proje ct
ONT W
ERP
O
DE WATERTOREN November 2004 ontmoeten Bob Custers en Michiel Haas elkaar voor het eerst doordat een oud studiegenoot van Bob en medewerker van NIBE een ontmoeting arrangeert. Beide heren worden het al snel eens dat ze de ambitie hebben om de watertoren zelf te ontwikkelen tot eigen kantoorruimte en het meest duurzame kantoor van Nederland.
Reeds in 1996 had Michiel Haas de watertoren gekocht om daar een zeer milieuvriendelijke huisvesting van te maken. De heren Haas en Custers tekenen al snel een intentie overeenkomst, waarna er een begin wordt gemaakt met het planproces. Het plannen maken gebeurt in nauw overleg met de gemeente Bussum en de buurman, het Gooisch Natuur Reservaat. Om het geheel haalbaar te maken, inclusief de extreme duurzaamheidsambities en het meenemen van het weer opknappen van de toren, is het noodzakelijk om een stevig bouwvolume erbij te bouwen. Doordat Custers en Haas de plannen zelf maken, worden er mogelijk meer varianten gemaakt dan een standaard ontwikkelaar zou hebben gemaakt. Uiteindelijk wordt plan 8D uitgevoerd.
Duurzaamheid is meetbaar te maken Het project de Watertoren Bussum claimt het meest duurzame gebouw van Nederland te zijn dat tot nu toe gerealiseerd is. Deze claim wordt onderbouwd met een getal, de Milieu-Index-Gebouw (MIG) van 1028. Uit stukken uitgegeven door het Ministerie van VROM1 blijkt dat hoe hoger de score hoe minder milieube-
One number says it all, een uitgave van het Ministerie van VROM, een brochure met uitleg over de rekenmethodiek GreenCalc+ die ten grondslag ligt aan deze Milieu-Index-Gebouw en een poster waarop projecten gebenchmarked worden. NB deze brochure is geheel door NIBE gemaakt, inclusief de opmaak.
1.
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
1
p r oje ct
Het project de Watertoren Bussum claimt het meest duurzame gebouw van Nederland te zijn. lastend en dat de hoogste score tot nu toe het Rijkswaterstaatkantoor te Terneuzen is met een MIG323 en dan het WNF-kantoor met een MIG269. De watertoren rekt dat getal meteen op tot 1028.
2
Deze meetbare eenheid van duurzaamheid wordt berekend met het LCA-programma GreenCalc+, een computerprogramma dat een levenscyclusanalyse maakt van een totaal gebouw. Op basis van het programma van eisen of op basis van het reeds uitgevoerde werk, kan het programma de duurzaamheid van het gebouw berekenen. Dat gebeurt voor drie onderwerpen: materiaal, energieverbruik en waterverbruik. Dat zijn meetbare eenheden, daar is de duurzaamheid, de milieubelasting, meetbaar van te bepalen. Een gebouw dat weinig materiaal gebruikt, slank geconstrueerd is, constructie meteen als afwerking beschouwd en met milieuvriendelijke materialen gebouwd is scoort op materiaalgebied goed. Op energiegebied is het van belang dat het gebouw weinig energie nodig heeft voor
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
proje ct
verwarming en koeling, dat de gebruikers zo min mogelijk energie verbruiken voor ventilatie, verlichting, liften, maar ook voor de computers, beeldschermen, printers enz. van de gebruikers. Die energie die benodigd is wordt zelf opgewekt op basis van duurzame bronnen. Ten slotte wordt bepaald hoeveel water er door de gebruikers van het gebouw verbruikt wordt. Als al deze onderdelen een minimale milieubelasting scoren, kan het gebouw een duurzaam gebouw zijn.
De Rijksoverheid heeft bepaald dat het rijk in 2010 voor 100% duurzaam moet inkopen ter stimulering van een duurzame samenleving. AgentschapNL heeft de criteria voor duurzaam inkopen in overleg met alle Rijksdiensten en marktpartijen vastgelegd. Daarin is ondermeer bepaald dat als een gebouw aan een GreenCalc+ score van MilieuIndex-Gebouw (MIG) van 200 wordt voldaan, er duurzaam wordt ingekocht. Met de Watertoren Bussum wordt dit niveau van duurzaam inkopen met een factor 5 overschreden, dat wil zeggen dat de watertoren vijf keer minder milieubelastend is dan wat de Rijksoverheid anno 2010 duurzaam inkopen vindt. Echte duurzaamheid wordt waarschijnlijk pas bereikt wanneer we aan scores denken van een Milieu-IndexGebouw van 2000 en hoger. Daar zijn we voorlopig nog niet aan toe.
