Levensbeschouwelijk vocabularium
(de groene tabel)
Deel 1
Godsbeeld
Mensbeeld
Wereldbeeld
Een godsbeeld beschrijft het beeld of de opvatting die een mens heeft over de religieuze (of transcendente = overstijgende) dimensie van het leven. Stellingnamen over het (al dan niet) bestaan van G/god(en) of uitspraken in de zin van “God is …” of “God zou moeten zijn …” drukken jouw godsbeeld uit.
of mensvisie is een opvatting (visie) over wie/wat de mens is of zou moeten zijn. Het is een geordend ‘geheel van veronderstellingen’ dat betrekking heeft op de wijze waarop iemand de mens, zichzelf incluis, ervaart,beleeft en zijn wezenlijkheid typeert. Elke keer wanneer je iets zegt in de aard van “een mens is zus of zo” of “een mens zou zus of zo moeten zijn” verwoord je een mensbeeld. Binnen zo’n mensbeeld zullen meer en minder relevante vooronderstellingen bestaan. Mensbeelden zijn dikwijls onbenoemd aanwezig. Filosofen beschouwen het dikwijls als hun taak mensbeelden te expliciteren. Mensbeelden worden ook dikwijls gekoppeld aan bepaalde historische perioden. Zo kan er gesproken worden over het Griekse en Romeinse mensbeeld, het Joods-christelijke, het mensbeeld van de verlichting, van het humanisme…
Het begrip wereldbeeld of maatschappijbeeld is letterlijk het beeld of de voorstelling die de mens heeft of die een institutie biedt omtrent de werkelijkheid, de samenhang ofwel het wezenlijke van de wereld. Het is dus de opvatting die een mens heeft over hoe de wereld en/of de maatschappij is of zou moeten zijn. Telkens wanneer je zegt “de wereld is …” of “de samenleving zou moeten zijn …” formuleer je een wereldbeeld.
1
Agnosticisme
(cursus)
Atheïsme
(cursus)
Soorten atheïsme: Praktisch atheïsme
Beredeneerd
o
Positivistisch
o
Deïstisch
Barmhartigheid
Het tonen van medelijden met mensen die het moeilijk hebben
bergrede
Toespraak van Jezus op een berg bij het meer van Genesareth waarin Hij de acht zaligsprekingen heeft verkondigd (Mattheus 5, 1-10; Lukas 6,20-23).
berouw
Echt en gemeend spijt hebben van wat je verkeerd hebt gedaan.
2
Bijbel
Geloofsboek van de christenen
Bestaat uit: NIEUW TESTAMENT OUDE TESTAMENT
Bijgeloof christus decaloog of de tien geboden
Heilig boek van de christenen, met teksten over Jezus en over de eerste christenen (zie ook oud testament) Heilig boek van de christenen. komt ongeveer overeen met de joodse Tenach.
Is elke vorm van geloof in krachten, instellingen en praktijken die buiten de officiële godsdienst vallen en die noch door deze, noch door de eigentijdse wetenschap aanvaard worden. In bijgelovigheid demonstreren zich in hoofdzaak allerlei vormen van magisch denken. Afkomstig van het Griekse ‘Christos’ dat ‘gezalfde’ of ‘Messias betekent, een naam voor Jezus Uitspraken van God tot het volk van Israël, vastgelegd in Exodus 20, 1-17 en Deuteronomium 5, 6-21, in een zekere parallelie tussen die twee boeken. Volgens Deuteronomium 4,13 en 10,4 zijndeze uitspraken door God zelf op twee stenen tafelen gegrift en op de berg Sinaï aan Mozes ter hand gesteld. Het de eeuwen door erkende belang van deze uitspraken ligt in de diepe, algemeen menselijke waarheden voor een ethisch verantwoord bestaan die zij bevatten. De in de traditie gegroeide, enigszins ingekorte formulering die in de katholieke kerk ingeburgerd is, luidt: (Ik ben de Heer uw God. 1. Gij zult geen afgoden vereren maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen. 2. Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken. 3. Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt. 4. Eer uw vader en uw moeder. 5. Gij zult niet doden. 6. Gij zult geen onkuisheid doen. 7. Gij zult niet stelen. 8. Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen. 9. Gij zult geen onkuisheid begeren. 10.Gij zult niet onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort.)
