Algemeen Nijmeegs Studentenblad / december 2010
Mislukte muzikant, als Rutte ‘investeert’ ten schrijver briljant koste van langstudeerders Tommy Wieringa Slome student beboet
Succesvolle komediant wordt tv-producent Jan Jaap van der Wal
Vooraf Tekst: Redactie P. 02
commentaar Dit jaar was alles anders. Dit jaar werden de clichés rondom december eens niet ontkracht. Dit jaar mocht er gezeurd worden over koude, mistige nachten die depressief vroeg aanvangen. Dit jaar was ANS een fervent voorstander van linkse hobby’s en borrels met andere linkse rakkers. Dit jaar schopte ANS nog meer waar mogelijk. Dit jaar werd ANS hip en zelfs gehyped via sociale media. Komend jaar wordt niet veel anders. Komend jaar draaien we nog steeds überhippe kutmuziek en muzak door elkaar. Komend jaar vloeken ANS-medewerkers wederom wanneer ze uitglijden op de ijzige entree van het kantoor. Komend jaar wordt er nog meer bier gedronken en gelachen om rabiaat rechts. Komend jaar verzinnen we opnieuw aanstootgevende acties, gewoon omdat het kan. Komend jaar blijft ANS proberen hip te zijn. Speciaal voor jullie een wellicht te literair doch sfeerbepalend kerstverhaal. Speciaal voor jullie een interview met de egocentrische Tommy Wieringa die nog egocentrischer wil zijn. Speciaal voor jullie een interview met Jan Jaap van der Wal, die hard zijn best doet saai en burgerlijk te worden. Speciaal voor jullie een veel te intelligent Issue over het bestaan van een vrije wil, om de laagdrempelige kerstfilms te compenseren. Speciaal voor jullie een oelewapper op de achterkant, omdat het leuk blijft over seksschandalen te lezen. Speciaal voor jullie een reportage over het klooster, in de trant van deze heilige maand. ‘Anders willen zijn’ is een nare uitspraak. Toch is dat ‘ons ding’. Bij dezen een felgele ANS, omdat het zo goed past bij december. De hoofdredactie
12
16
DEZE ANS 04 Slome student bestraft Universiteiten die studenten niet binnen vijf jaar een diploma hebben gegeven, krijgen een boete opgelegd die zij mogen doorberekenen aan studenten. Prikkel voor effectief studeren of uitlokking van diplomafraude? 07 Tommy Wieringa Met zijn karakteristieke kop duikt hij steeds vaker op in de media. In gesprek met de literaire goeroe komt ANS meer te weten over zijn aversie van Mulisch’ schrijfstijl en zijn behoefte aan eenzame opsluiting. 20 Jan Jaap van der Wal Toeren door Nederland en panellid zijn bij Dit was het nieuws was hij wel beu. Daarom richtte Jan Jaap van der Wal een televisieproductiemaatschappij op, waarmee hij in het voorjaar shows gaat maken voor de grote kanalen. 25 Graadmeter: tweedehands kledingwinkels Omdat de decembermaand al niet te betalen is, biedt ANS je deze maand een goedkope oplossing. De gebruikte garderobes van verschillende winkels worden met elkaar vergeleken en bekritiseerd. 05 06 12 18 24 26 28 30 31 32
18
Samantha’s Garden Het laatste oordeel Sparrenbomen Meelopers: Een goddelijk leven Tegen de muur Het issue De bankzitter Colofon Crypto Tot de bodem
26
Tekst: Redactie/ Illustratie: Erik Molkenboer ANS-Online.nl P. 03
niet Harry is dood ‘De koning is dood, leve de koning.’ Terwijl buiten ’s lands grenzen iedereen rustig voortdeed waarmee hij of zij bezig was, stond Nederland stil. Stil bij de dood van Harry Mulisch, die net zoals Reve en W.F. Hermans bij hun overlijden eigenlijk toch wel echt de grootste van de drie was. Ook wij hadden dolgraag de schrijver van het Beste Nederlandse Boek Aller Tijden willen interviewen. Jarenlang schreven wij handgeschreven brieven - want dat moest aan de briljante auteur tot hij op een moment van zwakte instemde met een interview. Redacteuren herlazen in een week al zijn boeken en waren een uur voor het interview al op locatie aanwezig, maar De Neus was te laat. Na een debat werd nog een gesprek van vijf minuten belegd, maar het was nutteloos, een artikel over de meester der Nederlandse letteren haalde nooit de ANS. Over blonde stoten en ethische standaarden Berg die stille trom maar op. De Labrad-filmpjes, die met dat mooie mokkel, vertrokken met een hele fanfare inclusief majorettes en tambour-maître uit de promotiecampagne van de Radboud Universiteit. Reacties op de ravissante rolprent verschilden van ‘racistisch, seksistisch en heteronormatief’ tot ‘verschrikkelijk’ en ‘sex sells, dus waarom niet’? Sterker nog ‘onze eigen blonde ANS-stoot’ werd bijkans onheus bejegend door Pownews-reporter Jan Roos die haar bijdrage dan weer niet publicatiewaardig vond. Stiekem zijn we daar niet heel ontevreden over. De koontjes van Willem Hooglugt, persvoorlichter van het college van bestuur, waren waarschijnlijk weer direct rood geworden. Dat internet gaat ooit nog eens heel groot worden Wie had dat ooit gedacht? In tijden van tweepuntnulisering en sociale media, komt ANS met een nieuwsbrief. Noch één vastgebonden aan een postduif die ook nog
eens lekker is om soep van te trekken, noch één waar PVV-Tweede Kamerlid Eric Lucassen achteraan kan pissen, maar één die tweewekelijks in je mailbox verschijnt. Wil jij eind november al weten welke interviews er in de januari-ANS zullen verschijnen? Wil jij nu al weten wat ANS gaat presenteren in de nrc.next-lounge van het Wintertuinfestival? Wil jij je ook iedere twee weken bescheuren om die uitermate hilarische Deze Nieuwsbrief Nietjes? Dan is daarvoor maar één oplossing, schrijf je in op ANS-Online.nl! Deze maand bovendien uitgebreide verslagen van de colleges en masterclasses die Cultuur op de Campus tijdens De Wintertuin organiseert. Deze maand bovendien interviews met de grootste namen die op De Wintertuin aanwezig zijn, namelijk Adriaan van Dis, J. Bernlef en Peter Verhelst. Deze maand bovendien de filmrecensie van New Kids Turbo, jongen. En misschien ook wel een trikolon. ANS Kijk voor uitgebreidere berichtgeving en meer nieuws op ANS-Online.nl
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
Lang studeren wordt nog duurder Tekst: Henk Strikkers en Lucy Vleeshouwers P. 04
Slome stude bestraft Langstudeerders vallen ten prooi aan kwaliteitsinvesteringen van het kabinet Rutte. Universiteiten die studenten niet binnen vijf jaar laten afstuderen, krijgen een boete die ze mogen doorberekenen aan de student. ‘Er zullen genadezesjes uitgedeeld worden.’ Het regeerakkoord van het kabinet Rutte belooft harde ingrepen. Velen moeten inleveren, maar studenten lijken helemaal kind van de rekening te worden. Zo werd in de media breed uitgemeten dat de studiefinanciering tijdens de masterfase een stuk kariger wordt, nu een sociaal leenstelsel de basisbeurs vervangt. Ook de gratis ov-chipkaart verdwijnt voor ouderejaars. Onbekender, maar niet minder belangrijk, is het kabinetsvoornemen om zogenaamde langstudeerders een hoger collegegeld op te leggen. Is het uitsterven van de campusdino nabij en vormt dit de doodsteek voor ontwikkeling buiten de studie? Kwaliteit voorop Onder het kopje ‘Onderwijs’ worden in het regeerakkoord de plannen samengevat. ‘Om het studierendement te verhogen zal van langstudeerders een hoger collegegeld worden gevraagd.’ Dit betekent niet dat ieder gemist studiepuntje een vermogen kost. Pas wanneer de vertraging meer dan een jaar gaat bedragen, komt de student in de problemen. De onderwijsinstelling krijgt in dat geval een boete van zesduizend euro, waarvan zij maximaal de helft mag doorberekenen aan de student. Volgens Anne-Wil Lucas - Smeerdijk, VVD-woordvoerder Onderwijs in de Tweede Kamer, is deze maatregel meer dan een simpele bezuiniging: ‘Door van langstudeerders meer collegegeld te vragen en ook onderwijsinstellingen te laten bijdragen, worden studenten en instellingen uitgedaagd binnen een redelijke termijn hun studie af te ronden.’ Het Kamerlid stelt bovendien dat uitval hierdoor wordt teruggedrongen, omdat studieuitstel vaak leidt tot afstel. ‘En dat is hard nodig, want uitvallers kosten de Nederlandse staat jaarlijks zeven miljard euro’, aldus Lucas - Smeerdijk. GroenLinks-collega Jesse Klaver vreest dat de financiële prikkel een averechts effect zal hebben. ‘Het zorgt er slechts voor dat studenten die zijn begonnen aan hun studie gedemotiveerd blijven aanmodderen, terwijl hun hart bij
een ander vak ligt.’ Het rendementsdenken van het nieuwe kabinet is Klaver tegen het zere been. ‘Rendement is niet af te meten aan hoe snel studenten afgestudeerd zijn, maar aan hoe goed de studenten zijn die afstuderen.’ Volgens de VVD moet het bespaarde geld worden geïnvesteerd in de kwaliteit van hoger onderwijs, maar Klaver weet niet of het onderwijs daar bij gebaat is. ‘De bezuinigingen zijn weinig doordacht. Aan de ene kant bezuinigt men, om aan de andere kant te investeren. Dat is visieloos.’ Ontplooiing aan banden Weinigen zullen negatief staan tegenover ombuigingen voor beter onderwijs. Dat studenten die meer dan een jaar studievertraging hebben daar het slachtoffer van worden, is meer omstreden. De Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), de koepel van gezelligheidsverenigingen, is bezorgd om de plannen van het nieuwe kabinet. ‘Het verenigingsleven zal hierdoor zeer hard getroffen worden’, aldus LKvV-preses Jeroen Thys. ‘Zowel onderwijsinstellingen als bedrijven hebben er belang bij dat studenten zich tijdens hun studie niet alleen binnen de universiteitsmuren maar ook daarbuiten ontplooien.’ Volgens Thys brengen actieve studenten nieuwe inzichten mee naar hun studie en hebben zij later meer kans op de arbeidsmarkt. Ook stelt hij dat steden baat hebben bij een actief studentenleven. ‘Het vergroot de binding van studenten aan de onderwijsinstelling en aan de stad. Daardoor ontstaat een studievriendelijk klimaat dat aantrekkelijker is voor nieuwe studenten. Het liefst zien wij een vrijstelling voor bestuurlijk actieve studenten.’ VVD-Kamerlid Lucas - Smeerdijk denkt dat het actieve studentenleven niet veel te vrezen heeft. ‘Veel universiteiten en hogescholen hebben al een potje voor actieve studenten. Verenigingen mogen hun bestuursfuncties best op een andere manier invullen. Het is de vraag of de overheid moet betalen voor persoonlijke ontwikkeling in de vorm van een bestuursjaar.’
