Beste,
In bijlage zenden wij jullie een aangepaste versie van de onthaalmap voor startende collega’s. De map wordt jullie aangeboden als leidraad en bestaat uit twee delen. Deel 1: Scholengemeenschap Dit deel omvat beknopte algemene informatie omtrent de scholengemeenschap. Deel 2: Schoolintern Dit is een voorbeeld van waaruit een intern deel kan bestaan. Deze items zijn van belang bij het intreden in een school. Veel inspiratie!
Griet Hermans, Liesbet Pensaert en Els Van der Stighelen, de mentorencel van de scholengemeenschap Luc Bettens, Paula Van Gysel, Geert Van Kerckhoven en Christel Vervecken, het Dagelijks Bestuur van CKSA
EHBaO Eerste Hulp Bij aanvang Onderwijsactiviteiten: een survivalpakket
Scholengemeenschap Groepering CKS Otto Veniusstraat 22 2000 Antwerpen
Deel 1
Scholengemeenschap Groepering CKS
Inhoud: 1.1 Welkom 1.2 Wie is wie? 1.2.1 Organogram van scholengemeenschap Groepering CKS 1.2.2 Organogram van CKSA 1.3 Arbeidsreglement 1.4 Opdrachtverklaring van het katholiek basisonderwijs 1.5 Decreet van de rechtspositie van de personeelsleden 1.6 Algemene vlotte starttips 1.7 Organisatie van de aanvangsbegeleiding: werking van de mentorencel 1.8 Functiebeschrijvingen 1.8.1 Functionerings- en evaluatiereglement 1.8.2 Model voor klasleerkrachten kleuteronderwijs 1.8.3 Model voor klasleerkrachten lager onderwijs 1.8.4 Model voor de opdracht klasleerkracht basisonderwijs i.v.m. godsdienst 1.8.5 Model voor de leerkracht bewegingsopvoeding lager onderwijs 1.8.6 Model voor de zorgcoördinator 1.8.7 Model voor de ICT-coördinator 1.9 Informatie over het mandaat katholieke godsdienst
1. Welkom
Welkom bij onze scholengemeenschap, Groepering CKS! Onze groep van 26 scholen vormt een waaier van culturen en verschillen; we zouden kunnen zeggen dat we de hele wereld in huis hebben. We proberen dagelijks te werken aan en in een sfeer van samenwerking, waardering en respect voor ieders eigenheid en er voor te zorgen dat kinderen, ouders, leerkrachten, directies en andere medewerkers zich betrokken en veilig voelen. Of je nu een korte interim van veertien dagen aanvat of hier een jaar (of langer) aan de slag gaat, we zijn heel blij je te verwelkomen in onze scholengemeenschap en we hopen dat je een fijne tijd mag beleven in de school waar je aan de slag gaat. Met deze map proberen we je een beetje wegwijs te maken in onze organisatie en in je nieuwe school en we hopen dat ze er mee zorg voor draagt dat je je hier snel thuis mag voelen. De map is hoogstwaarschijnlijk niet volledig genoeg om op al je vragen een antwoord te bieden, maar we proberen alvast om je een algemeen beeld te geven van onze werking. In dit eerste deel wordt er informatie gegeven over onze scholengroep. Dit is info die geldt voor alle scholen die deel uitmaken van de groep. In het tweede deel vind je schoolspecifieke informatie van de school waar je nu werkt. Heb je nog vragen, aarzel dan niet om je directeur of je collega’s aan te spreken. Zij zijn steeds de eerste personen die je kan en mag bevragen. Je kan ook een beroep op onze mentorencel. Dit zijn mensen die je gedurende de eerste schooljaren van je loopbaan gaan begeleiden en coachen vanuit de scholengemeenschap. Bij deze mensen kan je bijgevolg ook altijd terecht voor alle mogelijke informatie omtrent je nieuwe job. Meer informatie vind je ook op onze website (www.cksa.be) en in de folder van CKSA die je hierna vindt. Veel succes, een hoog welbevinden en volop plezier! de directeur Griet Hermans, Liesbet Pensaert en Els Van der Stighelen, de mentorencel van de scholengemeenschap Luc Bettens, Paula Van Gysel, Geert Van Kerckhoven en Christel Vervecken, het Dagelijks Bestuur van CKSA
