De kick van Atelier De Kicker
Circustheater Stoffel Succeservaringen voor bijzondere mensen
De winnaars van de Special Award 2011
nieuws over kunst van mensen met een handicap
Gedichtengroep Amstelraede in actie
pArt 2011|2
Inhoud 3 Visie op Kennismaking met Roelie van Stempvoort “Er staan te veel mensen aan de kant” 6 Nieuw in de collectie Wild 7 Uitreiking Special Awards 11 Expositie Special Award 2011 13 Nieuws van Special Arts 14 Circustheater Stoffel: Succeservaringen voor bijzondere mensen 18 Artistiek ondernemen volgens Amerpoort: Kwaliteit, samenwerking en open ogen
Shafy Mobin, Colosseum, 2010, potlood op papier, 47 x 67 cm
20 Portret Jo Toonen
Foto: Gerard van Rossum
22 Crossings Dance Festival in Düsseldorf 24 Kunstenaar in de schijnwerper Gelaagde doeken van Kare
Spinnen Het is een bijzondere combinatie: het zonnige winnende kunstwerk van Shafy Mobin op de voorzijde van pArt en de vroege herfst met de mooie spinnenwebben buiten. En deze spinnen (waar ik nog altijd bang voor ben) vind ik, ondanks de angst, toch inspirerend. Na hard gewerkt te hebben aan het web lijken zij trots en ontspannen hun werk te overzien. Maar ze gaan direct weer aan de slag als een draadje dreigt te breken. Ze blijven dus alert en flexibel in hun web, ook al lijken ze ‘uitgewerkt’. Ze zijn zowel kunstenaar als ondernemer. Dit keer is pArt geweven rondom het thema ondernemerschap. Hoe start je een atelier? Helen en Tonnie van Atelier De Kicker vertellen hun verhaal. Hoe profileer je je als zorginstelling? De Amerpoort doet dit onder andere met de kunstagenda. Hoe verover je bestaansrecht als theater? Circustheater Stoffel ontwikkelt zich zonder fondsen, sponsoren en subsidies.
2
28 De keuze van… Trijnie van der Ploeg En de kunstenaars? Kare volgt haar eigen weg. En meedoen met de Special Award is ook een vorm van ondernemerschap. Het genereert naamsbekendheid, het geeft gelegenheid je kunstwerken te laten zien en als winnaar krijg je de kans om je met een stipendium verder te ontwikkelen. Het blijkt dat voor elke organisatie en alle (begeleiders van) kunstenaars geldt: weef je eigen web, van mensen en activiteiten. Weet wat je wilt. Bewaak je missie, maar onderwerp deze ook regelmatig aan een kritische blik. En benut de geboden steun in de markt: fondsen zoals bijvoorbeeld de Rabobank Foundation en deskundigen uit het bedrijfsleven. Blijf sparren, spiegelen en brainstormen. Gedachtespinsels brengen je altijd verder, misschien juist bij die ideeën waar je garen mee kunt spinnen.
29 Atelier stelt zich voor De kick van Atelier De Kicker 32 Cardo: een broedplaats voor talent 35 Gedichtengroep Amstelrade in actie 39 Column Kunst en geld
Kunstwerk omslag: Shafy Mobin, Toren van Pisa, 2010, potlood op papier, 66 x 47 cm
Tine Veldhuizen
[email protected]
Foto: Gerard van Rossum
pArt 2011|2
Kennismaking met Roelie van Stempvoort
“Er staan te veel mensen aan de kant” In Nederland steunt de Rabobank Foundation jaarlijks tientallen projecten die de participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare mensen bevorderen. Daarbij gaat het niet alleen om geld geven, maar ook om meedenken over nieuwe initiatieven en stimuleren van maatschappelijk betrokken ondernemen. Programmamanager Roelie van Stempvoort: “Goed onderbouwde landelijke projecten die bijdragen aan onze doelstelling verdienen die steun.”
“In de projecten die wij financieren, moet participatie als doel eigenlijk altijd voorkomen. Mensen die langs de zijlijn staan betrekken bij onze maatschappij, ze mee laten doen aan activiteiten. Daarbij kan het gaan om uiteenlopende groepen, van chronisch zieke jongeren tot eenzame ouderen.” Roelie van Stempvoort is programmamanager Nederland van de Rabobank Foundation, het maatschappelijk fonds van de Rabobank Groep. In het buitenland is de Rabobank Foundation vooral actief op het terrein van microfinanciering en duurzame
“Maatschappelijk verantwoord ondernemen is gemeengoed geworden” ketenontwikkeling. Het geld is afkomstig van circa 140 lokale Rabobanken, die een deel van hun nettowinst aan het fonds afdragen. Dat bedrag wordt aangevuld vanuit de winst van de Rabobank Groep.
Landelijke focus
Roelie van Stempvoort Foto: José Vorstenbosch
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
Roelie van Stempvoort richt zich op de thema’s Mens & Maatschappij en Sport & Vrije tijd, haar collega op Werk & Onderwijs. In 2010 steunde de Rabobank Foundation in Nederland 29 projecten met een budget van 2,9 miljoen euro. Door een landelijke focus aan te brengen, is dat aantal wat minder geworden dan voorheen. Veel projecten die het fonds financiert, lenen zich ervoor om ook door de lokale Rabobanken opgepakt te worden. “Een mooi voorbeeld daarvan is (S)Cool on Wheels, een project dat wij samen met het Fonds Gehandicapten Sport organiseren. Kinderen uit groep 7 en 8 leren, vaak van mensen met een beperking, wat het betekent om gehandicapt te zijn. In de klas krijgen ze anderhalf uur theorie en zien in een filmpje onder meer iemand met één been skiën. Daarna gaan ze zelf de sportzaal in en ervaren wat het betekent om te sporten in een
3
Bijzonder werk “Ik draag de kunst van Special Arts een warm hart toe. Natuurlijk vind ik niet alles even mooi, maar er zitten zeker bijzondere kunstwerken bij. Voor het 35-jarig bestaan van het Fonds Gehandicaptensport hebben we Special Arts gevraagd om een bordje te maken met een afbeelding die op sporten slaat. We hebben gekozen voor dit schilderij. Achterop het bordje heb ik laten zetten: Fonds Gehandicaptensport en Rabobank stimuleren al 35 jaar sporten voor iedereen! Daaronder staat: Kunstwerk van Marlyn Tanamal via Special Arts. Haar kunstwerk is op het bordje overgebracht. Tijdens het jaarlijkse gala, waar ruim driehonderd hooggeplaatste gasten van allerlei organisaties komen, stond het op
4
een prachtig gedekte tafel. Toen het hoofdgerecht achter de rug was, zijn de bordjes door mensen met een verstandelijke beperking afgewassen, ingepakt en aan de gasten mee naar huis gegeven. Dit cadeautje staat nu bij die mensen thuis. Het is leuk om iets te bedenken dat afkomstig is van een organisatie die wij steunen. Met zo’n bordje geef je uiting aan de missie van de Rabobank Foundation en geef je tegelijkertijd aandacht aan een mooie organisatie als Special Arts.”
Marlyn Tanamal, Sport, 2007, acryl op papier, 50 x 70 cm. Foto: Gerard van Rossum
rolstoel of aan een balspel mee te doen zonder te kunnen zien. Dat vinden kinderen fantastisch. Via de provinciale sportraden zorgen we ervoor dat er in iedere provincie materialen aanwezig zijn. Vervolgens vragen we de lokale Rabobanken om zo’n project vanuit hun eigen fonds te steunen.”
Sociaal ondernemerschap Participatie van kwetsbare en kansarme groepen aan onze maatschappij is belangrijk, aldus Van Stempvoort. Daarvoor is het volgens haar noodzakelijk om het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bij elkaar te brengen. “Er staan zo veel mensen aan de kant. De oplossingen kunnen niet alleen van de overheid of het UWV komen. Ook bedrijven moeten zich openstellen voor deze mensen. Je kunt nog zo veel projecten bedenken, als er geen bedrijven zijn waar ze aan de slag kunnen werkt het niet.” Een mooi voorbeeld van sociaal ondernemerschap is volgens haar een project als Emma at Work, een initiatief van het Emma Kinderziekenhuis in Amsterdam. “Via een uitzendbureau kunnen jongeren met een chronische ziekte of andere fysieke beperking aan een stage- of
pArt 2011|2
werkervaringsplaats komen. Wij ondersteunen zo’n initiatief enkele jaren om het tot bloei te laten komen. En we denken graag mee over wat wij nog meer kunnen doen dan alleen geld geven.”
Eenvoudige taal Naast het ondersteunen van concrete projecten investeert de Rabobank Foundation in diverse maatschappelijke thema’s, waaronder laaggeletterdheid. Dan vervult het fonds ook de rol van aanjager binnen de Rabobankorganisatie, legt Van Stempvoort uit. “Als wij willen dat klanten gebruik maken van een geldautomaat of van internetbankieren, moeten we ze daarbij wel ondersteunen. Een grote groep mensen vindt dat gewoon moeilijk. Met collega’s binnen de Rabobank Groep bespreek ik dan wat we daar aan kunnen doen. Eén van de voorbeelden is een brochure in eenvoudige taal, waarin klanten op hun gemak kunnen lezen hoe een bankpas, chipknip of internetbankieren werken.” Daarnaast krijgt de Stichting Lezen & Schrijven een jaarlijkse bijdrage. “In de Week van de Alfabetisering zetten wij op onze afschriften en geldautomaten: de Rabobank steunt de Stichting Lezen & Schrijven. Daarmee bereik je toch heel wat mensen. Zo’n thema omarmen we een aantal jaren. Het doel is dat het bedrijfsleven zich bewust wordt van deze problematiek en mensen het probleem gaan aanpakken.”
Veelbelovende projecten Hoe worden de honderden aanvragen die jaarlijks bij het fonds binnenkomen beoordeeld? “We hebben een digitale aanvraagprocedure. De aanvragen worden door ons getoetst op een aantal criteria. Het initiatief moet bijvoorbeeld niet alleen vernieuwend zijn, maar ook financieel gedragen worden door de organisatie en andere fondsen.” Het gaat er de bij Rabobank Foundation niet alleen om geld te geven, maar ook om mee te denken met organisaties over nieuwe projecten en om het netwerk waar mogelijk beschikbaar te stellen. Als voorbeeld noemt Roelie van Stempvoort een fietsplan voor kinderen in asielzoekerscentra, ontwikkeld in samenwerking met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en de ANWB. De Rabobank Foundation financiert de inrichting van fietswerkplaatsen, waar asielzoekers zinvol bezig kunnen zijn door de ingezamelde fietsen te repareren. “We betrekken de lokale fietsenmakers erbij om les te geven en de plaatselijke Rabobanken om het project bekendheid te geven.”
donatie voor de inrichting van het nieuwe pand. Van Stempvoort: “De locatie in Doorn was behoorlijk achteraf. Als je dan in Amersfoort komt, gaat je hart open. De nieuwe huisvesting biedt voldoende ruimte om alles mooi te etaleren. Mensen voelen zich welkom als ze binnenkomen en kunnen rustig rondkijken. Dat heb je als organisatie nodig om jezelf te profileren.” Zo nu en dan wordt er gezamenlijk gebrainstormd over nieuwe initiatieven. “Vanuit Special Arts kwam het idee om in de hal van lokale Rabobanken kunst van mensen met een beperking te tonen. Om te zorgen dat ook de kunstateliers uit het werkgebied van de banken bekendheid krijgen, zouden die erbij betrokken moeten worden. Zo kan dat elkaar versterken.” Ze benadrukt dat ateliers voor een mooi project ook zelf bij de lokale Rabobanken kunnen aankloppen. “Ze hebben vrijwel allemaal een coöperatie- of ledenfonds van waaruit finan ciële ondersteuning mogelijk is.”
Verantwoord ondernemen Dat brengt haar op de training Goede Zaken, die de Rabobank Foundation samen met de stichting Doen heeft ontwikkeld. Doel daarvan is organisaties met een andere blik naar hulp van buitenaf te laten kijken. “Verenigingen en stichtingen zijn zich er nauwelijks van bewust dat maatschappelijk verantwoord ondernemen gemeengoed is geworden. Veel bedrijven willen vanuit hun eigen expertise iets doen voor hun omgeving.” Ook al is er in Nederland volgens haar geld genoeg voor goede doelen, ze begrijpt best dat er vanwege de bezuinigingsplannen veel onrust heerst. De Rabobank Foundation heeft vooralsnog weinig geleden onder de recessie. “Wij hebben het afgelopen jaar zelfs meer geld binnengekregen en uitgegeven. We voorzien natuurlijk wel dat er subsidiestromen gaan wegvallen en daardoor misschien meer aanvragen zullen krijgen.” In de nabije toekomst zijn er in de koers van het fonds geen grote veranderingen te verwachten. Roelie van Stempvoort: “We geloven in onze aanpak: als betrouwbare partner voor maatschappelijke organisaties steun geven aan nieuwe ontwikkelingen. Voorlopig gaan we op deze voet door.” José Vorstenbosch
Special Arts Ook met Special Arts zit de Rabobank Foundation regelmatig om de tafel. Zo ontving de stichting een
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
www.rabobankfoundation.nl
5
Wild “Vind je dat nou mooi?”, vroeg mijn buurman niet onvriendelijk. Hij wees op mijn gloednieuwe blauwe voordeur, die nogal opvalt tussen alle bruine deuren in de straat. Ja, ik vind het mooi, al snap ik best dat het een rommeltje wordt als iedereen zomaar zijn eigen kleur zou kiezen. Met dezelfde reserve dwaal ik door de collectie van Special Arts. Grootogig kijken mensen, dieren en afgeleiden het kader uit, ongetemd lijken lijnen tot buiten het beeld gekrast, ongetemperd komen de kleuren op me af. Moeilijk kiezen, en niet omdat ik alles wel aan de muur zou willen hebben. Mijn oog valt op een werk met een minder uitbundige expressie, maar wel sprekend. Simpele vormen, enkele kleuren. Ja, dat is mooi. Maar voor ik in gedachten al zinnen vorm over wat ik zie, bedenk ik dat het kunstwerk in pArt moet verschijnen. Sterker nog: het moet van de pagina af spatten!
