evangelie van bevrijding uit de macht van de satan en de belofte van een overvloedig en gelukkig leven. Het was een boodschap van bekering om deel te krijgen aan Gods Koninkrijk. Het volk Israël werd uitgedaagd om Gods woorden als betrouwbare waarheid te accepteren. Op dezelfde manier is er vandaag de dag bij de bekering van een mens eerst een aanvaarding van Gods waarheid nodig voordat hij tot geloof komt. Zie ook onderwerp ' Bekering en verstand'.
Wil (kiezen voor God)
De reactie van het volk op Mozes' woorden en tekenen was veelbetekenend: "Het volk nu geloofde, en toen zij hoorden dat de H E R E op de Israëlieten acht geslagen en hun ellende gezien had, knielden zij en bogen zich neder." (Exodus 4:31, NBG1951)
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 23 -
Herschepping 2.0
Deze cruciale stap was een noodzakelijke voorwaarde voor de verlossing, want natuurlijk was God niet van plan het volk tegen haar wil te bevrijden. We zien dat het volk een kleine stap in geloof deed: men geloofde de boodschap van Mozes, vertrouwde dat hij namens God sprak en knielde voor God. Daarmee onderwierp het volk zich in principe aan Hem. Later zou blijken hoe broos die geloofsovergave nog was, maar in ieder geval was de eerste stap gezet. Vervolgens ontstond er een ongekend felle strijd om het volk te laten gaan. De farao van Egypte deed alles om het volk te weerhouden om uit zijn machtsgebied te vertrekken. Eerst werd de slavernij zelfs verzwaard (Exodus 5:5-11). De tien plagen van Egypte (Exodus 7-12) waren niet alleen nodig zodat de farao het volk zou laten gaan, maar ook om duidelijk te maken dat de God van Israël vele malen machtiger was dan de afgoden van Egypte. De farao is hier natuurlijk het beeld van de satan, die mensen tegenhoudt om tot verlossing te komen. Daaruit kunnen we leren dat er ook bij de geestelijke verlossing van een mens een enorme weerstand kan komen uit de hoek van Gods tegenstander. Deze kan zich in de praktijk bedienen van omstandigheden, vrienden, familieleden of zelfs kerkelijke leiders om iemand er van te weerhouden om tot bekering te komen. Zie ook onderwerp ' Bekering en wil'.
Gedrag (beginnen te doen wat God zegt)
De laatste stap was dat het volk Israël een begin maakte met het gehoorzamen van God. Ze hielden het Pesachmaal precies zoals God via Mozes had opgedragen en bestreken de deurposten van hun huizen met bloed zodat de doodsengel hun eerstgeboren kinderen niet zou doden (Exodus 12), terwijl de eerstgeborenen van de Egyptenaren wel zouden sterven. Uiteindelijk maakten ze zich klaar voor vertrek uit Egypte. Bij elk bekeringsproces hoort een begin te worden gemaakt met het gehoorzamen van God. Wie daar niet toe bereid is heeft zichzelf niet aan God 'uitgeleverd'. Zie ook onderwerp 'Bekering en gedrag'.
Lang proces
Daarmee was de 'bekering' van de Israëlieten compleet. Het was nog maar een zwak begin. Daarna zouden ze daadwerkelijk worden bevrijd en een nieuwe geboorte als Gods volk meemaken. Vervolgens zouden ze in de woestijn verder worden onderwezen in Gods levenswet en uiteindelijk in het beloofde land aankomen. Dit 'bekeringsproces' van het volk Israël heeft een aantal jaren geduurd. Het was een proces waarbij geloof en ongeloof, vertrouwen en wantrouwen elkaar afwisselden. God gaf het volk voldoende tijd om alles te verwerken en klaar te zijn voor de uittocht uit Egypte. Zie onderwerp 'Wedergeboorte van Israël' in hoofdstuk 'Wedergeboorte' als een soort vervolg op deze voorbeeldstudie.
5.1.13. Uitverkiezing Eeuwig plan
Bij het woord 'uitverkiezing' wordt vaak gedacht aan het idee dat God op grond van een eeuwig plan van tevoren heeft vastgesteld of iemand ooit gered zal worden of dat hij voor eeuwig verloren zal gaan. Het lijkt dan of de mens machteloos staat tegenover God die ertoe kan besluiten hem tot zich te brengen of hem van zich af te stoten. De Bijbel spreekt duidelijk over een eeuwig, allesomvattend beleidsplan van God, waarbinnen onze levens een plek hebben: "Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil," (Efeziërs 1:5, HSV2010) Hoofdstuk 5.1. Bekering - 24 -
Herschepping 2.0
"In Hem (=Jezus) zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem (=God) Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden." (Efeziërs 1:11-12, HSV2010) Deze woorden moeten we in de eerste plaats lezen met Efeziërs 1:3 in het achterhoofd, waarin Paulus de daarop volgende Bijbelverzen inleidt. Vrij weergegeven schrijft hij: "Kijk toch eens waarmee God ons als gelovigen allemaal heeft gezegend!" God heeft ons als gelovigen aangenomen als zijn eigen kinderen en dat herscheppingsplan had Hij allemaal van tevoren uitgedacht. Alles wat God ooit doet past binnen zijn allesomvattende goddelijke beleid. Maar dat betekent niet dat God de gedetailleerde uitwerking van dat plan van tevoren heeft vastgesteld als een soort noodlot. Uit deze woorden mogen we ook niet afleiden dat van alle individuele gelovigen van tevoren vaststaat of zij nieuw leven zullen ontvangen of niet.
Ware gelovigen zijn uitverkorenen
In veel gevallen wordt de term 'uitverkoren' of iets dergelijks in de NBG1951 of HSV2010 vertaling gebruikt voor ware gelovigen in ongeveer dezelfde betekenis als 'geroepenen' (bijvoorbeeld in 1 Korintiërs 1:2). Vergelijk bijvoorbeeld ook 1 Petrus 1:1 met 2 Petrus 1:1 en bedenk dat de geadresseerden vrijwel zeker de zelfde groep mensen vormden. Het nieuwtestamentische woord voor 'gemeente' (Grieks: ekklesia) heeft ook eenzelfde betekenis: een groep uitgeroepenen. We gaan voor het gemak even voorbij aan het feit dat meestal niet alle leden van een gemeente ware gelovigen zijn. Gelovigen zijn door God geroepen en apart gezet om Hem te dienen. In die zin zijn alle wedergeboren gelovigen geroepenen te noemen. NERGENS in de Bijbel wordt iemands persoonlijke uitverkiezing of bestemming losgemaakt van de individuele keuze om in God te gaan geloven en om God en de medemensen lief te hebben.
Er is ruimte voor jou in Gods eeuwige plan
Het is heel bemoedigend te weten dat God jouw persoonlijke herscheppingsproces leidt (en dus niet jij zelf), dat je welkom bent bij Hem, en dat je op Hem kunt terugvallen, ook als je wel eens wegzakt. Gods 'eeuwige plan' kan nooit aanleiding geven tot welke negatieve gedachte dan ook en kan nooit een belemmering vormen voor wie dan ook om tot God te komen. De vraag 'ben ik wel uitverkoren?' vind ik eigenlijk een verboden vraag die van geen enkel belang is en alleen onnodige twijfel kan zaaien. Wie tot bekering gekomen is kan in de Bijbel lezen dat hij een uitverkorene is. De Bijbel laat zien dat God je kende, lang voordat je geboren werd (Psalm 139:14-15). Zoals een moeder de kinderkamer klaarmaakt als er een baby op komst is, zo heeft God in zijn plan ruimte gemaakt voor jou. God hield van je voordat jij van Hem kon houden. Hij is je eerste liefde. God heeft voor je gekozen voordat jij voor Hem kon kiezen. Dat is een hartverwarmende gedachte.
Wie is verantwoordelijk voor bekering: God of de mens?
Bij het handelen van God vindt een wonderlijke wisselwerking plaats tussen God die iets doet en de mens die zich ervoor opent en erop reageert. God dringt zichzelf niet aan je op, maar respecteert je keuzevrijheid. Iemands bekeringsproces bestaat onder meer uit al die momenten van interactie tussen God en de mens, waarbij in het hart van de mens het geloof ontstaat dat tot bekering leidt. Die verwevenheid van Gods handelen en de reacties van de mens is een van de grootste mysteries van het christelijke geloof. Als Schepper staat God boven alles wat bestaat en alles wat gebeurt. Dus ook het hele proces van bekering en wedergeboorte valt onder zijn alles omvattende soevereiniteit. Daarbij zijn Vader, Zoon en Geest alle drie actief betrokken: 1. De Vader heeft de wereld lief (Johannes 3:16) en heeft een alomvattend beleidsplan om mensen nieuw leven en een stralende toekomst te geven (Efeziërs 1:4-5). 2. De Zoon heeft de kosten betaald door zijn plaatsvervangend sterven en verzoening tussen God en de mensheid tot stand gebracht.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 25 -
Herschepping 2.0
3.
De Heilige Geest geeft individuele mensen zicht op God en zijn plan met hun leven.
God is voor 100% de leider van het bekeringsproces. Tegelijk ben je als mens voor 100% verantwoordelijk voor je eigen keuze om je in geloof tot God te bekeren. Dit wordt wel eens de '200% regel' genoemd. Je hoeft je geen zorgen te maken over Gods aandeel in het proces. God is daartoe zeer bekwaam en laat zich motiveren door zijn eeuwige, onbaatzuchtige liefde. Zelf ben je volledig verantwoordelijk voor jouw reacties op wie God is en op wat Hij doet in je leven. Daarin word je niet gemanipuleerd of gehinderd vanuit de hemel. "Maar aan wie hem aanvaardden en in hem geloofden, heeft hij het recht gegeven kinderen van God te worden." (Johannes 1:12, GNB1996) Maar ook al is de mens verantwoordelijk voor zijn eigen geloofskeuze, het aannemen van Jezus is geen eigen verdienste. Want laten we wel wezen, wat voor verdienste ligt er in het feit als iemand van God een royaal genadeaanbod van nieuw leven aanneemt? Als je door hebt wat dat genadeaanbod inhoudt, hoe zou je dat dan nog kunnen afwijzen?
God werkt in het hart van de mens
Persoonlijk geloof ik niet in een tegenstelling tussen de vrije wil van de mens en de soevereiniteit van God. Kijk eens naar het volgende Bijbelgedeelte: "Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart." (Hosea 2:13, NBG1951) Hier spreekt God over de relatie met zijn geliefde volk Israël, maar met dezelfde liefdevolle houding komt God de mens tegemoet die open staat voor zijn liefde. Hoe raar het ook mag klinken, God maakt mensen in zekere zin het hof, met een liefdevolle toenadering. Ook Jezus sprak over dit onderwerp toen Hij zei: "Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader ... hem trekt." (Johannes 6:44, HSV2010) Dat 'trekken' van God (en natuurlijk evenzeer van Jezus) betekent niet dat Hij mensen aan hun haren zijn Koninkrijk binnen sleept, want God respecteert ieders vrije wil. Het betekent wel dat God zijn aantrekkingskracht op hen uitoefent door hen te laten ontdekken wie Hij is en hoeveel Hij van hen houdt. "...Een ieder, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, KOMT tot Mij ... Wie GELOOFT, heeft eeuwig leven." (Johannes 6:45-47, NBG1951) Na het 'trekken' van God is het aan de mens een stap te nemen, namelijk om te komen en te geloven. Denk ook aan de andere uitdrukkingen die de Bijbel gebruikt voor het 'trekken' van God, zoals 'roepen' (1 Korintiërs 1:2) of 'aan de deur van je hart kloppen' (Openbaring 3:20). Gods werk in het mensenhart ontslaat hem niet van zijn eigen verantwoordelijkheid om voor God te kiezen. God schakelt de wil van de mens niet uit, want God heeft de mens geschapen met een vrije wil en een eigen verantwoordelijkheid voor zijn levenskeuzen. Iemand zal misschien zeggen dat er in de Bijbel van Lydia geschreven staat dat de Heer haar hart opende. Ja, dat staat er inderdaad: "Een van hen heette Lydia. Ze was een purperverkoopster uit Tyatira en vereerde God. Toen ze zat te luisteren, zorgde de Heer dat haar hart zich opende: ze was vol aandacht voor wat Paulus zei..." (Handelingen 16:14, GNB1996) Maar er staat meer. Nadat zij en haar huisgenoten waren gedoopt, nodigde ze Paulus en degenen die bij hem waren uit met de woorden: "... Als u ervan overtuigd bent dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek...." (Handelingen 16:15, NBV2004)
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 26 -
Herschepping 2.0
We lezen in deze beide Bijbelverzen: 1. dat Lydia luisterde naar de evangelieboodschap, 2. dat God haar hart opende 3. dat zij aandacht schonk aan wat gezegd was ofwel de boodschap aanvaardde. 4. dat zij tot geloof kwam 5. dat zij zich liet dopen. Haar bekering ging dus allerminst buiten haar eigen wil om. Paulus bracht Gods boodschap, God maakte de boodschap levend in haar hart en Lydia koos. Alles gebeurde op Gods initiatief en onder Gods regie, maar daarbij had Lydia ook een eigen rol.
Wachten op Gods ingrijpen?
Helaas zijn er nog steeds mensen die verlamd worden door bepaalde opvattingen rondom uitverkiezing. Ze menen uit de Bijbel te concluderen dat alleen die mensen door God worden aangeraakt, die van tevoren zijn aangemerkt en voorbestemd zijn om nieuw leven te ontvangen. Ze menen ook dat je alléén tot God kunt komen als je, buiten je wil om, tot een ingrijpende innerlijke verandering komt. Ze gaan hun leven lang naar de kerk en wachten maar totdat die gebeurtenis hen overkomt. Het gaat hier echter om een leugen uit de hel waarmee de satan ons passief wil maken en te weerhouden om naar God toe te gaan. De eerste evangelieboodschap van Jezus was gericht aan ALLE omstanders: "Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen" (Matteüs 4:17, HSV2010) Wie geeft ons dan het recht om te zeggen: "Pardon, wij hebben het in onze kerkelijke kring precies andersom geleerd. Wij kunnen ons niet bekeren, want dat moet ons eerst door U gegeven worden!" In de eerste plaats is het Jezus die ons roept om zijn leven in ontvangst te nemen: "Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken." (Johannes 7:37, HSV2010) Voor degenen die hieraan gehoor willen geven, gaat het niet om de vraag 'ben ik uitverkoren'? maar om de vraag 'heb ik dorst en wil ik drinken'? In de Bijbel zien we nergens dat Jezus tegen iemand zei: "Ga maar weg want volgens mijn gegevens sta je niet op de lijst van uitverkorenen." Het genadeaanbod is aan alle mensen gericht. God heeft niet vastgesteld dat bepaalde mensen bij voorbaat verworpen zijn en dus geen kans maken om nieuw leven te ontvangen, ook al zouden ze zich tot God keren. Mensen die zo denken willen nog wel eens de volgende tekst aanhalen: "Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat." (Romeinen 9:13, NBG1951/NBV2004) In deze tekst wordt een vergelijking getrokken tussen Jakob en Esau. Het is een manier van spreken die betekent dat God Jakob heeft verkozen BOVEN Esau om aartsvader van het volk Israël te worden, niet dat God hem van tevoren had verworpen of afgewezen. In Lucas14:26 wordt diezelfde zegwijze gebruikt in een ander verband. Hier komt nog zo'n tekst die sommige mensen gebruiken om anderen te ontmoedigen en de poort naar de hemel te versmallen. "Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren." (Matteüs 22:14, HSV2010) Deze woorden sprak Jezus uit na de gelijkenis over de genodigden bij een bruiloftsfeest (Matteüs 22:1-14). Dit betekent: niet ALLE genodigden gaan in op de uitnodiging; niet meer en niet minder. Het betekent niet dat hun aanwezigheid van tevoren al niet gewenst was en ook niet dat er maar een klein groepje mensen bij God mag komen. Wie nodigt er nu mensen uit die niet welkom zijn? In ieder geval God niet! Kortom: laat je niet inpakken door al die neerdrukkende gedachten over uitverkiezing. Onthoud dat iedereen welkom is bij God die zijn leven aan Hem in geloof wil toevertrouwen.
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 27 -
Herschepping 2.0
Conclusie
Als je kennis hebt genomen van Gods genadeaanbod, dan ben je een 'geroepene' en als het aanneemt blijk je een 'uitverkorene' te zijn. Het woord 'uitverkorene' kan ook gelezen worden als gunsteling, iemand van wie God houdt, zoals in de volgende oudtestamentische profetie over Jezus: "Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde, ik heb hem met mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen." (Jesaja 42:1, NBV2004) Dan blijkt bij het lezen van de Bijbel dat God je al eeuwen geleden op het oog heeft gehad. Een voorbeeld zien we in het volgende Bijbelvers waarin Gods eeuwige plan en de bewuste keuze van de mens naast elkaar voorkomen: "... allen die voor het eeuwige leven bestemd waren, kwamen tot geloof." (Handelingen 13:48, GNB1996) Er blijft een spanningsveld tussen Gods eeuwige, tijdloze plan en de verantwoordelijkheid van de tijdelijke mens. Het is niet mogelijk om die beide tot een logisch begrijpbaar geheel te beschrijven. Belangrijk is te weten dat Gods genade de bron is voor de redding van de mens en dat de mens volledig verantwoordelijk is voor zijn bekeringskeuze. Alle eer aan God die dat allemaal mogelijk heeft gemaakt!
Hoofdstuk 5.1. Bekering - 28 -
Herschepping 2.0
5.2. Wedergeboorte Wedergeboorte is de innerlijke verandering van de mens die God doet plaatsvinden nadat hij zich tot Hem bekeerd heeft. Het is de grootste omwenteling in een mensenleven, een duidelijk merkbare gebeurtenis voor jezelf en voor anderen. Vier aspecten van de wedergeboorte worden besproken: rechtvaardigmaking, verzoening, verlossing en levendmaking. Het geeft ook zekerheid over eeuwig leven. 5.2.1. Wat is wedergeboorte? 5.2.2. Rechtvaardigmaking 5.2.3. Verzoening 5.2.4. Verlossing 5.2.5. Levendmaking 5.2.6. Wedergeboorte ervaren 5.2.7. Zekerheid over eeuwig leven 5.2.8. Wedergeboorte van Israël
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 1 -
Herschepping 2.0
5.2.1. Wat is wedergeboorte? Nieuw leven "Gered heeft Hij ons door het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest..." (Titus 3:5, NBV2004) Wedergeboorte is een eenmalige gebeurtenis in een mensenleven: de afsluiting en bekroning van het bekeringsproces. Het markeert het begin van iemands leven als echte christen. Het is een geestelijke geboorte waarbij de geestelijke verbondenheid met God tot stand komt. "... Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest." (Johannes 3:5-6, HSV2010) Jezus sprak over een bovennatuurlijke, geestelijke geboorte door de Heilige Geest. Op andere plaatsen legt de Bijbel uit dat bij wedergeboorte Gods Geest in de geest van de mens komt wonen.
Wedergeboorte volgt direct op de bekering
In het herscheppingsproces aan het begin van iemands christenleven onderscheiden we de volgende stappen, die in elkaar overvloeien: 1. God openbaart zichzelf aan de persoon. 2. Er ontstaat een innerlijke overtuiging in het hart van de mens die open staat voor de inwerking van de Heilige Geest. 3. De mens neemt in geloof Gods genadeaanbod aan door ervoor te kiezen Jezus als zijn Verlosser en Heer te aanvaarden. 4. Onmiddellijk daarna vindt de wedergeboorte plaats door de Heilige Geest. Dit is een genadegeschenk van God. Stappen 1-3 kunnen in lengte variëren. Bij sommige mensen is het enkele uren, bij anderen het grootste deel van hun leven.
Met Jezus gestorven en opgewekt "Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. " (2 Korintiërs 5:17, HSV2010 Wedergeboorte is het allerbelangrijkste keerpunt in je leven als gelovige. Er gaat letterlijk een nieuwe wereld voor je open en er ontstaat nieuwe ruimte in je leven. Iemand zei eens: "Mijn ogen werden geopend, ik zag wat ik voorheen niet zag. Er is een last van mijn schouders gegleden en ik voel dat ik een fundamenteel vernieuwd mens ben geworden." Hoewel niet iedereen zijn wedergeboorte even heftig ervaart, is er altijd het krachtige besef van een belangrijk keerpunt. Bij de wedergeboorte krijgen het sterven van Jezus aan het kruis en de opstanding van Jezus uit de dood hun betekenis in het leven van de pasbekeerde. Bekering betekent: jezelf overgeven bij het kruis, je oude leven afleggen en inleveren, zoals Jezus zijn eigen leven aan het kruis heeft afgelegd. Wedergeboorte betekent: een nieuw, geestelijk leven ontvangen in verbondenheid met Jezus, net zoals Jezus uit het graf is opgewekt. "Wij zijn dan met Hem begraven ... in de dood, opdat evenals Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt met Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding." (Romeinen 6:4-5, HSV2010) Vanaf dat moment heb je een nieuwe nationaliteit ontvangen als hemelburger. Je bent niet genaturaliseerd tot hemelburger, maar gestorven als burger van het koninkrijk van de satan, en opnieuw geboren als burger in het Koninkrijk van God. Dit is een geestelijk burgerschap. Vanaf dat moment is dat je nieuwe nationaliteit en je vorige nationaliteit is definitief afgelopen.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 2 -
Herschepping 2.0
Wedergeboorte aspecten
Bij het begrip wedergeboorte kunnen we vier aspecten onderscheiden. Deze hangen samen met de vier aspecten van de verdienste van Jezus door zijn plaatsvervangend sterven aan het kruis. Wat Jezus aan het kruis heeft bewerkstelligd voor de hele wereldbevolking van alle tijden en plaatsen wordt persoonlijk toegepast bij iemands wedergeboorte. verdienste van Jezus voor de mensheid door zijn kruisdood de zonden gedragen
persoonlijk toegepast bij wedergeboorte
God neemt daarbij iets verkeerds weg
God geeft daarvoor iets goeds in de plaats
rechtvaardigmaking
de verzoening met God tot stand gebracht de satan overwonnen
verzoening
de dood overwonnen
levendmaking
vergeving van zondeschuld geen vijand van God meer bevrijding uit de macht van de satan niet langer geestelijk dood
toerekening van Jezus' gerechtigheid gunsteling en kind van God geworden toelating tot het Koninkrijk van God nieuw leven ontvangen
verlossing
Betekenis van het kruis voor christengelovigen
Deze vier genoemde aspecten worden hierna als vier afzonderlijke onderwerpen uitgewerkt. Zie ook onderwerp 'Betekenis van het kruis' in hoofdstuk 'Sterven van Jezus''.
5.2.2. Rechtvaardigmaking Rechtvaardigmaking is het fundament van de wedergeboorte. Je zou kunnen zeggen dat de overige drie aspecten (verzoening, verlossing en levendmaking) daar op verder op doorbouwen. Het is de juridische kant van de wedergeboorte die gaat over de cruciale vraag: ben je schuldig of onschuldig tegenover God? Hierbij staat vooral Gods rechtvaardigheid op de voorgrond. "... gerechtigheid en recht zijn de grondslag van zijn troon." (Psalm 97:2, NBG1951)
Wat is rechtvaardigmaking?
Een ZONDAAR die zich tot God bekeert wordt bij zijn wedergeboorte tot RECHTVAARDIGE verklaard en wel door God in zijn hoedanigheid als de hoogste rechterlijke macht van het heelal. Deze verklaring is door Jezus, de Zoon van God, ondertekend met zijn eigen bloed. Deze verklaring is eenmalig, heeft een eeuwige geldigheidsduur en kan alleen ongedaan worden gemaakt op verzoek van de persoon zelf, als hij ervoor kiest zich van God los te maken. Gods prachtige herscheppingsplan, waarvan de rechtvaardigmaking een onderdeel is, komt voort uit de eindeloze bron van genade die zo kenmerkend is voor onze edelmoedige Schepper: "Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade..." (Romeinen 3:23-24, HSV2010) De profeet Jesaja profeteerde de volgende woorden over Jezus, die eeuwen later op aarde zou komen: "... Wanneer Hij Zijn leven heeft geofferd voor de zonde ... zal mijn rechtvaardige dienaar vele mensen bevrijden van schuld en hen rechtvaardig maken in de ogen van God, want Hij (=Jezus) zal al hun zonden dragen." (Jesaja 53:10-11, HB2008) Bij rechtvaardigmaking onderscheiden we een minkant (vergeving van zondeschuld) en een pluskant (toerekening van Jezus' gerechtigheid). In dit verband betekent de term 'minkant' dat God iets schadelijks wegneemt dat bij het oude leven hoort. De term 'pluskant' betekent dat God daarvoor in de plaats iet goeds geeft dat bij het nieuwe leven hoort.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 3 -
Herschepping 2.0
Minkant van rechtvaardigmaking: vergeving van zondeschuld
De minkant van de rechtvaardigmaking houdt in dat iemand na berouwvolle bekering vergeving van zijn persoonlijke zondeschuld ontvangt. Zonden zijn daden die tegen Gods wil in gaan en schuld is de mate waarin je daarvoor verantwoordelijk gesteld wordt. In Leviticus 1-4 zien we dat God zondoffers had ingesteld en apart daarvan ook nog eens schuldoffers om het verschil te benadrukken. Bij schuldoffers is bijvoorbeeld herstelbetaling verplicht, bij zondoffers niet. In het Nieuwe Testament worden 'zonde' en 'schuld' vaak door elkaar gebruikt, omdat ze sterk met elkaar samenhangen. Vergeving houdt in dat iemands schuld is betaald door Jezus. Dat heeft Hij gedaan doordat Hij aan het kruis de zondeschuld van de hele mensheid op zich genomen heeft en zijn eigen zondeloze leven als zondoffer en schuldoffer heeft gegeven. De vergeving die Jezus op Golgota heeft mogelijk gemaakt voor de mensheid als geheel, wordt individueel toegepast bij ieder mens die zich tot God heeft bekeerd door het geloof in Jezus. "God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren." (Romeinen 5:8, HSV2010)
Pluskant van rechtvaardigmaking: toerekening van gerechtigheid
Toch wilde God nóg verder gaan dan vergeving en wel door je als pasbekeerde gelovige als rechtvaardige te beschouwen. Dat is een moeilijk begrip, dat we niet vaak gebruiken en daarom heeft het wat uitleg nodig. Voor veel christenen is vergeving en rechtvaardigmaking precies hetzelfde begrip. Als iemands zonden vergeven zijn, heeft hij geen schuld meer. Dan is hij niet meer onrechtvaardig en dus rechtvaardig. Dat klinkt taalkundig wel logisch, maar toch gaat Gods genade nog een flink stuk verder. Let goed op. Vergeving houdt in dat Jezus bij de wedergeboorte je zondeschuld op zich heeft genomen. Dat begrip is overbekend bij iedere kerkganger. Rechtvaardigmaking betekent dat de rechtvaardigheid van Jezus jou wordt toegerekend. Dat begrip is veel minder bekend. Paulus zegt hierover: "Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot ZONDE gemaakt, opdat wij zouden worden GERECHTIGHEID Gods in Hem." (2 Korintiërs 5:21, NBG1951) Dat gaat veel verder dan vergeven. Dat is niet alleen de schuld wegnemen, zodat we niets meer hoeven terug te betalen, maar ook nog eens een enorme bonus erbij geven. Dat is dubbele genade en dubbel onbegrijpelijk! God heeft aan Jezus al jouw zonden toegerekend; nu rekent God jou al het goede toe dat Jezus gedaan heeft. Je bent in geestelijke zin 'met Christus omkleed' (Galaten 3:27).
Voorbeelden van rechtvaardigmaking
Ook in het Oude Testament komen we deze beide kanten van rechtvaardigmaking tegen, bijvoorbeeld in het visioen van de profeet Zacharia over de hogepriester Jozua: "... 'Trek hem zijn vuile kleren uit.' En Zich tot Jozua wendend, zei Hij: 'Kijk,Ik heb uw zonden van u weggenomen en geef u nu deze feestkleren.' " (Zacharia 3:4-5, HB2008) In het Nieuwe Testament komen we de prachtige gelijkenis tegen van de verloren zoon (Lucas 15:1132), die bij zijn smadelijke wederkomst tegen zijn vader zei dat hij voortaan zijn knecht wilde zijn. Hij werd echter als zoon binnengehaald, kreeg een zegelring om zijn vinger en er werd een knalfeest gebouwd. Hij werd: (-) vergeven en (+) in ere hersteld (-) zijn vuile plunje mocht hij uitdoen en (+) feestkleding mocht hij aandoen Rechtvaardigmaking is een begrip waarover ik me blijf verwonderen. Het vreemde is dat gelovigen tien keer zo vaak spreken over vergeving dan over rechtvaardigmaking. Misschien dat ze gewend zijn aan negatief Bijbels onderwijs waarbij de zonde wordt overbelicht ten koste van de genade die God schenkt.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 4 -
Herschepping 2.0
Geen zondaar meer
Een wedergeboren persoon is een rechtvaardige en zo staat hij geregistreerd in de hemel. Als hij daarna zondigt, blijft die registratie als rechtvaardige ongewijzigd. Als hij daarna zijn zonden belijdt, worden ook die zonden vergeven. Voor een onbekeerd mens is zondigen de regel, maar voor een wedergeboren mens is zondigen de uitzondering. Vandaar dat de apostel Johannes bijvoorbeeld schreef: "We weten dat iemand die uit God geboren is niet zondigt..." (1 Johannes 5:18, NBV2004) Die uitspraak lijkt op het eerste gezicht gewoon niet waar te zijn, omdat zelfs de beste gelovigen toch wel zonden blijven doen. Maar het is de uitzondering geworden, niet meer de regel. Een ware gelovige HAAT de zonde en kent de weg naar de vergeving van zonden en naar de overwinning over zijn zondige neigingen door de kracht van Gods Geest op de leerweg van het geloof. De wedergeboren mens heeft rechtvaardigheid als uitgangspunt, dus mag hij daarna nooit meer zeggen dat hij een zondaar is. Het zondaar zijn hoort niet meer bij zijn nieuwe identiteit als herschapen mens. Het is heel belangrijk om dat te begrijpen, ook wanneer de praktijk van het leven weerbarstig is. Naarmate een wedergeboren mens geestelijk groeit, zal hij steeds meer afkeer van de zonde krijgen en zal de Heilige Geest hem helpen steeds meer een rein en heilig leven te leiden. Zie hoofdstuk 'rein geweten' voor het omgaan met dagelijkse zonden.
Rechtvaardigmaking is het fundament van de wedergeboorte De zondeschuld was de oorzaak van: 1. de verwijdering tussen God en de mens 2. de macht van de satan over je leven 3. de geestelijke dood
Door de vergeving van schuld en de rechtvaardigmaking is de weg vrijgemaakt voor de volgende drie aspecten van de wedergeboorte die in de volgende onderwerpen aan de orde komen: 1. het herstel van de relatie met God (verzoening) 2. de vrijheid van God in je leven (verlossing) 3. het ontvangen van nieuw leven (levendmaking)
5.2.3. Verzoening Van de vier aspecten van de wedergeboorte is de rechtvaardigmaking het fundament van de wedergeboorte. Door de rechtvaardigmaking is de juridische positie van de bekeerde mens veranderd van zondaar tot rechtvaardige. Het tweede aspect gaat over de relationele kant van de wedergeboorte.
Verzoening van de wereld persoonlijk toegepast
Na de zondeval van de mens is de relatie tussen God en de mensheid verbroken en is de mens van God vervreemd geraakt. Adam en Eva hebben God afgewezen door naar de satan te luisteren, want ze wilden niet meer afhankelijk van God zijn. Ze wilden liever voor zichzelf beginnen, net zo als de satan dat ooit gedaan had toen hij in opstand tegen God kwam. Dat was regelrechte rebellie tegenover hun Schepper en Weldoener, waardoor ze Gods vijanden werden. Door zijn plaatsvervangend sterven aan het kruis heeft Jezus de kloof tussen God en de mensheid overbrugd. Bij de geboorte van Jezus was er een spreekkoor van engelen dat God loofde met de woorden: "... Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen." (Lucas 2:14, HSV2010) God heeft weer welbehagen in de mensheid, dat wil zeggen: God heeft weer een goede relatie met de mensheid. Bij de wedergeboorte wordt deze collectieve verzoening van de mensheid toegepast op de bekeerde mens, waardoor hij bij zijn wedergeboorte in een nieuwe relatie met God komt te staan.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 5 -
Herschepping 2.0
Bij de verzoening onderscheiden we een minkant en een pluskant. In dit verband betekent de term 'minkant' dat God iets schadelijks wegneemt dat bij het oude leven hoort. De term 'pluskant' betekent dat God daarvoor in de plaats iet goeds geeft dat bij het nieuwe leven hoort.
