De W3-fietstocht Reisverslag langs de drie dorpen Wirdum Door: Ralph Ferwerda
We hebben plaatsgenomen op een provisorisch ingericht terrasje achter het hotel, alwaar we de menukaart bestuderen. In de grote eetzaal kunnen we niet terecht. Het is piekdrukte in verband met een buslading gasten ‘op leeftijd’ die beslag leggen op alle tafels. Zojuist zijn ze gearriveerd. Een voor een schuifelen ze het restaurant binnen waar elke tafel en stoel al snel bezet zijn. Juist voordat we ons zorgen gaan maken of men ons niet vergeet, komt ze met krachtige tred op ons af stappen. Und, was wünschen sie?, vraagt ze. “Laten we de gerechten netjes in het Duits bestellen”, stel ik voor. Niet met nummers, we zijn hier per slot van rekening niet bij de Chinees. Gerard geeft als eerste zijn bestelling door “Ein Wirdumer Pfanne, bitte” .. “Nummer zweiundzwantzig”, schalt ze terug. Ze kijkt er enigszins triomfantelijk bij en richt haar blik op mij. “Für mich ein Wirdumer Fisch…”. “Nummer siebenunddreizig”schalmt al over het terras voordat ik mijn bestelling helemaal heb kunnen uitspreken. En zo gaat het door totdat we al onze gerechten van het juiste nummer zijn voorzien. Ik vraag of ze de hele kaart uit haar hoofd kent. “Aber selbstverständlich; ich arbeite hier schon seit 14 Jahre”. We kijken elkaar aan denken hetzelfde. Dat betekent dat die kaart al minstens 14 jaar dezelfde is…. We besluiten haar uit te testen door een willekeurig aantal gerechten op te noemen. Ze slaagt feilloos. Ook in de omgekeerde richting– wij noemen het nummer en zij het gerecht- laat ze geen steken vallen. Heike Garrels is haar naam. Mid veertig, piercings,een enkele tatoeage en veel stemvolume. De menukaart weerspiegelt een beetje haar karakter. No-nonsense, duidelijk en authentiek. Waarom iets veranderen als je gasten tevreden zijn?Zo doet ze het al jaren, samen met haar echtgenoot Reiner als uitbaters van het Landgasthof ‘zum grossen Krug’ in Wirdum. Wirdum in Duitsland wel te verstaan, of beter gezegd ‘Ost-Friesland’ want, zo vinden we later op de avond uit, de mensen zijn trots op hun streek en gaan er prat op dat geen Duitser ze kan verstaan als ze ‘Platdeutsch’ spreken.
Ja hier zijn we dus beland, in het Duitse Wirdum, na een fietstocht van 165 km op een warme vrijdag in september. We zijn halverwege de W3-tour, waarbij we vanuit ons eigen Friese Wirdum koers zetten naar twee dorpen met dezelfde naam. Op de heenweg is het doel Wirdum Duitsland, een dorp met ongeveer 1200 inwoners, ten noorden van de stad Emden. Na een overnachting in het plaatselijke Gasthof staat de volgende dag het Groningse Wirdum in de planning. Een dorpje met 550 inwoners tussen stad Groningen en Delfzijl. De fietsgroep bestaat uit zes fietsvrienden uit Wirdum: Jaap de Boer, Samir Tawafra, Dré Bartels, Gerard Hommema, Harry Klingenberg en Ralph Ferwerda. Op vrijdagochtend 19 september om 7.30 uur worden we bij de Golle uitgezwaaid door enkele ‘fans’ en gaan we ‘boordevol moraal’ zoals dat in wielertermen heet op pad. Het belooft een schitterende nazomerdag te worden met weinig wind. De route is uitgestippeld door Harry en Ralph en voert