2. Wie is wie?
Je vindt hier twee organogrammen: dat van de Groepering CKS, de scholengemeenschap, en dat van CKSA, het grootste schoolbestuur binnen de scholengemeenschap. Je kan lezen welke schoolbesturen en welke scholen samenwerken en wie voor wat staat. Zo krijg je beetje bij beetje zicht op hoe de scholengroep werkt en vind je de namen van de personen bij wie je met specifieke vragen terecht kunt. Al deze mensen vind je op één adres: Otto Veniusstraat 22 te 2000 Antwerpen (telefoon: 03/233.36.87). Meer informatie hieromtrent krijg je op de eerste bijeenkomst voor de startende leerkrachten. Indien je rechtstreeks contact wil opnemen met iemand van het schoolbestuur of de scholengemeenschap, vraag dan aan je directie hoe je dit best kan doen. Hij/zij zal je dan inlichten in welke omstandigheden en op welke manier dit kan en de coördinaten doorgeven. Op het einde van een tijdelijke opdracht kan je contact opnemen met Jan Proost, de coördinator van de plaatsingsdienst: 03/233.36.87 of
[email protected]. Laat ook steeds iets weten indien je terug aan het werk bent.
3. Arbeidsreglement
Als je je contract ondertekent, onderteken je ook dat je het arbeidsreglement dat volgt hebt gekregen. Lees dit goed door, het is belangrijk dat je weet welke rechten en plichten je hebt. Je bezorgt een ondertekende ontvangstverklaring aan de directeur.
4. Opdrachtverklaring van het katholiek basisonderwijs
5. Decreet van de rechtspositie van de personeelsleden
6. Algemene vlotte starttips
Dit zijn enkele tips verzameld op bijeenkomsten met beginnende leerkrachten, dus m.a.w. wat je voorgangers je willen meegeven….. Over de mentor (intern en/of extern) . . .
. . .
Dit is een vertrouwenspersoon, iemand die je gedurende twee (of meerdere) schooljaren ondersteuning biedt. Op het einde van het tweede jaar bespreken jullie (mentor en leerkracht) samen het proces. De directie is deels je mentor, maar houdt wel de eindverantwoordelijkheid en evalueert je prestatie. Ervaring doe je op in de praktijk, je basiscompetenties kan je ontwikkelen. . Een mentor hebben is een voorrecht, het geeft je een voorsprong. . Je hebt de vrijheid om te proberen en je mag fouten maken. . Openheid van de nieuwe leerkracht naar de mentor is nodig. . Overleg kan best op een vast moment. . Controle (stagegevoel) verandert in reflectie. Hulpvaardigheid is een kenmerk van de mentor. De mentor werkt objectief en houdt rekening met de schoolcontext. Met problemen en vragen kan je steeds bij de mentor terecht, hij ontwikkelt een empatisch luisteren, interactie is belangrijk.
Over de organisatie . .
Ken de mogelijkheden en grenzen van je klas. Denk na over klasinrichting, klasafspraken, inventaris, klasgewoontes. Waar je best naar vraagt aan directie of collega: - de afspraken en regels (o.a. in de refter en op de speelplaats); misschien bestaat er een boekje ‘schoolafspraken’ - administratie: wanneer is alles in orde? - soorten documenten: agenda, register, rapport, klasdocumenten, KVS/LVS en MDO-formulieren,… - uurroosters: wanneer, waar en met welke kinderen (bv. voor opdrachten binnen GOK of met anderstalige nieuwkomers) - taakverdeling (bv. werkgroepen) - inventaris aanwezige schoolmateriaal
Over mogelijke valkuilen Je komt soms voor de volgende valkuilen te staan. Als je je er vooraf van bewust bent, is de kans dat je erin trapt kleiner, immers: een gewaarschuwd man/vrouw is er twee waard… . . . . . .
. . . .
