De weg kwijt
benadering bij dementie
V2_2013
Inleiding Voor de EVV opleiding werd er van ons gevraagd een kwaliteitscirkel te maken over een probleem of knelpunt waar wij in ons werk mee te maken hebben. We zijn alle drie werkzaam op een kleinschalige woongroep voor cliënten met dementie. Nu valt het ons regelmatig op dat familieleden of vrijwilligers, maar ook zelfs personeel niet voldoende inzicht heeft hoe om te gaan met de dementerende cliënt. Wij hopen door middel van deze kwaliteitscirkel en de uitgave van dit boekje hier meer inzicht in te geven en ervoor te zorgen dat voor zowel u als de cliënt de omgang makkelijker wordt. Corry Saman, Wendy Siermans, Mendy van Wijngaarden
Alles waar je echt van houdt, zal warmte blijven geven, ook al is het niet gebleven, het blijft altijd deel van jou, een stukje van je leven.
2
Inhoudsopgave INLEIDING ..................................................................................................... 1 INHOUDSOPGAVE .......................................................................................... 3 1
WAT IS DEMENTIE? ............................................................................... 4
2
WAT IS HET VERLOOP VAN DEMENTIE? ................................................... 4
3
WAT IS DE BELEVING VAN DEMENTIE? .................................................... 4
4
COMMUNICATIE .................................................................................... 6
5
LICHAAMSTAAL ..................................................................................... 9
6
ALGEMENE ADVIEZEN ......................................................................... 10
7
WAT IS EEN VALIDERENDE BENADERING? ............................................. 10
8
WAT IS SNOEZELEN? .......................................................................... 11
9
WAT IS R.O.T (REALITEITS ORIËNTATIE TRAINING)? ............................ 12
10
ERVARINGEN VAN EEN FAMILIELID......................................................... 13
11
WAAR KAN IK HULP VINDEN? ................................................................ 14
12
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN........................................................... 15
3
1 Wat is dementie? Dementie is niet een aandoening. Met dementie bedoelen artsen een combinatie van een aantal klachten. Geheugenproblemen is de meest bekende, maar zeker niet de enige klacht. Gedragsveranderingen komen bijvoorbeeld ook veel voor. Verschillende aandoeningen veroorzaken deze klachten. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze in de hersenen schade veroorzaken, maar ze verschillen in de manier waarop ze dat doen. Er zijn veel aandoeningen die dementie veroorzaken. De ziekte van Alzheimer is het meest bekend. Genezing is niet mogelijk. De nadruk ligt daarom op een goede begeleiding en verzorging. De naasten – vooral de partner en de kinderen- spelen hierin de hoofdrol. In de loop van de tijd worden de klachten ernstiger, al verschilt dit per aandoening. Uiteindelijk komen mensen met dementie te overlijden, maar dit is vaak pas na jaren. De diagnose wordt gesteld op basis van een beschrijving van de klachten. Omdat de klachten in het begin vaak allerlei oorzaken kunnen hebben, wordt vaak pas geleidelijk duidelijk dat er sprake is van dementie. De volgende stap is om vast te stellen welke oorzaak dementie heeft, bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer. Als de diagnose eenmaal gesteld is, zal de arts nagaan welke zorg er nodig is. 2 Wat is het verloop van dementie? Dementie begint met lichte klachten. Vaak worden deze wel opgemerkt maar geschoven op de ouderdom of moeheid. Pas later als de klachten een patroon vormen, is vast te stellen dat het de eerste signalen van dementie zijn. De klachten worden steeds ernstiger. De vergeetachtigheid wordt erger en de taalproblemen worden groter. Het contact wordt moeilijker en er is aanvullende hulp nodig. In de laatste fase kunnen dementerende mensen niet veel meer. Contact is dan vrijwel onmogelijk. Er zijn dan ook vaak allerlei medische klachten. Op dat moment is opname in een verpleeghuis nodig, hoe moeilijk dat ook is. 3 Wat is de beleving van dementie? Veel mensen vragen zich af hoe iemand die dementeert dit zelf beleeft. Behalve nieuwsgierigheid is de vraag ook van belang om op de juiste manier met een dementerende om te kunnen gaan. 4