6
Dus wordt het deze blikvanger van Alfons Jans. Eerst maar eens opschrijven wat ik zie: een hek. Een erg blauw hek, dat minder dan een kwart van de compositie vult en toch beeldbepalend is. Achter het hek staat een huis, maar daarvan zie je alleen het dak. Om meer te zien gluur je tussen de spijlen van het hek door, maar hoe meer je ziet hoe meer er verborgen blijft. Rond het hek staan bomen en struiken, achter elkaar en achter muurtjes. Half verscholen achter het huis ligt een fort. Wat niet gedeeltelijk verborgen blijft door overlapping wordt wel afgesneden door het kader. Behalve het ontzettend blauwe hek. “Fauvisme”, mompel ik. Een term die is afgeleid van ‘Les Fauves’ - ‘De Wilden’ - zoals een kunstcriticus de schilderijen van Henri Matisse en aanverwante kunstenaars noemde. Rond 1900 gingen zij met hun onnatuurlijke
kleuren en vereenvoudigde vlakken tegen alle regelen der kunst in. Vandaag de dag zijn we er allang aan gewend dat kunst vaak niet klopt. In een felgele lucht striemen knalrode vegen. Inktzwarte takken hebben lichtgroene contouren, die afsteken tegen een boomkruin die als een donkerbruine donderwolk de vakantiepret dreigt te verstoren. Waarom niet? Maar in dit schilderij klopt er ook veel wel: de kleur van de muurtjes en die van het fort. Soms moet je verder kijken: zo’n oranje huis zie je hier niet gauw, maar wel in mediterrane oorden. Alles is anders, net als op vakantie. Maar zo knalblauw als het hek is zelfs mijn eigen voordeur! Nou ja, ik geef toe, iets minder blauw. Eva Boom Alfons Jans, Vakantie 3, 2010, acryl op papier, 115 x 75 cm. Foto: Gerard van Rossum
pArt 2011|2
Bewaren voor later
Uitreiking Special Awards en opening tentoonstelling Van links naar rechts: Commissaris van de Koningin in Utrecht, de heer R.C. Robbertsen, Roos Drieënhuizen, Marco Smits, Miranda Dijkstra, Pieter van Haut, Wijnand de Vries, Shafy Mobin, Marc Dik en Dunja Hutzezon
Het was een drukte van belang op vrijdagmiddag 2 september in de ruime ontvangsthal van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Kunstenaars, familie, begeleiders, vertegenwoordigers van tal van organisaties en instellingen en belangstellenden wachtten in spanning op de bekendmaking van de winnaars van de Special Award 2011. Daarna werd de indrukwekkende tentoonstelling Bewaren voor later met werk van 57 kunstenaars met een handicap officieel geopend. Werk dat ook in een prachtige full colour catalogus werd samengebracht.
Interessant, leuk, maar moeilijk Zoals het hoort bij de bekendmaking van de prijswinnaars, gaf juryvoorzitter en recensent van de Volkskrant Sacha Bronwasser de namen van de prijswinnaars niet meteen weg. Samen met mede-juryleden Couzijn van Leeuwen en Wouter Stips (beide
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
beeldend kunstenaar) moest ze kiezen uit een groep van ruim tachtig inzenders die waren overgebleven uit een aantal van tweehonderd kunstenaars met een handicap in de leeftijd van 18 tot 40 jaar. De diversiteit van het ingezonden werk, een gevarieerd scala aan emoties, de soms verborgen en dan weer heel expliciete betekenissen maakten de taak van de jury interessant, leuk, maar ook moeilijk. “We kregen een kijkje in een wereld die we niet goed kennen, we zagen soms dat de beperking tot bijzondere oplossingen leidde en we keken door andere ogen. Dat was verrijkend.” Alle inzendingen werden beoordeeld op zeggingskracht, materiaalgebruik en origina liteit in onderwerp en behandeling.
“Ik ben hartstikke blij” Uiteindelijk kende de jury vijf prijzen toe en twee eervolle vermeldingen. De eervolle vermeldingen gingen
naar Dunja Hutzezon en Pieter van Haut. Roos Drieënhuizen kreeg de prijs voor driedimensionaal werk (€ 2.500). De gedeelde tweede prijs van elk € 2.000 werd toegekend aan Marco Smits en Wijnand de Vries. Ook voor de eerste prijs kwam de jury tot de slotsom dat de kwaliteit van twee kunstenaars zo aan elkaar gewaagd was, dat ze allebei de hoogste lof verdienden. Miranda Dijkstra en Shafy Mobin waren dolgelukkig toen hun namen werden genoemd. De Politie van Miranda werd door de jury getypeerd als “bescheiden, maar heel mooi van kleur” en “hoe langer je kijkt, hoe meer er verschijnt”. Over Toren van Pisa van Shafy zei de jury getroffen te zijn door “de spontaniteit in de weergave van details en de keuze om in de achtergrond een heel andere weg te durven inslaan”. Behalve een geldprijs van € 3.500 mochten de winnaars ook een prachtige glassculptuur in ontvangst nemen. “Ik ben hartstikke blij”, reageerde Miranda. Shafy was het zichtbaar met haar eens. Terwijl het besef van de overwinning langzaam doordrong, viel ook een beetje de opgebouwde spanning van de winnaars af. “Gaat het een beetje, meissie?”, vroeg de presentator van het programma aan Miranda. “Het gaat wel weer”, antwoordde ze met een zucht. Alsof ze wilde zeggen: het is allemaal mooi, maar laat mij maar weer lekker schilderen en rondlopen.
7
Sacha Bronwasser Als criticus ziet en bespreekt Sacha Bronwasser veel professionele kunst. Wat is voor haar het verschil tussen de beroepskunst en kunst door mensen met een handicap? “Het is mij opgevallen dat de onderwerpen directer op het doek gezet worden. Soms is het moeilijk te begrijpen omdat het wereldbeeld en de denkwijze van de kunstenaar niet meteen te doorgronden zijn. Je herkent wel terugkerende patronen. Er wordt veel geschilderd op een cartoonachtige manier met stevige contouren. Ook de behoefte aan duidelijkheid en helder kleurgebruik is opvallend. En thematisch zijn dieren en steden erg populair. Soms zie je iets dat gedurfd is en verrassend. Het werk van Wijnand de Vries bijvoorbeeld. Dat is donker, spookachtig en heftig. Daarmee kiest hij voor een aanpak die niet voor de hand ligt.”
Ze moest nog even wachten tot de officiële opening van de expositie.
Eervolle vermelding: Pieter van Haut, Dier préhistorie, 2010, krijt op papier, 27 x 37 cm Foto: Gerard van Rossum
Opening tentoonstelling Tentoonstelling De tentoonstelling zal van 5 tot en met 20 september bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed blijven, waarna een deel van de kunstwerken verhuist naar de Woonbeurs Amsterdam in de RAI (24 september t/m 2 oktober). Tot slot gaat een selectie van circa 40 werken van 7 tot en met 30 oktober naar Paleis Soestdijk. Alle geselecteerde kunstwerken met een filmpje over de kunstenaar zijn te zien via www.specialaward.nl
Catalogus De catalogus Bewaren voor later met een mooi voorwoord van Sacha Bronwasser is verkrijgbaar bij de tentoonstellingen en via Special Arts. Prijs: € 20,00 (excl. verzendkosten).
8
Die eer was toebedeeld aan de heer Robbertsen, Commissaris van de Koningin in Utrecht. Hij feliciteerde alle winnaars en sprak zijn waardering uit voor hun werk. “Kon ik zelf maar zo mooi schilderen”, zei hij oprecht. “Elk schilderij vertelt zijn eigen verhaal en inspireert de kijker.” Robbertsen benadrukte dat kunst van grote waarde is en mensen in staat stelt over grenzen heen te stappen. “Kunstenaars zoals jullie zijn nodig. Jullie werk draagt bij aan de waardering en de acceptatie. Het verbindt mensen in de samenleving met elkaar. Deze tentoonstelling maakt de mogelijkheden zichtbaar. Het laat zien dat mensen met een handicap talent hebben en de kansen pakken die geboden worden.” Als voorbeeld van hoe belangrijk het bewustzijn van het uitgaan van eigen kracht is, vertelde de heer Robbertsen het verhaal van een jongen die besloot een voetreis te ondernemen naar Santiago de Compostella. Letterlijk gebukt onder een enorm volle en zware rugzak kwam hij bij de oever van de Maas. Terwijl hij daar even ging zitten om te rusten zei hij, kijkend naar de rugzak, tegen zichzelf: “Waarom
doe ik dit? Ik hoef me niet te bewijzen. Je moet doen wat je kunt. Zo’n zware rugzak is niet nodig als je uit gaat van jezelf.” Nadat de commissaris van de koningin nog een compliment had uitgedeeld aan Special Arts voor de organisatie van de Special Award als stimulans voor talent, opende hij de expositie Bewaren voor later.
Veel indrukken De bezoekers konden onder het genot van een hapje, een drankje en de swingende klanken van een bevlogen musicerend duo op gitaar en accordeon, Joey van Helden en Ron Spee, de tentoongestelde kunstwerken bewonderen. In het auditorium was een film te zien over de winnaars, hun manier van werken en hun eigen visie op hun kunst. Er werd niet alleen druk gebruik gemaakt van de gelegenheid om de kunst en de film te bekijken, er werden ook indrukken en meningen uitgewisseld. En dat was meteen ook de meerwaarde van de middag: samen kunst beleven en interactie op basis van wederzijds respect. Ad van den Kieboom
pArt 2011|2
Gedeelde eerste prijs: Shafy Gedeelde tweede prijs: Wijnand de Vries,
Mobin, Toren van Pisa, 2010,
Prijs voor driedimensionaal werk:
Monster uit andere tijden, 2010,
potlood op papier, 66 x 47 cm
Roos Drieënhuizen, Pimmetje, 2011,
gemengde techniek op doek, 80 x 100 cm
keramiek, 62 x 50 x 35 cm Foto: Fotostudio Leeman
Alle andere foto’s: Gerard van Rossum
Gedeelde tweede prijs: Marco Smits, Egyptian Reggae, 2011, acryl op doek, 120 x 120 cm
Eervolle vermelding: Dunja Hutzezon,
Gedeelde eerste prijs: Miranda Dijkstra,
Zonder titel, 2010, gemengde techniek op papier, 70 x 100 cm
De Politie, 2010, gemengde techniek op papier, 47 x 62 cm
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
9
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort
Special Award tentoonstelling Bewaren voor later
Wat een hoop opgewekte, ontroerende en verrassende momenten kun je beleven op deze Special Award tentoonstelling! De tentoonstelling is samengesteld rond de driejaarlijkse kunstprijs Special Award, met dit jaar als thema Bewaren voor later.
Foto: Claudia Kamergorodski
10
‘Bewaren voor later’ is ook wat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed doet. Cultureel erfgoed – denk aan archeologische opgravingen, historische gebouwen, beschermde landschappen – wordt immers per definitie ‘bewaard voor later’. De rijksdienst heeft de entreehal van zijn hoofdkantoor in Amersfoort beschikbaar gesteld voor de expositie van ruim 130 werken die geselecteerd zijn uit de 600 inzendingen voor deze Special Award. Het kantoor bevindt zich in het twee jaar geleden geopende gebouw waarin
ook de kunsthal KAdE gevestigd is, een bijzonder gebouw met veel licht en ruimte. Ook de hal van de rijksdienst is ruim van opzet, alleen niet bestemd als expositieruimte. De wanden zijn grotendeels van glas, zowel aan de buitenkant als binnenin, zodat voor een expositie het gebruik van schotten haast onontkoombaar is. Zoiets gaat vaak ten koste van het karakter van de ruimte, maar in dit geval zijn er schotten op een ingenieuze manier rond de vierkante pilaren geplaatst, waardoor het uiterlijk van de hal niet echt verstoord wordt. Bovendien zijn de schotten, een soort deuren van karton, aan de bovenkant onder verschillende hoeken schuin afgesneden, waardoor een speelsheid tot stand is gebracht die weer past bij de speelsheid van veel van het tentoongestelde werk. Verder zijn de schotten onbewerkt gebleven, zodat het bruine karton mooi aansluit op de neutrale omgeving, zoals de bakstenen vloer. Hetzelfde kartonmateriaal is overigens ook weer slim gebruikt voor een grote tweezijdige ‘leesplank’ waarop tekeningen en prenten zijn gepresenteerd.
