De Zelfstandig Professional
De zelfstandig professional Inleiding Het aanbieden van werk op de arbeidsmarkt kan op meerdere wijzen plaatsvinden. Met verschillende gevolgen voor de sociale zekerheid en de belastingen voor de partijen, die een bepaalde arbeidsrelatie aangaan. De feitelijke omstandigheden waaronder gewerkt wordt, bepalen welke arbeidsrelatie overeengekomen moet worden tussen de aanbieder en de afnemer van het werk. Het betreft dus geen vrije keus. Ook is het van geen enkel belang hoe je de overeenkomst noemt. Voorbeeld: wanneer de feitelijke omstandigheden van de werkzaamheden een arbeidsovereenkomst betreffen, kun je het wel een opdrachtovereenkomst noemen en als zodanig behandelen. Maar dat is niet correct, want: “Cola blijft cola. Ook al schenk je het in een wijnglas en noem je het wijn.” (citaat uit brochure “Wat moet ik weten over veilig werken met freelancers” van Nederlandse Uitgevers Bond).
INHOUDSOPGAVE De zelfstandig professional Drie arbeidsrelaties Arbeidsovereenkomst Opdrachtovereenkomst Freelance overeenkomst Definitie zp’er VAR Overstap werknemerschap naar zp-schap Uurtarief Ondernemerskwaliteiten Conclusies
3 4 4 5 5 6 6 8 9 10 10
Colofon Inger Minnesma FNV KIEM juni 2012 Zelfstandig professional / 3
Er zijn drie arbeidsrelaties mogelijk: 1. De arbeidsovereenkomst, dat is een werkgever- en werknemersrelatie. 2. De opdrachtovereenkomst, dat is een opdrachtgever- en opdrachtnemersrelatie. Een ander woord voor opdrachtnemer is zelfstandige professional (zp’er) of zelfstandige zonder personeel (zp’er). De zelfstandige professional valt onder het fiscale winstregime, winst uit onderneming. 3. De zogenoemde freelance overeenkomst op basis van het genieten van resultaat uit overige werkzaamheden. Dit is een “tussenvorm”: het betreft geen arbeidsovereenkomst (loon) en geen opdrachtovereenkomst (winst). Er is dus ook geen duidelijkheid vóóraf. De opdrachtgever heeft hier een duidelijke taak met betrekking tot het toetsen of er al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst. Om de juiste beslissing te kunnen nemen bij het aangaan van een contract is enige juridische kennis onontbeerlijk. Want als de feitelijke omstandigheden waaronder men de werkzaamheden gaat verrichten, bepalend zijn voor de soort arbeidsrelatie, dan moeten deze van te voren in kaart gebracht worden door partijen. Met andere woorden, wil men een opdrachtovereenkomst aangaan, dan zullen de elementen van de arbeidsovereenkomst in de potentiële arbeidsrelatie afwezig moeten zijn. Hieronder worden de verschillende arbeidsrelaties beschreven. 1. Arbeidsovereenkomst De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde en bepaalde tijd kenmerkt zich door vier elementen die in de omstandigheden waaronder het werk wordt verricht, aanwezig zijn. Dat zijn: De gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer. De persoonlijke arbeid die de werknemer verricht. Het periodiek loon dat uitbetaald wordt aan de werknemer. De beschikbaarheid van de werknemer voor de overeengekomen werkzaamheden. De aanwezigheid van de gezagsrelatie is de belangrijkste factor bij het duiden van het bestaan van de arbeidsovereenkomst. Maar wat wordt daar nu precies onder verstaan? Er is veel jurisprudentie over (uitspraken van rechters). Belangrijke aanwijzingen dat er een gezagsrelatie en dus een arbeidsovereenkomst bestaat, betreffen de aanwezigheid van o.a. de volgende omstandigheden: de werkgever bepaalt de werktijden; doorbetaling bij ziekte en vakantie; verplicht werkrooster; de inhoud van het werk wordt bepaald door werkgever; vaste werkplek op kantoor werkgever: binnen het bedrijf worden dezelfde werkzaamheden in loondienst verricht.