Praktische afspraken, verschillen in gewoontes en afspraken zijn vaak niet of te weinig gekend. Overdreven zelfzekerheid kan nefast zijn; weinig of niets is vanzelfsprekend voor een beginnende leerkracht. Teveel hooi op je vork nemen, om zo alles (te) goed te willen doen, kan je verlammen. Te hoge verwachtingen kunnen voor teleurstellingen zorgen. Planning en organisatie/structuur kan verstikkend zijn, durf al eens iets loslaten. Consequent zijn is soms moeilijk door tijds- en werkdruk: - Je laat je soms opslorpen door het werk, maar houd er ook rekening mee dat je job niet stopt op het einde van de klasdag… - Zorg ervoor dat je een evenwicht bewaart tussen je werk en je privé. Zorg bijgevolg voor leven na de school. Feedback durft al eens ontbreken, dus stel vragen. Trek op tijd aan de alarmbel, durf toegeven dat het moeilijk is. Kinderen mag je niet overschatten, maar ook niet onderschatten. Wees ook niet té flexibel, durf af en toe ‘nee’ zeggen.
Over je welbevinden De volgende suggesties kunnen je helpen bij je welbevinden: . werken aan de klassfeer, klasorganisatie: besteed hier voldoende tijd aan . bewust tijd voor collega’s maken . opbouwend contact met ouders is belangrijk, maar durf bij problemen je mentor of directie aan te spreken! . schoolregels en afspraken zijn duidelijk; het consequent naleven ervan verhoogt je welbevinden . je welkom voelen en zijn in de school . zorg ervoor voldoende ontspanning te nemen, zo blijf je stress de baas . werk stap voor stap, geef jezelf de tijd; niet willen dat alles tegelijk loopt ‘zoals het zou moeten’ . goed luisteren naar de kinderen, de collega’s, de directeur, de ouders . oprecht zijn: blijf jezelf! . flexibel zijn; het is niet erg dat af en toe iets anders verloopt dan gepland werd.
7. Organisatie van de aanvangsbegeleiding: werking van de mentorencel Wanneer je je loopbaan start in onze scholengemeenschap heb je het voorrecht om gedurende je eerste schooljaren begeleid te worden door een externe mentor. De externe mentor is een persoon waarbij je terecht kan met al je vragen, bekommernissen, zorgen, problemen, maar ook met goede ervaringen, eventueel los van de schoolcontext. Hij/zij zal je ondersteunen in zaken die met je opdracht te maken hebben, je mee helpen reflecteren over en bewust worden van je handelen als beginnende leerkracht. Bij dit alles twee belangrijke kanttekeningen: discretie is zeker gegarandeerd en er wordt niet geëvalueerd. Wanneer je in dienst treedt, zal je directie je deze onthaalmap aanreiken en de externe coaching voorstellen. Dit zijn de mensen die deel uitmaken van onze mentorencel: voor het kleuteronderwijs: Liesbet Pensaert
[email protected] voor het lager onderwijs: Els Van der Stighelen
[email protected] voor de leerkrachten lichamelijke opvoeding: Griet Hermans
[email protected] Je neemt vervolgens per e-mail contact op met de mentor die jou gaat begeleiden en jullie maken een afspraak voor een eerste kennismakingsgesprek. De bedoeling hiervan is om elkaar wat te leren kennen, de werking van de cel uit te leggen en verwachtingen op elkaar af te stemmen. Er zal ook een ‘coachingscontract’ opgesteld worden. In oktober wordt er een eerste bijeenkomst gepland voor alle beginnende leerkrachten in het gebouw van het CKSA in de Otto Veniusstraat. Daar kan je kennis maken met het schoolbestuur en alle mentoren en kan je ook je eerste ervaringsverhalen kwijt. Verder zal de mentor je gedurende het schooljaar bezoeken op school, een gesprek met je plannen met of zonder lesobservatie. Dit bezoek gebeurt nooit onaangekondigd, zodat je gericht een activiteit kan plannen of het gesprek wat voorbereiden. De mentor werkt zowel aanbodgericht als vraaggestuurd. In mei wordt er dan een tweede bijeenkomst gepland. Deze bijeenkomst zal dan meer inhoudelijk zijn en de mogelijkheid bieden om te leren van lotgenoten. Niets is zo kostbaar als een begin! Daarom proberen we om je op deze manier te ondersteunen bij ‘de sprong in het diepe’; maak er gebruik van.
