De Hangouderenkrant - maart 2008
Fotoreportage
Denovobank
De zwakste schakel?
pagina 6 en 7
pagina 8
de Hangouderen Over ouderen die elkaar buiten willen ontmoeten
pagina 9
Eenmalige uitgave, maart 2008, www.zilverenkracht.nl
Term ‘hangouderen’ onterecht negatief
Vrije jongens
Zelfgekozen ontmoetingsplaatsen geen bronnen van overlast
MOVISIE sprak uitgebreid met ouderen op ontmoetingsplaatsen in Arnhem, Dokkum, Rijswijk, Utrecht en Zevenbergen. Daar komen voornamelijk autochtone mannen in de leeftijd van 60 tot 90 jaar. Vaak hebben ze een beroep gehad waardoor ze veel buiten waren. Ze zoeken elkaar op voor de gezelligheid en de afleiding. Ze zijn gewend dat als mannen onder elkaar te doen. Hun gezondheid is meestal niet optimaal, maar daarover klagen ze niet bij elkaar. > lees verder op pagina 3
Kwaliteitseisen Omdat ze niet altijd meer goed ter been zijn, zijn vele ouderen buitenshuis aangewezen op een rollator, looprek, wandelstok, scootmobiel of rolstoel. Voor hen zijn stoepranden en drempels, losliggende tegels, hobbelige straatstenen en ongelukkig geplaatste verkeers- en reclameborden obstakels. Op hun ontmoetingsplaatsen storen ze zich aan zwerfvuil en slecht onderhouden en oncomfortabel straatmeubilair. Reden genoeg om hogere eisen te stellen > lees verder op pagina 6 en 7 aan de kwaliteit van de openbare ruimte.
Zelfregulerend vermogen Groepen ouderen die elkaar treffen in de buitenlucht, handhaven onderling impliciete gedragscodes. Wie de fatsoennormen overtreedt, bijvoorbeeld door bier te drinken of voorbijgangers na te roepen, wordt gecorrigeerd of is niet meer welkom. Het zelfregulerende ver> lees verder op mogen van deze groepen ouderen blijkt groot te zijn.
‘Ouderen verwarmen de openbare ruimte’ Foto: Hangouderen Rijswijk
Utrecht - Dat ouderen elkaar opzoeken in de openbare ruimte is geen maatschappelijk probleem. Dit concluderen onderzoekers van MOVISIE op basis van uitgebreide gesprekken met ouderen, omstanders, toezichthouders en experts. Ouderen die elkaar treffen op straat, in een winkelcentrum of in een park, veroorzaken zelden overlast. Integendeel, hun aanwezigheid levert een positieve bijdrage aan de sociale veiligheid en de levendigheid van de omgeving. Sinds het voorjaar van 2005 zijn in de media berichten verschenen over ouderen die overlast veroorzaakten in winkelcentra in Oude Pekela en Almere.‘Hangouderen’ werden ze genoemd en de indruk werd gewekt dat er sprake was van een nieuw maatschappelijk probleem. Voor MOVISIE, het landelijk kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling, was dat aanleiding voor een onderzoek. Conclusie: de aanvaringen met ouderen in Oude Pekela en Almere waren incidenten. Op de meeste plaatsen wordt de aanwezigheid van groepjes
ouderen in de openbare ruimte juist als positief ervaren.
Openluchtsociëteit Het begrip ‘hangplek’ is volgens de onderzoekers van MOVISIE onterecht negatief. Zij spreken liever over ‘ontmoetingsplaats’ of, in navolging van een geïnterviewde oudere, over ‘openluchtsociëteit’. De informele ontmoetingsplaatsen van ouderen in de openbare ruimte hebben meestal een toegevoegde waarde omdat ze een bron zijn van levendigheid, informatie en sociale controle. Slechts een enkeling ergert zich eraan.
De onderzoekers van MOVISIE vragen zich wel af of de huidige openbare ruimte klaar is voor de toekomst. Ze schatten dat op dit moment tussen de 70.000 en 90.000 ouderen in Nederland elkaar regelmatig treffen op een zelfgekozen vaste plek in de buitenlucht of in een winkelcentrum. Volgens de onderzoekers is het de hoogste tijd voor lokale belangenorganisaties, vastgoedeigenaren, woningcorporaties, bestuurders, stedenbouwkundigen en architecten om de veiligheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de openbare ruimte te vergroten. Daardoor zullen niet alleen ouderen, maar ook kinderen, jongeren en andere leeftijdsgroepen in de toekomst beter hun eigen plek in de openbare ruimte kunnen vinden. Het creëren van aparte hangplekken voor ouderen werkt echter stigmatiserend en is daarom geen oplossing, vinden de onder> lees verder op pagina 2 zoekers.
Een warme woonomgeving is niet alleen een kwestie van een paar graden meer als gevolg van de klimaatsverandering. Volgens de socioloog Thaddeus Müller straalt de openbare ruimte warmte uit als mensen zich er prettig, veilig en geborgen voelen. In een warme stad kijken mensen naar elkaar. Dat is precies wat ouderen op hun ontmoetingsplaatsen doen: kijken naar andere mensen. Door dat regelmatig op dezelfde plekken te doen, worden ze zelf ook een bron van stedelijke warmte. Ze doorbreken de anonimiteit van de stad omdat ze een vertrouwd beeld worden voor vaste voorbijgangers. Ze zijn een vraagbaak voor onbekende passanten. Met hun verhalen en hun kennis van de stad leveren ouderen een actieve bijdrage aan het ‘geheugen’ en de levendigheid van de wijk.