4 / Zelfstandig professional
2. Opdrachtovereenkomst In deze arbeidsrelatie ontbreekt nadrukkelijk de gezagsverhouding. De opdrachtgever heeft wel instructiebevoegdheid. Bijvoorbeeld: er wordt met betrekking tot de lesinhoud wel een einddoel gesteld, maar de weg om tot dat doel te komen is volledig aan de zzp’er zelf. De opdrachtnemer is niet persoonlijk gebonden om de overeengekomen werkzaamheden zelf uit te voeren. De opdrachtnemer kan deze werkzaamheden, zonder overleg met en toestemming van de opdrachtgever, door een ander laten uitvoeren. Er is dus geen sprake van persoonlijke arbeid bij de opdrachtovereenkomst. Bij de betaling is sprake van een honorarium, zonder inhoudingen in het kader van de sociale verzekeringspremies en heffing loonbelasting, op basis van een factuur. Bij de opdrachtovereenkomst hoort de VAR winst uit onderneming. Deze kan worden aangevraagd bij de Belastingdienst door de opdrachtnemer (www.belastingdienst.nl). 3. Freelance overeenkomst / Resultaat uit overige werkzaamheden Als de inkomsten uit een arbeidsrelatie geen loon/ arbeidsovereenkomst of winst/ opdrachtovereenkomst zijn, en de werkzaamheden waaruit de inkomsten voortvloeien ook niet voor rekening en risico van een vennootschap zijn, vallen zij onder resultaat uit overige werkzaamheden. Hierbij hoort de VAR resultaat uit overige werkzaamheden. De opdrachtgever moet vóóraf toetsen over sprake is van een dienstbetrekking. In veel gevallen zal er geen sprake zijn van dienstbetrekking maar van een opdrachtovereenkomst. De opdrachtnemer cq resultaatgenieter voldoet niet aan de criteria van het fiscale ondernemerschap en haalt bijvoorbeeld de eis van minimaal 1225 uur, die een zp’er op jaarbasis in eigen beroep of bedrijf werkzaam moet zijn, nog niet. Omdat hij halverwege of aan het einde van het jaar gestart is met het zp-schap. Of hij heeft, als starter, nog onvoldoende opdrachtgevers. De opdrachtgever en de opdrachtnemer kunnen er in deze situatie ook voor kiezen om een fictieve arbeidsovereenkomst af te sluiten. Het resultaat wordt dan als loon behandeld. Wanneer partijen van deze mogelijkheid gebruik willen maken moet dit gezamenlijk aangemeld worden bij de Belastingdienst. De fictieve werknemer kan geen aanspraak maken op werknemersrechten zoals doorbetaling bij ziekte, cao-verhogingen, vakantiegeld. De fictieve werknemer betaalt wel werknemersverzekeringspremies en heeft dan ook recht op de bescherming van de WW-uitkering en de WIA-uitkering, tenminste wanneer hij aan de voorwaarden van deze wetten voldoet. Een groot nadeel van deze constructie is dat de opdrachtnemer geen beroepskosten voor de inkomstenbelasting mag aftrekken.