aanvankelijk langs bekende wegen. In de omgeving van Drachten is het oppassen voor de middelbare scholieren die beslag leggen op de volle breedte van de fietspaden. Samir moet nog wat wennen aan zijn nieuwe fiets met klikpedalen, maar verder loopt alles gesmeerd. De sfeer is goed en we fietsen in een mooi tempo van tegen 30 km per uur. Jaap manifesteert zich als een heuse wegkapitein door ons telkens op de groepsdiscipline te wijzen: ‘Bij elkaar blijven!!’, schalt het regelmatig uit zijn keel. Na een korte koffiepauze in Marum voert de route naar Hoogkerk en via het Hoendiep dwars door het centrum van de stad Groningen. Snel laten we de stad al weer achter ons, steken het Eemskanaal over en bevinden ons in no-time in de ommelanden van Groningen. Voor ons allen relatief onbekend terrein. Via de fietsknooppunten van de ANWB vinden we eenvoudig de weg die ons leidt lang lange rechte wegen, akkerland en bloeiende koolzaadvelden, afgewisseld door winplaatsen van aardgas die verraden dat we boven ’s lands grootste gasbel van Slochteren fietsen. Verrassend mooi is het Schildmeer waar een steiger met prachtig uitzicht ons verleidt tot het nemen van een pauze. Het is warm, de shirts gaan uit en het water nodigt uit om een duik te nemen. Steendam is de enige plaats aan het meer en heeft een leuke haven en een café-restaurant opgetrokken uit complete boomstammen dat zo van een of andere Oostenrijkse ski-piste afkomstig lijkt te zijn. De koffie met appeltaart smaakt er goed. Het Hondshalster meer is de volgende bestemming; we hebben een toeristische route gevonden met veel kleine schelpenpaadjes. Het kost Jaap een lekke band, maar die is snel weer vervangen. Met verbazing bewonderen we de monumentale boerderijen rond Nieuw Wolda. De een is nog mooier dan de ander. Het boerenleven moet hier goed geweest zijn concluderen we. We rijden het poldergebied onder de Dollard in. De suikerbieten liggen metershoog langs de weg opgestapeld en de scherpe lucht van de pas geoogste uien prikkelt onze ogen. Kilometers rechte wegen. Vreemde plaatsnamen als ‘Hongerige Wolf’ en ‘Kromme Elleboog’.
Het vlakke open landschap voelt aan als een oneindige leegte. Een beeld dat goed past bij het gegeven dat we ons op de uiterste grens van het land bevinden. We koersen richting Nieuw-Statenzijl, een gehucht van ongeveer 5 huizen en een grote spuisluis die de Westerwoldse Aa en de Dollard scheidt. Achter deze sluis ligt Duitsland.
Uitpuffen bij Nieuw Statenzijl, de grens tussen Nederland en Duitsland
Ons eerstvolgende doel is de veerpont bij het havenplaatsje Ditzum aan de Eems. Die vaart eens per uur. Eenmaal aan de overkant van de Eems is het nog slechts 25 km naar Wirdum. Geen probleem, gaan we makkelijk redden. We fietsen onder de dijk langs de Dollard en moeten regelmatig van de fiets om een schapenhek te openen. Ditzum is een bijzonder aardig plaatsje met een leuk getijdenhaventje en prettig visrestaurant. Onze oosterburen hebben duidelijk voorkeur voor garnalen want op menig bord pronkt een berg garnalen waar je ‘U’ tegen zegt. Wij houden het op colaatjes en mueslirepen.
Dré op het pontje over de Eems bij Ditzum
Nadat de pont ons over heeft gezet volgt het laatste deel van de route. Helaas zijn hier geen knooppunten om ons de weg te wijzen en het gevolg is dan ook dat we de weg even kwijt zijn. De nieuwe route die we kiezen leidt echter door een prachtig natuurgebied langs een paar mooie meren waar veel watersport wordt bedreven. Het lijkt wel wat op ons Friesland. We stuiten op een vaart waar we door middel van een zelf te bedienen pont mee naar de overkant kunnen. Samir ontpopt zicht als een heuse veerman en draait als een bezetene aan het wiel dat ons naar de overkant trekt. De allerlaatste kilometers leiden via het Duitse Loppersum naar … Wirdum! Deel 1 voltooid, 165 km gefietst. We poseren voor het plaatsnaambord zodat Dré zijn eerste Wirdum selfie kan schieten.
Wirdum Duitsland bereikt!
