België - Belgique PB - PP BC31500
vzw Aangesloten bij : BELGISCHE BOND VAN AQUARIUM EN TERRARIUMHOUDERS OOSTVLAAMSVERBOND VOOR AQUARIUM EN TERRARIUMHOUDERS
BBAT OVAT
Vereniging voor :
AQUARIUM TERRARIUM en VIJVERLIEFHEBBER Afgiftekantoor : 9180 – MOERBEKE Verantwoordelijke uitgever : Daniël D’Haene
Jaargang 33 Nummer 12 / December Uitgiftedatum : 12.12.2014 Gratis informatieblad voor de leden
Erkenningsnummer : P005567 Leemstraat, 94 9080 – Zaffelare
Verschijnt maandelijks (niet in Juli)
Gesticht in 1976
Website
www.moerbeekseaquariumvereniging.be
Clublokaal
Weststraat, 13 9180-MOERBEKE Openingsuren : 19 tot 22 uur Openingsdagen : tweede en laatste vrijdag van de maand ( zie ook de sluitingsdagen)
Voorzitter
Willy Noens Wachtebekesteenweg, 2 9180 – MOERBEKE 09/346.96.56
Penningmeester
Luciën Acke Lijsterlaan,22 9060 - ZELZATE 09/344.76.71 E.mail luac @telenet.be Rek.Nr KBC 449-2769651-87 IBAN BE67.4492.7696.5187 BIC KREDBEBB
Secretaris
André De Corte Heidestraat,57 9180 – MOERBEKE 09/346.70.66 E.Mail
[email protected]
Redactie
E.mail :
Daniël D’Haene Leemstraat,94 9080 - LOCHRISTI 09/355.88.19
[email protected]
Vanwege Redactie & Bestuur
Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 97
– Nummer 12
Onder voorbehoud aanpassingen zijn mogelijk
Jaarprogramma 31.01.2014 22.02.2014 28.03.2014 26.04.2014 25.05.2014 07.06.2014 28.06.2014 29.06.2014 29.08.2014 26.09.2014 27.09.2014 25-en 26.10.2014 31.10.2014 28.11.2014 05.12.2014
Statutaire ledenvergadering - M.A.V + Nieuwjaarsreceptie + Jaaroverzicht Ledenvergadering - Filmavond : “Great Barrier Reef- Deel 1” Voordracht - Malawi , het warme hart van Afrika Clubuitstap - Bezoek aquariumzaak “Poisson d’Or” Natuurwandeling - Met natuurgids Maatje Clubuitstap - Deelname BBAT Congres te Hasselt Clubuitstap - Bezoek “Betta Topdag” Fietstocht - Op verkenning in de Kreken >>> geannuleerd Juli – Augustus : geen ledenvergaderingen (wegens verlofperiode) Clubfeest - Beenhesp Ledenvergadering - Filmavond : “Great Barrier Reef- Deel 2 Clubuitstap - Bezoek Tentoonstelling Atlantis Beveren Aquaterradagen - Opendeur en infodagen Aquaterradagen - Voordracht:" Een zwemvijver in uw tuin" Voordracht - Rivierkreeften in het aquarium Sint Niklaasfeest - Voor onze allerkleinsten
# Sluitingsdagen clublokaal
Gesloten op : 26 december # Lidgeld 2015 Wil je zonder onderbreking uw clubblad en “Aquariumwereld” verder in uw bus ontvangen, dan kun je best je lidgeld nu al vernieuwen via overschrijving of op een bijeenkomst. Laatste openingsdatum lokaal in 2014 is 12 december . (laatste vrijdag van december = lokaal gesloten >>> zie sluitingsdagen) Overschrijvingsgegevens : zie vooraan clubblad – penningmeester – met vermelding : MAV lidgeld 2015, naam en adres niet vergeten te vermelden. Het lidgeld voor 2015 bedraagt
25,00 Euro.
# Lidkaart 2015 Leden welke hun lidgeld voor 2015 betaald hebben , ontvangen hun nieuwe lidkaart in het eerste nummer van Aquariumwereld. Op het adresblad. Dus opletten geblazen , zodat uw lidkaart niet zo maar laat verloren gaan. Ondanks het feit dat we duidelijk hebben aangegeven op het inlegblad dat de lidkaart er op stond zijn er toch nog lidkaarten verloren gegaan. Vergeet dus jouw lidkaart niet te verwijderen voor dit gebruik !.