Nu de kunst zelf. De kunst voor deze wedstrijd valt buiten het reguliere kunstcircuit, en wordt ook wel betiteld als outsider art. Dit is het soort kunst waarover Special Arts zich ontfermt: kunst van mensen met een verstandelijke, psychische of fysieke handicap. Wat meteen opvalt is het bonte kleurgebruik – de kleuren vliegen je
om de ogen. En wat de vorm betreft: veel geabstraheerde en geschematiseerde figuratie, die vaak als ‘primitief ’ of ‘naïef ’ wordt aangeduid. Maar of je de afgebeelde mens- en dierfiguren, stadsgezichten en landschappen nu primitief, naïef, kinderlijk noemt of wat anders, daar gaat het niet om. Het gaat om de zeggings-
pArt 2011|2
Links: Stijn Zeelenberg, Je bent best 1 lekker ding, 2010, acryl op doek, 100 x 100 cm Onder: Niek Stegink, Kunst en de kunstenaar, 2011, acryl op doek, 100 x 80 cm Foto’s: Gerard van Rossum
kracht van het totaalbeeld van zo’n schilderij, tekening of sculptuur. Een kunstenaar met een verstandelijke beperking is meestal niet bezig met anatomische correctheid of de juiste perspectivische verhoudingen. Het gaat die persoon om de uitbeelding van een tafereel zoals hij of zij dat ziet, of bijvoorbeeld gezien heeft in een droom of herinnering, of in een boek of tijdschrift. Onbevangen en direct, fantasievol, niet gehinderd door vaktechnische vaardigheden. Hoewel verstandelijke beperkingen ook tot kinderlijke conventies kunnen leiden, zoals vaak in de weergave van lachende gezichten te zien is, gaat het hier om volwassenen die duidelijk hun eigen vormtaal ontwikkeld hebben. Voor deze mensen is de creatieve uiting een belangrijke levensvervulling geworden waar ze op de vele, door het hele land verspreide ateliers vol aandacht aan werken. Zo heeft elke kunstenaar op een natuurlijke manier zijn eigen werkwijze en stijl ontwikkeld. Het boeiende van deze tentoonstel-
ling is dan ook de diversiteit van het werk. Die diversiteit is er niet alleen vanwege al die verschillende stijlen, maar komt ook voort uit de verschillende soorten beperkingen waarmee deze kunstenaars te kampen hebben. Verstandelijke beperkingen zijn er in soorten en maten, maar psychische en fysieke natuurlijk ook. Bij de één overheerst de onbevangenheid, bij de ander kunnen ‘problemen met de buitenwereld’ zorgen voor ‘drukte in het hoofd’, die dan wordt losgelaten op papier of doek om het hoofd weer rustig te krijgen. Hoewel op deze tentoonstelling de onbevangen vrolijkheid overheerst, is er ook sprake van ernst en uitgeleefde frustraties. Maar ook van prettig aandoende obsessies die ongeremd uitgesproken zijn, zoals die van Stijn Zeelenberg die het op mooie meisjes voorzien heeft. De titel Je bent best 1 lekker ding had zo van Herman Brood kunnen zijn, en het schilderij zelf werkt door de tekstballonnen van de meisjes, de insecten en de aangelijnde hondjes behoorlijk op de lachspieren.
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
Humor ontbreekt zeker niet op deze tentoonstelling. Het schilderij Kunst en de kunstenaar van Niek Stegink laat een kunstenaar achter een schildersezel zien, bezig met het schilderen van een ledenpop die weer uit het doek naar voren komt om met zijn kwast de kunstenaar zelf te ‘voltooien’. De heldere lijnen, egale kleurvlakken en striptekenstijl maken er een mooie cartoon van. Ook Job Exel maakt cartoonachtige tekeningen, waarin expressieve, vaak grijnzende gezichtsuitdrukkingen voor een komisch effect zorgen. In contrast met het zwart-wit van de tekeningen staan Exels kleurige keramische objecten: een schaal met de tekening van een wijzerplaat met een stripfiguur met overdreven grote handen. Die stripfiguur zelf, met de grote handen, is ook weer op een indrukwekkende manier kleurrijk vormgegeven als keramische sculptuur. Sterk van vorm en uitdrukking. Het werk van Exel was dan ook terecht genomineerd.
11
Geert Savelberg, Old Studebaker, 2010, diverse materialen, 21 x 65 x 26 cm Foto: Fotostudio Leeman
verdrukking, een deel van de kathedraal. Gedetailleerd zijn de kenmerkende architectonische onderdelen getekend, tegen een achtergrond van grote kleurvlakken.
Dit geldt ook voor de keramische beesten van Mary-Lou Ilaria, van wie vooral het Girafje als jong diertje treffend is uitgebeeld – het lijkt nog wat onwennig op zijn pootjes te staan. Het driedimensionale werk op deze tentoonstelling maakt trouwens sowieso indruk. Van Geert Savelberg is een ‘vlammende’ oldtimer te zien, Old Studebaker, met inklapbaar dak, voor- en achterklep die open kunnen en waarachter motor en kofferbak gedetailleerd zijn uitgewerkt. Ook in zijn tekeningen laat hij oude auto’s zien en andere historische situaties, zoals een stadsgezicht van Hamburg met veel verwijzingen naar The Beatles in de periode dat ze er optraden – telkens met veel details. Winnaar in de categorie driedimensionaal werk is Roos Drieënhuizen voor haar keramieken accordeonist Pimmetje. Krachtig van vorm en in subtiele, gedempte kleuren beschilderd, met een levendige en komische uitdrukking. Over naar de overige prijswinnaars. Van de 18 genomineerden kregen er twee een eervolle vermelding: Dunja Hutzezon met haar gedetailleerd uitgewerkte tekeningen van een stadsgezicht en twee interieurs, en Pieter van Haut, van wie de pasteltekenin-
12
gen van dierfiguren juist eenvoudig van vorm en intens van kleur zijn. De eerste en tweede prijs zijn beide gedeeld. De expressieve en kleurrijke schilderijen van Wijnand de Vries laten beeldvullende monsters en gevaarlijk ogende dieren zien in een ogenschijnlijk wild maar raak neergezet lijnenspel. Monster uit andere tijden kreeg een tweede prijs. De andere tweede prijswinnaar is Marco Smits, die zijn schilderijen ook uit kleurige lijnen en vlakken opbouwt, maar dan om idyllischer taferelen uit exotische oorden uit te beelden. In het winnende werk, Egyptian Reggae, (zie achterzijde) is een kameel afgebeeld tegen een abstracte achtergrond: een uit felgekleurde strepen bestaande driehoek (piramide) waaromheen een rijke variatie aan kleurige abstracte vormen is aangebracht. Shafy Mobin, een van beide eerste prijswinnaars, heeft ook Egyptische piramides en een kameel afgebeeld, in snelle halen met potlood getekend. Zijn interesse gaat uit naar antieke gebouwen. Zijn winnende tekening is Toren van Pisa (zie voorzijde). Centraal afgebeeld staat de scheve toren en pal daarnaast, haast in de
De andere eerste prijs werd gewonnen door Miranda Dijkstra voor haar werk De Politie. Een mysterieus schilderij met een dieprode, vlekkerig geschilderde achtergrond en een witroze tekening op de voorgrond. De vormen lijken abstract, maar gaandeweg ontdek je, aangegeven door de woorden ‘Polietie Nijmegen’, steeds meer figuratieve elementen. Opeens zie je een groot paard in beeld, gezichten en gebouwen. In de expressieve lijnen en vlakken herken je spontaniteit en improvisatie, en het plezier waarmee de vormen zijn neergezet. Dit blijkt ook uit haar beide andere schilderijen, waarvan er een is gebruikt voor de omslag van de prachtige catalogus. De jury heeft gesproken en zijn oordeel in mooie woorden uitgedrukt. De meeste winnaars konden daarentegen bij de prijsuitreiking door alle opwinding, waaraan ook het enthousiast applaudisserende publiek bijdroeg, geen woord uitbrengen. Woorden zijn eigenlijk ook niet nodig om deze kunst te waarderen. De Special Award en de tentoonstelling maken duidelijk dat outsider art, die van grote betekenis was voor kunstbewegingen als Surrealisme en Cobra, terecht, zoals Sacha Bronwasser in haar boeiende inleiding van de catalogus aangeeft, steeds meer waardering krijgt. Ariel Alvarez is werkzaam bij Agis Zorgverzekeringen in Amersfoort, nu onderdeel van Achmea Divisie Zorg & Gezondheid. In het kantoor aan de Van Asch van Wijckstraat 55 is nog tot half oktober de Special Arts-expositie Een kleurrijke zomer bij Agis te zien.
pArt 2011|2
Nieuws van Special Arts
Digitalisering kunstactiviteiten Special Arts heeft een klein onderzoek gedaan naar de behoefte aan het digitaal toegankelijk maken van haar overzicht van kunstactiviteiten voor mensen met een handicap en aan een digitaal discussieplatform. Daarom zijn mensen met een handicap, kunstbegeleiders en betrokkenen gevraagd om een digitale enquête in te vullen. Daarnaast zijn vijf kunstbegeleiders mondeling ge-
ïnterviewd. Er zijn 140 reacties op deze enquête gegeven. De meerderheid daarvan was positief over het initiatief van Special Arts. Een aandachtspunt is dat met name de kunstbegeleiders aangaven dat het niet vanzelfsprekend is dat ze deze website ook daadwerkelijk kunnen volgen. Special Arts gaat zich beraden welke vorm de beste garantie voor kennis
uitwisseling biedt, zonder dat het een belasting is voor kunstbegeleiders en ook in welke vorm het aanbod het beste digitaal toegankelijk kan worden. Het is de bedoeling dat dit project start in het najaar van 2011 met als doel dat het aanbod en het discussieplatform beschikbaar zijn in januari/ februari 2012.
Tentoonstelling ’t Is een beestenboel! In het kader van dierendag is er vanaf 4 oktober 2011 een tentoonstelling van kunstwerken met als thema dieren. Overal hangen en staan kunstwerken van beesten, van muis tot olifant, van kever tot kat. Ieder vindt wel een dier waar hij van houdt, want er zijn dino’s en zelfs
fantasiedieren. De tentoonstelling is zeer geschikt om met kinderen te bekijken. Temeer daar er deze keer een educatief karakter aan is gegeven. Kinderen kunnen aan de hand van een vragenlijst onderzoeken wat ze weten van dieren, maar ook welke kunstwer-
ken hen aanspreken. En ze kunnen meedoen aan een wedstrijd, waarbij ze een halfjaarabonnement op een kunstwerk naar keuze kunnen winnen. Daarvoor moeten ze een passende tekst bij het door hen gekozen kunstwerk maken. De leukste tekst krijgt de prijs!
Wajong Kunstcongres 3 oktober 2011 UWV organiseert voor de tweede keer het Wajong Kunstcongres. Kunstenaars met een Wajong uitkering kunnen deelnemen aan een kunstexpositie, waarbij ze kans maken dat hun kunstwerken worden tentoongesteld in de kantoren van UWV. Het Wajong Kunstcongres wordt gehouden op een bijzondere locatie, namelijk in het Kröller-Müller Museum in het Nationale Park de
Hoge Veluwe. Een deskundige jury beoordeelt deze dag het getoonde kunstwerk én andere kunstwerken uit het portfolio. De jury nomineert in totaal drie kunstenaars die in aanmerking komen voor de prijs, het exposeren van hun werk binnen verschillende UWV-kantoren. Naast de expositie bestaat er op die dag volop de gelegenheid om nieuwe contacten op te doen om zo het
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
netwerk uit te breiden. Er zullen verschillende organisaties aanwezig zijn op een informatiemarkt waaronder UWV, kunstuitleenorganisaties, galeries en kunstenbonden. Het complete en aansprekende programma van deze dag is te vinden op www.wajongkunstcongres.nl. Via deze link kan men zich ook aanmelden. Van harte aanbevolen!
13
Circustheater Stoffel
Succeservaringen voor bijzondere mensen In een antikraakpand in Nijmegen huist Stoffel, Circustheater voor bijzondere mensen, van Stefke de Wit. Zijn kantoor in deze voormalige bioscoop ademt de sfeer van openheid en ruimte. Hij is trots op zijn eenmanszaak die hij dik vijf jaar geleden is begonnen. Enthousiasme is het toverwoord tijdens het gesprek met deze docent/trainer van Circustheater Stoffel. Stefke de Wit is vooral gepassioneerd voor activiteiten die het sociale en het creatieve samenbrengen.
Stefke de Wit geeft les in circustheater. Hij treedt zelf bijna niet op, maar geeft vooral veel les. Zelf is De Wit geen circusaap, maar hij ontdekte dat je met circustheater veel, heel veel bij mensen kunt bereiken. Het relatief eenvoudige succes blijkt een sleutel tot zelfontplooiing en positieve eigenwaarde. Hij gebruikt dit middel om kwetsbare mensen succeservaringen te geven. Zelfs in extreme situaties, bijvoorbeeld bij sterk verwaarloosde Roma kinderen, wist hij te bereiken dat ze weer een beetje in zichzelf gingen geloven. Zijn keus voor circustheater is ingegeven door de overtuiging dat het een krachtig middel is om deze
14
pArt 2011|2
kinderen te bereiken. Daarbij moet wel aangetekend worden dat veel van wat hij bereikt, is toe te schrijven aan zijn persoonlijke aanpak. Stefke de Wit is als het ware zijn eigen product. En dat is tegelijkertijd zijn sterke én zwakke plek, want een andere docent zal wellicht niet dezelfde resultaten behalen.
Voor de wind Als zelfstandig ondernemer heeft De Wit vooral baat bij zijn netwerk met andere bevlogenen en opdrachtgevers. Die geven hem positieve impulsen, maar kunnen ook kritisch zijn, zoals hij het formuleert. Hij kan geen kapitalen uitgeven aan reclame of stunten met allerlei grote acts, maar moet het vooral hebben van de mond-tot-mondreclame. Omdat zijn opdrachtgevers vaak terugkomen vanwege de kwaliteit van het geleverde werk én omdat er nieuwe opdrachtgevers bij komen, heeft hij het helemaal voor elkaar. “Het gaat me voor de wind! Voor het eerst kan ik een pensioen gaan opbouwen”, zegt hij lachend. Maar tegelijkertijd beseft De Wit heel goed dat hij niet stil kan blijven staan en hij altijd bezig moet zijn met nieuwe dingen. Daar
zit één voorwaarde aan: ze moeten passen bij zijn persoonlijke groei en er parallel mee lopen. Zijn businessplan 2012 – 2016 voorziet daarin, want zijn streven is om meer succeservaringen naar bijzondere mensen te brengen.
