CAHIER Mitros is een toonaangevende en ambitieuze woningcorporatie. Met ruim 30.000 woningen, garages en bedrijfspanden is zij de grootste speler op het veld van de volkshuisvesting in Utrecht en Nieuwegein.
W I J K S TA B I L I T E I T
Mitros biedt als voorloper in de volkshuisvesting een podium voor discussie. Op het Mitros Podium belicht Mitros circa twee keer per jaar belangrijke, actuele thema‘s uit de wereld van het wonen. De Mitros Cahiers zijn hiervan de schriftelijke begeleiders en vormen de opmaat voor verdere discussie.
DECEMBER
2006
.
Voorwoord
Wie aan wonen denkt en wie aan wonen werkt, focust zich in toenemende mate op de wijken. Het realiseren van een goed leefklimaat start met de aanpak van een wijk. Wijken moeten stabiel zijn. Bewoners moeten zich eigenaar voelen van hun wijk en daarvoor verantwoordelijkheid nemen. Woningvoorraad en voorzieningen moeten op een adequaat niveau zijn. Problemen op het gebied van veiligheid, overlast, sociale cohesie, economisch en onderwijsachterstand en selectieve in- en uitstroom zijn behapbaar.
De Colleges van B&W in het werkgebied van Mitros (Utrecht en Nieuwegein) tonen in hun collegeprogramma die ambitie. Vanuit de Rijksoverheid is er stimulans om wijken in hun hart aan te pakken (Vitale Coalities, Pechtold-gelden, enzovoorts) en een corporatie als Mitros wil zich in toenemende mate gaan opstellen als gebiedsverantwoordelijke. Hoe moet dat in de praktijk? In ieder geval moeten de ambities helder geformuleerd worden, gebaseerd op een eerlijke en complete analyse van de praktijk. Daarna moeten rollen en doelen opnieuw gedefinieerd worden. Mitros en haar partners kunnen daarbij leren van ervaringen in andere steden (zie hoofdstuk 2). De analyse van drie wijken (Overvecht, Kanaleneiland-Noord en Jutphaas-Wijkersloot) maakt duidelijk waar de opgave voor Mitros en haar partners ligt (hoofdstuk 3-5). Daarmee biedt dit Cahier geen kant-en-klare antwoorden. Wel een opmaat voor een discussie die gevoerd moet en gaat worden.
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Lang niet alle wijken zijn zo stabiel. Onstabiele wijken moeten daarom aangepakt worden. Om dat te bereiken volstaat investeren in vastgoed niet. Versterking van zelfredzaamheid, veiligheid, gezondheid en toekomstverwachting vereist investeren in én sociale programma’s én economische impulsen én adequaat vastgoed in een goed beheerde openbare ruimte. Niet als gescheiden trajecten, maar op elkaar afgestemd en in dienst van elkaar. Met als doel de sociale stijging van bewoners.
1 Wijkstabiliteit De focus bij wijkontwikkeling ligt nu nog vaak bij fysieke (her)ontwikkeling. Als er al sprake is van sociale programma’s of economische impulsen, dan lopen die lang niet altijd parallel met de investeringen in stenen. Vaak ondersteunen ze elkaar ook niet en nog minder vaak zijn ze voorwaardelijk voor elkaar. Wijkstabiliteit vraagt om een goed afgestemde overall aanpak. Met, in voetbaltermen, maatschappelijke organisaties op het middenveld en de burger als (scorende) spits.
1.1 Stabiele wijken
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Om prettig te kunnen wonen, heb je in een wijk een goed leefklimaat nodig. Een wijk die zich daardoor kenmerkt, noemen we een stabiele wijk. Stabiele wijken zijn wijken die: Ω een goede sociale structuur kennen, waarbij bewo ners zich ‘eigenaar’ voelen van de wijk en verant woordelijkheid tonen voor hun wijk en het leef klimaat daarbinnen; Ω een niveau aan voorzieningen kennen op het gebied van welzijn, cultuur, zorg en onderwijs dat gevari eerd is en toegesneden op de wensen van verschil lende groepen in de wijk; Ω geen grote leefbaarheidsproblemen hebben (in de sfeer van onveiligheid, overlast etc.); Ω geen oververtegenwoordiging kennen van kans armen (geen werk, laag inkomen, laag onderwijs niveau) als deze vertegenwoordiging leidt tot pro blemen in gedrag, veiligheid en zorgverlening;
Ω geen selectieve instroom van kansarmen en selec tieve uitstroom van kansrijken kennen, die het bovenstaande kunnen verergeren; Ω een goede mix kennen van diverse typologieën en prijscategorieën in het woningaanbod, zodat er behalve voor nieuwkomers nadrukkelijk ook per spectief is voor mensen die een wooncarrière willen maken in de wijk.