# Inbinden Aquariumwereld Strikt te volgen handelswijze voor het inleveren van in te binden jaargangen Leden, welke hun jaargangen van AQUARIUMWERELD wensen in te binden , moeten zich houden aan volgende regels 1. Verwijderen NIETJES : alles verwijderen uit de nummers 2. Omslagen verwijderen 3. Publiciteit verwijderen 4. VIVARIUM kaarten : worden NOOIT ingebonden , dus verwijderen DUS: ALS U DEZE NIET WILT KWIJTSPELEN HOUDT ZE DAN THUIS. 5. Jaaroverzicht : vooraan of achteraan , dus naar keuze hierop DIENT de identiteit van de eigenaar vermeld te worden dit met potlood of met post it klevers 6. RANGSCHIKKING : alle nummers goed rangschikken Wie een jaargang afgeeft met ontbrekende boekjes met verzoek ze aan te vullen, tegen betaling weliswaar: >>>>>> 7.
DE INBINDDIENST BBAT DOET DIT NIET
Alles goed inpakken in plastiekzakje met vermelding van naam en club,
Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 98
– Nummer 12
Rusland hervat oefeningen oorlogsdolfijnen Met de Russische annexatie van de Krim is een bijzondere maritieme eenheid weer in handen van Rusland gekomen: de oorlogsdolfijnenbrigade. Voor het eerst sinds de overname van het Oekraïense schiereiland heeft de Russische marine met de dieren geoefend. Dat meldde staatspersbureau Spoetnik woensdag. Het in de jaren zestig ontwikkelde trainingsprogramma voor 'oorlogsdolfijnen' is een erfenis van de Sovjet-Unie. Nadat het communistische machtsblok uit elkaar was gevallen, kwam het programma in handen van de Oekraïense marine, maar die heeft het na de machtswisseling eerder dit jaar weer moeten overdragen aan de Russen. Tijdens de eerste training onder Russische leiding spoorde een dolfijn volgens de bron op 60 meter een nepmijn op. In dienst Niet alleen Rusland heeft dolfijnen in dienst. Ook de Verenigde Staten zetten de intelligente zeezoogdieren in, bijvoorbeeld om objecten, mijnen en vijandelijke duikers op te sporen.
Kreupele schildpad krijgt rolstoel van lego Schildpad Blade, die samen met baasje Iris Peste in Duitsland woont, heeft onlangs een aparte behandeling gekregen. Het dier kon zich door een aandoening niet meer zonder problemen voortbewegen, maar daar had de dierenarts een oplossing voor: legowieltjes. "Voor mensen zijn er looprekken, protheses en rolstoelen, maar voor dieren zijn er geen bedrijven die iets gelijkaardigs produceren", aldus dierenarts Carsten Plischke. De wieltjes haalde hij uit de legocollectie van zijn zoon en Blade is er alvast even zoet mee tot hij (hopelijk) weer zelf kan kruipen.
Groep grienden gespot voor onze kust Voor de kust van Blankenberge is een groep grienden, een kleine walvissoort, gespot. "Dit is heel uitzonderlijk", zegt Dominique Verbelen van Natuurpunt. "De laatste keer dat grienden bij ons opgemerkt werden, was in september 1988. Toen belandden ze in de voorhaven van Zeebrugge. Volgens de kustwacht gaat het om een groep van twintig grienden en zwemmen ze richting Nederland". "Maandag werden ook al 23 grienden gespot ter hoogte van de zuidoostkust van Engeland. Ik vermoed dat het om dezelfde groep gaat. Grienden vertoeven normaal gezien aan de Golf van Biskaje of de Shetlandeilanden. Het zijn tandwalvissen die tussen de drie en zes meter groot zijn. Grienden zijn egaal zwart, hebben een bolle kop en een holle afgeronde rugvin. In tegenstelling tot dolfijnen springen ze niet of nauwelijks uit het water. Als ze uitademen, ontstaat er ook geen meters hoge spuitfontein zoals bij potvissen. Ze zwemmen in groep en zullen mensen niet aanvallen. Soms spoelen ze in groep aan op stranden. Eens om de vier jaar gebeurt dit aan de Belgisch-Nederlandse kust. Het lijkt erop dat ook deze groep zich heel dicht voor de kust bevindt. Ze zijn waarschijnlijk afgedwaald. Al kunnen het natuurlijk ook avonturiers zijn", lacht Verbelen.
Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 99
– Nummer 12
Schuimnestbouwende Betta's Karel Fondu De Siervis Leuven
Eén soort van de schuimnestbouwende Betta's is bij de liefhebber sedert meer dan een eeuw gekend. De eerste exemplaren van de Betta splendens werden al in 1874 in Europa ingevoerd. In datzelfde jaar kon de Franse kweker P. Carbonnier al gewag maken van een kweek, maar het duurde tot 1892 vooraleer Jeunet, een andere Franse kweker, ook daadwerkelijk het jongbroed kon groottrekken. Schuimnestbouwende Betta's komen over heel Zuid-Oost Azië voor. Hun versprei-dingsgebied strekt zich uit over Thailand, Maleisië, Malakka en Vietnam. Ze leven er vooral in stilstaande wateren, in kanalen en rijstvelden. De watertemperatuur is hier hoog en bereikt gemakkelijk 30°C. Bij deze vissen vervult het labyrint een belangrijke rol bij het ademhalen. De kieuwen spelen hierbij slechts een secundaire rol. Door hun speciale manier van ademhalen kunnen ze ook overleven in water dat zeer arm is aan zuurstof. Als we een aquarium voor deze visjes willen inrichten, zullen we trachten hun natuurlijk biotoop zo goed mogelijk na te bootsen. We hebben geen erg groot aquarium nodig, want deze Betta's zijn geen verwoede zwemmers. Meestal betrekken zij de bovenste waterlagen, waar ze zich ophouden onder de beschutting van drijfbladeren van waterplanten of tussen de wortels van drijfplanten. Je moet er wel voor zorgen dat er aan het wateroppervlak enkele plekken open blijven, waar de visjes ongehinderd lucht kunnen happen. Deze schuimnestbouwers zijn zeer warmtebehoeftig. De temperatuur mag zeker niet onder 26°C komen. Beter nog is ze te houden op 28°C. Ze zijn allergisch voor temperatuurschommelingen, waarop ze prompt reageren met een aandoening van witte stip of schimmel. Zoals we reeds eerder gezien hebben, is ook de temperatuur van de lucht boven het water van essentieel belang. Deze lucht moet even warm zijn als het water zelf. Het water kan je filteren, als je er maar voor zorgt dat de uitlaat van de filter geen sterke waterturbulentie veroorzaakt. Als typevoorbeeld van de schuimnestbouwers neem ik natuurlijk de Betta splendens. Hij heeft er door zijn fabelachtige schoonheid en zijn interessant Kweekgedrag voor gezorgd, dat zijn geslacht voor altijd haar plaats in de aquaristiek zal blijven behouden.
... // ... Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 100
– Nummer 12
... // ...