Door de forse bezuinigingen op de zorg wordt vrijetijdsbesteding een luxe Circustheater Stoffel krijgt geen subsidie, heeft geen sponsoren, doet geen beroep op fondsen, maar moet met eigen opdrachten de kost verdienen. Glimlachend vertelt Stefke de Wit dat hij indirect natuurlijk wel gebruik maakt van subsidies, omdat zijn opdrachtgevers uit die ruif eten. Dat is op dit ogenblik ook wel te merken, want door de
Linkerpagina: Samen kijken naar het resultaat Hiernaast: Spelen met de groep Foto’s: via Circustheater Stoffel
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
15
Veilige en open speelruimte Grote betrokkenheid bij de zwakkeren in de samenleving en professionaliteit, dat zijn voor Stefke de Wit de twee pijlers van kwaliteit. Betrokkenheid kan echter gemakkelijk verzanden in sentimentaliteit en daarom is een professionele houding ten opzichte van kwetsbare kinderen essentieel. Alleen waar die twee samengaan, is er sprake van een leerproces en niet van een trucje. Daarvoor is kennis over psychiatrie nodig, begrenzing en afbakening van wat nog wel en wat niet wordt gedaan. Zo ontstaat een veilige en tegelijkertijd open speelruimte. Daarnaast is er aandacht voor gewenst gedrag en bemoediging, gecombineerd met simpele complimentjes en het benoemen van onveilige situaties. Dat zijn de uitgangspunten van het lesmodel van De Wit. In alle eenvoud brengt hij daarmee de grondregel van het handelen jegens ieder individu, zeker als het om kwetsbare mensen gaat, naar voren: geef vertrouwen en weet wat je doet. Daarbinnen is uiteraard plaats voor menselijke twijfel en dat is bij De Wit ook het geval. Als docent omgaan met complexe situaties, stevig zijn, maar niet overal controle over willen hebben. Wat er volgens De Wit altijd moet zijn in het denken en handelen bij kwetsbare kinderen: “Ik ben er. Ik weet wat ik wil. Wat ik echt wil, daar valt niet aan te tornen. Binnen die kaders is er vrijheid.”
Normaal verschijnsel Trots en in balans Foto: via Circustheater Stoffel
forse bezuinigingen op de zorg, zo’n 20 procent, wordt vrijetijdsbesteding een luxe.
Bijzondere mensen Zijn definitie van bijzondere mensen is op zich al bijzonder, want heel breed. Hij spreekt niet alleen over mensen die zorg nodig hebben vanwege een psychische of lichamelijke handicap, maar over iedereen die extra steun kan gebruiken in zijn of haar ontwikkeling. Psychiatrische inrichtingen, maar ook justitie maken gebruik van zijn diensten. Daarnaast werkt hij voor Begeleider In de Circuskunsten (BIC), een nog niet door het Rijk erkende opleiding. Deze opleiding wordt georganiseerd door Circomundo, belangenbehartiger van jeugdcircussen in Nederland. Aan deze studenten geeft hij workshops. Hij houdt geen theoretische verhandelingen, maar laat vooral zien hoe je kinderen die een onconventionele benadering vragen, met circusacts en spel dat voortkomt uit het circus, kunt benaderen en helpen.
16
Circustheater Stoffel doet voor Circus Olga de artistieke leiding en heeft vanuit die rol met Rock & Rolstoel Producties samengewerkt. Na diverse uitvoeringen door ongeveer 45 circusartiesten en 25 muzikanten bleken veel kinderen een paar dagen bij te moeten komen van alle inspanningen. In eerste instantie werd dat door Circus Olga en Rock & Rolstoel Producties negatief uitgelegd, maar later realiseerden ze zich dat ‘normale’ kinderen ook wel eens ziek zijn na een musical of een zware wedstrijd. Een normaal verschijnsel dus en niet inherent aan deze kwetsbare groep! Een pleidooi om niet direct alles te gooien op het feit dat kwetsbare kinderen altijd alleen maar kwetsbaar zijn. Kees van Meel, theaterrecensent
Meer informatie: www.circustheaterstoffel.nl
pArt 2011|2
Uw kunst op keramiek Schoonhoven Keramiek BV produceert en ontwikkelt relatiegeschenken in keramiek met kunst. We hebben ons gespecialiseerd in het reproduceren van kunst op een grote verscheidenheid van keramische vormen. En dat doen we met vele bekende en onbekende kunstenaars. Inmiddels hebben we in samenwerking met tal van ateliers en kunstenaars prachtige opdrachten uitgevoerd. Mooie porseleinen serviezen, schalen, doosjes, vazen etcetc. Tevens kunnen wij u eigen vormen reproduceren in keramiek. De lat ligt hoog bij ons. U kunt van ons absolute kwaliteit verwachten. Met onze passie en kennis voor kunst en ambacht en onze jarenlange ervaring met reproductietechnieken van kunstwerken zijn wij u graag van dienst om de mogelijkheden voor u organisatie te onderzoeken. Tevens staan wij u bij om uw atelier onder de aandacht van bedrijven te brengen.
Kijkt u eens naar voorbeelden op www.schoonhovenkeramiek.nl
W W W . S C H O O N H O V E N K E R A M I E K . N L 0182-382344
[email protected]
Shoonhoven 180x110 mm.indd 1
07-04-11 19:38
• borduurwerken • tekeningen • foto´s • schilderijen
Stationsweg 0ost 275 3931 ER Woudenberg tel. 033-2860190
• passe-partouts op computergestuurde snijmachine (vele vormen)
• restaureren en schoonmaken van schilderijen
r al uw
o Het juiste adres vo inlijstwerk!
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
• ophangsystemen (ook montage) • facetspiegels alle maten • wissellijsten • snelservice
17
Artistiek ondernemen volgens Amerpoort:
Kwaliteit, samenwerking en open ogen De activiteiten van Jans Pakhuys en Theater Totaal maken Amerpoort zichtbaar in de samenleving. Laten zien wat mensen met een verstandelijke beperking kunnen – ook in artistieke zin – is de kracht van deze organisatie. Manager dagbesteding Thea de Waal: “Ik denk dat er ook in de toekomst aandacht voor deze kunst zal blijven.” “‘Het is echte kunst’, zei de directeur van de Hermitage bij onze laatste tentoonstelling in het Bijbels Museum. Dat is natuurlijk een enorme erkenning voor wat we met Jans Pakhuys beogen: mensen met een verstandelijke beperking een volwaardige plaats geven in de samenleving en daarmee ook de kunst die zij maken.” Aan het woord is Thea de Waal. Als manager dagbesteding Artistiek en Ambacht van Amerpoort is zij verantwoordelijk voor de dagbestedingsactiviteiten in Jans Pakhuys: atelier, galerie en winkel in Amersfoort. Ook Theater Totaal, een muziek- en theaterwerkplaats in Nieuwegein, valt onder de kunstzinnige vormen van dagbesteding die Amerpoort biedt.
Snoezelruimtes Het karakteristieke pand van Jans Pakhuys Foto: via Amerpoort
Amerpoort is een organisatie voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking in de provincies Utrecht en Flevoland en in het Gooi. Er wordt dagbesteding aangeboden aan een brede
doelgroep van mensen met een licht verstandelijke beperking tot mensen met een ernstig meervoudige beperking. “We bieden een mooi palet aan activiteiten”, vertelt Thea de Waal, “van snoezelruimtes tot werken bij een baas onder begeleiding van een jobcoach. Met onze activiteiten willen we zichtbaar zijn in de maatschappij. Zo werken we samen met drie restaurants waar onze cliënten kunnen werken. Zeker Jans Pakhuys met de galerie en de voorstellingen van Theater Totaal hebben een grote uitstraling naar de samenleving.” Jans Pakhuys is in Amersfoort een begrip. Daarom is het niet moeilijk om naast de professionele begeleiders vrijwilligers te vinden die willen bijdragen aan de speciale sfeer die er heerst, aldus De Waal. In het atelier wordt vooral geschilderd, maar ook mozaïek gemaakt. In de galerie wordt dit werk tentoongesteld. De winkel die aan Jans Pakhuys is verbonden, verkoopt voor 75 procent ambachtelijke producten van dagbestedingsactiviteiten van Amerpoort en van andere zorginstellingen uit heel Nederland. Dit assortiment wordt aangevuld met spullen die worden ingekocht op de beurs. “Om de winkel draaiend te houden, de kunstagenda te kunnen maken en exposities te organiseren, moeten we wel een bepaalde omzet halen. Wat goed verkoopt is porselein, maar ook onze kunstagenda. Er zijn jaren dat we meer dan 20.000 stuks verkopen.” Thea de Waal benadrukt dat er geen commerciële doelen zijn en dat de kunstzinnige dagbesteding niet duurder is dan andere vormen van dagbesteding. “De meerwaarde van een winkel en galerie is dat je een gezicht naar buiten hebt. Mensen uit het hele land weten Jans Pakhuys te vinden. Wat onze mensen maken, dwingt respect af.”
Spanningsveld De kunst wordt gemaakt onder begeleiding van medewerkers van Amerpoort. De Waal over die begeleiding: “We hebben veel aandacht vo0r ontwikkeling, zowel persoonlijke als artistiek. Als dingen niet goed zijn, bespreken we dat met cliënten. Dat is niet altijd makkelijk. Alleen wat mooi is wordt ingelijst of komt in de kunstagenda.” Een spanningsveld ontstaat soms wanneer Amerpoort verplichtingen is aangegaan voor een expositie of een theaterproductie en
18
pArt 2011|2
kunstwerken of een voorstelling echt op een bepaalde tijd af moeten zijn. “We hebben geleerd dat je niet een heel jaar moet willen pieken, want dan komt de ontwikkeling van onze cliënten in de knel.” Jans Pakhuys en Theater Totaal stellen bepaalde eisen aan de deelnemers. De Waal: “In eerste instantie krijgt iedereen de kans en komen mensen drie maanden stage lopen. In die periode kijken we of er talent aanwezig is – dat betekent voor ons of er ontwikkeling mogelijk is – en of iemand zich hier prettig voelt. We evalueren met begeleiders, ouders en de cliënt zelf en kijken dan of Jans Pakhuys de juiste plek is voor deze persoon. Hetzelfde geldt voor Theater Totaal: ook daar wordt gekeken naar talent op muzikaal of theatraal gebied.”
Kracht van ondernemen Theater Totaal heeft zich een jaar geleden bij Amerpoort aangesloten. Het is een muziek- en theaterwerkplaats met ruimte voor veertig mensen. De optredens zijn gericht op publiek; per jaar wordt meestal één grote voorstelling gemaakt. Daarnaast maakt Theater Totaal in opdracht van bedrijven kleinere voorstellingen. Ook zijn er uitwisselingsprogramma’s met scholen. Kortom, het theater is zeer ondernemend in het naar buiten treden en het zoeken van partners. Thea de Waal: “Wat ze goed doen bij Jans Pakhuys en ook bij Theater Totaal is het onderhouden van een groot netwerk van bedrijven en vakmensen die deze kunstzinnige activiteiten een warm hart toedragen. Dit netwerk breidt zich nog steeds uit. Als je het goed doet en als je wilt delen, dan willen mensen graag bij je horen. Zo werken we voor de kunstagenda al twaalf jaar samen met een vormgever die vindt dat de kunst van onze cliënten een plek verdient in de reguliere kunstwereld.” “Behalve een groot netwerk is het ook enorm belangrijk om open ogen te hebben”, vervolgt De Waal. “Daarmee bedoel ik dat je altijd kansen ziet en eigenlijk nooit nee zegt. We zijn gericht op kwaliteit en samenwerking. Dat is volgens mij de kracht van ondernemen, in de zorg maar ook elders.”
