December 2011 Trefkoele krijgt metamorfose met „vernieuwbouwvariant‟ Door Erwin Dijk DALFSEN – „Vernieuwbouw‟ is momenteel het toverwoord in en rondom de Trefkoele. Het ontmoetingscentrum krijgt een flinke metamorfose, waarbij een gedeelte van het gebouw gerenoveerd wordt, maar voor een groot deel ook nieuwbouw plaatsvindt. Wethouder Evert Goldsteen, gemeentelijk projectleider Jarno Doornewaard en Simon Peerdeman van de Stichting Ontmoetingscentrum presenteerden vorige week hun voornemens. “Het is nog geen compleet uitgewerkt plan, maar wel een basis om mee verder te gaan,” aldus Goldsteen. Het trio presenteerde een situatieschets waarin de bibliotheek en de tweede sportzaal van de Trefkoele blijven bestaan en deels gerenoveerd worden. Alles wat daar tussenin staat verdwijnt en wordt opnieuw opgebouwd. De bibliotheek komt vervolgens aan het nieuwe deel vast, terwijl de huidige gebouwen van Kinderopvang Allio en de Toerclub Dalfsen afgebroken worden. Deze staan los van het huidige gebouw. Hoe de verschillende ruimtes en zaal één vorm gaan krijgen is nog niet bekend. “We zijn benieuwd met welke ideeën de architecten komen,” zegt Peerdeman. “Daar zouden best eens heel creatieve ideeën bij kunnen zitten.” Zeker is wel dat hal één zeshonderd tribuneplaatsen krijgt en dat beide hallen straks voldoen aan de normen van het NOC-NSF. Afgelopen zomer lag er nog een ander idee op tafel, waarbij ook de eerste sporthal zou blijven bestaan en de overige ruimtes „als een schil‟ om deze hal heen gebouwd zouden worden. Van verschillende kanten kwam er echter de nodige kritiek op deze optie. Zo was de indeling van de ruimte niet optimaal en zou de verouderde sportzaal er zelf niet genoeg op vooruit gaan. “We hebben daarom nog eens goed gekeken naar andere mogelijkheden, waardoor we nu met deze „vernieuwbouwvariant‟ een beter plan hebben,” zegt Goldsteen. Een flink aantal organisaties komt in de nieuwe Trefkoele onder één dak. Behalve de zaalsporters, zullen ook de kinderopvang, de peuterspeelzaal, het gastouderbureau, het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk, een logopediepraktijk, de toerclub en Landstede Welzijn hun plaats in het gebouw krijgen. Daarnaast is er al de bibliotheek en mogelijk verhuist ook de Historische Kring Dalfsen (deels) naar het nieuwe centrum. Terwijl er nu 118 parkeerplekken rond het gebouw zijn, worden dat er straks 200, wat volgens Doornewaard ruim voldoende is. Hij baseert zich daarbij op tellingen die het afgelopen jaar bij verschillende evenementen gedaan zijn. De ruimte voor deze extra plekken komt enerzijds door de afbraak van de huidige gebouwen van Allio en de Toerclub, maar ook door een efficiëntere indeling van de ruimte rond het gebouw. Het College van B en W neemt in december het besluit over de Trefkoele, waarna een voorstel aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Tijdens de vergadering van 30 januari zal de raad het definitieve oordeel vellen. “Vervolgens kan het hard gaan, omdat er voor dit plan geen wijzigingen van het bestemmingsplan nodig zijn,” aldus Goldsteen. Wanneer alles volgens planning verloopt gaat in april 2013 de „eerste schop de grond in‟, waarna het gebouw in september 2014 in gebruik wordt genomen. “Zodoende maken we twee keer gebruik van de stille periode in de zomer,” vult Peerdeman aan.
