De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
Inhoud Inleiding 2 DNA-onderzoek 2 De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden 3 Voor wie? 4 Waar? 6 De afname 7 Hoe lang blijven gegevens bewaard? 7 Voordelen 8 Bezwaar maken 8 Samenvatting 10, 11 Algemene informatie 12 Bijlage Overzicht delicten 13
1
Inleiding Per 1 februari 2005 is de Wet ‘DNA-onderzoek bij veroordeelden’ van kracht. Vanaf die datum moeten mensen die veroordeeld zijn voor een gevangenisstraf waarop voorlopige hechtenis is toegestaan verplicht DNA-celmateriaal afstaan (zie ook Voor wie?). Welke misdrijven onder deze wet vallen staat in artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering. Personen die veroordeeld zijn voor een misdrijf waarop in de wet een maximale gevangenisstraf van tenminste vier jaar staat, moeten DNA afstaan. Maar de wet geldt ook voor een aantal misdrijven waarop in de wet een lagere maximale gevangenisstraf staat, zoals eenvoudige mishandeling. Achterin deze brochure vindt u een lijst van alle misdrijven die onder deze wet vallen. Onder veroordeelden worden personen verstaan die veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf, taakstraf, terbeschikkingstelling, plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, een inrichting voor stelselmatige daders of een inrichting voor jeugdigen. Het materiaal wordt bewaard in de DNA-databank. Met de gegevens uit die DNA-databank kunnen daders van misdrijven sneller worden opgespoord. En worden misdrijven soms zelfs voorkomen. Deze brochure is bestemd voor mensen die veroordeeld zijn. In deze brochure leest u wat de maatregel inhoudt, wie DNA moet afstaan en wat van u verwacht wordt.
DNA-onderzoek Deoxyribo Nucleic Acid (DNA) is de stof in ons lichaam die alle erfelijke informatie bevat. In het DNA ligt bijvoorbeeld vast wat voor kleur ogen iemand heeft. Ieder DNA is uniek; alleen eeneiige tweelingen hebben hetzelfde DNA. Bij alle andere mensen verschilt het DNA zo duidelijk dat er nooit twijfel bestaat van wie het is. Bij veel misdrijven vindt DNA-onderzoek plaats. De DNA-gegevens die verza-
2
meld worden, leveren de politie een schat aan informatie op. Onderzoek gebeurt zowel op de plek waar de misdaad plaatsvond, als op andere relevante plaatsen zoals bij de slachtoffers. Op die manier verzamelt de politie allerlei sporen. Die kunnen verwijzen naar de mogelijke dader(s). Maar de sporen kunnen ook verdachten uitsluiten. Om het DNA van verdachten (en per 1 februari 2005 van veroordeelden) te onderzoeken, wordt bij hen wangslijmvlies afgenomen (zie ook De afname). Wangslijmvlies is het slijmvlies dat aan de binnenkant van beide wangen zit. De cellen daarvan worden onderzocht. Van dit DNA-celmateriaal wordt een aantal gebieden bekeken die van mens tot mens verschillen. Dat levert per gebied een getal op. Het lijstje met getallen dat hier uitkomt heet ‘DNA-profiel’.
De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden Tot 1 februari 2005 mocht alleen bij opsporingsonderzoeken DNA-celmateriaal worden afgenomen bij verdachten. Vanaf 1 februari 2005 geldt de wet ‘DNAonderzoek bij veroordeelden’. Deze wet maakt het mogelijk om bij bepaalde groepen veroordeelden DNA-celmateriaal af te nemen. De wet is belangrijk voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van misdaden waarbij lichaamsmateriaal van daders is (of wordt) gevonden. De officier van justitie geeft het bevel om DNA-celmateriaal af te nemen. Het gaat om twee groepen veroordeelden: - personen die na 1 februari 2005 worden veroordeeld; - personen die voor 1 februari 2005 zijn veroordeeld, maar die op deze datum hun straf nog niet helemaal hebben uitgezeten of deze zelfs nog moeten ondergaan. Het verloop van een rechtszaak heeft geen invloed op de DNA-afname. Wordt u bijvoorbeeld veroordeeld voor moord en gaat u daarvoor in hoger beroep? Dan moet u toch DNA-celmateriaal afstaan. Alleen als u in hoger beroep wordt vrijgesproken, worden het DNA-celmateriaal en het DNA-profiel alsnog vernietigd.