Kunstagenda 2012 Een verdienste van Special Arts, maar ook van Amerpoort, is volgens haar de toenemende aandacht voor kunst van mensen met een beperking. “Daar ben ik trots op. Als je naar de toekomst kijkt, denk ik dat die aandacht blijvend is en niet minder wordt. Wel ben ik benieuwd naar de nieuwe ontwikkelingen in de zorg, nu een deel van de AWBZ -
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
waaronder dagbestedingsactiviteiten - naar de WMO overgaat en dus onder de verantwoordelijkheid van gemeenten komt te vallen. Zal er dan nog ruimte blijven voor de diversiteit die wij bieden? Daarom is het goed dat wij zulke zichtbare activiteiten hebben als Jans Pakhuys, want dan ben je minder snel een pennenstreek. Al onze activiteiten in de samenleving vormen een kracht voor de toekomst.” Thea de Waal geeft ons al even een kijkje in de nabije toekomst. “Een voorbeeld van de kracht van Jans Pakhuys is de jaarlijkse kunstagenda. Zes drukkerijen in de regio werken eraan mee: ze maken alle zes een katern, die samen een mooi eindproduct vormen. De laatste jaren werkten we vaak met thema’s, maar voor 2012 hebben we besloten dichter bij de kunstenaars te blijven. We stellen iedere maand een kunstenaar centraal die iets van zijn of haar meest typerende werk mag laten zien.” Claudia Marinelli Beleidsmedewerker diversiteit bij Kunstfactor
Elise Alberts, Danseres Foto: via Amerpoort
Meer informatie: www.amerpoort.nl
19
20
pArt 2011|2
Painter Come colour up my life Oh painter Come colour up my life Take away the misery Take away the strife. Deep Purple | songtekst The Painter | 1969
Jo Toonen gefotografeerd door Paola de Bruijn
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
21
Crossings Dance Festival in Düsseldorf
Internationale uitwisseling van mixed-abled dans In juni 2011 vond in het tanzhaus nrw in Düsseldorf het derde internationale Crossings Dance Festival plaats. Het tweejaarlijkse festival is een internationale uitwisseling voor mixed-abled dans, waarbij mensen met en zonder fysieke beperking samen dansen. Curator Gerda König hamerde op het belang van educatie. “We moeten het publiek, het professionele dansveld en dansdocenten opleiden.” In het midden van een donkere studio staan dansers met zaklampen. Het publiek verzamelt zich om de dansers heen. Wanneer iedereen zijn plek heeft gevonden, gaan de zaklampen uit om de rest van de voorstelling niet meer aan te gaan. Ik zie niets meer. Even ervaar ik een lichte paniek; waar is de uitgang? Dan sluit ik mijn ogen en ga op in de ritmische geluiden van de dansers en de muziek. Slepend, bonkend, trappelend, naderend. Een danser dichtbij, een ademhaling. Een hand tastend op mijn schouder. Een woord in mijn oor. Daarna weer afstand nemend. Voor even beleef ik een dansvoorstelling zonder er iets van te zien. Met mijn gehoor, tast, geur en met mijn volle verbeelding.
Dansuitwisseling Op uitnodiging van Gerda König en Gustavo Fijalkow, curatoren van het Crossings Dance Festival, ben ik naar Düsseldorf getogen. Ik leerde Gerda een jaar geleden kennen toen zij mij ruimhartig ontving in haar Keulse appartement. Ze heeft musculaire atrofie, een progressieve spierziekte waarbij de motorische cellen in het ruggenmerg zijn aangetast. Als gevolg daarvan zit ze in een rolstoel. Ze vertelde mij hoe zij negentien jaar geleden min of meer bij toeval in aanraking kwam met dans en hoe dat leidde tot de oprichting van haar professionele mixed-abled dansgezelschap DIN A 13. Mixed-abled dans is een hedendaagse dansvorm waarbij mensen met en zonder fysieke beperking samen dansen.
22
Onze ontmoeting leidde tot een mixed-abled dansuitwisseling tussen Nederland en Duitsland. Vorig jaar was Gerda’s werk te zien tijdens het theaterfestival Ongekend Talent in Breda en haalde Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst, haar naar Nederland voor het geven van een aantal workshops. De workshops vonden plaats in de studio’s van de Fontys Dansacademie in Tilburg en hadden als doel dansdocenten uit Vlaanderen en Nederland kennis te laten maken met haar methodiek voor mixedabled dans. Over deze term bestaat wereldwijd nog geen consensus. In Nederland wordt de dansvorm ook wel inclusiedans of integrated dans genoemd.
Zaadjes planten De dansvoorstellingen die te zien zijn tijdens het dansfestival in Düsseldorf zijn allemaal mixed-abled. Thema van het tweejaarlijkse festival is deze keer Grenzgänge – grensovergangen. Er zijn dansgezelschappen uit Duitsland, de Verenigde Staten, Sene-
Voor even beleef ik een dansvoorstelling zonder er iets van te zien gal, Kenia, Israël en Brazilië. In verschillende landen heeft Gerda’s professionele gezelschap DIN A 13, zoals ze het zelf zegt, zaadjes geplant. Zo leidde ze dansprojecten in Brazilië, Zuid-Afrika, Ethiopië, Kenia en Senegal met als doel het uitwisselen van kennis en methodieken. “We laten tools achter waarmee de groepen zelfstandig verder kunnen.” Na het zien van de krachtige voorstelling Watu na viatu tu (Mensen en schoenen) van het Uwezo Mix Dance Theatre uit Kenia straalt Gerda. “One of my babies”, zegt ze trots. Vijf jaar geleden bezocht DIN A 13 dat land en dat gaf de impuls voor deze mixed-abled groep. Nu staan ze met
pArt 2011|2
een volwaardige, zelf geproduceerde voorstelling op het festival. Naast mixed-abled dansvoorstellingen biedt het festival diverse workshops en de tentoonstelling Kunst zonder grenzen, met onder meer foto’s en filmfragmenten van uitgeprocedeerde asielzoekers. Grenzen worden ook onderzocht in de documentaire Wüstengluck – Der Lauf durch die Sahara van Gerhard Schick. In de film volgt hij de Duitse atlete Claudia Odekerken die haar geluksmomenten zoekt in de ‘Marathon des Sables’, een 250 kilometerlange helletocht door het zand en de hitte van de Marokkaanse Sahara. Een film waarover ik met mijn mede-festivalgangers nog lang napraat. Wat zou haar volgende fysieke uitdaging zijn? Kan het nog gekker? Is dit het toppunt van decadentie? Of zit in haar zucht naar fysieke grenzenloosheid juist een beperking?
Victim art De volgende dag schuif ik aan bij de paneldiscussie. Aan de orde komen vragen als: Is er aansluiting met het professionele dansveld? Dance en disability lijken twee gescheiden werelden die maar niet samen willen gaan. Staat de hedendaagse dans open voor het verrijken van haar vocabulaire met mixed-ability dans? Wordt deze dansvorm serieus genomen? Vragen die gesteld worden, maar niet beantwoord omdat het professionele abled dansveld niet vertegenwoordigd is. De vraag of een mixed-abled festival als Crossings Dance nodig is, wordt wel beantwoord. “Nee”, zegt de één, “we moeten oppassen dat we niet als victim art beschouwd worden.” “Ja”, zegt de ander, “want er zijn ook dansfestivals voor uitsluitend moderne dans, urban dance of klassieke dans. Dus waarom geen festival voor het genre mixed-ability dans? Bovendien is het goed om elkaar te ontmoeten, kennis uit te wisselen en geïnspireerd te worden door elkaars werk.” Tijdens de discussie hamert Gerda König op het belang van educatie op verschillende niveaus. “We moeten het publiek, het professionele dansveld en dansdocenten opleiden. En we moeten vooral niet vergeten kinderen met een fysieke beperking te laten zien dat hedendaagse dans ook voor hen tot de mogelijkheden behoort.” Zowel in Nederland als in Duitsland is het lastig om dansers met een handicap te vinden. Want naast het geven van danseducatie in het bijzonder onderwijs hebben we ook rolmodellen nodig zoals het karakter Artie Abrams uit de Amerikaanse tv-serie Glee.
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
Beperkt blikveld Ik sluit het festival af met de voorstelling In… Balance van de Vidanca Dance Company uit Brazilië, een solovoorstelling van de spastische danser Marcos Abranches. Alleen op het grote podium, met op de achterwand dromerige beelden in korrelig zwart-wit, beweegt hij met een paraplu in zijn hand. Ongecontroleerd, en gecontroleerd in de verstilling. Dan stokt het geluid en het beeld en gaat de achterwand op zwart. De danser en zijn paraplu, nu zonder achtergronddecor, houden echter niet op te bewegen. Hoort dit bij de voorstelling of gaat er iets fout? Ik begin te schuiven op mijn stoel en voel me ongemakkelijk. Niemand grijpt in of zegt iets. De doodse stilte in de zaal brengt me bij mijn eigen beperkingen; wat ben ik gewoon te zien? Wat weet ik van de bewegingskwaliteiten van deze spastische danser? Hoe breed is mijn blikveld eigenlijk? En dan begint de voorstelling opnieuw.
Terrains DéCouverts Foto: via Din A 13
Marian van Miert, adviseur Kunstfactor
Meer informatie: www.din-a13.de Het volgende Crossings Dance festival vindt plaats in het najaar van 2013.
23
24
pArt 2011|2
Gelaagde doeken van Kare
“Ik wil geen gladde dingen maken” Met alleen een sfeerbeeld voor ogen, zonder te weten wat het resultaat zal zijn, bouwt Kare haar schilderijen op. Laag voor laag, in subtiele structuren. Na lang zoeken is ze - veel levens- en praktijkervaringen rijker - gelukkig met de eigen richting die ze gevonden heeft. “Ik denk dat ik steeds momenten van het leven laat zien, het proces van dichter bij jezelf komen.” “De maker van mijn website wilde dat ik een verhaaltje over mezelf zou schrijven, omdat dat zo hoort. Maar ik wilde liever wat flarden tekst vermelden en verder alleen mijn werk laten zien. Ik wil ook geen foto’s van mezelf op de site, want dan ben je beter vindbaar. Ik ben bang dat iedereen mijn achtergrond leert kennen. Ik wil niet alleen als een psychiatrisch kunstenaar gezien worden. Kunstenaar is mijn beroep.” Om een zekere afstand tot de buitenwereld te bewaren, koos ze voor het pseudoniem Kare. “Praktisch gezien ga ik planmatig te werk, maar wat mijn ideeën betreft heel intuïtief ”, vertelt Kare in haar Haagse appartement, waar ze ook een klein atelier heeft ingericht. “De ene keer werk ik meer abstract, de andere keer wat figuratiever. Laat ik mijn gevoel meer spreken of wil ik een rustiger beeld, dan wordt het abstract. Ik vind het leuk dat ik dat mezelf nu toesta, ook al zeggen sommige mensen dat je maar één stijl mag hebben.”
Geen stripverhaal
But I am not, 2005,
“Mijn thematiek noem ik nurture and nature, de mens en zijn omgeving. Mijn abstractere schilderijen vallen onder de noemer nature. Ze gaan over de structuur van de natuur. Als ik weinig aan mijn hoofd heb, heb ik behoefte aan rustige beelden. Dan zie ik zo’n abstract vlak als een soort cel, die zich in het universum bevindt. Mijn figuratieve werk is meer verhalend. Dat noem ik nurture. Het zijn beelden of stemmingsmomenten die vertellen over identiteit en relaties.
gemengde techniek, 30 x 24 cm Foto: Anton van der Riet
Ik denk wel dat mijn schilderijen over mezelf gaan,
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
maar een leesbaar stripverhaal is het niet. Ik noem mijn werk geen creatieve therapie, want ik ben een professionele kunstenaar. Ik probeer mijn gevoel in een beeld te vangen, omdat ik dan rustiger word omdat het me confronteert met mezelf én het mijn beroep is. Ik laat veel dingen weg en probeer de essentie van emoties weer te geven. Ik wil een statement maken. Al ziet het er misschien onbeholpen uit, zelf ben ik er tevreden over. Ik heb een eigen techniek, maar die verklap ik niet! Ik werk met een speciale plamuur, maar ik zeg niet welke dat is. Mijn manier van werken is een soort laboratorium. Dat geeft mij houvast. Ik ben er heel blij mee. De ene laag is binnen een dag of een week klaar en bij de andere duurt het maanden. Ik wil
“Ik probeer de essentie van emoties weer te geven” geen gladde dingen maken, maar doeken met een gelaagdheid die er doorleefd uitzien. Dat doe ik door allerlei materialen - olieverf, beits, lak, acryl en stof - door en over elkaar heen te gebruiken, in verschillende structuren. Het pakt steeds anders uit. De lagen moeten drogen. Soms laat ik iets twee maanden liggen en begin ik aan iets anders. Of ik ga er weer overheen en maak een totaal ander werk. Vaak wordt het dan sterker. Meestal werk ik maximaal drie uur per dag, daarna is mijn concentratie op en ben ik moe. Die afstand heb ik ook nodig om te bedenken hoe ik verder moet gaan. Het is een proces. Ik componeer. Ik heb wel een beeld van de zachtheid of de hardheid, maar niet exact van het plaatje. Er komen heel veel ideeën langs. Ik laat contrasten zien, maar deze moeten compositorisch in evenwicht zijn, naast elkaar staan. Net als in het leven: het ene moment ben je gekwetst, het andere moment voel je je beter. Dat noem ik evenwicht.”
25
houd. Het is eigenlijk heel leuk om over je werk te praten. Dat stimuleert me. Je zit namelijk opgesloten in je eigen beperkingen. Laatst kreeg ik via mijn website zomaar een ontzettend leuke reactie op mijn werk uit Zuid-Afrika. Maar netwerken via internet, ik weet niet hoe dat moet. Ik word al moe als ik eraan denk.”
Introvert Begin jaren negentig rondde Kare de opleiding Monumentale Vormgeving aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten af, en daarna de postacademische richting Scenografie. Ze gaf onder meer teken- en schilderles aan kinderen en volwassenen, maakte decors voor televisie en theater en had haar eigen atelier. “De autonome kunst vond ik te introvert en te eenzaam. Ik ben zelf ook nogal naar binnen gericht. Ik kreeg het er benauwd van. Het ging allemaal over mijzelf. Ik miste de structuur en het werken met andere mensen. Daarom ben ik activiteitenbegeleidster in de psychiatrie geworden.