De beste aanpak is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij zijn/haar belevingswereld. Er zijn 3 manieren om toegang te krijgen tot de belevingswereld van iemand die dementeert: Informatie van de persoon zelf; in het begin kunnen dementerenden mensen soms nog zelf aangeven wat er in hen omgaat. Het vermogen om begrijpelijk uiting te kunnen geven aan de eigen gedachten en gevoelens, wordt alleen al snel minder. Gedrag; om iets te weten te komen van de belevingswereld is het vooral belangrijk om te kijken naar het gedrag. Uit het gedrag kunnen we tot op zekere hoogte ontdekken wat er in mensen omgaat. Inleving; een derde manier is om ons in te leven in de situatie. Dementie begint meestal met vergeetachtigheid. De frustratie die dit oproept uit zich de ene keer in onzekerheid, dan in irritatie of in somberheid, maar er zijn met name gevoelens van angst. Vaak vermindert de angst weer als iets wel lukt. Niet alleen het geheugen gaat achteruit, maar ook het verstand. Mensen met dementie zijn minder goed in staat na te denken, dus ook niet over hun eigen gedrag. Dementerenden reageren vaak impulsiever en heviger. Omdat het verstand een minder grote rol speelt, worden de gevoelens eenvoudiger. Het gaat vooral om basisgevoelens: afkeer, woede, verdriet, angst, plezier, vertrouwen. Ingewikkelde gevoelens zoals schaamte, schuld, hoop en spijt gaan vaak verloren. Om deze gevoelens te ervaren is het verstand nodig: schaamte ontstaat bijvoorbeeld vanuit het besef dat iets niet hoort. Op een gegeven moment raken ze hun oriëntatie in plaats en tijd kwijt. Op dat moment gaat het besef van achteruitgang verloren. Ze zijn niet langer in staat over zichzelf na te denken. Wel blijft angst een grote rol spelen. De wereld wordt steeds onoverzichtelijker en dus bedreigender. Angst, de uiting van angst en ook de pogingen om angst te verminderen of te ontlopen verklaart veel van het gedrag van demente mensen. In het begin lukt het niet meer om nieuwe informatie vast te houden. Naarmate de dementie ernstiger wordt gaan mensen steeds verder terug in hun herinneringen. Ook de beleving van veel dementerende mensen wordt in deze fase beheerst door thema’s die in hun vroegere leven belangrijk waren. 5
Iemand die vroeger boer is geweest, wil dagelijks een paar keer naar zijn koeien omdat ze gemolken moeten worden. Als dit niet lukt, worden mensen radeloos, kwaad of verdrietig. Ook worden ze gevoeliger voor de manier waarop mensen met hen omgaan. Omdat woorden steeds minder betekenen verschuift de aandacht naar hoe iets wordt gezegd: met harde of zachte stem, met een glimlach of een kwaad gezicht. Om zich staande te houden zijn dementerenden meer dan voorheen aangewezen op de hulp van anderen. Het is van levensbelang om te weten of een ander te vertrouwen is.
4 Communicatie Bij dementie kunnen er problemen ontstaan met het zich verstaanbaar maken, maar ook met het begrijpen van anderen. In de beginfase vindt iemand met dementie het moeilijk om op bepaalde woorden te komen. 6
Ook kunnen ze zich de betekenis van een woord of zin niet meer herinneren. Geleidelijk wordt de woordenschat steeds kleiner en zinnen worden onsamenhangend. Het wordt moeilijk om bij het onderwerp te blijven, en in een verhaal kan alles door elkaar gaan lopen. Sommige mensen met dementie herhalen steeds dezelfde woorden of zinnen. Ook het begrijpen van taal kan steeds moeilijker worden. De dementerende beantwoordt ingewikkelde vragen niet meer. Ze zijn het begin van de vraag vergeten als het einde van de vraag eraan komt. Ze voeren opdrachten niet uit omdat ze de opdracht niet begrijpen. Uiteindelijk spreekt iemand alleen nog wartaal of vervalt in stilzwijgen. Het wordt voor anderen een hele opgave om met iemand met dementie te communiceren. Het achteruitgaan van het communicatievermogen gaat soms samen met heftige emoties. Het kan erg verontrustend zijn, als ze merken dat ze hun gevoelens of behoeften niet meer kenbaar kunnen maken. Dit is frustrerend voor de persoon met dementie zelf, maar ook voor de mensen om hen heen. Daarnaast kunnen ook gevoelens van verwarring, schaamte en woede optreden. Hieronder staat een aantal adviezen voor de omgang met iemand met dementie. Naarmate de dementie erger wordt, kan het steeds moeilijker worden om hiermee om te gaan. De persoon met dementie komt moeilijk uit zijn woorden. Geef voldoende tijd om hem zelf op het woord te laten komen. Als je weet welk woord hij zoekt, kun je dat woord noemen. Maar vraag altijd na of dat echt het woord was dat hij zocht. Als je niet weet wat het woord is, kun je het laten aanwijzen of laten omschrijven. Als het verkeerde woord wordt gebruikt, kun je dat op een vriendelijke manier corrigeren. Maar als dit tot irritatie leidt, kun je het beter achterwege laten. Soms herhaalt de persoon met dementie steeds dezelfde woorden of zinnen. Je kunt dan proberen hem af te leiden: verander bijvoorbeeld van onderwerp of zing een bekend liedje met hem.