3
Voor wie? De wet geldt voor personen die zijn veroordeeld voor een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is toegestaan. Dit betekent dat personen die veroordeeld zijn voor een misdrijf waarop in de wet een maximale gevangenisstraf van tenminste vier jaar staat, DNA moeten afstaan. Maar de wet geldt ook voor een aantal misdrijven waarop in de wet een lagere maximale gevangenisstraf staat, zoals eenvoudige mishandeling. In het overzicht achterin deze brochure vindt u alle delicten waarop deze wet van toepassing is. U moet dus DNA afstaan als u veroordeeld bent voor een misdrijf dat voorkomt op de lijst achterin deze brochure èn als u daarvoor een straf of maatregel opgelegd heeft gekregen. De wet geldt voor zowel volwassenen als minderjarigen. De invoering van de wet gebeurt in fases. Dit betekent dat eerst bij veroordeelden van gewelds- en zedendelicten DNA-afname plaatsvindt. Door de wet is het mogelijk om bij bepaalde veroordeelden DNA-celmateriaal af te nemen. Wie dit zijn, hangt af van: - het soort misdrijf waarvoor iemand is veroordeeld; - de soort straf of maatregel die is opgelegd; - het moment waarop iemand is veroordeeld.
Soort misdrijf Iedereen die veroordeeld is voor een misdrijf uit de lijst van delicten achterin deze brochure, moet DNA afstaan. Er wordt dus gekeken naar de maximale straf zoals die in de wet staat voor een misdrijf en niet naar de straf die u van de rechter voor dit misdrijf heeft gekregen. Voorbeeld 1 U bent veroordeeld voor mishandeling; u heeft bijvoorbeeld iemand een klap gegeven. De maximale (uiterste) straf die u hiervoor kunt krijgen volgens de wet is twee jaar. U krijgt echter een straf opgelegd van twee maanden. Toch moet u DNA afstaan. Want: het misdrijf valt onder de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. (Zie achterin deze brochure het Overzicht delicten met de misdrijven waarvoor deze wet geldt.)
4
Voorbeeld 2 U bent veroordeeld voor openlijke geweldpleging; u heeft bijvoorbeeld een bushokje vernield. De maximale straf die u hiervoor kunt krijgen volgens de wet is vier jaar en zes maanden. U krijgt een taakstraf opgelegd van zes maanden. U moet DNA afstaan. Niet omdat u een straf van vier jaar heeft gekregen, maar omdat volgens de wet dit misdrijf onder de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden valt. (Zie het Overzicht delicten.) Voorbeeld 3 U bent veroordeeld voor diefstal met geweld; u heeft bijvoorbeeld iemand bedreigd en zijn fiets gestolen. De maximumstraf volgens de wet is negen jaar. Het maakt niet uit hoe hoog de straf is die u krijgt: u moet DNA afstaan. Want: de maximumstraf volgens de wet is meer dan vier jaar. (Zie het Overzicht delicten.) De invoering van de wet gebeurt in fases. Eerst wordt DNA afgenomen bij mensen die zijn veroordeeld voor gewelds- en zedendelicten zoals moord, doodslag, mishandeling, verkrachting, mensenroof, gijzeling en kaping. Dit geldt ook voor een aantal strafbare feiten uit het Wetboek militair strafrecht, de Wet oorlogsstrafrecht en de Wet op internationale misdrijven. In een latere fase komen ook de mensen aan de beurt die zijn veroordeeld voor minder ernstige delicten. Is van u als verdachte al DNA materiaal afgenomen tijdens een opsporingsonderzoek of een eerdere veroordeling? Dan is het niet nodig om opnieuw DNAcelmateriaal af te staan.