De klimaatverandering leidt ook in Nederland tot een mediterrane leefstijl
De Hangouderenkrant - maart 2008
vervolg van pagina 1
Hangouderen of leden van een openluchtsociëteit? In praktisch elk dorp en in elke stad in Nederland staan van oudsher bankjes waar ouderen elkaar op gezette tijden ontmoeten. Vanwege de sterke verhalen die daar worden verteld, worden ze ook wel ‘leugenbankjes’ genoemd. De vraag is waarom ouderen die op zulke plekken komen tegenwoordig een negatief etiket krijgen. ‘Ze zijn luidruchtig. Ze maken beledigende opmerkingen naar voorbijgangers, vooral naar vrouwen. Ze staan anderen in de weg met hun rollators en scootmobielen. Ze houden de beste plekken bezet. Ze zijn slecht voor het imago van ondernemers. Het zijn nietsnutten.’ Dat was de strekking van de klachten in de berichten over de ouderen die elkaar troffen in een winkel-
centrum in Oude Pekela en een horecagelegenheid in Almere. Van crimineel gedrag was absoluut geen sprake. Het lijkt erop dat deze ouderen er eigenlijk gewoon niet hadden mogen zijn. De realiteit is dat ouderen er zijn en dat er steeds meer komen. Soms zijn ze slechthorend en moeten ze hun stem verheffen om elkaar te kunnen verstaan. Vaak zijn ze mondiger en leven ze minder teruggetrokken dan vroeger. Ze laten zich niet zomaar wegsturen. Ze zijn op zoek naar vormen van tijdsbesteding buitenshuis waar instituties als de kerk of het welzijnswerk niet altijd in voorzien. Ouderen worden steeds meer een partij in de strijd om de openbare ruimte. Ze moeten de schaarse ruimte die niet vol-
Hangouderen op Geen Stijl Naar aanleiding van een bericht over het samenscholingsverbod voor hangouderen in een winkelcentrum in de gemeente Pekela, voorjaar 2005, verschijnt een groot aantal reacties op het weblog www.geenstijl.nl. Enkele voorbeelden. ‘Dit fenomeen “hangouderen” bestaat al jaren. ’t Loopt alleen de laatste jaren de spuigaten uit. Winkels waar gratis dingen verkrijgbaar zijn, zijn daar mede debet aan. ‘k Vind die gasten gewoon giga irritant. Ze staan midden in de weg met hun fietsie, rollatortje, scootmobiel etc. Je kan er amper omheen. En wat hebben ze er eigenlijk te zoeken. Niets! Poen hebben ze niet, dus dan maar apies kijken, roken en gratis koffie zuipen. Vroeger kreeg ik al te horen: “Als je geen geld hebt, heb je niks in de stad te zoeken”. Diezelfde gasten die dat zeiden, zitten nu zelf urenlang niks te doen in de stad.’ ‘Jaah, je kunt als oudere de hele dag vanachter de geraniums de hele straat in de gaten houden. Wat ook een mogelijkheid is dat je de straat op gaat. Give it a break baby. Ook ouderen zijn mensen en maken net als de jeugd van tegenwoordig gewoon grappen. Die grappen zijn dan weliswaar niet zo gelikt als wat de jeugd uitkraamt, maar voor hun gevoel wel leuk.’
gebouwd of voor het autoverkeer bestemd is, delen met talloze, min of meer kwetsbare anderen: van spelende kinderen en gehaaste volwassenen tot zich vervelende jongeren, daklozen en druggebruikers. Met het oog op de veiligheid heeft dat tot nu toe vooral geleid tot negatieve maatregelen, zoals het weghalen van bankjes om het verblijf in de openbare ruimte te ontmoedigen, bijvoorbeeld in Oude Pekela. Door zulke maatregelen is de openbare ruimte er niet aantrekkelijker op geworden. Foto: Hangouderen Rijswijk
De overlast die anderen ervaren kan ook het gevolg zijn van opvattingen over hoe ouderen zich horen te gedragen. Iedereen vindt dat ouderen tegenwoordig niet achter de geraniums moeten verdwijnen, maar kennelijk
wordt hun zichtbare aanwezigheid buiten niet altijd even positief gewaardeerd. In de horeca of in winkels worden ze geacht flink geld uit te geven. Voor de gezelligheid moeten ze maar
Waarom komt u hier? Ontmoetingen met bekenden op een vaste plek in hun eigen buurt hebben voor ouderen een belangrijke sociale functie. Dat blijkt uit de interviews die MOVISIE had met ouderen in vijf gemeenten verspreid over het land. Ouderen die elkaar opzoeken in de openbare ruimte, missen vaak informele contacten buitenshuis nadat ze gestopt zijn met werken. Om gezondheidsredenen hebben ze meestal al allerlei andere activiteiten moeten opgeven. Hun eigen wereld mag dan misschien wat kleiner zijn geworden, ze voelen zich nog volop betrokken bij de buitenwereld. Door de bezoeken aan de ontmoetingsplaatsen houden zij goed zicht op wat er in hun omgeving gebeurt, krijgen hun dagen structuur en vinden ze soms ook steun bij elkaar.