7
De persoon met dementie kan zijn gevoelens of voorkeuren slecht kenbaar maken Laat merken dat je luistert. Neem zijn gevoelens serieus en ga erop in. Vermijd opmerkingen als: 'het valt best mee' of 'daar heeft iedereen last van'. Ga mee in de fantasie van de persoon met dementie en probeer je in zijn situatie in te leven. Doe niet alsof je hem begrijpt als dit niet zo is. Als je niets begrijpt van wat hij zegt, kun je met lichaamstaal (een lach of een aanraking) aangeven dat alles in orde is. Probeer te letten op zijn non-verbale signalen, zoals gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal of stemhoogte. Wees ook bewust van je eigen non-verbale gedrag. Als je iets wilt vragen, geef hem dan niet te veel keuzemogelijkheden. Dat kan erg verwarrend zijn. Stel één mogelijkheid tegelijk voor en vraag na of hij die begrepen heeft. De persoon met dementie begrijpt je of anderen moeilijk Probeer de aandacht vast te houden door oogcontact of door dicht bij hem te blijven. Als je iets wilt zeggen of vragen, vraag dan zijn aandacht door bijvoorbeeld zijn naam te noemen. Zorg voor zo min mogelijk drukte of afleiding in de omgeving. Zet bijvoorbeeld het geluid van de televisie of de radio uit, controleer of het hoorapparaat goed zit en loop niet te veel rond. Als je beweegt, doe dat dan langzaam en rustig. Vereenvoudig de communicatie: geef niet te veel informatie tegelijk, praat langzaam en rustig en probeer daarbij in korte zinnen te praten. Spreek maar over één ding tegelijk. Herhaal zo nodig wat je gezegd hebt. Als het niet helpt om een zin steeds te herhalen, probeer dan eens hetzelfde met andere woorden te zeggen, of met andere gebaren. Vraag geen dingen aan de persoon met dementie die hij niet kan. Wees geduldig en geef hem de tijd om je te begrijpen. Ook als iemand met dementie je niet meer begrijpt en alleen maar wartaal spreekt of in stilzwijgen is vervallen, is nog steeds contact mogelijk. Lichaamstaal (non-verbale communicatie) wordt meestal nog lange tijd begrepen. Bijvoorbeeld een arm om de schouder of een lachend gezicht.
8
5 Lichaamstaal We merken naarmate de taal afneemt bij demente mensen dat hun gevoeligheid voor de houding van de ander en diens nabijheid en aanrakingen toeneemt. Ze kunnen moeilijk op woorden komen, of begrijpen niet wat er tegen hun gezegd wordt. De woordenschat wordt steeds kleiner, ze maken zelf woorden, spreken brabbeltaal of praten helemaal niet meer. Gebaren, houding en aanraking worden heel belangrijk, hierdoor kunnen ze nog begrijpen en aanvoelen wat wordt bedoeld. Naarmate de dementie verergert, wordt het taalgebruik steeds moeizamer en een gesprek steeds lastiger. Demente mensen zijn gevoelig voor lichaamstaal. Het is vaak niet zo belangrijk wat we zeggen, maar hoe we het zeggen. Dit heeft te maken met onze houding, onze gezichtsuitdrukking, onze gebaren en de toon van onze stem. Glimlach als je iets zegt, je krijgt vaak beter contact met iemand als je de hand vasthoudt of je arm om hun schouder heen slaat. Gebruik zoveel mogelijk visuele hulpmiddelen; praat met je handen, je gezicht, je ogen. De taal van ons lichaam, een arm, een hand, een streling, een zoen, is belangrijk voor hen, zij zoeken houvast in signalen van begrip en herkenning in het gezicht en de houding van hun naasten. Als zij nog nauwelijks reageren, geen woorden meer kunnen vinden om te praten zijn er nog andere manieren om contact te houden zoals; tast, smaak, reuk, gehoor en gezicht, handen vasthouden, een glimlach en zachte muziek zijn dan manieren om je aandacht voelbaar te maken. We zien ook bij dementerende mensen die vroeger afstandelijk waren dat ze nu kunnen ontspannen door een strelende hand, dit toont aan dat contact mogelijk blijft, zelfs lang nadat het laatste woord gesproken is.