8. Functiebeschrijvingen
9. Informatie over het mandaat katholieke godsdienst
Je werkt nu in een katholieke basisschool. Vanuit het bisdom Antwerpen wordt dan verwacht dat je een traject volgt om je mandaat te bekomen. Hier vind je de nodige informatie. Mandaat rooms-katholieke godsdienst in het basisonderwijs 1 Algemene situering In het vrij katholiek basisonderwijs in Vlaanderen - zowel in het kleuter- als het lager onderwijs - verzorgt in principe de klastitularis de godsdienstmomenten of de godsdienstles voor haar/zijn kinderen van de klasgroep. Dit heeft het grote voordeel dat godsdienst geïntegreerd kan worden in het geheel van de opvoeding en het onderwijs. In deze opdracht is de klastitularis een medewerker van de bisschop. Elke bisschop is volgens canon 804 van het wetboek van kerkelijk recht verantwoordelijk voor de geloofsopvoeding en het godsdienstonderricht in zijn bisdom. Aan elke leerkracht die zich hiervoor wil engageren geeft hij een mandaat. Vanuit canon 804 § 1 komt het de bisschop toe de voorwaarden te bepalen voor het mandaat om godsdienst te geven op school. “De plaatselijke ordinaris dient ervoor te zorgen dat degenen die als leerkracht aangesteld worden voor het godsdienstonderricht op scholen, ook niet-katholieke scholen, zich onderscheiden door rechtzinnigheid in de leer, door hun getuigenis van christelijk leven en door hun pedagogische bekwaamheid.” In de praktijk betekent dit dat de bisschop aan iedereen die instaat voor het geven van godsdienst, vraagt dat hij/zij aan volgende voorwaarden voldoet: . door het sacrament van het doopsel tot de rooms-katholieke kerk behoren, . de boodschap van het Evangelie en van de Kerk verkondigen, . zich inzetten om die boodschap zo goed mogelijk voor te leven, . de nodige inhoudelijke en pedagogische bekwaamheid verworven hebben (dit kan zijn het diploma van een departement lerarenopleiding van een katholieke hogeschool of bijkomend het getuigschrift van een hoger instituut voor godsdienstwetenschappen) (zie hiervoor ook de informatie rond bekwaamheidsbewijzen), . persoonlijk de aanvraag doen voor het bekomen van een mandaat voor het geven van katholiek godsdienstonderwijs, . een engagementsverklaring ondertekenen, . gunstig advies gekregen hebben van de inspecteur-adviseur RK-godsdienst. Het mandaat om godsdienst te geven is dus een officiële opdracht, een zending, vanwege de bisschop. Hij drukt hierin tevens zijn vertrouwen uit dat hij stelt in zijn medewerker. Elke leerkracht kan, om in deze opdracht te groeien, ook rekenen op de nodige begeleiding en ondersteuning vanwege de inspecteurs-adviseurs RKgodsdienst. Het mandaat behoort eveneens tot de wettelijke voorwaarden voor het geven
van godsdienst. We lezen dit in het decreet rechtspositie voor personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, art 4 § 3 (zoals gewijzigd): “De godsdienstleerkrachten worden door de inrichtende macht tijdelijk aangesteld of vast benoemd, op voordracht van de bevoegde instantie van de betrokken godsdienst.” De bisschop geeft het mandaat voor zijn bisdom. Dit mandaat geldt enkel voor zijn bisdom. In de praktijk geeft de bisschop de taak het mandaat te verlenen door aan enkele medewerkers. In ons bisdom gebeurt dit voor het basisonderwijs door de inspecteur-adviseur-coördinator, behalve in enkele congregationele scholen met eigen mandaatverlening. Besluit: Het aanvragen van het mandaat drukt het bewuste kerkelijk engagement uit van de beginnende godsdienstleerkracht tot het geven van godsdienst. Daarom wordt er een onderscheid gemaakt tussen: . de aanwerving van personeelsleden in het katholiek onderwijs en . de toekenning van een mandaat om RK-godsdienst te geven. 2 Procedure Het verwerven van het eigenlijke mandaat gebeurt in twee stappen, gespreid over twee (drie) schooljaren: het voorwaardelijk bij de aanvang en het eigenlijk mandaat op het einde van het tweede (derde) schooljaar. Vooraleer het eigenlijke mandaat wordt toegekend, dient de betrokken leerkracht zich verder te bekwamen. Het af te leggen traject wordt toegelicht in een bijlage. 