Joop (71), dorpsplein, Zevenbergen: ‘Duiven melken ging niet meer’ ‘Vroeger hield ik duiven. Ik was altijd in de weer met die beestjes. Voeren, ringen, hokken schoonmaken, wegbrengen voor wedstrijden, vangen en weer terugzetten in het hok. Ik heb knap wat bekers gewonnen. Maar ja, toen begon ik te tobben met m’n longen, daarom zit ik nu aan de zuurstof. Ik kwam in de scootmobiel te zitten en vlak daarna kreeg ik een beroerte en een hartoperatie d’r bij. Toen ging het niet meer met die duifjes. Hokken schoonmaken en voeren ging niet meer. Ik heb ze moeten wegdoen. Dat was wel erg hoor, ik had ze al veertig jaar. Dan moet je iets anders zoeken. Zo kwam ik hier terecht’.
Willem (68), Presikhaaf, Arnhem: ‘Ik moet er effe uit’
Foto: Hangouderen Arnhem
naar een buurtcentrum of club. Zoals kinderen nauwelijks meer vrij buiten kunnen spelen, wordt ouderen hun zelfgeorganiseerde ‘openluchtsociëteit’ vaak niet gegund.
‘Ik ben elke dag weg, de hort op. Ik moet er effe uit. Mijn vrouw is thuis, die zit in de rolstoel. Vroeger gingen we dan samen een ommetje maken, dan duwde ik haar. Dan gingen we effe naar de visboer, een vissie eten. Maar nou zit ik zelf in de scootmobiel, ik kan haar karretje niet meer duwen. Dus nou kunnen we niet meer samen. Dan ga ik hier naartoe om d’r effe uit te zijn’.
Henk (66), Dokkum: ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’ ‘Ik ben altijd blij als ik hier weer naartoe kan. Kijk, elk huisje heeft zijn kruisje. Overal is wel wat, ik wil niet klagen. Maar ik hou het thuis niet vol de hele dag. Ik moet een paar uurtjes hierheen. Mijn vrouw heeft zeven jaar geleden Alzheimer gekregen. Ze is altijd met religie bezig, met God en de bijbel. En ze is heel jaloers, ze haalt zich dingen in haar hoofd. Dat komt, ze snapt de dingen niet meer en dan gaat ze er zelf wat bij bedenken. Dat is moeilijk voor mij. Ik moet elke dag een poosje het huis uit’.
Jan (74), kerkplein, Rijswijk: ‘Wat om naar uit te kijken’ ‘Ik kom hier nou een jaar of drie. Ik ben hier naar toe gegaan nadat mijn vrouw was overleden. Ze had een heel lang ziekbed, longkanker. En toen ze dood was zat ik alleen in huis te koekeloeren. Ik wil geen meelij, daar hou ik niet van. Ik dacht bij m’n eigen, ik moet iets gaan doen, een beetje onder de mensen komen.Toen ben ik hierheen gegaan. Ik kom elke dag en vaak twee keer. Heb ik wat om naar uit te kijken’.
Pieter (75), Ondiep, Utrecht: ‘Er is altijd wat te beleven’ ‘Dit is het bankje van ‘van alles en nog wat’. Er is altijd wat te beleven hier. Het bruist. D’r wordt gelachen, of er is een handeltje of je hoort een nieuwtje. Waarom zou ik thuis blijven zitten, voor de tv? Daar gebeurt niks hoor, met mijn vrouw ben ik gauw uitgepraat. Als ik ergens naartoe ga, dan is het hierheen, of naar de winkel boodschappen doen. En als ik boodschappen heb gedaan dan kom ik hier weer langs en dan roept er iemand wat naar je of ze moeten wat van je, en voor je het weet sta je hier weer een uur’.
De Hangouderenkrant - maart 2008
vervolg van pagina 1
Vrije jongens
Extra ogen en oren in de wijk De reacties van mensen in de omgeving van de onderzochte ontmoetingsplaatsen zijn overwegend positief. Ze vinden dat de omgeving er vooral gezelliger en veiliger door wordt. Tenzij er drank in het spel is. In de Arnhemse wijk Presikhaaf juicht de wijkagent de aanwezigheid van ouderen in het park en het winkelcentrum toe omdat zij van alles zien en horen. De beheerder van het winkelcentrum vindt het zelfs uitgesproken positief als de ouderen er hun eigen overdekte plek vinden. In Dokkum en Zevenbergen veroorzaken de ouderen evenmin overlast. Een predikant in Rijswijk hoort wel eens mensen klagen over de ruimte die de ouderen in beslag nemen op het kerkplein en over hun passieve houding, maar zegt zich daar zelf niet aan te storen. Een verkoopster van een naburige kledingzaak heeft geen moeite met de ouderen, hoewel ze denkt dat haar klanten wel eens afgeschrikt worden door het cordon van ouderen die bij regen schuilen onder de luifel van de winkel. Alleen in de Utrechtse wijk Ondiep heeft de ontmoetingsplaats in de zomer van 2007 overlast veroorzaakt.Toen de bewoners van een nabijgelegen opvanghuis voor alcoholverslaafden zich bij de bierdrinkende ouderen voegden, liep het daar uit de hand. Omdat er elders in de wijk problemen met drinkende jongeren waren, besloot de gemeente voor de ontmoetingsplek een alcoholverbod in te stellen.
