De vlagvertoonreis van Smaldeel 5 naar Australië en NNG Als ik het heb over Nederlands Nieuw Guinea en 1960 dan zal dit bij een flink aantal veteranen herinneringen oproepen aan de zo uitvoerig gedocumenteerde reis van Smaldeel 5. Hoewel in heel wat publicaties beschreven, wilde ik er toch niet zomaar aan voorbij gaan. Het begon allemaal met wat oudere ideetjes voor een vlagvertoonreis naar het Verre Oosten die begin 1960 weer van stal werden gehaald. Het pas gemoderniseerde vliegkampschip Hr Ms Karel Doorman zou dan meteen versterkingen voor de Koninklijke Luchtmacht in NNG mee kunnen nemen. Door nadruk te leggen op het vlagvertoon, werd geprobeerd elke schijn van provocatie weg te nemen. Het door de Marine Voorlichtingsdienst op 30 maart 1960 uitgegeven perscommuniqué veroorzaakte gelijk een rel in de media en daarna (natuurlijk) in de Tweede Kamer. Men kon het eigenlijke doel niet verhullen,zodat men niet lang hoefde te wachten op heftig gekrakeel van Indonesische zijde: de komst van het vliegkampschip werd daar uitgelegd als een bedreiging van de vrede en veiligheid in heel Zuid-Oost-Azië. Een paar maanden later verbrak Indonesië zelfs alle diplomatieke betrekkingen met Nederland.Ondertussen waren alle voorbereidingen voor vertrek reeds in volle gang. In Rotterdam werden 12 gedemonteerde Hunter straaljagers en 2 Alouette helicopters aan boord van het vliegkampschip ondergebracht. Daarnaast werd squadron 860 met 10 Seahawkstraaljagers, squadron 2 met 8 Grumman Avengers en 2 reddingshelicopters aan boord genomen. Er werden daarbij 2 typen Avengers meegenomen: de TBM-3W2 versie ("Warner"/verkenner) en de TBM-3S2 versie ("Striker"/torpedobommenwerper). Om te voorkomen dat het Suez-kanaal gesloten zou worden voor schepen van de KM, werd al direct besloten dat via Kaap de Goede Hoop gevaren zou worden. Daarnaast werd een koopvaardijtanker gecharterd, om op volle zee brandstofolie te kunnen laden. Hiermee zou voorkomen worden dat het eventueel niet aan kunnen doen van bunkerhavens de reis in problemen zou brengen. Bij de scheepvaartmij Van Ommeren werd daartoe het 190m lange en ruim 13000 ton metende tankschip Mijdrecht gecharterd. De (civiele) bemanning van dit schip werd aangevuld met een marinedetachement, terwijl de benodigde olie-afgiftetuigen op het schip werden gemonteerd. In het reisplan was ook een bezoek aan Yokohama en Nagasaki opgenomen, ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de Nederlands-Japanse betrekkingen. Men verwachtte het smaldeel midden december terug in Nederland.Zo vertrokken op 31 mei 1960 vanuit Den Helder de onderzeebootjager Hr Ms Limburg en Hr Ms Groningen, terwijl Hr Ms Karel Doorman en de Mijdrecht diezelfde dag Rotterdam verlieten. Smaldeelcommandant was commandeur Ferwerda die zich met zijn staf op de zgn. admiraalsbrug van het vliegkampschip nestelde. De Mijdrecht stoomde eerst op naar de Franse haven Donges (nabij St.Nazaire)om daar brandstofolie te laden, waarna het schip enkele
weken later (16 juni) weer contact maakte met het smaldeel ter hoogte van St.Helena om de dagen daarna voor het eerst op volle zee brandstof over te laden naar de beide jagers en het vliegkampschip.Onderweg werd er flink geoefend, bij gunstig weer klonk elke ochtend het signaal "vliegrol op post". De dekploegen namen hun posities in, de grote vliegtuigliften begonnen hun kostbare lading aan dek te brengen, de 'Doorman' draaide tegen de wind in en zette aan tot hoge vaart terwijl de begeleidende jagers zo snel mogelijk naar de nieuwe posities manoeuvreerden. De jagers namen om beurten de 'Plane Guard Station' achter het vliegkampschip in, om eventueel piloten die bij de start of landing in zee crashten te kunnen helpen. De motoren van de Seahawks werden op spectaculaire wijze aangevuurd, waarna deze jets naar de stoomkatapult werden gereden, aangehaakt en met brullende motoren de lucht werden ingeslingerd. De Avengers maakten meestal een vrije start over het hoekdek. Alleen bij weinig wind werden ook zij met de stoomkatapult de lucht ingejaagd. De andere begeleidende jager had daarbij de taak om een spatschijf voort te slepen, waarop door de vliegtuigen met scherp werd geschoten. Tijdens de uitreis bleek dat de regering van Madagascar aarzelde met het verlenen van toestemming om een haven aan te doen. Daarom werd door de 'Limburg' en de 'Groningen' Lourenzo Marques (Mozambique) en door de 'Karel Doorman' en de 'Mijdrecht' Port Louis (Mauritius) aangedaan. Van daaruit begon de oversteek naar Fremantle te Australië. Onderweg werd door een bedieningsfout op het vliegdek een Seahawk in het water geduwd. Een tweede Seahawk ging een paar dagen later verloren door een te ruwe landing op het vliegdek. Een geluk bij een ongeluk was dat bij beide incidenten geen gewonden of doden te betreuren waren. Ook in Australië was de Indonesische druk werkzaam en begon de vakbond van Australische havenarbeiders een boycotactie tegen het bezoek van de Nederlandse marine schepen.Het gevolg was dat de schepen op eigen kracht dienden af te meren in de haven van Fremantle, hetgeen voor de 'Karel Doorman' een vrij lastige manoeuvre was. Geholpen door de vol gas draaiende motoren van een aantal aan dek vastgesjorde Vegers, werd voldoende zijwaartse trekkracht verkregen tijdens het langszij komen en meerde het schip op eigen kracht af.