2.1 Het mandaat aanvragen Het aanvragen en toekennen van een mandaat heeft alleen betrekking op leerkrachten die het vak RK-godsdienst zullen geven. Voor leerkrachten in het katholiek onderwijs die geen godsdienst geven, zoals bv. leermeesters bewegingsopvoeding, GOK-leerkrachten, beleidsmedewerkers, … geldt deze regeling niet. Dit betekent concreet dat elke leerkracht (die nog geen visumnummer heeft en/of voor het eerst RK-godsdienst zal geven) persoonlijk het mandaat aanvraagt bij het secretariaat godsdienst. Deze aanvraag bevat de volgende onderdelen (zie model in bijlage 1): . de verklaring vanwege de aanvrager dat hij/zij: - rooms-katholieke godsdienst wil geven als medewerker van de bisschop - door het sacrament van het doopsel tot de rooms-katholieke kerk behoort - de nodige inhoudelijke en pedagogische bekwaamheid heeft verworven aan een katholieke lerarenopleiding of aan een Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen . een engagementsverklaring waarbij de kandidaat zich engageert om de boodschap van het Evangelie en van de Kerk te verkondigen en ze naar best vermogen voor te leven . in een begeleidend schrijven de vermelding van naam en adres van de school waarin de aanvrager werd aangeworven Het mandaat moet in 3 exemplaren worden aangevraagd op 3 soortgelijke documenten: één exemplaar voor het bisdom, één exemplaar voor de inspecteur-
adviseur en één exemplaar dat de aanvrager wordt terugbezorgd en dat in het persoonlijk dossier moet bewaard worden. 2.2 Toekenning van het mandaat 2.2.1 Bij de aanwerving wordt het voorwaardelijk mandaat verleend Het voorwaardelijk mandaat is de uitdrukking van het feit dat hij/zij voldoet aan de basisvoorwaarden om in functie te treden om RK-godsdienst te geven in een tijdelijk ambt. Het is echter maar een voorwaardelijk mandaat, omdat aan één of meer van de gestelde voorwaarden nog moet voldaan worden: een bijkomende opleiding aan het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen voor het bekomen van het vereiste getuigschrift en/of het gunstig advies van de inspecteur-adviseur RK-godsdienst. Pas als dit verleend is, zal het (eigenlijke) mandaat worden toegekend. Het voorwaardelijk mandaat krijgt een nummer, dat als volgt is samengesteld: 1. beginletter van het bisdom (A: Antwerpen) 2. beginletters van de naam van de mandaatverlener (MvK: Marc van Kerkhoven) 3. burgerlijk jaar van toekenning 4. volgnummer (van 001 tot 999) gegeven door de mandaatverlener voorbeeld: A-MvK-2006-007 Eén exemplaar van de aanvraag wordt met het voorwaardelijk mandaatnummer persoonlijk aan de aanvrager teruggestuurd. De aanvrager bewaart zelf zijn/haar voorwaardelijk mandaat. Het tweede exemplaar wordt bewaard op de dienst van de godsdienstinspectie. Het derde exemplaar wordt bezorgd aan de betrokken inspecteur-adviseur. De betrokken leerkracht moet bij elke nieuwe aanwerving zijn/haar voorwaardelijk mandaatnummer meedelen aan de directeur van de school. Deze noteert dan het mandaatnummer op de aanwervingsovereenkomst op de daartoe voorziene plaats. 2.2.2 De tweede stap is de toekenning van het eigenlijke mandaat Vóór de betrokken leerkracht het statuut van tijdelijke aanstelling van doorlopende duur verwerft (vóór 720 dagen dienstanciënniteit in het betrokken ambt) en alleszins vóór de vaste benoeming moet hij/zij gunstig advies krijgen van de inspecteur-adviseur RK- godsdienst. Wanneer een tijdelijke leerkracht op weg is om vastbenoemd te worden en nog steeds een voorwaardelijk mandaat heeft, moet de school het schooljaar voor de vaste benoeming ingaat, de inspectie RK-godsdienst verwittigen. Na een gunstig advies zal de bevoegde mandaatverlener het (eigenlijke) mandaat toekennen. Het nummer van het voorwaardelijke mandaat wordt als volgt vervolledigd: 1. de hoofdletter M (van Mandaat) 2. burgerlijk jaar van toekenning 3. volgnummer (van 001 tot 999) gegeven door de mandaatverlener voorbeeld: A-MvK-2006-007-M-2008-123 Op het aanwervingscontract wordt nu het (eigenlijke) mandaatnummer vermeld.