vervolg van pagina 1
Zelfregulerend vermogen
Foto: Hangouderen Zevenbergen
Ouderen die elkaar in de openbare ruimte opzoeken, blijken veel gemeenschappelijke kenmerken te hebben. Het zijn vrijwel allemaal mannen. Ze hebben veel overeenkomsten in hun achtergrond qua werk en opleiding, hun hechte band met de omgeving en hun levensstijl. Dat verklaart meteen waarom mannen met een andere achtergrond, vrouwen en allochtonen zelden in hun midden te vinden zijn. De meeste vaste bezoekers van de ontmoetingsplaatsen zijn mannen tussen de zestig en negentig jaar. Vaak zijn ze geboren en getogen in het dorp of de stadswijk waar ze elkaar nu treffen. Ze zijn sterk gehecht aan hun woonomgeving en kennen elkaar al jaren. Gradus (69) uit de wijk Presikhaaf in Arnhem vertelt: ‘Een heleboel jongens die hier komen, ken ik mijn hele leven al. Daar ben ik mee opgegroeid, mee naar school geweest, of ik ken ze via het werk of zo. Ik ken iedereen hier. Ze wonen ook allemaal bij mij in de wijk.’
Geen theekransje De ouderen die elkaar buiten opzoeken noemen zichzelf ‘vrije jongens’. Ze zijn vroeger chauffeur geweest, hebben in de bouw gewerkt, waren glazenwasser of zeeman. Ze hadden afwisselend werk met veel vrijheid en waren veel buiten. Hun leven buitenshuis was meestal sterk gescheiden van dat van hun vrouwen. En dat houden ze liever zo, volgens Jan (74) uit Rijswijk: ‘Bij ons komen er geen vrouwen bij. Het is hier geen theekransje. Er komt
er wel eens een voorbij, die stopt en die komt even praten. Dat wel. Maar er zijn geen vrouwen die er lang bij blijven staan. Wij zijn toch meer met de mannen onder elkaar.’ Het is bekend dat ouderen na hun pensionering hun vertrouwde levensstijl zo veel mogelijk proberen voort te zetten. Zo zoeken mensen die een bestuurlijke functie hebben gehad, vaak een vergelijkbare functie in ouderenbonden of andere vrijwilligersorganisaties. Om dezelfde reden zijn mensen die altijd veel werk, hobby’s en contacten in de buitenlucht hebben gehad, geneigd gelijkgestemden in die buitenlucht te blijven opzoeken. Willem (68) uit Presikhaaf in Arnhem: ‘We maken altijd gein onder elkaar, altijd dollen. Dan zeg ik tegen iemand “Weet jij hoe dementie begint?” Dan zegt die ander: “Dat weet ik niet”. Dan zeg ik: “Nou, zo begint het. Bij jou is het begonnen.” ’
Vrouwen en allochtonen MOVISIE trof op de vijf onderzochte ontmoetingsplaatsen vrijwel alleen autochtone man-
nen aan. Op basis van het onderzoek is niet vast te stellen of vrouwen geen behoefte hebben aan zulke ontmoetingsplaatsen of dat ze die behoefte op andere manieren vervullen, bijvoorbeeld door elkaar in winkelcentra te treffen. Voor het feit dat de onderzoekers geen allochtone ouderen hebben aangetroffen, zijn verschillende verklaringen denkbaar. Misschien zoeken allochtone ouderen elkaar meer binnenshuis op, bijvoorbeeld in koffiehuizen. Met name buiten de grote steden zou hun afwezigheid op ontmoetingplaatsen in de buitenlucht ook te maken kunnen hebben met hun nog relatief geringe aantal. Dit gegeven zou dan de komende decennia wel eens sterk kunnen veranderen en merkbaar worden in de openbare ruimte, vooral als een meer mediterrane levensstijl algemener in zwang komt in Nederland. Nu al is met name ’s zomers te zien dat oudere Turkse en Marokkaanse vrouwen wel zulke ontmoetingsplaatsen hebben, bijvoorbeeld bij speelplaatsen of in het park.
De ouderen die elkaar op vaste plaatsen in de openbare ruimte opzoeken, doen dat meestal in een groep van tussen de vijf en de vijftien man. Net als in een echte sociëteit is het meestal op bepaalde tijden een komen en gaan van mensen. De groepen hebben geen formele leiders, maar er zijn wel duidelijk gangmakers en toeschouwers. Ook hebben ze meestal een ongeschreven gedragscode waar de leden zich in principe aan moeten houden om erbij te horen.
De ouderen in de onderzochte groepen blijken elkaar aan te spreken op de volgende gedragsregels: • Geen racistische of seksistische opmerkingen maken • Geen alcohol drinken in het openbaar • Geen andere mensen wegsturen die op de banken willen zitten • Niet roddelen.
Hoewel de ouderen bewust de vrijheid van de buitenlucht opzoeken en zich weinig aantrekken van mensen die dat afkeuren, proberen ze deze gedragsregels wel zoveel mogelijk te handhaven. Niet alleen omdat het strookt met hun eigen fatsoensnormen, maar ook omdat ze zich er terdege van bewust zijn dat ze hun ontmoetingsplek kunnen kwijtraken als ze zich tegenover anderen misdragen.
