DE SCHADUWBABY Ralph Berg Als schrijver heb ik een luizenbaan. Het enige dat ik doe, is de verhalen opschrijven die ik hoor. En dat zijn soms wonderlijke verhalen. Zoals dit. Op een dag werd psychiater dr S. Boomgaard gebeld door een verwarde man die zei bang te zijn om zich in het zonlicht te begeven. Twee dagen later meldde hij zich op de praktijk om kwart over vijf, toen het al begon te schemeren. De man, achter in de dertig, stelde zich voor als Mark Uitenwater. Boomgaard bood hem een stoel aan, en noteerde zijn gegevens. Toen hij daarmee klaar was, zei hij: “Zegt u het maar.” Uitenwater die op het puntje van zijn stoel zat, stak haastig van wal. “Ik denk dat ik gek word. Er gebeuren rare dingen met me. Ik raak mijn schaduw kwijt. Zodra de zon of een lamp een scherpe schaduw werpt van mij, maakt ie zich van me los. Heeft u hier wel eens van gehoord,” vroeg hij hoopvol. “Nee,” zei dokter Boomgaard rustig, “maar gaat u verder.” “Ik heb nooit problemen gehad, mijn schaduw volgde me altijd, tot enkele weken geleden. Rond 1 uur gebeurde het. Ik liep niet ver van mijn huis en zag toen ik naar de grond keek dat mijn schaduw zich van mij losmaakte en zich een paar meter van mij verwijderde. Ik stond als aan de grond genageld. Toen ik eenmaal van de schrik bekomen was, liep ik op hem af en ging ik op hem staan, als het ware om hem terug te vangen. Maar hij stapte opzij en liep weer enkele meters van me weg. Ik liep door, waarna hij naast me ging lopen, los. Ik zag een bankje, ging erop zitten en wachtte af wat er zou gebeuren. Hij ging onmiddellijk naast me zitten, maar er was nog nergens contact tussen ons. Plotseling begon hij te spreken. Ik schrok me rot.” 'Zo kan het niet langer. Doe wat!, anders blijf ik me losmaken', zei hij met een donkere zachte stem. Ik had moeite om hem te verstaan. Het leek alsof de woorden verwaaiden door de wind, maar het was praktisch windstil. Een grote wolk gleed voorbij de zon. Ik keek opzij en zag mijn schaduw vervagen.” “Wat?” riep ik in de richting van de plek waar hij gezeten had. Geen antwoord. Ik schreeuwde nog een keer 'Hallo!', maar het bleef stil.”
1
“Ik gebruik geen drugs, dokter, en het was zoals gezegd rond een uur of 1. Ik had net koffie gedronken. Toch twijfelde ik of ik het wel echt had meegemaakt, het was te absurd om waar te zijn.” Hij pauzeerde en richtte zijn blik op Boomgaard. Boomgaard dacht na. 'Het lijkt een eenvoudige metafoor. De schaduw die zich losmaakt van Mark, betekent dat hij het contact met de werkelijkheid heeft verloren. Hij hoort stemmen, lijdt wellicht aan schizofrenie.' “Heb je in het verleden vaker gekke dingen meegemaakt, stemmen gehoord, het gevoel gehad dat je werd gevolgd?” “Nee.” “Heb je last van sterke angstgevoelens?” “Nee. Maar ik ben nog niet klaar met mijn verhaal.” “Goed, gaat u door.” “Ik liep terug naar huis en pakte zo goed en zo kwaad als het ging mijn werk weer op. Ik werk als freelance corrector. Mijn bureau staat vlakbij het raam, ik houd van het daglicht. Ik was dus aan het werk, en op een gegeven moment hoorde ik een zacht gefluister. Ik draaide me om en zag tot mijn schrik mijn schaduw weer staan.” 'We waren nog niet klaar!, zei hij. Die wolk kwam er tussen. Luister goed naar me. Je zit hier teksten te corrigeren, maar ondertussen glijdt je leven aan je voorbij. Dat is nog tot daaraantoe, maar dat geldt ook voor het leven van Saskia. Ze heeft een sterke kinderwens, dat weet je verdomd goed. Ze is 37 en heeft niet veel tijd meer. Jij wel, jullie klokken lopen niet gelijk. Als je blijft volharden, loopt ze weg of vraagt ze Roy om een kind bij haar te maken. Stap eindelijk eens over je eigen schaduw heen – hij lachte verdomme terwijl hij dit zei - en schenk haar een kind. Eerder ben je niet van me af.' “Saskia is mijn vrouw, dokter. Roy een oude schoolvriend van Sas,” verduidelijkte Mark, en hij vervolgde zijn verhaal. “Het thema 'kind' is inderdaad een heet hangijzer, en zorgt voor de nodige spanning tussen Saskia en mij. Ik schreeuwde naar mijn schaduw dat hij zich met zijn eigen zaken moest bemoeien, haalde naar hem uit, maar er gebeurde niets, ik sloeg dwars door hem heen. Toen kreeg ik het idee om de gordijnen te sluiten, waarna hij verdween.” “En wat gebeurde er daarna?” vroeg Boomgaard zonder enig spoor van verbazing op zijn gezicht.