November 2011 Politiehondenvereniging leert honden springen, zoeken en arresteren Door Erwin Dijk DALFSEN – Zonder moeite springt Isa over een schot van 1,80 hoog, om even later met een elegante sprong een brede greppel te overbruggen. Samen met haar baas Robbert Holsappel behaalde deze Hollandse Herder onlangs het certificaat Politiehond 1. “Het is hartstikke mooi om met zo‟n hond bezig te zijn en te zien wat ze allemaal kan,” aldus de trotse eigenaar. Holsappel (24) is lid van de Politiehondenvereniging „Sport tot nut‟ uit Dalfsen. “Het doel van onze vereniging is om politiehonden op te leiden,” zegt voorzitter Gert Boerman. “Onze leden kopen een hond als ze nog puppy zijn en proberen ze vervolgens in een jaar of drie af te richten. Als ze uiteindelijk het certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) hebben gehaald, kan de eigenaar zelf kiezen of hij of zij de hond wil verkopen. Dat kan bijvoorbeeld aan een politiekorps of aan een beveiligingsbedrijf. Voor ons is het hobby en we zijn dus niet verbonden aan bijvoorbeeld de politie.” De Zwollenaar Holsappel – tegenwoordig woonachtig in Rouveen – kocht Isa als pup en ging direct met haar aan de slag bij Sport tot nut. “Het eerste jaar gaat het er vooral om dat de hond sociaal wordt en dus goed met andere honden kan omgaan. Daarna kun je fanatiek gaan trainen, zodat hij in de loop der tijd steeds meer oefeningen kan uitvoeren. Het beste is als je de hond op verschillende terreinen laat werken, zodat hij zich overal op zijn gemak voelt.” Minimaal twee keer per week traint Holsappel met Isa en zijn nieuwe Mechelse Herder Dani op het terrein van Sport tot nut aan de Welsummerveldweg. De andere zijn leden zijn daarbij erg belangrijk, want volgens Boerman begin je „in je eentje niks‟. “Je hebt altijd andere mensen nodig, bijvoorbeeld iemand die het beschermende pak aantrekt en zich door de hond laat grijpen.” Na drie jaar trainen mochten Holsappel en Isa vorige maand hun examen voor het certificaat Politiehond 1 afleggen. Dat behelsde een flink programma met alleen ‟s ochtends al oefeningen als springen, zoeken, volgen, „afliggen‟, zwemmen en apporteren. “Dat gebeurt allemaal zonder riem en het geven van correcties is uit den boze,” aldus Holsappel. ‟s Middag kwam het zwaardere „pakwerk‟ aan de orde, waarbij Isa onder meer gewapende vluchtende personen moest grijpen. Ook moest de Hollandse Herder consequent voedsel weigeren, want „ze mag natuurlijk geen eten van vreemden aannemen.‟ Dat alles deed het duo dusdanig goed dat ze het certificaat meer dan waard waren. Ondertussen demonstreert Holsappel een spectaculaire oefening waarbij Boerman in het beschermende pak gegrepen wordt door de aanstormende Isa. Pas wanneer de baas „Isa, laat los!‟ roept, gaat Isa blaffend bij de „arrestant‟ zitten, zonder hem uit het oog te verliezen. Ondanks de uitstekende band met zijn hond, gaat Holsappel toch proberen om Isa te verkopen. “Het is voor de hond het leukste als hij ook echt dit werk kan gaan doen. Het is geen hond die graag de hele dag in de mand wil liggen.” Boerman wil tenslotte nog een oproep doen. “We hebben niet zo‟n grote vereniging, dus nieuwe leden zijn altijd welkom.” Geïnteresseerde hondenliefhebbers die eens een kijkje willen nemen bij de Politie Honden Vereniging, kunnen contact opnemen met secretaris René Volkerink (0613268582).
November 2011 Verzet in Dalfserveld tegen komst „megakippenstal‟ Door Erwin Dijk DALFSEN – Het zou een mooi onderwerp zijn voor het tv-programma De Rijdende Rechter. Huzen – en de rest van het buurtschap Dalfserveld – versus Huisman. Onderwerp van het conflict is de mogelijke komst van twee enorme kippenstallen aan de Westerveldweg, vlakbij de woning van Huzen. “Niemand hier in de buurt krijg toestemming voor nieuwbouw,” zegt Huzen, die het verzet tegen de komst van de megastal leidt. “Waarom hij dan wel? Hier is sprake van rechtsongelijkheid.” Achter de simpele vraag of de stallen er wel of niet mogen komen, gaat een complex verhaal schuil over milieueffectrapportages, fijnstof, gezondheidsrisico‟s, geuroverlast, provinciaal en gemeentelijk beleid en een gemeenteraad die al dan niet buitenspel is gezet. Feit is dat pluimveehouder Bert Huisman in 2005 een lap grond van bijna vier hectare aan de Westerveldweg kocht en enkele jaren