9
6
Algemene adviezen Zorg voor een rustige, veilige sfeer. Probeer drukte, irritatie en opwinding te vermijden. Behandel een dementerende met respect. Probeer hem niet te behandelen als een kind. Praat niet met anderen over hem waar hij bij zit. Denk eraan dat weliswaar zijn vermogen om te communiceren verminderd is, maar dat hij nog steeds de gevoelens van een volwassene heeft. Als je tegen hem praat, kan het helpen om tussendoor informatie te geven. Bijvoorbeeld over waar je bent en wat er om je heen gebeurt. Hierdoor voorkom je verwarring en stel je hem gerust als hij merkt dat hij op een onbekende plek is zonder te weten hoe hij daar is gekomen. Vermijd ruzie te maken als je teleurgesteld of ontmoedigd bent. Als je merkt dat je ergens over in discussie begint te gaan, probeer dan van onderwerp te veranderen of zoek afleiding. Ruzie leidt meestal alleen maar tot verwarring en irritatie. Probeer niet je gelijk te halen, ook al weet je dat je het bij het juiste eind hebt. Als iemand met dementie niet wil toegeven dat je gelijk hebt, is het waarschijnlijk beter om het maar zo te laten en ergens anders over te beginnen. Iemand met dementie is meestal niet meer in staat om de juiste redenering te begrijpen. Zorg voor zo veel mogelijk regelmaat in zijn leven en blijf samen dingen doen waar je in het verleden plezier in had. Humor en lachen, werken vaak positief. In moeilijke situaties kan humor de spanning doen verlagen. Mensen met dementie zijn erg gevoelig voor sfeer en aandacht.
7 Wat is een validerende benadering? Stel je gaat een dag uit winkelen in een vreemde stad. Als je uitgewinkeld bent, wil je terug naar je auto, maar je weet niet meer precies waar de parkeergarage is. Je schiet een voorbijganger aan en vraagt: “meneer, weet u hoe ik het beste bij de parkeergarage kan komen? ”de man kijkt u aan en zegt: “ach mevrouw, zullen we een kopje thee gaan drinken? ”je denkt natuurlijk “wat een idioot antwoord” en stelt de vraag nogmaals: “nee meneer, ik ben vreemd in deze stad en weet nu niet goed de weg naar de parkeergarage”. De man steekt vriendelijk een arm onder je arm en zegt “ ach, dat zien we straks wel, 10
laten we eerst maar gezellig een kopje thee drinken”. Velen zullen verbolgen zijn over zo’n rare reactie. Toch is deze situatie helemaal niet zo onwerkelijk. Dit gebeurt regelmatig in de omgang met dementerende ouderen. Wat hier gebeurt is het ontkennen van een toch duidelijke vraag. Iedereen die met dementerenden omgaat ontdekt op een gegeven moment dat die oudere in zijn eigen werkelijkheid leeft en dat het geen zin heeft om hem of haar op onze werkelijkheid te oriënteren. Een validerende benadering gaat er vanuit dat dementerende mensen niet perse meer teruggehaald moeten worden naar onze werkelijkheid. Iedereen heeft immers wel eens ervaren dat het corrigeren van dementerende mensen (= op de werkelijkheid oriënteren) in veel situaties weerstand en onrust oproept. Het is belangrijk uit te gaan van de belevingswereld van dementerende mensen met als doel hen te helpen gelukkig te zijn met het leven dat zij leiden. Herinneringen en fantasieën worden geaccepteerd, deze behoren tot iemand zijn leven en kunnen van invloed zijn op zijn gedrag. Als gevolg van dementie kunnen ook onverwerkte emoties van vroeger boven komen. Een validerende benadering kan helpen deze te verwerken. Waar het om gaat bij de validerende benadering is dat de omgeving bevestigend (accepterend) is naar de dementerende bewoner. Dus niet ontkennen of er omheen praten, maar echt luisteren en bevestigen wat de bewoner aangeeft. Hieronder wordt verstaan het zich dusdanig in anderen kunnen verplaatsen dat hun reacties begrepen worden. Het is een houding naar de bewoner toe waaruit blijkt dat je zijn of haar gevoelens herkent en bevestigt. Een validerende benadering is dus meegaan met de belevingswereld van de dementerende oudere, het is het bevestigen dat die wereld wel degelijk een realiteit is. 8 Wat is snoezelen? Snoezelen is een benaderingswijze die vooral gericht is op ouderen met vergevorderde dementie. Communicatie met deze mensen is niet meer mogelijk. Door het aanreiken van verschillende prikkels probeer je toch contact te krijgen met de demente ouderen. 11