Foto: Hangouderen Zevenbergen
De Hangouderenkrant - maart 2008
Reportage
Arnhem, Presikhaaf dinsdag 9 oktober 2007, 16.34 uur ‘We hebben hier altijd wel wat te kijken. Je moet een beetje uitzicht hebben, hè?’ Foto: Hangouderen Arnhem
Dokkum, Woensdag 17 oktober 2007, 14.58 uur ‘Ik dacht bij m’n eigen, ik moet iets gaan doen, een beetje onder de mensen komen. Toen ben ik hier heen gegaan.’
Foto: Hangouderen Dokkum
De Hangouderenkrant - maart 2008
Hangouderen Dokkum, oude tekening in café tegenover de hangplek van hoe de mannen daar vroeger zaten.
Rijswijk, kerkplein, Vrijdag 26 oktober 2007, 17.16 uur ‘Als er iets gebeurt in het dorp dan weten wij dat als eerste. Het is net de VVV.’
Foto: Hangouderen Rijswijk
Foto: Hangouderen Dokkum
De Hangouderenkrant - maart 2008
De zwakste schakel? doorgezakte metalen bank zonder leuning. Dankzij een televisieactie hebben ze eind 2007 een nieuwe houten bank gekregen.
Goed voor iedereen
Foto: Hangouderen Utrecht
De overheid vindt al jaren dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woonomgeving moeten blijven wonen, ook als hun gezondheid afneemt. Het is de bedoeling dat zij gebruikmaken van de voorzieningen in hun buurt. Dat klinkt goed, maar in de praktijk liggen er voor ouderen letterlijk veel obstakels. Door hun kleinere actieradius en hun beperkte mobiliteit leren ouderen de zwakke punten van hun woonomgeving als geen ander kennen. Ze weten precies
waar de stoeptegels losliggen, waar ze het veiligst kunnen oversteken en het gemakkelijkst de stoepranden op kunnen. Een Rijswijkse oudere vertelt: ‘Een scootmobiel heeft geen goede vering, dus dan zit je heen en weer te schudden op die ongelijke stoeptegels. En de stoepranden zijn te hoog. Dat moet een beetje schuin op- en aflopen, dan kunnen wij er beter overheen.’ Ouderen weten ook welke bankjes onbereikbaar zijn door de kuilen, welke kapot zijn en aan welke je ’s winters vastvriest en je ’s zomers verbrandt. In Zevenbergen moesten de ouderen het jaren doen met een oude,
Ouderen die intensief gebruik maken van de openbare ruimte, hebben veel aan te merken op de kwaliteit. Maar wie luistert er naar hen? De onderzoekers Galle en Van der Wagt van het Ruimtelijk Planbureau noemen ouderen ‘de zwakste schakel’ in de woonomgeving. In 2007 hebben zij een visie gepubliceerd op de gewenste kenmerken van publieke ruimte in een vergrijzende samenleving. Zij gaan ervan uit dat elke woonomgeving geschikt te maken is voor ouderen zolang die maar kleinschalig gemaakt wordt en doordacht ontworpen wordt, in samenwerking met de bewoners. Wat goed is voor ouderen, is goed voor alle bewoners. Met andere woorden: als ouderen hun eigen inbreng voor verbetering van hun woonomgeving kunnen hebben, zouden ze net zo goed de sterkste schakel kunnen zijn. Interessante concepten in dit verband zijn: • Design for All (D4A): het ontwerpen van producten, diensten en openbare ruimte met het oog op toegankelijkheid en gebruiksgemak voor iedereen; opdat zoveel mogelijk mensen er gebruik van kunnen maken zonder hulp te hoeven vragen; en zodat niemand onnodig wordt buitengesloten (zie www.design-for-all.nl). • De Gezonde wijk: fysieke en sociale maatregelen voor gezondsheidsbevorderende inrichting van wijken; o.a. door de mooie en interessante plekken te benadrukken, natuur en groen te bevorderen en groene ontmoetingsplekken te realiseren (zie www.nigz.nl) • Enchroachmentzones: het maken van geleidelijke – ‘zachte’ - overgangen tussen woningblokken en de publieke ruimte (zie verder op deze pagina) • Multicultureel ontwerpen: bij het ontwerpen van de openbare ruimte rekening houden met de functies en betekenissen voor verschillende bevolkingsgroepen, zodat iedereen er gebruik van kan maken en niemand wordt uitgesloten (zie bijvoorbeeld Ilse van Liempt, Ontmoetingen in de openbare ruimte, 2001).
Wonen met de voeten op de stoep Woudenberg – Hoe kan de verblijfskwaliteit van de buitenruimte worden verbeterd? Architectenbureau Inbo heeft het idee van de encroachmentzone toegepast bij de vernieuwing van de Amsterdamse Kolenkitbuurt, onderdeel van de Westelijke Tuinsteden. Deze wijk is in de jaren vijftig van de vorige eeuw gebouwd volgens het stedenbouwkundige principe van de strokenbouw. De gestapelde huizenblokken hebben op de begane grond alleen bergingen en grenzen direct aan de stoep en de straat.Tussen de blokken liggen stroken openbaar groen die bedoeld waren als binnentuinen. In de loop van de tijd zijn die verwaarloosd. Bewoners voelden zich er onveilig. Inmiddels is besloten om tussen de woninggevels en de straat overgangszones te maken van ongeveer 2,5 meter. Deze zone wordt in overleg met de bewoners op verschillende manieren ingericht: desgewenst verhoogd of verlaagd en ‘aangekleed’ met groen, tuintjes, terrasjes, speelmateriaal en straatmeubilair. Zo ontstaat ruimte tussen binnen en buiten waardoor de bewoners voor het eerst sinds de bouw van de woningen letterlijk met hun voeten op de stoep kunnen gaan zitten. Dat vergroot de veiligheid en de kans om elkaar te ontmoeten.