later het plan opvatte om hier twee nieuwe stallen voor zijn bestaande bedrijf aan de Veldhoeveweg te bouwen. Deze moeten plaats bieden aan zo‟n 175.000 kippen en komen op vierhonderd meter van de woning van Henk Huzen en zijn gezin. Kort daarop, in februari 2008 gingen Burgemeester en Wethouders in principe akkoord met de plannen van Huisman. Volgens Huisman gaf ook de gemeenteraad destijds haar goedkeuring, maar Huzen bestrijdt dat. De gemeente Dalfsen kon hier geen uitsluitsel over geven. Zoals gebruikelijk bij dergelijke projecten werd een onderzoek ingesteld naar de gevolgen van de bouw van de megastal voor het milieu en de omgeving. Uit deze milieueffectrapportage (MER) zou volgens Huisman blijken dat zijn plannen ruimschoots aan de normen voor bijvoorbeeld de uitstoot van fijnstof en de overlast van geur en geluid voldoen. “Er zijn allerlei onderzoeken geweest,” zegt Huisman. “Alle mogelijke gevolgen zijn nagekeken en uitgekauwd. De gemeente gaat daarbij echt niet over één nacht ijs.” Afgelopen zomer werd de MER definitief goedgekeurd, maar volgens Huzen en de zijnen schortte er nogal wat aan het onderzoek. Zo zouden de berekeningen over de uitstoot van fijnstof onjuist zijn. “De gezondheidsrisico‟s van het fijnstof worden helemaal niet genoemd, terwijl die er wel degelijk zijn,” zegt Huzen.” Een ander opmerkelijk punt is dat de locatie van het perceel niet in zogeheten „landbouwontwikkelingsgebied‟ (LOG) ligt. “In de Omgevingsvisie van de provincie staat heel duidelijk dat buiten deze landbouwontwikkelingsgebieden in principe geen nieuwe bedrijven gevestigd mogen worden,” zegt Huzen. “Het lijkt mij heel simpel, maar het is me een raadsel waarom hier dan wel toestemming verleend is.” Van beide kanten is er weinig begrip voor elkaars standpunt. “Er staan in deze omgeving veel meer van dit soort stallen,” zegt Huisman. “Als je daar last van hebt moet je volgens mij niet in het buitengebied gaan wonen. Bedrijven zoals die van mij moeten kunnen groeien, omdat mensen nou eenmaal een goedkoop eitje willen eten.” Huzen heeft daar echter geen boodschap aan. “Laat hem dat dan lekker bij zijn eigen huis doen.” Huzen vreest vooral de stank die de megastal voort zal brengen. “Toen hij het perceel net gekocht had heeft Huisman er een keer kippenmest-compost op gestort, om het land te bemesten. Dat stonk zo verschrikkelijk dat je de tranen in de ogen kreeg als je er langs fietste. De hele buurt had er last van en mijn dochters reden van ellende een eind om als ze naar school fietsten. Nou, op die manier kom je er wel achter wat kippenmest is.” Volgens Huisman zal de geuroverlast echter „nihil‟ zijn. ,,Als Huzen de geur van zijn eigen bedrijf niet ruikt, zal hij van ons ook geen last hebben.” Onlangs werd bekend dat het College van B&W de wijziging van het bestemmingsplan voor het perceel aan de Westerveldweg goedgekeurd heeft, waardoor weinig de nieuwbouw meer in de weg staat. “Ik heb hier vanaf het begin diverse keren met gemeenteraadsleden over gesproken en telkens werd gezegd dat zij pas aan zet waren als het in de raad kwam. Maar uiteindelijk zijn ze helemaal niet aan zet geweest.” Huzen en zestig andere buurtbewoners tekenden protest aan bij de Raad van State tegen deze bestemmingsplanwijziging. Het irriteert de aanvoerder van het verzet vooral dat de gemeenteraad niet gekend is in deze beslissing en daarom sprak hij twee weken geleden in bij de raadsvergadering. “Wij hadden verwacht dat u als gemeenteraad eerst de vraag zou krijgen over de
wenselijkheid van een megastal,” zo hield Huzen de raad voor. Dat dit niet gebeurd was kon volgens hem „niet door de beugel‟. “De raad wordt op deze manier buitenspel gezet.” Voor Huzen is er maar een oplossing mogelijk en die luidt dat de nieuwbouwplannen in ieder geval voorlopig van tafel gaan. De Dalfser gemeenteraad buigt zich donderdag na de begrotingsvergadering over het probleem. Mogelijk komt er een onderzoek naar de gang van zaken rond het besluit en wordt er nog eens gekeken naar de uitstoot van fijnstof. Huisman verwacht echter geen probleem. “Alles is goed onderzocht en staat duidelijk op papier. Het beroep bij de Raad van State levert alleen maar vertraging op. Mijn vrouw, mijn zoons en ik zijn kippenboer in hart en nieren en wij willen graag vooruit met ons bedrijf.”