Bij snoezelen laat je de dementerende dingen horen, zien, voelen en ruiken. Dit kan je doen door het laten ruiken van aromatische geuren, het laten voelen en vasthouden van poppen of knuffelbeesten, het laten proeven van allerlei lekkernijen en het laten horen van rustgevende muziek. 9 Wat is R.O.T (Realiteits Oriëntatie Training)? Realiteits oriëntatie training heeft als doel het dementeringsproces te vertragen door verwarde personen te stimuleren en te activeren om het verloren contact met de werkelijkheid terug te vinden. Op deze manier wordt er geprobeerd de zelfstandigheid, het zelfvertrouwen en het welbevinden van de oudere te bevorderen, gevoelens van angst te verminderen en verdere sociale achteruitgang te voorkomen. De achterliggende gedachten van realiteitsoriëntatie is dat de verwardheid van de oudere afgeremd kan worden. Dit door het voortdurend en herhaaldelijk aanbieden van juiste en realistische informatie over tijd, plaats en persoon, het corrigeren van verkeerde uitspraken of handelingen en het stimuleren en aanmoedigen van zelfstandig gedrag. Voorbeelden van ROT benadering zijn: Het regelmatig geven van informatie over plaats en gebeurtenissen van het moment. Het corrigeren van verwardheid. Het bekrachtigen van adequaat gedrag. Vooral bij het stimuleren van sociale contacten en het bestrijden van storend gedrag is bekrachtiging een belangrijk middel. Bekrachtiging bestaat meestal uit het geven van complimenten of het maken van een praatje. De omgeving zo organiseren dat deze zoveel mogelijk aanwijzingen biedt ter oriëntatie. Voor de oriëntatie in tijd zijn er duidelijke leesbare klokken en speciale borden waarop dag, datum en dagprogramma vermeld worden. De rol van familie De rol van familie bij ROT speelt zich meer af in de thuissituatie dan in de verpleeghuissituatie. Het succes van de ROT staat of valt met een juiste houding; van belang is dat er steeds kleine haalbare stapjes worden gezet en dat je de verwarde oudere voor alles wat hij/zij goed doet gelijk beloont. 12
Reminiscentie Reminiscentie betekent in het Engels herinnering. Deze therapie probeert het herinneringsproces op gang te brengen. Reminiscentie is bij ouderen gekoppeld aan het bewaren van de eigen identiteit. Het praten over positieve en negatieve gebeurtenissen uit het leven helpt hen en anderen te herinneren wie ze waren en kan een gevoel van veiligheid en zekerheid geven. 10 Ervaringen van een familielid Verwachtingen Een leven is een heel proces. Je hebt vele verwachtingen en over veel dingen denk je nog niet na. Naarmate je ouder wordt, krijg je er vanzelf mee te maken. Zo ook het proces, dat kinderen meemaken als een ouder niet meer voor zichzelf kan zorgen. Je probeert het eerst zelf op te lossen. Al snel heb je “zorg van buiten” nodig, omdat je bang bent dat er ongelukken gebeuren. Maar ook om de ouder gerust te stellen. Dan komt er een tijd, dat deze maatregelen onvoldoende zijn. Zo kwam mijn moeder in de Hoge Weide. Ik hoopte, dat ze het weer een beetje naar haar zin zou krijgen . Ze bezocht koffie- en theebijeenkomsten. Er werd voor eten gezorgd. ’s Nachts kwam er iemand bij haar langs. Uiteindelijk bleek het na verloop van tijd onvoldoende. Gelukkig bood de Hoge Weide de mogelijkheid om haar de gehele dag op te vangen. Dit proces heb ik ervaren als een proces van “vraag en aanbod”. Het is heel fijn om steeds begrip te krijgen en een luisterend oor. De dingen die niet goed gaan, of onvoldoende werken, te kunnen bespreken. En dan met elkaar weer voor een oplossing zorgen. In mijn geval gaat mijn moeder geestelijk en lichamelijk achteruit. Je bezoekt haar regelmatig en bespreekt de problemen met de verzorging. In dit proces van inleveren, is dit toch wat je wilt. Dan is er ook regelmatig overleg met het hele team. Het gevoel, dat je er niet alleen voorstaat en dat steeds naar de beste oplossingen gezocht wordt geeft een goed gevoel. Je wilt dat ze het zo goed en fijn mogelijk heeft en dat ze niet alleen zit. De huiskamer met acht personen, waar ze nu verblijft is ideaal voor mijn moeder. Altijd mensen om haar heen, altijd bedrijvigheid. 13