De Hangouderenkrant - maart 2008
Aanbevelingen voor beleidsmakers en bestuurders Door wijken levensloopbestendig te maken, krijgen verschillende generaties het er naar hun zin. Ouderen kunnen er zo lang mogelijk zelfstandig wonen en hun sociale contacten dichtbij huis onderhouden. Jonge kinderen kunnen er veilig buitenspelen en zelfstandig naar school gaan. En tieners kunnen zich er op hun eigen manier vermaken, zonder voortdurend in conflict te komen met andere bewoners. Een levensloopbestendige wijk heeft voldoende woningtypen en voorzieningen om alle mogelijke ontwikkelingen op te vangen en is zo ingericht dat verschillende leeftijdsgroepen er prettig buitenshuis kunnen vertoeven. Deze ambitie vraagt op verschillende punten aanpassing of versterking van het gemeentelijk beleid: • In stedenbouwkundige plannen en bij de beoordeling van bouwplannen kan de gemeente als regel nemen dat de afstand tussen woningen en elementaire voorzieningen zoals bakker, supermarkt en apotheek niet meer dan 300 meter mag zijn. • Aan ontwerpen voor de openbare ruimte kan de eis worden gesteld dat de routes tussen woningen en voorzieningen goed begaanbaar zijn voor mensen die slecht ter been zijn of gebruikmaken van een rolstoel, scootmobiel of rollator. Hoge stoepranden en ongelijke bestrating moeten vermeden worden. Door het plaatsen van bankjes op deze routes en in winkelcentra, ontstaan rustpunten in de buurt die tevens als ontmoetingspunten kunnen dienen. • In verkeersplannen kan de gemeente de levensloopbestendigheid van wijken bevorderen door te voorkomen dat bewoners drukke doorgaande wegen moeten oversteken om belangrijke voorzieningen te bereiken. Oversteekplaatsen dienen optimaal beveiligd te worden met stoplichten en zebra’s. Ook kan ervoor gezorgd worden dat bij voorzieningen voldoende invalidenparkeerplaatsen worden aangelegd. • Gemeentelijke diensten die voor het onderhoud van de openbare ruimte verantwoordelijk zijn, moeten alert reageren op losliggende stenen, verzakkingen, zwerfvuil, kapotte straatverlichting en mankementen aan bankjes en ander straatmeubilair. Een klachtenmeldpunt voor bewoners kan daarvoor een belangrijke informatiebron zijn. • Via het gemeentelijk welzijnsbeleid kan de leefbaarheid van wijken bevorderd worden door zogeheten ‘sociale makelaars’ aan te stellen. Zo kunnen klachten en wensen van bewoners geïnventariseerd worden en wordt het contact tussen verschillende generaties in de buurt gestimuleerd (zie voor meer informatie www.zilverenkracht.nl). Inspirerende voorbeelden van levensloopbestendig bouwen en wonen zijn te vinden op de website van het Aedes-Actiz-Kenniscentrum Wonen-Zorg: www.kcwz.nl.
Regelgeving voor toegankelijkheid Voor informatie over de normen voor de toegankelijkheid van de openbare ruimte bestaan de volgende bronnen: • CROW: Richtlijn Integrale Toegankelijkheid Openbare Ruimte in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, zie www.crow.nl • Handboek Toegankelijkheid: de richtlijnen volgens het Bouwbesluit 2003, zie www.rb-klantenservice.nl • NEN 1814 van het Nederlands Normalisatie Instituut: bouwkundig normblad voor toegankelijkheid van buitenruimten, gebouwen en woningen op basis van het Handboek Toegankelijkheid, zie www.nen.nl • Richtlijn Voetpaden voor iedereen: voor bestrating en herbestrating, zie www.clientenplein.nl
Denovobank Eindhoven - Denovo Design heeft in samenspraak met ouderen een nieuwe bank voor de openbare ruimte ontworpen. De bank heeft een hogere zit, een bollend zitvlak en een rechtere rugleuning die voorkomt dat mensen niet meer overeind kunnen komen. De bank is gemaakt van stalen staanders met duurzaam hardhout en ziet er comfortabel
uit. Voor rollatorgebruikers zijn er speciale steunen ontwikkeld. De nieuwe banken staan op drukke punten, met een mooi uitzicht en rugdekking. Om de banken heen zijn brede tegelplateaus gelegd met de rollatorsteunen. De ontwerpen zijn gemaakt in het kader van het project Woonservice waarmee de omgeving van een woonzorgcentrum gron-
dig is aangepakt. Doel daarvan is dat ouderen zich makkelijker in de openbare ruimte kunnen bewegen. Veel oudere bewoners durfden niet op de standaardbanken te gaan zitten omdat ze bang waren dat ze er niet meer uit konden opstaan. Bovendien was er geen ruimte voor rollatorgebruikers om bij de banken een praatje te maken.