1.2 Aanpak Om dit te bereiken, moet een samenhangend geheel van programma’s gestart worden in de wijken die nog niet stabiel zijn. De programma’s dienen niet alleen op elkaar afgestemd te zijn, maar elkaar ook te ver sterken. Aspecten
De fysieke herstructurering is het meest herkenbaar.
van goedkope en flexibele bedrijfsruimten, door het binnenhalen van midden- en hogere inkomens via bijvoorbeeld een meer gevarieerde woningvoorraad en door gerichte arbeidsmarkt-toeleiding (oriëntatie, begeleiding en stages). Ambities
De aanpak begint echter met het formuleren van ambities, gestoeld op een gedegen en onverbloemde analyse van de problematiek. Onder welke voorwaar den wonen mensen prettig? Welke maatregelen kun nen de problemen ter plekke oplossen? Wanneer ver volgens bekeken is welke partij wat kan doen – waarbij traditionele taakopvattingen overboord moeten wor den gegooid – en programma’s worden gedefinieerd, wordt de route richting wijkstabiliteit steeds meer hel der. Het is dan zaak coalities te sluiten. Niet alleen om te begrijpen wat er speelt, maar vooral om de inzet effectiever te maken. De belangrijkste coalitiepartners
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Toevoeging van kwaliteit en vernieuwing van de woningvoorraad is vaak nodig. Soms om de achter haalde technische kwaliteit op te vijzelen. Soms ook om meer variatie in kwaliteit, typologie en prijs te ver krijgen in eenzijdig samengestelde wijken. Verkoop bevordert, ook in letterlijke zin, het eigenaarschap. Aandacht voor de openbare ruimte hoort hierbij. Deze moet vooral heel, schoon en veilig zijn om aan een basisbehoefte te kunnen voldoen, maar ook een uit straling hebben die het voor bewoners prettig maakt om ‘thuis’ te komen. Het sociaal beheer moet geïntensiveerd worden om wijken heel, schoon en veilig te maken. De eigen ver antwoordelijkheid van bewoners daarbinnen moet gestimuleerd worden. Hiervoor zijn programma’s nodig die bewustwording van de problematiek en eigen verantwoordelijkheid bevorderen. Maar ook een grotere zichtbaarheid van maatschappelijke organisa ties en ondernemingen in de wijk. Er zou een heroriëntatie op en eventueel een heront wikkeling van het palet aan voorzieningen moeten plaatsvinden. Zowel op het gebied van welzijn en zorg (bijvoorbeeld door de coördinatie van de gezond heidsbevordering maar ook door het creëren van zogenoemde woonservicezones) als op het gebied van kinderopvang en onderwijs (ouderkindcentra, Brede Scholen etc.). De economische draagkracht van een wijk moet ver sterkt worden. Dat kan onder meer door het creëren
zijn vanzelfsprekend de bewoners. Immers, de pro gramma’s lopen mét en vóór bewoners. Zelfredzaamheid en sociale stijging zijn daarbij sleu telbegrippen. Alleen wanneer mensen in staat zijn zichzelf verder te helpen, ontstaat versterking van de stad c.q. de wijk en wordt wijkstabiliteit bereikt. De sociale stijging in de sfeer van een trede hoger op de ladder van inkomen, scholing, wonen en zelfs vrije tijd is cruciaal. Daarmee wordt de emancipatie van de huidige bewoners van de stad versterkt. Er wordt niet domweg gekozen voor bijvoorbeeld het binnenhalen van hogere inkomens in een wijk om tot de gewenste differentiatie te komen, maar juist voor het bieden van meer kans aan de middengroepen en hen daardoor te behouden.
De Nederlandse samenleving Mitros cahier - Wijkstabiliteit
4
Spitsen (bewoners)
2 5
Middenveld (maatschappelijk)
3
Achterhoede (instellingen voor opvang/bewaking)
Keeper (justitie)
1
1.3 Partijen Regelmatig bieden de uitspraken van Johan Cruijff, Nederlands bekendste ex-voetballer/trainer, inspira tie voor een beeld van gewenst leiderschap. Maar het voetbalspel kan ook een metafoor zijn voor de wijze waarop maatschappelijke problemen en dus ook onstabiele wijken aangepakt moeten worden. De opbouw van het speelveld is als volgt: in het doel staat Justitie. Die pakt plegers van misdaden op en straft ze. In de achterhoede lopen instellingen die bewaken of die de (beveiligde) opvang verzorgen, zoals jeugdzorg, maar ook beveiligers. Op het middenveld staan de maat-
schappelijke organisaties en ondernemingen. Voorin staan de spitsen (burgers), die moeten scoren (in hun leven). De afgelopen jaren is, volgens de metafoor van het voetbalspel, de bal veel te veel heen en weer gegaan tussen spitsen en keeper 1 . De spitsen speelden graag terug. Burgers eisten2 ondersteuning en aan 3 dacht, en vooral ook ingrijpen, direct door de over 4 heid. Van de andere kant vond de overheid dat de 5 bewoner zelf rechtstreeks verantwoordelijkheid moest dragen voor gedrag en daden. Het eerste leidde tot een onterechte, en niet te realiseren, claim op de over heid. Het tweede tot een gevoel van verlorenheid bij de niet-zelfredzamen. terug’ in de voetbalmetafoor – om het initiatief echt 1 van de grond te krijgen. 2 Samenspel geldt vervolgens ook voor de maatschap 3 pelijke middenveldorganisaties om individuen of 4 groepen ‘er niet doorheen te laten glippen’ 5 . De rol van het (lokale) openbaar bestuur in deze voet balopstelling is niet op voorhand duidelijk. Wellicht ligt een rol als voetbalcoach voor de hand. Een coach is overigens niet hetzelfde als een regisseur. In de receptuur van het tot stand laten komen van stabiele wijken impliceert de rol van coach wel een belangrijke rol.