Minkant van verzoening: vijandschap met God beëindigd
Paulus schrijft het volgende over gelovigen van zowel joodse als heidense afkomst: "... en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft." (Efeziërs 2:16, HSV2010) Voorheen was je een vijand van God doordat je in zondige opstandigheid leefde. Als je in een christelijk gezin bent opgegroeid heb je dat misschien niet zo ervaren, omdat je toch in zekere zin 'in het licht van God' leefde. Naarmate je ouder werd, wist je steeds beter dat je een zondaar was en zelf verantwoordelijk was voor al het verkeerde dat je deed. Je merkte heel goed dat die zonden een afstand veroorzaakten tussen God en jou, waardoor er geen open relatie met God mogelijk was. Je begreep dat je persoonlijk verantwoordelijk bent voor je keuzen en dat je niet op het geloof van je ouders kunt meeliften. Bij je wedergeboorte is dat radicaal veranderd want vanaf dat moment sta je niet langer te boek als vijand van God, De vijandschap is definitief voorbij.
Pluskant van verzoening: gunsteling van God geworden
God beschouwt je niet meer als vijand, maar Hij kijkt vol liefdevolle vriendelijkheid naar je, en dat is de andere kant van de wat de verzoening voor jou heeft opgeleverd. Je bent bij de wedergeboorte een gunsteling, een uitverkorene van God geworden, het voorwerp van zijn vaderlijke liefde. God is blij met je, want Hij ziet iets van zijn Zoon in je. Je bent immers met 'Christus omkleed' zoals de Bijbel dat zegt (Galaten 3:27). Door wedergeboorte word je in Gods heilige gezin geboren en ben je een van de 'huisgenoten van God' geworden (Efeziërs 2:19) en zelfs een kind van God: "Maar allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk ... uit God geboren zijn." (Johannes 1:12-13, HSV2010) Je lichaam had je al van God ontvangen, doordat Hij je Schepper is. In die zin was God al je Vader. Bij de wedergeboorte heb je bovendien nieuw, geestelijk leven in je hart ontvangen. Daardoor mag je God ook in geestelijke zin je Vader noemen. Doordat God zowel in fysiek als in geestelijk opzicht je Verwekker is, mag je jezelf zelf dubbel en dwars een kind van God noemen. Je bent opnieuw geboren als geliefd kind van God. Je wordt rechtstreekse familie van de allerhoogste God, niet als een verre achterachterneef, maar als kind! Niet geadopteerd als kind, maar GEBOREN als KIND van God. Dit is te echt gek voor woorden! De verandering die de verzoening teweegbrengt is enorm: van vijand tot gunsteling en kind van God van eenzaamheid tot verbondenheid van armoede naar rijkdom van een zinloos tot een zinvol bestaan
Voorbeeld van verzoening
Een voorbeeld van een verzoening kunnen we vinden in 1 Samuël 25. David met zijn mannen voelden zich buitengewoon onbeschoft behandeld door boer Nabal. Samen met een klein legertje was David onderweg om hem een gevoelige les te geven. Plotseling kwam Abigaïl, de vrouw van Nabal, David tegemoet. Zij bracht op een indrukwekkende manier verzoening tot stand om te voorkomen dat Nabal en zijn personeel zouden worden gedood (1 Samuël 25:31):
Ze laadde de schuld op zichzelf en boog zich in onderwerping neer voor David. Ze bood David een omvangrijk verzoeningsgeschenk aan. Ze vroeg David om dit geschenk te aanvaarden en daarmee duidelijk te maken dat er geen vergelding zou plaatsvinden. Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 6 -
Herschepping 2.0
David accepteerde het verzoeningsaanbod en was Abigaïl welgezind. Zo welgezind zelfs dat hij na de dood van Nabal, kort daarna, haar ten huwelijk vroeg. Dat was nog eens verzoening! De vijandschap was beëindigd en er ontstond zelfs een innige relatie.
Relatie met God de Vader
Jezus zegt dat we als gelovigen God mogen aanspreken als Vader. Dat is een prachtige naam vol inhoud en ik denk ook dat dit Gods favoriete aanspreektitel is. Het is Gods bedoeling dat die nieuwe relatie van de Vader met zijn kinderen heel intiem is. Tegelijk is het een relatie van afhankelijkheid. Het is niet correct om God of Jezus onze Vriend te noemen, want de term vriend spreekt van een verhouding tussen gelijkwaardige personen. Er zijn allerlei liedjes in omloop waarin Jezus onze Vriend wordt genoemd, maar dat zegt op zich niets: Er staat wel meer onzin in liedjes. We moeten uit respect voor God uitkijken met wat we zeggen. Nergens spoort de Bijbel ons ertoe aan om God aan te spreken met Vriend. Zelfs als Jezus zijn discipelen vrienden noemt, mogen we dat niet omdraaien. Elke term, waarin we onze relatie tot God of tot Jezus willen uitdrukken, moet zijn verhevenheid boven onszelf uitdrukken. Zo niet, dan offeren we Gods heiligheid op aan zijn liefde en dat doet geen recht aan wie God is. Zie onderwerp "Relatie met God' in hoofdstuk 'Omgang met God'.
Nieuw Verbond
De relatie met God wordt uitgedrukt in het Nieuwe Verbond tussen God en de wedergeboren mens. Dat Nieuwe Verbond is van een hogere orde dan het Oude Verbond, dat God met het volk Israël heeft gesloten. Misschien vind je het begrip 'verbond' nogal zwaar klinken. Maar het gaat in feite om de VERBONDENHEID met God; zowel collectief tussen God en alle gelovigen bij elkaar, als individueel tussen God en elke gelovige afzonderlijk. Zie ook hoofdstuk 'Gods verbonden'.
5.2.4. Verlossing Door de rechtvaardigmaking is de juridische positie van de bekeerde mens veranderd van zondaar tot rechtvaardige. Het tweede aspect van de wedergeboorte, verzoening, is de relationele kant van de wedergeboorte Het derde aspect, verlossing, gaat over de vraag wie de zeggenschap over je leven heeft. Let op: de verlossing heeft GEEN betrekking op onze ZONDEN, maar op onze bevrijding uit de macht van de satan. "Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis..." (Kolossenzen 1:14, NBG1951) Natuurlijk is er wel een indirect verband tussen verlossing uit de macht van de satan en vergeving van zonden, zoals alle vier aspecten van de wedergeboorte met elkaar samenhangen, maar elk aspect is ook weer duidelijk verschillend. Soms word je door Bijvertalingen op het verkeerde been gezet. Zo lezen we In de HSV2010 vertaling: "In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden." (Kolossenzen 1:14, HSV2010) Het woord 'namelijk' is een toevoeging, een eigen interpretatie van de vertalers, waaruit blijkt dat zij vergeving van zonden min of meer gelijk stellen aan verlossing. Jammer! De GNB1996 vertaling heeft beide begrippen duidelijk NAAST elkaar geplaatst en dat is naar mijn mening correct: "In hem weten wij onze bevrijding verzekerd en onze zonden vergeven." (Kolossenzen 1:14, GNB1996) Andere vertalingen wagen zich niet aan een eigen interpretatie en plaatsen er een komma tussen. Helaas bestaat in veel kerkelijke kringen de neiging om alle kernbegrippen die te maken hebben met
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 7 -
Herschepping 2.0
Gods Herscheppingsplan voor de mens vooral op het zondevraagstuk te laten slaan. Maar Gods plan houdt zoveel meer in...
Overwinning over de satan en persoonlijke verlossing
Na de zondeval is de mensheid in de macht van de satan terechtgekomen. Toen Jezus aan het kruis stierf heeft Hij de macht van de satan overwonnen. De macht van de satan zouden we ook kunnen omschrijven als de optelsom van de machten van zonde, ziekte en dood, leugen, en zo zijn er nog wel enkele te bedenken. "Hij heeft de heerschappijen en de machten ontwapend, hen openlijk aan de kaak gesteld en over hen getriomfeerd door het kruis." (Kolossenzen 2:15, WV1995) Een andere kant van deze overwinning is dat Jezus met zijn bloed de losprijs betaald heeft die meer dan voldoende is om de hele mensheid van de satan vrij te kopen. Aan het kruis is niemand minder dan de Zoon van de almachtige, allerhoogste God gestorven. Bij de wedergeboorte wordt de vrijkoping van de gehele mensheid individueel toegepast op de gelovige waardoor hij een verloste wordt, bevrijd uit de slavernij van de satan. Het begrip 'verlossing' heeft een minkant en een pluskant: bevrijding UIT de macht van de satan en toetreding TOT het Koninkrijk van God. In dit verband betekent de term 'minkant' dat God iets schadelijks wegneemt dat bij het oude leven hoort. De term 'pluskant' betekent dat God daarvoor in de plaats iet goeds geeft dat bij het nieuwe leven hoort.
Minkant van verlossing: Bevrijding en vrijkoping uit de macht van de satan De Bijbel zegt dat Jezus op aarde is gekomen:
"... om zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Matteüs 20:28, NBG1951) Dit beeld heeft alles te maken met het loskopen van slaven, bijvoorbeeld op de slavenmarkt. "... Ieder, die de zonde doet, is een slaaf van de zonde" (Johannes 8:34, NBG1951/HSV2010) De bevrijde slaaf wordt niet een slaaf van God, maar een vrij mens die God uit liefde gaat dienen. "Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft ... " (Galaten 5:1, HSV2010) Net zoals God lang geleden het volk Israël verlost heeft uit de slavernij in Egypte, zo heeft God de bekeerde mens bevrijd uit de slavernij van de satan. Hij is bijvoorbeeld niet langer een gevangene van zijn eigen begeerten of wat dan ook, maar een vrij mens. Vrijheid is een kostbaar geschenk dat bij wedergeboorte aan de gelovige wordt gegeven, door Gods genade. Toch kan een gelovige ook na zijn wedergeboorte nog vastzitten aan oude hardnekkige zondepatronen, onbeheerste verlangens of verslavingen, waardoor ze nog in een zekere mate van gebondenheid leven. Ook daarvan wil God je bevrijden. Zie daarvoor hoofdstuk 'Bevrijding'. Er zijn talloze romans geschreven over sterke, moedige mannen die hun geliefde bevrijden uit de handen van slechteriken. De verlossing van Jezus is zo'n bijzondere gebeurtenis die je zelf hopelijk hebt meegemaakt, waar zelfs Superman niet aan kan tippen: Jezus is de heldhaftigste man die ooit op aarde geleefd heeft. Jezus heeft niet met menselijke wapens gestreden, maar met zelfopofferende liefde stierf Hij een extreem gewelddadige dood. Jezus heeft niet de eerste de beste derderangs boef overwonnen, maar de sterkste en meest gewelddadige tegenstander van het heelal: de satan, de duistere macht waarin al het kwaad van het heelal is samengebald. Jezus heeft niet een of twee mensen van een wisse dood gered, maar een hele mensheid. Het belangrijkste van alles komt nog: Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 8 -
Herschepping 2.0
Jezus was geen romanfiguur of filmheld, maar Hij is ECHT. Als jij bekeerd bent, ben jij geen lezer(es) van een mooi verhaal, maar hoofdpersoon naast de Held. Het happy end met 'en zij leefden nog lang en gelukkig' hoort er ook bij. Zelfs voor EEUWIG.
Het evangelie is echt goed nieuws!
Pluskant van verlossing: Toelating tot het Koninkrijk van God "Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde ..." (Kolossenzen 1:13, NBG1951) Na je bekering heeft Jezus je niet alleen bevrijd uit de slavernij van de satan, maar bovendien ingelijfd in het Koninkrijk van de hemel. Je hebt een andere nationaliteit gekregen, want je bent uit het koninkrijk van de duisternis verlost om voortaan bij het koninkrijk van het licht te behoren. Je wordt een hemelburger en dat is een enorm voorrecht. "... uit de duisternis ... tot Zijn wonderbaar licht." (1 Petrus 2:9, HSV2010) "Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus." (Filippenzen 3:20, NBV2004) Het hoofdkwartier van je leven is verplaatst van de aarde naar de hemel. Daar is voortaan je hart en daar is je leven, want daar is Jezus. Een verlost mens is een pelgrim op aarde, op weg naar de hemelse stad. Je bent vanaf je wedergeboorte van hemelse oorsprong en je hebt een hemels doel. Je hebt in geestelijke zin een nieuw paspoort gekregen, afgegeven door Jezus zelf en met een eeuwige geldigheid! Iemands burgerschap van het Koninkrijk van de hemel kan alleen ongedaan worden gemaakt op verzoek van de persoon zelf, als hij ervoor kiest zich van God los te maken. Jezus heeft als Schepper en Koning recht op je hele leven. Onderwerping aan Hem is dan ook de meest vanzelfsprekende reactie van de verloste mens. Maar Jezus heeft je niet gekocht om je tot een andere vorm van slavernij te brengen, maar tot volkomen vrijheid. Die vrijheid houdt onder andere in dat je zelfs vrij bent om zelf te bepalen in hoeverre je de Koning wilt dienen. Binnen het Koninkrijk van God dien je namelijk niet onder dwang, maar uit liefde, en dat is heel wat anders dan in het koninkrijk waaruit je verlost bent! "U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om Hem te kunnen aanroepen met 'Abba, Vader'." (Romeinen 8:15, NBV2004) God gaat nog een stap verder: Je bent niet alleen verlost om een onderdaan van God te worden, maar je wordt ook als kind van God tot een wettige erfgenaam met de belofte om later met Jezus te regeren, wat dat ook maar mag inhouden. Het is werkelijk adembenemend welke plannen God met de verloste mens heeft. "... en erfgenamen te zijn van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben." (Jakobus 2:5, HSV2010) "Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren..." (2 Timoteüs 2:12, HSV2010) Iemand die verlost is van de overheersing van de satan en de zonde is in geestelijk opzicht een vrij mens geworden. De bekende prediker Charles Spurgeon bracht dat zo onder woorden: "We houden niet van God vanwege dwang, ons geloof is geen gebondenheid, ons belijden is geen slavernij, we woorden niet voortgesleept door heiligheid, noch gedreven door plichtsbesef. Onze vroomheid is ons plezier,
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 9 -
Herschepping 2.0
onze hoop is onze blijheid, onze plicht is onze vreugde."
Voorbeeld
Het bekendste voorbeeld in de Bijbel dat het bovenstaande illustreert is het leven van Jozef, de zoon van Jakob (Genesis 37-41). Hij kwam op een gegeven moment in de gevangenis terecht, waar hij vele jaren moest doorbrengen. Door een bijzondere leiding van God wordt hij door de farao van Egypte uit de gevangenis gehaald, met het verzoek een droom uit te leggen die God aan de farao had gegeven. Jozef gaf de uitleg en zei dat er zeven magere en zeven vette jaren zouden komen. Jozef gaf vervolgens een verstandig advies aan de farao, die daar zo blij mee was dat hij Jozef aanstelde tot onderkoning van Egypte, een positie met grote rijkdom en eer. Wat een contrast: van gevangene tot onderkoning, van een stinkende kerker tot een stralende troon. En in geestelijk opzicht maakt elk bekeerd persoon die 'droomcarrière' mee bij zijn wedergeboorte. Dat wordt niet altijd even dramatisch ervaren, zoals bijvoorbeeld bij Jozef, maar de feiten zijn wel degelijk heel goed vergelijkbaar!
5.2.5. Levendmaking Wat is levendmaking?
Levendmaking is als het ware het sluitstuk van de wedergeboorte, waardoor de overige drie aspecten van de wedergeboorte (rechtvaardigmaking, verzoening en verlossing) tot leven komen. Ontvangen van nieuw leven en wedergeboorte zijn begrippen die dan ook heel dicht bij elkaar liggen. Geboorte betekent immers niets anders dan dat je begint te leven. Wedergeboorte is het begin van je geestelijke leven. Na de zondeval is de mensheid in de geestelijke dood terechtgekomen. Door zijn plaatsvervangend sterven aan het kruis heeft Jezus zijn leven prijsgegeven om de mensheid alsnog het leven te kunnen aanbieden. Bij de wedergeboorte wordt dit collectieve aanbod van leven persoonlijk gerealiseerd bij de bekeerde mens. Hij wordt dan van binnen uit, vanuit zijn geest, een nieuw mens door de Heilige Geest die in hem komt wonen. De gelovige ontvangt daardoor een zogenaamde nieuwe natuur, waardoor zijn gedrag en levensstijl gaat veranderen. "... opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent." (2 Petrus 1:4, HSV2010) Bij levendmaking onderscheiden we een minkant en een pluskant. De minkant is dat de wedergeboren mens niet langer geestelijk dood is; de pluskant is dat hij nieuw, geestelijk leven ontvangt. In dit verband betekent de term 'minkant' dat God iets schadelijks wegneemt dat bij het oude leven hoort. De term 'pluskant' betekent dat God daarvoor in de plaats iet goeds geeft dat bij het nieuwe leven hoort.
Minkant van levendmaking: niet langer geestelijk dood
Nadat Adam geschapen was leefde hij in harmonie met God en de aarde om hem heen was vol van Gods zegenende en beschermende heerlijkheid. Toch had hij nog niet die geestelijke verbondenheid met God die hij zou ontvangen als hij voor God zou kiezen door van de levensboom te eten. In plaats daarvan koos hij voor onafhankelijkheid van God en zo ontving hij de geestelijke dood bij de doodsboom . Zo is ook elke nakomeling van Adam geboren zonder geestelijke verbondenheid met God. Leven zonder God noemt de Bijbel 'dood'. Elk mens wordt dus geboren als geestelijk dode, hoe vervelend dat ook klinkt. Bij de wedergeboorte ontvang je als bekeerde mens het leven dat Adam zou hebben gekregen als hij van de levensboom zou hebben gegeten. Het kruis van Jezus is je levensboom geworden. Als je Jezus hebt aangenomen, heb je daardoor gegeten van de levensboom en nieuw, geestelijk leven gekregen. Dat leven is bovendien eeuwigdurend. Daarmee worden de dodelijke gevolgen van de zonde weg-
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 10 -
Herschepping 2.0
genomen. Je aardse lichaam is wel sterfelijk, maar de dood zal niet meer zijn dan een toegangspoort tot het eeuwige leven met God.
Pluskant van levendmaking: nieuw leven ontvangen
In het dagelijks taalgebruik betekent geestelijk leven zoiets als alle kerkelijke en godsdienstige aangelegenheden bij elkaar. Dat woordgebruik heeft dus niets met echt geestelijk leven te maken. Het nieuwe leven is niet een aangeleerde levensstijl of godsdienstigheid, maar heeft een bovennatuurlijke kwaliteit. Nieuw leven betekent dat de Heilige Geest in je hart woont, ofwel dat God met je menselijke geest is verbonden. Daarover is in het Oude testament al geprofeteerd: "Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal ik uit uw lichaam verwijderen en ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal ik in uw binnenste geven..." (Ezechiël 36:26-27, NBG1951) Voor onze geboorte leefden we in het lichaam van onze moeder die ons via de navelstreng van alle noodzakelijke voedingsstoffen voorzag. Bij onze natuurlijke geboorte werd die navelstreng doorgeknipt en vanaf dat moment konden we onafhankelijk leven. Bij wedergeboorte is het net andersom. Voor de wedergeboorte leefden we misschien wel binnen een bepaalde invloedssfeer van God, maar in geestelijke zin los van God. Bij de wedergeboorte worden we als het ware door een soort geestelijke navelstreng met God verbonden. Door die geestelijke navelstreng ontvangen we alles wat we nodig hebben om dat nieuwe leven te leven zoals het hoort. Het nieuwe leven kan dan ook worden omschreven als: leven in verbondenheid met God, als een internetverbinding met de hemel. Als iemand wordt levend gemaakt, dan gebeurt er iets in de geestelijke wereld. De hemel staat in open verbinding met alle mensen op aarde die nieuw leven hebben ontvangen. Daarom zegt de Bijbel ook dat er feest is in de hemel als een zondaar zich bekeert (Lucas 15:7,10). Wedergeboorte wordt niet alleen vanuit de hemel waargenomen, het speelt zich gewoon in de hemel zelf af, want de hemel behoort tot de geestelijke wereld en het wedergeboren hart ook. Ga er maar van uit dat die gebeurtenis even duidelijk door de hemelbewoners wordt waargenomen als het doorbreken van de zon op aarde gezien wordt door de aardbewoners. Nieuw leven ontvangen betekent dat Jezus via de Heilige Geest in het hart van de bekeerde mens komt wonen: "zodat Christus door het geloof woont in uw hart..." (Efeziërs 3:17, WV1995) Je behoudt natuurlijk je eigen identiteit en je eigen hart; dat is ongeveer hetzelfde als je geest. Maar in dat hart is het leven van Jezus erbij komen wonen. Het aardse leven heb je via je ouders en voorouders uiteindelijk van Adam doorgekregen. Het nieuwe leven heb je ontvangen door de tweede Adam: Jezus. Daarom lezen we in de brieven van Paulus steeds over leven in verbondenheid met Jezus. In de gelijkenis van de verloren zoon (Lucas 15:11-32) geeft Jezus onderwijs over begrippen als bekering en wedergeboorte. Als de zoon tot inkeer is gekomen, gaat hij naar huis en vernedert zich voor zijn vader. De vader is buiten zichzelf van blijdschap en geeft hem een liefdevol en feestelijk onthaal. Want, zei hij: "... mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden." (Lucas 15:24, NBG1951) Zie meer hierover in onderwerp 'Inwoning van de Heilige Geest' in hoofdstuk 'Heilige Geest'.
Met Jezus gestorven en opgestaan
Paulus legt in Romeinen 6:3-5 uit dat levendmaking ook kan worden beschreven als met Jezus gestorven en opgewekt zijn. Jezus heeft zich vereenzelvigd met de mensheid door plaatsvervangend te sterven en vervolgens opgewekt te worden. Het gevolg is dat de mens, die Gods genadeaanbod heeft aangenomen, ook vereenzelvigd is met Jezus in zijn sterven en opstanding: Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 11 -
Herschepping 2.0
"... U bent immers met Hem begraven ... door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt ..." (Kolossenzen 2:12, HSV2010)
Nieuwe levenswandel
Het nieuwe leven is een geschenk van God, je kunt het niet zelf opbrengen. De nieuwtestamentische gelovige heeft als opdracht om Gods wil te gehoorzamen, maar dan wel vanuit de verbondenheid met de Heilige Geest die in hem woont. Probeer je uit eigen kracht God te gehoorzamen dan mislukt het, omdat alles wat uit jezelf komt onvolkomen is. Maar wat Gods Geest als het ware door je heen doet is wel volmaakt. Bovendien, als Gods Geest werkzaam is in je hart, hebben verleidingen tot zonde op dat moment geen vat op je. Dit wordt in het volgende Bijbelvers: "Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen." (Galaten 5:16, HSV2010) Die nieuwe levenswandel uit zich in liefde voor God en de medemens, waarbij wordt geput uit de bron van Gods liefde.
Wedergeboorte en emoties
De hevigheid van emoties hangen samen met iemands karakter (er zijn mensen die zo weinig emoties kennen dat ze echt helemaal niets ervaren!) en de mate van radicaliteit van iemands bekering. Enkele veel voorkomende reacties zijn: tranen - wanneer de Heilige Geest je overtuigt van zijn zondige levenswijze, resulterend in oprecht berouw en een diep gevoel van schaamte vreugde - een bevrijdende blijdschap vanwege je nieuw ervaren vrijheid en vrede door bevrijding van de zondelast en het maken van een nieuw begin vrede - door de nieuw ervaren aanwezigheid van God in je leven ruimte - alsof er een nieuwe wereld voor je open gaat, en dat is ook werkelijk zo.
5.2.6. Wedergeboorte ervaren Waarneembare uitwerking
Wedergeboorte is geen abstract begrip, maar een werkelijkheid die je normaal gesproken behoort te ervaren. Je ervaart die levendmaking van je geest namelijk door je intuïtie, het zintuig van het hart, waarmee je niet alleen VOELT dat je verandert bent, maar vooral WEET dat je veranderd bent. "De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest dat wij kinderen zijn van God. " (Romeinen 8:16, WV1995) Dat betekent: de Heilige Geest laat je op zijn manier weten dat Hij zijn intrek heeft genomen in je hart. Het nieuwe leven heeft een waarneembare uitwerking, zoals Jezus het destijds aan Nicodemus uitlegde: "De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is." (Johannes 3:8, HSV2010) We kunnen de wind niet zien, maar wel de luchtbeweging voelen. Hetzelfde geldt voor de Heilige Geest en voor mensen die door de Heilige Geest zijn herboren. Als iemand zegt: "Ik ben een kind van God" dan is dat moeilijk tegen te spreken, ook als er geen greintje levensvernieuwing te bespeuren is. Maar als iemand zegt: "Mijn leven is veranderd; ik heb van God nieuw leven gekregen" dan nodigt hij zijn toehoorders als het ware uit om de verschillen op te merken tussen verleden en heden. Dat is dan echt. Bovennatuurlijke en merkbare levensverandering is immers precies waar het om gaat bij wedergeboorte...
Kenmerken van wedergeboorte
Enkele van de meest opvallende kenmerken van nieuw leven zijn: Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 12 -
Herschepping 2.0
zekerheid dat je nieuw leven hebt ontvangen diepe vrede honger naar geestelijk voedsel, vooral naar de Bijbel verlangen om God te dienen nieuwe normen en waarden groeiende liefde voor God en mensen vertrouwen op God graag willen vertellen van Jezus
Omdat nieuw leven na de wedergeboorte nog moet doorgroeien, zullen verschillende van deze kenmerken pas wat later ontstaan of merkbaar worden. Dat hangt er ook van af hoe radicaal de bekering is geweest. Een radicale bekering zorgt voor een krachtige start; bij een minder radicale bekering komt de geloofsgroei langzamer op gang. Het is een beetje te vergelijken met de achterstand in ontwikkeling bij een te vroeg geboren baby in vergelijking met een 'voldragen' baby. Voor iedere gelovige is het ontwikkelingsproces verschillend.
Wedergeboorte wordt verschillend ervaren
Jezus gebruikt in Johannes 3 niet voor niets de term 'wederGEBOORTE' , die immers niet wijst op een geleidelijk, haast onmerkbaar proces, maar op een belevenis die een mijlpaal is voor de mens die het meemaakt.
Voor elk mens is de geboorte de meest ingrijpende gebeurtenis in zijn leven. Datzelfde geldt ook voor de wedergeboorte. Ieder mens wordt maar eenmaal geboren. Het is een zeer duidelijk merkbare gebeurtenis. Bij wedergeboorte is dat precies zo. Na de geboorte gaat er voor een kind een hele nieuwe wereld open, die veel groter en interessanter is dan waar het eerst zat. Bij wedergeboorte is dat ook zo'n soort gebeurtenis in geestelijke zin. Bij een lichamelijke geboorte is er een proces dat voorafgaat aan de wedergeboorte. Bij wedergeboorte ook; dat proces heet bekering en wat daarmee samenhangt. Na een lichamelijke geboorte is er een doorgaand groeiproces nodig om tot een compleet en zelfstandig functionerend mens te worden. Dit geldt ook in geestelijke zin voor geloofsgroei van de christen na zijn wedergeboorte.
Het is zeker geen abstracte gebeurtenis, waarvan je mag geloven dat die heeft plaatsgevonden, zonder dat je er iets van merkt. Wedergeboorte is ook geen gevoel, zo van: "Ik voel dat God bij mij is en ik voel warmte in mijn hart als ik aan Jezus denk of een mooi lied zing, dus geloof ik dat ik wedergeboren ben, want dat is toch de Heilige Geest die in me woont?" De Bijbel maakt wel duidelijk dat het nieuwe leven te ervaren is, maar de Heilige Geest wil meer aanraken dan alleen je verstand of je gevoel. Mensen ervaren hun wedergeboorte op heel verschillende manieren. Bij veel mensen is het een moment van bewustwording van het nieuwe leven direct na de bekering, bij anderen komt die bewustwording een of meer dagen later.
Wedergeboorte en emoties
De hevigheid van emoties hangen samen met iemands karakter (er zijn mensen die zo weinig emoties kennen dat ze echt helemaal niets ervaren!) en de mate van radicaliteit van iemands bekering. Enkele veel voorkomende reacties zijn: vreugde - een bevrijdende blijdschap vanwege je nieuw ervaren vrijheid en vrede door bevrijding van de zondelast en het maken van een nieuw begin vrede - door de nieuw ervaren aanwezigheid van God in je leven ruimte - alsof er een nieuwe wereld voor je open gaat, en dat is ook werkelijk zo.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 13 -
Herschepping 2.0
5.2.7. Zekerheid over eeuwig leven "... het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus, onze Heer." (Romeinen 6:23, NBV2004)
Opstanding
Jezus zei van zichzelf: "... Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?" (Johannes 11:25-26, HSV2010) Heel nadrukkelijk gaf Jezus aan dat zijn eigen opstanding (uit de dood naar het leven) de voorwaarde heeft geschapen dat zijn volgelingen door het geloof eeuwig leven zullen ontvangen nadat ze zijn wedergeboren. Zo zeker als Jezus is opgestaan, die zich met mij als gelovige heeft geïdentificeerd, zo zeker zal de dood op mij geen vat hebben. Daarom zal ik in het hiernamaals eeuwig leven ontvangen. "Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. Er wacht u ... in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt." (1 Petrus 1:3-4, NBV2004) Zie ook onderwerp 'Betekenis van Jezus' opstanding' in hoofdstuk 'Jezus' opstanding'.
Eeuwig leven
Vaak wordt er in de Bijbel gesproken over het eeuwige leven, dat Jezus geeft. Denk maar aan de bekendste Bijbeltekst: "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:16, HSV2010) Helaas leggen veel mensen veel nadruk op het woordje 'eeuwig', zo van: als je tot geloof komt, weet je zeker dat je later naar de hemel gaat. Maar de Bijbel benadrukt voortdurend de geestelijke ofwel hemelse kwaliteit van het nieuwe leven voor het hier en nu. Daarom lees ik de laatste woorden van deze tekst liever met de nadruk op het woord 'leven'. Het gaat om een leven vol goddelijke kracht. Een vanzelfsprekende eigenschap van het nieuwe leven is dat het niet kan sterven, omdat dat het leven van God in de mens is, en God is nu eenmaal onsterfelijk. Jezus zegt: "En ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken." (Johannes 10:28, HSV2010) Uit deze uitspraak blijkt dat eeuwig leven niet van een gelovige kan worden afgenomen door de satan.
Je kunt het nieuwe leven alleen kwijtraken als je ervoor kiest
Alleen als de mens vrijwillig en bewust van God wil weglopen zal hij het nieuwe leven verliezen. God respecteert altijd de keuzen van onze vrije wil. Er zijn mensen die beweren: "eens een kind van God, altijd een kind van God." Deze uitdrukking is aardig bedacht en klinkt misschien erg Bijbels, maar is het niet. Op aarde blijft een mens altijd het kind van zijn vader of moeder, maar we moeten niet vergeten dat de term 'kind van God' niet in alle opzichten parallel loopt met de manier waarop je een fysiek kind van je ouders bent! In de Bijbel zien we tal van voorbeelden van Gods beloften, maar als de ontvangers van die beloften God de rug toekeren vervalt ook de belofte. Denk maar aan de belofte die God aan David en Salomo deed dat er ALTIJD een nakomeling van hen als koning over Israël zou regeren en dat het volk ALTIJD in hun land zouden mogen wonen. De geschiedenis leert
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 14 -
Herschepping 2.0
dat deze beloften lang niet altijd vervuld bleven omdat de Israëlieten op grote schaal besloten hadden om God te verlaten... Het is natuurlijk een belachelijk idee dat een mens, die eenmaal dat rijke, nieuwe leven van God geproefd heeft, weer terug zou willen gaan naar het zondige leven. Als iemand wel zo’n keuze maakt, kun je je afvragen of hij ooit is wedergeboren. En toch komt het voor dat echt wedergeboren mensen zich later heel bewust distantiëren van God, maar gelukkig zijn het uitzonderingen. En dan is de weg terug naar God uitgesloten, hoe hard het ook klinkt. Niet dat God de weg voor hem afsluit, maar zo iemand heeft zijn hart verhard en is eenvoudigweg niet meer ontvankelijk voor Gods Woord. Lees bijvoorbeeld de volgende ernstige waarschuwing voor mensen die het nieuwe leven hebben geproefd en toch overwegen God af te wijzen: "Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen ..." (Hebreeën 6:4-6, HSV2010) Dit geldt natuurlijk niet voor mensen, die in wanhopige situaties het gevoel hebben God te zijn kwijt geraakt. Gods genade is meer dan ruim genoeg om zulke mensen te blijven dragen. Trouwens, zolang iemand bang is om van God af te dwalen, mag hij weten dat hij zich niet definitief van God heeft afgekeerd en in de situatie van Hebreeën 6:4-6 is terechtgekomen! Iedere afgedwaalde gelovige mag weer terugkomen bij God. De gelijkenis van de verloren zoon (Lucas 15:11-32) spreekt daar heel duidelijke taal over!
Hoop
De hoop op eeuwig leven ofwel de vaste zekerheid om na dit leven eeuwig bij God te zijn is een geweldig voorrecht waar alle wedergeboren gelovigen van verzekerd kunnen zijn: "... heeft Hij ons behouden ... door de wassing van de wedergeboorte en de vernieuwing van de Heilige Geest ... opdat wij ... erfgenamen werden naar de hoop van het eeuwige leven." (Titus 3:5-7, TELOS1982) Het geeft extra moed om in het hier en nu te leven en te weten dat het aardse leven zin heeft ter voorbereiding op wat komen gaat. Dat geeft veel houvast, vooral onder moeilijke levensomstandigheden. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Hiernamaals'.