Samantha’s Garden P. 05
ent
Samantha’s garden Samantha’s Garden is waar ik woon, het is het huis dat ik met vijf vriendinnen deel. Ik? Ik ben een studente met een hart voor vinyl. Belg bovendien.
Uitlokking De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) neemt een radicaler standpunt in dan haar collega’s van de LKvV. Zij vindt dat dit plan diplomafraude in de hand werkt en innovatie tegen gaat. LSVb-voorzitter Sander Breur: ‘Dit is een negatieve prikkel, omdat het voor veel studenten een financiële en geen inhoudelijke afweging wordt om een master te volgen.’ Breur zet bovendien vraagtekens bij het argument van de VVD dat deze maatregel effectief studeren aanmoedigt. ‘Ik heb nog nooit een onderzoek gezien dat dit bewijst.’ Aangezien ook instellingen met een boete geconfronteerd zullen worden, durft de LSVb-voorzitter zelfs te zeggen dat universiteiten genadezesjes gaan geven om deze te ontlopen. ‘Dat heet in goed Nederlands diplomafraude. Bovendien staat het bedrijfsleven te springen om alumni met bestuurservaring, maar dat zullen er door deze maatregel veel minder worden’, aldus Breur. De doelstelling die deze maatregel beoogt is lovenswaardig. Investeringen in het hoger onderwijs zijn door de verhoogde instroom noodzakelijk geworden, omdat de kwaliteit achteruitholt. De zo vurig gewenste plaats in de wereldwijde top vijf van kenniseconomieën lijkt anders definitief uit het zicht te verdwijnen. Dit middel brengt het doel echter niet dichterbij. De druk die ontstaat op scholieren om in één keer de goede studiekeuze te maken is onredelijk, wanneer niet tevens de voorlichting wordt verbeterd. Ook zal de actieve student twee keer nadenken voordat hij zich voor een fulltime bestuursfunctie kandideert. Voor universiteiten vormt het plan wederom een aanmoediging om studenten sneller door hun studie te jagen. Uit het verleden is gebleken dat de verleiding om diploma’s cadeau te doen dan al gauw op de loer ligt. Daarom lijkt juist nu voor studenten en universiteiten het moment aangebroken om gezamenlijk op te treden. ANS
We hebben hier een vrouwenvoetbalploeg opgericht. Racing Mokkelsport. 18 meisjes. Geen talent, geen conditie, wel goesting. Wat we doen, doen we op karakter. We zijn gevaarlijk, zeggen we, en spelen wedstrijden tegen wie durft. We verliezen. 19-0. Maar vanavond is onze trainer gelukkig. We trainen niet, want Prince speelt in het Sportpaleis van Antwerpen. De trainer is fan. Hij oefent zijn luchtgitaar. Hij herkent elk nummer aan de eerste basnoot en zingt je op voorhand het refrein voor. Fan zijn moet je doen, met alles wat je in je hebt. De grote betonnen zaal die het Sportpaleis is, gonst van het volk. Prince verschijnt en oerkreten worden vanuit de zaal naar het podium gestuurd. Tweeënvijftig is hij, maar hij beweegt met een souplesse die ik nooit heb gehad. Zelfs de enkele sierlijke bewegingen die ik me met bloed, zweet en tranen bij turnkring ‘Deugd en Volharding’ heb eigen gemaakt, verdwijnen in het niets. Waar Prince zijn gitaar in het publiek gooit, wordt gevochten om leven en dood. Er bestaat geen twijfel over: Prince is een god op hoge hakken. En een ongelofelijke neuroot. Men zegt dat hij elke valse noot die er die avond wordt gespeeld, onthoudt. Dat hij zijn muzikanten daarvoor straft door hen minder te betalen. Dat hij slechts drie uur per nacht slaapt. Dat hij het haat om steeds weer Purple Rain te moeten zingen. Maar hij zingt het. Op het grote scherm achter hem vallen dikke paarse regendruppels naar beneden. De trainer staat met zijn armen in de lucht. Twee wijsvingers reiken afwisselend naar de hemel en dan naar Prince, terwijl zijn mond geluidloos meegaat. Prince heeft geen tijgers bij zich. Even ontstemt me dit. Ik herinner me dat ik als klein meisje jaloers was op het CD-boekje waar hij samen met een tijger poseert. Dat wilde ik ook. Een tijger. Iets om mee te vechten. Iets om voor te zorgen. Als we naar het circus gingen, vroeger, zorgde ik ervoor dat ik voor en na de show te vinden was bij de tijgerkooi. Dan stond ik daar begrijpend naar die dieren te knikken. Op een dag zou een circusartiest me ontdekken als zijnde de beste tijgerverzorgster van de wereld. Ik zou met het gezelschap meereizen. Niet als temmer. Temmen zou niet nodig zijn. Ik zou hen begrijpen. Ze zouden luisteren. Ik werd nooit ontdekt. Volgens een plaatselijke krant zijn alle tijgers tegen 2012 uitgestorven.
Het laatste oordeel Tekst: Dirk van den Brand en Mitchel Wijnen/ Foto: Joeri Pisart P. 06
het laat ste oor deel
studie: Wiskunde en Natuur- & Sterrenkunde college: Lineaire Algebra, woensdag 10 december, 08:45 - 10:30, HG00.307 docent: Dr. B. Souvignier uitstraling: Kale Einstein, inclusief Duitse tongval publiek: Langharige metalheads en wiskundejuffen inhoud: Pijltjes op ingewikkelde wijze verklaard eindcijfer: 8
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. De collegezaal wordt gesierd door twee grote schoolborden en tientallen etuis vol versgeslepen potloden, die doen denken aan vervlogen middelbare schooltijden. Waar andere docenten gebruik maken van Powerpoint, neemt dr. Souvigner genoegen met het ouderwetse krijtje. ‘Helaas kan ik nog niets zeggen over het tentamen van vorige week. Ik kan maar een opgave per dag nakijken’, opent de docent. Zijn accent maakt het cliché van de briljante Duitstalige professor compleet. Direct na de mededeling verstomt het geroezemoes en gaat iedereen klaarzitten om zes pagina’s vergelijkingen over te pennen. De stof van vandaag omvat vectoren. Een vector is meestal simpelweg een reeks getallen, bijvoorbeeld een coördinaat in een assenstelsel. De eerste tien minuten van het college zijn ook voor een buitenstaander prima te volgen. Door middel van allerlei tekeningen worden de vergelijkingen inzichtelijk gemaakt. Daarna wordt het geheel echter met exponentiële versnelling moeilijker en abstracter. Het tempo ligt hoog en de geleerde weet stipt elk kwartier een schoolbord vol te kalken. Daardoor is twee uur lang voornamelijk zijn kalende schedel te zien in plaats van zijn gezicht. Halverwege het college installeert de docent een nieuw krijtje in zijn houder en meldt: ‘Zo, we zijn klaar met de opwarming. Laten we aan het serieuze deel beginnen.’ De doorgewinterde bèta’s lijken echter niet onder de indruk van deze opmerking. Even later gaat de Duitser helemaal los. In sneltreinvaart worden formules op het bord gezet. Hij wordt slechts één keer onderbroken door een studente die vraagt om verduidelijking van een onleesbaar teken. Na een half uur uitleggen komt de wijze wiskundegoeroe tot de volgende conclusie: ‘Dat f injectief is, is een ongelofelijk saai gevolg. Eigenlijk had je dit liever niet gehad.’ Door middel van een abstracte krijtcompositie wordt aangetoond dat alle vectoren in een tweedimensionale ruimte effectief gezien dezelfde vorm hebben, als de basiswaarde gelijk is. Deze wereldschokkende conclusie zorgt voor consternatie in de zaal. Het lijkt alsof alle vergelijkingen voor niets zijn gemaakt. De docent krijt echter stug door en wanneer de volgende ideeën uit zijn wiskundeknobbel ontspruiten zit iedereen opnieuw in een fanatieke schrijfhouding. Niets kan de studenten afleiden van de heilige taal der wiskunde. Het Laatste Oordeel der Studenten Door de exceptionele aandacht van de studenten weet Souvignier te floreren. Waar bij andere colleges de toehoorders na een uur steeds rumoeriger worden, blijft iedereen hier schijnbaar onvermoeid vergelijkingen overnemen. Ze zijn dan ook allen vol lof over hun leermeester. ‘Souvignier vertelt een gestructureerd en helder verhaal en de uitwerkingen op het bord zijn supergoed.’ De meesten hebben voor dit vak nog nooit een boek open geslagen. De aantekeningen die ze maken zijn al voldoende om het tentamen goed te maken. Over de inhoud van het college is iedereen ook zeer te spreken. Ze vinden het heel nuttig en volgens een student ‘geeft het een kick als je de stof begrijpt en de vergelijkingen goed kan oplossen’. Hoewel de meeste alfa’s al slapeloze nachten hebben voor een tentamen Statistiek, vonden de cijferfetisjisten dit het gemakkelijkste college van het jaar. ‘Waarschijnlijk gaat hij volgende week twee keer zo snel.’ ANS
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7
Slot Wieringa Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de alom geprezen roman Joe Speedboot. Tommy Wieringa verwierf nationale bekendheid die hij niet meer kwijtraakt. Zijn nieuwste boek is autobiografischer. ‘Alcoholverslaving? Dat gaat jullie geen moer aan!’