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Het is logischer om een sterkere rol toe te kennen aan het middenveld om vervolgens de spitsen meer ruim te te kunnen geven. Vanuit de verdediging, waar bewa king en zorg centraal staan, via het middenveld, waar opvang en intermediairschap maar ook normstelling centraal staan, naar 1de spits, de burger die zelf kan scoren in zijn leven 2 . Anderzijds kan de bal vanuit 3 het middenveld ook weer teruggespeeld worden naar 1 4 de achterhoede, als iemand (tijdelijk) 2 wat meer bevei 5 1 ligde aandacht en zorg nodig heeft 3 . 2 4 Om het voetbalteam goed te laten functioneren, moe 3 5 ten de spitsen onderling ook goed samenwerken 4 . 5 Bewoners van stabiele wijken zoeken elkaar op en ver sterken elkaar. Dat leidt tot burgerinitiatieven, spon tane acties die burgers zelf ondernemen om proble men in hun buurt of wijk op te lossen. Antwoorden die daarmee op veel meer draagvlak kunnen rekenen. Soms is daarbij beperkte steun van of interactie met de maatschappelijke organisaties nodig – ‘tikkie
2 Wijkaanpakken Veel (grote) steden kennen het probleem van onstabiele wijken. Er is voor Utrecht en Nieuwegein dus wellicht iets te leren van de praktijkervaringen van anderen. De Engelse aanpak kenmerkt zich door grote stakeholdersinvloed en langetermijnafspraken. De Rotterdamse door ontschotting van functionele taakgebieden. In Amsterdam is er sprake van een heroriëntatie op financiële stromen en dus op de taakverdeling tussen corporaties en gemeente. Een quick scan.
2.1 De Engelse Aanpak
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Filosofie
De Engelse Aanpak is in 1988 opgezet om de meest verloederde buurten in Engeland aan te pakken. Gebrek aan snelheid in de uitvoering van herstructu reringsplannen was de belangrijkste reden. De lokale overheid was niet slagvaardig genoeg. Daarbij komt dat alleen al het in kaart brengen van het ontwikke lingsproces twee jaar kost. Als dit parallel loopt met geringe continuïteit van de politiek, ontstaan proble men. De zogeheten Housing Action Trust (HAT), een instrument van de centrale overheid, vormt de spil van de aanpak. Inhoud
Het belangrijkste doel is een duurzame verbetering van de leefomstandigheden in een verloederde wijk ter grootte van maximaal 4.000 huishoudens. Hiervoor
Partners
Binnen de Engelse Aanpak zijn actief: • bewoners • lokale bedrijven • verenigingen en vrijwilligersorganisaties • lokale overheden • publieke diensten • de centrale overheid. Zij brengen kennis, kunde en menskracht in. De finan ciële bijdrage komt vooral vanuit de overheid. Organisatie
Spil van de organisatiestructuur is de Housing Action Trust (HAT). De HAT is een autonoom functione rend, niet-departementaal publiek uitvoeringsorgaan.
Het staat los van de lokale en centrale overheid. Het belangrijkste kenmerk van de HAT is het ‘lokale part nerschap’. De verschillende partners binnen de aan pak zijn zelf verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van een langetermijnvisie op de herstructurering. Zij moeten prioriteiten identificeren en strategieën voor de herstructurering ontwikkelen en uitvoeren. Ze kunnen daarbij hulp krijgen van een adviseur. De regie en coördinatie van de activiteiten van de HAT berust bij een krachtig gemandateerde projectleider/directeur. De HAT is onderverdeeld in een housing develop ment, economic en community development direc toraat en heeft speciale bestuurlijke bevoegdheden op deze terreinen. De HAT wordt geleid door een bestuur dat aangewezen is door de premier. De HAT zelf staat weer onder toezicht van de Neighbourhood Renewel Unit van de centrale overheid. Het bestuur van de HAT bestaat uit drie onafhankelijke leden, vier bewoners (lokale stakeholders) en drie personen die door de gemeente worden aangewezen en voorgedra gen en die haar vertegenwoordigen. De leden vanuit de gemeente zijn meestal een weerspiegeling van de politieke verhoudingen in de gemeente. De bewoners worden via stembiljetten gekozen en vertegenwoordi gen niet alleen de bewoners, maar ook de lokale insti tuties. Door de hoge mate van participatiebereidheid en directe invloed van bewoners in het bestuur van de
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
wordt ingezet op een economische, fysieke en voor namelijk sociale aanpak. Daling van de werkloosheid, vermindering van de criminaliteit, verbetering van de gezondheid en vaardigheden van de bewoners en een verbeterde fysieke leefomgeving, zijn inzet van de aanpak. Job-training en persoonlijke begeleiding van de armsten behoort tot de aanpak. De HAT richt zich primair op de verheffing en niet op de verdrijving van de huidige populatie. Sociale stijging dus. Hiervoor maken de partners harde, niet-vrijblijvende afspraken. Ingrepen zijn ‘evidence-based’; in jaar drie en zes van de aanpak vindt onderzoek plaats naar het effect van de ingrepen.