5.2.8. Wedergeboorte van Israël Het voorafgaande onderwerp over de ontstaansgeschiedenis van het volk Israël is: 'Bekering van Israël' in hoofdstuk 'Bekering'.
Ontstaan van het volk Israël
Het volk Israël werd tot een zelfstandig volk na de uittocht uit Egypte door de Schelfzee. De farao van Egypte kan in dit verband vergeleken worden met de satan, de tegenstander van God en degene die niet wil dat zondaars zich aan zijn macht onttrekken. Deze geboorte van het volk is een illustratie van de wedergeboorte van de gelovige die zich tot God bekeerd heeft, waarbij we vier aspecten hebben onderscheiden: rechtvaardigmaking, verzoening, verlossing en levendmaking.
Wedergeboorte-aspect: Verlossing
Toen het volk Israël bij de Schelfzee aankwam was de dreiging van Egypte nog niet voorbij. De farao kwam met een eliteleger het volk achterna om hen weer als slaven terug te drijven naar Egypte.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 15 -
Herschepping 2.0
"Hij liet dus zijn strijdwagen inspannen en nam zijn manschappen met zich mee: zeshonderd van de beste wagens en alle voertuigen van Egypte, elk met drie man bezet." (Exodus 14:6-7, WV1995) Zo is er ook een hele strijd te strijden gedurende iemands bekeringsproces, want de satan probeert op allerlei manieren te voorkomen dat hij aan zijn macht onttrokken wordt. Evenals de farao zijn beste strijdkrachten en strijdmiddelen had ingezet, zo doet de satan echt al het mogelijke en tot het laatste moment om mensen bij Jezus vandaan te houden. Het volk werd doodsbang dat de hele operatie zou mislukken. Mogelijk nog spectaculairder dan de tien plagen gedurende het bekeringsproces was de bevrijding uit de macht van Egypte: de doortocht door de Schelfzee. Daarbij deed God een groot wonder door een droog pad dwars door de zee te maken, zodat het volk te voet de overkant kon bereiken (Exodus 13-14). De legermacht van de farao kwam het volk achterna zonder te beseffen dat ze hun ondergang tegemoet gingen. De engel van de Heer kwam tussen het volk en het oprukkende leger van de farao. Ja, zo brengt Jezus een bekeerling veilig het nieuwe leven binnen! Bij de doortocht door de Schelfzee, de kerngebeurtenis van de verlossing van Israël, zien we dat ALLEEN God handelend optrad. Mozes zei tegen het volk: "De H EE R zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen." (Exodus 14:14, NBV2004) Het is opvallend dat God bij de strijd tegen de Egyptenaren geen enkele inzet van het volk verwachtte. In alle latere oorlogen van het volk Israël zou het leger wel in actie komen. Maar hier niet, want God wilde eens en voorgoed duidelijk maken dat verlossing uitsluitend het werk van Hemzelf is. Geen mens kan en mag daar iets aan toevoegen of bijdragen. Datzelfde geldt voor iemands wedergeboorte. Toen het volk de overkant bereikte, liet God het water van de Schelfzee terugvloeien, waardoor het Egyptische leger vernietigd werd. Op dat moment werd de macht van de farao over het volk definitief beëindigd. Het volk was voorgoed vrij en buiten het bereik van de legermacht van de vijand. Vanaf dat moment had het volk een nieuwe identiteit en nationaliteit gekregen. Israël was niet langer een slavenvolk uit Egypte, maar het was Gods volk geworden. Gods noemde het zijn persoonlijke leger (Exodus 12:41), op weg naar het Beloofde Land. Als je bent wedergeboren, ben je ook met kracht door God bevrijd uit de macht van de satan. Deze kan nog wel invloed laten gelden, omdat de aarde nog onder zijn heerschappij valt, maar hij is het eigendomsrecht op je leven kwijt. De bevrijding van het volk was geen geleidelijk proces, maar een abrupt gebeuren, waarbij het volk werd losgerukt uit de handen van een schijnbaar oppermachtige vijand. De Schelfzee maakte duidelijk een scheiding tussen niet bevrijd zijn en wel bevrijd zijn. God wilde een duidelijke mijlpaal neerzetten en bovendien een barrière, zodat het heel moeilijk zou zijn om dezelfde weg terug te gaan. En zo is het ook bij de wedergeboorte: een duidelijk waarneembare gebeurtenis die de belangrijkste mijlpaal in het leven van een mens is. Het verdeelt je leven in twee perioden: de tijd voor en de tijd na je wedergeboorte. Zie ook onderwerp 'Verlossing' in dit hoofdstuk.
Wedergeboorte-aspect: Verzoening
Vanaf de uittocht (en eigenlijk ook al daarvoor) was God actief aanwezig te midden van zijn volk. Het was zichtbaar voor het hele volk dat God de regie had van het gehele bevrijdingsproces en dat Hij de weg zou wijzen naar het beloofde land: "De H E E R E ging vóór hen uit, overdag in een wolkkolom om hen de weg te wijzen, en 's nachts in een vuurkolom om hun licht te geven, zodat zij dag en nacht verder konden trekken." (Exodus 13:21, HSV2010)
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 16 -
Herschepping 2.0
In het vervolg van de geschiedenis zien we ook dat de wolkkolom functioneerde als een zekere bescherming tegen de verzengende woestijnzon. Deze zichtbare aanwezigheid van de almachtige God te midden van zijn volk is een beeld van de merkbare aanwezigheid van de Heilige Geest in het hart van de wedergeboren mens. De verbondenheid tussen God en het volk Israël kwam het sterkst tot uiting bij de verbondssluiting op en bij de berg Sinaï. Daar kreeg het volk ook de levenswet van God en gedetailleerde leefregels over de verhouding met God en met de medemens. Het volk Israël zou Gods volk zijn, terwijl Hij zelf de God van Israël zou zijn. De relatie tussen God en zijn volk Israël was in de eerste plaats een relatie tussen koning en onderdanen. Gods soevereiniteit wordt in het Oude Testament dan ook sterk benadrukt. Gehoorzaamheid aan Gods geboden waren dan ook de belangrijkste aandachtspunten voor de Israëliet, waarmee de relatie met God goed zou kunnen blijven. Zie ook hoofdstukken 'Gods Koninkrijk' en 'Gods verbonden'. Toch zien we op veel plaatsen in het Oude Testament dat God meer wilde zijn dan een afstandelijke Koning. Om te beginnen wilde God in het midden van zijn volk wonen: eerst via de tabernakel, later via de tempel. Verder onderhield Hij diepgaande vriendschappelijke relaties met de mensen die daarvoor open stonden, zoals Mozes, Jozua, David, Elia en Daniël. In de Psalmen zien we hoe de dichters God hebben leren kennen uit de geschiedenis (bijvoorbeeld Psalm 81 en 106) en uit Gods levenswet (Psalm 119). "Want Ik, de H E R E , uw God ... die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden." (Exodus 20:5, NBG1951) Het onderhouden van Gods geboden was niet een nare verplichting die helaas vastzat aan het verbond met God; het was Gods bedoeling dat ze dit deden uit LIEFDE tot God en in het vertrouwen dat deze leefregels er alleen maar waren voor hun welzijn. De wet van Mozes en voorschriften was dan ook een bron van vreugde voor het volk Israël (en nog steeds voor de joden van vandaag) omdat daarin de relatie met God zo uitvoerig tot uitdrukking komt. Zie ook onderwerp 'Verzoening' in dit hoofdstuk.
Wedergeboorte-aspect: Rechtvaardigmaking
Vanwege het feit dat God had besloten het volk Israël als zijn eigen volk aan te nemen mogen we aannemen dat Hij het volk haar vroegere zonden (vooral die van afgoderij) vergaf zodat ze als het ware met een schone lei konden beginnen. Dat staat niet letterlijk zo in het Bijbelboek Exodus te lezen, maar ik denk dat we dat rustig mogen aannemen. God zou immers niet kunnen optrekken met het volk als er een barrière van zondeschuld tussen God en het volk zou bestaan. Denk maar aan wat God later tegen Mozes zou zeggen na de afgoderij met het gouden kalf: "... Jullie zijn een onhandelbaar volk. Als ik ook maar een ogenblik met jullie mee zou reizen, zou ik je al doden... (Exodus 33:5, NBV2004) Vergeving van dagelijkse zonden werd vervolgens tot stand gebracht en in stand gehouden via de offerdiensten die voorlopige verwijzingen waren naar het offer van Jezus aan het kruis. Daardoor kwam vergeving van zonde en schuld tot stand. De wet van Mozes bevat veel gedetailleerde inzettingen en verordeningen om het volk te helpen in een reine relatie met de heilige God te leven, en in goede harmonie met hun medemensen. In het Oude Testament wordt daar veel aandacht aan geschonken. Het ging God niet in de eerste plaats om het uitvoeren van godsdienstige rituelen, maar om reine harten en mensen die van harten naar zijn geboden wilden leven. Zie ook onderwerp 'Rechtvaardigmaking' in dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 17 -
Herschepping 2.0
Wedergeboorte-aspect: Levendmaking
Het nieuwe bestaan van het volk Israël was vooral een bestaan waarin God zijn overvloedige zegeningen zou geven: voorspoed, gezondheid, veiligheid, enzovoort. In de woestijn zou het volk merken dat God in al hun behoeften zou voorzien. De belofte van veilig en voorspoedig te wonen in het Beloofde Land was de kern van Gods belofte aan zijn volk. De mate waarin het volk gezegend zou worden zou wel afhankelijk zijn van hun mate waarin ze zich aan Gods leefregels hielden, uit liefde en respect voor Hem. Hetzelfde geldt in geestelijke zin voor gelovigen onder het Nieuwe Verbond. Ook zij ervaren Gods zegeningen als ze leven naar zijn wil. Alleen met dit verschil dat God aan hen wel al God geestelijke zegeningen belooft (Efeziërs 1:3), terwijl aardse zegeningen voor hen niet vanzelfsprekend zijn. Gods kinderen kunnen onder alle omstandigheden, bij voor- en tegenspoed, leven vanuit die hemelse zegeningen (Filippenzen 4:12-13). Zie ook onderwerp 'Levendmaking' in dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 5.2. Wedergeboorte - 18 -
Herschepping 2.0
5.3. Geloofsgroei Geloofsgroei is even noodzakelijk en normaal voor een gelovige als lichamelijke groei bij het opgroeien tot volwassenheid. Vanuit een aantal gezichtspunten wordt in het kort uiteengezet wat geloofsgroei inhoudt. De details worden verder uitgewerkt in de volgende vier delen van 'Herschepping'. 5.3.1. Herscheppingsproces 5.3.2. Noodzaak voor geloofsgroei 5.3.3. Oude en nieuwe natuur 5.3.4. Geestelijk leven 5.3.5. Geestelijke volwassenheid 5.3.6. Vier aspecten van geloofsgroei
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 1 -
Herschepping 2.0
5.3.1. Herscheppingsproces Heil, verlossing, redding, behoud en zaligheid
Het nieuwtestamentische Griekse woord 'soteria' (letterlijk: redding) wordt meestal vertaald met woorden als heil, verlossing, redding, behoud of zaligheid. De woordkeuze verschilt per Bijbelvertaling. Voorbeeld: "Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen." (Titus 2:11, NBV2004) "Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen..." (Titus 2:11, HSV2011) "Want de genade Gods is verschenen, heil brengend voor alle mensen..." (Titus 2:11, NBG1951) De ouderwets aandoende term 'heil' vind ik eigenlijk een prima woord in het Nederlands. Het daarvan afgeleide woord 'heilzaam' wordt nog steeds gebruikt. Het is ook verwant aan het woord 'heling'. Het woord 'soteria' zoals het gebruikt wordt in het Nieuwe Testament omvat eigenlijk alles wat God wil geven tot welzijn van de mens, alle zegen, bescherming en hulp, met als doel om hem tot het hoogst denkbare einddoel van zijn leven te brengen. De woorden 'behoud' en 'zaligheid' hebben voor veel mensen een statische klank, waarbij betekenissen als 'kind van God worden' of 'naar de hemel gaan' vaak de boventoon voeren. In onze Bijbelvertalingen worden we nogal eens op het verkeerde been gezet door de manier waarop 'soteria' wordt vertaald. Hier volgt een van de vele voorbeelden. Nadat Jezus een zieke had genezen, zei Hij wel eens: "Uw geloof heeft u gered"... (Lucas 8:48), NBV2004) "... uw geloof heeft u behouden..." (Lucas 8:48, NBG1951/HSV2010) Dat betekent natuurlijk niet dat de persoon op dat moment een kind van God was geworden, maar dat hij eenvoudigweg lichamelijk was genezen. Gelukkig is er ook nog een Nederlandse Bijbelvertaling die het wel goed weergeeft: "U bent genezen door uw geloof..." (Lucas 8:48, HB2008)
Herscheppingsproces van de mens
Het begrip 'herschepping' is een geweldig concept dat uit Gods hart is voortgekomen om de mensheid als geheel en individuele mensen weer met Hem te verenigen en tot volmaaktheid te brengen. In het woord 'herschepping' ligt besloten dat dit het werk is van onze Schepper en Herschepper, en dus geen proces van zelfrealisatie of een eigenmachtig streven naar heiligheid. Verder laat het woord duidelijk doorklinken dat het gaat om een doorgaand vernieuwingsproces. Gods genadegeschenk van herschepping is als een drietrapsraket waardoor de gelovige steeds dichter bij God komt en steeds dichter bij het uiteindelijke doel dat God voor hem heeft. Daarin onderscheiden we drie fasen: 1. bekering en wedergeboorte 2. geloofsgroei, tijdens het leven op aarde 3. eeuwig leven in het hiernamaals Nogmaals: let goed op bij het lezen van het Nieuwe Testament wanneer je woorden als behoud, redding, heil, zaligheid leest. Probeer dan vooral te begrijpen welke van deze drie fasen bedoeld wordt, anders kun je heel gemakkelijk iets verkeerds in zulke Bijbelteksten lezen! De drie herscheppingfasen komen we alle drie tegen in Titus 2:11-13:
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 2 -
Herschepping 2.0
herscheppingsfase 1. bekering en wedergeboorte 2. geloofsgroei, tijdens het verder leven op aarde 3. eeuwig leven in het hiernamaals
Titus 2:11-13 (WV1995) vers 11: Want de genade van God is verschenen, bron van redding voor alle mensen, vers 12: die ons leert af te zien van goddeloosheid en wereldse begeerten, en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze wereld, vers 13: in afwachting van het geluk waarop we hopen, de verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en onze redder Jezus Christus.
Herscheppingfase 1 - bekering en wedergeboorte
Bij de wedergeboorte die direct volgt op je bekering word je een kind van God. Bij de wedergeboorte onderscheiden we de volgende vier aspecten: verdienste van Jezus voor de mensheid door zijn kruisdood de zonden gedragen
persoonlijk toegepast bij wedergeboorte
God neemt daarbij iets verkeerds weg
God geeft daarvoor iets goeds in de plaats
rechtvaardigmaking
de verzoening met God tot stand gebracht de satan overwonnen
verzoening
de dood overwonnen
levendmaking
vergeving van zondeschuld geen vijand van God meer bevrijding uit de macht van de satan niet langer geestelijk dood
toerekening van Jezus' gerechtigheid gunsteling en kind van God geworden toelating tot het Koninkrijk van God nieuw leven ontvangen
verlossing
Betekenis van het kruis voor christengelovigen
Herscheppingfase 2 - geloofsgroei
Gedurende de rest van je leven op aarde wordt die eerste herschepping verder uitgewerkt. Het proces van bekering leidde tot wedergeboorte. Ook daarna zijn er bekeringsprocessen nodig wanneer God zijn licht laat schijnen op bepaalde zonden of zondige gewoonten in je leven die bij het kruis van Jezus gebracht moeten worden. Je mag het ook 'doorgaande bekering' noemen. Het kan ook nodig dat er in je leven bevrijding nodig is van gebondenheden of verslavingen die je geloofsgroei belemmeren. Ook daardoor wil de Heilige Geest een stuk vernieuwing in je leven uitwerken. Het is een levenslange leerschool met het doel God beter te leren kennen en steeds meer op Jezus gaan lijken doordat je groeit in liefde voor God en je medemensen. Voorwaarde hierbij is: geloof in de bevrijdende en vernieuwende kracht van de Heilige Geest in alle situaties van je leven. Over dit proces schrijft de apostel Paulus: "Blijft ... uw behoudenis bewerken met vreze en beven." (Filippenzen 2:12, NBG1951) "...werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven." (Filippenzen 2:12, HSV2010) Nogmaals, door het woord 'behoudenis' in deze vertaling worden we gemakkelijk op het verkeerde been gezet, alsof je door eigen inspanning je eeuwige behoud zou moeten verdienen. Wat bedoeld wordt is: werk je behoud verder uit, leef vanuit ontzag voor Gods wil, stel jezelf open voor het herscheppende werk van Gods Geest in je leven, waardoor er geloofsgroei plaatsvindt. De vertaling van 'Het Boek' geeft naar mijn mening een betere (hoewel vrij vertaalde) weergave van deze tekst: "Zet u ... volledig in voor een gezond geestelijk leven." (Filippenzen 2:12, HB1987) "Zie meer hierover in onderwerp ' Vier aspecten van geloofsgroei' in dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 3 -
Herschepping 2.0
Herscheppingfase 3 - eeuwig leven
Tenslotte is er de herschepping die zal plaatsvinden nadat het leven van de gelovige op aarde is beeindigd. "opdat ook zij (=Gods uitverkorenen) het heil in Christus verkrijgen met eeuwige heerlijkheid." (2 Timoteüs 2:10, NBG1951) Ook daarin kunnen we drie fasen onderscheiden: 1. een tijdelijk verblijf in de hemel, direct na het sterven (tenzij Jezus eerder terugkomt) 2. na de opstanding van het lichaam tijdens het Messiaanse Vrederijk 3. na het Laatste Oordeel op de Nieuwe Aarde
5.3.2. Noodzaak voor geloofsgroei Groei is nodig en normaal
Iedereen weet dat een baby die niet groeit een zorgenkindje is. Zo'n kind is vaak erg kwetsbaar voor ziekten en als er niets gebeurt is het vrijwel zeker dat zo'n kindje niet lang te leven heeft. Datzelfde komt helaas ook voor onder wedergeboren gelovigen. Ze maken een goede start, maar de geloofsgroei blijft uit en langzaam maar zeker merken ze dat de kracht en de blijdschap van het nieuwe leven verdwijnt. Zij komen dan niet tot vruchtdragen en ze bereiken niet het doel dat God met hun leven had.
Voorwaarden voor geloofsgroei
Hier volgen enkele basisvoorwaarden voor geloofsgroei: 1. Kerkelijke gemeente - Evenals een baby normaal gesproken opgroeit in een gezin, heeft elke gelovige een 'geestelijk gezin' nodig om op te groeien om zelf tot volwassenheid te komen. Dus: zoek daarom een kerkelijke gemeente waar geestelijk volwassen mensen je verder kunnen helpen op de weg met God. Belangrijk voor zo'n gemeente is dat er goed, Bijbelgetrouw onderwijs wordt gegeven, goede pastorale ondersteuning en waar gemeenschappelijk gebed een belangrijke plaats inneemt. Deze drie zaken zijn belangrijk voor gelovigen om daardoor toegerust te worden in het geloof. 2. Bijbellezen - De Bijbel is de belangrijkste vorm van betrouwbare waarheid en dagelijks voedsel voor de geest. Door dagelijks aandachtig de Bijbel te lezen en bij andere gelegenheden te bestuderen bouw je kennis die als een fundament van waarheid de nodige stabiliteit in je leven geeft. De Heilige Geest wil het Woord van God levend maken in je hart zodat het een deel van je wordt en je steeds meer gaat verlangen om het dagelijks in praktijk te brengen. 3. Gebed - De dagelijkse omgang met God is in geestelijke zin even belangrijk als wat voor je lichaam de lucht is die je voortdurend inademt. Voor pas wedergeboren gelovigen zal het een openbaring zijn dat het gebed zoveel verschillende facetten heeft. Als gelovige ben je zo sterk als je gebedsleven. Daarin ontvang je de kracht die je nodig hebt vanuit de persoonlijke relatie met God. "Lees je Bijbel, bid elke dag als je groeien wilt."
De leerschool van het leven
Gods kinderen krijgen allemaal te maken met beproevingen, verleidingen en weerstanden of zelfs vervolging waardoor hun leven dreigt te wankelen. Juist onder die omstandigheden wordt hun geloof getest en uitgedaagd. Juist moeilijke omstandigheden blijken enorm bij te dragen in iemands geloofsgroei. Sterke nog: ze zijn noodzakelijk voor geloofsgroei. Er zijn nu eenmaal lessen die je alleen leert onder druk van de omstandigheden. De Bijbel staat vol met voorbeelden van mensen die op God bleven vertrouwen onder de gekste omstandigheden en er sterker uitkwamen.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 4 -
Herschepping 2.0
Groeien in het kennen van God
Geloofsgroei is geen proces van zelfverbetering. Het gaat niet om jezelf en om wat je doet. De grootste ontdekking van je leven was om te ontdekken wie God is en wat Hij in je leven wil doen. Het meest belangrijke en waardevolle van de rest van je leven is om God beter te leren kennen als doel van je leven en als bron waaruit je leeft. Elke vorm van geloofsgroei leidt tot het beter kennen van Hem en dat is het ECHTE leven. "Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus." (Johannes 17:3, NBV2004)
Doel: vruchtdragen
Het doel van geloofsgroei is bovenal: geestelijk vruchtdragen. Daarmee breng je in praktijk wat je geleerd hebt vanuit de Bijbel, in de omgang met God en in de leerschool van het leven. De belangrijkste vrucht is liefde, tegenover God en je medemensen, niet alleen in je eigen kring maar ook daarbuiten. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Vruchtdragen'.
5.3.3. Oude en nieuwe natuur Bewust van de kracht van je oude natuur
Als je pas tot geloof bent gekomen ervaar je de liefde, blijdschap en vrede van God op een geheel nieuwe manier. Je bent veranderd maar je hebt een aantal verkeerde leefgewoonten die niet zomaar ineens zijn verdwenen. Jezus is met zijn Heilige Geest in je komen wonen, maar er moet nog een diepgaande omvorming van je levensstijl plaatsvinden en dat kost tijd. Sommige karakterzwakheden kunnen zo hardnekkig zijn dat het lang duurt voordat ze zijn vervangen door een andere manier van leven. En zo worden alle pas wedergeboren gelovigen zich al snel bewust van de kracht van hun oude ingewortelde natuur, waardoor ze het gevoel krijgen weg te zakken. Daardoor kunnen ze soms teleurgesteld raken en zich afvragen of ze wel echt wedergeboren zijn. Mogelijk hebben veel mensen de verwachting dat ze door wedergeboorte zo veranderd worden dat ze vanzelf alles goed gaan doen. Na je bekering is er nieuw, goddelijk leven in je ontstaan, naast alles van het oude leven dat nog in je hart is blijven zitten. Hoe radicaler je bekering was, hoe meer er in je hart is veranderd en hoe beter je start is. Hoe minder radicaal je tot geloof bent gekomen, hoe meer er daarna nog moet worden veranderd en hoe meer aarzelend je eerste stappen in het geloof zijn. Ook hier geldt: een goed begin is het halve werk.
Lazarus
Toen Lazarus door Jezus uit de dood was opgewekt, kwam hij uit de graftombe naar buiten strompelen. Maar het was geen gezicht: hij was letterlijk aan handen en voeten gebonden met grafdoeken. Er was weinig van Lazarus te zien. Hij kwam naar buiten, wellicht hinkend en ingepakt met lappen als een soort mummie. De omstanders reageerden ongetwijfeld geschokt. Toen ze van hun eerste schrik waren bekomen spoorde Jezus hen aan om Lazarus los te maken zodat hij zich vrij kon bewegen. "En de dode kwam naar buiten, zijn voeten en handen gebonden met zwachtels en zijn gezicht in een doek gewikkeld. ‘Maak hem los,’ beval Jezus, ‘en laat hem gaan.’" (Johannes 11:44, WV1995) Dit is een illustratie van een pas wedergeboren mens, die in geestelijk opzicht pas uit de dood is opgewekt. Hij leeft wel, maar hij kan nog niet zo goed functioneren omdat de doodskleding hem nog in de weg zit, en dat zijn de oude lappen van de oude, zondige natuur. Deze moeten één voor één verwijderd worden om het normale christelijke leven te kunnen leven, waarbij de nieuwe natuur de hoofdrol speelt.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 5 -
Herschepping 2.0
Verschillen oude natuur en nieuwe natuur
Als wedergeboren mens heb je dus twee tegengestelde naturen: je oude natuur en je nieuwe natuur. Ze hebben betrekking op gedragspatronen en neigingen die bepalend zijn voor wat we denken, voelen, willen en doen. Gedragspatronen ontstaan als we steeds met dezelfde dingen bezig zijn of dezelfde dingen doen. Enkele belangrijke verschillen zijn:
aansturing gerichtheid
oude natuur ongeestelijk (eigen manier van leven) de satan, via wereldse invloeden zelfzuchtig, je eigen zin doen
krachtbron resultaat
eigen kracht zonden
manier van optreden
nieuwe natuur geestelijk (in verbondenheid met God) de Heilige Geest gericht op het dienen van God en je medemens Gods kracht gerechtigheid
Je OUDE NATUUR heeft zich gedurende de voorgaande levensjaren stevig genesteld in alle uithoeken van je hart. In het Nieuwe Testament wordt de oude natuur ook wel 'vleselijk' genoemd omdat het vaak de lichamelijke verlangens zijn die je van God aftrekken. De oude natuur wordt in de Bijbel soms ook 'ziels' genoemd omdat die gefundeerd is op de eigen kracht van de mens. Je NIEUWE NATUUR hoort bij je nieuwe leven dat je van God hebt ontvangen na je bekering, bij de wedergeboorte dus. De nieuwe natuur is geestelijk, staat in directe verbinding met God door de Heilige Geest en motiveert je om voor en met God te willen leven. Die nieuwe natuur is volmaakt en zelfs goddelijk. Dat klinkt zo verheven dat we het nauwelijks durven te zeggen, maar het staat echt in het Woord van God: "Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur" (2 Petrus 1:4, NBV2004) Toch moeten we als gelovigen niet denken dat er letterlijk twee naturen in ons hart huizen alsof we een dubbele persoonlijkheid zouden hebben. Onze oude en nieuwe natuur hebben geen eigen wil en ze kunnen niet zelfstandig iets doen in ons leven. We kunnen beter zeggen dat de oude en nieuwe natuur twee verschillende referentiekaders zijn, afzonderlijke pakketten met normen, waarden, prioriteiten en gewoonten. Kijk eens naar de volgende verschillen tussen de oude en de nieuwe natuur die betrekking hebben op de bekende vier aspecten van ziel en hart: zielaspect verstand gevoel wil gedrag
oude natuur (zelfzuchtig) eigen normen erop na houden, die zijn gebaseerd op eigenbelang beheerst door zelfzuchtige verlangens
nieuwe natuur (God-gericht) denken vanuit Gods waarheid, leefregels en normen leven vanuit God-gerichte verlangens
toegewijd aan het eigen ik, dat in het middelpunt staat zondige manier van leven
vrijwillig toegewijd aan God goede gewoonten door herhaald handelen naar Gods wil
Oude en nieuwe natuur
Wat meteen opvalt als je de beide kolommen met elkaar vergelijkt, is dat de oude natuur een en al gebondenheid en verslaving is aan het eigen ik, dat door de satan wordt gevoed. Aan de andere kant zie je dat de nieuwe natuur volkomen vrij is (want God dwingt je nooit tot bepaald gedrag). Het biedt alle voorwaarden tot een gezond en gelukkig leven. Evenals geloof de voorwaarde was om tot wedergeboorte te komen, zo is geloof ook de sleutel om daarna stap voor stap de invloed van de oude natuur terug te dringen en die van de nieuwe natuur te verhogen. Dat is geloofsgroei…
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 6 -
Herschepping 2.0
Hoe werkt dat? Door elke zonde is je oude natuur sterker geworden en is het steeds natuurlijker geworden om dezelfde soort zonde steeds weer te bedrijven. Je nieuwe natuur wordt ingeschakeld door geloof in God. Geloof is de kraan, waarvoor je je hart openzet voor de doorwerking van Gods Geest en waardoor je nieuwe natuur ook groeit. Want door elke daad van geloof en door elke keuze die je maakt om te doen wat God wil, groeit je nieuwe natuur. Het leven uit geloof wordt daardoor steeds natuurlijker voor je. Oude gedragspatronen worden langzamerhand vervangen door nieuwe. We hebben het dan over een werkend, levend geloof. Door de botsing van de twee tegenovergestelde naturen ontstaat er innerlijke tweestrijd, die heel heftig kan zijn. Je moet namelijk voortdurend kiezen of je volgens je oude of je nieuwe natuur wilt leven en dat is een van de grootste uitdagingen van de christen. Je wint die strijd niet door eigen wilskracht, maar alleen met het effectieve wapen van het geloof en de kracht van de Heilige Geest die in je woont als gelovige.
Welke natuur is sterker?
De grote vraag is: welk van beide is sterker, mijn oude of mijn nieuwe natuur? Misschien zeg je: mijn oude natuur, want ik blijf zondigen. Fout! Je nieuwe natuur is vele malen sterker dan je oude natuur. Dat komt omdat de Heilige Geest verbonden is met je nieuwe natuur en die is zonder meer het sterkst! Dit mag je NOOIT vergeten. Het is je grootste kracht. Alleen moet je nog geoefend worden in het voortdurend kiezen voor geloofsovergave aan God, waardoor zijn kracht in jou overvloeit. De zwakste schakel is niet je nieuwe natuur, maar dat ben je zelf omdat JIJ de keuzen maakt. Hoe sterk is je nieuwe natuur? Er is een verhaal van een Engelse dame die ongeveer een eeuw geleden een dure Rolls Royce had gekocht. In die tijd maakte de fabrikant niet bekend hoeveel PK de motoren hadden, maar deze vrouw wilde het toch weten. Ze schreef een brief aan de fabrikant om duidelijk te vragen hoeveel PK haar auto had. Het antwoord was kort: "GENOEG, mevrouw". Zo is het ook met je nieuwe natuur. Die is echt sterk genoeg om elke overwinning te behalen. Maar ... actief geloof is zoals altijd de sleutel tot overwinning... Na je wedergeboorte moet je niet meer denken vanuit zwakheid, maar vanuit kracht. Gelovigen zijn mensen, die uit zichzelf NIETS goeds kunnen presteren: "... zonder mij (=Jezus) kun je niets doen." (Johannes 15:5, NBV2004) Maar tegelijk zijn ze ook gerechtvaardigde mensen, die vanwege de onmetelijke kracht van de Heilige Geest ALLES kunnen, zoals Paulus dat uitdrukt: "Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft." (Filippenzen 4:13, HSV2010) Bij de innerlijke strijd tussen de oude en de nieuwe natuur (of tussen vlees en geest zoals de Bijbel het ook zegt), zijn zowel God als de mens actief betrokken. De kracht om te overwinnen over de oude natuur komt van God. De bereidheid om een kanaal te zijn voor Gods kracht is de verantwoordelijkheid van de mens en dat vereist steeds een geloofskeuze. Die vorm van samenwerking vinden we in heel het leven met God. Elke auto heeft twee motoren: een startmotor en een hoofdmotor. De startmotor dient alleen maar om de hoofdmotor op gang te brengen. Zo zijn we als gelovigen verantwoordelijk om de startmotor van het geloof te bedienen. God zorgt dan voor een krachtige werking van de hoofdmotor van het leven. Zie ook de onderwerpen 'Leven vanuit je nieuwe natuur' en 'Oude natuur kruisigen' in hoofdstuk 'Verleiding'.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 7 -
Herschepping 2.0
5.3.4. Geestelijk leven In het geloofsleven van de mens hebben lichaam, ziel en geest elk hun eigen plaats. Zo kunnen we spreken over vleselijk leven (waarin vaak lichamelijk gerichte verlangens een rol spelen), ziels leven en geestelijk leven. Laten we eens gaan hoe dat allemaal kan werken.
Vleselijke manier van leven
Deze manier van leven staat lijnrecht tegenover geestelijk leven. Heel veel zondigheid komt voort uit het vlees dat zich laat leiden door verlangens en begeerten die niet passen in Gods Koninkrijk. "... Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen." (Galaten 5:16, HSV2010) "... Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoisme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke..." (Galaten 5:19-21, HSV2010) Elke gelovige heeft tot op zekere hoogte last van zijn eigen vleselijke zondige gewoonten en daden. Geloofsgroei betekent dat de invloed van 'het vlees' steeds verder afneemt en dat kan alleen als er leven vanuit Gods Geest tegenover staat. Een ander bestrijdingsmiddel is er niet. Vleselijk leven is onder andere in mensen te herkennen als een of meer van de volgende eigenschappen zich duidelijk in hun levens manifesteren: Ze hebben weinig verlangen naar Gods Woord. Ze zijn onmatig in eten en drinken of verslaafd aan iets. Ze zijn overgevoelig op bepaalde punten. Ze geven toe aan jaloezie en twist. Ze vinden het heel belangrijk hoe anderen over hen denken. Elk van dit soort kenmerken kan een bolwerk van je oude natuur zijn waardoor je geloofsgroei wordt belemmerd. Geloofsgroei betekent onder meer dat de invloed van zulke bolwerken wordt teruggedrongen of uitgeschakeld. Elke vorm van vleselijk leven leidt alleen maar tot zondigen.