Foto: Denovo Design
Geschikt Wonen voor Iedereen (GWI) Breda - De gemeente Breda wil niet alleen levensloopbestendige woningen hebben, maar ook woonomgevingen die toegankelijk, bruikbaar, comfortabel, veilig en uitnodigend zijn. Daarom is de gemeente in 1998 begonnen om in samenwerking met zorgaanbieders, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en consumentenorganisaties een formule uit te werken waardoor
bewoners zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen op een plek die hen bevalt. Omdat het niet alleen om ouderen gaat, heet dat concept Geschikt Wonen voor Iedereen (GWI). Concrete maatregelen zijn: • Veilige wandelroutes, aangegeven met gele voetstappen op het trottoir; • Goede op- en afritten van stoep naar straat;
• Veilige oversteekplaatsen; • Bankjes langs de route; • Een keurmerk voor de toegankelijkheid en inrichting van winkels; • Een boodschappendienst: vrijwilligers die mensen ophalen zodat die zelf boodschappen kunnen doen. Meer informatie over het convenant dat is gesloten, staat op www.breda.nl.
’t Proathuussie Steenwijkerland - Een overdekte ontmoetingsplaats met een jeu des boulesbaan midden in het dorp. Niet in Zuid-Frankrijk, maar in Oldemarkt, een dorp in de Overijsselse gemeente Steenwijkerland. Dit ‘Proathuussie’ kwam in 2007 tot stand na de
renovatie van het historische dorpsplein. De gemeente liet iedereen meepraten over de herinrichting en koos voor een ontwerp waarin met een open staalconstructie een beschutte plek voor ouderen werd gecreëerd naast het muziekpodium.
Dankzij een prijsvraag onder de bevolking kreeg de ‘hangplek voor ouderen’ de naam ‘’t Proathuussie’. Voor het dorp is het vanzelfsprekend dat vooral ouderen er gebruik van maken.
De Hangouderenkrant - maart 2008
Socialsofa
Zilveren Kracht Zilveren Kracht is een nationaal stimuleringsprogramma ter ondersteuning van organisaties die de maatschappelijke inzet van senioren willen stimuleren. Zilveren Kracht is ondergebracht bij MOVISIE, een landelijk kennisinstituut en adviesbureau op het gebied van maatschappelijk ontwikkeling. Actief ouder worden in een uitnodigende en stimulerende woonomgeving is een van de vier speerpunten van Zilveren Kracht. Het onderzoek naar hangouderen is uitgevoerd in het kader van dit speerpunt. Voor meer informatie: www.zilverenkracht.nl.
Samen eten
Foto: Socialsofa
Tilburg - Ter verbetering van de sociale contacten in de stad heeft de Tilburgse kleinkunstenares Karin Bruers met financiële steun van de gemeente een 1000-bankenproject opgezet. Hiervoor heeft zij de Socialsofa ontworpen als ontmoetingsplek voor buurtbewoners. De Socialsofa is een betonnen bank in een zwierige vorm, die zo zwaar is dat hij niet verankerd hoeft te worden om ergens te blijven staan. Dankzij een bedrukte folie, schildering of mozaïek krijgt hij telkens een ander,
uniek uiterlijk. Vrijwilligers kunnen meehelpen met het maken van de ‘bekleding’ van hun bank. Inmiddels zijn er in Tilburg al ruim honderd van deze banken geplaatst in woonwijken, bij winkelcentra en scholen, langs fietsroutes en overal waar er tevens behoefte aan is. Ze worden gesponsord door lokale bedrijven en organisaties via een initiatiefgroep onder voorzitterschap van de burgemeester. Vergeleken met de Eindhovense Denovobank die ergonomisch verantwoord is voor kwetsbare
ouderen (zie pagina 7), ligt het accent bij de Socialsofa nog meer op de ontmoetingsfunctie - het ouderwetse ‘buurten’- en het zetten van een eigen stempel op de openbare ruimte door de bewoners. Met behulp van de Socialsofa’s vergroten de bewoners als het ware hun eigen leefruimte. En voor de stad en de sponsorende bedrijven en organisaties is de Socialsofa een mooi visitekaartje. Voor meer informatie: www.socialsofa.nl
Nederlandse ondernemers die zich storen aan ouderen die terrasstoelen te lang bezet houden in winkelcentra, zouden een voorbeeld kunnen nemen aan de zogenaamde food courts, een soort eet- en drinkpleinen die in de Verenigde Staten, Canada en in diverse Aziatische landen gangbaar zijn. Daar zijn in winkelcentra centrale terrassen gemaakt die de verschillende horecaondernemers rond het plein gezamenlijk beheren. Door de ongedwongen sfeer schuiven mensen makkelijk bij elkaar aan en komen ze met elkaar in gesprek. Deze formule brengt veel gezelligheid voor verschillende doelgroepen en scheelt ondernemers dure vierkante meters. Ouderen komen graag op deze plekken omdat er veel te zien is en ze niet onder druk gezet worden om iets te bestellen. Soms krijgen ze zelfs bonnen voor gratis consumpties omdat hun aanwezigheid goed is voor de omzet van de omringende winkeliers.