HAT kent de HAT een grote mate van legitimiteit.
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
De HAT heeft een levensduur van maximaal 10 jaar. Dit wordt gegarandeerd door langetermijnsubsidies. Deze lange termijn en de grote mate van autono mie zorgen ervoor dat de ingrepen van de HAT niet gestoord worden door een gebrek aan continuïteit van de (lokale) politiek en haar belangen. Daarna wordt nog minimaal vijf jaar bijgehouden welke impact de HAT heeft gehad in de wijk. Dit om ook de effecten van de langetermijningrepen te kunnen vaststellen. De Nederlandse nadruk op decentralisatie van het bestuur lijkt haaks te staan op het instellen van een autonoom orgaan waar de lokale overheid weinig over te zeggen heeft. Voor de HAT worden dus aparte verkiezingen georganiseerd. Langetermijnsubsidies (10 jaar), stakeholdersinvloed en huurdersparticipa tie zijn veel groter dan in de Nederlandse situatie het geval is.
2.2 De Rotterdamse Aanpak: Pact op Zuid Filosofie
Rotterdam-Zuid is een gebied met potentie en kansen. Kansen die, als ze gegrepen worden, voor een omslag op Zuid kunnen zorgen. Er gebeurt zeker al het een en ander in het kader van de lopende herstructurerings
projecten. Maar er is meer nodig. Een intensievere samenwerking en afstemming van activiteiten tus sen de woningcorporaties, het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en de gemeentelijke diensten Jeugd Onderwijs en Samenleving, Sport en Recreatie en Stedenbouw+Volkshuisvesting is noodzakelijk. Een integrale, gezamenlijke aanpak voor Zuid zal meer opleveren dan de som der delen. De bewoners op Zuid zijn gebaat bij een totaalaanpak waarin zorg, wonen, werken, leren en sociale maatregelen hand in hand gaan. Vandaar dat de genoemde partijen de han den ineen hebben geslagen en gezamenlijk het Pact op Zuid hebben opgesteld: een gezamenlijk, extra investeringsprogramma voor Rotterdam-Zuid. Inhoud
Het Pact op Zuid richt zich op de deelgemeenten Feyenoord, Charlois en IJsselmonde. Een gebied met circa 200.000 inwoners. Binnen het Pact op Zuid wor den de sociale, economische en fysieke pijlers van de stedelijke vernieuwing aangepakt onder de noemers Krachtige Buurt, Aantrekkelijke Wijken en Sterk Zuid. Krachtige Buurt betekent perspectief bieden aan inwo ners en ondernemers. Dit gebeurt door middel van investeren in onderwijs, investeren in bewegen, inves teren in zorgvoorzieningen en uitbreiding en verdie ping van economische kansenzones. Aantrekkelijke Wijken wil zeggen het vernieuwen, vari
ëren, verfraaien en verbinden van de woningen en de woonomgeving in de wijken. Sterk Zuid staat voor aansprekende stedelijke voor zieningen: het Sporthart Rotterdam rondom De Kuip, ontspanningscluster Zuiderpark en Ahoy, het Medisch Centrum Rotterdam Zuid en Eat & Meet, een strook langs de Maashaven en Rijnhaven als uit gaansgebied.
Partners
Organisatie
Voor het Pact op Zuid is een Stuurgroep ingesteld die bestaat uit de bestuursvoorzitters van de betrok ken corporaties, de wethouder Sociale Zaken, Werk en
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Trekkers van het Pact op Zuid zijn: • de centrale gemeente (Jeugd Onderwijs en Samenleving, Dienst Stedenbouw+Volkshuisves ting, Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, Sport en Recreatie) • de drie deelgemeenten • het Rijk • de woningcorporaties. Bondgenoten die uitgenodigd worden om mee te doen zijn: • de bewoners • investeerders.
Grotestedenbeleid en de voorzitters van de drie deel gemeenten. De Stuurgroep wordt voorbereid door de directieraad Pact op Zuid. Hierin zijn de corporaties, de gemeente en de deelgemeenten op directieniveau vertegenwoordigd. Er is een kernteam ingesteld waar in beleidsmedewerkers van het OBR, de dS+V, de cor poraties en de deelgemeenten lopende zaken afstem men. De beleidsonderwerpen worden voorbereid in werk bijeenkomsten. Deze vinden een aantal malen per jaar plaats. Hierin zijn districtsmanagers en beleids medewerkers van de corporaties, de deelgemeenten en de diensten JOS, Sozawe, GGD, dS+V, het OBR en SenR vertegenwoordigd. Voor het Pact op Zuid is een programmamanager aangesteld. Deze heeft tot taak de uitvoering van het Pact te organiseren. Opdrachtgever van de program mamanager is het college van B&W.