3 Aandachtspunten voor schoolbestuur en directeur Bij elke aanwerving van een nieuwe leerkracht in zowel het lager als kleuteronderwijs die tevens godsdienst zal geven, is het belangrijk dat (het schoolbestuur) en de directeur nagaan of de kandidaat beschikt over een mandaat. De verantwoordelijkheid van schoolbestuur en directeur blijft niet beperkt tot het moment van de aanwerving. Zij hebben de zorg het functioneren van hun leerkrachten op te volgen en te ondersteunen - ook voor godsdienst. Hiertoe kunnen zij beroep doen op de inspecteurs-adviseurs godsdienst. Ook hun taak is niet beperkt tot de formaliteiten bij aanstelling. Zij hebben een begeleidende opdracht (zie bijlage begeleidingstraject). Leerkrachten die voor het eerst godsdienst geven, kunnen hiermee starten wanneer ze het mandaat aanvragen. Deze aanvraag gebeurt niet door de school maar door de leerkracht zelf. De school stelt wel het formulier ter beschikking waarmee de leerkracht het mandaat kan aanvragen. Wanneer een tijdelijke leerkracht op weg is om vastbenoemd te worden en nog steeds een voorwaardelijk mandaat heeft, moet de school het schooljaar voor de vaste benoeming ingaat, de inspectie RK-godsdienst verwittigen. Na een gunstig advies zal de bevoegde mandaatverlener het (eigenlijke) mandaat toekennen. Als de kandidaat een mandaatnummer heeft gekregen, vermeldt de directeur dit nummer op de aanwervingsovereenkomst in het vak dat voorzien is voor het vroegere visum. Marc van Kerkhoven inspecteur-adviseur-coördinator
Louis Van Lommel bisschoppelijk vicaris voor het onderwijs
Bijlage 1: Concrete toelichting bij het af te leggen traject voor het bekomen van het eigenlijke mandaat in het bisdom Antwerpen De periode tussen de toekenning van het voorwaardelijke mandaat en het eigenlijke mandaat geeft kansen aan de beginnende godsdienstleerkracht om zich verder te bekwamen in zijn opdracht. Als inspecteurs-adviseurs willen wij groeikansen bieden die voortbouwen op de startcompetenties die de beginnende leerkracht heeft verworven in de lerarenopleiding. Op het einde van het traject zal, na een gunstig advies door de inspecteuradviseur, het mandaat bevestigd worden. Concreet betekent het traject ‘beginnende leerkrachten’ het volgende: - als beginnende leerkracht vraag je zelf het mandaat aan, op het moment dat je voor het eerst godsdienst geeft; - je volgt het voorgestelde traject ‘beginnende leerkrachten’ . In het eerste schooljaar: a. Stap 1 Bij het begin van het schooljaar komt elke inspecteur-adviseur met de beginnende leerkrachten uit zijn gebied samen op een woensdagnamiddag in september of oktober. Deze bijeenkomst houdt in: - het uitdelen van de formulieren tot het bekomen van het voorlopig mandaat en de toelichting hierbij. De kandidaat die zijn aanvraag nog niet deed, stuurt achteraf zijn aanvraag, voorzien van de nodige documenten (zie verder) naar het secretariaat godsdienst; - een uitleg rond de aanmaak van een portfolio rond ervaringen als beginnende leerkracht in het vak rooms-katholieke godsdienst; - het maken van de afspraken over het te volgen traject ‘beginnende leerkrachten’; b. Stap 2 (facultatief) Een bijscholing in de loop van het tweede trimester: een vormingsmoment onder leiding van een inspecteur-adviseur, een pedagogische studiedag rond godsdienst, deelname aan een bijscholing in verband met godsdienst, een klasbezoek door de directeur of inspecteur-adviseur. c. Stap 3 Een praktijkuitwisseling in mei voor alle beginnende leerkrachten met een tussentijdse evaluatie op basis van het portfolio. In het tweede schooljaar: d. Stap 4 Een bijscholing in de loop van het eerste of tweede trimester: een vormingsmoment onder leiding van een inspecteur-adviseur, een pedagogische studiedag rond godsdienst, deelname aan een bijscholing in verband met godsdienst, een klasbezoek door de directeur of inspecteur-adviseur. e. Stap 5 Voor Pasen wordt de portfolio aan de inspecteur-adviseur bezorgd. Na Pasen volgt een tweede uitwisselings- en vormingsdag waarbij het traject wordt afgesloten. Op deze bijeenkomst worden – mits aan alle voorwaarden voldaan