Nadat de bestelling is opgenomen haast Heike zich weer terug naar binnen. Ondanks de drukte in het restaurant weet men ons vlot te bedienen. Grote en goed gevulde borden; men doet hier niet kinderachtig. Ondanks dat we uitgehongerd zijn slagen we er bij lange na niet in alles op te krijgen. De vanilleijs met warme kersen als dessert is een specialiteit van het huis en die mogen we niet missen volgens Heike. De volle magen nodigen uit tot een wandeling door het dorp. ‘Wirdum ist ein Schlaffdorf’, wist een van de gasten ons te vertellen. Es passiert hier nicht soviel’. Samir staat er echter op dat we naar de plaatselijke voetbalclub gaan. Hij wil graag contacten leggen om een uitwisseling met WWS op te gaan zetten. In de tussentijd gaan Ralph en Jaap op zoek naar de lokale burgermeester. Wij willen haar als cadeau een replica van het ‘Soldaatsje fan Barrahus’ overhandigen. Bij de lokale brandweer staan enige personen die graag bereid zijn ons verder te helpen. Enkele telefoontjes later blijkt dat Frau Burgermeisterin van huis is. Onze hotelbaas, zo verzekert men, staat als schoonzoon op goede voet met haar. Dat betekent dat we hem aan de bar van ons hotel het beeldje kunnen overhandigen. Als we even later tussen de stamgasten aan de bar
plaatsnemen ontmoeten we Reiner, de eigenaar van het Gasthof. Hij verklaart zichzelf als de officieuze ‘Burgermeister’ en belangrijkste man van het dorp en neemt met genoegen het soldaatsje in ontvangst. Zodra hij echter verneemt dat het de bedoeling is dat hij het kunstwerk aan zijn schoonmoeder dient af te staan, verliest hij al snel zijn interesse in het beeldje. We raken in gesprek met de Duitse stamgasten die met interesse kennis nemen van onze tocht langs de drie Wirdums. Ze delen met ons de anekdote waar de naam “Wirdum” vandaan komt. Het verhaal gaat dat twee burgermeesters er samen niet uitkomen hoe ze hun dorp moeten noemen. Ze verzuchten: “Ich dumm, Du dumm, …, Wir-dum!
Tussen de stamgasten van Gasthof zum Grossen Krug De oudste van de stamgasten herinnert zich de ontmoetingen tussen de drie Wirdum dorpen. Waarom is het opgehouden, vragen wij hem. Hij meende zich te herinneren dat het er tijdens het voetbal nogal hard aan toeging. Er vielen een paar rake klappen en de politie moest er zelfs bij komen. Later bij thuiskomst vernamen we dat dit niet de ware reden was van het beëindigen van de ontmoetingen. Er was wel vaker trammelant, maar het werd wat te duur om de Duitse gasten te huisvesten en van maaltijden te voorzien. Een kwestie van geld dus. Het blijft nog lang gezellig aan de bar. Het gesprek gaat over het verenigingsleven dat in het Duitse Wirdum niet zo actief is als bij ons. Met een schuttersvereniging, kegelclub, voetbalclub en biljartclub houdt het wel op. Al snel wordt ons duidelijk dat als je echt iets wilt betekenen je als vrijwilliger bij de lokale brandweer moet werken. Daarmee verdien je een soort heldenstatus. Men is verbaasd dat wij in Wirdum geen eigen brandweer hebben. Rond middernacht zoeken we ons bed op; de volgende dag wacht immers nog een lange reis terug.
Een uitgebreid ontbijtbuffet vormt de goede start voor de tweede en laatste dag van onze tour. Samir regelt dat we ook broodjes voor onderweg mogen meenemen. Het is mistig en het eerste deel van de route leidt naar de haven van Emden waar we om 9.00 uur de veerboot naar Delfzijl willen nemen. Deze vaart alleen in de zomermaanden. Het is even spannend of de boot wel vaart met dichte mist. Stipt op tijd doemt de boot gelukkig uit de mist op en worden we welkom geheten. Met nog één andere passagier hebben we het rijk alleen.