Of zij dat zelf ook zo ervaart, zullen we nooit weten. Maar voor de kinderen voelt het heel goed. Want het blijft toch een intens verdrietige ervaring. Ik ben mij ervan bewust, dat mijn moeder het heel goed heeft getroffen in zo’n gezellige huiskamer en met een liefdevolle verzorging. Door de prettige verstandhouding bestaan er eigenlijk geen onbeantwoorde vragen. Door de kleinschaligheid en de goede sfeer, voelt het toch weer als “thuiskomen”. Want je blijft als kind, tenminste dat geldt voor mij, soms toch het gevoel houden tekort te schieten en te weinig te doen. Ik hoop, dat we deze samenwerking in mijn moeders laatste levensfase zo kunnen voortzetten. Ook hoop ik, dat de verzorging enigszins ontlast kan worden, want het is zo wel een zware taak. Benadering Het is heel belangrijk om te blijven communiceren. In de eerste plaats voor de cliënt; in dit geval mijn moeder, maar ook voor ons, de kinderen, is het van belang. Je kunt geen gedachten uitwisselen. Maar wij blijven met haar praten (eigenlijk meer tegen haar), zoals wij altijd hebben gedaan. Af en toe zegt zij toch iets terug en lijkt het of ze heeft begrepen waar het om ging. Het is soms maar een woord. Wij zijn daar erg blij mee. Het zet ons ook aan het denken. Laatst vertelden we een gebeurtenis en ze antwoordde met: “eerlijk?” Ze tikt ook veelvuldig met haar hand op de tafel. Dat zien wij ook als een reactie. Ze kan niet zeggen wat ze wil, maar het tikken zien wij als een antwoord. Het is in ieder geval een reactie! Bovenaan staat het knuffelen en een arm om haar heen slaan. Daar geniet zij erg van. Wij vinden dit een fijne manier om met haar om te gaan. Gezellig blijven praten, zoals wij altijd deden! 11 Waar kan ik hulp vinden? Als je na het lezen van dit boekje nog meer wilt weten over dementie of ondersteuning zoekt, dan kun je contact zoeken met Alzheimer Nederland. Alzheimer Nederland geeft voorlichting over de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie en ondersteunt mensen die zelf of in hun omgeving met dementie te maken hebben.
14
Telefonische hulp en informatie De Alzheimertelefoon is dag en nacht bereikbaar voor telefonische hulp en informatie. Je kunt hier terecht met vragen over de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie. Je kunt ook bellen als je gewoon behoefte hebt aan een luisterend oor. Vaak wordt je vraag beantwoord door mensen die zelf voor iemand met dementie hebben gezorgd. Alzheimertelefoon: 030-6567511 Internet Via de website van Alzheimer Nederland is actuele informatie te vinden en te bestellen. Je kunt er vragen stellen en met anderen chatten en discussiëren in een forum. www.alzheimer-nederland.nl 12 Conclusie en aanbevelingen Door het werken aan de kwaliteitscirkel zijn we er weer beter bewust van geworden hoe we de dementerende cliënt moeten benaderen. Wij hebben dit boekje dan ook gemaakt om personeel, familie en vrijwilligers ook meer inzicht te geven in de benadering van de dementerende cliënt. En hopen dat dit een hulpmiddel kan zijn in de zorg rondom de dementerende cliënt. Wij kunnen pas na het uitgeven van ons boekje daadwerkelijk zien of ons doel bereikt is! En of onze kwaliteitscirkel rond is! In het bijzonder willen wij Jannie Bogaerds-Vos bedanken voor het delen van haar ervaringen en haar kijk op de situatie en dat ze ons wilde helpen met onze kwaliteitscirkel. Ook willen we Wilma van der Hoven bedanken voor haar begeleiding en haar hulp bij het realiseren van dit boekje. Corry Saman, Wendy Siermans, Mendy van Wijngaarden
15