werd - ook de formulieren voor het definitieve mandaat ter beschikking gesteld. In het derde schooljaar: Het derde schooljaar kan gebruikt om een inhaalbeweging te doen wanneer er tijdens het eerste of het tweede schooljaar iets mis gelopen is. Dit kan gebeuren op vraag van de inspecteur-adviseur of de leerkracht zelf. Concrete afspraken betreffende de aanvraag van het mandaat: De kandidaat stuurt de voorgeschreven formulieren voor zijn/haar aanvraag in naar: Secretariaat Godsdienst, Noorderlaan 108 te 2030 Antwerpe, Deze aanvraag bevat: 1. de engagementsverklaring (zie bijlage 2) in drievoud 2. een kopie van het behaalde diploma 3. op een apart blad de vermelding in welke school (met vermelding van naam en adres) men werd aangenomen 4. een voldoende gefrankeerde omslag met eigen naam en adres
Bijlage 2: Voorbeeld van een formulier voor aanvraag van het kerkelijk mandaat, met toelichting
Bisdom Antwerpen Vicariaat voor het Onderwijs Noorderlaan 108 2030 Antwerpen AANVRAAG VAN HET KERKELIJK MANDAAT VOOR HET GEVEN VAN ROOMS-KATHOLIEKE GODSDIENST IN HET BASISONDERWIJS Naam: Geboorteplaats en -datum: Adres: Telefoon / Fax: Ik verlang rooms-katholiek godsdienstonderricht te geven als medewerker van de bisschop. Ik verklaar dat ik door het sacrament van het doopsel tot de rooms-katholieke kerk behoor. Ik bezit het bekwaamheidsbewijs van: behaald aan op Ik voeg een kopie van het diploma en van het diplomasupplement bij deze aanvraag. ENGAGEMENTSVERKLARING Ik engageer mij om het geldende leerplan te volgen en zijn doelen zo goed mogelijk te realiseren. Plaats en datum: Handtekening:
Voorwaardelijk mandaat door de bevoegde kerkelijke overheid toegekend onder nummer:
Datum: Naam: Handtekening:
TOELICHTING Bij de aanvraag van het mandaat voor het geven van rooms-katholieke godsdienst Het mandaat tot het geven van onderricht in de rooms-katholieke godsdienst gebeurt volledig in overeenstemming met de bepalingen van het wetboek van canoniek recht: "Aan het gezag van de kerk zijn onderworpen het katholiek godsdienstonderricht en de katholieke godsdienstige opvoeding die in welke scholen ook gegeven worden..." "Het is de taak van de bisschoppenconferentie voor dit werkterrein algemene normen uit te vaardigen, en van de diocesane bisschop dit werkveld te ordenen en erop toe te zien." (Canon 804, § 1, al. 2) "De plaatselijke ordinarius (de bisschop) dient ervoor te zorgen dat degenen die als leerkracht aangesteld worden voor het godsdienstonderricht op scholen, ook nietkatholieke scholen, zich onderscheiden door rechtzinnigheid in de leer, door hun getuigenis van christelijk leven en door hun pedagogische bekwaamheid." (Canon 804, § 2) Gemandateerd zijn door de bevoegde kerkelijke overheid is een noodzakelijke voorwaarde tot het geven van rooms-katholiek godsdienstonderricht. Het recht van de bevoegde kerkelijke overheid om een godsdienstleerkracht voor te dragen evenals het recht om deze voordracht in te trekken is door de Vlaamse overheid decretaal vastgelegd, zowel in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs als in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. Dit document is persoonlijk en dient bewaard te worden door de aanvrager. In het katholiek basisonderwijs dient bij elke aanwerving in een ambt waarbij de betrokkene ook godsdienst zal geven, het nummer van het voorwaardelijk mandaat aan de directie meegedeeld te worden. Dit nummer wordt dan op de aanwervingsovereenkomst vermeld.