Schuimnestbouwende Betta's
Alhoewel het een prachtige vis is, kent de liefhebber hem nog nauwelijks in zijn oorspronkelijke vorm. De sluierbetta heeft hem immers totaal overklast en hem, mijns inziens ten onrechte, uit onze aquaria doen verdwijnen. De gewone Betta splendens heeft een ruim verspreidingsgebied dat zich uitstrekt over Thailand, Cambodja en Laos. Het mannetje wordt 6 cm groot, heeft een langgerekt, zijdelings matig samengedrukt lichaam, waarvan de snuit een weinig spits toeloopt en eindigt in een grote, opwaarts gerichte mondopening. Zijn rugvin is ver naar achteren geplaatst en is in de middelste stralen tamelijk lang. De staartvin is matig groot en afgerond. De aarsvin is groot en toegespitst. Ze strekt zich uit van de staartbasis tot vlak achter de borstvinnen. De buikvinnen zijn keelstandig en lang uitgegroeid. De kleurloze borstvinnen zijn normaal ontwikkeld en afgerond. De stralen van de andere vinnen zijn donkerbruin tot zwart. De huid die de vinstralen verbindt, is bij de rugvin groenachtig, bij de andere vinnen groen, rood of blauw. De grondkleur van het visje is bruin. De kieuwdeksels en de rug worden dan weer doorspat met blauwgroene vlekjes. Het wijfje is iets kleiner, heeft kleine vinnen en heeft een vale kleur. Nog voor ze volwassen zijn, kan je bij de wijfjes reeds een klein wit legbuisje zien. In een gezelschapsbak kan je best meerdere vrouwtjes houden met één mannetje. Zo kan mijnheer zijn attenties onder de verschillende dames verdelen. Inzake watersamenstelling zijn ze totaal niet kieskeurig. Bij een pH van 7 en een hardheid van 6 tot 8 DGH voelen ze zich het best in hun vel. Ze eten zowel levend- als droogvoer. Als je een kweekje wil wagen, logeer je het koppeltje in een ruim kweekbakje, want als de kweek lukt, moet het onderdak kunnen bieden aan een honderdtal visjes. Gebruik een bakje dat niet hoger is dan 15 of 20 cm en voer de temperatuur op tot 30°C. Breng aardig wat drijfplanten aan, die het mannetje dankbaar zal benutten om er zijn schuimnest in te bouwen. Zij bieden tevens aan het vrouwtje de mogelijkheid om, als het liefdesspel te hoog oplaait, zich eventjes terug te trekken om op adem te komen.
Een kuitrijp wijfje kan je herkennen aan drie dingen: aan een dik buikje dat gespannen staat van het kuit, aan een nettekening die zich duidelijk op haar lichaam aftekent en aan de witte legbuis, die goed zichtbaar is. De Betta splendens man maakt een klein, maar tamelijk hoog schuimnest en begint, eens dit karweitje geklaard, het wijfje hevig het hof te maken. Als hij te geweldig wordt zoekt zij, om hem een beetje te laten bekoelen, een goed heenkomen tussen de planten
.... // ... Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 101
– Nummer 12
... // ...
Schuimnestbouwende Betta's
Eens ze tot paren bereid is, gaat ze onder het schuimnest plaats vatten en laat ze zich door het mannetje omstrengelen. Hierbij kantelt ze op haar rug, zodat haar legbuis naar het schuimnest wijst. Ze stoot haar eitjes uit, die door het mannetje onmiddellijk worden bevrucht. De eitjes zijn zwaarder dan water en zakken hierdoor naar de bodem. Ze worden soms door beide ouders, vaak ook door het mannetje alleen opgeraapt en in het schuimnest gespuwd. Als de paringen afgelopen zijn moet het wijfje zo vlug mogelijk uit de kweekbak worden gehaald, want dan heeft ze het op de eitjes voorzien. Doe je dit niet dan zal het mannetje, die haar intenties doorgrondt, haar zodanig toetakelen dat ze wellicht voor de rest van haar dagen arbeidsongeschikt zal zijn. Na 30 a 40 uren komen de eerste jongen uit. Gedurende de eerste dagen zal het mannetje het nest bewaken en zal hij de jongen die "uit het nest vallen" er netjes terug inspuwen. Als er te veel nestverlaters komen, weet hij niet meer waar zijn hoofd staat en is het moment gekomen, om ook hem uit de kweekbak te verwijderen. De jongen worden aanvankelijk gevoederd met infuus en fijn stofvoer. Na enkele dagen schakel je over op Artemianaupliën. Een gedeeltelijke, maar regelmatige waterverversing, draagt bij tot een forse groei. Als je de samen opgegroeide mannetjes bij mekaar laat zitten, zullen ze onderling geen agressief gedrag vertonen. Eens je ze echter gescheiden hebt, kan je ze nooit meer bij mekaar zetten. Buiten de Betta splendens zijn er bij deze schuim nestbouwers nog enkele mooie soorten. De Betta imbellis, ook de vreedzame of kleine kempvis genoemd, is zo een kleurrijke figuur. Van deze