2
“Soortgelijke taferelen herhaalden zich nog een paar keren. Ik word er gek van, hij wordt ook steeds feller. Overdag blijf ik zoveel mogelijk binnen, maar ga ik naar buiten als de zon schijnt, dan maakt ie zich weer los, praat op me in, benadrukt dat ik een egoïst ben.” “En wat zeggen de omstanders daarvan, en Saskia?” vroeg Boomgaard. “Omstanders zien en horen niets. Saskia heb ik niets verteld. Ik zorg dat ik thuis niet bij het raam ga staan wanneer de zon schijnt, en ik blijf uit de buurt van fel lamplicht.” “Vindt u dat uw schaduw gelijk heeft?” Mark was even stil. “Ik vind het nog veel te vroeg voor kinderen, misschien wil ik wel helemaal geen kinderen. Anderzijds begrijp ik wel dat voor Sas de klok tikt. Elke keer als het onderwerp ter sprake kwam, stuurde ik haar met een kluitje in het riet. Maar een tijdje geleden heeft ze me een ultimatum gesteld, een deadline. Als ik haar voor die tijd niet bezwanger, gaat ze weg. “En wanneer is dat?” “Over een half jaar.” Mark zweeg even en zei boos: “Ik vind het een vorm van chantage. Sas zegt dat ik pas echt mijn liefde voor haar toon via een kind.” “Hmm,” zei Boogaard. “En wat denkt u zelf van die schaduw?” “Ik weet het niet, misschien komt het door de spanningen.” Op dat moment werd Mark gebeld op zijn mobiel. Haastig pakte hij het ding uit zijn zak en zette het uit. Hij zag nog net dat het Saskia was. “Sorry. Ja, ik denk wel eens dat ze me zo onder druk zet, dat ze me gek maakt, dat het daardoor komt.” Terwijl Mark praatte, stond Boomgaard op en richtte de bureaulamp op hem. Mark keek onmiddellijk over zijn schouder naar zijn schaduw. Deze maakte zich na enige seconden los, ging op het bureau zitten en sprak: 'Wat moet je hier nou bij die shrink? Ik heb je toch al gezegd wat je te doen staat als je wilt dat ik verdwijn. Ga naar huis, en geef het leven door.’ Mark stond op om de bureaulamp terug te draaien. 'Je kunt de lamp wel wegdraaien, maar voor je schaduw kun je niet vluchten.' “U heeft zeker niets gehoord en gezien?” vroeg Mark. Boomgaard schudde zijn hoofd en zei: “Ik stel het volgende voor.” _____________
3
Mark trok de deur van de praktijk achter zich dicht en wandelde opgelucht de donkere straat in. Hij pakte zijn mobiel uit zijn binnenzak en zette het ding aan. Saskia had een voicemailbericht achtergelaten. “Ik moet je dringend spreken, bel me terug!” klonk het op panische toon. Hij toetste een cijfer in en kreeg zijn vriendin overstuur aan de telefoon. “Waar ben je toch? Ik moet je spreken. Kom naar huis, ik heb zoiets engs meegemaakt!” “Ik kom er aan, ik ben over vijf minuten thuis.” Mark zette zijn joggingpas in. Eenmaal thuis vertelde Saskia hem verbijsterd hoe ook haar schaduw een eigen leven was gaan leiden, op haar gemoed inbeukte en haar van egoïsme betichtte. Haar lange blonde haar zat verward en haar ogen waren rood. Mark wist niet wat hij hoorde. “Net als bij mij!” schreeuwde hij verbijsterd uit, waarop hij al zijn schaduwervaringen met haar deelde. “Toen jij belde zat ik bij de psychiater, omdat ik dacht dat ik gek was geworden! Maar hij stelde me gerust. Hij zei dat ik zozeer worstel met mijn geweten, dat het afstand van me neemt. Overigens is dit nieuw voor hem. Hij heeft cliënten met meerdere persoonlijkheden, patiënten met waandenkbeelden, maar die hebben volgens hem een normale schaduwbeleving. Boomgaard zegt dat die schaduw iets in mij -en dus ook in jou- probeert te doorbreken.” “En waarom doet die schaduw dat dan alleen bij ons, en niet bij anderen?” vroeg Saskia wanhopig. “Ik heb hier nog nooit van gehoord!” “Nee, de psych dus ook niet. De ontketende schaduw, en alles wat ie zegt, dat ervaren wij alleen. Volgens Boomgaard gebeurt het allemaal in ons