Soort straf of maatregel Het gaat om diegenen die zijn veroordeeld tot: - een vrijheidsbenemende straf of maatregel zoals terbeschikkingstelling; - een voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf; - een strafrechtelijke opvang verslaafden (SOV ); - plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD); - plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis (PPZ); - plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ).
5
Wie alleen een geldstraf opgelegd heeft gekregen, valt niet onder de wet.
Moment veroordeling Het gaat om twee groepen veroordeelden: - personen die na 1 februari 2005 zijn veroordeeld; - personen die voor 1 februari 2005 zijn veroordeeld, maar die op deze datum hun straf nog niet helemaal hebben uitgezeten of hun straf nog moeten ondergaan. DNA-afname vindt plaats nadat de officier van justitie daarvoor een bevel heeft gegeven. Op het moment dat de veroordeelde het bevel tot het afstaan van DNA-celmateriaal krijgt van de officier van justitie, bevindt de veroordeelde zich dus of in een inrichting of op vrije voeten.
Waar? Voor 1 februari 2005 veroordeeld De veroordeelden die onder deze wet vallen én op 1 februari 2005 al in een justitiële inrichting zaten, krijgen het bevelschrift in de inrichting. DNA wordt dan ook in de inrichting afgenomen door een inrichtingsmedewerker of door een arts/verpleegkundige. Als u nog wacht op een oproep om uw straf uit te zitten, kunt u een bevel krijgen om u te melden op een politiebureau. Dan loopt de procedure zoals hierna wordt beschreven.
Na 1 februari 2005 veroordeeld Veroordeelden die na 1 februari 2005 zijn veroordeeld, maar nog niet in een justitiële inrichting zitten, moeten zich melden op een politiebureau. In het bevelschrift dat zij ontvangen staan de datum, tijd en het politiebureau vermeld. DNA-afname vindt daar plaats door politieambtenaren die hier speciaal voor zijn opgeleid. Meldt u zich niet? Dan vaardigt de officier van justitie een aanhoudingsbevel uit. Dit betekent dat u op ieder moment kunt worden aangehouden en worden overgebracht naar een politiebureau waar u alsnog wangslijmvlies moet
6
afstaan. Zo kunt u bijvoorbeeld worden aangehouden bij een verkeerscontrole of bij een paspoortcontrole op het vliegveld. U komt dus altijd aan de beurt voor DNA-afname. Bevindt u zich al wel in een inrichting? Dan wordt daar DNA afgenomen.
De afname Het afnemen van DNA celmateriaal is een simpele, pijnloze en korte handeling. Het enige dat u moet doen, is uw mond openen. Het afnemen van wangslijm gebeurt door een hiervoor speciaal opgeleide politieambtenaar, inrichtingsmedewerker, arts of verpleegkundige. Deze schraapt een paar keer met wattenstaafjes of zachte borsteltjes langs de binnenkant van uw wang. Hierop blijft genoeg slijm zitten voor het onderzoek. Het DNA-onderzoek zelf vindt plaats in het laboratorium van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
Hoe lang blijven gegevens bewaard? Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is verantwoordelijk voor het opmaken van DNA-profielen uit celmateriaal. Het zorgt er ook voor dat het DNA-profiel wordt opgeslagen in de DNA-databank. Ten slotte bewaart het NFI het DNA-celmateriaal en zorgt ervoor dat het celmateriaal wordt vernietigd en het profiel uit de DNA-databank wordt verwijderd. Vernietiging gebeurt alleen als het Openbaar Ministerie daarvoor opdracht geeft of wanneer de wettelijke bewaartermijn verstreken is. Hoe lang een profiel en celmateriaal worden bewaard, hangt af van het feit waarvoor iemand is veroordeeld. Als de wet voor een strafbaar feit een maximale straf stelt van tenminste zes jaar, blijven de gegevens dertig jaar bewaard. Voor minder zware delicten (met een maximale straf van minder dan zes jaar), mogen het celmateriaal en het DNA-profiel niet langer dan twintig jaar bewaard blijven.