2.3 De Amsterdamse Aanpak: Amsterdam NieuwWest Parkstad 2015 Filosofie
10
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
De huidige bewoners zijn de belangrijkste doelgroep en dragers van de vernieuwing. Dat betekent dat soci ale en fysieke vernieuwing wordt ingezet voor de ver betering van de positie van de huidige bevolking. De koerswijziging binnen Amsterdam die nu zijn beslag krijgt, is erop gericht de huidige bewoners van NieuwWest méér dan tot nu toe het geval is te laten pro fiteren van de vernieuwing. De gemeente gaat zich daarom minder bezighouden met de ruimtelijke ver nieuwing en meer met de sociale vernieuwing. Door de taken tussen gemeente en corporaties anders te verdelen komt binnen de gemeente geld vrij voor een sociaal investeringsfonds. De corporaties nemen de financiële verantwoordelijkheid voor de bouwplan nen (inclusief het maatschappelijk vastgoed) en wor den verantwoordelijk voor het maken van de uitwer kingsplannen, inclusief de inspraak daarover. In ruil daarvoor krijgen de corporaties meer ruimte om – bin nen de gestelde randvoorwaarden vanuit de gemeente – invulling te geven aan de uitwerkingsplannen. Voor de corporaties zijn aantoonbare extra sociale investeringen door de gemeente voorwaarde voor
hun overname van de financiële risico’s van de ruim telijke en ruimtelijk-sociale investeringen. De afspra ken worden contractueel vastgelegd in een raamover eenkomst tussen centrale gemeente, stadsdelen en corporaties. Inhoud
De stadsdelen Osdorp, Slotervaart, GeuzenveldSlotermeer en Bos en Lommer vormen samen de Westelijke Tuinsteden. Een gebied dat anno 2005 bijna 60.000 woningen telt. Ingezet wordt op zowel de stedelijke, sociale als economische vernieuwing. De ruimtelijke vernieuwing is inmiddels goed op gang gekomen. De sociale en economische vernieuwing zijn echter nog achtergebleven. De aanpak in de Westelijk Tuinsteden wordt daarom nu aangevuld met het zoge noemde sociaaleconomische kopprogramma. Dit richt zich op drie thema’s. Ten eerste het sociaal economisch meedoen, waarbij de bestaande en nieu we ondernemers in Nieuw-West worden gekoesterd en de kansen op werk van de bewoners worden vergroot. Het tweede thema is het individueel vooruitkomen, waarbij niet etniciteit, maar de sociaaleconomische positie van elke bewoner centraal staat. Het laatste thema is het nieuwe ontmoeten, waarbij Nieuw-West zich positief kan onderscheiden door zijn sociaal-cul turele diversiteit en dynamiek. Hierbij ligt de nadruk
op het ontstaan van een nieuwe middenklasse die, vanwege omgeving, sfeer en medebewoners, bewust kiest voor Nieuw-West. Voor dit kopprogramma komt extra geld beschikbaar, door een andere taakverdeling tussen gemeente en corporaties. Daarnaast moet de economische pijler van de ver nieuwing minder nadruk leggen op de ontwikkeling van vastgoed en zich veel meer richten op het benut ten van arbeidsplaatsen, vooral voor schoolverlaters en het stimuleren van lokaal ondernemerschap.
11
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Partners
Betrokkenen bij de aanpak van de Westelijke Tuin steden zijn: • de vier stadsdelen • de centrale gemeente • bewoners • woningcorporaties. Organisatie
Bureau Parkstad is een samenwerkingsverband tussen de vier stadsdelen – Osdorp, Slotervaart, GeuzenveldSlotermeer en Bos en Lommer – en de centrale stad van de gemeente Amsterdam. Vanuit Bureau Parkstad wordt de aanpak in de westelijke Tuinsteden gecoör dineerd. Bureau Parkstad werkt nauw samen met alle woningcorporaties, bedrijven en instellingen. Er zijn
contacten met de overkoepelende bewonersorgani saties. Bureau Parkstad wordt aangestuurd door het Bestuurlijk Overleg Parkstad. In dit bestuurlijke over leg hebben vanuit elk van de vier stadsdelen en vanuit de centrale gemeente twee bestuurders zitting.
3 Kijk in de wijk: Overvecht Overvecht is de grootste na-oorlogse wijk van Utrecht. De wijk, aan de noordoostkant van de stad, is gebouwd in de jaren ’60 en ’70. Er is sprake van vergroening c.q. ontgrijzing, een zwakke sociaaleconomische positie en een eenzijdige woningvoorraad.
Utrecht. In de toekomst zal de bevolking qua samen stelling jonger worden. Het aantal ouderen daalt en het aantal kinderen neemt toe. Het aantal (niet-wes terse) allochtonen groeit in Overvecht.