hoofd. Vergelijk het maar met een Mariaverschijning, dat maken de meeste mensen ook niet mee. En het maffe is nog dat de steden waar de mensen met die Mariawanen woonden, nu worden platgelopen door pelgrims. Ik denk overigens niet dat ons huis zal veranderen in een bedevaartsoord, er is weinig goddelijks aan onze schaduwen, het is alleen maar godvergeten irritant.” Ze gingen zitten. “Dus wij lijden aan wanen,” mompelde Saskia voor zich uit starend. “Volgens Boomgaard mogen we dankbaar zijn dat we tot de orde worden geroepen door onze schaduwen, en moeten we gaan handelen in lijn met ons
4
geweten. We moeten onze innerlijke en onderlinge conflicten oplossen, zegt ie. Dan worden die schaduwen weer van ons, en houden ze hun koppen dicht.” “Nou, dat we een knoop moeten doorhakken, dat zeg ik al tijden tegen je. Maar jij doet niets anders dan uitstellen, uitstellen en nog eens uitstellen,” zei Saskia verontwaardigd. “Laten we elkaar nou geen verwijten maken. We gaan dit oplossen. En de oplossing is eenvoudig, want ik heb inmiddels besloten dat ik een kind wil.” “Besloten dat je een kind wilt? Wat is dat nou weer voor onzin. Je wilt iets of je wilt iets niet, je kunt niet besluiten dat je iets wilt. En zeker niet een kind. Zoiets moet uit je hart komen.” “Hart? We zijn ons brein, Sas. En dat zegt me dat ik van je houd, en een kind van je wil.” “Ach dat brein van jou, dat maar denkt en zegt. Je wilt geen kind, and that's it. En het is ook je goed recht. Ik ben me doodgeschrokken van die schaduw, maar hij opent me wel de ogen. Ik kan geen kind van je 'eisen', en dat zal ik ook niet meer doen. Ik blijf bij je, ook zonder kind. Ik houd van je.” Saskia slikte en begon te huilen. Mark sprong op van zijn stoel. “Je bent een schat,” fluisterde hij, en nam haar in zijn armen. “Ik weet hoe belangrijk een kind voor je is. Maar ik heb een beslissing genomen. Ik wil nu aan jou denken en niet langer alleen aan mezelf. Mijn schaduw zou me trouwens blijven achtervolgen vanwege mijn egoïsme.” “Ja, maar anders ben ík toch egoïstisch, en blijf ik met die schaduw opgescheept?” zei Saskia. Moedeloos keek ze hem aan. “Hier is niet uit te komen, een van ons zal blijven kampen met dat duistere stuk ellende.” “Nee, het is helemaal niet egoïstisch van jou,” zei Mark. “Het is de natuur, het is jouw natuur. En die moet je volgen. Die natuur kent geen schaduw.” “Maar waarom beticht mijn schaduw mij dan van egoïsme, terwijl ik alleen maar mijn natuur volg, zoals jij zegt?” “Dat weet ik ook niet,” zei Mark peinzend. “Misschien speelt er nog wat anders.” “Maar wat dan?” riep Saskia vertwijfeld. ________________
5
Diezelfde avond gooide Saskia de condooms weg die zij een tijd geleden had lek geprikt en die in de la op gebruik lagen te wachten. Door de spanningen was het van vrijen niet gekomen. Maar na hun gesprek, dat nog lang had geduurd, bedreven ze onstuimig de liefde zonder condoom. Beiden waren vervolgens in een diepe slaap gevallen. Gillend werd Saskia enkele uren later wakker. “Wat is er,” riep Mark die uit zijn slaap werd gerukt. Hij knipte het licht aan. “Ik had een vreselijke nachtmerrie,” stamelde Saskia. “Ik droomde dat wij lekker lagen te slapen, totdat opeens onze schaduwen boven ons opdoemden en zich van ons losmaakten. Ze gingen met elkaar vechten, waarna mijn schaduw de jouwe verkrachtte!” “Pffff!,” pufte Mark. “Maak je nou maar geen zorgen meer. Het komt door alle spanningen van de afgelopen tijd. Dat is nu allemaal voorbij.” Saskia luisterde al niet meer en keek geschokt naar de muur. Daar tekende zich de schaduw van een baby af. Hij brulde zo hard dat ze haar vingers in haar oren stopte. 'Mama! Mama!Mama!'
Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan.
6