Interview Tommy Wieringa Tekst: Pieter Hengst en Eva-Marijn de Vries/ Foto’s: Valentijn Brandt P. 08
Het oubollige doch chique restaurant waar Tommy Wieringa (43) had voorgesteld om af te spreken, blijkt voor hem geen onbekende plek. Vaste bezoekers hebben hem hier vaker gespot. Nadat hij uitvoerig foto’s heeft bekeken die een fotograaf van Trouw van hem maakte, gaat hij zelfverzekerd zitten en bladert nonchalant door een ANS. Met enige verbazing: ‘Goh, dit is niet eens een krantje ofzo.’ Wieringa debuteerde in 1995 met de roman Domantiques Manco, waarna vele boeken volgden. Met het alom geprezen Joe Speedboot vestigde hij tien jaar later zijn naam in de literaire wereld en daarbuiten. Naast zijn schrijfactiviteiten houdt hij zich sinds kort ook weer bezig met de band Donskoy, die experimenteert met poëzie en muziek. Na twaalf jaar afwezigheid door interne conflicten staat hij opnieuw op de planken, met onder andere een optreden tijdens het Wintertuinfestival in Nijmegen. ‘Eigenlijk ben ik totaal niet muzikaal en ik kan ook al niet zingen. Het is toch leuk om als mislukte muzikant in een bandje terecht te komen.’ Op 28 oktober jongstleden bracht Wieringa zijn verhalenbundel Ga niet naar zee uit. In het boek is veelal autobiografisch werk van de afgelopen tien jaar gebundeld. ‘Bij het maken van een selectie voor dit boek, werden allereerst alle politieke stukken eruit gegooid en daarna alle columns over reizen. Wat overbleef waren stukken waarin ik iets van mezelf bloot gaf. Liefde, angst, verlating, de oeronderwerpen. Ik zat heel lang te piekeren over de titel, totdat het besef kwam dat wat ik had overgehouden de “thuisblijfstukken” waren. Ga niet naar zee is eigenlijk een waarschuwing van een verlaten man aan een kleuter. Word niet zo eenzaam als ik.’ Het boek staat bomvol citaten van andere auteurs. Is dat uw manier om eenzaamheid te voorkomen? ‘De verwijzingen dienen geen ander doel dan herkenning. Het is prachtig om te laten zien dat er vanuit talloze invalshoeken dezelfde gedachten bestaan. Zinnen die heel goed of treffend zijn, schrijf ik op in een boekje dat ik altijd bij me draag. Wat dat betreft ben ik een monnik, een kopiist. Op die manier memoriseer ik de citaten en komen ze tijdens het schrijven weer bovendrijven. Ik denk achter mijn pen aan. Zo begon ik gistreren aan een stukje over Harry Mulisch en nam het zo’n andere wending dat hij er uiteindelijk niet meer in voorkwam.’ Is dat niet jammer nu hij overleden is? ‘Nee, helemaal niet, daar ben ik blij om. Net voordat Ga niet naar zee naar de drukker ging, heb ik er nog twee stukken over Mulisch uitgehaald omdat ze simpelweg niet goed genoeg waren. Als ik dat niet had gedaan, was het boek op het moment van verschijnen al gedateerd geweest. ‘Een van die stukjes ging over een echt Mulischiaans
gegeven. Tijdens het afronden van Joe Speedboot begon ik tijdens een klassiek concert te peinzen over de roman en realiseerde me dat er iets niet helemaal in de haak was. Dat was een schok. Vanuit de paniek die ontstond diende zich een oplossing aan om de roman te redden. Opgelucht verliet ik het concertgebouw om met een vriend bier te gaan drinken. Het was een mooie zomeravond en twintig meter verderop stond een man in het wit, bewegingsloos als een soort geestesverschijning onder een lantaarnpaal. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat het Harry Mulisch was. In de krant stond dat er die dag een meteorietenzwerm voorspeld was. Het samenkomen van die drie dingen was een onwerkelijke situatie die zo in de boeken van Mulisch zou passen. Toen wist ik: het komt goed met die roman.’ Heeft Harry Mulisch u geïnspireerd? ‘Helemaal niet. Zijn schrijfstijl, zijn zinnen, ik houd er niet erg van. Zijn verhalen zijn te schematisch, je ziet voortdurend zijn zetstukken. Het denkzweet druipt ervan af. Bovendien zijn de vreemde plotwendingen buitengewoon ongeloofwaardig.’
‘De Grote Drie? Dat is echt een fout van de geschiedenis. Alsof je je hele leven niet wordt gekozen bij gym!’ Ziet u uzelf als één van de nieuwe Grote Drie? ‘Daar word ik zo moe van, Jezus Christus. De Grote Drie, dat begrip is een fout van de geschiedenis. Er is een hele generatie schrijvers door weggedrukt. Wat zullen die daar onder geleden hebben! “Alles goed en wel, maar je hoort niet bij de Grote Drie.” Alsof je je leven lang niet wordt gekozen bij gym. Verschrikkelijk!’ De dood is een terugkerend thema in uw boek. Vanwaar die aandacht voor dit onderwerp? ‘Het is het allergrootste raadsel. Het ene moment praat je met iemand en houd je zijn hand vast en het volgende moment is hij voorgoed weg. Vroeger vond ik er nog wel iets mooi organisch in zitten, van as tot as en van stof tot stof. Maar zo langzaamaan vind ik het alleen maar bitter en wreed. ‘Ik las eens over een oude man in Afrika. Toen hij stierf was het voor de gemeenschap hetzelfde als wanneer er bij ons een bibliotheek afbrandt, er verdween een archief. Door het overlijden van een aantal vrienden is er ook een gemeenschappelijk geheugen weg. Ik besef dat ik nu langzaam opschuif naar de eerste rang, dus ik ben de
eerstvolgende die het haasje is. En daarna jullie. Maar eerst ik!’ In het boek zitten verschillende verwijzingen naar een alcoholverslaving. ‘Dat gaat jullie geen moer aan!’ Waarom staat het er dan in? ‘Daar ben ik jullie toch geen verantwoording over schuldig? Ik zit hier keurig met een glaasje water en sinaasappelsap, dus met mij is alles goed, dat zie je!’ Na enig aandringen antwoordt Wieringa alsnog: ‘Goed, er zit inderdaad een serie verhalen in over een man die eenzaam achterblijft in een schuur, te midden van weilanden en water. Door de verlatenheid drinkt hij regelmatig een stuk in zijn kraag. Dat beeld van een eenzame man die borreltjes kantelt vind ik prachtig. De droefenis van de provincie.’ En wie is die man? ‘Daar kun je mij in zien, of niet. Dat maakt niet zoveel uit.’ U blijft vaag. Denkt u niet dat u met de autobiografische fragmenten in dit werk persoonlijke vragen uitlokt? ‘Dat zou kunnen, maar ik heb niets tegen persoonlijke vragen. Soms worden er echter domme vragen gesteld, daar heb ik wel een hekel aan. In Ga niet naar zee schrijf ik over vrouwelijke journalisten van damesbladen die tijdens een interview proberen te verbloemen dat ze mijn boeken
niet hebben gelezen. Vergelijkingen aan de hand van een flaptekst, dat kan echt niet! Ik heb me voorgenomen in de toekomst gewoon weg te lopen bij zulke gesprekken. Al die beleefdheid, daar schei ik mee uit. ‘Persoonlijke vragen zijn juist goed. Vaak merk ik zelfs een te grote schroom bij interviews voor het stellen van wezenlijke vragen. Ik zou daar best meer in uitgedaagd willen worden.’
‘Ik was te ongedurig voor de collegebanken. De studententijd is zeer geschikt om je seksuele marktwaarde vast te stellen.’ Bij dezen. U schrijft over een ‘gastenkussen’ in uw studentenkamer. Insinueert dit dat u een womanizer was? ‘Ik kan zeggen dat ik een zeer rommelige studententijd had. Ik studeerde Geschiedenis in Groningen, maar was te ongedurig voor de collegebanken. Mijn tijd ging vooral op aan het spelen van rugby en om vriendinnen zat ik niet verlegen. De studententijd is zeer geschikt om je seksuele marktwaarde vast te stellen. ‘Ik heb ooit gedichten ingestuurd naar deGroninger Universiteitskrant, maar er nooit meer iets van gehoord. Ook had Propria Cures destijds een rubriek waar inzendingen werden becommentarieerd, bijvoorbeeld “T.W., niet meer
Leef, woon, werk, feest... met ANS ANS-Online.nl P.P.10 10
sturen!” Maar helaas, zelfs zo’n reactie kreeg ik niet. Later ben ik overigens alsnog gastredacteur geweest. ‘Voordat ik debuteerde met een roman heb ik dus nooit iets gepubliceerd. Dat is heel ongebruikelijk. Niet één gedicht, niet één verhaal, niets. Alleen maar boem, een roman.’ Schrijft u liever een roman dan korte verhalen of gedichten? ‘Het schrijven van een roman is een langgerekte kwelling. Onafzienbaar. Er komt geen einde aan. Toch zie ik altijd in de kiem of het iets wordt. En dat vind ik het bijzondere aan romanschrijven. Die kiemkracht van de laatste drie heb ik goed ingeschat.’ U zei ooit dat het schrijven van een roman een grote vorm van egocentrisme vergt. Heeft u dat zelf ook? ‘Ja, natuurlijk. Hoewel ik er niet zo strikt in ben als sommige auteurs. Eigenlijk zou je je langdurig moeten afzonderen tijdens het schrijven van een roman. Om de volledige concentratie te behouden moet je ver weg zijn en met niemand iets te maken hebben.
‘Ik ben jaloers op de manier waarop Jonathan Franzen Vrijheid heeft geschreven. Hij schoof zijn hele sociale leven aan de kant en sloot zich op in een geluidsdichte bunker. “Tot over een paar jaar!” Zo moet het.’
‘Ik ben een schrijfhuis aan het bouwen. Als dat niet werkt ga ik greppels graven en verdedigingswallen aanleggen. Slot Wieringa.’ Is dat egocentrisme of toewijding aan het schrijfproces? ‘Het gaat erom dat je door die toewijding niet meer aan de verwachtingen van je omgeving kan voldoen en daardoor egocentrisch bent. Ik heb dat zelf niet voldoende ontwikkeld. Ik werk er wel aan. Ik ben nu een schrijfhuis aan het bouwen, in de tuin. Als dat niet werkt ga ik greppels graven en verdedigingswallen aanleggen. Slot Wieringa.’ Tot nu toe verbleef u altijd in een klooster wanneer u behoefte had aan afzondering. Hoe kwam u daar terecht? ‘Dat is uit een noodsituatie ontstaan. Op een gegeven moment had ik een malle verloofde die niet alleen kon zijn. Ze was dus altijd in mijn appartement, waardoor ik me niet kon concentreren op het schrijven. Ik vluchtte naar een klooster en dat beviel wonderwel. Ik kan er goed werken. Het fijne is dat er voor je wordt gekookt, je hoeft niet aan al die dagelijkse dingen te denken. Een soort hotelbestaan, maar dan met een strikte dagorde.’ Voor het programma Kamer in het Verleden van de VPRO heeft u zich deze maand ook afgezonderd op een onbewoond eiland. ‘Ja, ik heb een week op Senneroog gezeten zonder enig contact met de buitenwereld. Één keer per dag kwam er een koerier die een ingesproken verslag ophaalde dat vervolgens op de radio werd uitgezonden. Het is geïnspireerd op een verblijf van Jan Wolkers en Godfried Bomans op Rottumerplaat in de jaren tachtig. Het was prachtig om te zien hoe verschillend ze met die afzondering omgingen. Bomans was er zeer ongelukkig, voortdurend ziek en ging zelfs stemmen horen. Wolkers sneed zeehonden open, ving garnalen en at zeegras. Hij leefde als een oermens. Zo’n beest als Wolkers ben ik niet, maar ik pretendeer ook niet beschaafd te zijn. Ik ben gewoon een boer met een jasje.’ ANS
Adverteren? Leef, woon, werk, Kijk op feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.11 11
ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Het is mogelijk ook ansjes op ANS-Online.nl te plaatsen. Mail naar
[email protected]
Studentpool.net, dé website voor studenten op het gebied van wereldwijde stages, bijbanen, startersbanen, gratis studieboeken en carrièreadvies. Gratis bemiddeling! Wij zijn ook doorlopend op zoek naar studentredacteuren. Interesse? Mail naar:
[email protected]
De meeste studenten betalen gemiddeld 80 euro te veel huur per maand. Jij toch niet? Huurteams Nijmegen helpt gratis bij: huurprijs verlagen, servicekosten, all-inprijzen en onderhoudsklachten. Kijk op: www.huurteamsnijmegen.nl Mail:
[email protected] Bel: 06-24247473
Wil jij andere lesbische, homo- of biseksuele studenten ontmoeten? Kom dan naar Dare to Lunch; een gezellige lunch voor roze studenten! Elke 2e en 4e donderdag v.d. maand, tussen 12.30 en 14.00, Erasmuslaan 9a. Zie: www.dito-online.nl
‘Nijmeegs Balkangroepje zoekt muzikanten. Weinig ervaring, geen probleem. Traditioneel Balkan repertoire. Meer informatie? Bel Laura: 06-14969030 of e-mail met
[email protected].