12
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Woningvoorraad
Overvecht is ruim opgezet met veel openbaar groen, brede wegen, goede parkeergelegenheden en tal van voorzieningen waaronder veel winkels. De wijk is opge deeld in vier deelgebieden; Taag-/Rubicondreef en Zamenhofdreef in Overvecht-Zuid en Amazonedreef en Zambesi-/Tigrisdreef in Overvecht-Noord. Bevolkingssamenstelling
De bevolking van Overvecht is ouder dan gemiddeld in
De woningvoorraad is eenzijdig van samenstelling. Dit geldt voor de prijs, de woningtypologie, de archi tectuur en de uitstraling. De wijk heeft veel sociale huurwoningen, grotendeels in de kernvoorraad. De meeste woningen zijn 4-hoog- en 10-hoog-portiek flats. De woningvoorraad bestaat uit uniforme bouw blokken met weinig identiteit. Problematiek
Overvecht is één van de aandachtswijken in Utrecht. De wijk heeft een zwakke sociaal-economische posi tie. De Wolgadreef e.o. in Overvecht-Zuid is zelfs één van de zwakste gebieden in Utrecht. De ontwikkeling van de wijk is op tal van terreinen negatief. De sociale problemen, samen met de overlast, onveiligheid en
criminaliteit, maken Overvecht tot een van de wijken in Utrecht die beslist aangepakt moeten worden. Opgave Mitros
13
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
De opgave voor Overvecht is om het leefklimaat te ver beteren, waardoor de wijk voor meerdere doelgroepen een prettig gebied wordt om te (blijven) wonen. Dit betekent dat naast de lage inkomensgroepen de wijk ook voor de hogere inkomensgroepen een aantrekke lijk gebied moet worden. Het maken van wooncarrière binnen de wijk moet absoluut mogelijk zijn. Voor een verbetering van het leefklimaat zijn sociaaleconomi sche maatregelen, gericht op de bewoners, en fysieke maatregelen, gericht op het vastgoed, nodig. Voorbeelden van al lopende maatregelen zijn het Lokaal Maatwerk, waarbij wat meer draagkrachtige bewoners ‘verleid’ worden om in bepaalde, gelabelde complexen te komen wonen, de inzet van buurtbe heerders en het beschikbaar stellen van gebruiks- en ontmoetingsruimtes. In het convenant Kracht voor Overvecht, onderdeel van de ‘vitale coalities’ waarbij corporaties, gemeente, rijksoverheid en andere partners samenwerken om versnelling in de aanpak te krijgen, is een ambitieus aantal elementen van wijkaanpak gepresenteerd. Die beogen enerzijds een intensivering en versnelling van de wijkvernieuwing tot stand te brengen. Dat gebeurt door snel tot integrale gebiedsplannen te komen, maar ook door betaalbaarheidsgaranties te geven,
starterskoopwoningen aan te bieden en nieuwe arran gementen tussen corporaties en gemeente te maken over de herontwikkeling van locaties en over finan ciën. Anderzijds bevat het convenant concrete soci aaleconomische initiatieven en beheermaatregelen, zoals de inzet van buurtbeheerders, het creëren van ontmoetingsruimtes, de aanpak van de vuilophaal, de herinrichting van binnenterreinen en het onderzoeken van de mogelijkheden van kleinschalige bedrijvigheid in flatcomplexen.
Kengetallen Overvecht Leeftijd 0-29 55+
14
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Overvecht 40% 28%
Utrecht 43% 19%
Huishoudenssamenstelling Eenpersoonshuishouden Huishoudens met kinderen
42% 29%
36% 28%
Etniciteit Nederlands Marokkaans Turks
52% 19% 8%
68% 9% 5%
14.300 15% 76% 5.400
118.200 46% 41% 23.775
Woningtypen Eengezinswoning Meergezinswoning
21% 76%
39% 58%
Sociaaleconomische positie Werkzoekenden Bijstandsgerechtigden Laag opgeleiden
12% 13% 45%
7% 6% 29%
Veiligheid en buurtproblemen Onveilig gevoel in de wijk Jeugdproblematiek Criminaliteit en drugsoverlast Vervuiling openbare ruimte
43% 30% 24% 27%
35% 24% 27% 26%
Woningvoorraad Koop Sociale huur Aantal woningen Mitros
Bron: Wijkenmonitor 2005, Bestuursinformatie
Aandeel werkzoekenden in Overvecht 1999-2006
0WFSWFDIU 6USFDIU
15
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
4 Kijk in de wijk: Kanaleneiland-Noord Kanaleneiland ligt in het zuid-westen van Utrecht. De wijk is gebouwd in de jaren ’60; de ‘As’ snijdt de wijk in twee delen, Noord en Zuid. Noord heeft een jonge bevolking, grotendeels van allochtone afkomst. De woningvoorraad is eenzijdig en de sociaaleconomische positie is zwak.