Zielse manier van leven
Geestelijke dingen zijn alleen te begrijpen door mensen in wie Gods Geest woont en werkt. "Doch een ongeestelijk (letterlijk: ZIELS) mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is." (1 Korintiërs 2:14, NBG1951) Voor kerkmensen die niet zijn wedergeboren hebben alleen de vleselijke en de zielse manier van leven waar ze het mee moeten doen. Op een zielse manier zijn ze in staat om op plichtmatige manier alle uiterlijke godsdienstige dingen te doen, maar niet op een geestelijke manier. Maar ook wedergeboren gelovigen kunnen gemakkelijk op het verkeerde spoor zitten en ziels geloofsleven vertonen. Ze zijn misschien heel toegewijd en actief en doen hun uiterste best om Jezus te volgen, maar ... ze doen het vanuit hun eigen krachtbronnen en niet uit de kracht van de Heilige Geest. Ziels geloofsleven is ook te herkennen als een of meer van de volgende eigenschappen zich duidelijk manifesteren: Ze willen zelf bepalen wat ze doen en hoe ze hun tijd indelen en hoe ze God dienen. Ze zijn ambitieus en willen scoren in Gods Koninkrijk. Ze zijn trots op hun eigen prestaties. Ze zijn kritisch tegenover andere gelovigen Ze laten zich niet gemakkelijk corrigeren. De apostel Jakobus schrijft hierover in niet mis te verstane bewoordingen:
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 8 -
Herschepping 2.0
"Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk (letterlijk: ZIELS), demonisch." (Jakobus 3:13-15, NBV2004) Ziels geloofsleven brengt geen geestelijke vruchten voort die eeuwigheidswaarde hebben.
Geestelijke manier van leven
Geestelijk geloofsleven is het enige echte geloofsleven zoals God dat altijd bedoeld heeft. Het is leven in afhankelijkheid en overgave aan God en een leven dat geleefd wordt in de verbondenheid met de Heilige Geest. In hoofdstuk 'Heilige Geest' wordt uitvoerig uiteengezet wat de Heilige Geest in en door gelovigen wil doen. De geest van de mens was oorspronkelijk (dus voor de zondeval) het hoogste deel van zijn wezen, waaraan zijn ziel en lichaam onderworpen waren. In het boek 'de geestelijke mens' (waarin hij dit onderwerp uitvoerig behandelt) geeft de auteur Watchman Nee het volgende voorbeeld. Onder normale omstandigheden functioneert: 1. de geest als een heer des huizes, 2. de ziel als een huismeester en 3. het lichaam als een dienaar. God heeft de mens zo geschapen dat hij alleen goed functioneert in afhankelijkheid van God. Dat betekent dat: 1. de menselijke geest zich onderwerpt aan de geest van God, 2. de ziel zich onderwerpt aan de geest en 3. het lichaam onderworpen is aan de ziel. Op die manier komt de mens tot zijn doel en heeft het meest glorierijke leven dat voor een geschapen wezen denkbaar is. Na de zondeval is deze prachtige harmonie grondig verstoord. De mens wilde onafhankelijk van God zijn en daardoor werd de verbinding tussen Gods geest en de geest van de mens verbroken. Daardoor verloor de menselijke geest zijn belangrijkste functie en werd het een verlengstuk van de ziel. Om het nog erger te maken liet de menselijke ziel zich voortaan vooral leiden door de begeerten van zijn 'vlees', waarbij de begeerten van het lichaam de hoofdrol spelen. Kortom: de hele harmonie van de mens is volledig op zijn kop gezet.
Na de wedergeboorte is een begin gemaakt met het herstel van de verhoudingen tussen geest, ziel en lichaam. Het lichaam en de verlangens die vanuit het lichaam en vanuit de buitenwereld worden opgewekt worden beheerst door de ziel (het bewuste ik) door zelfbeheersing, een van de vruchten Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 9 -
Herschepping 2.0
van de geest. Tegelijk komt de ziel steeds meer onder de leiding van de menselijke geest te staan, die door de Heilige Geest wordt geregeerd. Op die manier groeit de gelovige steeds meer tot een goede harmonie met God en zichzelf. En dat is het ware geestelijke leven.
5.3.5. Geestelijke volwassenheid Van geboorte tot volwassenheid
Als iemand is wedergeboren, is hij geestelijk gezien een baby die nog moet opgroeien tot een geestelijk volwassen persoon. Net als 'gewone' baby’s zijn jonggelovigen vaak nog onstandvastig en instabiel. Ze moeten als het ware nog leren lopen in hun geestelijk leven. Daarom moet het ons niet verbazen als ze zo nu en dan omvallen. De meesten van ons zijn als baby talloze malen op onze luier gevallen toen we probeerden te lopen, maar als we nu lichamelijk gezond zijn lopen we moeiteloos. Bij het normale christenleven hoort een soortgelijk groeiproces. Het kost de meeste mensen 15-20 jaar om volwassen te worden. Kunnen we dan verwachten dat een christen binnen zes maanden na zijn wedergeboorte een volwassen, gelovige is? VEEL pas wedergeboren gelovigen menen dat ze in één klap geestelijk volwassen zijn geworden omdat ze zo'n nieuw geloofsperspectief hebben gekregen. Ze kunnen de fout ingaan als ze zich gaan zich verheffen boven mensen die dat nog niet hebben meegemaakt of ze storten zich in allerlei christelijke activiteiten waar ze nog niet rijp voor zijn. Dan kunnen ze grote brokken maken en in hun enthousiasme hebben ze geen oog voor de schade die ze daarmee aanrichten. Ook dat hoort bij het opgroeien tot volwassenheid.
Kenmerken van geestelijke volwassenheid
Hier volgen enkele belangrijke en bekende verschillen tussen onvolwassen en volwassen gelovigen. 1. Op jezelf gericht of op Jezus gericht Een kind is vooral op zichzelf gericht, maar hij wordt pas volwassen als hij verantwoordelijkheden voor anderen kan en wil dragen. Op een vergelijkbare manier is een onvolwassen gelovige vooral vol van zijn zichzelf, zijn pas verworven kennis, zijn zegeningen en ervaringen. Een volwassen gelovige is vol van Jezus. 2. Overwinning Een tweede kenmerk van jonge kinderen is dat ze sterk afhankelijk zijn van hun ouders of verzorgers. Ze zijn nog niet zelfstandig. Als zij lichamelijk en psychisch gezond zijn en een goede opvoeding hebben gehad zullen ze na een aantal jaren zelfstandig in het leven kunnen staan. Zo is het ook met gelovigen. Onvolwassen gelovigen zijn erg afhankelijk van hun omgevingsfactoren. Bij tegenslagen of beproevingen zijn ze verslagen en kunnen ze niet tot geestelijke overwinning komen. Als er problemen zijn in hun kerkelijke gemeente zakt hun persoonlijke geloofsleven ook in elkaar. Ze hebben grote moeite om anderen te vergeven wat ze hen hebben aangedaan. Ze houden liever zelf de touwtjes van hun leven in handen dan dat ze die aan God overgeven. Zodra een gelovige in staat is om met Gods hulp tot overwinning te komen in dergelijke situaties of tot een doorbraak in zijn leven begint de geestelijke volwassenheid er aan te komen. 3. Vruchtdragen God heeft de mensen zo ontworpen dat ze pas op min of meer volwassen leeftijd vruchtbaar zijn zodat ze nageslacht kunnen verwekken. Hetzelfde principe geldt oor het geestelijke leven. Een pas bekeerde gelovige heeft meestal nog niet geleerd om 'uit de geest' te leven en probeert God vooral te dienen vanuit zijn eigen enthousiasme en zijn eigen kracht. Pas wanneer hij geleerd heeft om in afhankelijkheid van God te handelen zodat de Heilige Geest door hem heen kan werken, ontstaan geestelijke vruchten.
Stadia van geestelijke volwassenheid
De apostel Johannes heeft geschreven over de verschillende fasen in de geestelijke ontwikkeling:
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 10 -
Herschepping 2.0
"Ik schrijf u, lieve kinderen, want de zonden zijn u vergeven om wille van Zijn naam. Ik schrijf u, vaders, omdat u Hem kent Die er vanaf het begin is. Ik schrijf u, jonge mannen, omdat u de Boze hebt overwonnen." (1 Johannes 2:12-13, HSV2010) 1. 2. 3.
Voor 'kinderen' in het geloof, pas wedergeboren gelovigen, is het van belang om goed te leren wat die wedergeboorte inhoudt. 'Jonge mannen' in het geloof worden gekenmerkt doordat ze overwinningen hebben geboekt over de leugens die op hen afkomen en de verleidingen van hun oude natuur, en doordat ze standvastig zijn gebleven onder beproevingen. 'Vaders' in het geloof zijn de volwassen gelovigen, voor wie Jezus belangrijker is dan al het andere.
Israël van Egypte tot Kanaän
Het volk Israël heeft veertig jaar in de woestijn rondgedoold op doortocht naar het beloofde land. Die periode zouden we de kindertijd van hun geloofsleven kunnen noemen. Ze waren op een onvolwassen manier alleen met zichzelf bezig, gingen slecht om met moeilijke omstandigheden en waren geregeld opstandig tegenover God. Typisch een onvolwassen stadium. De volwassenheid kwam eraan toen ze Kanaän binnenkwamen en moesten strijden tegen hun vijanden. Door geloof in Gods kracht en hulp veroverden ze het hele land. Dat was overwinningsleven. In de woestijn zorgde God steeds VOOR hen, zoals ouders voor hun onvolwassen kinderen zorgen. In Kanaän kon God ook DOOR hen werken. Zie ook de onderwerpen: - 'Israëls nederlaag door ongeloof - 'Israëls overwinning door geloof in hoofdstuk 'Geestelijke strijd'.
5.3.6. Vier aspecten van geloofsgroei Zoals het woord al zegt is geloofsgroei is het proces waarbij de gelovige steeds nadrukkelijker leert leven vanuit zijn geloof in Jezus. Omdat geloof betrekking heeft op alle aspecten van je leven, is er een geloofsaspect dat past bij elk van de vier aspecten van hart en ziel die we door heel 'Herschepping' tegenkomen:
Zie hoofdstuk 'Menselijk wezen' voor gedetailleerde uitleg over deze functies van hart en ziel.
Groeien in geloofszekerheid (verstand en geweten)
Geloofszekerheid is de verstandelijke kant van het geloof. Gedurende het geloofsgroeiproces speelt je verstand samen met je geweten een cruciale rol. Het is belangrijk om een fundament van waarheid in je leven te hebben om het onderscheid te leren zien tussen waarheid en de leugens waar je mee geconfronteerd wordt. De waarheid wordt verwoord in de Bijbel, waaruit je Gods wil leert kennen. Ook leer je open te staan voor Gods leiding in je leven. Op grond daarvan ontwikkel je een gezonde, Bijbelse positieve manier van denken. Het is van levensbelang om je geweten rein te houden door zonden te vermijden en zo nodig te belijden.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 11 -
Herschepping 2.0
Dit wordt uitgewerkt in 'Herschepping' deel 6 'Geloofszekerheid'.
Groeien in geloofsbeleving (gevoel en gemoed)
Geloofsbeleving is de gevoelsmatige kant van het geloof en die is vooral gebaseerd op persoonlijke ervaringen. De omgang met God in dagelijks gebed wordt ook een belangrijk aspect van het normale christenleven. De omgang met medegelovigen is ook van groot belang en dus ook de verbondenheid met een kerkelijke gemeente. Je gaat steeds meer waarde hechten aan Gods zegeningen, speciaal aan geestelijke zegeningen. Daardoor ervaar je veel meer levensgeluk dan toen je nog zonder die persoonlijke verbondenheid met God leefde. God wil je helpen om goed door beproevingen heen te komen en er zelfs sterker van te worden. Andere strijdpunten in je gevoelsleven zijn verleidingen. Ook daardoor wordt de echtheid van je geloof op de proef gesteld en leer je meer weerbaar te worden tegenover allerlei zonden. Dit wordt uitgewerkt in 'Herschepping' deel 7 'Geloofsbeleving'.
Geloofsvertrouwen = geloofszekerheid + geloofsbeleving
Geloofsvertrouwen is de combinatie van geloofszekerheid en geloofsbeleving. Geloofsvertrouwen is de innerlijke kant van het geloof en tegelijk de motivatie voor de hierna volgende geloofsaspecten. Geloofsvertrouwen stelt al zijn vertrouwen op God. Het is een innerlijke zekerheid (vanuit het hart dus) dat God betrouwbaar is en dat zijn hulp en aanwezigheid je de moed geeft om onder alle levensomstandigheden staande te blijven. Geloofsvertrouwen is niet aan te leren, het kan wel groeien uit persoonlijke ervaringen in het leven in verbondenheid met God. Je kunt het anderen of jezelf ook niet aanpraten. Door de hele Bijbel heen lezen we voorbeelden van gelovigen die hun vertrouwen op God hadden gesteld en die daardoor heel bijzondere mensen zijn geworden. "Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, H E E R ." (Psalm 9:11, NBV2004)
Groeien in geloofskracht (wil en loyaliteit)
Geloofskracht is het wilsaspect van het geloof. Daarbij is een houding van liefdevolle toewijding aan God de belangrijkste factor. Je zult steeds beter leren je eigen kracht te wantrouwen en te leven vanuit de kracht van God. Dat vereist een basishouding van afhankelijkheid van God en overgave aan zijn wil. Door ervoor te kiezen om God te vertrouwen en Hem de eerste plaats in je leven geven zul je steeds meer bevrijding in je leven meemaken van zaken waarmee je een verkeerde binding hebt en overwinningen behalen op gebieden waar je voorheen steeds faalde. In elk christenleven is geestelijke strijd te voeren om te leven vanuit het nieuwe leven en verzet te bieden tegenover de machten van de satan. Daarnaast worden gelovigen uitgedaagd om van Jezus te getuigen en actief te zijn bij het uitbreiden van Gods Koninkrijk. De ultieme houding van toewijding en overgave is de bereidheid om te lijden voor Jezus. Dit wordt uitgewerkt in 'Herschepping' deel 8 'Geloofskracht'.
Groeien in geloofspraktijk (gedrag en levensstijl)
Geloofspraktijk is de praktische kant van het geloof, waarbij het geloof naar buiten treedt. De resultaten van de geloofspraktijk worden ook wel geestelijke vruchten genoemd. De belangrijkste geestelijke vrucht is een vorm van liefde, die je niet uit jezelf kunt opbrengen, maar die van God komt. Dat is de zegenende liefde die geheel belangeloos is. Het resultaat van dit alles is ook dat je als persoon steeds meer op Jezus gaat lijken. Je karakter gaat steeds meer trekken van Gods karakter krijgen. Heel veel aspecten van het geestelijk groeiproces hebben direct te maken hebben met je persoonlijke karakter met zijn sterke en zwakke kanten. Daarom is karakterverandering de basis voor de vernieuwde levensstijl van de gelovige.
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 12 -
Herschepping 2.0
Dit wordt uitgewerkt in 'Herschepping' deel 9 'Geloofspraktijk'.
Geloofsgehoorzaamheid = geloofsovergave + geloofspraktijk
Geloofsgehoorzaamheid is de combinatie van geloofsovergave en geloofspraktijk. Dat is niet alleen de wilskeuze maken om te leven zoals God wil, maar die keuzen ook omzetten in daden. Geloofsgehoorzaamheid is de naar buiten gerichte kant van het geloof, waardoor zichtbaar wordt wat in je leeft. Geloofsvertrouwen geeft moed en motivatie tot geloofsgehoorzaamheid vanuit liefde tegenover God: "maar (het evangelie) dat nu geopenbaard is en door de profetische Schriften onder alle heidenen bekendgemaakt is, overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen..." (Romeinen 16:26, HSV2010) Het resultaat van geloofsgehoorzaamheid en de daarbij horende zegen van God is dat de geloofszekerheid wordt versterkt (Gods beloften blijken steeds waar te zijn) en Gods zegen leidt tot nieuwe geloofsbeleving. Zo wordt het geloofsvertrouwen weer sterker. En zo draait de 'cirkel' steeds rond. En dat is GELOOFSGROEI. Dit wordt uitgewerkt in onderwerp 'Geloofsgehoorzaamheid' in hoofdstuk 'Toewijding'.
Overzicht geloofsgroei
Hier volgt een overzichtelijke samenvatting van de belangrijkste aspecten van geloofsgroei: Wanneer de ontwikkeling van een van de vier geloofsaspecten te sterk ontwikkeld wordt ten koste van de andere, kan er scheefgroei ontstaan in het geloofsleven. Als een van de vier geloofsaspecten achterblijft bij de andere kunnen weer andere eenzijdigheden ontstaan. Zorg dus voor een goede balans: Te veel nadruk op het verstandsaspect kan leiden tot een verstandelijke, theoretische of wettische godsdienstigheid. Te veel nadruk op het gevoelsaspect kan leiden tot zweverigheid, ervaringsgerichtheid en oppervlakkigheid. Te veel nadruk op het wilsaspect kan leiden tot overdreven activisme en ongeduld met anderen. Te veel nadruk op de gedragskant kan leiden tot een plichtmatige geloofshouding zonder veel innerlijke beleving en motivatie.
"Een klein geloof brengt je ziel naar de hemel, maar een groot geloof brengt de hemel in je ziel." (Charles H. Spurgeon)
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 13 -
Herschepping 2.0
Hoofdstuk 5.3. Geloofsgroei - 14 -
Herschepping 2.0
5.4. Heilige Geest De Heilige Geest is Gods belangrijkste geschenk aan nieuwtestamentische gelovigen. Belangrijke thema's zijn: inwoning van de Heilige Geest, vervulling met de Heilige Geest en het werk van de Heilige Geest. 5.4.1. Hemelvaart 5.4.2. Wachten op de Heilige Geest 5.4.3. Pinksteren in Oude Testament 5.4.4. Pinksteren in Nieuwe Testament 5.4.5. Inwoning van de Heilige Geest 5.4.6. Vervulling met de Heilige Geest 5.4.7. Voorwaarden voor vervulling 5.4.8. Bidden om vervulling met de Geest 5.4.9. Vervuld worden met de Geest 5.4.10. Vervuld blijven met de Geest 5.4.11. Werk van de Heilige Geest 5.4.12. Heilige Geest en verstand 5.4.13. Heilige Geest en gevoel 5.4.14. Heilige Geest en wil 5.4.15. Heilige Geest en gedrag
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 1 -
Herschepping 2.0
5.4.1. Hemelvaart Afscheid
Op de dag van het definitieve afscheid ging Jezus met zijn discipelen naar de Olijfberg, dicht bij Betanië en niet ver van Jeruzalem. Daar gaf Hij zijn laatste instructies aan hen. Tenslotte zegende Hij hen en verdween op een bijzondere manier uit hun gezichtsveld: "Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende hen." (Lucas 24:50, NBV2004) "En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde." (Lucas 24:51, NBG1951) "... werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen en een wolk onttrok Hem aan hun ogen." (Handelingen 1:9, HSV2010) De traditionele opvatting is dat Jezus zich omhoog bewoog en op een bepaalde hoogte achter een wolk verdween. Toch staat dit niet in de Bijbel. Uit de term 'OPgenomen' mogen we niet concluderen dat Jezus zich omhoog bewoog, evenmin als dat we bij een OPname in het ziekenhuis denken aan de hogere verdiepingen van het gebouw. De hemel behoort tot de geestelijke wereld en daarvoor is geen richting aan te geven. De Bijbel zegt wel dat de apostelen naar de lucht keken om Hem na te staren, maar we kijken wel vaker omhoog als we onze aandacht op God richten, die in de hemel is (Handelingen 1:10-11). De hemel wordt immers altijd gezien als iets dat boven ons is, verhevener dan de aarde. Er staat dus alleen dat een wolk hen het zicht op Jezus ontnam. In de Bijbel lezen we vaker over wolken die geen regenwolken zijn, maar die worden waargenomen als iemand verschijnt uit of verdwijnt naar de geestelijke wereld (Exodus 19:9; Leviticus 16:2; Openbaring 1:7). Wolken worden in de Bijbel soms ook genoemd als een symbool van Gods heerlijkheid, zijn glorievolle aanwezigheid.
Hemelvaartsdag
Op Hemelvaartsdag gedenken we dat Jezus zijn eervolle positie in de hemel heeft ontvangen, nadat Hij zijn werk op aarde met succes had voltooid. Het is de minst gevierde christelijke feestdag. Natuurlijk zijn we blij met een vrije dag, maar op zo'n dag doen we liever leuke dingen dan dat we aandacht besteden aan de hemelvaart van Jezus. Daar is wel een verklaring voor te geven: Met Kerst denken we aan het feit dat God zijn Zoon als kostbaar geschenk aan ONS heeft gegeven. Op Goede Vrijdag denken we aan het feit dat Jezus zijn leven voor ONS heeft gegeven. Met Pasen denken we aan het nieuwe leven dat Hij ONS heeft aangereikt. Met Pinksteren gedenken we dat God de Heilige Geest aan ONS heeft gegeven. Kortom, zolang WIJ iets krijgen, willen we nog wel iets vieren. En dan de Hemelvaartsdag, het feest van de kroning van onze Koning. Daarbij gaat het een keer niet om ONS, maar alleen om HEM. En toch weten veel predikanten over Hemelvaart niet veel meer te zeggen dan dat Jezus: ZEGENEND naar de hemel is gegaan waar Hij is om voor ONS te bidden waar Hij ONZE toekomstige woonplek zou klaar maken. We kunnen het gewoon niet laten om de schijnwerper op ONSZELF te richten. Dat is bijna een automatisme, want als gelovigen vinden we ons eigen (geestelijke) leven belangrijker dan de eer van onze Heer. Laten we het maar eerlijk toegeven. En daarom vinden we het feit van de Hemelvaart niet belangrijk genoeg om er een feest van te maken. Geestelijke volwassenheid begint met het vol zijn van je Koning, waarbij Hij de belangrijkste hartstocht in je leven is geworden.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 2 -
Herschepping 2.0
Kroning van Jezus "De God van onze vaderen heeft Jezus tot leven gewekt ... Hem heeft God een hoge plaats gegeven aan zijn rechterhand als leidsman en redder..." (Handelingen 5:30-31, WV1995) De Bijbel maakt duidelijk dat Jezus in de hemel iets als een kroning heeft meegemaakt: de welverdiende beloning voor de ultieme liefdevolle gehoorzaamheid aan God de Vader. We weten niet op welk tijdstip Jezus zijn hoge positie in de hemel heeft ontvangen: direct na zijn sterven, bij zijn opstanding of pas na zijn hemelvaart toen Hij zijn aardse bediening definitief afsloot. Tenslotte is er in de hemel een ander tijdsbegrip dan op de aarde. Bovendien kon Jezus tussen zijn opstanding en hemelvaart afwisselend in de geestelijke en in de materiële wereld zijn. Maar hoe dan ook, voor ons aardse begrip is het goed om met Hemelvaartsdag de kroning van onze Koning te gedenken. "Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!" (Filippenzen 2:9-11, NBG1951) Nadat Jezus tot het uiterste was gegaan in zijn daad van zelfverloochening en zelfopoffering, werd Hij bevorderd tot de allerhoogste machtspositie op de troon van de Vader. Zegenende, zelfopofferende liefde is de belangrijkste kwalificatie voor leiderschap binnen het Koninkrijk van de Hemel. Alleen de Vader heeft een hogere positie dan Jezus en dat zal altijd zo blijven. De Bijbel spreekt over Jezus, die 'aan de rechterhand van de Vader' zit. Dat betekent dat Jezus de uitvoerende macht heeft, namens de Vader.
Belofte van wederkomst
Kort nadat Jezus afscheid van de apostelen had genomen kwamen er twee engelen bij hen staan: "... Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan." (Handelingen 1:11, NBV2004) Deze belofte is nog steeds niet vervuld, maar ik hoop dat het niet lang meer zal duren dat Jezus terugkomt om dan Zelf als Messiaanse Koning over de aarde te regeren.
5.4.2. Wachten op de Heilige Geest Na zijn opstanding uit de dood was Jezus geregeld verschenen aan zijn apostelen: "Aan hen heeft Hij veertig dagen lang herhaaldelijk bewezen dat Hij na zijn lijden weer in leven was. Hij vertoonde zich aan hen en sprak over het koninkrijk van God." (Handelingen 1:3, WV1995) Het hoofdonderwerp van zijn laatste onderwijs was hetzelfde als wat Hij al die jaren steeds had benadrukt: het Koninkrijk van de Hemel, de nieuwtestamentische verschijningsvorm van het alles omvattende Koninkrijk van God.
Koningschap op aarde?
Toch hadden de apostelen een brandende vraag over dat Koninkrijk die hen al zo lang had beziggehouden. "Zij die bijeengekomen waren (=apostelen), vroegen hem: ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Hij antwoordde: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’" (Handelingen 1:6-8, NBV2004)
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 3 -
Herschepping 2.0
De discipelen moesten een grote omslag in hun denken hebben gemaakt. Kort voor de kruisiging van Jezus hadden ze nog met elkaar geruzied over de verdeling van de ministersposten. Ze hadden immers verwacht dat hun Heer binnen enkele dagen het Messiaanse koningschap over de aarde zou ontvangen. Nu ging Jezus bij hen vandaan en moesten ze ZELF het Koninkrijk gestalte geven op aarde.
Zendingsopdracht
Jezus had de apostelen verteld dat Hij naar zijn Vader in de hemel zou gaan om vanaf de hemelse troon te regeren over de mensen op aarde, die tot het Koninkrijk van de Hemel zouden gaan behoren. "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde." (Matteüs 28:18, NBG1951/HSV2010) Vanuit die machtspositie gaf Jezus aan de apostelen de opdracht om de wereld in te gaan om dat Koninkrijk gestalte te geven en mensen uit alle volken tot zijn discipelen te maken waardoor ze tot dat Koninkrijk zouden toetreden: "Ga er daarom op uit om alle volken tot mijn discipelen te maken. Doop hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hen altijd te doen wat Ik u heb gezegd." (Matteüs 28:19, HB1987) Zie ook: Marcus 16:15-16; Lucas 24:47; Johannes 20:21. Meer hierover in onderwerp 'Grote Opdracht' in hoofdstuk 'Gods Koninkrijk uitbreiden'.
Wachten op DE belofte
In de dagen van de apostelen was het gebruikelijk als koningen of andere machthebbers een belangrijke overwinning of succes hadden behaald, dat ze dan geschenken uitdeelden aan de mensen. "In de Psalmen staat immers dat Christus, na Zijn overwinning op satan, naar de hemel zou terugkeren en gaven aan de mensen zou geven" (Efeziërs 4:8, HB1987) Het gaat hierbij om de grootste overwinning aller tijden en om de meest kostbare en omvangrijke gaven die Jezus aan zijn volgelingen wilde geven. In de Bijbel komen we talloze beloften van Gods kant tegen, maar er is slechts één belofte die DE belofte wordt genoemd (Zie ook Handelingen 1:4; 2:39): "Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed." (Lucas 24:49, NBV2004) De actieve inwoning van Gods Geest is het belangrijkste verschil tussen oudtestamentische en nieuwtestamentische gelovigen. Daarom is het onderwerp van dit hoofdstuk van het allergrootste belang. "Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen ..." (Handelingen 1:8, NBV2004) Bovennatuurlijke kracht is de meest kenmerkende eigenschap van een gelovige bij wie de Heilige Geest werkzaam aanwezig is. Tien dagen na de hemelvaart van Jezus zou Hij deze belofte waarmaken. Hemelvaart en Pinksteren zijn nauw aan elkaar verbonden.
Wachten op Pinksteren
Voor de Pinksterdag was het Koninkrijk van de Hemel nog in een stadium van voorbereiding. Dat stadium begon toen Johannes de Doper optrad om een nieuwe manier van denken te introduceren: van uiterlijke gehoorzaamheid aan Gods levenswet naar toewijding aan God vanuit het hart. Jezus heeft die omslag van denken verder uitgewerkt in zijn onderwijs en daarbij de principes van het nieuwe Koninkrijk van de Hemel geïllustreerd met tekenen en wonderen. Daarbij heeft Hij niet een soort presentatie gegeven van wat een God zoal kan doen, maar eerder een demo van het leven van een geestvervuld MENS die in een liefdevolle relatie met God de Vader leeft. Voor alle gelovigen zou Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 4 -
Herschepping 2.0
zo'n leven pas mogelijk zijn door de Heilige Geest, die toen nog niet beschikbaar was omdat Jezus' taak op aarde nog niet was afgerond. Hemelvaart en Pinksteren horen bij elkaar. Na de hemelvaart van Jezus, voordat de apostelen de wereld in zouden trekken, moesten ze nog even wachten totdat de Heilige Geest in hen zou komen wonen. Dat was DE belofte van de Vader. Deze belofte van het ontvangen van de Heilige Geest was bestemd voor alle mensen die tot een levend geloof in Jezus zouden komen. Dat gold in de eerste plaats voor gelovigen uit Israël, maar in de tweede plaats ook voor gelovigen uit de hele wereld: "... want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen." (Handelingen 2:39, NBV2004) Alleen met de kracht van de Heilige Geest zouden de apostelen immers de Grote Opdracht kunnen uitvoeren om de wereld te bereiken met het evangelie. Vanuit zijn hoge machtspositie kon Jezus na zijn hemelvaart de Heilige Geest zenden naar zijn volgelingen.
5.4.3. Pinksteren in Oude Testament Het Nieuwtestamentische Pinksterfeest heeft zijn wortels in het Oude Testament: bij de wetgeving bij de berg Sinaï door de instelling van het Wekenfeest
Wetgeving bij de berg Sinaï
Terwijl we bij het Pinksterfeest denken aan de komst van de Heilige Geest, die vanaf dat moment in de harten van gelovigen kwam wonen, was de wetgeving bij de berg Sinaï (Exodus 20) het moment dat God te midden van zijn volk Israël kwam wonen. Let maar eens op hoeveel overeenkomsten er zijn te vinden als we beide gebeurtenissen met elkaar vergelijken. 1. Tijdstip De wetgeving vond ongeveer vijftig dagen na de uittocht uit Egypte plaats. Het joodse Wekenfeest moest vijftig dagen na Pesach worden gevierd (Leviticus 23) ter herinnering aan de wetgeving en ook om het begin van de zomeroogst te gedenken. Het begrip 'Pinksteren' is afgeleid van het Griekse woord voor 'vijftig'. "Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar." (Handelingen 2:1, NBV2004) De eerste Pinksterdag vond dus plaats op de eerste dag van het Wekenfeest, zeven weken na de opstanding van Jezus. Daarom wordt in veel christelijke kerken op zeven weken na Pasen het Pinksterfeest gevierd. Bij benadering zien we dus steeds diezelfde periode terugkomen. 2. Verwachten God had het volk Israël de opdracht gegeven zich klaar te maken voor de grote gebeurtenis. "Bij het aanbreken van de derde dag moeten ze gereed zijn, want op die dag zal de H E E R voor de ogen van heel het volk neerdalen op de Sinaï." (Exodus 19:11, NBV) Op een vergelijkbare manier had Jezus zijn apostelen de opdracht gegeven om naar Jeruzalem te gaan en te wachten op de komst van Gods Geest. "Toen hij eens bij hen was, droeg hij hun op: 'Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan." (Handelingen 1:4, NBV2004) 3. Wonderlijke verschijnselen Bij de wetgeving vonden enkele wonderlijke verschijnselen plaats: "De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de H E E R was daarop neergedaald in vuur. De rook steeg op als de rook uit een smeltoven, en de berg trilde hevig. Het geschal van de Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 5 -
Herschepping 2.0
ramshoorn werd luider en luider. Mozes sprak, en God antwoordde met geweldig stemgeluid." (Exodus 19:18-19, NBV2004) Deze verschijnselen werden waargenomen door een miljoenenvolk. Op de eerste Pinksterdag waren er ook opmerkelijke verschijnselen: windvlagen en vuur die werden waargenomen door een kleine groep gelovigen. "Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven." (Handelingen 2:2-4, NBV2004) In beide gevallen konden alle aanwezigen de bovennatuurlijke tekenen van Gods aanwezigheid waarnemen en ook met hun eigen oren horen wat God zelf tot hen te zeggen had. 4. Goddelijk machtsvertoon Vanwege Gods machtsvertoon deden de Israëlieten het zowat in hun broek van angst. Moest dat echt zo? God geeft zelf het antwoord: "Och, hadden ze steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wel mocht gaan." (Deuteronomium 5:29, NBG1951) God wilde dat het volk uit ontzag voor Hem zijn leefregels zou eerbiedigen en er naar zou leven. Dat is namelijk de sleutel tot een stabiele relatie met God en een gelukkig leven: "Ik gaf hun mijn inzettingen. De mens die ze opvolgt zal daardoor leven." (Ezechiël 20:11, NBG1951) Ook voor nieuwtestamentische gelovigen is het ontzag voor God door te leven naar zijn geboden een basiskenmerk van een waar geloof. Niet voor niets wordt Gods Geest in het Nieuwe Testament vaak de HEILIGE Geest genoemd. 5. Veel getuigen Zowel de wetgeving als de komst van Gods Geest waren publieke gebeurtenissen, waarbij veel getuigen aanwezig waren. Bij de wetgeving was een miljoenenvolk aanwezig (Israël). Bij de komst van Gods Geest waren 120 directe betrokkenen (Handelingen 1:15) en was er een menigte toeschouwers uit alle landen rondom de Middellandse Zee (Handelingen 2:5-11).