April 2011 Scootmobielers genieten van ritje door Vilsteren Door Erwin Dijk OMMEN – Om te zeggen dat ze het altijd al gewild had is overdreven, maar voor Klazien van der Vinne ging woensdag wel een lang gekoesterde wens in vervulling. Een door haarzelf opgezet clubje van zes scootmobielrijders, maakte samen een tochtje door de omgeving van Ommen. Bij congreshotel Mooirivier hield het gezelschap even stil voor een kop koffie. Gezeten op het terras aan de Vecht doet ze haar relaas. “Ik kan mezelf heel slecht oriënteren,” vertelt Van der Vinne over haar reden om een aantal scootmobielrijders bij elkaar te zoeken. “Ik vind het erg leuk om erop uit te gaan, maar wanneer ik ergens ben waar ik de weg niet weet, dan verdwaal ik direct. Dat is geen fijn gevoel. Nu zijn we met meerdere mensen, die de weg ook weten, dus dat is een stuk prettiger.” De jarige Van der Vinne wil de andere „scootmobielers‟ graag een appeltaartje aanbieden, wat „bij hoge uitzondering‟ en met een knipoog wordt toegestaan door het personeel van Mooirivier. De scootmobielclub is een uitvloeisel van het project Perspectief van Landstede Welzijn. “We willen ouderen de kans geven om iets te doen wat ze altijd al hadden willen doen, om hun ideaal gestalte te geven,” vertelt sociaal cultureel werker Jan-Rienk Heuving van Landstede. “Er zijn al verschillende leuke dingen uit voortgekomen, zoals een swingend popkoor voor ouderen en een vrouw die graag verhalen wilde vertellen aan groepen.” Ook Van der Vinne kwam bij hem met haar idee om tochtjes voor scootmobielers te organiseren. Heuving ondersteunde haar vervolgens zoveel mogelijk, door bijvoorbeeld publiciteit te maken voor de club. Uitgebreid bespreken de deelnemers de grote voordelen en kleine nadelen van hun vervoersmiddel. “Ik doe er altijd boodschappen mee. Heel handig, je kunt zo de winkel inrijden en je spullen in het mandje doen,” vertelt de een. “Dat is waar, maar de mandjes mochten van mij wel wat groter zijn,” reageert zijn buurman. “En ze mochten wel wat harder kunnen rijden,” vult hij aan, waarop een derde stelt dat de scootmobielen wat hem betreft „hard genoeg lopen‟. Hoezeer de senioren ook mogen genieten van het tochtje met de scootmobiel, de reden dat ze aangewezen zijn op dit vervoer is bijna altijd minder fraai. “Ik heb de spierziekte SCA,” zegt Wim Bouwman. “Dat is een erfelijke ziekte die slechts bij ongeveer vierhonderd families in Nederland voorkomt. Ik ga steeds verder achteruit, maar de scootmobiel is echt een uitkomst voor mij. Ik heb hem nu drie maanden en heb al meer dan duizend kilometer op de teller staan.” Zijn vervoermiddel kreeg hij via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). “Ik zou de mensen van de WMO graag een grote pluim willen geven, want de voorzieningen die ze voor ons treffen zijn fantastisch.” Ook Herman Wissink rijdt niet uit vrije wil in zijn scootmobiel. “Eerder deed ik dit soort tochtjes altijd op de fiets,” vertelt hij. “Problemen met mijn rug had ik al heel lang, maar sinds vorig jaar mag ik niet meer fietsen. Een aantal zenuwen zit bekneld, waardoor de dokters bang zijn dat ik ineens kom te vallen.” Op de houtsnijclub – die in het gebouw van Landstede zetelt – hoorde Wissink van Heuving over het initiatief en gelijk was hij enthousiast. “Ik zag buiten een paar scootmobielen staan, dus ik dacht: daar moet ik zijn voor deelnemers,” vult Heuving aan. De lofprijzingen over de rit door onder meer Vilsteren zijn niet van de lucht: “Het is een prachtige rit.” “We treffen het enorm met het weer.” Unaniem zijn de deelnemers het eens dat het niet bij deze ene keer mag blijven. “Het zou mooi zijn als we dit soort tochtjes vanaf september kunnen opnemen in onze vaste activiteitenkalender,” zegt Heuving. “We zijn nog wel op zoek naar vrijwilligers die op de fiets mee willen rijden, want dat is een stukje veiliger.”