“Het heeft jaren geduurd voor ik mijn eigen handschrift durfde te laten zien” Aerial I, 2009, gemengde techniek, 30 x 24 cm, Foto: Anton van der Riet
Leuke reactie Kare’s werk is opgenomen in de collecties van Special Arts en van de galeries Anders Bekeken in Den Haag en Beeldend Gesproken in Amsterdam. De verhuur van haar werk loopt goed. Ze exposeerde bij de twee genoemde galeries en bij de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze aarzelt echter nog om bij een reguliere galerie langs te gaan. “Je krijgt een intake en een opening, als het zo ver mag komen. Ik heb daar helemaal geen zin in. Ik ben niet ondernemend. Ik verkoop wel, maar ik doe helemaal niets aan netwerken. Ik laat het op me af komen. Pas als het hier te vol wordt, móet ik wel iets gaan doen. Ik vind het fijn om mijn werk buiten de deur te hebben, omdat mensen het dan kunnen zien. Liefst op meerdere plaatsen in het land. Toen twee mensen van de selectiecommissie van Special Arts hier kwamen, waren ze heel geïnteresseerd. Ook voor mij was dat boeiend, omdat ik erg van interactie
26
In 1997, ik was toen 29, werd ik voor het eerst ziek. Tijdens die crisis werd ik binnenstebuiten en ondersteboven gekeerd. Ik heb er wel een jaar mee rondgelopen. Ik kreeg tien diagnoses op mijn dak. Uiteindelijk vond ik goede hulp en ben ik mijn leven weer gaan opbouwen. Om te re-integreren werkte ik als vrijwilliger bij de Kunstuitleen in Bennebroek, die later naar Haarlem verhuisde. Dit werk gaf mij structuur. Het leuke was dat ik daar, meer dan bij de activiteitenbegeleiding, mijn sociale en artistieke kwaliteiten kon gebruiken. Ik ben weer stevig geworden en werd daar zelfs coördinator. Voor mij was het van levensbelang dat zoiets mogelijk was. Ik zat steeds tussen de schilderijen en dat had een prikkelende werking op mij. Van origine ben ik vormgever en werkte ik altijd vanuit een opdracht, maar dat wilde ik niet meer. Naast het re-integra-
pArt 2011|2
tieproject begon ik met mijn eigen schilderijen, omdat ik mijn gevoel wilde vormgeven. Ik kreeg er veel energie van. Ik werkte helemaal op mijn eigen manier en heb veel bestaande ideeën losgelaten. Maar het heeft jaren geduurd voor ik mijn eigen handschrift durfde te laten zien.”
Lyrisch abstract In 2006 kreeg Kare voor de tweede keer een ernstige crisis. Ze moest stoppen met haar baan. “Toen was ik ineens alles kwijt.” Ze krabbelde toch op en ging weer schilderen. Zit er een ontwikkeling in je werk? “Ik zou liever willen dat iemand anders dat analyseert. Er verschuift wel iets, heb ik de indruk. Ik ben wat vrijer, losser geworden. Maar ik denk dat ik de laatste jaren ook een beetje lamgeslagen ben geraakt door mijn crisis en ontslag, en daarom niet zo graag naar buiten treed.”
verwijst dat naar verschillende kanten van mezelf, denk ik, omdat ik zo binnenstebuiten ben gekeerd. Vaak komt er ook een zwarte hoek voor in mijn werk: de dood. Een mokerslag. Dat heeft te maken met het overlijden van mijn broer. Toen ik in de psychiatrie werkte vond ik wat ik daar meemaakte fascinerend, maar ik begreep het niet echt. Door de crises begrijp ik het donders goed. Ik vind het proces van geconfronteerd worden met jezelf nog steeds het boeiendste wat er is. Ik vind dat ik veranderd ben. Nu verzuip ik niet meer. Ik ben opener geworden en minder eenzaam. Ik weet wat realistisch werkende kunstenaars van mijn werk vinden, maar daar zit ik niet meer mee. Dat ik dat heb verworven geeft mij zoveel voldoening en rust! Zo is het. Dit ben ik!”
Golden, 2009, gemengde techniek, 100 x 80 cm
Noek van der Burgh
Foto: Anton van der Riet
Op je website noem je je werk lyrisch abstract? Wat houdt dat volgens jou in? “Omdat ik zelf niet alles kan en wil benoemen, was ik blij dat iemand mijn werk zo omschreef. Het is vaak geabstraheerd. Lyrisch heeft met emoties te maken. Ik denk wel dat mijn werk persoonlijk is. Dat het zo overkomt op anderen.” Waarom gebruik je Engelse, Franse en Duitse titels? “Ik vind dat poëtisch en universeler. Ik houd van een sluiertje eromheen. Titels zie ik als een aanvulling die helderheid of verwarring kunnen geven. Ik kies vaak voor verwarring. Mensen moeten er zelf iets bij voelen. Toen ik een buurman vroeg of hij een titel wist voor mijn laatste schilderij, bedacht hij Bloemenkinderen. Ik zat zelf meer aan verdrukte kindertjes te denken, een heel andere associatie. Dat vind ik zo leuk! Ik ben dan niet beledigd. Het is maar net wie de kijker is. Ik heb al vroeg geleerd dat mensen dingen totaal verschillend kunnen ervaren.”
Mokerslag De toevoeging ‘ik denk’ bij veel van Kare’s uitspraken maakt dat ze wat aarzelend overkomt. “Ik weet bij alles wat ik denk niet of het klopt”, zegt ze erover. “Ik weet wel dat ik bepaalde dingen wil schilderen. Dat doe ik intuïtief, rationeel kan ik het niet verklaren. Ik loop niet naar beelden te zoeken, ze zijn er gewoon. Mijn werk is associatief. Ik denk dat ik steeds momenten van het leven laat zien, het proces van dichter bij jezelf komen. Wanneer ik meerdere figuurtjes bij elkaar laat zien, dan
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
27
De keuze van Trijnie van der Ploeg
Piet bij glas-in-lood
“Hier sta ik dan”, denkt Piet. “Ik hou niet van poseren, maar Patricia wil dat ik hier naast dit raam sta. Duurt het nog lang? Ik krijg kramp in mijn kuiten van het staan en kramp in mijn kaken van het mooi kijken.” Ik moet altijd lachen als ik dit schilderij van Patricia Verweij zie. Een zeer ongemakkelijke Piet, de schouders moedeloos naar beneden, niet blij, misschien zelfs wel heel chagrijnig vanwege zijn taak om model te staan naast een modern raam met een bijzonder vlechtwerk. De compositie is prachtig en het
28
kleurgebruik is heel sterk. Ik houd van de lijnen die Patricia gebruikt in haar werk en die zo typerend zijn voor al haar schilderijen. Stevige kleuren, stevige lijnen; vormen die helemaal bij haar passen. Een werk van Patricia herken je vanaf grote afstand. Ze werkt helemaal uit haar hoofd. De onderwerpen die ze schildert in acryl komen uit haar directe omgeving. Mensen met een poes of een varkentje, haar eigen atelier, haar familie, zijzelf voor haar huis, met bloemen, in bed. De kleurrijke wereld van Patricia waar je vanzelf vrolijk van wordt.
Patricia Verweij, Piet bij glas-in-lood, acryl op papier, 50 x 70 cm Foto: Gerard van Rossum
Het valt niet mee om je favoriete kunstwerk te kiezen uit duizenden artistieke creaties. Het hoeft niet per se het mooiste te zijn, maar een werk dat iets met je doet, waar je je over verwondert. Of waardoor je een grijns op je gezicht krijgt, elke keer als je het ziet. Dat doet Piet bij glasin-lood met mij. Trijnie van der Ploeg
pArt 2011|2
De kick van Atelier De Kicker
Meer dan zielige vogelhuisjes Helen Lippus en Tonnie Boet waren zeven jaar collega’s
Middel tot expressie
bij een grote zorginstelling. Tijdens hun intensieve samen-
Bij atelier De Kicker ligt de nadruk dus op de vraag en de mogelijkheden van de cliënten. “Daarbij houden we rekening met de beperkingen en zoeken we eventueel naar aanpassingen. Creatieve activiteiten zijn een doeltreffend middel om cliënten bij zichzelf te brengen. Waar worden ze blij van en waar zijn ze goed in? Daarnaast is creativiteit een middel tot expressie. Door verschillende activiteiten aan te bieden kunnen cliënten uitproberen welke vorm van expressie het beste bij hen past.”
werking ontdekten ze dat ze dezelfde visie hebben over het aanbieden van dagbesteding. Ze besloten de handen ineen te slaan en een kleinschalig textielatelier op te zetten voor mensen met een verstandelijke beperking. Atelier De Kicker maakt hippe producten van hoge kwaliteit door vaardigheden van verschillende cliënten te combineren. In de zorg zagen Helen Lippus en Tonnie Boet steeds meer nadelen van de regelgeving en allerlei eisen die gesteld worden. In 2010 richtten de twee gepassioneerde vakvrouwen in De Rijp in Noord-Holland atelier De Kicker op. Ze kozen bewust voor een kleinschalige vorm van dagbesteding, waarbij iedere cliënt de zorg en aandacht krijgt waar hij of zij recht op heeft. Volgens hen mogen administratieve en organisatorische taken de zorg voor de cliënt niet in de weg staan. Daarom werken begeleiders van De Kicker gedeeltelijk thuis, zodat ze op de werkvloer geheel ter beschikking van de cliënten staan.
Helen: “In atelier De Kicker kan ik het werken met verstandelijk gehandicapte mensen samenvoegen met creatief bezig zijn. Uit ervaring weten wij dat de mogelijkheden van cliënten lang niet altijd goed worden benut of uit de verf komen. Dat komt onder meer doordat je als begeleider telkens van de werkvloer wordt gehaald en dus aandacht en tijd tekortkomt. Wij voorkomen dat door het creatief werken en de administratie uit elkaar te halen.”
Helen: “Ik werk inmiddels al meer dan zestien jaar met mensen met een verstandelijke beperking. Creatief en kunstzinnig met hen bezig zijn vind ik ontzettend leuk. Ik heb mij vaak verbaasd over de mooie producten die kunnen ontstaan. Als die dan ook nog in een winkel verkocht worden, zie je hoe een cliënt gaat stralen. Maar een steeds groter wordende organisatie brengt steeds meer bureauwerk met zich mee. Binnen atelier De Kicker kan ik mij weer richten op de kerntaak: het begeleiden van cliënten in een creatieve setting.”
Strengen lontwol om mee te vilten
Tonnie: “Het werken met verstandelijk beperkte mensen is mijn passie. Door de kleinschaligheid van het atelier kan ik dat helemaal doen zoals ik het zelf wil. De Kicker is een plek waar aandacht voor cliënten vooropstaat, waar zij gestimuleerd worden in hun ontwikkeling en in deelname aan de maatschappij. Ik vind het bijzonder om samen met een cliënt te ontdekken waar hij of zij goed in is. Het proces van samen iets creëren geeft een kick.”
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
29
is ongetwijfeld de fietsbandtas. Dat is een handtas, geweven van binnenbanden, door onszelf bedacht en ontwikkeld. De reacties op deze tas zijn altijd positief. Tijdens de laatste Kunst op Kamers in De Rijp zijn alle tassen verkocht.” Helen Lippus en Tonnie Boet vinden het belangrijk dat cliënten zich fijn voelen en genieten van datgene waarmee ze bezig zijn. Tegelijkertijd willen ze laten zien dat bij De Kicker niet alleen maar ‘zielige vogelhuisjes’ worden gemaakt. “In het verleden draaide het vooral om liefdadigheid: we kopen maar iets, want het is zo zielig voor ze. Wij leveren kwaliteitsproducten. Dat zit hem juist in het combineren van de vaardigheden van verschillende cliënten. Welke motoriek hebben ze? Welke handelingen kunnen ze verrichten? Kan iemand goed weven of goed vilten?”
Kettingen van vilt Rechts: Tonnie Boet en Helen Lippus Foto’s: via Atelier De Kicker
“Natuurlijk schrijven we nog steeds ondersteuningsplannen, zoals dat hoort binnen de zorg. Klopt het beeld van deze persoon of is er iets veranderd in zijn leven? Wat zijn de doelen en wat is het toekomstperspectief? Wij proberen dat snel en compact te doen, zodat de informatie voor iedereen duidelijk is en er niet te veel verschillende formulieren zijn.”
Kwaliteitsproducten “Bij De Kicker maken we modeaccessoires zoals tassen, sieraden en woonaccessoires, zoals kussens, wandkleden, schilderijen. De producten hebben een hippe en trendy uitstraling én een kunstzinnig karakter. Ze zijn voor een groot deel gemaakt van natuurlijke en recyclebare materialen. Een topper
30
De verschillende textiele werkvormen bieden voor elk wat wils. “De drempel is laag, want een cliënt kan ook onderdelen uit het creatieve proces doen. Zo kan de een goed borduren en is de ander juist goed in weven of schilderen. Sommige cliënten vinden vilten een prettige activiteit, omdat het voelen van het vilt en het zachtjes wrijven op de wol rustgevend werken. Andere cliënten ervaren weven als veilig, omdat ze zich letterlijk achter het weefgetouw kunnen terugtrekken. En iemand met een grove motoriek vindt het misschien prettig om met keramiek te werken.” Helen Lippus en Tonnie Boet willen laten zien dat verstandelijk beperkten helemaal niet beperkt zijn, maar qua creativiteit juist vaak veel in hun mars
pArt 2011|2
hebben. “Eigenlijk zijn ze juist heel erg begaafd. Omdat zij bepaalde remmingen niet hebben, voelen ze zich veel vrijer. Dat levert vaak mooie dingen op. En als het product klaar is en iemand het wil kopen, dan zie je ze stralen! Zij zijn er trots op als er een kwaliteitsproduct wordt afgeleverd. Dat is dan ook waar Kicker voor staat: bij ons krijgt iedereen een kick van zijn werk en consumenten krijgen een kick van de producten.”