soort kan je, in een groot en ruim beplant aquarium, meerdere mannetjes samen houden. Ze zullen mekaar wel constant imponeren, maar omdat ze genoeg uitwijkmogelijkheden hebben, vallen er hierbij geen dodelijke slachtoffers. Ook de Betta smaragdina uit Thailand is een mooie verschijning, maar die is dan weer wel agressief tegen soortgenoten. De Betta coccina, de rode kempvis, en de Betta bellica, de gestreepte kempvis, zal je wellicht nooit tegenkomen. De eerste is moeilijk te houden en de tweede is veel minder kleurrijk dan de eerder genoemde soorten. De laatste in de rij is de Betta fasciata of gebande kempvis. Hij is met zijn 10 cm de grootste van het geslacht. Zoals zijn naam al laat vermoeden heeft hij enkele donkere dwarsbanden op de flanken, die niet altijd waar te nemen vallen. Nu heb ik nog altijd niets positiefs gezegd over de gesluierde Betta. Al de tot nog toe ingevoerde exemplaren van dit kweekproduct, zijn afkomstig uit Singapore. De eerste specimens werden reeds in 1926 in Europa ingevoerd. Uit principe heb ik iets tegen kweekvormen in het algemeen en tegen sluiervormen in het bijzonder. Vaak zijn deze kweekprodukten trouwens ronduit lelijk. Nu moet ik eerlijk toegeven dat de gesluierde Betta hierop een uitzondering vormt. De negatieve kant van zijn mooie, lange vinnen is dat je hem met bijna geen enkele andere vis kunt samenhouden. Die pikken maar al te graag, bij wijze van voedingssupplement, een stukje uit zijn vinnen mee. Dan doet die sluierbetta, met zijn aan flarden gereten vinnen, toch enigszins sjofel aan, vind ik. De drang om door doorgedreven selectie steeds maar nieuwe vormen en andere kleuren te bekomen is, naar mijn mening, waanzin. Laatst zag ik in een tijdschrift nog een foto van een spierwitte discus, die poseerde tussen exemplaren, die inzake kleurtekening varieerden van clownesk tot, in mijn ogen, aartslelijk. Mooier en beter dan de natuur kan een mens het, volgens mij, niet maken. Ik vind het spijtig dat de kortvinnige vorm van de Betta splendens, mede omdat hij slechts af en toe in de handel wordt aangeboden, zijn weg tot bij de liefhebber niet ten volle heeft gevonden. Mij spreekt hij door zijn ontwapenende eenvoud en door zijn prachtig coloriet wel aan. Hetzelfde geldt trouwens voor de Betta imbellis. Als je twee mannetjes van deze soort, getooid met hun mooiste kleuren, op mekaar ziet afstormen, ben je sprakeloos en kan je niet anders doen, dan met volle teugen van dit kleurenfestijn te genieten. Ik durf er mijn kop op verwedden dat, moest dit visje regelmatig in de handel aangeboden worden, het binnen de kortste keren de sluiervorm van de Betta splendens naar de kroon zou steken.
Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 102
– Nummer 12
Mayaca fluviatilis Toon en Magda Abers Delft
Dit tere lichtgroene plantje wordt nogal vaak verwisseld met Rotala wallichii en omgekeerd. Toch is het geen familie van elkaar. Bij Mayaca fluviatilis staan de naaldvormige blaadjes in spiralen rond de stengel, dit in tegenstelling met Rotala wallichii, daar staan de blaadjes in een krans rond de stengel. De kleur van de laatstgenoemde plant is bij een goede belichting roodachtig. Mayaca fluviatilis groeit met guirlandes, die sterk vertakt zijn, op deze vertakkingen ontspruiten wortels. Hierbij krijgt men de indruk dat dit plantje in vrij ondiep water voorkomt en al verder kruipend in staat is emers te groeien. De blaadjes die zich vormen zijn wat steviger. Dat dit plantje rijkelijk licht verlangt is niet zo verwonderlijk. In die omstandigheden en met een behoorlijke luchtvochtigheid kan het dan rijkelijk bloeien. De biotopen waarin Mayaca fluviatilis groeit zijn voedselarme cola-kreekjes waar het water een lage zuurgraad en een geringe hardheid heeft. De pH-waarde schommelt tussen 4,5 en 5,5. Verder is Mayaca fluviatilis ook gevonden in Venezuela in watertjes met helder, doch minder zuur water. Toch heeft de rvaring mij de afgelopen jaren geleerd dat een pH van 7 en een KH van 5 à 6°DH de beste groeiresultaten geeft. Een hoge KH-waarde in het alkalisch vlak stagneert de groei. Toevoeging van CO2 en wel zo contant en stabiel mogelijk is beslist noodzakelijk. De meesten van ons moeten het doen met leidingwater met een pH van ± 8, waarin Co2 in zo'n geringe mate aanwezig is, dat het nauwelijks meetbaar is. Het plantje is nogal gevoelig voor bepaalde geneesmiddelen zoals trypaflavine. Bij gebruik hiervan vallen de naalden uit.
Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 103
– Nummer 12
Uromastyx acanthinura doornstaart of zweepstaarthagedis Dieter Cottyn Aquatropica Kortrijk
De doornstaart- of zweepstaarthagedis, hierover wil ik het eens hebben in dit artikel. De Latijnse naam is Uromastyx acanthinura en ze woont in de woestijnen van Noord-Afrika, Marokko, OostAlgerije en Egypte. De hagedis is familie van de Agamen. Mijn passie voor reptielen was van kleins af aan al aanwezig maar het is dankzij E. Vansteenkiste dat ik pas echt iets over reptielen en het houden ervan leerde. Een beter leermeester en raadgever kan je u niet inbeelden. Zo komt het dat ik nu al 6 jaar de fiere verzorger ben van drie Uromastyxen, een gele en twee oranje. Ze worden dit jaar 8 jaar oud. Ze wegen elk een halve kilo en meten ongeveer 30 cm (van neus tot staart). Ze verblijven op mijn kamer in een terrarium van 1.5 op 0.5 op 0,5 meter. Mijn verlichting en verwarming haal ik uit een kwikdamplamp, een halogeenspot en een gewone spot. De achterwand is integraal voorzien van een verwarmingsdoek. De luchttemperatuur ligt hierbij overdag tussen 25 en 30°C. Plaatselijk, onder de spot, loopt de temperatuur echter nog iets op. 's Nachts laat ik de temperatuur zakken tot 20°C. Tijdens de winter verkort ik de tijd dat de lichten aanliggen en verander ik de gewone spot met een van een lager vermogen waardoor ook de temperatuur daalt. Ik geef ze in feite een winterrust i.p.v. een winterslaap, de temperatuur blijft steeds boven de 20°C hangen. Het decor in hun terrarium bestaat uit een rotspartij waar ze tussen kunnen kruipen en enkele stukken kurkschors waar ze op kunnen liggen "zonnen" en onder schuilen. Als bodem gebruik ik zand waar er stukjes gemalen eierschaal in vermengd zitten. Je ziet dat ze deze soms opeten om hun spijsvertering te verbeteren en kalk op te nemen. Hun menu bestaat uit het groen van paardenbloemen, witloof, sinaasappel, appel, peer en Friskies (rund- en wortelbrokjes). Als toetje krijgen ze regelmatig de gele bloemen van de paardenbloem. Daar zijn ze verzot op! De ervaringen met deze dieren zijn uitsluitend positief in hun terrarium zijn ze handtam geworden omdat ik er tamelijk veel mee bezig ben. Aanvankelijk waren ze schuwer, maar ze zijn gewend geraakt aan de beweging in mijn kamer. Bloemen komen ze zonder probleem halen uit mijn hand buiten het terrarium. Het zijn echte zonnekloppers en ze voelen zich echt pas op hun best bij veel licht en een hoge temperatuur. Hun humeur zie je komen met de kleuren naarmate ze zich aan het opwarmen zijn. Om ze echter ten volle van de echte zon te laten genieten heb ik onze terras afgebakend met glas. Wanneer er volle zon is en de temperatuur het toelaat laat ik ze dan vrij rondlopen op het terras. Ik leg ook een kurkschors waar ze eventueel kunnen schuilen en een ondiepe kom met water. Zoals ik al zei zijn ze handtam maar telkens wanneer ze buiten mogen rondlopen zijn ze op slag wild. Hun blik in de ogen verandert aanstonds wanneer ze de volle zon gezien hebben. Ze kunnen eens goed de benen strekken en je ziet ook dat ze zich zo breed mogelijk uitstrekken om de zonnestralen op te vangen. In hun terrarium komen ze mooi op kleur, maar wanneer ze buiten zitten worden de kleuren nog feller en intenser, ze blinken soms zelfs. Onze terras bestaat uit ruwe tegels, hierdoor kunnen de hagedissen hun nagels afslijten. Wanneer ze steeds op zanderige bodem lopen zouden hun nagels te lang groeien wat voor problemen kan zorgen. Ik heb ondervonden dat de volle zon onontbeerlijk voor ze is, het zijn echte zonnekloppers. Het gebeurt soms dat ondanks dat al de lichten aanliggen en de temperatuur in hun terrarium hoog is, ze niet willen uitkomen of redelijk kalm blijven. Wanneer er een zonnestraal in hun terrarium valt dan zijn ze alle drie onmiddellijk paraat. Op een of andere manier voelen ze dan dat het als het ware buiten bewolkt is, of zonnig. .... // .... Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 104
– Nummer 12
..... // ....