Zelfstandig professional / 5
Definitie zp’er De zp’er werkt op basis van een opdrachtovereenkomst. Een zp’er is een ondernemer voor de inkomstenbelasting, die geen personeel in dienst heeft. Onder deze definitie valt zowel de “klassieke” zp’er (met bedrijfspand e.d.) als de “nieuwe” zp’er, die vooral de eigen arbeid, kennis en vaardigheden aanbiedt. De volledige definitie luidt als volgt: Een zp’er is een ondernemer die geen personeel in dienst heeft. Voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer gelden de volgende criteria (worden ook gehanteerd door de belastingdienst). • zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan; • het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden; • het gericht zijn op en het perspectief hebben van het maken van winst; • bekendmaking van het ondernemerschap; • het streven naar meerdere opdrachtgevers. Zoveel mogelijk duidelijkheid vooraf is essentieel of hij/zij als ondernemer wordt beschouwd. Duidelijkheid voor zowel de opdrachtgever van de zp’er, voor andere instanties, als voor de zp’er zelf. VAR Voor de introductie van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) was er herhaaldelijk verschil van mening met Belastingdienst en UWV over de aard van de arbeidsrelatie en over de verplichting loonbelasting en premies in te houden. Als in het kader van de sociale zekerheid de arbeidsrelatie achteraf als dienstbetrekking werd beoordeeld, ontving de opdrachtgever een naheffing. Met de Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR (2004) is de rechtszekerheid door middel van vrijwaring van de opdrachtgever gerealiseerd. Er zijn vier verschillende Verklaringen (Varren): • VAR wuo (winst uit onderneming) • VAR loon (inkomsten uit dienstbetrekking) • VAR ruow (resultaat uit overige werkzaamheden) • VAR rrv (inkomsten uit werkzaamheden voor eigen rekening en risico van een vennootschap) Wanneer de opdrachtnemer een VAR wuo heeft, die alleen wordt afgegeven aan een zelfstandig opererende ondernemer, dan heeft de opdrachtgever vóóraf de zekerheid dat hij geen loonheffing en werknemerspremies hoeft in te houden en af te dragen. Deze duidelijkheid vooraf geldt dus expliciet niet voor de VAR ruow! Voor gevallen waarbij niet op voorhand duidelijk is wat de status van de
6 / Zelfstandig professional
arbeidsrelatie is, kan nu dus duidelijkheid vooraf worden verkregen door het aan vragen van een VAR. De gewenste zekerheid voor het al dan niet af dragen van loonheffing en sociale zekerheidspremies kan worden verkregen via de VAR. Als de feiten en omstandigheden (ook de omschrijving van de werkzaamheden) overeenkomen met hetgeen de aanvrager van de VAR heeft aangegeven en hij heeft een VAR wuo ontvangen, dan hebben de zelfstandige en zijn opdrachtgever de zekerheid dat er geen loonheffing en sociale verzekeringspremies ingehouden en afgedragen hoeven te worden. Een VAR aanvragen bij de Belastingdienst is niet verplicht voor docenten, maar het is wel zeer aanbevelenswaardig om duidelijkheid vooraf te krijgen over het karakter van de arbeidsrelatie die aan gegaan wordt. Géén naheffingen, want... Zelfstandigen die een VAR wuo van de belastingdienst hebben ontvangen en die achteraf (na een jaar wordt getoetst) toch niet zelfstandig blijken te zijn, krijgen geen naheffing van premies of een boete. Ze zullen wel problemen ondervinden met het aanvragen van een nieuwe VAR wuo. Die zal dan waarschijnlijk niet verlengd worden. Bovendien doen zelfstandigen met een VAR wuo voor de duur van de verklaring afstand van de mogelijkheid om een uitkering aan te vragen. Bij werkeloosheid of arbeidsongeschiktheid vervalt ieder recht op een WW-uitkering of ziektewetuitkering. Er zijn immers ook geen sociale verzekeringspremies afgedragen. De opdrachtgever krijgt in zulke gevallen geen boetes of naheffingen te betalen, tenzij de opdrachtgever redelijkerwijs had kunnen weten dat de overeengekomen arbeid een arbeidsovereenkomst betrof en geen opdrachtovereenkomst. Samenvatting Wanneer de arbeidsrelatie aangegaan wordt met een zp’er in het bezit van een VAR wuo: • hoeven er geen loonheffing en sociale verzekeringspremies op het honorarium van de zp’er ingehouden te worden. Voorwaarde is dat de opdrachtgever beschikt over kopieën van het identiteitsbewijs en de VAR en die bij zijn administratie bewaart. • is de zp’er niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en kan dus ook geen aanspraak maken op een werkeloosheids- en ziektewetuitkering. • moeten de beschreven werkzaamheden op de VAR overeenkomen met de werkzaamheden die voor de opdrachtgever verricht gaan worden. Ook de feiten en omstandigheden waaronder de werkzaamheden verricht gaan worden, moeten die zijn van de opdrachtovereenkomst (zie boven). • moeten de werkzaamheden verricht worden in de periode dat de VAR geldig is.