April 2011 „Met de computer kan ik net zoveel als andere mensen‟ Door Erwin Dijk OMMEN – De negentienjarige Milan Heerink heeft de website van de Oranjevereniging in Ommen gemaakt. “Weinig bijzonders,” zou je denken, ware het niet dat Milan ziek is. Ernstig ziek. Hij heeft de ziekte van Duchenne, een aangeboren spieraandoening. “Ik kan er gelukkig heel makkelijk over praten,” zegt hij met een optimistische blik in zijn ogen. “Ik werd gebeld door iemand van de Oranjevereniging met de vraag of ik voor hen een website wilde bouwen. Dat zag ik wel zitten, dus heb ik het aangepakt.” De site is nog niet klaar, maar het ontwerp is goedgekeurd en hij zal binnenkort „de lucht in gaan‟. “Het wordt geen heel erg bijzondere website, maar ik denk dat het technisch wel goed in elkaar zit.” Milan zit in het derde jaar van het Cibap – een opleiding voor onder meer grafische vormgeving. “We leren alles over het maken van bijvoorbeeld folders, brochures en visitekaartjes. Het bouwen van websites hoort daar voor een deel ook bij, maar het meeste heb ik mezelf aangeleerd. Computers zijn altijd al een hobby van me geweest.” De Ommenaar gaat dagelijks met een taxibus naar school in Zwolle, waar het „heel erg goed‟ gaat. Hoewel hij van alles met de computer kan, kent het leven voor Milan veel beperkingen. Vanwege zijn aandoening is hij gekluisterd aan zijn rolstoel. “De ziekte werd bij mij geconstateerd toen ik vier was. Ik kon bijvoorbeeld heel moeilijk trap lopen. Daarna ging het steeds verder achteruit en op mijn tiende ben ik uiteindelijk in een rolstoel beland.” De laatste jaren is zijn fysieke conditie redelijk constant. “Duchenne is een brede ziekte, met milde en ernstige varianten. Een ziekte die erg op Duchenne lijkt maar iets milder is, is Becker spierdystrofie. Het kan ook zijn dat ik die ziekte heb. Ik heb gelukkig nog geen last van mijn hart en mijn longen.” Medicijnen gebruikt hij niet. Die zijn wel in ontwikkeling, maar Milan wil geen „proefkonijn‟ zijn. “Ik voel me goed,” zegt hij met een glimlach. “Ik heb geaccepteerd dat ik deze ziekte heb en kan er gelukkig goed mee omgaan.” Hoewel hij het zelf helaas niet kan, is voetbal erg belangrijk voor Milan. “Ik ben een enorme fan van Arsenal en dan vooral van Robin van Persie natuurlijk. Ik kijk echt al hun wedstrijden.” Twee jaar geleden toog Milan naar Londen om een wedstrijd van zijn favoriete club te bekijken, wat hij een geweldige ervaring vond. Daarnaast is hij leider van OVC ‟21 B1 – het team waar zijn broertje in speelt – en is hij lid van de webredactie van die club. “Ik help bij het onderhouden van de website en schrijf wedstrijdverslagen.” Geeft het hem nu extra voldoening dat hij met zijn ziekte toch iets voor een ander kan doen? “Ik denk daar eigenlijk nooit op die manier over na. Natuurlijk geeft het wel voldoening dat je iets kan betekenen, maar ik kan mijn handen nog redelijk goed bewegen. Wanneer ik met de computer werk kan ik gewoon net zo veel als anderen.” Kader De ziekte van Duchenne – ook wel Duchenne spierdystrofie – is een aangeboren, erfelijke spierziekte die voornamelijk bij jongens voorkomt. De aandoening wordt veroorzaakt doordat een eiwit dat nodig is voor de stevigheid van de spieren, niet aanwezig is. De eerste symptomen – niet goed kunnen rennen, vaak vallen – verschijnen meestal als een kind anderhalf tot drie jaar oud is. Daarna verandert een normale peuter vaak in hoog tempo in een vrijwel hulpeloos kind in een rolstoel. De meeste patiënten kunnen als ze een jaar of tien tot twaalf zijn, niet meer lopen. Omdat ook de hartspier wordt aangetast, krijgen veel patiënten rond hun twintigste problemen met ademhalen. Door het gebruik van ademhalingsapparatuur en hartmedicatie is de levensverwachting van Duchenne-patiënten de laatste jaren wel toegenomen. De helft van de mensen met deze ziekte wordt tegenwoordig boven de dertig jaar. De spierziekte is momenteel nog niet te genezen en de behandeling bestaat vaak vooral uit orthopedische, corrigerende operaties. Wel wordt er veel onderzoek gedaan naar de ziekte.