Nuttige adressen: Secretariaat DSKO t.n.v. Carina Pichal Noorderlaan 108 2030 Antwerpen Tel: 03/543.97.00 Fax: 03/544.98.49 E-mail:
[email protected] Inspecteurs-adviseurs RKG basisonderwijs en buitengewoon basisonderwijs Christa Damen SG Boemerang, SG K(w)ALITI, SG De Roos Venstraat 10 SG Jong Markdal, SG De Ark, SG Basisscholen 2470 Retie Heilig Graf, SG Taxandria, SG Kaleidoscoop, SG 0474/89.41.64 Pieter-Frans, SG KOBra, SG KBS Schoten,
[email protected] SG Basisscholen KVO, SG BreSleGo, SG InterEsse(n),SG Vrije Basisscholen Kalmthout VBK, SG Vrije Basisscholen Wuustwezel, SG SMS, Kindsheid Jesu François Didden SG Diamant, SG Ter Nethe Vrije Basisscholen, Guldensporenlaan 131 SG Robke, SG De Drie Neten, SG Putte-Heist, 3530 Houthalen (Helchteren) SG Kansrijk, SG Vrije Basisonderwijs Westerlo, 011/57.40.65 / 014/54.44.97 SG BaO KOSH, SG Nete en Wimp, SG LIVO, SG
[email protected] Meerdal, SG KaBaGe, SG KOMBO, VB Blauwberg, VB Westmeerbeek, VB Ramsel, VB Tongerlo Marc van Kerkhoven SG Wilrijk, SG Prins Boudewijn, SG KLBB, SG Lindenstraat 9 Vrije Basisscholen Schilde-Malle, SG Basison2970 Schilde derwijs Voorkempen, SG vzw Katholiek Onder03/384.06.01 wijs Deurne
[email protected] Luk Waterschoot SG Rupel-Boom, SG Katholiek basisonderwijs Akker 44 Hoboken, SG De negensprong, SG VOX, 2180 Antwerpen – Ekeren SG Pulhof-Sint-Lievens, SG JOVIGROJO, 03/541.75.88 SG Samenspel, SG NoordrAnt, SG Anker, 0479/52.01.54 SG Pagadder, SG Groepering CKS
[email protected]
Deel 2
Schoolintern
Inhoud: 2.1
Eigen opvoedingsproject: schoolvisie
2.2
Infobrochure en schoolreglement
2.3
Interne schoolafspraken
2.4
Tips voor beginnende leerkrachten in onze school + documenten bij een eerste indiensttreding + documenten wanneer je voor het eerst bij ons tewerkgesteld wordt
2.5
Personeelslijst
2.6
Taakverdeling binnen het schoolteam
2.7
Lessenroosters / week- en dagschema’s
2.8
Aanwendingsplannen (o.a. GOK)
2.9
Rooster toezichten en afspraken rond het toezicht houden
2.10 Rooster onderhoud 2.11 Kalender van de vakantiedagen en andere belangrijke data 2.12 Evacuatieplan 2.13 Klaslijsten 2.14 Wat te doen bij ziekte? + blanco afwezigheidsattesten (pers 16 en Encare)