Zelfstandig professional / 7
Overstap werknemerschap naar zp-schap Wat moeten opdrachtgever en opdrachtnemer weten en welke zaken moeten door de zp’er geregeld worden? Slechte sociale zekerheid, wel belastingvoordelen voor de zp’er: De zp’er moet zich goed realiseren, dat hij zelf zijn sociale zekerheid moet gaan organiseren. En in je eentje, opererend op de commerciële markt, zijn de producten duurder en slechter, dan geregeld in het collectieve sociale zekerheidsstelsel voor werknemers. Bij de overgang van werknemer naar zp’er verliest de nieuwe zp’er al zijn opgebouwde rechten als werknemer. Er ontstaat een pensioengat, er zijn geen WW-rechten meer (dus ook geen wachtgeldrechten), bij ziekte ontvangt hij geen doorbetaling van zijn loon meer en de ontslagbescherming valt weg. Het is een dure grap om een arbeidsongeschiktheidsverzekering op de commerciële markt af te sluiten en deze dekt zeker geen griep van twee weken. Een pensioenproduct voor de zp’er, dat dezelfde fiscale vrijstelling (in box 1) geniet als een in loondienst opgebouwd werknemerspensioen is vooralsnog alleen te krijgen in de vorm van een individueel commercieel product, zoals een lijfrenteverzekering of via banksparen. Een pensioenvoorziening voor zp’ers, gelijk aan de verplichte pensioenfondsen van werkgevers en werknemers bestaat niet. Er is wel een soort tussenvorm: werknemers die voor zichzelf beginnen kunnen op vrijwillige basis drie jaar voor hun oudedag doorsparen bij het pensioenfonds van hun vroegere werkgever. De regering heeft in maart 2011 besloten om het advies van de SER over te nemen en met ingang van januari 2012 de periode van 3 jaar te verlengen tot 10 jaar. Zp‘ers die doorsparen bij een pensioenfonds, moeten dan wel de volledige premie zelf betalen. Dus ook het deel dat voorheen door de werkgever werd betaald. Het voordeel voor de zelfstandige is, dat de volledige premie van de belastingen kan worden afgetrokken. De risico’s die in een pensioenregeling voor werknemers vrijwel altijd meeverzekerd zijn (pensioen is meer dan alleen sparen voor de oudedag), zoals een nabestaandenpensioen of voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid moet een zp’er zelf afdekken als hij geen gebruik kan maken van de regeling van zijn “oude” pensioenfonds of wanneer de periode van 10 jaar verstreken zijn. Werkloosheid, beter gezegd opdrachtloosheid, is niet te verzekeren voor zp’ers. Zij moeten zelf zorg dragen voor een financiële buffer voor slechte tijden.