door: Evelien Tonkens
met zijn allen bijeenklittend op een stationsplein? Hangfietsen! Vogels, druk kwetterend in een bosje? Hangvogels! En wat doen al die ouders daar nog op dat schoolplein, terwijl de school al lang begonnen is? Dat zijn typisch weer die hangouders, niks beters te doen, zeker werkloos ook. Zo zijn er ook hangpolitici (Oudkerk, Pastors), hangministers (Verdonk), hangmannen (daklozen), hangratten en hang muizen (alle ratten en muizen). Maar wat is nu precies het verschil tussen auto’s en hangauto’s? Is elk clubje auto’s te bestempelen als hangauto’s? Nee. Aan de hoeveelheid ligt het niet. Een massale volle parkeerplaats is toch helemaal vrij van hangauto’s. Maar die auto’s op dat hobbelige lapje grond aan de rand van een wijk, zijn typische hangauto’s. Ouders die om kwart voor drie op het schoolplein staan te wachten tot hun kroost om drie uur naar buiten komt, zijn gewoon ouders. Staan ze daar om half 4 nog, dan wordt het een heel ander verhaal. Iedereen die zich niet aan de bouwtekeningen houdt, is een hanger. U kent ze wel, die aardige bouwtekeningen van de wijk na herstructurering. De bomen zijn altijd groen, de lucht blauw, de mensen glimlachen en lopen keurig op de linkerhelft de stoep, met hun gezellige boodschappentassen en kinderwagens.
In de werkelijkheid is het een ondoenlijke klus om die tekeningen te imiteren. Maar we moeten het proberen met zijn allen, anders worden we hangers. Autootjes dus netjes tussen de lijntjes, fietsjes aan de rekken, jongetjes binnen de lijnen van het voetbalveldje, meisjes nergens te zien natuurlijk en ouderen knus achter de geraniums. Iedereen die zich daar niet aan houdt, is een hanger. Vroeger, toen er nog alleen hangjongeren waren, was deze regel nog niet zo duidelijk. Toen dachten we nog dat het predikaat hang- iets met de jongeren zelf te maken had. Met schreeuwen, te hard lachen, boeren en drinken, mensen lastig vallen... Veel hangjongeren zeiden: maar we doen toch niks. Maar dat konden ze maar beter de kat wijsmaken. Nu blijkt dat iedereen die zich niet aan de tekening houdt tot hanger gebombardeerd kan worden. Vaak probeert een gemeente om hangjongeren in de tekening in te passen. Er wordt dan een officiele hangplek gepland. Prijzig dingetje, met mooie houten palen en een rieten dak. Maar daar houden de hangjongeren niet van. Die willen niet op een tekening. Een Friese gemeenteambtenaar vertelde mij eens wat de lotgevallen waren van zijn gemeentelijke hangplek. Meteen de eerste dag stond het
ding in lichte laaie. Brandde lekker, met al dat riet. De gemeente plaatste een nieuwe, want je kunt de goeden toch niet onder de slechten laten lijden. Die nieuwe werd meteen in zijn geheel tien meter verplaatst. De volgende ging weer in vlammen op en zo verder. De perverse visuele lust van planners is ooit treffend beschreven door James Scott in
november 2005
Er is een nieuwe categorie overlastveroorzakers gesignaleerd: de hangouderen. In Almere waren het bejaarde lastpakken, die voor het raampje van de MacDonalds zaten, zonder veel te consumeren. Weg moesten ze, naar een hoekje achteraf. In Diemen zijn rimpelige hangers verwijderd van een bankje in het winkelcentrum. Ook die zaten daar te lang. Er moesten ook andere mensen op dat bankje kunnen zitten. Bovendien maakten ze de gratis koffie van de Albert Heijn op en hadden ook nog het lef om in de winkel te gaan klagen dat de koffie op was. Dat heb je met oude mensen: het is traag volk, ze blijven overal te lang plakken en ze zijn nog brutaal ook. De hangouderen zelf zijn het met deze visie niet eens. Ze vinden het discriminatie. Het Nationaal Fonds Ouderenhulp heeft daarom prompt een Meldpunt Hangouderen geopend, waar vitale senioren met hun klachten naar toe kunnen (www.ouderenhulp.nl) Hangouderen! Wat een uitvinding! Er gaat een wereld voor me open sinds ik de samenleving in kan delen in hangers en niet-hangers. Die bendes auto’s bijvoorbeeld die onze steden en dorpen lelijk maken, zijn dat geen hangauto’s? En fietsen, zomaar
zijn boek Seeing like a state. De planningslust kent maar twee smaken: in de tekening passen of geschrapt worden. ‘From a distance’ zong Bette Midler ooit, ziet alles er ordelijk en vredig uit. ‘From a distance, we all look like friends, even though we are at war.’ Planners en hangbestrijders willen dat alleen de afstandelijke blik waar is. Hangouderen, hang door!
Colofon Deze krant is een eenmalige uitgave van MOVISIE, kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling Postbus 19129 3501 DC Utrecht T 030 789 20 00 F 030 789 21 11 Redactie: Kees Penninx, Lia van Doorn, Matthijs Uyterlinde Eindredactie: Jolanda Keesom, Arnhem Fotografie: Zaïda Oenema Cartoon: Olivier Rijcken Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie & illusie Meer exemplaren van de krant kunnen worden besteld via de website van MOVISIE. Deze krant is gebaseerd op het onderzoeksrapport De openluchtsociëteit. Hangouderen en de kwaliteit van de publieke ruimte. Ook dit rapport is te bestellen via de website van MOVISIE: www.movisie.nl Deze krant is mede mogelijk gemaakt door het VSBfonds, de Stichting Sluyterman van Loo en het RCOAK.