16
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Bevolkingssamenstelling
In Kanaleneiland-Noord wonen veel gezinnen met kinderen. Ook in de toekomst behoudt de wijk haar jonge bevolkingsopbouw en neemt het aantal ouderen verder af. Ruim 80% van de bevolking is van alloch tone afkomst. Dit betekent dat het aantal allochtone jongeren in de wijk nog verder groeit. Kanaleneiland ligt strategisch binnen de gemeente grenzen van Utrecht, tussen het centrum en Leidsche Rijn. De wijk is ruim opgezet met veel parkeerruimte en openbaar groen. De belangrijkste winkelvoorzie ning is het Grootwinkelcentrum Kanaleneiland mid den in de wijk. De Prins Clausbrug vormt de scheiding tussen Noord en Zuid. Vooral in Kanaleneiland-Noord staat het leefmilieu onder druk.
Woningvoorraad
De woningen in Kanaleneiland-Noord bestaan voor het grootste deel uit 4-hoog portiekflats, vaak zonder lift. Het merendeel van de flats bevindt zich in de soci ale huursector en in de kernvoorraad. De woongebou wen lijken op elkaar en hebben weinig uitstraling.
Problematiek
Kanaleneiland-Noord is in sociaaleconomisch opzicht een van de zwakste wijken in Utrecht. De jeugdoverlast in de wijk is het hoogste van Utrecht en veel bewoners voelen zich vaak onveilig. Hiernaast is er ook sprake van een verloedering van de woonomgeving. Al met al staat het leef- en woonklimaat in Kanaleneiland onder druk.
rentiatie in de woningvoorraad is nodig om hogere inkomensgroepen in de wijk te kunnen behouden of aan te trekken. Daarnaast bieden de vernieuwing van het winkelcentrum Rijnbaan en de aanpak van de buitenruimte mogelijkheden. Een extra opgave in Kanaleneiland is het bereiken van de grote groep allochtone bewoners. De inzet van andere communi catiemiddelen is hiervoor nodig.
Opgave Mitros 17
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Kanaleneiland heeft een negatief imago. Net zoals in Overvecht, wil Mitros in Kanaleneiland-Noord een leefbare wijk realiseren, waar het prettig wonen is voor de huidige en toekomstige bewo ners. De aanpak in Kanaleneiland bestaat uit een geïntegreerd pakket aan sociale, economische en fysieke maat regelen. Doel is het realiseren van een veilige en schone woonomgeving en een betere sociaaleconomische posi tie van de bewoners. Daarbij horen de inzet van buurtbeheerders en het beschikbaar stellen van ruimtes voor diverse activiteiten in de wijk. Voor de gemeente is Kanaleneiland-Noord urgentiegebied in het kader van het project ‘Utrecht Veilig’. Ook het realiseren van meer diffe
Kengetallen Kanaleneiland-Noord
18
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Leeftijd 0-29 55+
Kanaleneiland-Noord Utrecht 57% 15%
43% 19%
Huishoudenssamenstelling Eenpersoonshuishouden Huishoudens met kinderen
28% 46%
36% 28%
Etniciteit Nederlands Marokkaans Turks
16% 47% 21%
68% 9% 5%
2.700 13% 77% 1.500
118.200 46% 41% 23.775
Woningtypen Eengezinswoning Meergezinswoning
17% 83%
39% 58%
Sociaaleconomische positie Werkzoekenden Bijstandsgerechtigden Laag opgeleiden
15% 20% 52%
7% 6% 29%
Veiligheid en buurtproblemen Onveilig gevoel in de wijk Jeugdproblematiek Criminaliteit en drugsoverlast Vervuiling openbare ruimte
50% 47% 45% 24%
35% 24% 27% 26%
Woningvoorraad Koop Sociale huur Aantal woningen Mitros
Bron: Wijkenmonitor 2005, Bestuursinformatie
Aandeel allochtonen in Kanaleneiland 1995-2006 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
95
96
97
98
99
00
01
02
03
04
05
06
Kanaleneiland Utrecht 19
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
5 Kijk in de wijk: Jutphaas/Wijkersloot Jutphaas/Wijkersloot is een gemiddelde wijk in het midden van Nieuwegein. De wijk, uit de jaren ’60, is behoorlijk groen. De buurt Nijpelsplantsoen is een buurt die in een negatieve spiraal zit. In de hoogbouwflats is sprake van een forse sociaaleconomische achterstand.
20
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
De wijk Jutphaas/Wijkersloot ligt centraal in Nieuwegein, grenzend aan het Stadscentrum. De wijk is voor het groot ste deel gebouwd in de jaren zestig en bestaat uit laag bouw en middelhoogbouw. De wijk is ruim opgezet met veel groen. Naast de winkelvoorzieningen van City Plaza in het Stadscentrum ligt midden in de wijk het winkelcentrum Makado. Jutphaas/Wijkersloot is geen probleemwijk. In een aantal buurten is echter sprake van een negatieve ontwikke ling. De hoogbouw van Mitros aan het Nijpelsplantsoen is één van die buurten. De leefbaarheid staat onder druk. Het gebied heeft een negatief imago door verloedering van de woonom geving, overlast en criminaliteit. Bevolkingssamenstelling
In Jutphaas/Wijkersloot wonen meer ouderen dan gemiddeld in Nieuwegein. De komende jaren zal het aantal ouderen in de wijk toenemen. Ook het aandeel allochtonen ligt boven het gemiddelde. In de flats aan het Nijpelsplantsoen wonen, naast ouderen, veel grote gezinnen.