Uromastyx acanthinura
Doornstaart- of zweepstaarthagedis
Een maal in het jaar krijgen ze een anti-parasietenkuur en wordt hun terrarium volledig uitgekuist en gedesinfecteerd. Wanneer zichtbare uitwerpselen in het zand liggen worden deze onmiddellijk opgeruimd. Het is slechts tijdens het geven van hun anti-parasietenpil dat ze eens zouden durven bijten. Ter verdediging blazen ze zich normaal op als een pad en blazen ze als een kat. In een uiterst geval zouden ze slaan met hun doornenstaart (dat is slechts nog maar een keer gebeurd door een verkeerde handeling van mijn moeder).
Door een goede observatie kan je gemakkelijk zien of de dieren zich goed voelen. De mate van bewegen en hun kleur zijn echte barometers over hoe je hagedis zich voelt. Staat hij bijvoorbeeld fier op zijn voorpoten en komt hij mooi op kleur dan is alles OK, blijft hij echter met zijn kop tussen de poten liggen en blijven zijn kleuren grauw, dan mag je concluderen dat er iets gaande is binnenin zijn vel. Wat ook opvallend is, is dat ze zout uitscheiden via hun neus. Soms zie je witte kristallen aan hun neus hangen die ze dan wegblazen. Ik heb eens zo'n kristal afgenomen en geproefd, ik garandeer je dat het zeer zout is. Jammer genoeg weten we niet welk geslacht ze hebben en eieren heb ik ook nog nooit tegengekomen. Wanneer je de literatuur erover doorneemt lees je dat het moeilijk is om te kweken met deze soort en dat het geen gemakkelijke dieren zijn, ze neigen om rap hun kleuren te verliezen en zo vroegtijdig te sterven.
Ik kan daar enkel op zeggen dat veel licht en warmte onontbeerlijk zijn, de voeding iets gevarieerd moet zijn, en je de dieren zelf regelmatig moet observeren om eventuele symptomen te bemerken van een ziekte. De hoofdsleutel tot de gezondheid van mijn dieren ligt misschien ook wel in het feit dat ze, telkens wanneer het weer het toelaat, ze kunnen genieten van het deugddoende zonnetje. Ik ben echt fier op mijn hagedissen en zou alles willen doen om hen het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Wanneer zij zich goed voelen geven ze immers zoveel mooie dingen terug!
Informatieblad - Moerbeekse Aquarium Vereniging
Jaargang 33 105
– Nummer 12
Kledingsboetiek Markt, 1 9180 – MOERBEKE-Ws Tel. 09/346.99.98 E.post :
[email protected] Mode voor Hem & Haar - Een ruime keuze voor jong en oud - Persoonlijke stijl- en kledingsadvies - Ook modieuze koopavonden bij U thuis Openingsuren :
Nieuwkuis & was !! Nu ook : Herstellen van schoenen en alle lederwaren
Weekdagen van 9 tot 12 en van 13.30 tot 18 uur Zaterdag van 9 tot 12 en van 13.30 tot 17 uur Op zondag & maandag gesloten . Afspraak mogelijk Webstek : www.cien.be
Tot Ciens !
Tel. 09/346.99.98 Of 0476/85.20.58
Opperstraat, 11 9180-MOERBEKE – WAAS Tel. 09/346.97.36 E-post :
[email protected] Een uiterst voordelige en complete bankservice