Aan: Van: Betreft: Datum:
Ouders/verzorgers/leerlingen van Almere College Kampen Gijsbert Jansen Overgangsnormen Vmbo, Havo, Vwo 2014-2015 29 september 2014
Geachte ouders/verzorgers, beste leerlingen, Bijgaand de overgangsnormen die gelden in het schooljaar 2014-2015. Deze normen betreffen de overgang van de leerjaren 1 naar 2 en 2 naar 3 van Vmbo, Havo en Vwo en van 3 naar 4 Havo en Vwo. De overgangsnormen voor de Tweede Fase van Havo en Vwo en voor de bovenbouw van Vmbo zijn opgenomen in de Programma’s van Toetsing en Afsluiting (PTA’s).
Met vriendelijke groet, Gijsbert Jansen, Rector a.i.
0
OVERGANGSNORMEN 2014-2015 Vmbo, Havo, Vwo (Atheneum, Gymnasium) Algemeen Bij de overgangsvergadering wordt uitgegaan van het op het rapport vermelde eindcijfer. Dit is het afgeronde voortschrijdend gemiddelde van het hele schooljaar. Het aantal tekorten speelt een belangrijke rol bij de overgang. Onder tekorten wordt verstaan: het aantal punten beneden de 6. Dus 1 x 5 is één tekort; 2 x 5 is twee tekorten; 1 x 4 is twee tekorten, enz. Aanvullend worden motivatie, concentratie, zelfstandig werken, samenwerken, plannen enz. in de bespreking betrokken. Er zijn op het Almere College 5 studies: basisberoepsgerichte leerweg (BBL): VIA kaderberoepsgerichte leerweg (KBL): VIA Mavo: MP Havo: MP Vwo: MP BBL, KBL en Mavo kunnen gevolgd worden met of zonder ondersteuning (leerweg ondersteunend onderwijs, LWOO). Een leerling mag niet twee keer in dezelfde klas of in twee opeenvolgende leerjaren blijven zitten. De leerling moet dan afstromen of van school af. De docentenvergadering neemt een bindend besluit. Voor op- en afstroom gedurende het schooljaar wordt in overleg met de betrokkenen* maatwerk geboden. Het besluit is bindend. Cijferbepaling voor rapporten Klas 1 en 2 (van alle studies) en klas 3 Havo en Vwo: Voortschrijdend gemiddelde: afgekapt op 1 decimaal; Eindcijfer rapport: afgerond op 0 decimaal.
*Betrokken zijn de leerling, het docententeam, het BT (Begeleidingsteam= afdelingscoördinator/teamleider, zorgcoördinator en orthopedagoog) en secretaris van het eindexamen. Het bindende besluit wordt genomen in de docentenvergadering. Hierover wordt gecommuniceerd met de ouders/verzorger van de leerling.
1
Wijze van determineren voor kansklassen (voor leerjaar 1 en 2) 1. Opstroomtoetsen De leerlingen krijgen minimaal 6x per jaar een opstroomtoets In een opstroomtoets wordt de behandelde stof op Mavo-niveau en op Havo-niveau getoetst. De toets maakt inzichtelijk wat de leerling op Mavo-niveau moet weten en wat op Havo-niveau . Er komt een Mavo en Havo cijfer voor deze toets. In Magister is voor ouders en docenten duidelijk wat een leerling scoort op Mavo- en Havoniveau. 2. Ontwikkellijnen algemene vaardigheden We werken met 4 ontwikkellijnen: - gericht informatie zoeken, beoordelen en verwerken - plannen en voorbereiden - jezelf motiveren - concentratie In iedere ontwikkellijn staat het KBL, Mavo, Havo en Vwo-niveau omschreven. De ontwikkellijnen zijn onderwerp van gesprek in de gesprekkencyclus met leerling/ouders/mentor. In de vaklessen wordt expliciet gewerkt met de ontwikkellijnen zodat de leerlingen ook echt ervaren wat ze wel en niet kunnen. 3. Gesprekkencyclus Gedurende het schooljaar vinden er gesprekken plaats met leerling/ouders/mentor. In deze gesprekken wordt het volgende besproken en vastgelegd: - Stand van zaken opstroomtoetsen: wat lukt wel, wat niet? Welke acties worden er ondernomen door leerling/ouders/school? - Stand van zaken ontwikkellijnen: wat lukt wel, wat niet? Welke acties worden er ondernomen door leerling/ouders/mentor? - Ambities, mogelijkheden en onmogelijkheden van de leerling (thuissituatie e.d.): Wat lukt wel, wat niet? Welke acties worden er ondernomen door leerling/ouders/school?