Zelfstandigheid Atelier De Kicker is gestart met financiering door eigen inleg. Het is de bedoeling dat er vanuit de dagbesteding inkomsten komen via het persoonsgebonden budget. De verwachting is dat als het atelier een tijdje draait, de activiteiten meer zichtbaar zullen zijn en er ook fondsen gaan doneren. Een winkel in De Rijp verkoopt de producten van het atelier. Dat geld wordt besteed aan extraatjes, zoals het uitnodigen van kunstenaars of het bezoeken van een museum.
bieden. Zij helpen mee en leren daarvan, maar ze kunnen ook laten zien wat zij al hebben geleerd. Dit is voor hen een bijzondere ervaring.”
Stichting De Kicker Atelier voor verstandelijk beperkte mensen Rechtestraat 132
“Ontwikkel eerst de producten en probeer die niet te snel te verkopen”, is het advies van Helen Lippus en Tonnie Boet. “Neem ruim de tijd om er opnieuw naar te kijken. Doe het nog een keer over, zodat het product er niet te rommelig uitziet of snel uit elkaar valt. Wij staan voor kwaliteit. Een tas die klaar is, leggen we bijvoorbeeld in de groep op tafel. We dagen de cliënten uit om opmerkingen te maken. Ze leren goed te kijken en hun werk te verbeteren. Zo neem je niet alleen de cliënt serieus, maar ook de klant.”
1483 BG De Rijp www.dekicker.nl
Boven: De fietsbandtas Onder: De vilt/fietsband tas
Hella Sauer
Foto’s: via Atelier De Kicker
De zelfstandigheid van De Kicker heeft veel voordelen. Het atelier kan snel inspringen op ontwikkelingen die zich voordoen, omdat de medewerkers alleen met elkaar hoeven te overleggen. Daarnaast is het mogelijk direct contact met ouders en eventueel orthopedagogen te hebben. Nadelen van de zelfstandigheid zijn de kwetsbaarheid en het feit dat het atelier alles zelf moet regelen. Naast het werk met cliënten vragen zaken als publiciteit en het opbouwen van een netwerk veel tijd.
Prachtige locatie Atelier De Kicker is gevestigd in het historisch centrum van het prachtige Noord-Hollandse dorp De Rijp, een veilige werkomgeving met veel mogelijkheden tot integratie. Het atelier ligt aan een wandelroute voor toeristen. Voorbijgangers tonen veel interesse voor het werk van de cliënten. “Onze deur staat altijd open voor belangstellenden. In De Rijp wonen en werken veel kunstenaars met wie we kennis kunnen uitwisselen. Ook vinden er verschillende culturele activiteiten plaats waar onze cliënten aan mee kunnen doen. Het polderlandschap met al zijn kleine rustieke eilandjes en de aanwezigheid van botenverhuur biedt ons de mogelijkheid met cliënten in de natuur te werken en inspiratie op te doen.” Het atelier staat ook open voor andere doelgroepen. “Zo organiseren we binnenkort een workshop voor vrouwen uit Haarlem. In de toekomst willen we de workshops samen met onze cliënten aan-
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
31
Cardo: een broedplaats voor talent Twee belangrijke poten van Cardo, een zelfstandige stichting binnen zorgcentrum Pluryn, zijn het Theater en het Artiestenbureau. De artistieke activiteiten van Cardo maken de instelling voor mensen met een handicap zichtbaar en dragen bij aan integratie. Cliënten, sponsoren en publiek weten Cardo te vinden. Directeur Eric Tonn: “We combineren emotie en kwaliteit.”
Joey van Helden. Foto: Jos Derks.
Zorginstelling Pluryn, met ongeveer 150 locaties en 3500 medewerkers in Gelderland, Limburg en NoordBrabant, biedt mensen met een handicap de ruimte om hun leven zelf vorm te geven. Het streven is een zo volwaardig mogelijke deelname aan de samenleving. Stichting Cardo speelt bij dat streven een specifieke rol. Voor een leuke en zinvolle invulling van hun vrije tijd komen jongeren met een handicap naar het complex van Cardo in Groesbeek. Theater is een van de belangrijke poten van Cardo. Per jaar organiseert de stichting ongeveer vijftien voorstellingen waarbij spelers, vrijwilligers en publiek met en zonder beperking aanwezig zijn. Op deze manier wil Cardo de integratie en participatie bevorderen en tegelijkertijd kwaliteit leveren aan de sponsoren waarvan de stichting afhankelijk is. Een aantal grote, maar ook veel kleine sponsoren dragen bij aan het slagen van de producties: van publi-
caties, het verzorgen van bloemen of advertentieruimte tot het leveren van een fotograaf. Voor beide partijen levert dat iets op: Cardo kan activiteiten uitvoeren, de sponsoren kunnen laten zien dat ze maatschappelijk betrokken zijn. Naast de ondersteuning van ruim honderd bedrijven doneren leden van een vriendengroep jaarlijks een bedrag.
Visitekaartje Vol vuur vertellen Ilse van Gessel, projectleider van het Artiestenbureau, en directeur Eric Tonn over het feit dat Cardo in de schijnwerpers staat, dat het een ’vooruitgeschoven post’ van Pluryn is, een soort visite-
“We zijn niet zomaar een impresariaat” kaartje. Want vooral door dit soort activiteiten kun je een groot instituut als Pluryn zichtbaar maken. Eén woord staat in het gesprek centraal: beleving. Volgens Van Gessel is het alleen mogelijk om kwaliteit te leveren en steeds beter te worden, als altijd wordt uitgegaan van de beleving van de deelnemers, maar ook die van de toeschouwers. “Er gebeurt zo veel in het land”, zegt Eric Tonn. “Je moet dan kijken waar mensen echt door geraakt worden. De ontmoeting tussen publiek, spelers en artiesten moet voor elk van de partijen een bijzondere belevenis zijn!” Daarnaast is hij ervan overtuigd dat je nooit stil moet zitten. Altijd is er die noodzaak van verder kijken, dingen bedenken en aanpassen.
32
pArt 2011|2
Ook het Artiestenbureau streeft steeds naar vernieuwing. De artiesten die al bij het bureau zijn aangesloten – zangers, pianisten, cabaretiers – ontwikkelen zich door optredens met landelijk bekende artiesten, zoals Jan Vayne, Syb van der Ploeg van De Kast en Petra Berger. Ook hier is de beleving het belangrijkst. “We maken emotie”, zegt Eric. “En tegelijkerijd is de kwaliteit van groot belang, want die bekende artiesten willen natuurlijk wel goede collega’s naast zich hebben.”
Dicht bij de artiesten Vanaf maart 2011 plaatst Cardo filmpjes van artiesten op YouTube.
Op allerlei manieren komen cliënten sindsdien naar het gebouw van Cardo, omdat ze erbij willen horen. Hoe ze zich ook voortbewegen, ze vinden de weg naar deze broedplaats voor talent. Ze kijken naar filmpjes van zichzelf of anderen om te zien en horen wat er mogelijk is en hoe presentaties verbeterd kunnen worden. Soms moeten de beoordelaars tegen iemand zeggen dat de kwaliteit nog niet goed genoeg is voor het Artiestenbureau, of dat nooit zal zijn. Er wordt gewerkt met anderen, die een stimulans kunnen geven aan de artiesten. Jan Vayne heeft indertijd een oproep gedaan om samen met
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
Jan Vayne en Michelle Trautner tijdens de Scholieren Tour 2011 Foto: Paul Grefkens.
hem iets te doen en dat leverde zoveel enthousiaste reacties op dat er nu twintig artiesten met een handicap in dienst zijn. Binnenkort komt er waarschijnlijk iemand met een chronische ziekte uit de VS om als artiest mee te werken. “Wij staan heel dicht bij de artiesten, we zijn niet zomaar een impresariaat”, vertelt Ilse van Gessel. We houden er altijd rekening mee hoe de artiesten vanuit het hele land, soms zelfstandig wonend, soms begeleid wonend, willen werken…” De woor-
33
Passie en positieve signalen Het Theater, begonnen vanuit een musicalclub met giften, draait op bijdragen van fondsen en sponsoren en krijgt géén subsidie. Al in die tijd leefde het besef: we moeten de boer op met de zorg en laten zien wat we kunnen. Die wat amateuristische begintijd was noodzakelijk en vormde tegelijkertijd al een solide ondergrond voor de professionaliteit die Cardo nu te bieden heeft. Tijdens het gesprek blijkt de zelfverzekerdheid van directeur Eric Tonn en projectleider Ilse van Gessel, zonder dat het borstklopperij wordt. Elke keer vragen ze zich af, samen met de andere medewerkers, of het goed is wat ze doen. Door hun succeservaringen, hun passie en door de positieve signalen van bedrijfsleven en publiek, weten ze dat ze op de goede weg zijn. Professionaliteit wordt bij Cardo versterkt door de gedrevenheid van alle medewerkers, door de instelling van iedereen om ‘het zo goed mogelijk te doen’.
Altijd is er die noodzaak van verder kijken, dingen bedenken en aanpassen Prachtige processen Integratie is op dit moment een populair begrip, een hot item. Voor medewerkers en familieleden van mensen met een beperking is het vaak duidelijk dat die behoefte aan integratie er is, maar hoe breng je dat over op anderen? Het Artiestenbureau en het Theater hebben veel mogelijkheden, maar hoe bereik je jongeren? Daarvoor heeft Cardo in samenwerking met de Johan Cruyff Foundation en de Johan Neeskens Foundation een Sportief Tour ontwikkeld, waarbij gehandicapte en niet-gehandicapte jongeren samen aan het sporten gaan. Ook de Scholieren Tour in samen-
werking met Het Revalidatiefonds, de culturele ontmoeting tussen jongeren met en zonder (fysieke) handicap levert een bijdrage aan integratie en laat prachtige processen zien. In het begin is er vaak gêne of zogenaamde onverschilligheid bij scholieren uit het reguliere onderwijs. Het heeft wat tijd nodig om tot een gevoel van saamhorigheid te komen. Een mooi voorbeeld hiervan is de ontmoeting tussen leerlingen van het Luzac College en leerlingen van een mytylschool. Gegniffel van de ‘gewone’ pubers in het begin, maar door een eenvoudig spel werd het ijs gebroken. Vraag aan de gehandicapte leerling: “Waar kan ik jou ’s nachts voor wakker maken?” Antwoord: “Voor een lekker wijf.” Iedereen lag in een deuk en plotseling was er geen probleem meer. Kees van Meel, theaterrecensent
Meer informatie: www.stichtingcardo.nl www.cardoartiestenbureau.nl
pArt NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
Neem nu een jaarabonnement pArt en ontvang pArt tot en met december 2012 voor slechts
2011| 2
Gedichtengroep Amstel raede in actie De winnaars van de Special Award 2011 Circustheater Stoffel Succese rvaringen voor bijzond ere mensen De kick van Atelier De Kicker
den zijn op haar gezicht te lezen, ook dát enthousiasme is merkbaar.
22,50 Zo ontvangt u drie keer per jaar nieuws en achtergrond over ■ kunst van mensen met een handicap ■ ateliers ■ exposities Bel ■ activiteiten ■ onderzoek
033-4328033 of mail
[email protected]
34
pArt 2011|2
Gedichtengroep Amstelrade in actie
Poëzie: mijn vriend je bent er als ik het nodig vind
‘Maak niet de vergissing te denken dat ik het niet kan!’ Een steekhoudende opmerking als je je verdiept in taal en tekst van mensen met een handicap. Sommigen kunnen zich moeilijk verstaanbaar maken. Maar zou dat betekenen dat er geen poëtische gedachten zijn? De Gedichtengroep Amstelrade bewijst het tegendeel. Wekelijks komen de deelnemers bijeen om te spelen met woorden. De Gedichtengroep Amstelrade, een initiatief van zorgorganisatie OsiraGroep in Amsterdam, maakt mooie boekjes. Het oudste uit 2002 is gedrukt in kleur, voorzien van illustraties en echt gebonden. In de jaren daarna zie je aan de vorm van de boekjes dat de financiële draagkracht afneemt. Maar de inhoud staat als een huis: poëzie van een groep bevlogen mensen met een handicap. Al jaren komen cliënten één keer in de week bijeen om gedichten te lezen, te bespreken en te schrijven.
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
De gelezen en besproken gedichten zijn vervolgens uitgangspunt voor eigen poëtische creaties. Activiteitenbegeleidster Fienie, docente poëzie in deze groep, werkt met voorlezen, bespreken en ‘maken’. Gedichten schrijven is verzinnen, bedenken, uitspreken. Een ander kan het opschrijven en presenteren. Het maken van korte teksten geeft houvast. De teksten zijn ook fijn om er later over te kunnen napraten, thuis en met bezoekers. Een gesprek is soms moeilijker dan een gedicht: de losse tekstflarden vormen wel degelijk een coherent verhaal, dat in het gesprek niet altijd zichtbaar wordt. Een goed voorbeeld daarvan zijn de gedichten van Wil, die in haar teksten vaak met veel humor gebeurtenissen uit het dagelijks leven verwerkt. Zo verwerkt ze ook de beslommeringen van het leven dat ze nu leidt.
Boekenkleedje De deelnemers van de gedichtengroep wisselen, nieuwe cliënten schuiven aan bij de oudgedienden die de groep al jaren bezoeken. Op een junidag ontmoet ik Wil, Edwin, Clovis, Berrie en Marjo-
35
lein. Onder leiding van Fienie houden we ons bezig met Remco Campert en alles wat hij weet op te roepen. Met het ‘boekenkleedje’ tovert ze de gewone keukentafel om tot een echt schrijfcafé. Op het bord staat een deel van het gedicht Poëzie is een daad en dat leest ze nu een paar keer voor.