De watertoren is vijf maal duurzamer dan vereist voor duurzaam inkopen.
Er zijn echter ook nietmeetbare aspecten die mede bepalend zijn voor de duurzaamheid van een gebouw. Te denken valt aan aspecten als multifunctionaliteit, aanpasbaarheid, maar ook schoonheid. Een mooi gebouw kan ook een duurzaam gebouw zijn, maar dan is er meer nodig dan alleen een mooi en imponerend smoeltje.
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
3
p r oje ct wijze en een relatief kleine bouwplaats, beide belangrijke items bij de keuze. Daarnaast is prefab passend binnen de flexibel bouwen gedachte. Voor het paviljoen achter de toren is gekozen voor een betonprefabconstructie met glazen gevels en voor het torengedeelte voor een staal/beton constructie met veel glas. Belangrijk was om een mooie transparante uitstraling te krijgen in de bosrijke omgeving. Doordat de constructie in veel gevallen overeenkomt met de afwerking wordt daar op materialen gespaard, hetgeen een positieve invloed op de materiaalscore heeft.
Hoe wordt duurzaamheid bij watertoren bereikt? Zoals al eerder in dit artikel aangegeven wordt de meetbare duurzaamheid bepaald door het toegepaste materiaal, het energieverbruik en het waterverbruik. Welke maatregelen worden bij de Bussumse watertoren toegepast om die extreme duurzaamheidsscore van 1028 te bereiken? Uit het programma GreenCalc+ blijkt dat de eindscore voor een belangrijk deel wordt bepaald door het energieverbruik. In een normale situatie is het energieverbruik bepalend voor ca. 75-85% van de Milieu-Index-Gebouw. Materialen maken dan ca. 15-20% van de score uit, terwijl water voor ca. 2-3% bijdraagt aan het geheel. Heb je een zeer energiezuinig gebouw worden de onderlinge verhoudingen anders. Materialen Er wordt geen extreem hoge materiaalscore bereikt bij de watertoren, dat is ook heel moeilijk. Het komt echter ook omdat gekozen is voor prefab constructiesystemen om de omliggende natuur zo gering mogelijk te belasten. Een keuze voor prefab betekent een snelle bouw-
4
Energie – warmte/koude Hier wordt extreem goed gescoord. Allerlei beproefde technieken worden gebruikt als warmte-koude opslag (wko), warmtepompen (wp), warmtekrachtkoppeling (bio-wkk), enz. Er wordt volledig voorzien in de eigen energiebehoefte. In de warmtebehoefte wordt voorzien door de bio-wkk, die samen met de betonkernactivering het gehele gebouw van warmte kan voorzien. In extreem koude situaties wordt opgeslagen warmte in de bodem gebruikt voor de top verwarming. Koeling gebeurt eveneens via de bio-wkk met behulp van een absorptiekoelmachine en opgeslagen koude in de bodem. De koeling wordt eveneens via de betonkernactivering uit het gebouw getrokken in samenwerking met de ventilatie. Het gebouw heeft geen gasaansluiting.