Het joodse Wekenfeest
Het Wekenfeest werd en wordt door de joden gevierd ter herinnering aan de wetgeving op de berg Sinaï, vijftig dagen na Pesach. Bovendien is het een jaarlijks oogstfeest, waarbij onder meer 'een nieuw graanoffer' aan God wordt gebracht uit de eerste producten van de nieuwe oogst. Het graanoffer spreekt van dankzegging, nieuwe toewijding en viering van het leven dat God gegeven heeft. Als zodanig was het een afbeelding van (vernieuwde) overgave aan God en de voortdurende levensvernieuwing ofwel herschepping door de Heilige Geest. Volgens de huidige joodse tradities worden op de eerste dag van het Wekenfeest de Tien Geboden gelezen en het boek Ruth, dus weer de nadruk op wetgeving en oogst. In joodse gezinnen worden dan veel melkproducten genuttigd, die de Tora symboliseren, die vanwege zijn voedende kracht vergeleken wordt met melk. Ook de apostel Petrus gebruikte deze vergelijking in een van zijn brieven: "En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord..." (1 Petrus 2:2, HSV2010)
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 6 -
Herschepping 2.0
In nieuwtestamentische zin beschouwen we Gods Woord, de Bijbel, als de belangrijkste bron van ons geestelijke voedsel. Gods Woord en Gods Geest worden vaak in één adem genoemd als de belangrijkste voorwaarden voor geloofsgroei.
Nadruk op wetgeving
De wetgeving vanaf de berg Sinaï wordt beschouwd als het meest belangrijke moment van de joodse geschiedenis:
God komt bij zijn volk wonen. God maakt zijn wil bekend aan het volk door middel van de wetgeving. God sluit een verbond met het volk (het Oude Verbond).
Op een vergelijkbare manier denken we bij het nieuwtestamentische pinksterfeest aan het volgende: De Heilige Geest wordt naar de aarde gezonden en komt wonen in de harten van de gelovigen. De Heilige Geest legt Gods Woord in hun hart. Dit is een bevestiging van het Nieuwe Verbond met de nieuwtestamentische gelovigen. Over deze aspecten van het nieuwtestamentische Pinksterfeest was door verschillende profeten eeuwen geleden al geprofeteerd, zoals door Jeremia: "Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten - spreekt - de H E E R : Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk." (Jeremia 31:32, NBV2004) Als we denken aan het Pinksterfeest is 'Gods levenswet' voor veel christenen zo ongeveer het laatste waar ze aan denken. De Geest staat toch juist voor de bevrijding van die antieke wet en zet ons toch in de vrijheid, nietwaar? Door de Heilige Geest kunnen we toch juist de blijdschap ervaren van Gods aanwezigheid en bijzondere geestelijke gaven ontvangen. Het Oude en het Nieuwe Testament vormen een eenheid en juist door de kennis van het Oude Testament kunnen we het Nieuwe Testament pas goed begrijpen. In dit verband betekent dit dat de levenswet van God, die in de harten van gelovigen wordt levend gemaakt door de Heilige Geest het belangrijkste aspect is van Pinksteren. Dat is namelijk de basis voor het nieuwtestamentische, christelijke geloof. Alle ervaringsaspecten van de inwoning en vervulling van de Heilige Geest zijn prachtig en ook belangrijk, maar staan wel op de TWEEDE plaats. Laten we dat nooit vergeten.
5.4.4. Pinksteren in Nieuwe Testament Pinksteren
De apostelen en ruim honderd andere volgelingen van Jezus waren sinds de hemelvaart van Jezus bij elkaar gebleven om biddend te wachten op de komst van de Heilige Geest, zoals Jezus gezegd had (Handelingen 1:12-14). Ze hadden geen idee HOE dat zou gebeuren. Maar op de eerste dag van de week, tien dagen na Jezus' hemelvaart, gebeurde het. "Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven." (Handelingen 2:2-4, NBV2004) Al deze gebeurtenissen hadden natuurlijk een diepere betekenis: 1. Windvlaag Jezus had eens tegen Nicodemus gezegd dat de Heilige Geest is te vergelijken met de wind: je kunt Hem niet zien, maar wel het effect van zijn aanwezigheid duidelijk waarnemen.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 7 -
Herschepping 2.0
"De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is." (Johannes 3:8, NBV2004) Hier was het geluid van een gierende stormwind, die niet alleen in het huis, maar in de hele omtrek te horen was. De kracht van de windvlaag duidt op de immense kracht van Gods Geest, geen vernietigende kracht, maar een verfrissende en vernieuwende kracht, die mensen in beweging zet. 2. Vlammen De Heilige Geest is als een vuur (Openbaring 4:5) en zet mensen in vuur en vlam om met grote toewijding hun Heer te volgen. Zoals een vuur zich kan verspreiden, zo verspreidt het evangelie zich als een lopend vuurtje over de hele wereld. De zichtbare vlammen verspreidden zich van de ene persoon naar de andere. De Heilige Geest verbindt de mensen met elkaar en de mensen met God. De komst van de Heilige Geest was een duidelijk waarneembaar verschijnsel: waarneembaar voor de personen die de belofte ontvangen en voor hun omgeving. "Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort." (Handelingen 2:33, NBV2004) En dat is nog steeds zo. Ook vandaag zijn geestvervulde christenen het beste bewijs voor de wereld dat Jezus leeft.
Vervulling met de Heilige Geest
Toen de apostelen en de andere aanwezigen in het huis dit meemaakten wisten ze het direct: dit is het wat Jezus had beloofd. Het was juist op deze dag van het Wekenfeest dat ze terugdachten aan de verschijning van God op de berg Sinaï, waarbij Gods aanwezigheid werd begeleid door geluid en vuur. Nee, er was geen twijfel mogelijk: God was neergedaald om voorgoed door de Heilige Geest in hun harten te komen wonen. Wat een feest! Hoe reageerden de apostelen op deze enorme gebeurtenis? Ze zeiden niet tegen elkaar: "Wat heerlijk om zo'n fijne geestelijke ervaring mee te maken." Ze waren niet vol van hun ervaring, maar vol van Jezus. Vol zijn van de Heilige Geest en vol zijn van Jezus hoort bij elkaar. Daarom konden de apostelen ook niet anders dan vertellen over wat God allemaal had gedaan. Zie ook onderwerp 'Vervulling met de Heilige Geest' in dit hoofdstuk.
Profeteren in vreemde talen
De apostelen legden aan de omstanders uit wat er zojuist was gebeurd. Daarbij liet God hen door de Heilige Geest spreken in al de verschillende talen van de internationale groep toehoorders. "Ze werden allemaal vervuld van de heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun te spreken gaf. Nu verbleven er in Jeruzalem vrome Joden uit alle delen van de wereld. Bij het horen van dat geluid waren de mensen te hoop gelopen en ze raakten geheel in verwarring, want iedereen hoorde hen in zijn eigen taal spreken." (Handelingen 2:4-6 GNB1996). De Heilige Geest verkondigde zelf het Goede Nieuws op een manier dat alle omstanders het konden horen in hun eigen taal. Hiermee was het startschot gegeven voor de uitvoering van de Grote Opdracht van Jezus om alle volken van de hele wereld te bereiken met het evangelie. Dit is ook een belangrijke motivatie voor het wereldwijde Bijbelvertaalwerk, zodat iedereen op aarde Gods Woord in de eigen taal kan lezen, voorlezen en horen.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 8 -
Herschepping 2.0
Reacties van de omstanders
Er kwamen erg veel mensen af op het geluid van de stormwind, zoals mensen tegenwoordig de deur uit komen als er brandweerauto's met loeiende sirenes langskomen. Valt er iets te beleven, dan zijn de mensen er als de kippen bij. "In Jeruzalem woonden destijds vrome joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing ..." (Handelingen 2:5-7, NBV2004) Ze waren 'buiten zichzelf', een zeer sterke uitdrukking van het feit dat ze er helemaal van ondersteboven waren en niet wisten wat ze ervan moesten denken. Het was natuurlijk een heel bijzondere situatie. Vanwege het Wekenfeest waren joden uit alle omliggende landen aanwezig en ze konden allemaal getuige zijn van de komst van Gods Geest. Zij zouden later in al die landen aan hun volksgenoten vertellen wat ze in Jeruzalem hadden meegemaakt, als wegvoorbereiders voor de evangelieprediking. Later zou Paulus of een andere apostel wel langs komen om het ze allemaal wat uitgebreider uit te leggen. God weet wel wat Hij doet...
Vlammende toespraak van Petrus
Voordat hij vervuld was van Gods Geest sprak Petrus vaak voor zijn beurt en het was lang niet altijd even zinvol wat hij zei. Nu gaf hij een toespraak weg waardoor we kennismaken met een totaal vernieuwde Petrus (Handelingen 2:14-36). Hij schepte niet op over zijn leiderschap en ook niet over zijn geweldige ervaringen van Gods tegenwoordigheid door de vervulling met Gods Geest. Nee, hij had het over Jezus, Jezus en nog eens Jezus. Een geestvervulde gelovige is niet vol van zijn ervaring, maar vol van Jezus. In zijn toespraak benadrukte Petrus de glorie van Jezus op de Troon van God, die de Heilige Geest had gezonden om daarmee zijn Koningschap te bevestigen "God heeft deze Jezus laten opstaan; daarvan zijn wij allen de getuigen. Verhoogd aan Gods rechterhand heeft Hij de beloofde heilige Geest van de Vader ontvangen en uitgegoten; en dat is wat u ziet en hoort... Dus moet heel het huis Israël zeker weten dat God Hem tot Heer en Messias heeft aangesteld..." (Handelingen 2:32-36, WV1995) Petrus legde uit dat de duidelijk waarneembare komst van de Heilige Geest het onweerlegbare bewijs was dat Jezus de beloofde Messias was en is. De voormalige visser mocht vervolgens de meest wonderbaarlijke 'visvangst' meemaken die hij ooit had meegemaakt. Jezus zei dat hij een visser van mensen zou worden: 3000 mensen kwamen op zijn toespraak tot geloof (Handelingen 2:41). De laatste wonderbaarlijke visvangst had hij direct herkend als het werk van de Heer (Johannes 21:6-7). Nu wist hij het ook: deze 'vangst' is het werk van Jezus, die vanuit de hemel via zijn kinderen meer kan doen dan dat Hijzelf op aarde had gedaan, zoals Hij had voorzegd: "Ik verzeker jullie: wie in mij gelooft, zal doen wat ik doe; ja, hij zal nog grotere dingen doen, want ik ga naar de Vader." (Johannes 14:12, GNB1996)
5.4.5. Inwoning van de Heilige Geest "De Heilige Geest is nu op aarde de goddelijke vervanging voor de lichamelijke aanwezigheid van Jezus Christus 2000 jaar geleden." (Alan Redpath)
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 9 -
Herschepping 2.0
Uniek geschenk
De inwoning van de Heilige Geest is een geschenk van God dat iedere gelovige ontvangt na zijn bekering, als een belangrijk aspect van zijn wedergeboorte (nieuw leven ontvangen, levendmaking). Paulus schrijft hierover: "In Hem (=Christus) hebt u ook het woord van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding; in Hem bent u ook tot het geloof gekomen; u bent verzegeld met de beloofde heilige Geest, het voorschot op onze erfenis..." (Efeziërs 1:13, WV1995) Het is belangrijk dat we door dit Bijbelvers weten dat de Heilige Geest altijd bij en in de gelovige zal zijn. Dat is dus vanaf zijn wedergeboorte dwars door al de gebeurtenissen van zijn leven heen, of hij dat elk moment ervaart of niet, Hij is er gewoon. De Heilige Geest is God Zelf, die permanent in het hart de wedergeboren mens woont. "En niet alleen zij, maar ook wij zelf, [wij,] die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam." (Romeinen 8:23, NBG1951) Het woord 'eerste' betekent hier: 'belangrijkste'. De inwoning van de Heilige Geest is inderdaad het belangrijkste geschenk van God en het belangrijkste kenmerk van het nieuwe leven. Daarom is het werk van de Heilige Geest in de gelovige een van de belangrijkste thema’s van het Nieuwe Testament. De Heilige Geest is het die je leven tot Leven maakt. De inwoning van de Heilige Geest betekent een doorlopende verbondenheid met God en met alles wat God je wil geven. Het is als een permanente online verbinding met de hemel. Er staan duizenden beloften van God in de Bijbel; toch is er maar één belofte die DE belofte genoemd wordt: de belofte van de Heilige Geest. Dat is een heel belangrijk gegeven. "Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft laten delen in zijn Geest." (1 Johannes 4:13, NBV2004 De inwoning van Gods Geest is ook een wezenlijk verschil tussen het christendom en andere godsdiensten. Bij andere godsdiensten wonen en werken de godheden vooral vanuit een onbereikbaar verre hemel of vanuit tempels en heiligdommen. De levende God, de God van de Bijbel, wil niet alleen te midden van gelovigen wonen, maar vooral IN de gelovigen. Dat is een heel uniek concept.
Ontzagwekkende belofte
Als je er goed over nadenkt is de belofte van de Heilige Geest een ontzagwekkende realiteit. Nota bene: de hoogheilige God geeft zijn eigen innerlijk, het diepste van zijn eigen wezen, aan mensen die leven op een door zonde verdorven aarde en die zelf nog regelmatig zondigen. Wat gaat God ontzettend ver in het delen van zijn eigen leven met mensen! Maria werd zwanger door de Heilige Geest. De engel vertelde het haar met deze woorden: "... De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God." (Lucas 2:35, NBV2004) Gelovigen ontvangen ook de Heilige Geest in zich, zodat Jezus gestalte krijgt in hun leven en zodat de wereld op vele plaatsen iets van Jezus kan zien. Is dat geen ontzagwekkende gedachte?
5.4.6. Vervulling met de Heilige Geest Inwoning en vervulling
Gods Woord spreekt niet alleen over de inwoning van de Heilige Geest (vanaf de wedergeboorte) maar ook over vervulling met de Heilige Geest. Inwoning duidt op permanente aanwezigheid, vervulling duidt op een gebeurtenis waarbij iemand VOLLER wordt van Gods Geest. Dit laatste wordt ook wel doop in de Heilige Geest genoemd. In de Griekse grondtekst staat letterlijk doop IN de Heilige
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 10 -
Herschepping 2.0
Geest (Handelingen 11:16) maar dat wordt steeds verkeerd vertaald in bijna alle gangbare Bijbelvertalingen, evenals dopen IN water dat steevast als dopen MET water wordt vertaald. Alleen de Willibrord vertaling vertaalt het correct: "Ik doop u in water met het oog op bekering. Maar Hij die na mij komt, is krachtiger dan ik. Ik ben te min om Hem zijn sandalen te brengen. Hij zal u dopen in heilige Geest en vuur." (Matteüs 3:11, WV1995) Deze uitdrukking leert ons dat het gaat om als het ware helemaal in de Heilige Geest ondergedompeld of gedrenkt te zijn. Op andere Bijbelplaatsen staat dat de Heilige Geest OVER of OP de gelovigen kwam (Handelingen 1:8; Handelingen 10:44-45; Handelingen 19:6), wat op hetzelfde neerkomt, alleen met een iets andere beeldspraak. In alle gevallen gaan het om een merkbare gebeurtenis, niet om een langzaam proces.
Noodzakelijke toerusting
In het Nieuwe Testament wordt erg duidelijk gesproken over de noodzaak van het vol zijn met de Heilige Geest. Het is geen extraatje of een hobby van mensen met een pinkstertic, maar een Bijbelse opdracht en noodzaak voor alle gelovigen van alle tijden om tot het normale christelijke leven te kunnen leiden. "En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest." (Efeziërs 5:15, NBG1951) In de Bijbel lezen we van enkele gevallen waar mensen werden wedergeboren en bij die gelegenheid tegelijkertijd vervuld werden met de Heilige Geest (Handelingen 10:44-47). Misschien was het wel Gods bedoeling dat het altijd zo zou gaan. In de praktijk van vandaag vindt het vaak op een later tijdstip plaats. Dat kan te maken hebben met de radicaliteit van bekering: hoe radicaler een bekering, hoe nadrukkelijker deze meestal wordt ervaren en hoe krachtiger de Heilige Geest zich vanaf het begin kan manifesteren in de gelovige. Bij het lezen van het Bijbelboek Handelingen valt het op dat de mensen, die op een bijzondere manier door God gebruikt werden om zijn plannen uit te voeren, vervuld werden met de Heilige Geest. Steeds wordt een vervulling met Gods Geest vermeld bij belangrijke gebeurtenissen.
Doorbraak
Bij de vervulling met de Heilige Geest ontvang je als wedergeboren gelovige niet iets wat je eerder niet had. De Heilige Geest woont vanaf je wedergeboorte al in je. Bij de vervulling wordt deze inwoning als het ware geactiveerd, zodat de Heilige Geest ook in en door je heen kan gaan werken. Dit kun je vergelijken met het installeren van software op een computer. Vaak is er eerst een registratie nodig via een website, waarna je een activeringscode ontvangt. Pas wanneer je vervolgens die activeringscode ingeeft bij het opstarten van de software, kun je alle functies ervan gebruiken, eerder niet. Vervuld WORDEN met de Heilige Geest betekent dat de Heilige Geest op een bepaald moment MEER RUIMTE krijgt dan voorheen en krachtiger wordt ervaren. We hebben het dan over een soort geestelijke doorbraak. Bij iemand die vol is van Gods Geest heeft Gods Geest de ruimte om actief aanwezig te zijn, om in en door de gelovige te werken. Bij iemand waar Hij alleen in het hart woont, is zijn aanwezigheid maar nauwelijks merkbaar in zijn leven. Dat is dus het verschil tussen inwoning en vervuld zijn: passieve of actieve aanwezigheid van Gods Geest in de gelovige. Het verschil tussen inwoning en vervulling met Gods Geest werd eens afgebeeld met het kruikje nardusolie waarmee Maria de Heer Jezus zalfde kort voor zijn lijden en sterven. Vóór de zalving rook niemand iets, omdat de zalfolie in de dichte kruik zat. Pas toen ze de hals van de kruik had gebroken en de zalfolie over Hem heen goot, werd de kamer vervuld van de geur (Marcus 14:3). Bij veel gelovigen moet er eerst een doorbraak in hun leven komen en moeten barrières worden verwijderd voordat de Heilige Geest hun bewuste leven kan binnenstromen.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 11 -
Herschepping 2.0
5.4.7. Voorwaarden voor vervulling Radicaliteit
De voorwaarden om met Gods Geest vervuld te worden zijn niet principieel anders dan de voorwaarden om bekeerd te worden. Wel is de radicaliteit van je toewijding aan God van groot belang en dus een verlangen om je zonder reserves open te stellen voor God. Als je ernaar verlangt dat de Heilige Geest meer in en door je doet, moet je je wil aan Hem overgeven: dus je plannen, je idealen, de doelen die je najaagt, dit alles ondergeschikt maken aan het Koninkrijk, zonder reserves. Evenals geloofsovergave bij de bekering de sleutelrol speelt, is de radicaliteit van je geloofovergave de sleutelfactor voor een diepere vervulling met Gods Geest.
Afleggen van zondige gewoonten
Het is duidelijk dat de Heilige Geest niet werkzaam kan zijn in een leven waarin ONHEILIGE elementen een rol spelen. Daarom moet er radicaal worden gebroken met alle vormen van zonde waar je jezelf van bewust bent. Dat betekent niet dat je 100% zondeloos moet zijn. Wel dat je er op gericht moet zijn om alles aan te pakken wat met zonde te maken heeft. "Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9, HSV2010) Zolang je nog zondige gewoonten koestert waardoor je jezelf bewust onderwerpt aan de eisen van je vlees, je oude natuur, heeft de Heilige Geest geen ruimte om je hart in vuur en vlam te zetten. Wie wil je dienen: God of de verlangens van je eigen ik? " Laat dus de zonde niet heersen in uw sterfelijk lichaam, gehoorzaam zijn begeerten niet, stel uw ledematen niet als werktuigen van ongerechtigheid in dienst van de zonde. Bied uzelf aan God aan, als mensen die uit de dood ten leven zijn opgestaan. Offer Hem uw ledematen als werktuigen in dienst van de gerechtigheid." (Romeinen 6:12-13, WV1995) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Rein geweten'.
Geen verslavingen
Daarom moeten alle vormen van verslaving worden aangepakt. Mensen die verslaafd zijn aan bijvoorbeeld roken of alcohol hebben een grote barrière in zich tegen de werking van de Heilige Geest in hun leven. Dat is heel eenvoudig uit te leggen. De Bijbel leert ons dat vlees en Geest tegenover elkaar staan. Wie zichzelf tot slaaf heeft gemaakt van zijn vlees, kan zich niet tegelijk overgeven aan Gods Geest. Dat werkt niet samen. "... Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen." (Galaten 5:16-17, HSV2010) In dit verband las ik eens het getuigenis van een echtpaar dat op de knieën ging om God te vragen om de vervulling met zijn Geest, net als hun buren. Ze waren rookverslaafd, maar ze hadden op dat moment niet door dat hun verslaving de doorwerking van Gods Geest zou tegenhouden. In zijn liefdevolle genade gaf God hen toch de zegen van de vervulling en ... tot hun verbazing was vanaf dat moment de rookverslaving ook voorbij. Een wonder van God dus! Deze gebeurtenis illustreert het feit dat verslaafd zijn aan iets en vervuld zijn met Gods Geest niet bij elkaar horen. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Bevrijding'.
Ontledigen
Hoe voller je van jezelf bent, hoe minder ruimte er is om vervuld te worden met Gods Geest. Gelovigen kunnen soms zo vol zijn van hun carrière, hun gezin, hun sociale netwerk, hun hobby's, hun kerkelijke werk, dat er nauwelijks plaats is voor God. Je kunt de liefde van je hart nu eenmaal niet aan alles tegelijk geven. Wie vol is van iets anders, kan moeilijk vol worden van de Heilige Geest.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 12 -
Herschepping 2.0
Heel lang geleden kwam de melkboer bij ons aan de deur om losse melk te verkopen. Je moest hem dan een pan geven en daar deed hij dan de gevraagde hoeveelheid melk in. Stel dat je hem een pan vol met vieze beschimmelde etensresten gaf, dan zou hij er vast geen melk in doen. Je zou dan eerst de pan moeten leegmaken en schoonmaken. Pas daarna kon er melk in worden gedaan. Je hebt een probleem als je wel iets van God wilt ontvangen, maar tegelijk ook de vieze resten van je oude leven in je hart wilt bewaren. Natuurlijk gaat dat niet samen. Hoe leger je van jezelf wordt en hoe meer je van je oude leven aflegt, des te overvloediger kan Hij je vullen...
Overgave
Alle bovengenoemde zaken kunnen in één woord worden samengevat: overgave aan Jezus. In sommige samenkomsten worden mensen naar voren geroepen waarna er gebeden wordt om de vervulling met de Heilige Geest. Dit gebeurt nogal eens zonder een voorafgaand gesprek met een persoon, om daarmee na te gaan of iemand niet een verborgen leven in zonde er op na houdt. Vergeet nooit dat Gods Geest de HEILIGE Geest is. Gods heiligheid en een onvolledige overgave van Jezus horen niet bij elkaar. Neem daarom deze voorwaarden tot vervulling serieus...
5.4.8. Bidden om vervulling met de Geest "... Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven." (Johannes 4:10, NBV2004)
Twee beloften
De voorwaarden voor het ontvangen van de beloofde Heilige Geest zijn in principe niet anders dan de voorwaarden om tot wedergeboorte te komen. Op de eerste Pinksterdag drukte Petrus dit als volgt uit: "... Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen." (Handelingen 2:38, HSV2010) Er worden dus twee basisvoorwaarden genoemd: 1. bekering tot God door geloof in Jezus 2. doop als uiterlijk teken van je wedergeboorte De eerste voorwaarde is de belangrijkste (zie Marcus 16:16); het gaat immers vooral om de innerlijke verandering. Niettemin is de opdracht om je te laten dopen niet zonder betekenis. Het is een belangrijke stap die uiting geeft aan de innerlijke geloofsovergave en die daardoor een versterking is van de overgave. We lezen in het aangehaalde Bijbelvers behalve twee voorwaarden ook twee beloften: 1. vergeving van zonden (één aspect van wedergeboorte wordt hier genoemd; natuurlijk omvat Gods belofte alles van de wedergeboorte) 3. de gave van de Heilige Geest (niet alleen de inwoning, maar ook de vervulling) Evenals wedergeboorte Gods antwoord is op bekering, zo is vervulling met de Heilige Geest ook een geschenk van God dat je van Hem mag aannemen, tegelijk met je wedergeboorte of later. Bij bekering is geloofsovergave de voorwaarde, bij de vervulling met de Heilige Geest idem dito. Alle ware gelovigen hebben ooit de eerste geloofsstap tot bekering genomen. Veel minder gelovigen hebben een soortgelijke geloofsstap genomen om vervulling met de Heilige Geest te ontvangen. Velen van hen hebben nooit gehoord dat er zoiets bestaat. Zij menen dat ze bij de wedergeboorte alles hebben ontvangen wat God hen wilde geven. Dit doet me denken aan een verhaal over een vrouw die in de boekwinkel een tweedelige encyclopedie had gekocht. Toen ze thuis kwam ze er achter dat ze alleen het eerste deel had meegenomen. De volgende dag ging ze naar de boekwinkel en vroeg ze om het tweede deel. Dat kreeg ze onmiddellijk, want er was immers voor beide delen
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 13 -
Herschepping 2.0
betaald. Velen van ons hebben verzuimd om deel twee van Gods belofte bij Hem op te halen. In dat geval ligt het nog klaar om in ontvangst te nemen...
Mijn eigen verhaal
Persoonlijk was ik al jarenlang op zoek geweest naar de vervulling met Gods Geest. Op zekere dag las ik het bovenstaande voorbeeld in het bekende boek 'Het normale christelijke leven' van Watchman Nee. Dat raakte mijn hart op een bijzondere manier. De dag daarna ging ik een eind wandelen en bad ongeveer het volgende gebed: "Vader, dit wordt een historisch moment. Vanaf nu ga ik U niet meer vragen om vervuld te worden met de Heilige Geest. Ik wil U er nu voor bedanken. Amen." Meer niet. Er gebeurde die dag niets merkbaars. Maar de volgende morgen stond ik op met een ongekend diep besef van Gods grootheid en trouw dat mijn leven in een soort warmtegloed zette en ik wist: dit is het. Dat bijzondere besef van innerlijke vernieuwing duurde maanden lang. Het was net of mijn geloof een nieuw, krachtiger fundament had gekregen en God werd kostbaarder voor me dan ooit daarvoor, en dat was blijvend. Niet lang na die gebeurtenis riep God me voor een taak in de zending. Op een of andere manier stonden beide gebeurtenissen met elkaar in verband. Ik stond versteld van Gods liefdevolle betrokkenheid met mij, als eenvoudige gelovige. Natuurlijk is mijn verhaal maar een voorbeeld. God werkt op heel verschillende manieren bij mensen.
Beloofd aan ALLE gelovigen
Op de eerste Pinksterdag legt Petrus uit voor wie de belofte van het vervuld worden met de Heilige Geest gereserveerd is: "want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen." (Handelingen 2:39, NBV2004) De belofte van de Heilige Geest is dus in de eerste plaats gegeven aan joden en hun nageslacht. Het woord in de Griekse grondtekst dat hier met 'kinderen' is vertaald, heeft de betekenis van 'nakomelingen', dus niet van 'kleine kinderen'. Ook is de belofte voor 'allen die verre zijn' (= niet-joden), die zich bekeren in reactie op de roepstem van God. Als je op grond van de Bijbel hebt geconstateerd dat het Gods wil is dat je vol (of voller) wordt met Gods Geest, mag je Hem daar eenvoudigweg om vragen. "Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?" (Lucas 11:13, HSV2010)
5.4.9. Vervuld worden met de Geest Een merkbare gebeurtenis
In Handelingen 2 lezen we over de overvloedige uitstorting van de Heilige Geest in de harten van de eerste gelovigen. Dit was een bijzondere ervaring die zowel door henzelf als door de omstanders duidelijk werd opgemerkt. "Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort." (Handelingen 2:33, NBV2004) Toen dit hen overkwam hoefde niemand hen te vertellen wat er gebeurd was: natuurlijk, dit was het waar Jezus over gesproken had, DE belofte van de Heilige Geest (Handelingen 1:8)! Vervulling met de Heilige Geest is een duidelijk merkbare gebeurtenis, hoewel het niet altijd op het moment van vervulling zelf wordt ervaren. Bij de wedergeboorte komt de ervaring ook nogal eens een of meer dagen na het tijdstip van bekering. Zo kan het ook gaan bij een vervulling met de Heilige Geest. Maar in ieder geval is het merkbaar voor jezelf en als het goed is ook voor anderen. Toen Paulus tijdens een van zijn zendingsreizen voor het eerst in Efeze kwam stelde hij een belangrijke vraag aan de kleine groep gelovigen: Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 14 -
Herschepping 2.0
"Hebt u de Heilige Geest ontvangen toen u tot geloof kwam? En zij zeiden tegen hem: Wij hebben niet eens gehoord dat er een Heilige Geest is." (Handelingen 19:2, HSV2010) Kennelijk merkte Paulus dat er iets aan hen ontbrak, iets wat hij bij andere gelovigen meestal wel proefde. Er straalde geen geestelijke levenskracht van hen uit. De gelovigen in Efeze wisten van het verschijnsel niets af en ze wisten niet dat er iets ontbrak aan hun geestelijk leven. Zo zijn er ook nu veel gelovigen die zich wel wedergeboren kunnen noemen, maar niet vervuld zijn met de Heilige Geest en dit zelfs normaal lijken te vinden. Of ze gaan ervan uit dat alle gelovigen vanzelf vervuld met Gods Geest zijn. En het is zo jammer dat de meesten van hen niet eens door hebben dat ze iets missen. Uit het vervolg van het verhaal in Handelingen 19 weten we dat Paulus hen de handen oplegde en dat deze gelovigen alsnog vervuld werden met de Heilige Geest. Vanaf dat moment waren het 'echte' gelovigen geworden, die vol van Gods Geest waren... "En nadat Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen..." (Handelingen 19:6, HSV2010)
Hoe wordt het ervaren?
Hoe wordt de vervulling met de Heilige Geest ervaren? Dat kan heel verschillend zijn. In het Nieuwe Testament zien we dat bij veel gelegenheden vervulde gelovigen de gave kregen om in geestelijke talen te bidden en in de praktijk van vandaag gebeurt dit ook veelvuldig. Anderen spreken over een ervaring van nieuwe kracht die door hen stroomt en hun geloofsleven een nieuwe impuls geeft. Weer anderen ervaren een krachtige vrede en besef van Gods voortdurende aanwezigheid, sterker dan bij de wedergeboorte. Praktisch iedereen ervaart het als een overgang naar een nieuw stadium in het herscheppingsproces van hun leven. Bijbelleraar Derek Prince noemt het een 'toegangspoort naar een nieuwe dimensie in ons christen-zijn'. Er zijn ongetwijfeld veel meer manieren waarop de Heilige Geest zich manifesteert. De vervulling met de Heilige Geest kan gezien worden als een voorproefje op de krachten van de 'toekomende eeuw' (Hebreeën 6:4-5), wanneer alles tot volmaaktheid zal komen. Het is een bovennatuurlijk gebeuren, evenals de wedergeboorte. Zonder het bovennatuurlijke kunnen we een nieuwtestamentische LEER hebben, maar niet een nieuwtestamentisch LEVEN zoals God het bedoeld heeft.
Doel van vervulling
Waarom is het nodig om niet alleen de inwoning van Gods Geest te kennen, maar ook de vervulling met Gods Geest? We kunnen dan denken aan het volgende: diepere en sterkere verbondenheid met God krachtiger fundament van waarheid in je hart toerusting tot geloofsgroei en karakterverandering kracht om van Jezus te getuigen verbondenheid met de bron van liefde, om die uit delen aan medemensen toerusting voor het uitvoeren van taken in Gods Koninkrijk kracht om te leven volgens Gods leefregels en zijn geopenbaarde wil Op zich kan men ongeveer hetzelfde zeggen over de inwoning van Gods Geest. Het verschil zit vooral in de intensiteit en de diepgang ervan. Vervulling met de Heilige Geest is ook zoiets als een draaggolf voor de gaven van de Geest.