Luchtopname van het gehele smaldeel onderweg naar NNG
Olieladen op volle zee vanaf het motortankschip 'Mijdrecht'
Idem, op het dekpark twee Seahawks met opgevouwen vleugels
Hawker Hunter straaljagers bestemd voor versterking van de luchtmacht in NNG in de hangar van de 'Karel Doorman'
Het vliegdek van de 'Karel Doorman' in vol bedrijf. De Avengers (achter en rechts) maken zich het eerst op voor vertrek
Terwijl de vliegtuigen zich gereed maken, manoeuvreert een van de jagers naar de 'Plane Guard Station'
De vliegdekbemanning maakt een Avenger gereed voor lancering vanaf de stoomkatapult
Idem, met een Seahawk
Tijdens terugkeer maakt deze Seahawk een doorstart over het vliegdek
Het schip is gereedgemaakt voor een havenbezoek (met dank aan Theo Burgers die deze reis heeft meegemaakt a/b van de 'Karel Doorman') Het bezoek van het smaldeel aan Freemantle duurde van 12-18 juli, waarna via een lange omweg (ter vermijding van provocaties) koers werd gezet naar Hollandia. Dit deel van de reis verliep namelijk via de Australische Zuidkust, via Bass Strait langs de Oostkust en dan langs de Noordkust van Australisch Nieuw Guinea naar Hollandia, waar de schepen op 2 augustus arriveerden. Vlak voor aankomst maakten enkele boordvliegtuigen een 'fly-past' over de stad. Ook hier diende de 'Karel Doorman' zonder sleepboothulp af te meren en net als in Freemantle werd voldoende zijwaartse trekkracht verkregen door de vol gas draaiende motoren van een aantal aan dek vastgesjorde Avengers. Terwijl het schip afmeerde aan
de nieuwe steiger bij de Gouvernementswerf, meerden de jagers af aan de handelssteiger terwijl het tankschip in de baai voor anker ging. De dagen daarop werd een uitgebreid programma afgewerkt, o.a.vaartochten met gasten en vliegdemonstraties. Op 6 augustus arriveerde het vliegkampschip te Biak, waar de meegenomen 12 Hawker Hunters en 2 Alouette's werden uitgeladen en naar de vliegbasis Mokmer getransporteerd. Gedurende de resterende weken in die augustusmaand werd een druk oefenschema afgewerkt in de wateren ten noorden van de lijn Biak-Manokwari-Sorong (Stille Oceaan) en Straat Japen ten zuiden van Biak. Daarbij deed zich een ernstig ongeval voor aan boord van de jager 'Limburg', waarbij een zwaargewonde eerst werd overgebracht naar de 'Karel Doorman' en enkele dagen later naar Hollandia waar hij echter kort na aankomst overleed. Enkele weken later kreeg de 'Limburg' een defect aan de sonardome, die niet te Manokwari kon worden gerepareerd. Het schip moest daarop gedwongen naar Hongkong voor een spoed dokking, zodat deze jager het geplande bezoek aan Japan zou gaan missen. Het bezoekschema werd daarop aangepast, waarbij de 'Karel Doorman' en de 'Groningen' alleen Yokohama zouden aandoen en beide schepen verlieten daartoe in gezelschap van de 'Mijdrecht' de Nieuw-Guineese wateren op 1 september. Het gekrakeel van Indonesische zijde bereikte nu echter zijn hoogtepunt en geen enkel middel werd geschuwd om Japan onder druk te zetten het bezoek van de schepen af te gelasten. Dit leidde ertoe dat ook bij de Japanse vakbonden voor havenarbeiders het verzet tegen het bezoek van de schepen begon toe te nemen. De Japanse regering zat er duidelijk mee verlegen en uiteindelijk werd schoorvoetend het vlootbezoek van Japanse zijde afgelast. Op 4 september wendden de twee oorlogsbodems weer de steven en zetten koers naar NNG, terwijl de 'Mijdrecht' ongehinderd naar Kobe opstoomde om haar olievoorraden aan te vullen. Het vlieg- kampschip bezocht eerst Sorong, waarna het voor onderhoud naar Hollandia voer. De jager ging rechtstreeks voor onderhoud naar Manokwari. Ondertussen was de schade aan de 'Limburg' hersteld en maakte het schip op 19 september voor een BOZ-operatie contact met de ook terugkerende 'Mijdrecht'. De volgende dag waren alle schepen weer terug in NNG en werden de olietanks in Sorong en Biak weer bijgevuld. Het einde van