Edwin bespreekt zijn gedicht Foto: Sieneke de Rooij
Poëzie is een daad Poëzie is een daad van bevestiging. Ik bevestig dat ik leef, dat ik niet alleen leef. Poëzie is een toekomst, denken aan de volgende week, aan een ander land, aan jou als je oud bent. Poëzie is mijn adem, beweegt mijn voeten, aarzelend soms, over de aarde die daarom vraagt. […] Elk woord dat wordt geschreven is een aanslag op de ouderdom. Tenslotte wint de dood, jazeker, maar de dood is slechts de stilte in de zaal nadat het laatste woord geklonken heeft. De dood is een ontroering. Remco Campert, 1955
36
Een moeilijk gedicht deze keer, het is ook wel eens wat luchtiger. Maar deze tekst maakt veel los. Je hoeft beslist niet alles te begrijpen om het mooi te vinden. De eerste indrukken van de groep. Berrie: “Hij relativeert de boel: ouderdom, doodgaan. Wat ik ervan begrepen heb.” Edwin: “Heel mooi en diepzinnig.” Wil: “Mooi, maar hij praat over de dood, dat mag eigenlijk niet in een gedicht.” Zij houdt het graag vrolijker. Clovis: “Ik herken mijn eigen gedichten. Eerst positief, wat voor moois poëzie is, aan het eind wordt het donkerder, dan schrijft hij over de dood en dat doe ik ook. Hij zegt: je hoeft niet bang te zijn voor de dood.” Fienie neemt het gedicht zin voor zin door. We praten over de betekenis, er komt wat uitleg bij. Ze vraagt naar de diepere laag. Kijk, er komt een ‘jou’ in voor. Voor wie heeft hij het geschreven? Hij spreekt een ander toe: zijn vriendin, zijn vrouw… Dan zoeken we woorden voor de eigen gedichten. Op het lijstje komen: dichtkunst, tegenstelling leven en dood, bevestiging, ouderdom, kijk op poëzie. Na deze oriëntatie gaan alle deelnemers direct aan de slag. Iedereen mag maken wat hij wil, het is niet verplicht om aan te sluiten bij het onderwerp.
Schrijven en schrappen Fienie werkt met Wil. Zij hebben samen een vaste werkwijze. Wil: “Ik heb weer wat meegemaakt! Maandag had ik pech.” Fienie schrijft de zinnen op. Ze luistert aandachtig en vraagt soms verduidelijking. “Hoe zeggen we dat nou in het gedicht, Wil?” “Het slotje ging knipperen en het kleine lampje ook.” “Verdorie. Waar was je, Wil?” Ze laat Wil het hele verhaal vertellen, ook al is het vrij lang. Dat staat. Maar hoe maak je er nu een gedicht van? Fienie houdt het blad omhoog. “Wil, is dit een gedicht?” Nee, dit is een verhaal. En wat doe je dan: krassen. Zo maak je er een mooi klein gedicht van. Ze heeft de termen schrijven en schrappen, schaven en weggooien allang geïntroduceerd en Wil gaat daar geroutineerd mee om. Samen bespreken ze wat voor een lezer belangrijke dingen zijn. “Hoe maken we dit korter?” Fienie geeft trefwoorden en vragen. “Samenvatten?” Wil, tussendoor: “… maar we hebben wel gelachen!” Dat is meteen een mooi slot van het gedicht. De titel is duidelijk: Pech! Fienie schrijft de nieuwe tekst op
pArt 2011|2
en leest die hardop voor terwijl ze schrijft. Wil is tevreden, het gedicht is af. Berrie heeft ook een onderwerp: de Vlaamse tv. Hij heeft het begin, geheel op rijm, al in gedachten. Fienie notuleert. Als hij stokt, leest ze even voor en kan hij verder improviseren. Fienie vraagt nog naar een wending, een eigen mening, om het interessant te maken. Clovis en Edwin hebben achter de computer gewerkt en hun gedichten geprint.
Wat maakt mij Poëzie is een deel van mij! En ook van duizenden andere. Maar wat maakt het verschil Het verschil zijn niet de woorden. Ik spreek gewoon Nederlands! Het verschil is de manier waarop jij taal gebruikt jij zegt ik vind dit niet leuk. Ik zeg ik vind het Kut. In een gedicht mag dat! Poëzie: mijn vriend je bent er als ik het nodig vind Anders laat je me met rust.
Rondje voorlezen Iedereen krijgt de kans om zijn gedicht twee keer voor te lezen. Het is erg belangrijk wat de rest van de groep ervan vindt. De dichters vragen elkaar wat ze kunnen verbeteren. Clovis heeft zijn tekst gebaseerd op het gedicht van Remco Campert. Clovis vraagt meningen over het woordje ‘en’: moet het erin blijven of kan het beter weg? Hij is zich ervan bewust dat dit een stopwoord van hem is. Maar in dit geval vinden allen dat het moet blijven. De ochtend loopt ten einde. Iedereen is tevreden dat het weer gelukt is: er zijn vier nieuwe gedichten op de wereld gezet. Berrie toont zijn bundel gedichten van 2010: “Kijk, dit kun je ervan maken.” Dichten blijft een aanrader voor iedereen. Denk nooit dat je het niet kunt.
Schrijven is schrappen Foto: Sieneke de Rooij
Met dank aan Gedichtengroep Amstelrade van de donderdagochtend: Wil Mantel, Edwin van Erp, Berrie van Os, Clovis van Hirtum en Marjolein Bergwerff en hun begeleidster Fienie Gerekink. Sieneke de Rooij, adviseur Schrijven bij Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst
Clovis van Hirtum, 23 juni 2011 www.osiragroep.nl/gedichten_1546.html
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
37
Advertentie
Galerie-Atelier De Kaai
Verkoop en verhuur van kunst Nieuwe Keizersgracht 1a 1018 DR AMSTERDAM T 020-3307083 E
[email protected]
J.A. van der Goeskade 65 4461 BJ GOES T 0113-222891 E
[email protected] openingstijden: ma t/m vr 09.00-16.00 uur
openingstijden: wo t/m za 12.00-19.00 uur
www.amsterdamoutsiderart.nl www.amsterdamoutsiderart.hyves.nl
www.artotheek.be
De Wijde Doelen
Jans Pakhuys
Grafiek en Keramiek Atelier Linoleumsneden, zeefdrukken, ansichtkaarten, oliepastels. Seriematige en vrije keramiek. Biltstraat 333 3572 AS UTRECHT T 030-2331836 F 030-2382387 E
[email protected] openingstijden: ma t/m vr 13.00-16.00 uur en op afspraak
Grote Sint Jansstraat 4 3811 HX AMERSFOORT T 033-4611779 F 033-4613382 E
[email protected] openingstijden: di t/m vr 10.30-17.00 uur, za 10.00-17.00 uur en tijdens kunstkijkroute elke 3e zondag v/d maand maart, april, mei, oktober en november van 14.00-17.00 uur en op afspraak.
www.wijdedoelen.nl
www.amerpoort.nl/janspakhuys
Atelier ‘De Haagse School’
Ateliers Daelzicht Kunst & Expressie
Westeinde 139 2512 GW DEN HAAG T 070-3453497 F 070-3453522 E
[email protected] openingstijden: dinsdag-, woensdag-, donderdag-, en vrijdagmiddag 13.00-16.00 uur, één keer in de maand op zaterdag en op afspraak
Schilderen, keramiek, pulp-art, textiel en toegepaste kunst Atelier Carillon, Roermond, 0475 690008 Atelier Oet de Verf, Panningen, 077 4620847 Atelier De Fabriek, Maasbree, 077 4650472 Atelier De Snuffeltèr, Weert, 0495 452870 Ut Atteljee, Beek, 046 4352570
ATELIERS
Amsterdam Outsider Art
Deze ateliers nodigen u van harte uit voor een bezoek.
kijk voor adressen op onze internetsite. openingstijden: ma t/m vr van 9.00 – 16.00 uur
www.atelierdehaagseschool.nl
www.daelzicht.nl
Atelier Biesonder, Op de Bies
Galerie Atelier Herenplaats
Onderdeel van de koraalgroep Hereweg 96 6373 VL LANDGRAAF T 045-5330860 E
[email protected]
Schiedamse Vest 56-58 3011 BD ROTTERDAM T 010-2141108 E
[email protected] openingstijden: ma t/m vr 13.00-17.00 uur
openingstijden: ma t/m vr 09.30-12.15 uur en 13.30-16.15 uur
www.herenplaats.nl
38
pArt 2011|2
Vroeger was de kunstenaar een bohémien, een anti-burgerlijke onmaatschappelijke zonderling, die wetten en zeden aan zijn laars lapte, leefde van de wind en in armoe wachtte tot zijn genie erkend werd, wat meestal pas na zijn dood het geval was. Tegenwoordig hanteren we andere clichés. Tegenwoordig is kunst handel, iets om geld mee te verdienen. De kunstenaar die daar niet in slaagt, is mislukt en moet een ander vak kiezen. Vraagt hij om ondersteuning van de overheid, dan is hij een profiteur, een luiaard en een nietsnut. Dat vindt rechts Nederland. Links Nederland ziet kunst als een middel om de maatschappij te veranderen, om bewustwording teweeg te
vraagd om kunstenaars de ruimte te geven. Letterlijk door te zorgen voor atelierruimte, voor goed kunstonderwijs en voor werk- en studiebeurzen. Kunstenaars die slagen en hun werk goed kunnen verkopen, brengen op termijn vanzelf weer geld in het laa tje. Ze betalen belasting, verhogen de aantrekkelijkheid van de stad waarin zij leven en werken – een belangrijke economische factor – en genereren werkgelegenheid en welzijn. Een overheid die het kunstonderwijs beknot, die de culturele infrastructuur afbreekt, kunstwerken hoog belast (btw) en kunstenaars afschildert als parasieten, rekent zich rijk op de korte termijn. Zij zou er beter aan doen de voorwaarden te scheppen waarin kunstenaars zich kunnen
Column Kunst en geld
Colofon Kunstmagazine pArt nummer 2 september 2011 Kunstmagazine pArt is een uitgave van Stichting Special Arts Nederland. Het magazine verschijnt drie keer per jaar in de maanden april, september en december.
Special Arts Zonnehof 4A 3811 NC Amersfoort 033 - 432 80 33
[email protected] www.specialarts.nl ISSN: 1385-0318 Advertenties Tine Veldhuizen Hoofdredactie Tine Veldhuizen Correspondenten Caroline Bolscher, Eva Boom, Paola de Bruijn, Noek van der Burgh, Ad van den Kieboom, Kees van Meel, Trijnie van der Ploeg, Cees van der Pluijm, Sieneke de Rooij, Albert Sanders, Krijnie Valentien-Pikart, José Vorstenbosch. Gast-correspondenten Ariel Alvarez, Claudia Marinelli, Marian van Miert, Hella Sauer.
brengen, de mens te verheffen. Niet het geld telt, maar het ideaal. Natuurlijk zijn ook dit clichés, maar beide visies hebben bruikbare elementen. Er is niets op tegen als een kunstenaar probeert van zijn werk te leven, het goed te verkopen en zich zodanig op te stellen dat het publiek interesse krijgt en de portemonnee trekt. Bijna alle kunstenaars doen dat trouwens al. Veel kunstenaars geven les, participeren belangeloos in allerlei projecten en geven de maatschappij meer dan ze ervan ontvangen. Maar een kunstenaar moet ook vrij zijn om zich te ontplooien, om kunst te ontwikkelen, en nieuwe wegen in te slaan, zonder zich te hoeven bekommeren om de verkoopbaarheid. Kunst vertegenwoordigt een waarde, is onderdeel van de cultuur, van de beschaving. Niet alles van waarde is rendabel, en niet alles wat geld oplevert is van waarde. Daarom is het van een maatschappij niet te veel ge-
NIEUWS OVER KUNST VAN MENSEN MET EEN HANDICAP
ontwikkelen tot vrije geesten, tot vakbekwame artiesten, tot creatieve ondernemers die de samenleving verder helpen en wier uitstraling en succes een belangrijke economische impuls vormen. Op termijn levert dat zowel materieel als immaterieel een rendement op dat vele malen groter is dan de bezuinigingen. Kunstenaars die de tijd en de middelen krijgen om zich te ontwikkelen, die succesvol kunnen worden als kunstenaar en als ondernemer, zijn belangrijk voor welzijn en cultuur. Of ze wel of niet verstandelijk beperkt of anderszins gehandicapt zijn, is daarbij niet belangrijk. In alle gevallen hebben overheid en samenleving een verantwoordelijkheid waarvoor niet valt weg te lopen. Cees van der Pluijm is schrijver, docent aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, uitgever, communicatietrainer, acteur, presentator en dagvoorzitter. zie: www.vanderpluijm.demon.nl
Redactie Camiel Verhamme José Vorstenbosch - Schrijfwaar, Amersfoort Vormgeving en realisatie Ladenius Communicatie bv, Houten Studio Man & Muis Grafische Vormgeving, Eck en Wiel Abonnement Abonnement: e 19,50 per jaar Losse nummers: e 7,50 Rabobank nr.14.32.52.941
Bij de samenstelling van dit nummer is de redactie met de grootst mogelijke zorg te werk gegaan. Echter informatie kan reeds tijdens de productieperiode achterhaald zijn. Aan de inhoud van het blad kunnen geen rechten ontleend worden. Overname van artikelen is alleen toegestaan met toestemming van de redactie.
www.specialarts.nl
39
Marco Smits, Egyptian Reggae, 2011, acryl op doek, 120 x 120 cm Foto: Gerard van Rossum
Kunstmagazine pArt is een uitgave van Special Arts. Zonnehof 4a, 3811 NC Amersfoort. Telefoon: 033 432 80 33; fax: 033 461 06 78; e-mail:
[email protected]; www.specialarts.nl