De overtocht duurt een kleine twee uren. Samir zijn werk bevindt zich in de haven van Delfzijl en hij wil ons graag zijn werkomgeving laten zien. Ook hier smaakt de koffie en cake uitstekend. Om 13.00 uur hebben we een afspraak met het lokale dorpsbelang van Wirdum Groningen. Het lokale restaurant gaat speciaal voor ons eerder open zodat we gezamenlijk een lunch kunnen nuttigen. Via Appingedam waar we het historische centrum en de grachten met overhangende balkons bewonderen bereiken we al spoedig het Groningse Wirdum. Op routine schiet Dré de tweede selfie bij het plaatsnaambord.
Het Groningse Wirdum is een klein, pittoresk dorp. Mooie huizen met grote tuinen gaan verscholen tussen veel groen. In het centrum bevindt zich een hofje met een historische kerk en het sfeervolle ‘Restaurant ‘t Regthuys’, dat in de weide omgeving een goede reputatie heeft en regelmatig het decor vormt voor bruiloften. Hier hebben we afgesproken met het lokale dorpsbelang. We nemen plaats in de lommerrijke tuin en genieten van een exclusieve lunch, waar –zo blijkt later- ook een fors prijskaartje aan hangt. We worden enthousiast begroet door drie dorpsvertegenwoordigers die met belangstelling kennis nemen van onze tocht en ervaringen tot nu toe. Alles wordt opgetekend door de redacteur van het dorpsblad dat een artikel aan ons avontuur gaat wijden. Het idee om in de toekomst weer met de drie dorpen wat te gaan organiseren vindt al snel instemming. Ook hier overhandigen we een exemplaar van het Soldaatsje waarbij Jaap op beeldende wijze de verschillende verhalen achter de betekenis van het beeldje uit de doeken doet. Inmiddels is het al 14.00 uur en we hebben nog ruim 80 km voor de boeg. Tijd om weer te vertrekken, maar niet nadat we uitgebreid afscheid nemen en op de foto gaan met de kerk op de achtergrond. Dan in de pedalen en we koersen via Loppersum en Bedum richting het Reitdiep. We willen een andere route rijden dan de heenweg en daarom laten we de stad Groningen dit keer links liggen. Langs het van Starkenborghkanaal ligt een mooie rechte weg waar we kop-over-kop het tempo hoog houden. Later gaat het gladde asfalt over in een onverhard pad en is het gedaan met de snelheid. De vele kilometers beginnen langzaam hun tol te eisen en de eerste pijntjes en moppergeluiden dienen zich aan. Het hoort er allemaal bij. Een welverdiende koffiepauze in Eastermar lonkt en de wetenschap dat we daarna nog maar 20 km van ons eigen Wirdum zijn verwijderd! De thuiswegen lijken ons extra energie te geven en in een flink tempo snellen we langs bekende dorpjes als Sumar, Garijp, Warten en Wergea. De laatste afslag naar Swichum en de cirkel is bijna rond. Bij het kerkje zien we de nodige tumult. Een groep Wirdumers snelt naar buiten, juichend en zwaaiend met vlaggen. Voor ons, zo realiseren we even later pas. Een echt hartverwarmend welkom van de leden van het koor die vernomen hadden dat we rond deze tijd aan zouden komen. Even later bij het laatste bord Wirdum doen onze familieleden het nog eens dunnetjes over. Met spandoeken en gejuich worden we ontvangen. De laatste foto’s worden genomen waarmee we de W3 hebben voltooid. Bij Duhoux wacht een koude pils en we sluiten de tocht af met een heerlijk avondmaal bij Gerard en Sietske.
Met een voldaan gevoel kijken we terug op een bijzondere tocht langs drie bijzondere dorpen. Dit was echt de moeite waard! Zouden we nog eens over moeten doen, maar dan met een groot peloton Wirdumers
De tocht is voltooid! De route op heenweg A: Wirdum Frl B: Ditzum C: Wirdum Dtsl
…. en terugweg A: Wirdum Dtsl B: Emden C: Delfzijl D: Wirdum Gr E: Wirdum Frl