7
Voordelen De nieuwe wet heeft niet alleen voordelen voor het opsporen van verdachten en het voorkomen van misdrijven. Ook voor veroordeelden zelf is er een aantal voordelen: Onschuld snel aangetoond Door de DNA-databank kan snel worden aangetoond of iemand betrokken is bij een misdrijf of niet. Dankzij uw DNA-profiel, kunt u dus niet verdacht worden van een misdrijf waarbij dadersporen met een ander DNA-profiel zijn gevonden. Geen confrontaties De politie kan op ieder gewenst moment het NFI vragen om DNA-profielen uit de DNA-databank te vergelijken met het DNA-profiel van een daderspoor. U wordt hiervoor dus niet lastiggevallen. Stok achter de deur Bang om opnieuw de fout in te gaan? Dan kan het een geruststelling zijn als uw DNA ligt opgeslagen in de DNA-databank. Want: wie een misstap maakt, is er direct bij. En die stok achter de deur is een extra reden om op het rechte pad te blijven.
Bezwaar maken Bezwaar maken tegen de afname van DNA-celmateriaal is niet mogelijk. Afname vindt dus altijd plaats; of dit nu in een justitiële inrichting gebeurt of op een politiebureau. Wel kunt u bezwaar maken tegen de opmaak van uw DNAprofiel voor de DNA-databank. Dit kan bij de rechter die u heeft veroordeeld. Het bezwaar moet binnen twee weken na de DNA-afname worden aangetekend. Uw advocaat kan u hierbij helpen. Daarnaast vindt u informatie in de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’. Deze kunt u aanvragen bij of downloaden op de website van Postbus 51 (zie Algemene informatie).
8
Is de rechter het met uw bezwaar eens? Dan wordt uw DNA-materiaal vernietigd. Is de rechter het niet met u eens (‘bezwaar ongegrond’), dan wordt alsnog een DNA-profiel gemaakt voor de DNA-databank. U kunt geen hoger beroep instellen tegen de beslissing van de rechter.
9
Samenvatting voor personen die vóór 1 februari 2005 zijn veroordeeld Wel of geen DNA afstaan? Bent u vóór 1 februari 2005 veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict zoals: moord; doodslag; mishandeling; verkrachting; mensenroof; gijzeling of kaping. (zie ook Overzicht delicten)
Nee
Ja Is er tijdens het politieonderzoek of op grond van een eerdere veroordeling al DNA-celmateriaal van u afgenomen?
DNA afstaan is niet nodig op grond van de Wet DNAonderzoek bij veroordeelden.
Ja
Nee
Bent u veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel?
Nee
Ja Zit u op dit moment uw vrijheidsbenemende straf of maatregel uit?
Ja
U krijgt een bevel van de officier van justitie tot afname van DNAcelmateriaal. De afname gebeurt in de justitiële inrichting.
10
Nee
Moet u uw vrijheidsbenemende straf of maatregel nog ondergaan?
Ja U krijgt een bevel van de officier van justitie tot afname van DNA-celmateriaal. In het bevelschrift staat waar u zich op het politiebureau moet melden.
Nee
Samenvatting voor personen die na 1 februari 2005 worden veroordeeld Wel of geen DNA afstaan? Bent u na 1 februari 2005 veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict zoals: moord; doodslag; mishandeling; verkrachting; mensenroof; gijzeling of kaping. (zie ook Overzicht delicten)
Nee
Ja Is er tijdens het politieonderzoek of op grond van een eerdere veroordeling al DNA-celmateriaal van u afgenomen?
DNA afstaan is niet nodig op grond van de Wet DNAonderzoek bij veroordeelden.
Ja
Nee Bent u veroordeeld tot: – Vrijheidsbenemende straf/maatregel? (zoals TBS) Voorwaardelijke gevangenisstraf, taakstraf? – – Strafrechtelijke opvang verslaafden? (SOV) – Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders? (ISD) Plaatsing in een jeugdinrichting, psychiatrisch ziekenhuis of andere – maatregel?