Bidden in een geestelijke taal?
In sommige charismatische kringen komen we de volgende opvattingen tegen: 1. Vervulling met de Heilige Geest gaat altijd samen met het ontvangen van de gave van bidden in een geestelijke taal. 2. Wie niet de gave van bidden in een geestelijke taal heeft ontvangen, is niet vervuld met de Heilige Geest.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 15 -
Herschepping 2.0
Ik geloof persoonlijk dat deze beweringen te kort door de bocht gaan. Immers, bij wedergeboorte komt de Heilige Geest in de gelovige wonen (Efeziërs 1:13) en verder mag niemand Gods werk beperken tot zijn persoonlijke ervaringen of denkbeelden. Niemand mag zijn eigen ervaring tot norm voor anderen verheffen. Aan de andere kant mogen we de gave van bidden in een geestelijke taal niet opzij schuiven als iets overbodigs. Als God iets aanbiedt, wie zijn wij dan om te zeggen dat we ook wel zonder kunnen? Integendeel, het is een gave waar we ons naar horen uit te strekken. Voorstanders van bovengenoemde opvattingen merken op dat de gave van bidden in een geestelijke taal het enige onomstootbare BEWIJS is van vervuld zijn met Gods Geest. Die gedachte wordt inderdaad door het Nieuwe Testament ondersteund. Maar je kunt dit niet omkeren door te zeggen dat als dit bewijs ontbreekt, er geen vervulling kan zijn. Zie meer hierover in onderwerp 'Bidden in een geestelijke taal' in hoofdstuk 'Geestelijke gaven'.
5.4.10. Vervuld blijven met de Geest Continu proces
Vervuld met de Heilige Geest zijn en blijven hoort bij het normale christelijke leven. Het is zelfs een Bijbels gebod: " ... word vervuld met de Geest..." (Efeziërs 5:18, HSV2010) De gebruikte tijdsvorm in de Griekse grondtekst laat zien dat het een doorgaand proces is: laat je steeds weer vol worden met de Heilige Geest. Helaas wordt dat aspect in geen enkele Nederlandse Bijbelvertaling weergegeven, maar het is wel belangrijk. De zin staat bovendien in de lijdende vorm. Wij kunnen onszelf niet vullen, alleen maar woon- en werkruimte in ons hart aanbieden. We moeten vervuld WORDEN. Het is God die vult zodra Hij daartoe de mogelijkheden in ons hart krijgt. Roy Hession schreef over dit Bijbelvers: "Voortdurend vervuld worden is de opdracht. Als wij dit niet aan ons laten doen, zal de belangrijkste geestelijke ervaring die wij misschien eerder gehad hebben, worden tot slechts een herinnering uit het verleden, terwijl wij in het heden leeg, verslagen en uitgedroogd zijn. Ook als wij zondigen, heeft het bloed van Christus zijn kracht niet verloren, maar is er ruimte om terug te komen in de herstelde relatie met God. Ik kan mijn kilheid en geestelijke verstarring niet anders kwijtraken dan door het geloof in wat Christus voor mij heeft volbracht." (Roy Hession)
Laat het vuur niet uitgaan Paulus schrift:
"Doof de Geest niet uit." (1 Tessalonicenzen 5:19, NBV2004) Hier gebruikt hij het beeld van een vuur dat kan uitgaan als je het niet op de juiste manier verzorgt. Vuur wordt in de Bijbel vaak genoemd als een beeld van warmte, licht en leven. Warmte voor een goed gevoel van vrede en blijdschap, licht voor inzicht in je verstand, en leven als uitwerking van de actieve werkzaamheid van de Heilige Geest. Je kunt het vuur van Gods Geest uitdoven doordat je een bepaalde zonde gaat koesteren, bijvoorbeeld door verslaving, door wrok of gebrek aan vergevingsgezindheid. Ook verkeerde manieren van denken kunnen een barrière vormen voor Gods Geest. Je kunt de Geest ook uitdoven door het verwaarlozen van geestelijke gaven die God je eerder heeft gegeven.
Doorstroming
Jezus sprak eenmaal de volgende woorden over de Heilige Geest:
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 16 -
Herschepping 2.0
"...Heeft iemand dorst, laat hij dan naar Mij toe komen, en laat drinken wie in Mij gelooft! Zoals de Schrift zegt: Uit zijn binnenste zullen stromen levend water vloeien.' Hiermee doelde Hij op de Geest die men zou ontvangen als men tot geloof kwam. Toen was de Geest er namelijk nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was." (Johannes 7:37-39, WV1995) Wedergeboren gelovigen hebben zelf gedronken van het levende water. Het doel van vervulling met de Heilige Geest is niet om je rond te wentelen in geestelijke ervaringen in een gelukzalige belevingswereld van 'Jezus en ik'. Het is de bedoeling dat het levende water door je heen stroomt naar anderen. De uitwerking daarvan, de vrucht van de Geest is in de eerste plaats liefde (Galaten 5:22). Hoe meer liefde je geeft aan God en je medemens, hoe meer er door je heen gaat stromen. De voorraad levend water is onbeperkt. Het is een zegenende liefde, die uit het hart van God komt en in ons hart is uitgestort (Romeinen 5:5) om DOOR TE GEVEN. Als Gods Geest niet door je heen stroomt naar anderen, wordt de 'toevoer' steeds minder en kan die zelfs helemaal stagneren. Vervuld BLIJVEN met de Heilige Geest heeft alles te maken met die doorstroming...
Een eenmalige gebeurtenis?
Het is niet de bedoeling je leven lang op één vervullingervaring te teren. Er horen ook na een eerste vervulling met de Heilige Geest momenten te zijn waarop Hij nieuwe ruimte in je leven krijgt. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij een overwinning over zorgen of over een zondige gewoonte. Ook de apostelen, die Handelingen 2 hadden meegemaakt, werden op een later tijdstip opnieuw vervuld: "Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God." (Handelingen 4:31, NBV2004) Het is niet het belangrijkste hoe vaak je een vervullingservaring hebt meegemaakt, maar of je vandáág vervuld bent met de Heilige Geest.
Hoe blijf ik vervuld met de Heilige Geest?
Het komt nogal eens voor dat mensen tijdens een manifestatie of een bijzondere samenkomst na handoplegging of gebed zijn vervuld met de Heilige Geest, terwijl de uitwerking ervan daarna langzamerhand lijkt af te nemen. De volgende aandachtspunten zijn van belang om vervuld te BLIJVEN met Gods Geest: 1. Maak het tot een dagelijkse gewoonte om te bidden om vol te zijn van de Heilige Geest, ofwel dat Hij actief werkzaam zal blijven in je leven. 2. Leef niet voor jezelf, maar laat Gods liefde door je heen stromen naar anderen. 3. Ontwikkel een zekere gevoeligheid voor zonde. Een belangrijk geheim van een overwinnend christelijk leven is ogenblikkelijk zonden belijden nadat je ze hebt gedaan en ervan bewust bent geworden. 4. Doof de Heilige Geest niet uit. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn boosheid, wrok, angst en bezorgdheid. 5. Wees een gehoorzame gelovige en voer nauwkeurig uit wat God je heeft opgedragen in zijn Woord en door zijn Geest.
5.4.11. Werk van de Heilige Geest Diepste van God
Zoals Jezus als het ware de 'buitenkant van God' is, zo is de Heilige Geest de 'binnenkant van God'. "De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God." (1 Korintiërs 2:10, HSV2010) De Heilige Geest is vooral God zoals Hij zich in de geestelijke wereld manifesteert. Omdat voor God geen beperkingen van tijd en ruimte gelden, kan de Heilige Geest overal tegelijk zijn. In Openbaring
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 17 -
Herschepping 2.0
1:4 wordt gesproken over de 'zeven geesten voor Gods troon'. Daaruit komt de alomtegenwoordigheid van Gods Geest naar voren.
Oude Testament
In het Oude Testament wordt zelden onderscheid gemaakt tussen God en de Heilige Geest. Wel wordt specifiek genoemd dat gelovigen door Gods Geest worden toegerust tot allerlei praktische taken (Exodus 35:30-36:1) en voor leiderschap (Deuteronomium 34:9). In het Bijbelboek Rechters lezen we diverse keren dat de Geest van de Heer op iemand kwam, die daardoor gemotiveerd en bekrachtigd werd om Israëls vijanden te bestrijden (Rechters 3:10, 11:29, enzovoort). De Heilige Geest was ook betrokken bij Gods strafgerichten (Jesaja 4:4). Vanuit het Nieuwe Testament weten we dat de Heilige Geest ook in de oudtestamentische periode mensen inspireerde tot bovennatuurlijk inzicht en profetieën. "Want een profetie is nooit voortgekomen uit menselijk initiatief; door de heilige Geest gedreven hebben mensen gesproken van Godswege." (2 Petrus 1:21, WV1995)
Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament is het werk van de Heilige Geest de belangrijkste factor naast wat de Zoon heeft gedaan en doet. De permanente inwoning van de Heilige Geest is het belangrijkste verschil tussen gelovigen onder het Oude en het Nieuwe Verbond. De Heilige Geest speelt de belangrijkste rol in het herscheppingsproces van de mensen en bewerkt ook hun geloofsgroei. Daarmee verband houdend is het de taak van de Heilige Geest om vanuit de geestelijke wereld met de gelovigen te communiceren. Daardoor kunnen mensen God ervaren en zijn stem verstaan. Ook is het de Heilige Geest die openbaringen aan mensen doorgeeft. Voorbeelden hiervan zijn het inspireren van de Bijbelschrijvers, het doorgeven van profetieën, het 'verlichten' van een mensenhart zodat hij zicht krijgt op God en Gods bedoelingen.
Helper
In Johannes 14:16-24 legt Jezus aan de discipelen uit wie de Heilige Geest is. "En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn." (Johannes 14:16, WV1995) In sommige oudere Bijbelvertalingen lezen we het woord 'Trooster'. Dat betekende eeuwen geleden 'Bemoediger' en toen was dat prima, maar nu klinkt het meer als iemand die een arm om je heen slaat als verdriet hebt. De NBV2004 vertaling geeft het woord 'pleitbezorger' en dat zet ons ook op het verkeerde been, omdat dat maar een klein facet van het werk van de Heilige Geest omvat. Zelf vind ik de vertaling 'Helper' veruit het beste, want dat algemene woord heeft een veel bredere betekenisruimte.
Is de Heilige Geest hetzelfde als Gods kracht?
Er zijn mensen die er moeite mee hebben om de Heilige Geest als een persoon te zien. Ze spreken liever over 'Gods werkzame kracht'. Ze wijzen onder meer op het feit dat de Heilige Geest in de Bijbel ook 'Geest van God' wordt genoemd (bijvoorbeeld Genesis 1:2, Matteüs 3:16, 1 Petrus 4:14) en 'Geest van Christus' (bijvoorbeeld Romeinen 8:9, 1 Petrus 1:11). De uitdrukking 'Geest van...' doet niet denken aan een zelfstandig handelend persoon en dat komt nogal onpersoonlijk over. Verder wordt de Heilige Geest vaak in één adem genoemd met Gods kracht (bijvoorbeeld Efeziërs 3:16, 2 Timoteüs 1:7). Deze denkwijze om de Heilige Geest vooral te zien als een verpersoonlijking van 'de kracht van God' komen we bijvoorbeeld tegen bij de Jehova's getuigen, die overigens ook de goddelijkheid van Jezus ontkennen.
Is de Heilige Geest een persoon?
Toch heeft de christelijke kerk door de eeuwen heen steeds vastgehouden aan de goddelijke drieeenheid en het standpunt dat de Heilige Geest een persoon is en geen onpersoonlijke kracht. We
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 18 -
Herschepping 2.0
komen in de Bijbel namelijk veel uitspraken tegen met betrekking op Gods Geest die alleen maar over een PERSOON kunnen gaan. Hier volgen enkele voorbeelden: "Op een dag... zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’" (Handelingen 13:2, NBV2004) "En als Hij (=Heilige Geest) komt, zal Hij het ongelijk van de wereld aantonen, en laten zien wat zonde, wat gerechtigheid en wat oordeel is." (Johannes 16:8, WV1995) "Wanneer echter de Helper komt ... zal Hij over Mij getuigenis afleggen..." (Johannes 15:26, WV1995) "Bedroef Gods heilige Geest niet: u bent met zijn zegel gewaarmerkt voor de dag van de verlossing." (Efeziërs 4:30, WV1995) Het lijkt me erg duidelijk dat Gods Geest een persoonlijkheid heeft, want Hij spreekt, wijst mensen aan, geeft mensen inzicht, getuigt van Jezus en kan beledigd of verdrietig worden. En wie met een concordantie alle Bijbelgedeelten opzoekt over de Heilige Geest kan gemakkelijk andere voorbeelden vinden.
De Heilige Geest in de gelovige
Wat doet de Heilige Geest voor de gelovige in het leven van alledag? Daarover bestaan verschillende, vaak eenzijdige ideeën, net zoals er bij gelovigen verschillende beelden bestaan over het karakter van God. Ook hierbij geldt dat we een gebalanceerd beeld krijgen als we het proberen te structureren volgens de vier zielsaspecten: verstand, gevoel, wil en gedrag. Hier volgt een kort overzicht: zielsaspect werk van de Heilige Geest verstand De Heilige Geest geeft bovennatuurlijk inzicht in de dingen van God. gevoel De Heilige Geest geeft een nieuwe beleving van de relatie met God wil De Heilige Geest geeft bovennatuurlijke kracht. gedrag De Heilige Geest bewerkt een nieuwe levensstijl in de gelovige. Werk van de Heilige Geest in de gelovige
5.4.12. Heilige Geest en verstand Verstand en geweten
De Heilige Geest wil je als wedergeboren gelovige helpen je verstand en geweten op God te richten, waardoor je kunt groeien in geloofszekerheid en wijsheid. Als je het Nieuwe Testament bestudeert zul je bemerken dit aspect van het werk van Gods Geest meer benadrukt wordt dan de andere drie aspecten die in de volgende onderwerpen aan de orde komen. 1. verstand - De Heilige Geest geeft inzicht in het Woord van God en zijn bedoelingen met je leven. 2. geweten - De Heilige Geest geeft inzicht om onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad, waarheid en leugen.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 19 -
Herschepping 2.0
Inzicht in de dingen van God "Maar het is de geest van God in de mens, de adem van de Ontzagwekkende die inzicht brengt." (Job 8:32, NBV2004) Kennis over de dingen van God kun je vooral opdoen uit de Bijbel, het Woord van de levende God. Maar inzicht gaat dieper, zoals het voorvoegsel 'in' van het woord 'inzicht' dat al suggereert. Het is alleen de Heilige Geest die kennis over de dingen van God levend maakt in je hart, waardoor je het gaat 'pakken' en het een deel van jezelf wordt. "Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld." (1 Korintiërs 2:14, NBV2004) De volgende Bijbelverzen laten enkele voorbeelden zien van inzichten die gelovigen door Gods Geest ontvangen: "Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en openbaring geven, om Hem echt te kennen." (Efeziërs 1:17, WV1995) "Nooit is het in eerdere generaties aan de mensenkinderen bekendgemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten" (Efeziërs 3:5, WV1995) "Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is." (1 Korintiërs 2:12, NBG1951) "God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God." (1 Korintiërs 2:10, NBV2004) Een van de bijzondere geestelijke gaven is de gave van profeteren, waardoor mensen door de Heilige Geest woorden van God ontvangen.
Gedachten afstemmen op Gods Woord
De Heilige Geest zorgt vooral voor een proces van vernieuwing in ons denken. Juist in ons denken ligt de basis voor ons handelen en die basis moet goed verankerd zijn in de waarheid van Gods Woord. "En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. (Romeinen 12:2, HSV2010) De Heilige Geest werkt in de diepte van ons innerlijk, vooral in ons hart (ongeveer hetzelfde als onze geest): "Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden." (Hebreeën 4:12, NBV2004) De gelovige leert daardoor zijn gedachten af te stemmen op Gods gedachten, voor zover Hij die bekend heeft gemaakt in zijn Woord. "Hoe groot zijn uw daden, H E E R , hoe peilloos diep uw gedachten." (Psalm 92:6, NBV2004) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Bijbel'.
Leven volgens Gods levenswet
De Heilige Geest is een bron van liefde in het hart van elke wedergeboren gelovige (Romeinen 5:5) en dat is een bron van echte, zuivere liefde tot God en tot de medemens. Alles wat uit die bron komt voldoet geheel aan de eisen van Gods levenswet. Vanuit dat perspectief moeten we de woorden van de apostel Johannes lezen:
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 20 -
Herschepping 2.0
"... Ieder die in Hem blijft, zondigt niet ... want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren." (1 Johannes 3:6,9 NBV2004) De Heilige Geest helpt ons als gelovigen te leven volgens Gods levenswet. Niet in de eerste plaats naar de letter, maar naar de geest van de wet en vanuit de kracht van Gods Geest. Daarover gaan de volgende Bijbelgedeelten: "... Ik (=God) zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven..." (Jeremia 31:33, NBV2004) "Wat uzelf betreft: de zalving die u van hem ontvangen hebt, is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in hem, zoals zijn zalving u geleerd heeft." (1 Johannes 2:27, NBV2004) De Heilige Geest is geen vervanging van Gods levenswet wet, maar helpt ons Gods leefregels te begrijpen, te aanvaarden en toe te passen in dagelijkse situaties. Er zijn gelovigen die Gods Geest als het ware tegenover Gods levenswet plaatsen. Wie de Geest heeft ontvangen, zo beweren zij, hoeft zich niet zozeer om Gods levenswet te bekommeren, want Jezus heeft die wet vervuld en het ook namens alle gelovigen gedaan. Vergeving van zonden is een gepasseerd station, daar hoef je je niet meer zo druk over te maken. Vier het feest van de vrijheid, geniet van Gods aanwezigheid en richt je op wat de Geest doet. Daar put je genoeg kracht uit om te leven. Natuurlijk moet je je wel aan Gods levenswet houden, maar dat gebeurt vanzelf als de Geest bij je is. Dus niet moeilijk doen want het oude is voorbij en het nieuwe is gekomen! Hoewel hier wel een kern van waarheid zit, kan dit gemakkelijk leiden tot een slordige en willekeurige manier omgaan met Gods leefregels. Ook al woont de Heilige Geest in je als wedergeboren gelovige, het is en blijft je EIGEN verantwoordelijkheid om te leven volgens Gods levenswet. De Heilige Geest is daarbij je Helper. Je bepaalt zelf in hoeverre Hij je mag helpen... Zie meer hierover in hoofdstuk 'Gods levenswet'.
Goddelijke leiding geven "Leer mij uw wil te volbrengen, u bent mijn God, laat uw goede geest mij leiden over geëffende grond." (Psalm 143:10, NBV2004) In veel gevallen ontvangen gelovigen goddelijke leiding die gegeven wordt door de Heilige Geest. "Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods." (Romeinen 8:14, NBG1951) In dit Bijbelvers noemt de apostel Paulus het verband tussen goddelijke leiding en 'zonen' van God, en in dat woord 'zonen' zit een element van volwassenheid. Gelovigen die nog maar weinig geloofsgroei hebben meegemaakt bepalen zelf hun doen en laten; meer volwassen gelovigen staan meer open voor Gods leiding. Terwijl Gods Woord richting geeft aan het christenleven in zijn algemeenheid, is de leiding van de Heilige Geest meestal heel specifiek gericht op een bepaalde situatie. Enkele voorbeelden uit de Bijbel: "Door de Geest geleid ging hij (=de oude Simeon) naar de tempel..." (Lucas 2:27, WV1995) "De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naast die wagen lopen.’" (Handelingen 8:29, WV1995) "Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’" (Handelingen 13:2, NBV2004)
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 21 -
Herschepping 2.0
"En zij gingen door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de heilige Geest verhinderd het woord in Asia te spreken; en bij Mysië gekomen, poogden zij naar Bitynië te reizen, maar de Geest van Jezus liet het hun niet toe;" (Handelingen 16:16-17, NBG1951) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Gods leiding'.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 22 -
Herschepping 2.0
Waarheid ontdekken
De Heilige Geest ondersteunt en leidt je als gelovige via het geweten door je te helpen onderscheid te maken tussen: waarheid en leugen echt en onecht geestelijk en ongeestelijk "En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn, de Geest van de waarheid ... Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn." (Johannes 14:16-17, WV1995) "Wanneer de Geest der waarheid komt, zal Hij jullie leidsman naar de volle waarheid zijn – niet dat Hij eigenmachtig zal spreken, Hij zal slechts zeggen wat Hij te horen krijgt – en wat komen gaat, zal Hij jullie meedelen." (Johannes 16:14, WV1995) Eenmaal aten Adam en Eva van de boom van kennis van goed en kwaad en dat leidde tot hun zondeval. Dat was geen neutrale kennis, maar een vernietigende kennis, die kwam uit de troebele bron van de aartsleugenaar: de satan. Daarentegen komt werkelijke, heilzame kennis van goed en kwaad bij de Heilige Geest vandaan en Hij wil die aan een ieder geven die zijn hart ervoor opent. Een van de bijzondere geestelijke gaven is de gave om geesten te kunnen onderscheiden (1 Korintiers 12:10, HSV2010), zodat men binnen een plaatselijke gemeente kan nagaan of een geestelijke uiting al of niet van God komt. Aan de ene kant kunnen we dit zien als een bijzondere gave die de Heilige Geest aan bepaalde gelovigen heeft gegeven om daarmee de plaatselijke gemeente te dienen. Maar we kunnen het ook breder uitleggen: aan iedere ware gelovige kan de Heilige Geest inzichten geven om onderscheid te kunnen maken tussen wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is'. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Waarheid en leugen'.
Zondebesef en een verlangen naar reinheid
De Heilige Geest ondersteunt en leidt de gelovige via het geweten. Een voorbeeld van die verbondenheid vinden we in het volgende Bijbelgedeelte: "Omdat ik verbonden ben met Christus, spreek ik de waarheid, ik lieg niet: de heilige Geest bevestigt het door de stem van mijn geweten." (Romeinen 9:1, GNB1996) De Heilige Geest spreekt het geweten van de gelovige vooral aan als er sprake is van onbeleden zonden. "En als Hij (=de Heilige Geest) komt, zal Hij het ongelijk van de wereld aantonen, en laten zien wat zonde, wat gerechtigheid en wat oordeel is." (Johannes 16:8, WV1995) De Heilige Geest laat je weten wat je verkeerd hebt gedaan en prikkelt je geweten om tot inkeer te komen en er mee naar God te gaan om die zonden te belijden. Zo'n aansporing van de Heilige Geest voelt aan de ene kant irritant, omdat je die boodschap niet wilt horen. Maar aan de andere kant vernedert de Heilige Geest je daardoor niet; het is geen verwijtende stem. Wel een stem die je uitnodigt om naar het kruis te gaan om daar bevrijd te worden van je zondelast die een obstakel is voor een gelukkig leven in vrede met God en met jezelf. Daarom is het volgende gebed van belang: "Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie, of bij mij een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg." (Psalm 139:24, NBG1951) Tegelijk wil de Heilige Geest ons helpen steeds meer een afkeer te krijgen van zonden en een verlangen te hebben naar reinheid. "Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest." (Psalm 51:12, NBG1951)
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 23 -
Herschepping 2.0
We moeten niet bij zonden blijven stilstaan. De Bijbel leert ons het kwade te overwinnen met het goede. "Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (Romeinen 12:21, NBV2004) En dat is nu precies waar de Heilige Geest ons wil helpen! Zie meer hierover in hoofdstuk 'Rein geweten'.
5.4.13. Heilige Geest en gevoel Gevoel en gemoed
De Heilige Geest wil je als wedergeboren gelovige helpen je gevoel en gemoed op God te richten, waardoor je kunt groeien in geloofsvertrouwen en een stimulerende geloofsbeleving. Hoewel veel mensen bij de Heilige Geest vooral aan geloofsbeleving denken, zien we dat de Bijbel veel meer nadruk legt op wat Hij in het verstand doet. Niettemin is beleving een wezenlijk deel van zijn gezegende aanwezigheid in de gelovigen. 1. gevoel - Met je gevoel beleef je de wereld om je heen, de relatie met God en je medemensen. De Heilige Geest geeft gelukkig makende emoties als blijdschap en vrede voor zover je als gelovige leeft vanuit de verbondenheid met Jezus. 2. gemoed - Hoe meer je gemoed op God gericht is, hoe nadrukkelijker de Heilige Geest je motiveert om niet je verlangens van je oude natuur (je vlees) te volgen, maar je verlangens af te stemmen op het Gods Koninkrijk en die leiden tot het hoogste geluk dat alleen bij Jezus te vinden is.
Ervaren van Gods aanwezigheid
Via de Heilige Geest, die in je hart woont als wedergeboren gelovige, kan God met jou en kun jij met God communiceren op een geestelijk niveau. "dankzij hem (=Jezus) hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader." (Efeziërs 2:18, NBV2004) Als wedergeboren gelovige ervaar je dat je met God in verbinding staat. Zulke ervaringen zijn geestelijke waarnemingen via je geestelijke zintuig: je intuïtie, een functie van je menselijke geest. Door de Heilige Geest WEET je bijvoorbeeld dat je een kind van God bent en dat is meer dan een gevoel! "De Geest van God zelf valt onze geest bij en getuigt dat wij kinderen van God zijn." (Romeinen 8:16, GNB1996) Communicatie met God is vooral gebaseerd op de hartsverbondenheid tussen God en de gelovige. "Maar wie zich met de Heer verenigt, is met Hem één geest." (1 Korintiërs 6:17, WV1995) Zie meer hierover in onderwerp ' Menselijke geest' in hoofdstuk 'Menselijk wezen'.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 24 -
Herschepping 2.0
Omgang met God
In het Nieuwe Testament lezen we over de betrokkenheid van de Heilige Geest bij de gebedsomgang met God: "Bid en smeek in de Geest bij elke gelegenheid en op allerlei wijze..." (Efeziërs 6:18, NBV2004) Zelf lees ik uitdrukkingen als 'in de Geest' en 'in Jezus' liever als 'in verbondenheid met' en dat kan onder meer ook betekenen: geleid door de Geest, in de kracht van de Geest, enzovoort. Kijk maar naar de verschillende weergaven in Bijbelvertalingen van het volgende vers: "... bid in de Heilige Geest..." (Judas 1:20, HSV2010) "... Laat u bij het bidden leiden door de heilige Geest." (Judas 1:20, NBV2004) "... bid in de kracht van de heilige Geest..." (Judas 1:20, WV1995) De Heilige Geest is de verbindende schakel tussen de hemel en de gelovige. Zo kan een aards mens communiceren met God die in de geestelijke wereld woont. "want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid." (Johannes 4:24, NBV2004) Gods Geest helpt je om God steeds beter te leren kennen door de omgang met Hem en door dagelijks met Hem te leven: "... de Geest van wijsheid en openbaring geven, om Hem echt te kennen." (Efeziërs 1:17, WV1995) Er is ook een andere vorm van geestelijke communicatie met God en wel door de gave van bidden in geestelijke talen, een van de bijzondere geestelijke gaven. In het volgende Bijbelgedeelte zien we 'gewoon' bidden naast bidden in geestelijke talen: "Kortom: ik moet bidden met mijn Geest maar ook met mijn verstand, en Gods lof zingen met mijn geest maar ook met mijn verstand." (1 Korintiërs 14:15, WV1995) Zie meer hierover in hoofdstukken 'Omgang met God' en 'Bidden en ontvangen'.
Omgang met medegelovigen
Door de Heilige Geest heb je als wedergeboren gelovige ook een speciale verbondenheid met andere wedergeboren gelovigen. Als je een willekeurige gelovige ontmoet, ontstaat er vrijwel onmiddellijk iets als herkenning. De ontdekking van die voelbare verbondenheid is voor iedereen een blijde verrassing nadat hij is wedergeboren. Die eenheid overstijgt kerkmuren en leerverschillen: het is de eenheid van het hart. Desondanks is het niet altijd gemakkelijk om die geestelijke eenheid binnen een plaatselijke gemeente vast te houden en vorm te geven. Dat vergt veel aandacht, nederigheid en vooral liefde: "Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping..." (Efeziërs 4:3-4, NBV2004) Als gelovigen deze geestelijke eenheid met elkaar in de praktijk ook gestalte kunnen geven is dat een teken van geestelijke volwassenheid: "... totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus." (Efeziërs 4:13, NBV2004) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Gemeente'.
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 25 -
Herschepping 2.0
Gelukservaring
Vrede en blijdschap zijn de gevoelens die ons als mensen de diepste gelukservaringen geven. Beide worden als belangrijke vruchten van de inwoning van de Heilige Geest genoemd: "Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede..." (Galaten 5:22, NBV2004) "want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest." (Romeinen 14:17, NBV2004) Deze diepe gelukservaringen houden ook stand onder moeilijke omstandigheden. Sterker nog, vooral onder moeilijke omstandigheden kunnen gelovigen leren om de vrede en de vreugde van God in hun hart te bewaren. "U hebt ons nagevolgd, en daarmee de Heer: onder zware beproevingen hebt u het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest." (1 Tessalonicenzen 1:6, NBV2004) Gods Geest geeft ook blijdschap en enthousiasme om God uitbundig te prijzen. "En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart..." (Efeziërs 5:18-19, HSV2010) De Heilige Geest helpt je te zien hoeveel goeds God je als gelovige heeft gegeven en dat stimuleert tot diepe dankbaarheid: Zie meer hierover in hoofdstuk 'Gelukkig leven'.
5.4.14. Heilige Geest en wil Wil en loyaliteit
De Heilige Geest wil je als wedergeboren gelovige helpen je wil en loyaliteit op God te richten, waardoor je kunt groeien in geloofskracht en liefdevolle toewijding aan God. 1. wil - De Heilige Geest geeft je als gelovige kracht om Gods wil te doen, naarmate je je wil aan Hem overgeeft. 2. loyaliteit - De Heilige Geest en motiveert je wil tot gehoorzaamheid uit liefde voor God. En dat is de kern van je geloofsleven.
Kracht
In het Oude Testament vinden we veel Bijbelgedeelten waaruit blijkt dat Gods Geest moed en kracht geeft aan mensen, speciaal onder bijzondere omstandigheden: "Toen kwam de geest van de H E E R over Gideon; hij blies de bazuin en de mannen van Abiezer sloten zich bij hem aan." (Rechters 6:34, WV1995) De kracht van de Heilige Geest is een sleutelbegrip voor nieuwtestamentische gelovigen. Het is misschien wel het belangrijkste kenmerk van een gelovige in wie de Heilige Geest actief kan werken. Niet voor niets had Jezus gezegd tegen zijn apostelen:
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 26 -
Herschepping 2.0
"maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen..." (Handelingen 1:8, WV1995) Ook de apostel Paulus beschouwt geestelijke kracht als HET kenmerk van de volwassen gelovige: "Maar ik zal spoedig naar u toe komen, indien de Heer het wil, en dan zal ik wel te weten komen of die opscheppers het bij woorden laten of dat ze werkelijk kracht bezitten. Want het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht ." (1 Korintiërs 4:19-20, NBV2004) Let op: het is niet zo dat de Heilige Geest je een hoeveelheid kracht geeft zodat je die kracht ZELF kunt gebruiken om alles beter te kunnen doen. Het is en blijft de kracht van de Heilige Geest zelf en Hij wil in en door je heen werken. Daarbij is overgave van je wil aan God, gehoorzaamheid aan zijn wil en een diep besef van afhankelijkheid van Hem van het allergrootste belang. De apostel Paulus schreef aan de gelovigen in Efeze (en indirect ook aan jou en mij): "moge Hij u in de rijkdom van zijn heerlijkheid de kracht geven, zodat u innerlijk door zijn Geest wordt gesterkt" (Efeziërs 3:16, WV1995) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Zwakheid en kracht'. De hoogste vorm van liefdevolle toewijding aan Jezus kunnen gelovigen laten zien als ze bereid zijn om voor hem lijden te verdragen, iets wat in veel landen van de wereld de dagelijkse praktijk is. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Geloofsvervolging'.
Kracht voor een toegewijd leven
De Heilige Geest helpt je als gelovige om dagelijkse keuzen te maken volgens je toewijding aan Jezus, die je Koning, Heer en Meester is. Deze toewijding is de basis voor oprecht discipelschap, waarin je als leerling wilt leven zoals je Meester dat deed. Dat leidt tot een verlangen om heilig te leven, en alle facetten van je leven te laten zijn tot eer van Hem. Toewijding aan God leidt tot een houding van bereidwilligheid om Gods wil te doen. Uit liefde wel te verstaan, niet uit plichtmatige onderwerping. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Toewijding'.