Adverteren in dit blad? - 1 pagina zwart-wit: 445 euro | full-colour: 495 euro - 1/2 pagina zwart-wit: 225,75 euro | full-colour: 265,75 euro - 1/4 pagina zwart-wit: 120,75 euro | full-colour: 150,75 euro - 1/8 pagina zwart-wit: 45 euro | full-colour: 60 euro Mail naar
[email protected]
Kerstverhaal Tekst: Anna van Gerve/ Illustratie: Marieke Meijer P. 12
Sparrenbomen ‘Er vielen gaten in de gedachten van de zwaan, flarden raakten er los en woeien weg, en tegen het eind van de middag was niet een van zijn gedachten meer statig of recht.’ - Toon Tellegen, Langzaam, zo snel als zij konden. Timo, Boris en Suzan hebben zich over het schip verspreid. Ze graven kuilen in de lading zand. Door het gewicht ligt de boot diep in het water. Timo heeft de walkietalkie naast zich neergelegd en gaat zo nu en dan plat op zijn buik liggen om de kapitein te laten weten dat alles in orde is. Zijn broer Boris heeft grotere handen, waardoor hij sneller graaft. Toen Timo twee was, was Boris tien keer ouder, toen hij drie was zeven en toen hij zes was vier. Nu is hij drie keer zo oud. Het zal nog lang duren tot hun leeftijden weer een meervoud van elkaar zijn, pas als hij achttien is, en dat zal meteen de laatste keer zijn geweest. Maar dat is niet erg, omdat hij dan volwassen is en aan niemand meer hoeft vast te zitten. Hij heeft ook uitgerekend hoe oud hij is als hun kat een leeftijd heeft bereikt waarop hij dood kan gaan, om te weten of hij dan al volwassen is. Want volwassenen huilen niet. Aan het begin van het dek liggen bomen opgestapeld tegen de stuurhut aan. Ze hebben naalden verloren toen ze aan boord werden gehaald, maar zijn nog vol genoeg. Boris is opgestaan en komt geluidloos Timo’s kant op. Er zit zand in zijn haren en in zijn nek. ‘Wat denk je ervan?’ vraagt hij, ‘Ben je er klaar voor om een sparrenbos te planten?’ Timo laat zijn spierballen zien, ook al zitten ze ver onder zijn jas verborgen. Boris kan immers door alles heen kijken, dat is zijn gave. Zo weet hij dat er onder je huid botten zitten en dat Suzan een blauwgestreepte onderbroek aan heeft. Zijn tweede gave is dat hij van meer dan duizend planten de Latijnse namen kent. Hij werkt in de botanische tuinen van Artis en heeft een
goed geheugen. Suzan komt er elke woensdag om te tekenen, maar niet voor de natuur. Ze illustreert teksten, over het zoeken naar de waarheid en vaste zekerheden. Door middel van cirkels, driehoeken, vierkanten, golvende lijnen en pijlen maakt ze gedachtegangen zichtbaar. Misschien wordt alles begrijpelijk wanneer je patronen, connecties en relaties visueel kunt maken. Soms is Suzan bang dat woorden, zinnen, wat ze zegt en denkt, wat ze voor zich houdt, wat ze leest en hoort, dat dat alles geen verbinding meer kan aangaan met de wereld en er los van raakt. Ze tekent om het geheel weer bij elkaar te krijgen, op losse bladen, die ze later, ooit, in een boek zal samenbinden. Boris was zo vaak mogelijk langs het bankje waar ze zat gelopen en liet zijn kruiwagen kantelen om te zien of ze hem zou helpen. Ze bewoog zich niet. Toen hij een keer veel te hard vroeg waarom ze hier kwam als ze de planten niet tekende, zei ze dat dat hem niets aanging. Toch begonnen ze elkaar gedag te zeggen en kwam hij soms naast haar zitten. Het schip is op weg naar het IJ en dan naar open water. Suzan is rechtop gaan staan en strekt haar armen boven zich uit. Ze heeft dezelfde kleur haren als het zand. Deze kerst moest anders worden. Er moest beweging in zitten. Ze had zich altijd verbaasd hoe het elk jaar hetzelfde was, terwijl er een geboorte werd gevierd, een nieuw begin. En dan zat je daar weer, rond de boom met de familie, er was een diner, chocoladekransjes en kaarsen, er werd gesproken over haardhout, bomen kappen en de gemeente, over het eten, vitamines en de
ANS-Online.nl P. 13
huisarts. Soms werden er wijze uitspraken gedaan als ‘wanneer iets de moeite waard is, moet je er ook moeite voor doen’. Iedere keer opnieuw had Suzan het gevoel dat ze niets verder waren gekomen.
Huub is de oudste broer, hij bestuurt het schip. De eerste keer dat Suzan hem sprak – hij was Boris aan het eind van de middag in de tuin komen ophalen – zei hij dat hij moe geboren was.
Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl P. 14
‘Ik ben bloot geboren,’ zei ze, ‘en ondersteboven.’ Huub plukte vaak aan zijn wenkbrauwen of trok velletjes van zijn lippen. Hij was een serieuze man en lachte niet. In elke kuil wordt een boom gezet. Suzan en Boris dragen handschoenen tegen de naalden. Ze houden de bomen overeind tot Timo het zand heeft aangestampt en hun wortels heeft vastgezet. Nu zijn ze een drijvend sparrenbos. Er gaan bruggen voor hen open, ze laten ze achter zich en varen naar de volgende. Elke keer wordt het verkeer voor hen stilgelegd. Huub begroet de brugwachters vanachter het roer. Het regent een beetje, de lucht is niet koud genoeg voor sneeuw. Timo zingt over dennenbomen, bontjassen en wegpiraten. Als hij even geen tekst meer kan bedenken, begint hij te tellen tot hem weer een regel te binnen schiet. Suzan kijkt naar de verlichte stuurhut, Huub zit voorover gebogen. Vlak voordat ze zijn weggevaren, heeft hij haar ingefluisterd dat hij met de hemel op zijn hoofd loopt. Sindsdien houdt ze hem in de gaten. Ze leunt tegen Boris aan. Hij zucht, Suzan weet niet waarom. Hij is iemand die niet meegeeft. Soms denkt ze dat hij, mocht er ooit een orkaan over het land razen, in het oog van de storm terecht zal komen. Hij zou de ravage rondom hem nauwelijks opmerken. ‘Waarom zijn sparren eigenlijk kerstbomen?’ vraagt ze. ‘Iets met de drie-eenheid,’ zegt Boris, ‘maar het kan ook anders zijn.’ Dat zegt hij wel vaker. Toen ze halverwege april na sluitingstijd de tuin uit waren gelopen en bleven praten omdat ze vergaten hun fietsen te pakken, of vergaten hun fietsen te pakken omdat ze bleven praten, zei hij ‘Ik vind je niet onsympathiek en niet onaantrekkelijk. Ik geloof dat ik verliefd op je ben, maar het kan ook anders zijn.’ ‘Je bent geen natuurtalent,’ had Suzan gezegd, ‘vind je
het erg als ik je uitlach?’ De haren van Boris zijn donker, maar zijn ogen licht, zodat zijn gezicht iets kinderlijks heeft. ‘Lach dan’, zei hij. Suzan kon niet lachen op commando. ‘Kus me dan’, had ze gezegd. Boris is gaan zitten. Suzan staat naar hem te kijken. Timo probeert ondertussen de top van een boom vast te pakken, maar hij is te klein. De sparren prikken schaduwen in het zand. Ze zijn bijna bij de laatste brug als er een zwaan uit de lucht komt vallen. Hij landt op zijn rug midden op de boot, met zijn gespierde vleugels klapperend naast hem. Iedereen is stil, zoals het hoort wanneer er een vogel ter aarde stort. ‘Hij is nog groter dan een vliegtuig’, fluistert Timo die zijn ogen half achter zijn handen heeft verborgen. Het witte lijf van de zwaan trilt zacht. Boris is ernaartoe gekropen en probeert hem voorzichtig overeind te helpen. ‘Volgens mij gaat hij het niet redden,’ zegt hij. ‘Kutzwaan’, zegt Timo. ‘Timo’, zegt Boris. ‘Boris’, zegt Suzan. Hij neemt de zwaan in zijn armen. Ze kijken allebei verbaasd, maar toch heel rustig. Suzan draait zich van hen weg. Timo begint weer kerstliedjes te zingen, zo hard mogelijk. Hij rent rondjes en het wordt steeds moeilijker om hem te verstaan. Dan staat hij stil, draait zijn hoofd naar boven, naar de stuurman, en pakt zijn walkietalkie. ‘Waarom kon die zwaan niet gewoon ergens anders vallen?’ Er klinkt geruis, van de wind en van Huub die nadenkt. ‘Sommige dingen gebeuren’, zegt hij. ANS
Adverteren? Leef, woon, werk, Kijk op feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.15 15
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16
SUPEROBOTURBO Van den Nieuwendijk, beter bekend als Superoboturbo, maakte voor ons deze illustratie over zijn studententijd. Kijk voor meer informatie over deze kunstenaar en zijn werk op ANS-Online.nl
Ans deze maand P. 17
Een dag onderdompelen in het hogere Tekst: Adrianne Tuk en Jozien Wijkhuijs/ Illustratie: Madelon van der Avoort P. 18
Meelopers Iedere maand loopt ANS een dag mee in de schaduw van een zonderling. Deze maand: op de koffie in het klooster
een goddelijk leven
Meerdere malen per dag bidden, een seksloos leven en constant rust: het leven van een kloosterling verschilt van een ruig studentenleven als God van Satan. Is het klooster een eiland ver van de samenleving of is dat een ouderwets beeld? De hoofdingang van het Dominicanenklooster in Huissen is pas te bereiken na een fikse wandeling door de kloostertuin. Tientallen wegwijzers sturen bezoekers alle kanten op. De receptie van het in het huis gevestigde Centrum voor bezinning, bezieling en beweging vormt de toegang tot het klooster. Een vriendelijke receptionist belt Henk Jongerius (69) op. Jongerius is sinds 1959 dominicaan en sinds 1967 kloosterbewoner. Hij is prior, een functie die hij zelf beschrijft als ‘hoofd van het huis’. Hij studeerde Theologie in Nijmegen en schreef zijn scriptie bij de inmiddels overleden Edward Schillebeekx, een katholieke hoogleraar die met zijn controversiële opvattingen een luis in de pels van het Vaticaan was. Negen andere broeders hebben net als Jongerius de keuze gemaakt om hun leven aan God en de mensen te wijden en hun intrek te nemen in het huis. Toch leiden de kloosterlingen alles behalve een gesloten leven. De dominicanen in Huissen leven nog steeds volgens de ideeën van Dominicus Guzman, die in de dertiende eeuw een eigen orde stichtte als reactie op de rijkdom en onverschilligheid van de geestelijkheid. Ze hebben veel aandacht voor het onderrichten en helpen van mensen uit alle lagen van de samenleving. Jongerius’ kamer is niet zo sober als verwacht kan worden van een monnik. Hij heeft de ruimte opgesierd met fotolijstjes, plantjes en veel boeken, van een kinderbijbel tot de nieuwste detective van schrijver Henning Mankell. In een hoekje zitten twee knuffels. De bovenbuurman stommelt duidelijk hoorbaar door zijn kamer. Volgens Jongerius ‘vibreert en leeft’ het huis. In de gangen groet hij iedereen en kan hij geen hoek omslaan zonder een
praatje te maken. ‘Ik ken wel kloosters waar iedereen heel erg op zichzelf is, maar daar zou ik niet gelukkig zijn.’ Vaders en vespers De kloosterlingen hebben een strikte dagindeling. Om acht uur begint de dag met het eerste gebed, het officie of kloostergebed, dat plaatsvindt in de kapel van het klooster. Het gebed bestaat onder andere uit het zingen van twee psalmen en lezen uit de Schrift. Om tien uur wordt er koffie gedronken in de woonkamer, samen met de gasten en medewerkers van het centrum. Iedere keer als een bezoeker wordt voorgesteld, slaat een zuster met een groot houten kruis om haar nek een kruisje. Verderop neemt een stokoude broeder de traplift en een medewerker van de huishoudploeg roept olijk tegen Jongerius: ‘Is dit niet jouw tweede koekje?’ Ad rem reageert hij: ‘Ach, vertel dat maar aan je dominee’. Deze toespeling op het verschil in religie wordt door een medewerker van de receptie uitgelegd. ‘Het is typisch voor de Dominicaner orde dat ze mensen niet veroordeelt om hun religie.’ Een aantal leden van de keukenploeg knikt instemmend. De monniken hebben ’s middags allemaal hun eigen bezigheden. Jongerius zelf gaat over de liturgie, het geheel van handelingen in een kerkdienst. Hij schrijft liederen en is liturgisch dichter. Zijn liedteksten en bundels worden inmiddels landelijk gebruikt. Iedereen heeft een andere taak, ook buiten het klooster. Zo is Theo Koster (60) pastor in de Studentenkerk in Nijmegen, stelt Paul Minke (77) zich voor als de webmaster van de kloostersite en geeft Ernst Marijnissen (84) regelmatig Bijbelonderricht. Andere bewoners zijn minder actief. Nico van den Idsert (85)
ANS-Online.nl P. 19
heeft zijn rust verdiend. Hij werkte 54 jaar als missionaris in Puerto Rico. Hij schuift wel aan bij de warme maaltijd die ’s middags om half één door de kok wordt geserveerd. Tevreden snijdt hij een stuk rosbief af en bediscussieert de bietjes met zijn buurman: ‘Ik wist niet dat er zoveel rode groenten waren.’ De avond wordt ingeluid met een gebed, waarna de broeders graag nog een glaasje wijn drinken in de woonkamer. Jongerius is erg gesteld op gezelligheid: ‘Mijn kloostergenoten en ik werken aan onze vriendschap.’ Bed & Bijbel Het Centrum trekt elk jaar meer dan twintigduizend bezoekers. Tijdens een rondleiding door het klooster laat Jongerius de gastenverblijven zien. ‘Vroeger sliepen in deze vleugel de nieuwelingen, novicen. Nu hebben we nauwelijks meer nieuwe mensen.’ Mensen huren de kamers om verschillende redenen. Seán (24), een kunstenaar die later ook met de kloosterlingen mee eet, verblijft er al een week. Hij is zijn geloof kwijtgeraakt toen zijn ouders scheidden, maar wil ‘de weg naar God terugvinden’. Volgens Jongerius komen niet alle logees om religieuze redenen. Ook onder studenten die hun scriptie schrijven zijn de rustige kamers in trek. ‘Iedereen is welkom, maar mensen moeten zich wel realiseren dat dit geen Bed & Breakfast is. Gasten worden uitgenodigd voor het gebed en het eten.’ De grote zalen worden gebruikt voor meditatie, concerten en trainingen. Jongerius zelf geeft een training genaamd Dienend Leidinggeven, waarbij managers en leidinggevenden leren om bewuster te werken. ‘Meneer Wilders is zeer welkom op één van
onze avonden, hij kan wel wat training gebruiken.’ In de zomer worden vakantieweken voor bijstandsmoeders georganiseerd. Eén week zijn de vrouwen welkom zonder kinderen, de andere week is er ook ruimte voor hun kroost. Jongerius grapt: ‘Heel gezellig, allemaal van die rondrennende negertjes.’ Condooms en het celibaat Jongerius heeft niet veel op met het beleid van de paus, die in zijn ogen te ver van de echte wereld leeft. ‘Benedictus XVI komt mensen niet tegemoet, zoals bij het oplossen van de aidsproblematiek in Afrika. Condooms zijn een deel van de oplossing, maar zelfs dat mag niet van hem.’ Jongerius wil zichzelf niet progressief noemen, maar zijn ideeën zijn wel opvallend. Hij zegende meerdere verbintenissen tussen homoseksuelen en zet vraagtekens bij het opgelegde celibaat voor priesters. ‘Ik heb zelf de keuze gemaakt om celibatair te leven in een gemeenschap en ben dan ook niet zo vurig aangelegd. Ik kan me voorstellen dat andere mensen er meer moeite mee hebben.’ Het geloof van Dominicanen is zeer beweeglijk, blijkt uit Jongerius’ woorden. Volgens hen is er niet één vaste waarheid, maar gaat het om waarachtigheid en het zoeken naar hoe mensen echt zijn. Hij vervolgt: ‘Het evangelie bevat richtlijnen voor nu. Wij leven volgens die regels, maar wel met een kritische levenshouding. We proberen er te zijn voor diegenen in de samenleving die ons nodig hebben.’ Soms stuiten zijn opvattingen op verzet van meer conservatieve katholieken, maar dat deert Jongerius nauwelijks. ‘Als ik voorloop, so what?’ ANS
Comedy brain Jaren struinde hij de Nederlandse theaters af. Nu gooit Jan Jaap van der Wal het over een compleet andere boeg. hij gaat met zijn eigen productiemaatschappij comedyprogramma’s maken. ‘Ik kan om half zes thuis stamppot eten.’
Tekst: Dirk van den Brand en Valerie Rutjes/ Foto’s: Jaap Baarends Interview Jan Jaap van der Wal P. 21
Zoals het een ware BN’er betaamt komt Jan Jaap van der Wal (31) twintig minuten te laat en op zijn gemak de foyer van theater LUX binnenlopen. ‘Ik tart dagelijks het lot door pas om vier à vijf uur uit Amsterdam te vertrekken,’ zegt hij verontschuldigend, waarna hij om een kop koffie vraagt. Als dit voor eigen rekening blijkt te zijn, is hij zichtbaar teleurgesteld in de gastvrijheid van het Nijmeegse theater. Bekendheid blijkt relatief. Al jaren staat Van der Wal aan de top van de Nederlandse cabaretwereld. Op zeventienjarige leeftijd werd hij gevraagd voor Comedytrain. Daar maakte hij furore als stand-upcomedian en in 2006 werd hij artistiek leider van de komiekenclub. Landelijke faam verwierf hij als vast panellid van Dit was het nieuws. Daarnaast heeft hij verschillende theaterprogramma’s en twee oudejaarsconferences op zijn naam staan. Vanavond is Van der Wal in Nijmegen voor zijn tiende tournee, De Kellner en de Levenden, een bewerking van het gelijknamige boek van Simon Vestdijk. De voorstelling wordt gemaakt in samenwerking met het Rosa Ensemble, een experimentele muziekgroep. ‘Soms komen dit soort dingen op mijn pad. Dan besluit ik intuïtief of ik dat doe of niet.’ Waarom het Rosa Ensemble? ‘De muzikaal leider, Daniel Cross, benaderde mij met het idee voor een voorstelling op basis van het boek van Vestdijk. Daarop ben ik eerst naar een concert van ze gegaan. Toen ik het hoorde dacht ik: “Dat gaan we dus niet doen.” Het moest concreter en toegankelijker. Hoewel dat gebeurd is blijft de muziek bizar, maar dat leer je waarderen. ‘De experimentele muziek past in die zin bij het boek. Toen ik de roman las vond ik dat ook een raar verhaal. Dat is niet erg, het letterlijk navertellen ervan is in principe niet zo interessant. Zonder muzikale omlijsting zou het vreemd zijn als ik uit het niets over het boek zou gaan vertellen. Dan zou het publiek zich afvragen waarom ik niet gewoon mijn eigen verhaal vertel. De muziek maakt het tot een geheel en bepaalt de sfeer van de voorstelling. ‘De belangrijkste reden om mee te werken aan dit project is echter dat ik het leuk vind om verschillende dingen uit te proberen. Men verwacht dit niet van mij en ik vind het leuk om mensen te verrassen door met die verwachtingen te spelen.’ De cabaretier vertelt vol enthousiasme over de voorstelling en het Rosa Ensemble. ‘Deze show verdient aandacht, het is leuk om te vertellen wat je bezighoudt. Dat is veel interessanter dan een interview over mijn verleden. Hoe ik bij Comedytrain terecht ben gekomen is mij al vaak genoeg gevraagd.’
Vind je jezelf niet een te grote artiest voor het Rosa Ensemble? ‘Integendeel, ik heb veel bewondering voor de muzikanten. Zij hebben een sterke discipline. Daar kan ik veel van leren. De muziek die zij maken is erg moeilijk te spelen. Hun grooves zijn niet altijd mijn stijl, maar dat laat ik in de voorstelling ook wel merken. Ik reageer op de muziek. Als er iets in zit wat ik raar vind, dan benoem ik dat. ‘Ze zijn onderdeel van het gesubsidieerde muziekcircuit en niet gewend om zo vaak op te treden. Dus in die zin is dit voor hen ook nieuw. Als het Rosa Ensemble door deze voorstelling meer cd’s gaat verkopen en bekendheid verwerft vind ik dat fantastisch.’
‘Het is alsof je er een kwartje in hebt gegooid, maar het kwartje zit vast.‘ De drie elementen van muziek, boek en cabaret komen in de voorstelling samen. ‘Die muziek, is dat de hele tijd?’ vraagt Van der Wal zich hardop af tijdens de openingsscène. Het antwoord geeft hij zelf met een volmondig ‘Ja!’ Het is in de zaal duidelijk te merken dat niet iedereen de atonale soundscapes van het ensemble had verwacht. Een jong liefdespaartje op de achterste rij lijkt niet goed te weten wat het met de vage geluiden aan moet en barst in giechelen uit. De tortelduifjes realiseren zich dat het niet een standaard avondje lachen met Jan Jaap gaat worden. Hij speelt hierop in door opmerkingen te maken als: ‘Wat zijn ze lekker aan het pingelen, hè? Het is alsof je er een kwartje in hebt gegooid, maar het kwartje zit vast.’ Je staat eens niet alleen op het podium. Hoe is dat? ‘Ik heb al eerder een keer met een gitarist opgetreden, maar over het algemeen ben ik gewend om het alleen te doen. In die zin ben ik een echte solist en moet ik oppassen dat het niet Jan Jaap met een bandje wordt. We staan met zijn allen op het toneel en iedereen moet elkaar de ruimte gunnen. ‘We hebben los van elkaar aan de voorstelling gewerkt, met het boek van Vestdijk als uitgangspunt. Het verhaal is de basis waarin ik en de muziek samenkomen. Ik weet vrij weinig van muziek, maar om te zorgen dat het een geheel wordt probeer ik mijn verhaal te versnellen of vertragen als dat nodig is. ‘Naast de hoofdlijn heb ik mijn eigen zijwegen en uitstapjes. Zo kon ik ook mijn ideeën over politiek en de actualiteit in deze voorstelling verwerken, ik stap dus wel met
ANS-Online.nl P. 22
een normaal gevoel het podium op. Ik heb geen last van de muziek en uiteindelijk wordt het eindresultaat er alleen maar beter van. ‘Alleen werken blijft voor mij echter wel het gemakkelijkst. Ik zal niet zo snel met iemand een cabaretduo vormen. Het is moeilijk om iemand te vinden die precies jouw gevoel voor humor begrijpt. Het moet naadloos op elkaar aansluiten en dat is heel zeldzaam.’ Deze tour zit er nu bijna op. Wat is je volgende project? ‘Op dit moment ben ik even klaar met theater. Maandenlang toeren is slopend en vergt veel tijd. Het is wel even leuk geweest. Ik ga me meer op televisie richten. Ik heb een productiemaatschappij opgericht waarmee ik programma’s ga maken voor Comedy Central en Nederland 1. Televisie is heel anders dan theater. Je zit in een show met een bepaald format. Natuurlijk ligt het allemaal redelijk dicht bij mezelf waardoor ik niet heel raar hoef te doen, maar je bent niet volledig vrij. Theater bouw je daarentegen helemaal zelf op. Je hoeft met niemand
rekening te houden. ‘Het grootste verschil vind ik echter het contact met je publiek. Wat je voor televisie maakt wordt in een uur opgenomen. Je weet vervolgens niet hoe mensen erop reageren. Bij een theatervoorstelling kun je het publiek beter aanvoelen waardoor een andere sfeer ontstaat.’