2
Bevordering LEERJAAR 1 ⇒ LEERJAAR 2 In principe stroomt een leerling door naar leerjaar 2 binnen dezelfde studie (bijvoorbeeld van leerjaar 1 BBL naar leerjaar 2 BBL). Hierop zijn de onderstaande uitzonderingen mogelijk. 1. De leerling heeft 3 of meer tekorten (*). 2. De leerling heeft 2 of meer tekorten bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. In deze gevallen komt hij/zij in bespreking. De docentenvergadering kan de volgende bindende besluiten nemen: De leerling stroomt alsnog door naar leerjaar 2 binnen dezelfde studie; De leerling stroomt af en neemt plaats in leerjaar 2 van een studie lager; De leerling blijft zitten, ofwel in dezelfde studie, ofwel een studie lager. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
(*)
Xperience telt op de MP niet mee voor de overgang.
3
Opstroomeisen van Basis naar Kader en van Kader naar Mavo 1. De leerling heeft geen tekorten en een cijfergemiddelde van 8,0 of hoger. Hij/zij komt in bespreking voor opstroom naar leerjaar 2 in een naastgelegen studie hoger. 2. Bij de bespreking wordt met nadruk ook gekeken naar persoonskenmerken en vaardighedenbeheersing (zie algemeen). Vervolgens neemt de docentenvergadering een bindend besluit of de leerling mag opstromen. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
Opstroomeisen naar Havo/Vwokans klas 2 -
-
N.a.v. de behaalde resultaten op het Havo-niveau van de opstroomtoetsen: De leerling staat minimaal een 6 gemiddeld voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Voor de overige vakken mag er maximaal 1 tekort zijn op Havo-niveau. N.a.v. de score op de ontwikkellijnen: De leerling scoort op tenminste 3 van de 4 ontwikkellijnen het Havo-niveau. Uit de verslaglegging van de gesprekkencyclus blijkt dat opstromen werkelijk de ambitie van de leerling is en dat het tot zijn/haar mogelijkheden behoort.
De docentenvergadering neemt een bindend besluit. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
Opstroomeisen naar Vwo klas 2 -
-
N.a.v. de behaalde resultaten op het Vwo-niveau van de opstroomtoetsen: De leerling staat minimaal een 6 gemiddeld voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Voor de overige vakken mag er maximaal 1 tekort zijn op Vwo-niveau. N.a.v. de score op de ontwikkellijnen: De leerling scoort op tenminste 3 van de 4 ontwikkellijnen het Vwo-niveau. Uit de verslaglegging van de gesprekkencyclus blijkt dat opstromen werkelijk de ambitie van de leerling is en dat het tot zijn/haar mogelijkheden behoort.
De docentenvergadering neemt een bindend besluit. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
4
Bevordering LEERJAAR 2 ⇒ LEERJAAR 3 In principe stroomt een leerling door naar leerjaar 3 binnen dezelfde studie. Hierop zijn de onderstaande uitzonderingen mogelijk. 1. De leerling heeft 3 of meer tekorten (*). 2. De leerling heeft 2 of meer tekorten bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. In deze gevallen komt hij/zij in bespreking. De docentenvergadering kan de volgende bindende besluiten nemen: De leerling stroomt alsnog door naar leerjaar 3 binnen dezelfde studie; De leerling stroomt af en neemt plaats in leerjaar 3 van studie lager; De leerling blijft zitten, ofwel in dezelfde studie, ofwel een studie lager. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
(*)
Xperience telt op de MP niet meetelt voor de overgang.