3
Diepte-ervaring
(Cursus)
Ethiek
Het is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de leer over het juiste handelen. Ethiek probeert (objectieve) voorwaarden vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd. Woord uit het Grieks dat ‘goed nieuws’ betekent, tekst in het Nieuwe Testament over Jezus.
Evangelie Evangelisten
De vier auteurs van de evangeliën: Mattheus (symbool Mens), Marcus (symbool Leeuw), Lukas (symbool Stier) en Johannes (symbool Adelaar).
Extremisme
Extreem betekent uiterst, tot de grens gaan. In politiek of religie betekent het vaak in woord en daad vasthouden aan de eigen overtuiging en deze opdringen aan anderen, al dan niet gewelddadig. Extremisme is nauw verwant aan fundamentalisme.
Fundamentalisme
Kenmerkt zich door een strikte interpretatie van de heilige boeken en een rigoureus moralisme. Fundamentalisme gaat altijd samen met onverdraagzaamheid omdat alle afwijkende meningen als minderwaardig gekenmerkt worden. Het mondt vaak uit in godsdienstoorlogen, racisme en terrorisme Gelovig zijn wil zeggen dat je akkoord gaat met een bepaalde geloofstraditie en je achter een geloofsgemeenschap staat.
Gelovig Godsdienst
(cursus)
grondervaring
(cursus)
4
Humanistische levensbeschouwing
(cursus)
Huwelijk
(cursus)
levensbeschouwing levensvragen
Een levensbeschouwing is een kijk op het leven, waarin (voorlopige) antwoorden worden gegeven op levensvragen. Men probeert een totaalvisie te ontwikkelen over het leven: wat geeft voor mij ‘zin’ aan het leven. (cursus)
Messias
Hebreeuwse naam voor de gezalfde, door Jezus op zichzelf toegepast (b.v. Luk.4,21).
Monotheïsme
het geloof in één God.
Moraal
Zie ethiek
Naastenliefde
Liefde voor de medemens. Zich verantwoordelijk voelen voor het welzijn van zijn ‘naasten’.
Normen
Concrete regels met een ethische dimensie. Gebaseerd op waarden, op een oordeel over goed en kwaad. Een kort verhaal in de Bijbel, vaak verteld door Jezus. Het zet aan tot nadenken en bevat vaak een oproep om je leven te veranderen
parabel Religie
Beleving van diepe verbondenheid. Religie is in haar diepste kern altijd ergens sacraal (heilig): verbonden met iets wat van verder komt, ‘van boven’, los staat van mijn subjectieve ‘ik’ en anders is. (niet noodzakelijk een God, dus!)
Ritueel
een voorgeschreven manier waarop een godsdienstige handeling moet verlopen.
5
samenlevingsmodellen
Socialisme
Samenlevingsvorm waarbij men poogt de particuliere eigendom te beperken oen de rijkdom over de gehele gemeenschap te herverdelen. De overheid moet zorgen voor iedereen.
Christelijk personalisme
Gebaseerd op de christelijke kernidee dat elke mens in de eerste plaats een persoon is, die de kans moet krijgen zichzelf te ontplooien. Leunt aan bij zowel het socialisme als het liberalisme.
Liberalisme
In tegenstelling tot het socialisme dat de gemeenschap vooropzet, wordt in het liberalisme het individu op de voorgrond geplaatst. Vrijhandel, vrijheid van onderneming en vrije concurrentie zijn belangrijk in het economisch liberalisme.
Solidariteit Waarden zelfontplooiing
Het idee van saamhorigheid, betrokkenheid bij de strijd of het lijden van anderen. Vaak zonder aandacht voor eigenbelang, het belang van een groep mensen vooropstellen. idealen of motieven die door individuele mensen of een volledige samenleving goed worden bevonden om na te streven. (Zie cursus)
6
7
8