‘Dit was het nieuws is jarenlang uitgezonden, we zijn toe aan iets nieuws. Als mijn plannen lukken laten we dat programma rusten.‘ Je hebt in het verleden natuurlijk al televisie-ervaring opgedaan bij Dit was het nieuws. Komt het programma in de toekomst nog terug? ‘Het is heel moeilijk om daar iets over te zeggen. Het was altijd leuk om met Raoul en Harm samen te werken en ik zou het op zich leuk vinden om het weer op te pakken. Maar misschien zijn we wel toe aan iets nieuws, het programma is natuurlijk al jarenlang uitgezonden. Als alle dingen die we van plan zijn met de productiemaatschappij gaan lukken, laten we Dit was het nieuws rusten. Ik in ieder geval wel.’ Wat kunnen we precies verwachten? ‘Ik wil zoveel mogelijk mensen bij elkaar brengen om nieuwe comedyprogramma’s te maken. Of dat nou acteurs, schrijvers, cabaretiers of muzikanten zijn. We hebben allerlei ideeën die we graag willen uitproberen. Bij een aantal programma’s zal ik zelf te zien zijn, maar ik produceer ook. Het is niet alleen maar ter meerdere eer en glorie van mezelf. ‘Produceren is een heel nieuwe uitdaging voor me. Je hebt te maken met redacties, presentatoren en schrijvers. Het is een veel grotere onderneming dan het eenzaam schrijven aan een conference. Dat zou wel de gemakkelijkste weg zijn, maar het is goed om mezelf te blijven uitdagen.’ Hoe bevalt het leven als beginnende producent? ‘Ik zit nu voornamelijk op kantoor en dat bevalt me wel. Er staat een koffiemachine die raar doet, maar verder is het prima. Ik zit praktisch de hele dag achter een bureau te bellen en te netwerken en kan ’s avonds lekker om half zes thuis eten. ‘Aangezien ik hier nog maar drie maanden mee bezig ben weet ik niet hoelang ik het nog volhoud. Mocht ik het theaterleven gaan missen, dan schrijf ik gewoon een nieuw programma. Ik stop bovendien niet helemaal, ik zal hier en daar blijven optreden.’
Wat voor televisieprogramma’s ga je maken? ‘Ik kan er op dit moment nog niets over zeggen. Daar is het nog te vroeg voor, maar wellicht kan ik jullie later inlichten over mijn plannen. Ik zal ervoor zorgen dat jullie een scoop krijgen.’ Kunnen we dit jaar wel een oudejaarsconference van je verwachten? ‘Dit jaar neemt Dolf Jansen het voor zijn rekening en volgend jaar doet Youp van ’t Hek het. Hij is heel agressief en eist hem op.’
‘Nederland kent naast zestien miljoen bondscoaches ook zestien miljoen oudejaarsconferenciers.‘ Zou je het niet liever zelf doen? ‘Nee, hoor. Ik heb er geen behoefte aan om Youp op welke manier dan ook voor de voeten te lopen. Er bestaat geen enkel gevoel van rivaliteit tussen mij en mijn collega’s. Bovendien deed hij het al jaren toen ik kwam aanwaaien, hij zou raar opkijken als de VARA hem ineens aan de kant schuift voor mij.’
Misschien op een andere zender? ‘Er is maar één echte en die is te zien op de publieke omroep. Het werkt niet als er zoveel verschillende conferences zijn. Als Youp van ’t Hek iets op Nederland 1 doet, ik op RTL 4 en Guido Weijers op SBS 6 wordt het echt teveel van het goede. Dus als ik het ga doen, wordt dat pas in 2012. ‘Oudejaarsconferences zorgen wel voor extra spanning. Ten eerste is het heel raar dat de première meteen een televisieuitzending is. Daarnaast heeft iedereen er wel een mening over. Zoals er misschien zestien miljoen bondscoaches zijn zullen er ook zestien miljoen oudejaarsconferenciers zijn. Jij hebt de verantwoordelijkheid om te bepalen wat belangrijk was in een jaar. Dat brengt veel druk met zich mee, maar daar moet je gewoon doorheen.’ Enige tijd na het interview krijgen we bericht van Van der Wal. Het productiebedrijf dat hij is begonnen heet Station CCCP en is een samenwerking met productiemaatschappij CCCP. Voorheen ontwikkelden zij comedyprogramma’s als Draadstaal. Hoewel de scoop meevalt wil hij wel verklappen dat hij in februari drie weken lang een Nederlandse versie van de Daily Show gaat doen op Comedy Central. Daarnaast zal hij met BNN een groot programma op Nederland 1 maken. Verder blijven de toekomstplannen van de komiek in nevelen gehuld. ANS
ANS-Online.nl P. 24
TEGEN de muur Helaas zijn ze overal. Mensen die het levenslicht niet hadden moeten aanschouwen. Zij die eigenlijk het vuurpeleton verdienen. Elke maand het relaas over een van hen. Sjors tuurde uit het raam. Dat deed hij dikwijls. Er dreven wolken voorbij. Hij sleep zijn potlood. Niet dat hij die nodig had om aan het Worddocument te werken waar hij al drie kwartier naar staarde. Een moment later schrok hij op van de telefoon. ‘Sjors Vlakland.’ ‘Jaap hier. Denk je eraan dat de buluitreiking over twee weken is?’ Sjors sloot zijn ogen en zuchtte. ‘Tuurlijk, tuurlijk. Goed dat je het zegt, ik ga er gelijk mee aan de slag.’ Maar eerst nog een potje patience. ‘Schat? Heb jij mijn oorbellen gezien? Je weet wel, die van overgrootmoeder?’ ‘Ik heb ze voor je op de kast gelegd liefje.’ In de woonkamer hing een mistbank van oud parfum. Hans knoopte zenuwachtig zijn stropdas. ‘Het lijkt wel gister dat Peter het huis uit ging. En nu heeft hij zijn bachelor al. De eerste student in onze familie.’ Er restte nog een halfuur voor de uitreiking, Sjors zocht op zijn computer naar de toespraak. Onvindbaar. Hij kon natuurlijk vertellen over de BaMa-structuur en dan wat algemene statistieken geven. Bij de vorige uitreiking had een populaire hoogleraar een enthousiast betoog gehouden. Ach, zijn verhaal zou de tijd ook vullen. ‘Waar heb je de bullen trouwens neergezet?’ Opeens stond secretaresse Jantine in zijn deuropening. Zwijgend staarde Sjors haar aan. Een moment oogcontact bracht alle informatie over. ‘Er zijn geen bullen, of wel?’ Hij zuchtte. Gelukkig was het maar een bacheloruitreiking. Het was een komen en gaan van afgestudeerden in de aula. Peter keek schichtig om zich heen en bewoog onwennig in zijn H&M-pak. Zijn hele familie was aanwezig. Fantastisch. Ze hadden zelfs oma uit het verzorgingstehuis meegesleept. Ondanks de chronische pijn keek ze gelukzalig. Achter coördinator Vlakland ging de familie en daarna de groep afgestudeerden de academiezaal binnen. Na een droge kuch begon Vlakland zijn toespraak: ‘De belangrijkste studententijd is de grootste eh… van je studententijd.’ Na de uitreiking kon Vlakland wel een borrel gebruiken. Helaas had hij die ook niet geregeld.
Tekst: Laura van der Sman en Eva-Marijn de Vries/ Foto’s: Vesna Faassen/ Illustraties: Joost Dekkers De graadmeter P. 25
De graadmeter Twintig kebabzaken, talloze bijbaantjes en tien soorten glijmiddel. Om de keuzestress te reduceren treedt ANS elke maand op als keuringsdienst van studentenwaren. Welke optie doet de graadmeter het hoogst uitslaan en wat kun je beter links laten liggen? Deze keer: tweedehands kledingwinkels
Winkel: Retro Waar: Grotestraat 22 Aanbod: zeemeerminnenjurken en Charlie Chaplin-hoedjes Complete outfit: 20-50 euro
Winkel: Kleren Goed! Waar: Prins Hendrikstraat 14a Aanbod: hoogstaande zolderreut Complete outfit: 5-30 euro
Winkel: 2ND MAS Waar: Van Welderenstraat 97 Aanbod: degelijke designermerken Complete outfit: 50-300 euro
Verscholen tussen goedkope rijtjeshuizen die naar de Waalkade leiden, zit een juweeltje van een vintagewinkel. De onopvallende buitenkant staat in schril contrast met de binnenkant. Een paradijs vol rokkostuums en sprookjesachtige jurken in felle kleuren met pofmouwen, glitters en tierelantijnen maakt deze winkel tot één grote verkleedkist. De liefhebber op zoek naar extra uitdossing heeft keuze uit een scala aan opvallende accessoires. Er zijn onderjurken, handschoenen, kragen, strikken, bretels en zelfs ouderwetse onderbroeken te koop. Voor de finishing touch is er keuze uit tientallen hoeden. Een vriendelijke oude vrouw staat verdekt opgesteld achter een antieke bakkerstoonbank en past goed tussen de kitscherige engeltjes en pluche beren. Retro laat je prinsessendroom uitkomen, een alledaagse outfit scoren zit er echter niet in.
Op zoek naar een pruik? Krulspelden? Barbieschoenen? Een judopak? Buikdanskleding? Dan ben je bij deze winkel aan het goede adres. Tussen de stapels rommel achter een geïmproviseerde toonbank zit een vieze man met een spraakgebrek, gehuld in een lange jas. Met een rode neus en een kop koffie in de hand luistert hij naar een Duitse radiozender. Ondanks het onsamenhangende aanbod is deze uit twee verdiepingen bestaande vintagewinkel ideaal voor een middag jolijt. Naast kleding zijn er meubels, boeken, servies en schilderijen uitgestald. Wie goed zoekt, vindt wellicht nog iets draagbaars, maar de winkel is het meest geschikt voor het vinden van de ideale carnavalsoutfit. Kleed je vanwege het gebrek aan een verwarming van tevoren dik aan en bereid je voor op een hilarische verkleedpartij.