Ja
Bevel tot DNA-afname door de officier van justitie. U moet DNA afs taan.
Bent u op vrije voeten?
Ja
Afname van DNA-celmateriaal gebeurt op het politiebureau. In het bevelschrift staat waar en wanneer u zich moet melden.
11
Nee
Afname van DNA-celmateriaal gebeurt in de justitiële inrichting.
Nee
Algemene informatie Voor algemene informatie en het aanvragen van brochures: Postbus 51 Infolijn Telefoon 0800 - 8051 (gratis) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 21.00 uur Internet: www.postbus51.nl E-mail:
[email protected]
Aan de tekst van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
12
Bijlage Overzicht delicten Artikelen Wetboek van Strafrecht: Ernstige misdrijven tegen de veiligheid van de Staat (aanslagen / geweld tegen Koning / regeringsraad / MR). 92 t/m 95a Sr Ernstige misdrijven tegen de koninklijke waardigheid (aanslag/aanranding). 108 t/m 110 Sr Ernstige misdrijven tegen hoofden van bevriende Staten en andere internationale beschermde personen (aanslag/aanranding van genoemden). 115 t/m 117 Sr Ernstige misdrijven tegen politici (geweld). 121 + 123 + 124 Sr Openlijke geweldpleging. 141 Sr Brandstichting etc. 157 Sr Ernstige misdrijven tegen de zeden (o.a. verkrachting, gemeenschap met wilsonbekwame/minderjarige, feitelijke aanranding eerbaarheid m.b.v. (dreiging met) geweld, dwingen tot prostitutie minderjarige, incest, koppelarij etc.). 242 t/m 247 + 248a + 248b + 249 + 250 lid 1 sub 1° en lid 2 + 250 a Sr Kind dronken maken, iemand door bedreiging dwingen tot drank. 252 lid 2 en 3 Sr Te vondeling leggen, art. 256 Sr Mensenroof, schaking, opzettelijke vrijheidsberoving, gijzeling, intimidatie en stalking. 278 + 281 lid 1 sub 2° + 282 + 282a + 285a + 285b Sr Ernstige misdrijven tegen het leven (doodslag, moord, kinderdoodslag en -moord, euthanasie). 287 t/m 291 + 293 Sr
13
Abortus verrichten. 296 Sr Mishandeling. 300 lid 1 t/m 3 + 301 lid 2 en 3 + 302 + 303 Sr Diefstal met geweld. 312 Sr Afpersing door (dreiging met) geweld. 317 Sr Bepaalde scheep- en luchtvaart misdrijven (als kaping, geweld aan boord/luchthaven, insubordinatie met geweld/dood, muiterij). 385a + 385b + 385d + 395 lid 2 sub 2° en 3° + 396 Sr Artikelen Wetboek militair strafrecht 118 + 119 + 120 sub 1° + 122 + 142 lid 1 en 2 + 143 lid 1 en 159 Artikelen Wet oorlogsstrafrecht 5 lid 2 Artikelen Wet internationale misdrijven 3 lid 1 4 lid 1 sub a, b en f t/m k 5 lid 1 sub a t/m c + lid 2 sub a, b, c onderdelen 1° en 5° en d onderdeel 3° + lid 3 sub a t/m e + lid 5 sub a t/m c, j, m en o + lid 6 sub a, b en d 6 lid 1 sub a en c + lid 2 + lid 3 onder a en c 7 lid 2 sub a t/m c 8 lid 1 + lid 2 sub b
14
Justitie werkt aan goede wetten en regels
Wetten moeten rechtvaardig zijn. Ze moeten voldoen aan algemene rechtsbeginselen en passen binnen bestaand Nederlands en internationaal recht. Een goede wet is uitvoerbaar, handhaafbaar en biedt een duidelijk richtsnoer voor handelen of nalaten.
Uitgave Ministerie van Justitie, januari 2006 code 6837 | oplage 40.000