5
Opstroomeisen van Basis naar Kader en van Kader naar Mavo 1. De leerling heeft geen tekorten en voor de vakken die bij de sectorkeuze horen een cijfergemiddelde van 8,0 of hoger. Hij/zij komt in bespreking voor opstroom naar leerjaar 3 in een naastgelegen studie hoger. 2. Bij de bespreking wordt met nadruk ook gekeken naar persoonskenmerken en vaardighedenbeheersing (zie algemeen). Vervolgens neemt de docentenvergadering een bindend besluit of de leerling mag opstromen. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
Opstroomeisen naar Havo klas 3 -
-
N.a.v. de behaalde resultaten op het Havo-niveau van de opstroomtoetsen: De leerling staat minimaal een 6 gemiddeld voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Voor de overige vakken mag er maximaal 1 tekort zijn op Havo-niveau. N.a.v. de score op de ontwikkellijnen: De leerling scoort op tenminste 3 van de 4 ontwikkellijnen het Havo-niveau. Uit de verslaglegging van de gesprekkencyclus blijkt dat opstromen werkelijk de ambitie van de leerling is en dat het tot zijn/haar mogelijkheden behoort.
De docentenvergadering neemt een bindend besluit. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
Opstroomeisen naar Vwo klas 3 -
-
N.a.v. de behaalde resultaten op het Vwo-niveau van de opstroomtoetsen: De leerling staat minimaal een 6 gemiddeld voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen. Voor de overige vakken mag er maximaal 1 tekort zijn op Vwo-niveau. N.a.v. de score op de ontwikkellijnen: De leerling scoort op tenminste 3 van de 4 ontwikkellijnen het Vwo-niveau. Uit de verslaglegging van de gesprekkencyclus blijkt dat opstromen werkelijk de ambitie van de leerling is en dat het tot zijn/haar mogelijkheden behoort.
De docentenvergadering neemt een bindend besluit. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
6
Bevordering Havo 3 ⇒ Havo 4 In principe stroomt een leerling door naar Havo 4. Hierop zijn de onderstaande uitzonderingen mogelijk. 1. De leerling heeft 3 of meer tekorten. (*) 2. De leerling heeft 2 of meer tekorten bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, rekenen. 3. De leerling heeft een cijfergemiddelde lager dan 5,5 van de onafgeronde cijfers(*). In deze gevallen komt hij/zij in bespreking. De docentenvergadering kan de volgende bindende besluiten nemen: de leerling stroomt alsnog door naar Havo 4; de leerling blijft zitten, ofwel in Havo 3, ofwel een studie lager. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling. 4. De leerling heeft geen tekorten en een cijfergemiddelde van 8,0 of hoger. Hij/zij komt in bespreking voor opstroom naar Vwo 4. Bij de bespreking wordt met nadruk ook gekeken naar persoonskenmerken en vaardighedenbeheersing (zie algemeen). Vervolgens neemt de docentenvergadering een bindend besluit of de leerling mag opstromen. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling.
(*)
Voor het bepalen van het cijfergemiddelde en het aantal tekorten telt het gemiddelde van de onafgeronde voortschrijdend gemiddelden van beeldende vorming en lichamelijke opvoeding 1 keer. De overige vakken tellen elk 1 keer, met uitzondering van Xperience dat niet meetelt voor de overgang. Cambridge English telt niet mee in het cijfergemiddelde.
7
Bevordering Vwo 3 ⇒ Vwo 4 In principe stroomt een leerling door naar Vwo 4. Hierop zijn de onderstaande uitzonderingen mogelijk. 1. De leerling heeft 3 of meer tekorten. 2. De leerling heeft 2 of meer tekorten bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde. 3. De leerling heeft een cijfergemiddelde lager dan 5,5 van de onafgeronde cijfers (*). In deze gevallen komt hij/zij in bespreking. De docentenvergadering kan de volgende bindende besluiten nemen: de leerling stroomt alsnog door naar Vwo 4; de leerling stroomt af en neemt plaats in Havo 4; de leerling blijft zitten, ofwel in Vwo 3, ofwel een studie lager. Hierover vindt een gesprek plaats met de ouders/verzorgers en de leerling. (*)
Voor het bepalen van het cijfergemiddelde en het aantal tekorten telt het gemiddelde van de onafgeronde voortschrijdend gemiddelden van beeldende vorming en lichamelijke opvoeding 1 keer. De overige vakken tellen elk 1 keer, met uitzondering van Xperience dat niet meetelt voor de overgang. Cambridge English telt niet mee in het cijfergemiddelde.
8