De elegante etalage verraadt niet dat het hier om een tweedehandswinkel gaat. De hippe Jan Jansen-schoenen die op kunstzinnige en professionele wijze zijn uitgestald scheppen torenhoge verwachtingen voor de rest van de winkel. Bij binnenkomst prijst een fanatieke verkoper direct dure merken als Cavalli en Dolce & Gabbana aan. Het feit dat dergelijke gebruikte kleding prijziger is dan bijvoorbeeld nieuwe H&M-artikelen maakt een bezoek aan deze winkel voor studenten weinig aantrekkelijk. Daar komt bij dat de metroman zich slechts kan vergapen aan de schoenencollectie en de vrouwenkleding uiterst saai is. Wellicht zijn de verjaarde collecties met reden van de hand gedaan. Een tuttige galajurk is er voor de karige kakker misschien nog te vinden. Plan je bezoek in ieder geval niet te lang na het storten van je stufi. Kijk voor meer tweedehands kledingwinkels op ANS-Online.nl
Het issue Tekst: Marjam Bahari en Mart Waterval/ Illustratie: Joost Dekkers P. 26
het issue In deze rubriek staat iedere maand een ander issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: de vrije wil, een illusie?
de wil is weg Onlangs verscheen het boek My brain made me do it van neurowetenschapper Eliezer J. Sternberg. Hij beargumenteert hierin dat de mens geen vrije wil heeft, een opvatting die steeds meer terrein wint. Andere groepen academici zijn het echter radicaal oneens met deze stelling. Filosofen, psychologen en neurologen vertegenwoordigen uiteenlopende standpunten over de vrije wil van de mens. De discussie reikt verder dan het domein van de wetenschap. Onze maatschappij is er, bijvoorbeeld in de rechtspraak, op gebouwd dat we bewust beslissingen nemen. Wanneer de vrije wil niet zou bestaan, zou niemand verantwoordelijk zijn voor eigen daden. Dat heeft als gevolg dat we begrippen als opzet en intentie moeten schrappen uit de rechtspraak. Hoe kunnen mensen immers gestraft worden als zij niet volledig verantwoordelijk zijn voor misdaden? Anderen bestrijden deze opvatting van het ontbreken van de vrije wil en zijn van mening dat mensen bewust besluiten nemen en hiervoor dus wel degelijk gestraft kunnen worden. Reden genoeg om dit wetenschappelijke debat met grote maatschappelijke gevolgen in kaart te brengen: neemt de mens bewust beslissingen, of is het onderbewuste dominant?
De stelling van deze maand: De vrije wil bestaat niet. Prof. Dr. Victor Lamme, hoogleraar Cognitieve Neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en schrijver van ‘De vrije wil bestaat niet’ ‘Er is geen onderzoek dat onomstotelijk aantoont dat vrije wil niet bestaat. Wel zijn er vele experimenten die laten zien dat de mens in essentie een primitief dier is. We worden niet door ratio maar door emoties gedreven en staan onder sterke invloed van wat andere mensen doen en vinden. Onterecht denken we dat er rationele overwegingen meespelen bij het maken van beslissingen. ‘We hebben systemen in ons brein waarmee we begrijpen wat er in de wereld gebeurt en wat soortgenoten om ons heen doen. Op een gegeven moment is de mens daarmee ook zijn eigen gedrag gaan interpreteren en voorspellen. Vervolgens is hij gaan denken dat die voorspellingen de oorzaak zijn van dat gedrag, maar dat is de omgekeerde wereld. Het brein stuurt gedrag aan en de motieven die we daarbij bedenken, komen in werkelijkheid pas achteraf. ‘Ondanks de afwezigheid van vrije wil blijven mensen verantwoordelijk voor wat ze doen. Wel zou ik graag willen dat er minder nadruk komt te liggen op de motieven die mensen geven voor hun daden. Die doen er immers niet toe.’
Prof. Dr. Jean-Pierre Wils, hoogleraar Sociale, Politieke en Cultuurfilosofie ‘Mensen bezitten geen volledig vrije wil. Ik denk bovendien dat vrijheid geen absoluut begrip is. Tijdens een leven groeit het en neemt het af. Niemand wordt met complete toerekeningsvatbaarheid geboren en bijna niemand sterft ermee. ‘Ik ben van mening dat de mens in beperkte zin een vrije wil heeft. Voor die vrije wil bestaan twee minimumvoorwaarden. Ten eerste moet complete dwang, bijvoorbeeld door middel van bedreiging met een wapen, afwezig zijn. Ten tweede moet men het eigen leven niet van de ene op de andere dag radicaal veranderen. Wanneer dit toch gebeurt, komt dat door een trauma of een extreme invloed van buitenaf. Met vrije wil zou een dergelijke omwenteling dus niets te maken hebben. ‘Kort gezegd krijgen mensen voortdurend prikkels van de omgeving die invloed uitoefenen. Iedereen heeft echter een eigen, creatieve verwerking van deze prikkels en maakt op basis daarvan zelf keuzes. We zijn in staat om onze motieven te evalueren en tot op zekere hoogte met onze driften om te gaan. De mens moet je daardoor zien als een actor in een complex netwerk.’
ANS-Online.nl P. 27
Prof. Dr. Ap Dijksterhuis, hoogleraar Psychologie van het onderbewustzijn aan de RU en schrijver van ‘Het slimme onbewuste’ ‘Wanneer vrije wil wordt gedefinieerd als bewuste wil, bestaat het niet. Alle processen die zich in het bewustzijn van de mens afspelen zijn namelijk het gevolg van impliciete processen. Je zou kunnen zeggen dat mensen door het onbewuste worden gedreven en geen bewuste wil hebben. ‘Het idee dat we zelf iets besluiten is een illusie, die ons bewustzijn voor ons creëert. Vaak denken we aan een actie net voordat we deze uitvoeren. Daardoor lijkt het alsof die gedachte de oorzaak is van de actie. Dat is echter niet zo, een onbewust proces stuurt zowel de gedachte als de handeling zelf aan. ‘Om een samenleving te laten functioneren moet je wel doen alsof de vrije wil bestaat. Dat is namelijk het fundament van onze rechtspraak: je moet mensen verantwoordelijk kunnen houden voor hun daden. ‘Een van de zeer nuttige dingen waar we ons bewustzijn voor gebruiken is het inbeelden van situaties die kunnen plaatsvinden, maar niet zijn voorgekomen. Hierdoor kunnen we ons gedrag uit het verleden beoordelen en op basis daarvan ons gedrag in de toekomst aanpassen.’ ANS
Tot de opkomst van de natuurwetenschappen domineerde de kerk de discussie over de menselijke vrije wil. Uit het godsdienstige wereldbeeld met een almachtige God ontstond het idee dat alles van tevoren vast staat en de vrije wil dus niet bestaat. Dit wordt determinisme genoemd. Tegenwoordig wordt er naast de geesteswetenschappen ook door neurologen veel onderzoek verricht naar de vrije wil. In het Libert-experiment wordt bijvoorbeeld aangetoond dat hersenen al reageren voordat mensen zich bewust zijn van hun intentie. Kijk voor meer reacties op ANS-Online.nl
De bankzitter Tekst: Eline Huisman en Mickey Steijaert/ Foto’s: Jaap Baarends P. 28
de bankzitter Op zoek naar avonturen in de avonduren proeft ANS de sfeer bij markante studentenhuizen. De bankzitter ploft neer, test borrelwijsheden en oordeelt over huis en haard.
Deze maand: hoogtepunten op Hoogeveldt
Voor dakloze studenten die te lui zijn voor kijkavonden of na twintig pogingen nog niet genoeg indruk hebben gemaakt, is er altijd nog Hoogeveldt. In de verzamelschuur voor eerstejaars en Erasmusstudenten worden woningzoekenden willekeurig in een nieuwe familie van gemiddeld vijftien ganggenoten gedumpt. Gang 66 lijkt bij binnenkomst een schoolvoorbeeld van een smerige en studentikoze leefomgeving. Een roze bierkoelkast en een jaarcollectie oud papier sieren de roodgeverfde keuken annex huiskamer. Alleen de verwachte stapel vuile vaat is afwezig. Nicole (17), tweedejaars Lerarenopleiding Biologie: ‘Elke vrijdag zetten we alle afwas op een speciale plank in de keuken. Wat maandagochtend nog geen sopje heeft gezien, gooi ik weg.’ Het ‘interessante sociale experiment Hoogeveldt’, zoals Psychologiestudent Henk-Jan (20) de woonsituatie noemt, heeft hier een opmerkelijke invulling gekregen. In de gezamenlijke woonkeuken worden de meest intieme details gedeeld en de bewoners blijken een onuitputtelijke bron van bizarre verhalen te zijn. ‘Jij hebt toch porno gekeken met die jongen waar je geen seks mee hebt gehad?’, vraagt één van de meiden aan een ganggenote. Hoewel de gespreksonderwerpen anders doen vermoeden, zijn de bewoners allemaal relatief nieuw. Tweedejaars student Politicologie Bonjamin (22): ‘We hebben geluk gehad met elkaar. Op andere gangen koopt iedereen zijn eigen rolletje wc-papier en zijn alle kamerdeuren dicht.’ Toch heeft ook deze gang zijn zonderlingen gekend. ‘Een ex-
ganggenote stond ’s ochtends om zeven uur op om haar kippetje in de keuken te braden, zodat ze het ’s avonds op haar eigen kamer kon opwarmen. Ze leefde zo geruisloos dat we op een avond de huisbaas moesten bellen om vast te stellen of ze nog leefde’, aldus Mieke (20), die de lerarenopleiding Scheikunde volgt. Tegenwoordig verloopt de integratie van nieuwe bewoners buitengewoon soepel. Student Pedagogische Wetenschappen Nick (22), sinds drie uur ook inwoner van het studentenpakhuis, krijgt bij binnenkomst meteen een biertje in handen gedrukt met de vraag zijn gênantste anekdote te delen. Het daarop volgende relaas over het ontwaken in een onbekend appartement zet de toon voor de rest van de avond. Verhalen over naakt op de Sint Anna belanden en in een string door een hotel in Dublin rennen, volgen elkaar in rap tempo op. Nicole vertelt hoe ze een week geleden wakker werd met een bloedend oor en zonder voortanden na een avondje stappen. Op de vraag of ook het leven op de gang zelf er heftig aan toe gaat, worden foto’s van innig verstrengelde ganggenoten getoond. Als klap op de vuurpijl wordt het favoriete spel ‘Verneuk jezelf’ uit de doeken gedaan, dat onlangs nog werd gespeeld. Mieke: ‘Op een gegeven moment zat iedereen aan elkaars borsten, een soort twister op tieten.’ Hoog tijd om het handwerk voor wat hersenactiviteit te verruilen, waar de tot nu toe stille studente Algemene Cultuurwetenschappen en gangoudste Jildou (23) zich onmisbaar laat gelden. ANS
ANS-Online.nl P. 29
De inboedelindex • Toilet afgebakend als damesterrein door middel van zebraprints en posters van naakte mannen • Een bowlingkegel als trofee van een avondje bowlen • Een origineel samuraizwaard (erfenis van een schichtige huisgenoot) • Hoge herenhoed, achtergelaten door Engelse gasten in ruil voor de gestolen koelkastinhoud
De lolly van Obama is inderdaad geliefd in China, maar dan hoofdzakelijk onder meerderjarige Chinezen. Zijn opblaaspop bleek een heuse hit op een erotisch cultureel festival te zijn. Toch verdient dit eufemisme een half breintje. Waardoor werd de zeventiende eeuwse kunstschilder Pieter de Hoogh geveld? Nicole: ‘Misschien was hij vergeten zijn insuline in te nemen.’ Henk-Jan: ‘Pieter had het onderwijs bekritiseerd.’ Nicole: ‘Ik denk dat hij zijn oor probeerde af te snijden. Dat werd hem fataal.’ Hoewel de universiteit onderwijscritici tegenwoordig inderdaad monddood maakt, was de hersendood van Pieter de Hoogh het gevolg van krankzinnigheid. Het afhakken van oren is geen wetmatigheid bij geesteszieke schilders, dus met dit antwoord wordt geen breintje verdiend.