8 / Zelfstandig professional
Ook de inkomensafhankelijke ziektekostenverzekeringspremie ligt voor zp’ers een stuk hoger dan voor werknemers, die een werkgever hebben die deze premiekosten op zich neemt. Wanneer een zp’er voldoet aan de fiscale ondernemerscriteria uit de Inkomstenbelasting (IB), heeft hij recht op de ondernemersaftrek. Dit in tegenstelling tot de werknemer die geen tot weinig voordelen heeft in het kader van de IB. Een zp’er, die minstens 1225 uur op jaarbasis in zijn beroep / bedrijf werkzaam is, voldoet aan het urencriterium van de IB. Deze 1225 uur beslaan zowel de declarabele (via de factuur) als de niet-declarabele uren (administratie, pr- werkzaamheden etc.). Gemiddeld zijn ongeveer 40 % van de werkzaamheden van de ondernemer niet declarabel! Een zp’er moet meerdere opdrachtgevers hebben en mag niet voor meer dan 70 % van de omzet afhankelijk zijn van 1 opdrachtgever. Meer dan 50% van de totale inkomsten moeten afkomstig zijn uit de inkomsten uit de zelfstandige beroepsbeoefening in het geval van een gecombineerde beroepspraktijk (loondienst en zelfstandig ondernemerschap). De zp’er moet winst beogen en na verloop van tijd ook behalen. De zp’er moet deelnemen aan het economisch verkeer, reclame maken en ook door derden als zp’er beschouwd worden. Bovenstaande criteria worden door de IB in samenhang met elkaar bekeken. Voldoet de zp’er er aan, dan heeft hij recht op de fiscale ondernemersaftrek: beroepskostenaftrek, zelfstandigenaftrek, startersaftrek en bij winst heeft hij recht op de MKB- winstvrijstelling (dit laatste recht is ook van toepassing als hij niet voldoet aan het urencriterium!). De resultaatgenieter (nog geen echte zp’er, die meestal over een VAR resultaat uit overige werkzaamheden beschikt) heeft geen recht op de ondernemersaftrek, maar mag wel zijn beroepskosten aftrekken van de behaalde omzet. Uurtarief Vaak denken opdrachtgevers dat het goedkoper is een zelfstandige te contracteren dan een werknemer in dienst te nemen. De opdrachtgever bruteert het netto loon van de werknemer en betaalt dat als tarief uit aan de zelfstandige. Echter, het uurtarief van een zelfstandige moet veel hoger liggen wil hij alle kosten kunnen afdekken om verantwoord te kunnen ondernemen. Allereerst omdat individuele verzekeringspremies voor de sociale zekerheid (bijvoorbeeld een arbeidsongeschiktheidsverzekering en een verzekering als oudedagsvoorziening) duurder zijn dan de collectief afgesloten werknemersverzekeringspremies en pensioenpremies. Ten tweede omdat de bedrijfsvoering van een zelfstandige kosten met zich meebrengen. Denk aan afschrijvingskosten op apparatuur, de huur van
Zelfstandig professional / 9
een werkruimte, uitgaven voor cursussen en andere kennisvergrotende activiteiten, premiekosten voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering, rechtsbijstandsverzekering en eventuele andere zakelijke verzekeringen, administratiekosten, drukwerkkosten. Er moet ook rekening gehouden worden met een of meer wettelijke afdrachten: BTW, Kamer van Koophandel, lokale belastingen, premie zorgverzekeringswet, inkomstenbelasting. Ook kan in de prijsstelling van de zp’er de speciale kwaliteiten, ervaringen en mate van bekendheid tot uiting komen. Niet alle zelfstandigen maken een kostenberekening, die kan dienen als basis voor hun tariefstelling. Vaak baseren ze hun tarief op wat de markt wil betalen en wat de concurrenten vragen. In de Prijzen & Tarievengids voor freelancers en zelfstandigen, van PC Bosman, uitgeverij Publimix 2012 wordt een overzicht gegeven van de uurtarieven van de diverse beroepsgroepen, zoals die in de markt gangbaar zijn. Ondernemerskwaliteiten Een andere zeer belangrijke vraag die de werknemer zich moet stellen voordat hij de overstap naar zelfstandig ondernemerschap maakt is of hij wel voldoende ondernemerskwaliteiten in huis heeft. Dit zijn welhaast onmisbare