Kracht om te overwinnen
De Heilige Geest geeft bovennatuurlijke kracht aan de gelovige om overwinningen te kunnen behalen over het rijk van de satan: "... hij die in u is (=Heilige Geest), is machtiger dan hij die in de wereld heerst." (1 Johannes 4:4, NBV2004) Dat is geen kleinigheid! ALLE gelovigen onderschatten de kracht van de Heilige Geest en wat Hij kan doen door een mens die met God verbonden is. Je Helper geeft kracht om te overwinnen in de innerlijke geestelijke strijd, die zich vooral in je gedachten, gevoelsleven afspeelt. De Bijbel spoort gelovigen niet aan om als passieve figuren te wachten totdat de Heilige Geest hen plotseling een injectie van kracht geeft, een soort power-up. Nee, het is van belang dat zij zich bewust zijn van Gods kracht die in hen IS en dat die kracht van God geactiveerd wordt zodra je een stap in geloof zet. Eerder niet. "Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest..." (Efeziërs 3:16, NBV2004) De kracht van de Heilige Geest leidt tot overwinning over zonden en de voortdurende verleidingen van de oude natuur:
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 27 -
Herschepping 2.0
"Als u een zondig leven leidt, zult u zeker sterven. Maar als u door de Geest de praktijken van het lichaam doodt, zult u leven." (Romeinen 8:13, WV1995) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Geestelijke strijd'.
Kracht om te getuigen
De apostelen ondervonden kort na de eerste Pinksterdag vervolging van de kant van de joodse geestelijkheid. Petrus en Johannes kregen kracht om tegenover de joodse leiders te getuigen van Jezus' opstanding. Ze durfden de confrontatie aan: "Petrus antwoordde, vervuld van de heilige Geest: ... Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, vol verachting is weggeworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is ... " (Handelingen 4:9,11,20, NBV2004) De joodse leiders dreigden de apostelen met strafmaatregelen als ze door zouden gaan met hun getuigende activiteiten. Ze kropen niet in hun schulp maar baden om een extra manifestatie van Gods kracht: "'... Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig over uw boodschap te spreken door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, uw heilige dienaar.’ Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God." (Handelingen 4:29-31, NBV2004) Dit Bijbelgedeelte geeft een prachtig voorbeeld van de interactie tussen geestvervulde mensen en de Heilige Geest. Waar die samenwerken ontstaat een explosie van kracht. Zo was het toen en zo is het nu ook. De Heilige Geest geeft moed aan werkers in Gods Koninkrijk bij moeilijke confrontaties: "God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid." (2 Timoteüs 1:7, NBV2004) Een voorbeeld van confrontaties lezen we in de geschiedenis van Barnabas en Saulus toen ze op zendingsreis door Cyprus kwamen en ze in aanraking kwamen met een leugenachtig figuur die het werk van God probeerde tegen te werken. Saulus (die vanaf die gebeurtenis Paulus werd genoemd) zei tegen hem: "U bent een bedrieger, een gewetenloze oplichter, een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid. Hoe durft u de rechte wegen van de Heer te veranderen in kronkelpaden? Let op: de hand van de Heer zal u treffen, u zult blind zijn en voorlopig geen zonlicht meer zien." (Handelingen 13:10-11, NBV2004) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Uitbreiding van Gods Koninkrijk'.
Krachten en wonderen
Bekende vormen van het verrichten van wonderen zijn het genezen van zieken en het uitdrijven van demonen. De Heilige Geest geeft aan gelovigen de geestelijke gave om dit namens God en onder leiding van de Heilige Geest te doen. Dat wil niet zeggen dat andere gelovigen dat nooit zouden kunnen doen. In Marcus 16 zegt Jezus het volgende, nadat Hij hen de 'Grote Opdracht' gegeven had om de wereld met het evangelie te bereiken: "Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, ... op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden." (Marcus 16:17-18, NBG1951)
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 28 -
Herschepping 2.0
Gods wonderen dienen altijd een hoger doel, vooral om ons getuigenis in de wereld te bevestigen. God is niet veranderd en zijn vermogen en verlangen om wonderen op aarde te doen is nooit verminderd. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Geestelijke gaven'.
5.4.15. Heilige Geest en gedrag Gedrag en levensstijl
De Heilige Geest wil je als wedergeboren gelovige helpen je gedrag en levensstijl op God te stemmen, waardoor je kunt groeien in geloofspraktijk. Eigenlijk is dit het resultaat van wat de Heilige Geest in je verstand, wil en gevoel doet, zoals uitgelegd in de vorige drie onderwerpen. 1. gedrag - De geloofskeuzen en geloofsbeslissingen van je wil worden uitgewerkt in je gedrag. Daardoor kun je als gelovige in geestelijke zin vruchtdragen. 2. levensstijl - Je levensstijl wordt steeds meer bepaald door je nieuwe natuur door de werkzame inwoning van de Heilige Geest. Door de Heilige Geest verandert je karakter zodat je meer op Jezus gaat lijken.
Levensvernieuwing
De Heilige Geest was actief betrokken bij de schepping en ook bij het herscheppingsproces van de gelovige. Het was Gods Geest door wie Maria in verwachting raakte van Jezus. De engel had tegen haar gezegd: "De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God." (Lucas 1:35, NBV2004) Het is ook de Heilige Geest die mensen nieuw leven geeft bij hun wedergeboorte: "‘Ik verzeker u,’ antwoordde Jezus, ‘niemand kan het koninkrijk van God binnenkomen, als hij niet geboren wordt uit water en Geest." (Johannes 3:5, GNB1996) "De Geest is het, die levend maakt..." (Johannes 6:63, NBV2004) Later, bij de opstanding, zal het de Heilige Geest zijn die ons een nieuw stoffelijk lichaam zal geven. : "Als de Geest van Hem die Jezus heeft opgewekt uit de doden in u woont, zal Hij, die Christus uit de doden heeft laten opstaan, ook uw sterfelijk lichaam levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u woont." (Romeinen 8:11, WV1995)
Geloofspraktijk
De geloofspraktijk van een gelovige is de uitwerking van de gehoorzaamheid aan Gods wil waarvoor hij met zijn wil heeft gekozen. "Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen." (Ezechiël 36:27, NBV2004) "Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst." (Galaten 5:25, NBV2004) Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 29 -
Herschepping 2.0
De Bijbel geeft een overvloedig aantal voorbeelden over de manier waarop gelovigen elkaar en andere mensen kunnen dienen. Dat doen zij in navolging van de Heer die ook naar de aarde kwam om te dienen. "Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt." (1 Petrus 4:10, NBV2004)
Vruchten van de Geest
Een nieuwe levensstijl is het meest zichtbare resultaat van geestelijke groei. Dat uit zich in een levensstijl waaruit de vruchten van de Geest zichtbaar worden voor je omgeving: "Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing." (Galaten 5:22, NBG1951) De Heilige Geest helpt je om trouw te blijven en vast te houden aan wat je van en over God hebt ontvangen: "Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd." (2 Timoteüs 1:14, NBV2004) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Vruchtdragen'.
Liefde tot God en je medemensen
Echte zegenende liefde komt uit God en elke wedergeboren gelovige is aangesloten bij het onbeperkte reservoir van Gods liefde, om die van Hem te ontvangen en door te geven. Daarbij speelt de Heilige Geest een hoofdrol. "... Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken." (Romeinen 5:5, WV1995) "Maar de vrucht van de Geest is liefde..." (Galaten 5:22, NBV2004) Jezus vertelde eens hierover: "De Schrift zegt over wie in mij gelooft: Zijn hart zal een bron zijn waaruit stromen levend water vloeien.’" (Johannes 7:38, GNB1996) De evangelist Johannes legt uit dat deze stromen van levend water betrekking hebben op de Heilige Geest in de gelovige: "Daarmee bedoelde hij de Geest: wie in hem geloofden, zouden de Geest ontvangen. Toen was de Geest er namelijk nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was." (Johannes 7:39, GNB1996) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Zegenende liefde'.
Karakterontwikkeling
Net als ieder ander mens heb je een uniek karakter, dat op een unieke manier een weerspiegeling is van Gods karakter kan worden door het vernieuwende werk van de Heilige Geest. Ieder mens is geboren met een aantal sterke eigenschappen, terwijl andere eigenschappen ontbreken of veel minder sterk aanwezig zijn. Een kind van God kan als volgt omgaan met die eigenschappen. Met je karaktergaven (sterke eigenschappen) mag je God en je medemens dienen. Tegelijk mag je erop vertrouwen dat de Heilige Geest je helpt in die gebieden waarin je eigen karakter tekort lijkt te schieten. Hij geeft kracht in elke zwakheid. Het is een levenslang leerproces om hier goed mee om te gaan. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Karakter en geloofsgroei'
Hoofdstuk 5.4. Heilige Geest - 30 -
Herschepping 2.0
5.5. Geestelijke gaven De Heilige Geest geeft bijzondere gaven aan gelovigen om die te gebruiken in de dienst van God. Veel van deze gaven zijn bedoeld voor geestelijke opbouw van de plaatselijke gemeente. 5.5.1. Wat zijn geestelijke gaven? 5.5.2. Omgaan met geestelijke gaven 5.5.3. Bidden in een geestelijke taal 5.5.4. Profeteren 5.5.5. Wonderen verrichten 5.5.6. Zieken genezen 5.5.7. Demonen uitdrijven
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 1 -
Herschepping 2.0
5.5.1. Wat zijn geestelijke gaven? Verschillende soorten geestelijke gaven
Bij alle wedergeboren gelovigen is de Heilige Geest in hun hart komen wonen. Gelovigen kunnen daarnaast ook geestelijke gaven ontvangen van de Heilige Geest waarmee ze andere mensen kunnen dienen en zelf een zegen ontvangen. Het woord 'gaven' moeten we niet verwarren met het woord dat synoniem is met 'talenten', dus de eigen, menselijke bekwaamheden om bepaalde dingen boven gemiddeld goed te kunnen doen. Het Griekse woord is 'charisma', dat ook wel als 'genadegave' wordt vertaald, om daarmee de goddelijke oorsprong en kwaliteit mee aan te duiden. De Bijbel laat twee soorten geestelijke gaven zien: 1. Gaven die aansluiten bij natuurlijke eigenschappen 2. Bijzondere gaven 1. Geestelijke gaven die aansluiten bij natuurlijke eigenschappen Alle mensen hebben bij hun geboorte een aantal natuurlijke gaven of karaktergaven ontvangen, die meestal een onderdeel zijn van hun temperament. Gelovigen weten dat ze die van God hebben gekregen om gebruikt te worden binnen het kader van het Gods Koninkrijk, om ze toe te passen in de kerkelijke gemeente en in de eigen leefomgeving. Wanneer de Heilige Geest door de gelovige kan werken door zulke natuurlijke gaven, krijgen ze een bovennatuurlijke kwaliteit, waardoor ze herkenbaar anders naar buiten komen. Voorbeelden van zulke gaven vinden we in het volgende Bijbelgedeelte: "Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen. Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie iets weggeeft, moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is, moet daarin blijmoedig zijn. " (Romeinen 12:7-8, NBV2004) Zulke gaven zijn dus in wezen natuurlijke gaven, maar ze zijn verrijkt tot instrumenten in Gods hand zijn om zegen te verspreiden. Daarmee krijgen zulke gaven steeds meer een hemelse kwaliteit, want het is een leerproces voor gelovigen om hun natuurlijke gaven als instrumenten van God te hanteren, waardoor de Heilige Geest steeds meer mee kan doen. 2. Bijzondere geestelijke gaven Behalve over de bovengenoemde gaven spreekt de Bijbel ook over bijzondere geestelijke gaven. In 'Herschepping' (en speciaal in dit hoofdstuk) bedoelen we met geestelijke gaven alleen de bijzondere, geheel bovennatuurlijke gaven. Daarbij denken we aan: bidden in een geestelijke taal profeteren wonderen verrichten zieken genezen demonen uitdrijven Niet iedere gelovige ontvangt zulke geestelijke gaven. We mogen ons er wel naar uitstrekken en er om bidden, maar het is geen automatisme dat we ze ontvangen. Het is en blijft de Heilige Geest die ze uitdeelt aan wie Hij wil. Het volgende Bijbelgedeelte geeft voorbeelden van enkele soorten bovennatuurlijke gaven of geestelijke gaven: "de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is. Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil." (1 Korintiërs 12:9-11, NBV2004) Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 2 -
Herschepping 2.0
Een geestelijke gave is niet een soort beloning van goed geestelijk gedrag, maar een toerusting voor een bepaalde taak (1 Korintiërs 12). De ontvanger van een geestelijke gave heeft de verantwoordelijkheid om die tot Gods eer te gebruiken. Hij mag er niet mee opscheppen. Daarom geloof ik dat gaven van de Geest het beste tot hun recht komen bij geestelijk volwassen gelovigen, ook al weet ik heel goed dat God soms ook geestelijke gaven geeft aan pasbekeerden. Er is een verband tussen vervulling met de Heilige Geest en het ontvangen van geestelijke gaven. Soms ontvangen gelovigen een geestelijke gave wanneer ze een vervulling meemaken, maar het kan ook later gebeuren. Vervulling met de Heilige Geest hoeft niet te betekenen dat er altijd een geestelijke gave bij hoort. In de praktijk ontvangen relatief veel gelovigen de gaven van bidden in een geestelijke taal bij hun vervulling. Tegenhangers van deze gaven komen ook voor als gaven van de satan, waarmee Gods tegenstander werkt via mensen die zich hebben opengesteld voor het werk van de satan, zoals media bij spiritistische seances, waarzeggers, heksen, en dergelijke. Soms lijken de uitwerkingen van geestelijke gaven op die van de satan en er is geestelijk onderscheidingsvermogen nodig om het verschil te kunnen waarnemen.
Speciale geestelijke gaven of geoefend geloof
Mensen die bijzondere gaven van de Heilige Geest hebben ontvangen, kunnen dus onder de leiding van de Heilige Geest bovennatuurlijke dingen doen. Maar ook andere mensen met een geoefend geloof kunnen dezelfde dingen doen als de Heer hen daartoe het geloof of de aansporing geeft. Daarom moeten we niet te krampachtig omgaan met het woord 'gave'. Daardoor zouden we kunnen denken: ik heb die gave niet, DUS kan God het door MIJ niet doen. God kan in principe ALLES doen door ELKE gelovige die in verbondenheid met Hem leeft.
Geestelijke gaven of vruchten van de Geest?
Veel gelovigen die huiverig zijn voor geestelijke gaven of het geloof niet hebben om deze van God te ontvangen zullen het belang van de VRUCHT van de Geest benadrukken. Geestelijke gaven en vruchten van de Geest zijn twee verschillende zaken: geestelijke gaven zijn het middel om meer vrucht te kunnen dragen. Het doel is dus inderdaad belangrijker dan het middel. Maar het Woord van God benadrukt de noodzaak van geestelijke gaven in de plaatselijke gemeente en daarom zondigen wij als we dit veronachtzamen.
5.5.2. Omgaan met geestelijke gaven Normaal?
In de eerste christengemeenten waren geestelijke gaven een normaal verschijnsel. Na de eerste eeuwen van het christendom leken de gaven af te nemen, maar ze zijn nooit helemaal verdwenen. In onze tijd hebben veel theologen de geestelijke gaven weg getheologiseerd door te beweren dat ze alleen bestemd waren voor de eerste opbouwfase van de Gemeente. Ik geloof niet dat de Bijbel enige aanleiding geeft voor dat standpunt. Bovendien weten de meeste christenen in ons land heel goed dat ze vandaag de dag ook veelvuldig voorkomen. "... de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is. Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil." (1 Korintiërs 12:9-11, NBV2004) Er zijn ook kerkelijke kringen waar men wel degelijk gelooft dat de geestelijke gaven ook voor deze tijd zijn, maar waarin ze evenmin voorkomen. Er wordt niet over gesproken en men strekt zich er niet naar uit, vaak uit angst voor uitwassen of overdreven aandacht voor deze zaken. Of ze houden liever zelf de controle over wat er gebeurt. Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 3 -
Herschepping 2.0
Dan zijn er de kerkelijke kringen waar deze gaven wel voorkomen en worden gewaardeerd. Omdat het ook maar mensen zijn, door wie de Heilige Geest werkt, gaat daar wel eens iets mis. Bij geestelijke gaven worden gelovigen niet als willoze werktuigen op afstand bestuurd vanuit de hemel, maar de mens speelt er zelf ook een rol in en daarom gaat het niet altijd goed. Maar zijn dergelijke onvolkomenheden een reden om er helemaal van af te zien? Er worden ook grote fouten gemaakt in zending en evangelisatie. Is dat dan een reden om er helemaal niet aan te beginnen? Mijn persoonlijke conclusie is dat de geestelijke gaven thuishoren in de plaatselijke gemeenten en dat dit volgens de Bijbel normaal is. In het dagelijks leven bepaalt de meerderheid wat normaal is, maar binnen het Koninkrijk van God is het de Bijbel die de norm aangeeft, ook al komen geestelijke gaven in heel veel kerkelijke kringen niet voor.
Opwekkingen
We kunnen constateren dat de Heilige Geest bij opwekkingen vaak een sterke manifestatie van geestelijke gaven geeft. Dat weten we van vrijwel alle opwekkingen die in de afgelopen eeuwen in verschillende landen hebben plaatsgevonden. Er zijn boeken vol geschreven over deze opwekkingen en het is erg de moeite waard om erover te lezen. Toen we in 1980 van ons zendingsverlof in Nederland terug kwamen in Papoea Nieuw Guinea, was er in het Gadsup gebied, ongeveer een kilometer buiten de plaats waar we woonden, een opwekking begonnen. Honderden mensen kwamen tot geloof en tot diep in de nacht hoorden we hoe de gelovigen hun kelen schor zongen in ongekend enthousiasme voor de Heer. Er gebeurden allerlei wonderen, zoals met een jongen die gestorven was en na een vier uur durende bidstond weer tot leven kwam. In alle verhalen over de opwekking en in wat we er zelf van hebben gezien zagen we het Bijbelboek Handelingen ter plekke tot leven komen! Ook onze tuinman Zora ontving nieuw leven en liet zich dopen tijdens een van de twee massale doopdiensten. En toch, ruim een jaar later was er niets meer over van de opwekking. De meesten waren weer teruggevallen in hun zondige leefpatronen. De kerk werd daarna weer bezocht door hetzelfde kleine groepje als vóór de opwekking. Wat was er gebeurd? De mensen waren gefixeerd geweest op de bijzondere verschijnselen en namen onvoldoende moeite om het voedsel uit het Woord van de Levende God tot zich te nemen. Daardoor bleef de geloofsgroei uit en ja, dan is het gauw gebeurd. Niettemin vraag ik me nog steeds af waarom God zo'n opwekking liet plaatsvinden, terwijl het resultaat op termijn zo gering was. In het Guhu-Samune gebied van Papoea Nieuwe Guinea was twee jaar eerder een opwekking begonnen. Daar waren ook bijzondere wondertekenen en geestelijke gaven, maar de mensen gingen zich vanaf het begin sterk verdiepen in het Woord. Ze maakten er werk van om hele hoofdstukken uit het hoofd te leren en stichtten een plaatselijke gemeente die dicht bij het Woord bleef leven en er wat mee gingen doen. Vele jaren later waren de effecten van de opwekking nog steeds levensgroot aanwezig. Sindsdien ben ik berichten over opwekkingen in christelijke publicaties wat voorzichtiger gaan lezen. Het liefst lees ik pas over zulke gebeurtenissen nadat de blijvende effecten zichtbaar zijn geworden...
Openheid en voorzichtigheid
Met de gaven van de Heilige Geest dienen we om te gaan in openheid en voorzichtigheid. Openheid omdat het gaven van God zijn, die Hij belangrijk vindt, zodat we ze niet mogen minachten of net doen of ze niet bestaan. Voorzichtigheid omdat gelovigen die de geestelijke gaven op een ongeestelijke manier kunnen hanteren of met onzuivere bedoelingen. Daarom moet het altijd mogelijk zijn om kritische vragen te stellen als het gaat om het functioneren van dergelijke gaven binnen de plaatselijke gemeente. Gemeenten, waar kritiekloos elke bovennatuurlijke manifestatie aan God wordt toegeschreven, kunnen zich gemakkelijk laten misleiden, waardoor grote problemen kunnen ontstaan. Denk maar aan zogenaamde aanrakingen door Gods Geest waardoor mensen allerlei dierengeluiden maken; dat
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 4 -
Herschepping 2.0
ruikt erg naar een aanraking door demonische geesten. Overal waar geestelijke gaven functioneren, maar waar God niet alle eer krijgt en bijvoorbeeld de extase de overhand krijgt, kan de satan een voet tussen de deur krijgen en dat geeft natuurlijk grote problemen. Maar we mogen nooit het werk van de Heilige Geest tegenhouden omdat we bang zijn voor misstanden. Ook hierin is angst een slechte raadgever. "Blus de Geest niet uit. Veracht de profetieën niet." (1 Tessalonicenzen 5:19-20, HSV2010)
Niet de hoogste prioriteit
Geestelijke gaven zijn gaven van God tot welzijn van de Gemeente, maar horen niet op de eerste plaats te staan. De persoon van Jezus en het Woord van God dienen als de belangrijkste pijlers van de Gemeente en van ons geloofsleven. Zo was de Indiase prediker Soendar Singh zich ervan bewust dat God hem de gave van genezing had gegeven. Deze heeft hij maar tweemaal toegepast en daarna niet meer. Hij merkte namelijk dat de mensen hem daardoor gingen eren in plaats van God. Omdat zijn eerste gave de gave van prediking was, heeft hij daarna nooit meer iemand de handen opgelegd tot genezing. Zijn bescheidenheid laat zien dat hij een volwassen christen was: hij liet zich niet meeslepen door een geestesgave, maar zocht in de eerste plaats de wil en de eer van zijn Meester. Natuurlijk wil ik hier niet mee zeggen dat alle mensen met geestelijke gaven die gaven maar naar de achtergrond moeten schuiven, maar wel dat we geestelijke gaven niet op een voetstuk moeten zetten waar ze niet thuishoren. Paulus zei in dit verband: "Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert." (1 Korintiërs 12:31, NBG1951) En die hogere weg is de liefde, zoals Paulus het volgende hoofdstuk heeft uitgelegd. Liefde, bij uitstek DE vrucht van de Geest, staat boven de gaven van de Geest. Nogmaals: geestelijke gaven zijn een middel om Gods wil uit te voeren, maar geestelijke vrucht is het doel.
Geestelijke gaven alleen voor deze tijd
In zekere zin zijn geestelijke gaven een soort voorproefje op de eeuwigheid. Maar toch lezen we in de Bijbel ook: "... De gave van de profetie, ze zal verdwijnen; het spreken in talen, het zal verstommen ..." (1 Korintiërs 13:8, WV1995) De geestelijke gaven zelf zijn voor de tijd waarin we nu leven; in het hiernamaals zullen deze gaven in het niet vallen bij de enorme mogelijkheden die we dan zullen hebben. In het hiernamaals zullen de geestelijke gaven van vandaag overbodig zijn geworden omdat we dan volledig in de geestelijke wereld zelf zullen leven. Kortom: nu is het de tijd dat we de geestelijke gaven nodig hebben. God heeft ze niet voor niets tot onze beschikking gesteld, laten we er dus ernst mee maken en ons ernaar uitstrekken, individueel en als plaatselijke gemeenten.
5.5.3. Bidden in een geestelijke taal Geestelijke taal
Bij het bidden of spreken in een geestelijke taal (dat wil zeggen: een bovennatuurlijk ingegeven taal die de Heilige Geest in en door gelovigen spreekt) maakt de Geest gebruik van de menselijke stem, maar het gaat buiten het verstand van de mens om. Ook de merkaardige term 'tongentaal' wordt hiervoor gebruikt, zoals ook in de NBG1951 vertaling. De NBV2004 vertaling spreekt over 'klanktaal' maar dat vind ik nogal onlogisch: elke gesproken taal bestaat immers uit klanken! Andere Bijbelvertalingen hanteren geen vaste uitdrukking, maar spreekt over vreemde talen, andere talen, allerlei talen, enzovoort. Maar daar klinkt het bovennatuurlijke van het verschijnsel niet duidelijk in door.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 5 -
Herschepping 2.0
Geestelijke talen zijn werkelijke talen. Uit onderzoek is gebleken dat zij alle normale kenmerken van talen hebben, die worden gehanteerd in de linguïstiek (algemene taalwetenschap). Sommigen menen dat het talen van engelen zijn op basis van 1 Korintiërs 13:1, maar die tekst is naar mijn mening onvoldoende bewijs voor die opvatting. Waarom zouden engelen allerlei verschillende talen spreken? Op aarde is de veelheid van talen immers ontstaan als een soort vloek over de mensheid (Genesis 11) en het lijkt me onwaarschijnlijk dat engelen meer dan één taal nodig hebben. Een Engelse historicus, Keith Gerner, heeft bij een opwekking in Ierland meegemaakt dat een Afrikaans persoon Gods begon te prijzen in zuiver Latijn, terwijl hij zeker wist dat de Afrikaan geen woord Latijn kende. Er zijn twee geestelijke gaven die te maken hebben met geestelijke talen: 1. bidden in een geestelijke taal (in de persoonlijke omgang met God) 2. profeteren in een geestelijke taal (om woorden van God door te geven in de plaatselijke gemeente; daarnaast is er dan iemand nodig die de gave heeft om deze boodschap te vertolken) Dit onderwerp gaat over het eerstgenoemde: bidden in een geestelijke taal. Het profeteren in een geestelijke taal wordt verder besproken bij het onderwerp 'profeteren'.
Ervaren van Gods tegenwoordigheid "Iemand die in klanktaal spreekt, spreekt niet tot mensen maar alleen tot God..." (1 Korintiërs 14:2, NBV2004) "Want als ik in een klanktaal bid, is het mijn géést die bidt, mijn verstand staat erbuiten." (1 Korintiërs 14:14, HB2008) Wie in een geestelijke taal bidt begrijpt meestal niet wat de woorden betekenen. Toch geeft het een bijzondere zegen om te ervaren dat de levende God zo voelbaar en tastbaar in je aanwezig is. Dat kan bijvoorbeeld een diepe troost zijn bij moeilijkheden, een aansporing tot volharding, of een hulp om in de rust met God te komen. Het bidden in een geestelijke taal is dus bedoeld voor de persoonlijke omgang met God. Het kan ook in de vorm van zingen gebeuren: "Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand." (1 Korintiërs 14:15, NBV2004) Evenals bij alle andere bijzondere geestelijke gaven, komt de gave het meest voor bij mensen die zich ervoor openstellen, dus ook vooral in kerkelijke kringen waar die openheid bestaat.
Hoe werkt bidden in een geestelijke taal?
Veel mensen, die zelf niet de gave van bidden in geestelijke taal hebben ontvangen, denken dat bidden in een geestelijke taal een soort extatische ervaring is. Ze geloven dat je die gave pas kunt ontvangen als je in een hogere geestelijke gemoedstoestand komt. Toch is dat niet waar, want geestelijke talen zijn niet gebonden aan iemands innerlijke stemming. Ik kan zelf niet uit ervaring spreken, maar mensen die wel deze gave hebben, vertellen dat het de volgende effecten op hen heeft: een nieuwe geloofsblijdschap diepere ervaring van Gods aanwezigheid in je leven nieuwe vrijmoedigheid om te getuigen intensievere leiding van de Heilige Geest nieuwe honger naar de Bijbel nieuw besef van zonden Het bidden in geestelijke taal gaat ook niet buiten je eigen wil om, alsof God je zou dwingen het op een bepaald moment te doen. Het vindt plaats in een bijzondere ontmoeting tussen God en mens. Maar de gelovige kan zelf bepalen wanneer hij ermee wil beginnen en wanneer hij ermee wil ophouden.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 6 -
Herschepping 2.0
Gebeden van de Heilige Geest
De volgende Bijbeltekst kan in verband worden gebracht met bidden in een geestelijke taal: "Evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp. Want wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen." (Romeinen 8:26, WV1995) Er zijn momenten dat je niet weet wat je moet bidden, of wat je precies dwars zit. In dat geval kan de Heilige Geest de woorden kiezen of je eigen onbewuste verlangens en gedachten naar boven brengen en door middel van een geestelijke taal tot God de Vader uitspreken.
Bescheidenheid
Ik geloof overigens dat deze gave (evenals alle andere gaven van de Geest) met bescheidenheid gebruikt dient te worden. Het mag zeker geen aanleiding zijn voor geestelijke hoogmoed. Zo kan er in sommige charismatische kringen een storende tweedeling ontstaan tussen degenen die de gave wel hebben en degenen die nog niet zo ver zijn: een hogere en een lagere klasse. Zoiets leidt tot verkrampte situaties, vooral als de gave tijdens samenkomsten ook nog eens hoorbaar wordt beleefd. Daarom zegt Paulus hier niet voor niets het volgende over: "... maar om in de gemeente anderen te onderwijzen, gebruik ik liever een paar begrijpelijke woorden dan ontelbaar veel in klanktaal." (1 Korintiërs 14:19, NBV2004) Deze woorden getuigen van praktische wijsheid en dienen dan ook te worden opgevolgd.
Is bidden in een geestelijke taal een beetje eng?
Voor veel gelovigen is het idee om in een geestelijke taal te bidden een beetje eng, waarschijnlijk omdat het iets bovennatuurlijks is en veel gelovigen houden liever zelf de controle over wat ze doen. Juist die instelling zorgt ervoor dat ze niet open staan voor deze gave en wie er niet voor open staat zal hem normaal gesproken ook niet ontvangen. Het is ook maar net waar je mee bent opgegroeid. We mogen ons in geloof uitstrekken naar deze gave, want de Heilige Geest geeft alleen goede dingen. Daarover mag natuurlijk geen twijfel bestaan. Het is een gave die met ontzag voor God gehanteerd dient te worden, vanuit een aan Hem overgegeven levenshouding. Als je deze gave nog niet hebt en er wel naar verlangt, dan is dat iets goeds. De apostel Paulus spoort je ertoe aan met de volgende woorden: "Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken..." (1 Korintiërs 14:5, NBV2004) Deze opmerking is speciaal geschreven voor mensen die deze geestesgave nog niet hebben ontvangen. Als jij daartoe behoort, dan mag je rustig aan God vragen of je het mag ontvangen, maar probeer niets te forceren. Het komt voor dat gelovigen de gave ontvangen door handoplegging. De handopleggers hebben zelf ook een verantwoordelijkheid door niemand de handen op te leggen die nog onvolwassen is in geestelijke zin. Zulke gelovigen kunnen een dergelijke gave gemakkelijk verkeerd hanteren. De tijd is er dan misschien nog niet rijp voor.
Bewijs van vervulling?
In sommige kringen wordt de gave van bidden in een geestelijke taal gezien als het noodzakelijke bewijs dat iemand is vervuld met de Heilige Geest. Het Nieuwe Testament geeft er wel veel voorbeelden van en het is het enige waterdichte bewijs dat de vervulling bij iemand heeft plaatsgevonden. Maar we mogen het niet omdraaien door te zeggen dat wie de gave van bidden in een geestelijke taal niet heeft, ook niet vervuld kan zijn. Het hebben van een bepaalde gave en vol zijn van de Heilige Geest zijn twee verschillende dingen. Wel komt het voor dat mensen voor het eerst een vervulling met de Heilige Geest meemaken en tegelijk de gave van het bidden in een geestelijke taal ontvangen (Handelingen 10:44-46).
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 7 -
Herschepping 2.0
Is het wel van God?
Er zijn gelovigen die beweren dat geestelijke talen van de satan komen. Nu is het zo dat alle gaven van de Heilige Geest ook door de satan worden geïmiteerd. Alle bovennatuurlijke verschijnselen komen immers alleen voort uit een geestelijke krachtbron. Er zijn maar twee van die krachtbronnen: God en de satan. Jaren geleden maakte ik eens een zondagse samenkomst mee bij een Engelse pinksterbijbelschool. Er werd op een bepaald moment flink in geestelijke talen gebeden door een aantal mensen. Achter me zat een meisje dat op een snerpende toon steeds dezelfde klanken herhaalde en wel op een manier waardoor ik in mijn hart een duidelijke aversie voelde. Ik ben er voor mezelf van overtuigd dat die geestelijke taal van dat meisje niet uit God was. We moeten er van uitgaan dat overal, waar God aan het werk is, de tegenstander er iets tegenover zet. Maar we moeten oppassen om Gods werk niet aan de tegenstander toe te schrijven, want daarmee beledigen we de Heilige Geest. "... verhinder niet dat er in klanktaal gesproken wordt." (1 Korintiërs 14:39, NBV2004) Dit is een van de Bijbelse geboden die in veel kerkelijke kringen met het grootste gemak aan de kant worden geschoven. Gods geschenken worden niet door iedereen gewaardeerd...
5.5.4. Profeteren "Blus de Geest niet uit, kleineer de profetische gaven niet, keur alles, behoud het goede." (1 Tessalonicenzen 5:19-21, WV1995)
Wat is profeteren?
Kort gezegd: spreken namens God. De gave van profetie, die in het Oude Testament aan profeten gegeven was, komt in het Nieuwe Testament voor als een bovennatuurlijke gave van de Heilige Geest. Uiteraard geldt ook hiervoor dat dit vandaag de dag evenzeer voorkomt onder Gods kinderen, die er voor openstaan. Er zijn theologen die beweren dat de profetie in deze tijd niet meer van toepassing is, omdat de profetie ophield toen de Bijbel compleet was. De Bijbel zelf geeft geen enkel aanknopingspunt voor deze bewering. De feiten tonen aan dat vandaag de dag profetie nog steeds springlevend is.