Standaard studenteninterieur, afgewisseld met talloze objecten die mysterieuze verhalen vertegenwoordigen. Genoeg gespreksstof voor onbekende bezoekers, maar bovenal een typische Hoogeveldtentourage waar je liever niet te lang in verkeert.
Kennisvragen Waar komt de naam Hoogeveldt vandaan? Nicole: ‘Het is in elk geval gebouwd in de jaren zeventig.’ Henk-Jan: ‘Volgens mij komt de naam van Alexander de Grote, die met de slag om de Heilige Hoge Velden streed voor studentenrechten.’ De Macedoniër bedwong weliswaar Perzië en Egypte, maar had met het grondgebied van het studentencomplex niets van doen. Het gebouw dat woningrechten voor studenten beschermt, werd opgetrokken op grondgebied het ‘Hooge Veldt’. Waarmee is de Amerikaanse president Obama populair in China? Bonjamin: ‘Hij is toch helemaal niet populair in China?’ Henk-Jan: ‘Obama is populair in China, omdat hij zo goedkoop is.’ Nicole: ‘De lollyversie van Obama is populair bij Chinese kinderen.’
Wat was het belangrijkste seksuele gebod bij de Romeinen? Henk-Jan: ‘Ze mochten het niet met hun eigen kinderen doen, denk ik. Dat vind ik gewoon heel belangrijk.’ Mieke: ‘Nee, ik denk dat een trio nooit met twee mannen mocht zijn.’ Nicole: ‘Een boytoy was anders heel normaal, hoor. Volgens mij moesten mannen zo snel mogelijk seks hebben met minimaal zes vrouwen.’ Bonjamin: ‘Als je dan toch een minimum neemt, doe dan meteen twaalf vrouwen.’ Henk-Jan, ten einde raad: ‘Waarom hebben we geen Italiaan op de gang?’ Terwijl in gang 66 zowel mannen als vrouwen actief deelnemen aan deze quiz, was dat bij het Romeinse liefdesspel wel anders. Waar van de man een actieve houding vereist was, mocht de vrouw slechts passief participeren. Welke Rotterdamse Deen is nog zeker tot de kerst gedoemd tot bankzitten? Nicole: ‘Iemand van de Ikea?’ Jildou: ‘Tomasson!’ Met de speler van Feyenoord, die zeker tot de winterstop met een bovenbeenblessure op de bank moet blijven zitten, wordt op de valreep nog een breintje binnengesleept.
Het juryrapport: Hoewel de bewoners van gang 66 over een flinke dosis creativiteit beschikken, is hun feitelijke kennis matig. Het is aan te raden vanaf nu meer in de boeken dan in bizarre gebeurtenissen te duiken.
Colofon P. 30
Restaurant
Ankara
Al 30 jaar het adres voor Turkse specialiteiten Vleesgerechten vegetarische gerechten pizza's
Elke woensdag Taizéviering 8 dec.: Crossroads 9 dec.: Roze Lunch 10-12 dec.: Meditatieweekend 22 dec.: Dagelijkse rituelen 24 dec.: Kerstnachtviering
Afhalen mogelijk Iedere dag geopend vanaf 17.00 uur
Burg.v.d.Berghstraat 144 Nijmegen 024-3228108
www.restaurantankara.nl
www.ru.nl/studentenkerk
25e jaargang
Medewerkers
Eindredactie
Crypto
Druk
Oplage 10.000 stuks
Marjam Bahari
Michiel Aerts
Laura van Asselt
Drukkerij Offsetservice
Britt Latour
Boy van Dijk
Aan deze ANS
Joeri Pisart
Anne Elshof
Voorpagina
werkten mee:
Laura van der Sman
Tim Ficheroux
Valentijn Brandt
Ontwerp
Mickey Steijaert
Tijn van Lange
Hoofdredactie
Adrianne Tuk
Stefan Meeuws
Columnisten
Roel Vaessen
Henk Strikkers
Lucy Vleeshouwers
Joost Nellen
Charlien Adriaenssens
Eva-Marijn de Vries
Mitchel Wijnen
Timo Pisart
Rob Ramaker en
Lay-out
Reinout Versteeg
Martijn Wehrens
Henk Strikkers
Valkenswaard
Marloes de Laat en
Webredacteur
Illustraties
Martijn Wehrens
Mart Waterval
Madelon van der Avoort
Dave Willems
Uitgave,
Joost Dekkers
Ateke Willemse
abonnementen en
Redactieadres
advertentieacquisitie
Heyendaalseweg 141
Foto’s
Stichting MultiMedia
6525 AJ Nijmegen
Pieter Hengst
Jaap Baarends
stichtingmultimedia@
024-3612176
Eline Huisman
Valentijn Brandt
gmail.com
redactie @ ans-online.nl
Valerie Rutjes
Vesna Faassen
Jozien Wijkhuijs
Joeri Pisart
Redactie
Marieke Meijer
Dirk van den Brand
Erik Molkenboer
Eva-Marijn de Vries
Dagelijks bestuur Tim Ficheroux Tijs Karskens
Ans deze maand Crypto P.P.31 31
CRYPTO
GURE AVONDEN VOL VAN BISSCHOPSWIJN EN PEPERNOTEN WORDEN NIET BEPAALD GERUISLOOS OPGEVOLGD DOOR monsterlijke tafels vol dode dieren. Leve het christendom! leve december!
Horizontaal 2. Aan het eind vond je A. op leeftijd (13), 6. Nu geen voet erin, maar cadeautjes (6), 7. Ook zoet strooigoed? (12), 10. Vet dik aan het einde van het jaar (7), 11. Ach sint is ‘m al gesmeerd op 24 december (8), 12. Ons motto: Boos! En nu varen met die pakjes (9), 15. Het roer moet ‘r niet slaan (3), 16. Niet door het ijs, wel mee met Piet (3), 18. Laag en sterk dansen op dit feest (9), 19. De ambiance van gezelligheid (5), 20. Arbeid waar de vonken vanaf vliegen (8) Verticaal 1. Klinkt als een planeet die lijdt (9), 3. Elk jaar versierd, maar toch nog oh zo groen (10), 4. Tijdens Kerst op aarde (5), 5. Pak je ‘s avonds uit? Zit er dik in! (11), 6. Lees je dit in de sneeuw? Nee hoor, ik glij erop (4), 8. Erwin zit in ‘t seizoen (6), 9. Kleine hemellichamen branden kort (10), 13. Leesvoer (12), 14. Trek de slab niet aan, want hij hangt in de boom (8), 17. Strooi je met scherpe bladmuziek? (10)
OPLOSSING crypto november Horizontaal 2. Vierdaagse 4. Waalstrandje, 6. Benedenstad, 8. Lent, 10. Neerbosch, 14. Vlaams Cultureel Kwartier, 15. Radboud, 17. Zevenheuvelenloop, 18. Zomerfeesten, 19. Waagh. Verticaal 1. Sint Anna 3. Hatert 5. Keizer Karel 7. Doornroosje 9.
Waalbrug 11. Burcht 12. Lux 13. Heyendaal 14. Valkhof 16. Gelderland
winnaaR Winnaar van de vorige crypto is Romee Cnossen uit Nijmegen. Wil jij ook 15 euro winnen? Stuur je oplossing van de ANS-crypto voor 13 december onder vermelding van naam, adres en bank-/ gironummer naar de redactie of naar
[email protected].
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32
Tekst: Britt Latour en Joeri Pisart/ Foto: Joeri Pisart Tekst: Jozien Wijkhuijs/ Foto: Jaap Baarends
Sjir Schutt (20), tweedejaars Politicologie Twee Danoontje drinkyoghurt in 15,6 seconden, ‘want alcohol maakt je een complete mongool’
zien. Eenmaal thuis raakte het me pas echt. Er knapte iets in me en toen heb ik een avond lang gejankt en geschreeuwd.’ Wat is jouw guilty pleasure?
Heb je weleens gevochten?
‘Ik houd er van dingen kapot te maken. Zo vind ik groenten snijden heel vet,
‘Hoewel ik kungfu, thaiboksen en kooivechten zonder kooi beoefen, heb ik
hoewel minder alledaagse dingen mijn voorkeur hebben. Op een expositie van
nooit op straat geknokt. Ik zag eens dat een stomdronken jongen ruzie zocht
eerstejaars kunstacademiestudenten zag ik allerlei kwetsbare kunstwerkjes: het
met een reus van een vent, die hij nooit aan zou kunnen. Het kleintje werd finaal
leek me heftig om alles te slopen. Het mooiste wat ik daadwerkelijk heb gemold
neergehoekt. De hele Molenstraat stond op z’n kop. Die grote gozer vond het
was een spiegel die buiten een supermarkt in Frankrijk stond. Ik heb hem hele-
welletjes en liep weg, maar de ander bleef aandringen. Om hem tegen zichzelf
maal aan diggelen geslagen en de zooi daarna wel netjes opgeruimd natuurlijk.’
te beschermen pakte ik dat dronken jochie in de houdgreep. Ik kende hem verder niet, het was een debiele situatie.’
Wat was jouw meest bizarre onenighstand? ‘Die begon met een meisje dat de hele avond hard to get speelde. Ik moest
Wanneer heb je voor het laatst gehuild?
tien minuten buiten wachten, dan zou ze meegaan. Ik werd er flink chagrijnig
‘Dat was afgelopen augustus, na een vrijwilligersproject in Bulgarije. Ik heb daar
van, maar wilde wel iemand mee naar huis nemen. Eenmaal thuis was ze
een week lang gespeeld en geknuffeld met weeskindjes. Ze waren überzielig
me aan het aftrekken. Precies toen ik klaarkwam drukte ze mijn fallus in mijn
en hadden, op veel problemen na, helemaal niets. Een van de nachten die ik
shirt. Jezus, wat deed dat pijn! Net schuurpapier. Misschien had ze niet zo veel
daar was mochten ze buiten spelen. De kinderen renden rond, vlogen over
ervaring in bed. Ik had eigenlijk wel wat feedback mogen geven. Bij dezen dan
elkaar heen en gierden het uit. Ze leefden helemaal op, dat was prachtig om te
maar.’ ANS