het bezoek aan NNG kwam in zicht en als eerste zou op 29 september de 'Mijdrecht' vertrekken, maar eerst nadat dit schip de olietanks van de andere smaldeeleenheden had bijgevuld. De volgende dag vertrokken ook de 'Karel Doorman' en de 'Groningen' Hollandia op weg naar Noumea in Nieuw-Caledonië. Tot chagrijn van de bemanning verbleef de 'Limburg' als tijdelijke vervanger van de 'Amsterdam' nog tot 11 oktober in Hollandia, omdat deze laatste voor reparatie naar Hongkong was gestuurd. Daardoor mistte de bemanning van de 'Limburg' het bezoek aan Noumea en maakte het schip op volle zee pas weer rendez-vous met het smaldeel (15 oktober). In de wateren nabij Nieuw-Caledonië maakte een Avenger een noodlanding op zee, waarbij de bemanning gelukkig kon worden gered met de aan boord gestationeerde helicopter. De 'Karel Doorman' en de 'Mijdrecht' bezochten daarna Sydney, terwijl de beide jagers opstoomden naar Auckland. In de loop van de laatste week van oktober maakten de schepen weer contact op volle zee en werd gezamenlijk de oversteek gemaakt naar Valparaiso, waarbij onderweg ook de kleurrijke Juan Fernandez eilanden werden aangedaan. Na een bezoek van enkele dagen aan deze Chileense haven (11-16 november) werd van hieruit de reis voortgezet rondom Kaap Hoorn (Punta Arenas werd hier aangedaan, of het smaldeel door de straat van Magellaan heeft gevaren is mij nog niet duidelijk). Daarna werd voor het laatst een kleurrijke haven aangedaan: Rio de Janeiro. Ook
hier duurde het bezoek een aantal dagen (28 november-3 december), waarna de oversteek werd gemaakt over de Atlantische Oceaan en het smaldeel op 20 december terugkeerde in het winterse Nederland.
Aankomst Hollandia 2 augustus 1960
De 'Karel Doorman' vaart de haven van Hollandia binnen en geeft saluutschoten af. De Avengers op het achterdek helpen door hun draaiende motoren bij het manoeuvreren van het schip
Aanleggen in de haven van Hollandia (foto Baksgewijs). De bemanning aangetreden tijdens een toespraak op het achterdek in de haven van Hollandia
De Mijdrecht ligt verderop in de haven voor anker.
Afgemeerd aan de kade te Bosnik Biak
Bosnik
Ook deze is vermoedelijk te Bosnik gemaakt
Het uitladen van de gedemonteerde Hawker Hunters te Bosnik, waarna zij werden vervoerd naar de KLu-basis op Biak.
Aankomst van de 'Doorman' te Sorong.
Ook te Sorong dienden de Avengers met draaiende motoren te helpen bij het manoeuvreren.
De 'Doorman' aan de steiger te Sorong. In de baai achter het schip van links naar rechts de 'Piet Heyn', de 'Limburg', de 'Kortenaer' en de 'Groningen'
De 'Mijdrecht' op volle zee. De Mijdrecht was een door de marine gecharterde civiele tanker van de rederij Van Ommeren. De rederijkleuren waren zwarte romp en witte opbouw. Had dus niets met de kleuren van een marineschip van doen.
Het manouvreren van carriers mbv vastgesjorde vliegtuigen was een vrij algemene procedure bij de USN en de RN. Niet dat het dagelijks werd gebruikt, maar er waren voorschriften voor. Toevallig dat de afgelopen dagen hierover gediscussieerd is op SMML, een dagelijkse nieuwsbrief van/voor/door plastic scheepsmodelbouwers. Vandaag stond er het RN voorschrift in, namelijk "B.R. 2092 Handling ships" (1954), p. 49: "Use of parked aircraft. Aircraft can be used to assist carriers in turning at rest in narrow waters when tugs are not available. Groups of aircraft are ranged at the appropriate cornersoftheflight deck, so that when their engines are running at high power the turning effect on the ship becomes appreciable. Aircraft can also be used to assist the ship in leaving or berthing at a jetty without tugs. Aircraft fitted with liquid-cooled engines are liable to overheatand cannot be used for prolonged runs." Voorzover ik weet zijn er geen foto's van het gebruik van de Avengers. In het boek "De dikke boot" van Arie Hoog staat wel een cartoon uit een krant in Fremantle over het gebeurde.