Woningvoorraad
De woningvoorraad in Jutphaas/Wijkersloot bestaat voor de helft uit meergezinswoningen. Het aandeel sociale huur is hoog. Het Nijpelsplantsoen bestaat uit vier hoogbouwflats. In totaal gaat het om 360 vieren vijfkamerwoningen. De woningen behoren tot de kernvoorraad.
De flats aan het Nijpelsplantsoen hebben een slecht imago. Het leefklimaat staat onder druk. Er is sprake van vandalisme, zwerfvuil en rondhangende jongeren. Daarnaast is er sprake van een concentratie van bewo ners met een sociaaleconomische achterstand. Opgave Mitros
De opgave voor Mitros is het woon- en leefklimaat in de flats aan het Nijpelsplantsoen te verbeteren. In 2004 is Mitros in samenwerking met andere partijen gestart met een leefbaarheidsproject. Een aangepaste woningtoewijzing, waarbij de woningen aan kleine
huishoudens worden toegewezen, moet leiden tot een vermindering van de overlast. Verder zijn leefre gels opgesteld, is een buurtbeheerder ingezet en heeft Mitros een woning beschikbaar gesteld voor bewo nersactiviteiten en voor spreekuren. De vuilnisophaal is geïntensiveerd en er is een schilderbeurt geweest. De resultaten van het experiment zijn positief. Naast deze sociaal-maatschappelijke maatregelen wil Mitros de woningvoorraad in dit gebied aanpak ken. Van beheer naar wijkaanpak. Hierbij gaat het om verbetering van de kwaliteit, maar ook om de uitstra ling van de gebouwen. Door deze maatregelen moet het Nijpelsplantsoen een aantrekkelijk gebied worden voor de lage en hoge inkomens, waaronder ouderen.
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Problematiek
21
Kengetallen Jutphaas/Wijkersloot Leeftijd 0-19 55+
22
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Jutphaas/Wijkersloot 21% 29%
Nieuwegein 24% 24%
Huishoudenssamenstelling Eenpersoonshuishouden Huishoudens met kinderen
37% 33%
32% 39%
Etniciteit Nederlands Niet-nederlands
74% 26%
79% 21%
2.800 51% 45% 660
25.670 55% 33% 5.806
51% 49%
67% 31%
23.097 12%
25.596 8%
12% 7% 6% 32%
14% 9% 8% 27%
Woningvoorraad Koop Sociale huur Aantal woningen Mitros Woningtypen Eengezinswoning Meergezinswoning Sociaaleconomische positie Gemiddeld besteedbaar inkomen (2001) Laag inkomen (2001) Veiligheid en buurtproblemen Parkeerproblemen Onderhoud bestrating Overlast van jongeren Ervaren onveiligheid in de wijk
Bron: Wonend Nieuwegein in Beeld 2003, Leefbaarheidsonderzoek 2004, Nieuwegein in wijken 2005
Onveiligheidsgevoelens in Jutphaas/ Wijkersloot en Nieuwegein in 1998-2004 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
1998
2000
2002
2004
Jutphaas/Wijkersloot Nieuwegein 23
Mitros cahier - Wijkstabiliteit
Dit Mitros Cahier verscheen ter gelegenheid van het Mitros Podium ‘Wijkstabiliteit’ van 13 december 2006.
Eerder verschenen in de reeks Mitros Cahiers 1 Maatschappelijk Gebonden Eigendom 2 Monumentenbeleid* 3 Woningkwaliteit bereikbaar
Colofon Tekst
Mitros
4 Woonmilieus in beeld
Foto’s
Mitros, Joyce Vlaming Fotografie,
5 Regionale samenwerking
Fotografie Ron Hendriks
6 Allochtonen communicatie
Illustratie CARTA, Utrecht
7 Stedelijke vernieuwing in de steigers
Vormgeving CARTA, Utrecht
8 Omgaan met Overlast
Te bestellen bij
Druk
StolwijkGrafax
9 Woonservicezones
Mitros, afdeling Communicatie:
Uitgever
Mitros
10 Leefbaarheid in wijken en buurten
(030) 880 3912, of te downloaden via
Postbus 8217 3503 RE Utrecht
11 Bijzondere Doelgroepen
www.mitros.nl
©december 2006
12 Sturen aan de stad
* niet meer leverbaar
.
CAHIER Mitros is een toonaangevende en ambitieuze woningcorporatie. Met ruim 30.000 woningen, garages en bedrijfspanden is zij de grootste speler op het veld van de volkshuisvesting in Utrecht en Nieuwegein.
W I J K S TA B I L I T E I T
Mitros biedt als voorloper in de volkshuisvesting een podium voor discussie. Op het Mitros Podium belicht Mitros circa twee keer per jaar belangrijke, actuele thema‘s uit de wereld van het wonen. De Mitros Cahiers zijn hiervan de schriftelijke begeleiders en vormen de opmaat voor verdere discussie.
DECEMBER
2006