Werk van de Heilige Geest
Profetie is geen mensenwerk, iets wat mensen bedenken, zeggen of doen, maar het werk van de Heilige Geest in de gelovige. "Daarna zal zich dit voltrekken: Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft. Jullie zonen en dochters zullen profeteren ..." (Joël 3:1, NBV2004) In het Oude Testament lees je vaak dat God tot profeten sprak. Het waren vaak eenvoudige mensen, maar hun bediening had een geweldige uitwerking. Profeteren is in de eerste plaats: luisteren naar wat God te zeggen heeft en dat doorgeven aan degenen voor wie de boodschap bestemd is. "want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest." (2 Petrus 1:21, NBV2004) De 'profeet' hoeft niet altijd te weten dat hij profeteert op het moment dat hij profetische woorden uitspreekt. Soms beseft hij het achteraf als hij verneemt welk effect zijn woorden hebben gehad. Paulus spoort ons aan om naar de gave van profetie te streven, omdat het als de belangrijkste geestelijke gave kan worden beschouwd: "Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie." (1 Korintiërs 14:1, NBV2004) Profetie van God komt via iemands intuïtie binnen. Ook ingevingen vanuit het eigen onderbewustzijn kunnen aanvoelen als iets dat 'van buiten jezelf' komt. Daardoor is het niet altijd gemakkelijk om het onderscheid te maken of een boodschap van God komt of uit het eigen hart. Vooral sterk intuï-
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 8 -
Herschepping 2.0
tief ingestelde mensen kunnen hierdoor misleid worden. Daarom zegt de Bijbel dat toetsing van profetieën door anderen noodzakelijk is.
Profeteren binnen de plaatselijke gemeente
Profeten zijn personen die een speciale functie hebben in de Gemeente van Jezus: "... Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus." (Efeziërs 4:11, NBG) In sommige kerkelijke kringen waar geen plaats is voor de bijzondere geestelijke gaven wordt de functie van 'profeten' in dit verband min of meer gelijkgesteld met die van predikers. Het begrip 'profetie' wordt dan versmald tot zoiets als 'woordbediening' en dat doet geen recht aan de Bijbelse boodschap. We mogen niets afdoen van wat het Woord van God ons leert. In dit Bijbelgedeelte worden profeten apart genoemd van leraars en dat maakt op zich al duidelijk dat profeteren iets heel anders is dan 'het profetische Woord van God' uitleggen.
Bekendmaking van Gods wil
In veel gevallen hebben profetieën te maken met de plannen die God van plan is uit te voeren. God zei eens tegen de profeet Jeremia: "Roep mij aan, en ik zal je antwoorden, ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn." (Jeremia 33:3, NBV2004) In het Oude Testament lezen we veel uitspraken van profeten, die 'op afstand' worden uitgesproken over bepaalde volken. Zo lezen we bijvoorbeeld in Ezechiël 29-31 uitgebreide profetieën over Egypte. Het waren Gods voornemens om strafgerichten tegen Egypte uit te voeren. Profetieën van vandaag kunnen natuurlijk nooit een vervanging zijn van het geïnspireerde Woord van God, de Bijbel. Het zijn eerder aanvullingen, meestal bedoeld voor goddelijke leiding, correctie of bemoediging. "Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend." (1 Korintiërs 14:3, NBV2004) Ook zijn het soms openbaringen, toekomstvoorspellingen of opdrachten aan gelovigen. Profetieën van God horen vanaf het begin bij de nieuwtestamentische Gemeente. We zien dat bij de beschrijvingen over de eerste gemeenten (Handelingen 11:27-28; Handelingen 15:30-32; Handelingen 21:10). Daarbij komt het vaak voor dat profeten uitspraken doen die alleen begrepen worden door de persoon voor wie de profetie bestemd is. Andere profetieën kunnen gaan over zaken waar de profeet uit zichzelf niets van kan weten. De persoon voor wie zo'n profetie bedoeld is kan dan nog zekerder weten dat de profetische woorden rechtstreeks van God afkomstig zijn.
Satanische profetieën
De satanische tegenhanger van profetie is waarzeggerij, waarin de satan zijn eigen bedoelingen aankondigt, of spiritisme waarbij demonen tot mensen spreken, waarbij ze vaak doen voorkomen dat er overledenen tot hen spreken. De satan is een uitstekende imitator. Omdat de satan wel degelijk macht kan uitoefenen op alle mogelijke gebeurtenissen, kunnen deze profetieën tot op zekere hoogte correct zijn en uitkomen, maar lang niet altijd. De satan wordt niet voor niets de 'vader van de leugen' genoemd. Over hem zegt Jezus: "... Hij (= de satan) is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen." (Johannes 8:44, NBV2004) Als de satan iets zegt dat op waarheid lijkt, is het meestal een gevaarlijke mix van waarheid en leugen. Omdat Gods plannen meer gewicht in de schaal leggen dan die van de satan, komen Gods plannen wel uit, terwijl die van de satan alleen uitkomen als God het hem toestaat. Als een kind van God Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 9 -
Herschepping 2.0
ongewild een waarzeggerij aanhoort die hem verontrust, kan hij daarmee naar God gaan en bidden of God de plannen van de satan zal verijdelen. Er zijn ook mensen met een demonische gebondenheid die waarzeggende dromen hebben: wat zij dromen komt de volgende dag uit. Dat is een beangstigende situatie en alleen die angst maakt al duidelijk dat het van de satan komt. Wanneer gaven van God functioneren, ontstaat er vrede in het hart; waar de satan het doet ontstaat onrust en verwarring. Zie hiervoor hoofdstuk 'Bevrijding'.
Profetische proclamaties
Een bekend voorbeeld van profetische proclamaties uit het Oude Testament vinden we in de geschiedenis van Jozua. Als legerleider meende hij op een dag meer tijd nodig te hebben om de vijanden te verslaan en toen sprak hij woorden van God: "... In aanwezigheid van Israël sprak hij: ‘Zon, sta stil boven Gibeon, maan, blijf staan boven de vlakte van Ajjalon.’ En de zon stond stil en de maan bleef staan, tot Israël zijn vijanden had afgestraft." (Jozua 10:12-13, NBV2004) De profeet Elia zei tegen de goddeloze koning Achab: "Zo waar de H E E R leeft, de God van Israël, in wiens dienst ik sta, de eerstkomende jaren zal er geen dauw of regen komen tenzij ik het zeg." (1 Koningen 17:1, NBV2004) En zo zijn er in het Oude Testament nog veel andere profetische proclamaties opgeschreven. Profeten spraken namens God en in de autoriteit van God, en wat ze zeiden gebeurde door persoonlijk ingrijpen van God. Onder het Nieuwe Verbond is deze vorm van profeteren ook bekend. Jezus bestrafte de storm en die kwam tot bedaren (Lucas 8:24). Hij vervloekte een vijgenboom, die kort daarna verdorde (Matteüs 21:18-21). En let op wat Jezus daarna tegen zijn discipelen zei: "Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen, zul je niet alleen teweeg kunnen brengen wat er gebeurde met de vijgenboom, maar zul je zelfs tegen die berg kunnen zeggen: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren." (Matteüs 21:18-21, NBV2004) Kortom, Jezus spoort de discipelen en via hen ook ons als gelovigen ditzelfde te doen. Daarbij moet de gelovige er wel van overtuigd zijn dat dit de wil van God is.
Spreken of profeteren in een vreemde taal
Het Nieuwe Testament leert ons dat profetieën soms geuit worden in geestelijke talen te midden van de gemeente. Meestal geeft dan iemand anders een door God ontvangen uitleg aan de profetie. "Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken, maar ik wil nog liever dat u profeteert. Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in klanktaal spreekt, tenzij hij uitlegt wat hij zegt, zodat de gemeente er baat bij heeft ... Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft." (1 Korintiërs 14:5, 27, NBV2004) In zo'n geval merkt de eerste spreker in zijn geest (intuïtie) dat de uitleg overeenkomt met de boodschap in de vreemde taal die hij heeft doorgegeven. Doordat er twee gelovigen bij betrokken zijn, kan er een zekere toetsing plaatsvinden. Ook komt het voor dat profetieën in een gewone, bestaande taal worden uitgesproken, die onbekend is aan de spreker, maar wel verstaan wordt door de toehoorders. Het taalwonder van de eerste Pinksterdag (Handelingen 2) is daar een voorbeeld van. Ook in deze tijd komen dergelijke gebeurtenissen voor, meestal in situaties waar het evangelie wordt doorgegeven aan ongelovigen.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 10 -
Herschepping 2.0
Toetsing van profetieën
De Bijbel maakt duidelijk dat ons profeteren niet volmaakt is, eenvoudigweg doordat de mens die profeteert niet volmaakt is: "Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren" (1 Korintiërs 13:9, NBG) Daarom moeten profetieën getoetst worden door anderen. "Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen." (1 Korintiërs 14:29, NBV2004) Het komt voor dat mensen vermeende profetieën uitspreken, die uit hun eigen innerlijk komen. Het is ook verstandig als iemand tijdens een samenkomst een profetie heeft, dit eerst toetst met de leiders van de gemeente om verwarring te voorkomen. Hierdoor wordt voorkomen dat een onechte profetie, die voortkomt uit de verbeelding van de spreker, als van God afkomstig wordt aangenomen. Zo mogen profetieën bijvoorbeeld in geen enkel opzicht in tegenspraak zijn met wat de Bijbel zegt. Niet voor niets wordt ook de gave van 'onderscheiding van geesten' in de Bijbel genoemd (1 Korintiërs 12:10), vooral om de uitingen van Gods Geest te kunnen onderscheiden van andere uitingen. In de praktijk is een belangrijk deel van de profetieën, die bij gemeentelijke samenkomsten worden uitgesproken, niet van God afkomstig. Toetsing is dus echt nodig. Per slot van rekening is profeteren ook iets wat mensen moeten LEREN. Pas vooral op voor mensen, ook geestelijke leiders, die schermen met uitdrukkingen als "de Heer heeft me laten zien dat ... en daarom moet jij dit of dat doen." Door het gebruik van zulke uitdrukkingen kan de spreker anderen gemakkelijk manipuleren. Wie zou immers in twijfel durven trekken wat God zelf zegt? Waar wordt geprofeteerd, moet altijd een correctiemogelijkheid aanwezig zijn. Dat dient om te voorkomen dat alles wat als profetie wordt aangediend, klakkeloos wordt geaccepteerd. In het Oude Testament komen we ook voorbeelden van valse profetieën tegen. "De H E E R antwoordde: 'Die profeten verkondigen leugens, en dat in mijn naam. Ik heb hen niet gezonden, hun niets opgedragen, niet tot hen gesproken. De visioenen die ze profeteren zijn leugens, waarzeggerij, holle woorden en eigen verzinsels." (Jeremia 14:14, NBV2004) Ook in onze tijd horen we ervan, zoals bijvoorbeeld bij Benny Hinn, een Amerikaanse prediker die wereldwijd volle zalen trok. Deze charismatische prediker was ook in eigen kring omstreden door zijn opmerkelijke profetieën die hij in de negentiger jaren heeft uitgesproken. Hij zei tijdens een nieuwjaarstoespraak in zijn eigen gemeente dat God hem had verteld dat Fidel Castro in de jaren negentig zou overlijden en dat de Amerikaanse homoseksuele gemeenschap midden jaren negentig met vuur zou worden verbrand. Iedereen kan constateren dat beide gebeurtenissen nooit hebben plaatsgevonden. Het toetsen van profetieën is noodzakelijk om eventuele valse profeten te ontmaskeren. Waar die toetsing achterwege blijft kan de leugen zich nestelen! We moeten niet luchthartig over deze dingen denken, In Deuteronomium 18:20 lezen we dat een profeet die zijn eigen woord spreekt en zegt dat God het gezegd heeft, moet STERVEN. Dat houdt op zijn minst in dat we vandaag de dag voorzichtig moeten zijn met profetie. Maar het feit dat het bij profetie wel eens misgaat, mag geen aanleiding zijn om de gave van profetie in de plaatselijke gemeente te verwaarlozen of te veronachtzamen!
5.5.5. Wonderen verrichten Wat zijn wonderen?
Wonderen zijn bovennatuurlijke verschijnselen die op aarde gebeuren door het rechtstreekse optreden van God of Gods engelen. Op aarde heet een wonder onnatuurlijk. Maar vanuit de hemel bekeken is het de gewoonste zaak van de (geestelijke) wereld.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 11 -
Herschepping 2.0
Satanische wonderen
Ook de satan kan wonderen doen, onder toelating van God. Zo konden bijvoorbeeld in de tijd van Mozes de Egyptische geleerden hun staven in slangen veranderen, evenals Mozes (Exodus 7:11-12). Mozes had deze macht ontvangen van God, de Egyptische geleerden van de satan. Over de antichristelijke machten die zich vooral in de eindtijd openbaren schreef de apostel Paulus: "Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen." (2 Tessalonicenzen 2:9, NGB1951) In kringen van satanisten komen ook allerlei wondertekenen voor. Maar het komt ook voor dat mensen, die op een of andere manier een verbinding met de wereld van de duisternis hebben ontvangen, allerlei bovennatuurlijke gaven kunnen hebben. Velen van hen denken dat het bijzondere krachten van zichzelf zijn. Anderen geloven zelfs dat het gaven van God zijn...
Wonderen in het Oude Testament
In het Oude Testament lezen we dat God de meeste wonderen verrichtte door profeten. Tot de meest bekende en opzienbare wonderen behorende de volgende: de plagen over Egypte (Mozes en Aaron) de doortocht van de Israëlieten door de Schelfzee (Mozes) de zon die lange tijd niet onderging (Jozua) vuur uit de hemel om een brandoffer aan te steken (Elia) veel andere wonderen gedaan door de profeten Elia en Elisa bevrijding van Daniëls vrienden uit de vurige oven en van Daniël uit de leeuwenkuil De wonderen dienden om Gods plannen te realiseren, om zijn macht te tonen en om gelovigen bij te staan.
Wonderen in het Nieuwe Testament
De Bijbel vermeldt meer wonderen van Jezus dan alle oudtestamentische profeten bij elkaar. Vele daarvan waren bedoeld om zijn Koninklijke autoriteit te bevestigen en om het geloof van mensen te versterken. Het effect op de omstanders was groot: "Er ging een huivering van ontzag door de omstanders die dit vlak voor hun ogen zagen gebeuren. Zij prezen God dat Hij deze macht aan een mens (=Jezus) had gegeven." (Matteüs 9:8, HB2008) In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat zulke wonderen vooral dienen ter ondersteuning van geestelijke gebeurtenissen. Denk maar aan de verlamde man, van wie Jezus eerst zijn zonden vergaf, en hem vervolgens genas van zijn lichamelijke verlamdheid (Marcus 2:1-12). De eerste christengelovigen baden om wonderen ter ondersteuning van de verkondiging van het evangelie. "Let dan ook nu op hun dreigementen, Heer, en geef dat uw dienaren in alle vrijmoedigheid uw woord verkondigen, en laat door het uitstrekken van uw hand genezingen en tekenen en wonderen geschieden door de naam van uw heilige knecht Jezus." (Handelingen 4:29-30, WV1995) De tijd daarna deden de apostelen op grote schaal wonderen in de naam van Jezus en daardoor kwamen veel mensen tot geloof: "De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag." (Handelingen 2:43, NBV2004) De apostelen verrichtten vele tekenen en wonderen onder het volk ... Steeds meer mensen gingen in de Heer geloven, een groot aantal mannen zowel als vrouwen, en ze legden zelfs zieken op draagbedden of matrassen buiten op straat, in de hoop dat toch ten minste de schaduw van Petrus, wanneer hij voorbijkwam, op een van hen zou vallen. Ook vanuit de
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 12 -
Herschepping 2.0
steden rondom Jeruzalem stroomden de mensen toe; ze brachten zieken mee en mensen die door onreine geesten gekweld werden, en allen werden genezen." (Handelingen 5:12-16, NBV2004) De apostelen hebben ook doden opgewekt. Daarvan kunnen we enkele voorbeelden in de Bijbel vinden: de opwekking van Dorkas door Petrus (Handelingen 9:36-43) en van een jongen in Troas die tijdens de prediking van Paulus in slaap was gevallen en een dodelijke val had gemaakt: (Handelingen 20:7-12).
Wie zijn in staat om wonderen te doen?
In de Bijbel zien we dat God vaak het initiatief neemt tot het doen van wondertekenen. Voorbeelden daarvan zijn de tien plagen van Egypte en de doortocht van het volk Israël door de Schelfzee en door de Jordaan. Andere keren nemen mensen het initiatief, zoals Elia, toen Hij God om vuur vroeg op de berg Karmel (1 Koningen 18) en toen hij met zijn mantel op het water van de Jordaan sloeg om aan de overkant te kunnen komen (2 Koningen 2:8). Kracht om allerlei wonderen te verrichten is een van de geestelijke gaven die God aan de Gemeente heeft gegeven. "de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten ..." (1 Korintiërs 12:9-10, NBV2004) Jezus had al eerder gezegd dat gelovigen de macht zouden krijgen om allerlei wonderen te verrichten in zijn naam: "Jezus antwoordde: 'Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen ... zul je zelfs tegen die berg kunnen zeggen: 'Kom van je plaats en stort je in zee,' en het zal gebeuren." (Matteüs 21:21, NBV2004) Uit dit voorbeeld mogen we concluderen dat er eigenlijk geen grenzen zijn aan de mogelijkheden voor wonderen die in de naam van Jezus kunnen worden uitgevoerd. Uiteraard dient degene die wonderen verricht afgestemd te zijn op de wil van God, want het blijven GODS wonderen.
Alleen voor 'specialisten'?
In Marcus 16 zegt Jezus het volgende, nadat Hij hen de 'Grote Opdracht' gegeven heeft om de wereld met het evangelie te bereiken: "Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, ... op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden." (Marcus 16:17-18, NBG1951) Jezus heeft niet gezegd dat deze belofte alleen voor bepaalde mensen zou gelden. Vele gelovigen hebben deze belofte als een persoonlijke uitdaging opgevat en hebben Gods wonderen zien gebeuren... God verricht graag wonderen om ons getuigenis in de wereld te bevestigen. God is niet veranderd en zijn vermogen en verlangen om wonderen op aarde te doen is niet verminderd. Jezus zei zelfs: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze..." (Johannes 14:12, NBG1951)
5.5.6. Zieken genezen Genezingen van Jezus
Jezus trok vooral de aandacht vanwege de vele zieken die Hij genas. Jezus kwam in de eerste plaats om mensen bekend te maken met het Koninkrijk van de Hemel. Daarbij stond het uitdragen van zijn boodschap centraal.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 13 -
Herschepping 2.0
"Jezus trok rond langs alle steden en dorpen, hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal. " (Matteüs 9:35, NBV2004) Eerst onderwees Jezus de mensen om hun geloof als het ware op te wekken. Als de zieken onder hen dan in geloof naar Hem toekwamen, werden ze door Hem genezen. Keer op keer lezen we in de Bijbel dat geloof in Jezus de voorwaarde was tot genezing. Vaak zei Jezus dan achteraf: "Door je geloof ben je beter geworden." Zie bijvoorbeeld Matteüs 9:22. In de Bijbel lezen we dat Jezus erg veel zieken genas, ongeacht de ernst van hun ziekte. Jezus genas de schoonmoeder van Petrus die 'alleen maar koorts' had, een man die 38 jaar ziek was, een man die blind geboren was en bracht zelfs mensen die aan hun ziekte gestorven waren tot leven. De kracht van Jezus om te genezen was onbeperkt. Dokter Lucas schreef in zijn evangelie dat Jezus zichzelf een 'Geneesheer' noemde (Lucas 4:23; Lucas 5:31). Jezus GENAS niet alleen, Hij WAS de Geneesheer. De genezingen van Jezus waren geen uitzonderingen, maar Hij besteedde er veel tijd en aandacht aan. Jezus genas zieken door handoplegging of andere vormen van aanraking. "... Hij legde ieder van hen afzonderlijk de handen op en genas hen." (Lucas 4:40, NBG1951) Dat was in de loop der tijd zo bekend bij de mensen dat ze er zelf om vroegen: "... Kom alstublieft mee om haar de handen op te leggen; dan wordt ze beter en blijft in leven." (Marcus 5:23, GNB1996) Ik geloof niet dat Jezus altijd alle mensen genas die naar Hem toekwamen. Hij kende hun harten en Hij wist wanneer genezingen wel en wanneer ze niet moesten of konden worden uitgevoerd omdat ze er om een of andere reden niet klaar voor waren. Daarom legde Jezus niet iedereen de handen op. Maar de mensen die Hij wel de handen oplegde genazen, zichtbaar voor de mensen om hen heen. In sommige gevallen (bijvoorbeeld na de genezing van melaatsheid) stuurde Jezus hen naar de priester (Lucas 5:14), die als onafhankelijk persoon kon vaststellen dat zij inderdaad genezen waren. Zie meer hierover in onderwerp 'Jezus genas zieken' in hoofdstuk 'Wonderen van Jezus'.
Opdracht tot genezing
Veel mensen vragen zich af: "Waarom geneest God vandaag naar verhouding zo weinig mensen?" Hierop kan een wedervraag worden gesteld die ons tot nadenken moet stemmen: "Waarom geneest de Gemeente zo weinig mensen?" We lezen in de Bijbel namelijk over de opdracht aan gelovigen om zieken te genezen in de naam van Jezus: "Genees zieken..." (Matteüs 10:8, NBV2004) "De volgende tekenen zullen hen die tot geloof gekomen zijn, begeleiden: ... Zieken zullen ze de handen opleggen en zij zullen gezond worden." (Marcus 16:17-18, NBV2004) Deze opdracht en bevoegdheid wordt toegekend aan gelovigen, niet uitsluitend aan apostelen, en ook niet alleen aan leidinggevenden binnen de kerkelijke gemeente, tenminste dat zegt de Bijbel. Er moet meer ernst worden gemaakt met deze opdracht, die zo duidelijk in Gods Woord beschreven wordt. Er zijn naar verhouding maar weinig kerkelijke gemeenten in ons land waar dit bespreekbaar is, en nog minder waar de geestelijke gave van genezing functioneert. Zie ook onderwerp 'Opdracht tot genezing' in hoofdstuk 'Bevrijding'.
Gave van genezing
Van alle wondergaven spreekt de gave van genezing erg sterk tot de verbeelding, omdat er zoveel zieke mensen zijn die op zo'n wonder hopen. Naar verhouding zijn er weinig mensen die de bijzondere gave van genezing blijken te hebben. Iedere gelovige is beperkt wat zijn inzicht betreft. Daarom gaat er ook wel eens wat fout waar mensen in de bediening van genezing staan. Aan de andere kant
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 14 -
Herschepping 2.0
staan deze mensen ook vaak bloot aan veel bittere kritiek, vooral van predikanten die tijdens hun eigen kerkdiensten nog nooit een goddelijke genezing hebben meegemaakt. Dat zijn wel de allerlaatste mensen die kritiek mogen leveren, vind ik. Laten we blij zijn met de gaven die God geeft en de Gever van die gaven niet beledigen. Laten we vooral de bedieningen van deze mensen positief ondersteunen en ons uitstrekken naar soortgelijke wonderen van God in eigen kerkelijke kring. Het gaat om Gods eer, niet om sensationele gebeurtenissen! Als mensen vandaag de dag worden genezen door een wonder van God is het belangrijk om een arts de genezing te laten vaststellen. We mogen buitenstaanders geen reden geven om te zeggen dat goddelijke genezingen nepvertoningen zijn! We mogen daarom ook geen genezingswonderen uitbazuinen als we niet zeker zijn van een genezing die door een arts is bevestigd.
Proclamatie van genezing
Natuurlijk is het niet verkeerd als er om genezing gebeden wordt, maar in de brieven van de apostelen lezen we daarvoor geen enkele aansporing. Wel lezen we in de Bijbel dat er proclamaties van genezing waren. Dan is er geen gebed om genezing, maar eerder een soort proclamatie in de trant van: "wees genezen", zoals kort na de eerste Pinksterdag toen Petrus een verlamde man genas. De man had om een aalmoes gevraagd, niet om genezing. Petrus zelf nam het initiatief: "Maar Petrus zei: ‘Geld heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop.’ Hij pakte hem bij zijn rechterhand om hem overeind te helpen. Onmiddellijk kwam er kracht in zijn voeten en enkels." (Handelingen 3:6-7, NBV2004) Wij vinden dit een spectaculair verhaal, maar Petrus vond het heel normaal. Hij vroeg de mensen: "Waarom zijn jullie zo verbaasd?" (Handelingen 3:12). De apostelen hielden zelfs een soort genezingsdienst: "Ook vanuit de steden rondom Jeruzalem stroomden de mensen toe; ze brachten zieken mee en mensen die door onreine geesten gekweld werden, en allen werden genezen." (Handelingen 5:15, NBV2004)
Iedereen zomaar de handen opleggen?
Voor iemand die de gave van genezing heeft is het van groot belang dat hij inzicht heeft over wie wel en wie niet klaar is om genezing te ontvangen. Een dergelijk inzicht maakt onderdeel uit van de gave van genezing. Wellicht ook met het oog hierop schreef de apostel Paulus: "Leg niemand overhaast de handen op..." (1 Timoteüs 5:22, GNB1996) Als een zieke gebonden is door zondige gewoonten of gedachtepatronen, verslaving of (bewuste of onbewuste) bindingen met de demonische wereld is het nog niet de tijd om daartoe over te gaan. Het is van belang dat de zieke zich bewust is van deze dingen en dat zulke verhinderingen voor genezing eerst worden tenietgedaan. Dit is heel belangrijk. Zie hiervoor hoofdstuk 'Bevrijding'.
Ziekenzalving
Een van de manieren om zieken te genezen is door de zieken de handen op te leggen en hen te zalven met olie. "Is iemand van u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam van de Heer. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden." (Jakobus 5:14-15, WV1995)
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 15 -
Herschepping 2.0
Er zijn bidstonden binnen kerkelijke gemeenten waar het grootste deel van de tijd wordt gewijd aan het bidden voor zieken. Zou het niet beter zijn om in plaats daarvan (of daarnaast) naar de zieken toe te gaan en hen in Jezus' naam te zalven? Er zijn goede boeken verkrijgbaar over dit onderwerp, geschreven door mensen die in de bediening van genezing staan.
5.5.7. Demonen uitdrijven Gebondenheid en bezetenheid door demonen
Gebondenheid en bezetenheid zijn verschillende gradaties van demonische aanwezigheid in een mens. Bij gebondenheid is er een innerlijke dwangmatigheid om op een bepaalde manier te handelen. Bij bezetenheid hebben de demonische machten een persoon zo sterk onder controle dat hij zich soms of geregeld op een bizarre manier gedraagt, waarbij hij geheel of gedeeltelijk de controle over zijn gedrag kwijt is. De voorbeelden in het Nieuwe Testament hebben voornamelijk betrekking op bezetenheid. Demonische aanwezigheid kan ook voorkomen bij gelovigen, vooral bij pasbekeerden die nog niet helemaal los zijn van occulte ervaringen uit het verleden. Soms is er een verband tussen lichamelijke of psychische ziekte en demonische aanwezigheid (Marcus 9:25), waarbij demonen misbruik maken van iemands fysieke zwakheid. Demonische aanwezigheid kan onder meer veroorzaakt zijn door het kijken naar occulte films of horrorfilms, contacten met occult belaste mensen, voorwerpen of plaatsen. Ook door deelname aan occulte praktijken, hardnekkige zonden of denkpatronen, bitterheid, gebrek aan vergevingsgezindheid, lichamelijke zwakten, erfelijkheid of vervloekingen. Zie hiervoor onderwerp 'Occultisme' in hoofdstuk 'Bevrijding'.
Speciale gave?
Als het gaat om demonische gebondenheid of bezetenheid, denk ik niet dat we God eerst hoeven te vragen of we de demonen mogen uitdrijven. Natuurlijk wil God dat mensen bevrijd worden van zo'n overduidelijke overweldiging door de macht van zijn tegenstander. Ik ben er van overtuigd dat iedere wedergeboren gelovige dit kan en mag doen. "Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven..." (Marcus 16:17, NBV2004) Ik zal een voorbeeld noemen. We merkten jaren geleden dat een van onze kinderen op jonge leeftijd werd geplaagd door demonische dromen. Misschien had het te maken met ons verblijf in een 'zendingsland'. Hoe we ook baden, het bleef maar doorgaan. Totdat we als ouders een tijd later de satansmacht zelf gingen aanspreken en hem in de naam van Jezus gingen bevelen ons kind los te laten. Dat werkte ogenblikkelijk. Niet omdat wij zulke bijzondere gelovigen waren of bijzondere gaven hadden, maar gewoon omdat God trouw is aan zijn Woord. Elk kind van God mag optreden in de autoriteit van Jezus tegenover de machten van de duisternis.
Hoe worden demonen uitgeworpen?
Zoals gezegd heeft elke gelovige de mogelijkheid om demonen uit te drijven, door de kracht van de Heilige Geest. Geloof is zoals altijd de sleutel waarmee Gods kracht geactiveerd wordt. We moeten niet alleen maar bidden voor bezeten mensen, want daardoor worden ze maar zelden bevrijd. Gebed kan het bevrijdingsproces misschien wel ondersteunen, maar de Bijbel leert ons nadrukkelijk de demonische machten in de autoriteit van Jezus te benaderen, aan te spreken en te gebieden om in Jezus' naam de persoon te verlaten. Het is belangrijk om de Bijbelse richtlijnen te volgen, maar tegelijk moeten we beseffen dat geloof belangrijker is dan methoden.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 16 -
Herschepping 2.0
"Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak hij de onreine geest op strenge toon toe en zei: 'Geest die doof en stom maakt, ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.'" (Marcus 9:25, NBV2004) "... Paulus ... sprak ... de geest als volgt toe: 'Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!' En op datzelfde moment ging de geest uit haar weg." (Handelingen 16:18, NBV2004) Ook is het wijs in geval van ernstige demonische aanwezigheid om met andere gelovigen samen de strijd aan te gaan, liefst natuurlijk met mensen die daar ervaring mee hebben. Je weet immers van tevoren niet altijd in welke mate de persoon gebonden of bezeten is en hoeveel weerstand de demonische machten bieden. In sommige gevallen wordt de persoon heel snel bevrijd, in andere gevallen is het een kwestie van lange adem. Het hangt af van de mate van gebondenheid of bezetenheid en van de innerlijke houding van de persoon. Vaak manifesteren demonen zich als zij iemand verlaten, soms op een bizarre manier. Maar in andere gevallen vertrekken zij geruisloos.
Inschakeling van de eigen wil
Bij het bevrijden van een gebonden of bezeten persoon wordt deze ook aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid. Hij dient zich op God te richten, zijn zonden te belijden en de claim van de satan op zijn leven af te wijzen. Zo was er jaren geleden in de jeugdgroep, waarin ik een leidinggevende rol had, een meisje dat sterk onder invloed van boze machten was. Ze had een zeer duistere uitstraling. Als zij bijvoorbeeld een Bijbeltekst voorlas, klonk het alsof er gevloekt werd. Hoe het ook zij, het meisje wilde niet accepteren dat ze gebonden was en wilde beslist geen hulp. Later verdween ze uit ons gezichtsveld en ik weet niet wat er van haar geworden is. In veel situaties kan de (gedeeltelijke) wilsonbekwaamheid van gebonden personen een groot probleem zijn, doordat ze niet altijd kunnen aangeven of ze wel bevrijd willen worden.
Bevrijdingspastoraat
Uitdrijven van demonen is een wezenlijk onderdeel van Bijbels bevrijdingspastoraat als er sprake is van een duidelijke demonische aanwezigheid in iemand. Het gaat bij bevrijding niet alleen om het afbreken van de demonische invloed op de persoon. Het opbouwen van de persoon is ook belangrijk om in hechte verbondenheid met God te leren leven. Daarmee neemt namelijk zijn weerbaarheid tegenover de macht van de duisternis toe. Dat is belangrijk, want als iemand bevrijd is van demonische machten bestaat het gevaar dat de demonen terugkomen. Jezus zei hier het volgende over: "Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: 'Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.' En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, slechter dan hijzelf, en ze nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen." (Lucas 11:24-26, NBV2004)
Tenslotte
Natuurlijk is hierover veel meer te zeggen. Er zijn voldoende boeken beschikbaar die geschreven zijn door mensen met veel ervaring op dit gebied en die het onderwerp van alle kanten belichten. Ik hoop dat je bij het lezen van deze korte uiteenzetting beseft dat het uitdrijven van demonen misschien niet zover van je afstaat als je eerst dacht. Wellicht zul je, wanneer nodig, de weg verder vinden om een middel in Gods hand te zijn om anderen in dit opzicht te helpen en tot zegen te zijn. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Bevrijding'.
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 17 -
Herschepping 2.0
Hoofdstuk 5.5. Geestelijke gaven - 18 -