Maart 2011 Advertorial Autobedrijf Wout Zieleman Wout Zieleman houdt de mensen mobiel Door Erwin Dijk NIEUWLEUSEN - ,,De nieuwe generatie treedt aan,” zegt Wout Zieleman (55) plechtig. De eigenaar van het autobedrijf aan de Burgemeester Backxlaan in Nieuwleusen is verheugd dat zijn zoons Wilko (25) en André (21) zijn bedrijf op termijn willen overnemen. Ruim twee jaar geleden trad Wilko bij zijn vader in dienst en sinds 1 januari is hij mede-eigenaar van Autobedrijf Wout Zieleman. Broer André is nog bezig met zijn opleiding en werkt in zijn vrije uren in de garage, maar hoopt uiteindelijk dezelfde weg te bewandelen. Twee zoons die het bedrijf van hun vader overnemen: het lijkt voorbestemd. Toch was dat voor Wilko bepaald geen uitgemaakte zaak. ,,Ik was vroeger echt niet van plan om bij mijn vader te gaan werken. Pas tijdens mijn opleiding aan de IVA in Driebergen (een managementopleiding voor de mobiliteitsbranche, E.D.) kwam ik erachter dat dit toch echt is wat ik wil. Mijn opleiding is dus bepalend geweest.” Wout en Wilko houden zich voornamelijk bezig met de verkoop, terwijl André als monteur in de garage zal gaan werken. Een echt familiebedrijf dus, want ook Wout‟s echtgenoot Greetje en Wilko‟s vrouw Mirjam werken voor de onderneming die onlangs een kwart eeuw bestond. De beide dames doen de administratie. Zieleman en zijn zoon zien hun bedrijf als „specialist in jong gebruikte auto‟s‟. ,,We kopen alleen auto‟s in die nooit schade hebben gehad, maximaal honderdduizend kilometer gereden hebben en met alle boekjes er netjes bij,” zegt Wout. ,,Mensen die een auto met meer dan honderdduizend kilometer op de teller hebben, kunnen die overigens wel gewoon bij ons inruilen.” Waar Zieleman vroeger een echte Ford-dealer was en alleen dat merk verkocht, is hij nu „Ford-specialist‟. ,,We verkopen nu allerlei merken, maar van een Ford gaat ons hart wel nog altijd sneller kloppen.” Ook verkoopt Zieleman auto‟s die maximaal 45 kilometer per uur rijden en heeft hij een wasstraat waar gemiddeld 250 auto in de week een schoonmaakbeurt krijgen. Net als in veel andere sectoren, wordt ook in de autobranche de tevredenheid van de klant steeds belangrijker. ,,Dan gaat het niet zozeer om de auto zelf, maar om de manier waarop je als bedrijf je klanten behandelt, helpt en informeert,” zegt Wilko. ,,Via de onafhankelijke website autobedrijf.tevreden.nl kunnen mensen hun mening geven over het bedrijf waar ze hun auto gekocht hebben. Iets meer dan honderd mensen hebben dat inmiddels over ons bedrijf gedaan en gemiddeld krijgen we een 8.0.” Nadere inspectie van de site leert dat de klanttevredenheid inderdaad zeer hoog ligt. Vriendelijkheid, betrouwbaarheid en goede service zijn termen die regelmatig gebezigd worden. ,,De site is goed, het bedrijf is goed en de mensen zijn erg vriendelijk. Ik heb met een gerust hart mijn auto hier gekocht,” zegt bijvoorbeeld een Zwolse koper van een Peugeot, die het bedrijf maar liefst een tien geeft. ,,We proberen ons te onderscheiden met service en kwaliteit,” aldus Wout. ,,‟Wout Zieleman houdt de mensen mobiel‟, zeggen we hier vaak.” Waar het bedrijf vroeger altijd vijftig tot zestig auto‟s op voorraad had, zijn dat er nu vaak zo‟n 115. ,,Dat komt vooral door het internet,” zegt Wilko. ,,Onze klantenkring is enorm gegroeid, maar de concurrentie ook. We verkopen meer auto‟s, maar die moeten scherp geprijsd zijn om te kunnen concurreren.”