tools voor een succesvol ondernemerschap. Voor iemand die een groot deel van zijn werkzame leven in dienstverbanden heeft gewerkt, waar alle arbeidsvoorwaarden voor hem tot in detail goed geregeld zijn, betreft dit een serieuze zaak om kritisch naar te kijken. Het maken van een sterkte/zwakte analyse met betrekking tot deze kwaliteiten is geen overbodige luxe. Commercieel inzicht, inventiviteit, doorzettingsvermogen, stressbestendigheid, boekhoudkundig inzicht, vakbekwaamheid, sociale vaardigheden (zichzelf kunnen verkopen) en een praktische instelling zijn vaardigheden waar een zelfstandige over moet kunnen beschikken. Conclusies • Werken in loondienst (arbeidsovereenkomst) biedt een goede rechtsbescherming, inkomenszekerheid en bescherming van de werknemersverzekeringen. De cao is van toepassing. • De zp’er (opdrachtovereenkomst) mist deze paraplu, maar heeft in tegenstelling tot de werknemer belastingvoordelen zoals o.a. zelfstandigenaftrek, startersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Bovendien spelen elementen als de vrijheid om alleen die klussen te doen die je leuk vindt, een betere verdeling van arbeid en zorg en doen waar je goed in bent, ook een belangrijke rol bij de keuze voor het uitoefenen van een zelfstandige lespraktijk. • Wanneer een werknemer vanuit loondienst de overstap naar het zelfstandig
10 / Zelfstandig professional
ondernemerschap wil maken moet hij zich dus terdege afvragen of hij buiten de bescherming van de werknemersverzekeringen kan. • Er zijn ook veel zogenaamde hybride ondernemers op de arbeidsmarkt werkzaam. Zij oefenen naast en klein loondienstverband een zelfstandige beroepspraktijk uit. Dit kan een goede en veilige stap zijn naar een volledige zelfstandige beroepspraktijk. In deze constructie worden de uren in loondienst soms afgebouwd ten gunste van de uitbreiding van de uren als zelfstandig werkende. Pas wanneer het verantwoord is (o.a. voldoende opdrachtgevers) wordt de overstap naar het fulltime zp-schap gemaakt. De combinatie van werken in loondienst en werken als zelfstandige kan ook blijvend naast elkaar worden uitgeoefend. Dit geeft een financiële basiszekerheid. Wanneer er geen 1225 uur (=ongeveer 23,5 uur per week gedurende 52 weken) als zelfstandige naast het loondienstverband wordt gewerkt (bijvoorbeeld omdat het loondienstverband per week te veel uren vergt) kan voor het deel van de zelfstandige beroepsuitoefening geen gebruik worden gemaakt van de fiscale ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek. De inkomsten betreffen in deze situatie inkomsten uit overige werkzaamheden. Deze kunnen als zodanig voor de inkomstenbelasting worden opgevoerd en de beroeps-kosten mogen van de inkomsten afgetrokken worden. Ook heeft de resultaat-genieter recht op de MKB-winstvrijstelling. Dit is een aftrekpost op de winst. De aftrek is 12 % van de winst na aftrek van de ondernemersaftrek. Deze extra aftrekmogelijkheid is niet gekoppeld is aan het urencriterium van 1225 uur. De inkomsten uit deze overige werkzaamheden naast het loondienstverband kunnen ook verloond worden via een verloningsbureau. Voor de inkomstenbelasting kunnen dan geen beroepskosten meer worden afgetrokken. Via de verloning worden sociale verzekeringspremies en loonheffing afgedragen, waardoor men rechten opbouwt als werknemer (o.a. WW-rechten).
Zelfstandig professional / 11
Interessante websites en handige boekjes Websites www.fnv-kiem.nl www.belastingdienst/zzp.nl www.beroepkunstenaar.nl www.verzekerenvoorzelfstandigen.nl Boekjes Zelfstandig ondernemen zonder personeel, van FNV KIEM. Prijzen & Tarievengids voor freelancers en zelfstandigen, van PC Bosman, Uitgeverij Publimix. ZZP 2012, Handboek voor zelfstandigen, van Tijs van den Boomen.
Heb je een vraag... neem dan telefonisch contact op met FNV KIEM via 0900 36 854 36 (lokaal tarief) of per mail via
[email protected]
www.fnv-kiem.nl