Belangrijk was om een mooie transparante uitstraling te krijgen in de bosrijke omgeving. Energie - elektra Alle benodigde elektrische energie wordt door de eigen installaties duurzaam opgewekt. Dat gebeurt door windenergie, PV-cellen en de bio-wkk. Op de toren komt een betrekkelijk kleine windmolen die ca. 8.000 kWh op jaarbasis zal opleveren, groter gaat niet omdat het metselwerk de dynamische krachten slecht op kan nemen. Er worden 30 m2 zonnecellen toegepast met een verwachte opbrengst van 3.200 kWh per jaar. Dat
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
proje ct
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
5
p r oje ct
6
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
proje ct
De hoop en verwachting is dat deze eerste plaats spoedig door een ander project kan worden overgenomen. betekent dat er naar verwachting nog ca. 110.000 kWh per jaar door de warmtekrachtkoppeling moet worden opgewekt, die draait daarmee dan ca. 3.000 uur vollast per jaar. Daarmee wordt volledig in de eigen energiebehoefte voorzien, plus wat extra’s. Energieneutraal – klimaatneutraal Doordat de bio-wkk wordt gestookt met plantaardige afvalolie (gebruikt frituurvet) legt dit geen beslag op landbouwareaal voor voedselproductie en draagt het ook niet bij aan het broeikaseffect, omdat dit de kortcyclische CO2 kringloop is. Planten nemen CO2 op en staan dat weer af bij rot of verbranding, deze CO2 draagt daarmee niet bij aan het broeikaseffect, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen die miljoenen jaren geleden opgeslagen CO2 nu in zeer korte tijd in de atmosfeer uitstoten. Doordat de afvalolie met vrachtauto’s wordt aangevoerd die wel fossiele CO2 uitstoten, moet er extra energie opgewekt worden, meer dan er zelf verbruikt wordt om die CO2 emissie te compenseren. Pas dan kan het gebouw de claim van energieneutraal of klimaatneutraal gestand doen. Dat is hier het geval. Waterverbruik Ook op het gebied van waterverbruik scoort het project van de watertoren heel erg goed. Dat komt omdat al het eigen afvalwater zelf gezuiverd te worden, het pand heeft geen rioolaansluiting. Het afvalwater wordt gezuiverd door middel van een helofytenfilter. Het zuivere water wat daar weer uitkomt, wordt hergebruikt voor de toiletspoeling van alle toiletten in het gebouw. Daarmee wordt 80% van het drinkwaterverbruik gespaard en ontstaat er een kleine waterkringloop met een geringe aanvulling drinkwater van het waterleidingbedrijf. Op deze schaal is een helofytenfilter in Europa nog niet toegepast.
Door al deze maatregelen is het watertoren project het meest milieuvriendelijke kantoorgebouw dat er momenteel gebouwd is. De hoop en verwachting is dat deze eerste plaats spoedig door een ander project kan worden overgenomen, alleen op die manier blijven de ontwikkelingen werkelijk de goede kant op gaan. Wij zijn echter heel blij met dit Watertoren project een bewijs te hebben kunnen leveren dat het commercieel mogelijk is om een extreem duurzaam project te realiseren. De gedrevenheid van het NIBE om een hoge milieuambitie commercieel aantrekkelijk te realiseren, wordt al sinds jaren van onze klanten en opdrachtgevers gewaardeerd.
Projectgegevens Project nr. 283: Watertoren Bussum Soort project: Verbouwen van oude watertoren tot duurzaamste kantoor van Nederland Opdrachtgever: NIBE, later BWC (NIBE en VOCUS architecten) Periode: 2004-2010 Rol NIBE: Initiatiefnemer project, ontwikkelaar van duurzaamheidsconcept en mede risicodragende ontwikkelaar van het project Participanten - Architect en directie: Bob Custers van VOCUS Architecten bna te Bussum - Adviseur duurzaam bouwen: Michiel Haas van Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) te Bussum - Adviseur installaties: Ernest Israels van BOOM S/I te Delft - Adviseur ontwikkeling: Maarten Smits van Sixpence te Bussum - Aannemer paviljoen: Hercuton te Kuijck - Aannemer toren: Belmer Bouw te Almere (failliet gegaan) - Aannemer installaties: Terberg Systeemintegratie te Nieuwegein
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie
7
p r oje ct
MAAK KENNIS MET de werkgebieden VAN NIBE
Het NIBE heeft in de afgelopen 20 jaar een brede scope van werkgebieden en projecten opgebouwd. ONT W
materialen
water
innovatie
ecologie
gezondheid
eee
eee
eee
e
e
e
ERP
O
energie
R ESE A
eee
eee
eee
eee
e
VIE S
A
eee
eee
eee
eee PU
eee
e
e
eee
eee
eee
e
e
e
eee
eee
eee
eee
e
e
e
BLICA
P
I
TIES
eee R NS T U M
I
R
RCH
eee AD
ENT
D
O UM
D
Vraag naar de andere folders uit de reeks ‘projecten’.
Bussummergrindweg 1b, 1406 NZ Bussum Postbus 229, 1400 AE Bussum Telefoon: 035-6948233 Fax: 035-6950042 Email:
[email protected] Internet: www.nibe.org 8
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie