Pronkjuweel: vereniging voor aqua en meer
April 2011
De Uitstromer Nieuwsbrief
Van uw voorzitter In dit nummer:
Agenda en Hobbyavonden 2 Vervolg Gerrit Pots
2
Wat zijn Killies?
3
En voor de beginners: Kweken met de Fundulopanchax gardneri
5
Nog meer voor de begin- 6 ners: gemakkelijke soorten Adressen en verenigingsin- 9 formatie
18 april Gerrit Pots uit Wapenveld (bij Zwolle) is een man met veel “Killyervaring”. Deze ervaring wil hij op 18 april graag met ons delen. Natuurlijk zal hij zijn kennis en verhalen illustreren met veel mooie beelden.
Beste aquariumvrienden, De voorlaatste hobbyavond vóór de zomervakantie komt alweer op ons af, LET OP!!! DEZE VINDT EEN WEEK EERDER PLAATS IN VERBAND MET PASEN en is dus 18 april!!! Deze avond hebben we Gerrit Pots uit Zwolle bereid gevonden om ons zijn laatste “killy-ervaringen” te tonen en er een mooi en informatief verhaal erbij te vertellen. “Killy” is de populaire naam van een groep vissen (eierleggende tandkarpers) met een speciale voortplantingstechniek. Het gaat te ver om dat hier uit te gaan leggen, dat doet Gerrit wel, en het gaat om veelal bijzonder mooi gekleurde vissen van een bescheiden afmeting. Niet alle soorten zijn geschikt voor het normale gezelschapsaquarium, voor sommige soorten is een speciaal ingericht bakje wellicht een betere oplossing. De thans in opkomst zijnde zogenaamde “nano-aquaria” zijn een prima onderkomen voor een of meer groepjes van deze kleurrijke visjes! Vroeger waren deze dieren bijzonder populair bij thuiskwekers met weinig ruimte en ik heb toen menig zaterdagmiddag doorgebracht op piepkleine, volledig volgepropte zoldertjes die bovendien verschrikkelijk naar petroleum ruftten, echt niet leuk meer! (Of juist wel!) Alles wat meer als een liter water kon bevatten herbergde wel een kweekstelletje van de een of andere soort, dit meestal nog met succes ook, werkelijk onbegrijpelijk. Op het enge smalle trappetje naar deze minibroedplaats stonden allerlei bakjes en potjes met jongen of eieren erin, van plastic boterkuipje tot jampot toe, alles bevatte wel iets! Als aanstormend aquariaan waren dit geweldige dagen en ondanks het ongemak en het feit dat ik bij thuiskomst direct kon gaan douchen en schone kleren aandoen vanwege de penetrante petroleumlucht had ik dit voor geen goud willen missen. En passant werd ik ook nog eens killy-gek en dat is eigenlijk nooit weer verdwenen en zullen deze fraaie dieren altijd een speciaal plaatsje in mijn hart houden! Wilt u ook eens kennismaken met deze prachtige visjes, en dat gaat tegenwoordig ook zonder petroleumgeur, dan mag u deze avond niet missen. Ik zal er zeker zijn! OPGELET DUS; MAANDAG 18 APRIL IN HET ZAALTJE VAN CAFE West-End , we beginnen om 20.00 uur en als altijd zijn introducés van harte welkom, vrijblijvend, dat dan weer wel. Graag tot dan. Uw voorzitter, Geert van Laarhoven
Gerrit Pots: Extreme Killies Korte inhoud lezing (Overgenomen uit Aquatoni van AV Antoni van Leeuwenhoek /Assen) Deze avond ontvangen we Gerrit Pots uit Wapenveld met zijn lezing over Extreme Killies.
Enige tijd terug hebben we Gerrit op een hobbyavond mogen verwelkomen met een avondvullende lezing over de prachtige groep: Killivissen. Hij houdt ze al ruim 30 jaar. Die avond hebben we al een
beetje kunnen kennismaken met het bijzondere aanpassingsvermogen van deze vissen. Zo leven deze vissen uit deze groep in meren, maar ook in poeltjes ter grootte van de pootafdruk van een olifant. >>>
De Uitstromer
Pagina 2
Agenda en Hobbyavonden
Agenda en Hobbyavonden 18 april Hobbyavond. Gerrit Pots: killivissen. 15 mei Aqarium, terrarium, vijver en tuinbeurs. Aquariumvereniging Aqua-Vre, Veenendaalhal te Veenendaal 23 mei Hobbyavond. Wim Tomey: Borneo Exclusief 17 tot 24 juni NSW - NBAT. 57 natuurweek in Landsrade 26 september Hobbyavond. Frans Maas:Corystory - Corydoras 24 oktober Hobbyavond 28 november Hobbyavond. Hans van Osendarp: Zwemmen tussen de kardinalen 19 december Hobbyavond. Uitslagavond Huiskeuring
Vervolg Gerrit Pots Of in brakwater, in zoetwater, of in koud, maar ook in relatief warm water. Soms hebben ze als enig doel : de voortplanting. Hierbij gaat het dan vooral om de zogeheten seizoenvis. De afgezette eieren kunnen een termijn van enkele weken tot ruim een jaar overbrugging. En dan… ontstaat er met behulp van water nieuw leven. Killies: Prachtige kleuren, diverse grootte, geweldige vinnenstelsels. Ook te houden in een rustig gezelschapsaquarium, maar beter te houden in een speciaalaquarium. Gerrit neemt ons mee op reis, met deze bijzondere groep vissen, naar de extremen…… Dan krijgt Gerrit het woord en neemt ons mee langs extremen. De lezing in verkorte vorm samengesteld door Jouke van der Zee, enthousiast lid van de KFN, de Killi Fish Nederland. Gerrit is natuurlijk ook al een jaar of 30 lid van deze vereniging. Gerrit heeft de lezing nog meer uitgebreid en zo wordt er een prachtig avondvullend schouwspel vertoond. Eierleggende tandkarpers, dat roept al snel een link richting de (ei-)levendbarende tandkarpers. Gerrit geeft ons uitleg over beide en we beginnen zo
in Mexico. Daarbij plaatjes van prachtige vissen, soms in kleurpracht, vinnenstelsel, andermaal vanwege andere kenmerken: de bijzondere aanpassing gemaakt aan de omstandigheden. En deze bijzondere vissen met een groot aanpassingsvermogen vinden we binnen de killies. Wat te denken van de Nothobranchius furzeri, een killi die binnen 8 weken uit het ei komt, zich groot vreet en voortplant en daarna wordt verorbert door vogels uit de omgeving. We kennen de killies van de groep seizoensvissen. Ja, die met zo’n specifieke voortplanting. De eieren worden in de humusrijke bodem afgezet. In de natuur droogt de bodem in en de eieren overleven zo een periode van relatieve droogte. Binnen het aquariumgebeuren bootsen we dit na met turf op de bodem. De turf wordt na enkele dagen uit het aquarium gehaald, uitgeknepen (dat het wel wat vochtig blijft) en in een plastic zak weggelegd. De datum, de soort en de verwachte uitkomstdatum op de zak noteren en klaar. Dan rustig wachten. Inmiddels is er per soort uitgezocht hoelang de gemiddelde bewaartijd is en hoe je de eieren kunt volgen in ontwikke-
Nothobranchius furzeri
De Uitstromer
ling. Dan op een gegeven moment de turf in een bakje plaatsen en er water op gieten. Even later zwemmen de eerste visjes rond. Geweldig. Nu is er van een soort bekend, die gemiddeld een maand of 6 bewaard dient te worden, dat een zakje achter de kast was gevallen en vier jaar later aangetroffen werd. Er kwamen nog tal van gezonde jongen uit het ei. We maken kennis met killies
Pagina 3
die onder de koudste omstandigheden leven. Soms zelfs onder een ijslaag. Gelukkig hebben we zulke winters hier nog niet, zoals we te zien kregen. Heb je koude killies, dan zijn er ook die temperaturen van 45 tot 50 graden Celsius overleven. In de zoute meren zien we ze ook, het zoutgehalte kan daar driemaal zo hoog zijn als in de Dode Zee. Zo is er een killi die vanwege
de zeer ondiepe waterstand eigenlijk niet meer kan zwemmen. De zwemblaas is bijna verdwenen. De tegenhanger heeft een diepte van zes meter nodig. Zo maar enkele van de vele wetenswaardigheden. Ook heeft Gerrit een paar onooglijk uitziende vissen in zijn presentatie gezet. Het is maar goed dat we die niet dagelijks in het aquarium te zien krijgen. De meeste leven diep in de oceaan.
Het was weer goed zijn deskundig verhaal te mogen horen. Het meest extreme is dat een aantal namen al meerdere malen is aangepast en veranderd door herindeling van de soorten. De groepsnamen die nog gehanteerd werden toen ik een tijd terug nog lid van de KFN was, zijn grotendeels heringedeeld en herbenoemd. De trouwe groep Aphyosemion bestaat gelukkig nog steeds.
Wat zijn killies? Informatie van Killi Fish Nederland www.killifishnederland.nl Gedurende de laatste tientallen jaren heeft de aquariumliefhebberij een enorme vlucht genomen, goeddeels te danken aan verbeterde inzichten en technieken en niet in de laatste plaats door de verbetering van de transportmethoden, waardoor het mogelijk werd dat de aquariaan de meest exotische soorten binnen zijn bereik kreeg. Het gehele assortiment aquariumvissen kan onderverdeeld worden in een groot aantal groepen, die alle hun eigen bewonderaars kennen. Een van de speciale terreinen van de aquariumliefhebberij is het houden van Killi's, een tak van de liefhebberij, die tegenwoordig steeds meer in de belangstelling komt te staan, niet in de laatste plaats om de grote hoeveelheden kleur die deze soorten tooien. Daarnaast bezitten deze soorten ook een onwaarschijnlijk aanpassingsvermogen aan de extreme omstandigheden in hun vindgebied. Killi's is de populaire benaming voor eileggende tandkarpers, welke vooral onder de liefhebbers van deze soorten wordt gebezigd. De naam Killi is afgeleid van het Engels, of liever gezegd uit het Amerikaans en is
uiteindelijk als een overblijfsel van het oud Nederlands te zien. In de 16e en 17e eeuw vestigden vele Nederlandse kolonisten zich in het gebied dat nu tot de oostkust van de Verenigde Staten behoort. Deze pioniers brachten in dit nieuwe vaderland natuurlijk hun eigen taal mee, in dit geval dus het Oudnederlands. Een oude Nederlandse benaming voor een rivier of watertje is kil, nu bijvoorbeeld nog terug te vinden in onze Dordtse kil. De ongetwijfeld voor een groot deel, voor hen nieuwe vissen, die deze Kil's bevolkten werden gemakshalve maar aangeduid als kilvissen. Deze naam kilvissen bleef bestaan, ook nadat de Engelsen dit gebied onder hun heerschappij namen en werd verengelst tot de naam welke tegenwoordig meer gebruikt wordt, Killifishes, of binnen het Nederlandse taalgebied Killivissen. In de Verenigde Staten komen we deze naam tegenwoordig nog steeds tegen bij een aantal tandkarpertjes van de oostkust, zoals de Marsh Killifish (Fundulus confluentus), de Banded Killifish (Fundulus diaphanus) en de Common
Killifish (Fundulus heteroclitus), om er enkele te noemen. Ook is deze naam terug te vinden in de namen van de verschillende organisaties over de hele wereld, waarvan de leden zich bezig houden met de verzorging, kweek en studie van de eileggende tandkarpers. De oudste van deze organisaties is ongetwijfeld de American Killifish Association (A.K.A.), opgericht in de begin zestiger jaren, gevolgd door de British Killifish Association (B.K.A.) en de Deutsche Killifisch Gemeinschaft (D.K.G.). Ook Nederland en België kennen hun Killiverenigingen zoals Killi Fish Nederland (de K.F.N.), de Belgische Killifish Vereniging (B.K.V.) voor de Nederlandstaligen en de Association des Killiphiles Francophones de Belgique voor de Franstaligen. Ondanks hun vele positieve kanten hebben Killi's bij vele aquarianen echter nog steeds een slechte naam, waarvan de korte levensduur wel de meest gehoorde is. Het is kennelijk een onuitroeibaar begrip, als zouden Killi's en seizoenvissen synoniemen zijn.
Inderdaad bevat de grote groep eileggende tandkarpers een aantal, zogenaamde seizoenvissen of jaarvissen. Deze soorten bezitten een geheel eigen aanpassing aan klimatologische omstandigheden in bepaalde streken, waarvan een kort leven het gevolg is. Maar deze groep is beslist niet groter dan zo'n 10% van het gehele Killibestand. Maar ook seizoenvissen hebben door hun zeer bijzondere manier van voortplanten hun eigen charme en de korte levensduur hoeft beslist geen beletsel te zijn, ook deze soorten eens te houden. Het is de opzet van deze inleiding de beginnende Killi liefhebber in de juiste richting te leiden, en gaat uit van het allereerste beginpunt. De gegeven informatie is beslist niet alleen zaligmakend te noemen en de meer gevorderde liefhebber zal er ongetwijfeld zijn eigen ervaringen aan toe kunnen voegen, maar het geheel moet meer als een handleiding gezien worden om zonder al te grote moeilijkheden door de ongetwijfeld komende tegenslagen te rollen. Tekst: Ruud Wildekamp.
De Uitstromer
Verspreiding In de inleiding zagen we reeds wat Killivissen zijn en waaraan ze hun bijzondere naam te danken hebben. We zagen ook dat ze voorkomen in het oosten van de Verenigde Staten. Maar er zijn meer gebieden op deze aarde waar Killivissen voorkomen. Eigenlijk kunnen we deze soorten in alle werelddelen, met uitzondering van Australië, tegenkomen. De meeste en met name de meest kleurrijke vormen komen voor in de tropen en in de subtropen. Maar ook in meer gematigde gebieden worden nog Killi's aangetroffen. Het oosten van de Verenigde Staten zijn zeker geen subtropen meer te noemen, maar ook koudere delen van Zuid Amerika, als de Argentijnse Pampa's kennen hun Killi's. Vele soorten leven op slechts geringe hoogte. Kustlaagvlakten zijn met name gebieden waar vele Killi's gevonden worden. Maar dat houdt zeker niet in dat ze niet op grotere hoogte voorkomen. De meeste van de hogere plateaus in Afrika en Zuid Amerika kennen hun eigen Tandkarperfauna, die in bijna alle gevallen, qua soorten en soortenrijkdom, sterk afwijken van die van de kustvlakte. Zelfs het hooggebergte ken zijn Killi's. Men zou ze er niet verwachten, maar in grote delen van de Alti Plano in het Andesgebergte (de hoogvlakten boven de 3000 m) leven ook Killi's. Zelfs de visfauna van een van de hoogste meren ter wereld, het Titicacameer, bestaat praktisch alleen maar uit Tandkarpers. Daarmee is maar aangetoond dat we Killi's kunnen tegenkomen op de meest onverwachte plaatsen op deze aarde. En wie ver-
Pagina 4
wacht er nu vissen midden in de woestijn te vinden. Mogelijk is dit in het westen van de Verenigde Staten en noord Mexico. De zeer spaarzaam aanwezige bronnen worden bewoond, u raadt het al, door Killi's. Maar ook enkele Saharaoasen worden bewoond door Killi's. Tekst: Ruud Wildekamp.
Killi biotopen Door het bovenstaande zal duidelijk geworden zijn dat er geen algemeen Killi biotoop aan te duiden is. De enige stelregel die gegeven zou kunnen worden, daar waar men geen vissen zou verwachten, zitten Killi's. In het verleden is er eens een verdeling gemaakt van de zoetwatervissen in primaire, en secundaire zoetwatervissen. De eerste categorie omvat alle "echte" zoetwatervissen en ook van oorsprong zich ontwikkelden in zoet water. De secundaire zoetwatervissen ontwikkelden zich uit zoutwatervissen, trokken de zoete wateren binnen en ontwikkelden zich daar verder. Onze Killi's worden tot deze laatste categorie gerekend. Dat is dan ook een van de reden dat we ze in zo'n enorme verscheidenheid aan biotopen kunnen tegenkomen en dat ze zeker niet aan zuiver zoet water gebonden zijn. Er is wel eens gesteld dat Killi's een enorm aanpassingsvermogen bezitten om te kunnen overleven in zulke uiteenlopende biotopen. De waarheid is echter anders, het is niet het aanpassingsvermogen dat hen deed overleven op plaatsen waar geen andere vissoorten meer te vinden zijn, maar hun grote tolerantie. Deze toleran-
tie heeft hen in staat gesteld te overleven daar waar andere vissen en zeker de primaire zoetwatervissen, het af lieten weten. Zo kunnen we Killi's tegenkomen in kustmoerassen met een getijdeninvloed. Daardoor kan dagelijks de saliniteit van het water wisselen. Soms ook raakten ze geïsoleerd in afgesloten delen waar de zoutconcentratie, door verdamping, enorm kon oplopen. Alleen de Killi's waren in staat in dergelijke extreme omstandigheden te overleven. Vergelijkbare omstandigheden kunnen we aantreffen in droge savanne gebieden en half woestijnen. Door verdamping zijn zoutvlakten ontstaan en daar waar nog water resteert en vissen overleven zijn het doorgaans de Killi's die de bevolking uitmaken. Een van de meest extreme visbiotopen op deze aarde wordt aangetroffen in het diepste deel van "Death Valley". 's Winters extreem koud en 's zomers temperaturen tot ver over de 40 graden Celsius. Daar, in de waterrestanten van "Cotton ball Marsh", leeft Cyprinodon salinus milleri als enige vissoort. Extreem zijn natuurlijk ook de periodiek uitdrogende wateren te noemen die we kunnen aantreffen op vele plaatsen in de savannegebieden van de wereld. Deze biotopen die alleen gedurende de regentijd en een korte tijd daarna water bevatten kunnen we tegenkomen in Zuid Amerika en Afrika. Ze worden bevolkt door de zgn. jaarvissen of seizoenvissen. Ook dit zijn weer Killi's. Maar ook kunnen we Killi's vinden in de tropische regenwouden. Ook daar bevolken ze delen van biotopen die ontoegankelijk zijn voor andere vissoorten.
Niet zelden werden tandkarpertjes gevonden in voetafdrukken van grote zoogdieren als olifanten e.d. Een ding hebben alle Killi's echter gemeen, het zijn slechte zwemmers. Om zich te beschermen tegen o.a. roofvissen en zich toch van een voedselbron te verzekeren ten opzichte van andere, beter zwemmende vissoorten, hebben ze de minder toegankelijke biotoop delen betrokken. Algemeen kan gesteld worden dat we Killi's aantreffen in langzaam stromende of stilstaande watertjes. Deze zijn steeds in de vlakkere terreindelen aan te treffen. In snelstromende bergbeken hoeven we eigenlijk niet naar deze vissen te zoeken. Maar het zijn natuurlijk weer de uitzonderingen die de regel bevestigen. Tekst: Ruud Wildekamp.
Pseudepiplatys annulatus
Fundolapanchax gardneri nigerianus “Akampa”
Simpsonichthys hellneri
De Uitstromer
Pagina 5
En voor de beginners: Kweken met Fundulopanchax gardneri Nigerianus Door: Allyson E. Sharpe Vertaald door J. de Lange De zeer mooie Fundulopanchax gardneri Nigerianus, ook bekend als de 'Staalblauwe Aphyosemion' kan een leuke introductie geven in de wereld van de Kilivissen. Voor degenen die voor het eerst vissen willen kweken, zijn zij de ideale oplossing. Wat mij het meest aanspreekt bij killies is de verscheidenheid aan kleur tussen de verschillende soorten. Over het algemeen zijn de mannen mooier gekleurd. De vrouwen zien er doorgaans in vergelijking saai uit. Echter, binnen mijn kleine collectie heb ik een bepaalde soort waarbij de vrouw net zo kleurrijk is als haar partner. En, als u mij toestaat een nogal bloemige observatie te beschrijven? Veel killies hebben een tekening onder hun bek, zodat ze er uit zien alsof ze “glimlachen”. Dat is een eigenschap waar ze erg geliefd om zijn die mij direct in het oog sprong. Relatief gezien ben ik nog een beginner in de vissen wereld. Met slechts een paar soorten die ik in de afgelopen 15 maanden heb gekweekt, vond ik de "Staalblauwe" Aphyosemion een van de meest spannende en bevredigende soorten om te houden. In het begin werd ik aangetrokken tot de Aphyosemion soorten, de Australe Gold ofwel de 'Gouden Kaap lopez (of gouden Vaandrager' was de eerste vis die ik in dusdanige aantallen heb gekweekt dat ik kon zeggen: “Ik ben een vis kweker! ” Ik zal nooit dat gevoel van trots vergeten toen ik mijn vissen zag zwemmen in een aquariumwinkel in mijn woonplaats.
Veel mensen blijven ver uit de buurt van Killivissen, ervan uitgaand dat ze niet goed in een gezelschapsaquarium passen. Sommigen kunnen dat wel en sommigen niet. Je lokale handelaar zou je hierin kunnen adviseren. Ik kocht in het begin twee paar Staalblauwen bij een aquariumuitverkoop. Als je serieus wil gaan kweken, is het aan te bevelen om bij een tweede bron nog een koppel te halen en deze te mixen. Net als bij alles in de natuur, krijg je betere resultaten als je de bloedlijnen mixt. Ik heb recentelijk de voordelen van “nieuw bloed” geoogst. Veel eieren zijn nu bevrucht en ik heb succes met het incuberen van de eieren op water en turf. Kweken Alle vissen willen zich voortplanten. Door ze de juiste omstandigheden en voeding te geven, komt het succes vanzelf. Staalblauwen blijken tolerant te zijn voor een breed spectrum aan waterwaardes, zolang de waterkwaliteit maar goed is. Een regelmatig regime in het onderhoud gekoppeld aan weerstand tegen de neiging om je vissen teveel te voeren, zou tot succes moeten leiden. Ik wissel elke twee weken 20% van het water. Ik voer mijn vissen goede kwaliteit vlokvoer, bevroren tubifex, cyclops en azijnaaltjes als mijn kweken het goed doen. In mijn beleving is dit een vruchtbare soort. Ze leggen gemiddeld tussen de 3 en 10 eieren per dag, soms zelfs meer. Ze leggen ze gedurende een week of twee en nemen dan een rustperiode van 3 dagen tot een week. In het verleden heb ik wel eens een kolossale oogst gehad van 50 eieren na één dag
Fundulopanchax gardneri Nigerianus afzetten. Het is onnodig om te zeggen, maar dit is geen gewoonte en de meeste eieren waren niet bevrucht. De vissen zetten af in een wollen afzetmop die boven en onder in het aquarium hangen. Een afzetmop van acryl is het beste omdat deze niet gaan rotten. Ze zullen ook hun eieren op planten met fijne bladeren afzetten, zoals bijvoorbeeld op Javamos of op de wortels van Javavaren.
foto Alf Person
De mannen zijn gewetenloze jagers, het is dus wijs om het aquarium met dit soort planten uit te rusten om beschutting te bieden aan de vrouwen en eventuele jongen die worden geboren, wat geregeld gebeurd, beschutting te bieden. Wat een fantastisch gezicht om die jonge vissen te zien rondzwemmen met hun ouders. Er is geen goede of slechte manier om je vissen te kweken, je neemt de ma-
Het kweekkoppel van de auteur. Let op de kweekmop van acrylwol!
De Uitstromer
nier die het beste bij je past. Uiteraard is er een natuurlijke manier. Twee of drie koppels in een 60 centimeter aquarium met meer dan genoeg beplanting zou je zeker jongen moeten opleveren, maar elk ei verzorgen geeft je veel meer jongen. Ik moet benadrukken dat, naar mijn ervaring, de mannen agressief worden, zodra ze hun territorium hebben bepaald. Dit gedrag heb ik niet gezien als ze vanaf het begin af aan bij elkaar werden geplaatst. Verzamelen, uitbroeden en opgroeien van de jongen Je kunt de eieren incuberen met licht vochtig turf of met water. Het voordeel van het gebruik van de turfmethode is dat de jongen meestal binnen 3 dagen van elkaar worden geboren, afgezien van de sporadische achterblijver. Als je er voor kiest om de eieren over een periode van een halve week te verzamelen dan ligt het voor de hand dat de eieren ook na elkaar uit
Pagina 6
komen. Sommige kwekers scheiden de ouders van de broedmoppen na een week van afzetten en laten de eieren uit zichzelf uitkomen. Aangezien ik slechts een paar soorten heb, geef ik er de voorkeur aan om de eieren elke dag te verzamelen. Als beginner zijnde is elk ei waardevol en een klein wonder. Ik haal de eieren uit de broedmoppen en plaats ze op het turf. Klein plastic bakjes met deksel zijn voldoende, zolang de bakjes maar niet doorzichtig zijn, aangezien de eieren gevoelig zijn voor licht. Afhankelijk van het aantal gelegde eieren, verzamel ik ze over een periode van ongeveer twee weken. Ik laat ze dan nog twee weken op een donkere, ietwat warme plek staan. Na deze tijd kun je zien dat de meeste eieren een diepe amber kleur hebben gekregen en bijna klaar zijn om uit te komen. Op dat moment, leeg ik het bakje in een grotere bak en voeg gebruikt aquariumwater toe tot 4 centimeter diepte. De volgende
ochtend kun je de jongen zien. De baby visjes worden dan uit het zure turf water gehaald met een pipet en in een klein aquarium geplaatst om te groeien. Ik heb met succes jongen overgeplaatst van extreem zuur naar een pH 7. Let wel op dat plotselinge temperatuurveranderingen moeten worden voorkomen tijdens deze handelingen en tijdens het uitbroeden. Ik richt mijn aquaria in met kleine hoeveelheden koraalgrind en schuimfiltertjes. Elke week wordt een klein beetje water ververst en op ammonia gecontroleerd zodat ik op tijd de gevaren van het vaak voeren kan bestrijden. Een andere methode is water incubatie. Plaats de eieren in een margarinekuipje of iets dergelijks, waar water in zit vanuit het aquarium waar ze in gelegd zijn. Ik belucht het bakje heel voorzichtig wat blijkbaar de ontwikkeling van de embryo’s stimuleert. Ik kan echter niet zeggen dat ik significante verschillen heb gezien als ik geen
lucht toevoegde. De nieuwe vissen komen na 15 dagen uit. De jongen voeren Bij geboorte zijn de Fundulopanchax gardneri Nigerianus zo’n 3 – 4 millimeter in lengte en kunnen dus direct vers uitgekomen artemia eten. Ik geef ze ook voer met hoog proteïne gehalte, een droogvoer met zeer fijne korrel. Na drie weken kunnen ze ook witte wormen (enchytreeën) gevoerd worden en zelfs tubifex afhankelijk van de groeisnelheid. Deze voersoorten gecombineerd met fijngewreven vlokken, zorgen voor een snelle ontwikkeling. Na een klein tijdje is het verschil tussen de sexen te zien. De kleur bij sommige jonge mannen wordt zichtbaar tussen de 4 en 5 weken. Als je ze groot brengt tot volwassenheid, dan ben je een ‘viskweker’! Ik baseer mijn enthousiasme voor de Fundulopanchax gardneri Nigerianus als beginnersvis op de snelle groei van de jongen.
Nog meer voor de beginners: gemakkelijke soorten Aphyosemion australe Aphyosemion australe is den van de bekendste killivissen. Deze vis wordt ook wel de ’Kaap Lopez’ genoemd, naar de plek waar ze voor het eerst aangetroffen werden in West Afrika. In vergelijking tot andere killies is dit een monter en uitbundig vrolijk kereltje dat ook goed in een gezelschapsaquarium te houden is. De ’Lopez’ zal zich niet met andersoortige vissen bemoeien. Onder elkaar kunnen de Lopezmannetjes wel agressief worden en met elkaar gaan vechten. Het gevolg van deze gevechten is vaak een gescheurde vin. Deze geneest helaas nooit helemaal. Wil je de Lopez in een
gezelschapsbak houden, dan moet deze bak zeker 60 centimeter lang zijn. Veel interessanter is het echter om voor dit visje een speciaalaquarium in te richten. Deze bak hoeft dan minder groot te zijn. Zorg voor een donkere bodem met veel beplanting. Vergeet ook niet om een aantal schuilplaatsen te creëren. Om de kleuren van het visje mooi uit te laten komen, is het raadzaam om te kiezen voor felgroene planten. Enkele drijfplanten zijn ook aan te raden om het licht wat te dempen. Belangrijk is een dekruit op het aquarium omdat killivissen prima springers zijn. De ‘flippers’ zijn zo klein, dat ze zelfs door kleine gaatjes kunnen springen.
Het is een vreedzaam visje dat andere aquariumbewoners gewoonlijk met rust laat zolang het zelf ook maar met rust gelaten wordt. Met een goede verzorging kan de Kaap Lopez drie jaar oud worden, wat vrij oud is voor
een killivis. Gemiddeld worden de visjes nog geen 6 centimeter groot. De mannetjes blijven meestel kleiner dan de vrouwtjes en zijn meer intens van kleur. De vrouwtjes hebben afgeronde vinnen, de mannetjes hebben
De Uitstromer
een zogenaamde ‘lierstaat’. De visjes zijn zeer tolerant maar voelen zich het meest thuis in enigszins zuur water dat niet warmer is dan 25 graden Celsius. Chromaphyosemion bivittatum "Funge" Dit is een robuust, levendig en zeer mooi visje dat tot 5 centimeter groot wordt. De mannetjes hebben prachtige lange vinnen. De soort komt voor in het gebied tussen de Cross rivier in Nigeria en de Fung rivier in Kameroen. Hoewel de vis ook geschikt is voor een gezelschapsaquarium, is het beste aquarium een speciaalaquarium met veel javamos en andere fijnbladige planten. Een donkere ondergrond en niet te fel licht zorgen ervoor dat de prachtige kleuren van deze vis mooi tot hun recht komen. De temperatuur van het water moet tussen de 22 en 25 graden Celsius zijn. Verder wordt zacht tot middelhard water met een zuurgraad rond de 6 PH op prijs gesteld. Epiplatys dageti monroviae Epiplatys Dageti Monroviae is een snoekje uit Afrika dat weinig eisen stelt, maar een welkome afwisseling vormt in een
Pagina 7
gezelschapsbak. Voor iedereen die aan de keuringseisen van de NBAT wil voldoen en voor diegene die gewoon een andersoortig visje in zijn of haar bak wil hebben, kan dit killivisje een leuk alternatief zijn. De naam voor dit niet alledaagse snoekje Epiplatys Dageti Monroviae laat zich gemakkelijk verklaren. Epiplatys betekent ‘vis met brede rug’ en wie goed naar het visje kijkt, zal zien dat dit aardig klopt. Omdat het een oppervlaktevis is, loopt de rug van het visje recht, is de bek bovenstandig en het lichaam bootvormig (zie tek.).
Geen passief snoekje Het visje komt in het wild nu voor in Ghana en de Ivoorkust. Men treft het killivisje aan in langzaam stromende en stilstaande wateren en met name langs dichtbegroeide oevers. Het dier houdt zich bij voorkeur op in de nabijheid van planten waar het, zoals het een echte snoek betaamt, wacht tot een prooi voorbijkomt. Wie vermoedt dat deze afwachtende houding de vis passief maakt, heeft het echter mis. Epiplatys
Chromaphyosemion bivittatum "Funge"
is een killivis en vanwege de geringe levensduur (een paar jaar) is het visje continue op zoek naar een partner en voedsel. Men ziet het visje dan ook voortdurend pronken voor een vrouwtje en concurrenten najagen. Gewonden en of doden vallen er echter nooit. ‘Technische gegevens Epi’ Epiplatys (door killiliefhebbers heel oneerbiedig Epi genoemd) Dageti Monroviae wordt 6 centimeter lang en is geschikt voor zowel het grote als het kleine aquarium. Epiplatys Dageti Monroviae is een ondersoort van de ‘gewone’ Dageti. Het verschil uit zich in de tekening die intenser is bij de Dageti van Monrovia. Het visje is goed te houden bij een temperatuur van 23 tot 25 graden. Vermijd hogere temperaturen: deze bekort de levensduur van de killi en maken de vis vatbaarder voor ziekten. Het verschil tussen man en vrouw is duidelijk te zien; het vrouwtje heeft kleurloze, afgeronde vinnen en is minder krachtig van kleur dan de man. Weinig oppervlaktebeweging Het aquarium waarin Epiplatys Dageti Monroviae wordt gehouden, dient te worden ingericht met voldoende drijfplanten of veel mos aan de zij- en achterkant. Hierin houden de vissen zich graag op en leggen er zelfs eieren in. Ook de nodige zwemruimte is een must. Het water moet liefst over turf worden gefilterd en mag niet te vers of te hard zijn. Een sterke oppervlaktebeweging van het water door uitstromers dient te worden vermeden. Volgens de literatuur houdt men liever geen andere oppervlaktezwemmers bij dit visje, maar mijn ervaring leert dat dat geen probleem is. In mijn gezelschapsbak groeiden zelfs
jongen op, terwijl het kleine Epiplatyssoortje samen werd gehouden met de veel grotere vlindervis. Epiplatys is geen agressief visje en gedraagt zich naar andere soorten toe vreedzaam. Als voedsel komen allerhande kleinere oppervlakte-insekten in aanmerking, zoals fruitvliegjes, muggen, mieren, bladluizen. Ter afwisseling worden ook daphnia en muggelarven gegeven. Mijn killi’s kregen alle soorten en zelf gekweekte fruitvliegjes. De dieren leven hier prima op. Wie de Epi’s voldoende goed voer geeft en zeer veel schuilplaatsen voor het visje creëert, moet niet verbaasd zijn als er plotseling kleine Dageti’s door de bak zwemmen. In een goed beplant aquarium worden er altijd wel een paar groot. Epi’s kweken Het kweken met Epiplatys Dageti Monrovia is niet echt moeilijk. Een kleine donkere bak (20 liter) voor een triootje kan een goed resultaat geven. Bak vullen met zacht, licht zuur water. Afzetsubstraat in de vorm van een of twee moppen toevoegen, vissen erbij en goed voeren. Men kan eventueel de vrouwen en mannen eerst gescheiden houden, maar gezien mijn ervaringen is dat niet echt nodig. De vissen zetten de kleine, hardschalige eieren af in de mop. De eitjes kunnen uit de mop worden gehaald en in een bakje met hetzelfde water worden gelegd. Zet het bakje op een koelere (20 graden is goed) plaats en in het donker. De eieren komen na ongeveer twee weken uit. Controleer in die periode de eieren. Witte eieren zijn onbevrucht en kan men verwijderen. Evenals beschimmelde eieren die de overgebleven goede eieren kunnen aan-
De Uitstromer
Pagina 8
Epiplatys dageti monroviae tasten. Men kan eventueel wat methyleen blauw aan het water toevoegen om schimmelvorming tegen te gaan. Ik doe dat nooit, omdat schimmel weinig optreedt en het eenvoudiger is om af en toe een beschimmeld ei te verwijderen. Voor de opfok wordt het jongbroed onmiddellijk na uitkomst in opfokbakjes gebracht waarvan in eerste instantie de inhoud niet groter hoeft te zijn dan de kleine kweekbakjes. De groei verloopt zeer snel en vanaf het eerste uur worden artemianaupliën gretig gegeten. Deze kunnen weldra worden afgewisseld met cyclops en daphnia (diepvries). Binnen acht tot twaalf weken zijn de dieren geslachtsrijp. Door de vissen op te fokken in normaal leidingwater zijn ze beter bestand tegen verschillende aquariummilieus, daarom breng ik de vissen naarmate ze groter groeien over in een uitzwemmer met (Helders) leidingwater. Inmiddels heb ik al vele tientallen jongen groot gebracht. Een tweede generatie Epiplatys Dageti Monroviae (uiteraard van verschillende ouders) heeft inmiddels alweer voor jongen gezorgd. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat het vooroordeel dat alle killi’s moeilijk te houden zijn eens uit de wereld geholpen moet worden. Sommige killi’s, waaronder de Epiplatys Dageti Monroviae dus stellen
geen erg hoge eisen en kunnen zelfs in het normale aquarium tot voortplanting overgaan. Probeer daarom eens deze andersoortige oppervlaktebewoner. Het visje is verkrijgbaar in de beurs en anders eventueel via de beurs te bestellen. Tekst: Barbara Geertsma Epiplatys togolensis Nog zo’n mooi ‘snoekje’ uit Afrika. Hoewel deze visjes overwegend de bovenste waterlagen bevolkend, mogen zij zich ook zich graag in het midden van het aquarium tussen de waterplanten ophouden, wachtend op een argeloos voorbijzwemmende prooi, zoals snoeken dit inderdaad ook doen. Met een flitsend snelle beweging wordt deze prooi, wat een waterinsect, maar ook een klein visje kan zijn, verschalkt, waarna de schuilplaats weer wordt opgezocht. Uiteraard wordt het meeste voedsel op de oppervlakte of vlak daarboven gevonden, waarbij ze flinke sprongen boven het water kunnen maken. Ook springen ze in de natuurlijke biotopen, kleine beschaduwde watertjes in het kustgebied van West-Afrika, vaak naar ander, nabijgelegen water. Het blijft daarom zaak om het aquarium goed afgedekt te houden om ongewenste verliezen te voorkomen.
Kweek Zoals veel eierleggende tandkarpers is het kweken met deze visjes een tamelijk eenvoudige zaak. Wie in korte tijd een flink aantal jongen wil, kan dit op simpele wijze met de beproefde mopmethode doen, maar ook gemakskwekers, zoals ik, kunnen een behoorlijk aantal jongen grootbrengen. Vrijwel dagelijks zijn er paringen waar te nemen, waarbij de begroeide zijwanden van het aquarium en de wortels van de drijfplanten favoriet zijn als afzetplaats. Wanneer ik de op de eieren azende medebewoners te snel af ben, kan ik wat eieren redden en die vervolgens laten uitkomen en de larven opkweken. Maar regelmatig ontdek ik een jonge Epiplatys tussen de beplanting of de in mijn aquarium hangende kienhoutwortels. Ik schep deze dan uit de bak en zet hem in een bakje apart om veilig groot te worden. Bij goede voedering worden de vissen inderdaad een cenitimeter of elf groot en kunnen een jaar of zes oud worden. Bij volledig uitgegroeide exemplaren is bij een juiste belichting een prachtige staalblauwe glans te zien, iets wat de langzaam groeiende jongen pas op latere leeftijd krijgen. Voedsel Om deze schitterende vissen in goede conditie te krijgen (en ui-
Epiplatys togolensis
teraard te houden), is het noodzakelijk om het menu niet te beperken tot droogvoer, maar om afwisselend en liefst levend voer te doseren. Gezien de grootte zijn ze in staat om grotere prooidieren als spinnen en meelwormen te verorberen, maar ookvisjes tot twee cm grootte zijn beslist niet veilig. Verder zijn ze gek op Artemia, muggenlarven en Mysis. Tekst : H.A. Sieraad
Ook op het web actief: www.av-pronkjuweel.nl
Pronkjuweel: vereniging voor aqua en meer
A.V. Pronkjuweel is de aquariumvereniging voor de stad Groningen en Ommelanden. De vereniging is opgericht op 6 september 1973. Naast zoetwater- en zeeaquaria besteedt de vereniging ook aandacht aan terraria, palludaria en vijvers. Elke maand wordt een hobby-avond georganiseerd, meestal op de derde maandag in de achterzaal van café Westend op de hoek van de Kraneweg en de Friesestraatweg in Groningen. A.V. Pronkjuweel is aangesloten bij de N.B.A.T. Inschrijfnummer K.v.K.: V 023614
Adressen Bestuurs– en Commissieleden Voorzitter Geert van Laarhoven tel.: 050 – 3126002, Albertine Agnesplein 1a , 9717 ET Groningen,
[email protected] Secretaris Han Witzel
tel.: 0592 - 399123 of 06 - 17240566, Delft 32, 9406 GG Assen, E-mail:
[email protected]
1e Penningmeester Michiel v.d.Waaij
tel: 06 - 17182316 of 050 - 3133476, Vishoek 2 9712 AR Groningen,
[email protected]
2e Penningmeester Jan Palmen
tel.: 050 – 5733622, Beukenlaan 6, 9741 HM Groningen
Algemeen lid Marie Blom
tel.: 050 – 5713010, Wegalaan 20, 9742 NC Groningen, E-mail:
[email protected]
Biologische commissie: G. van Laarhoven
A. Agnesplein 1 a, 050 - 3126002, E-mail:
[email protected]
Activiteiten commissie: F. Klatter
Stadskanaal, E-mail:
[email protected]
Technische commissie: R. Hempenius
J. Schorerstraat 39, Groningen, 050 - 5715394
Materialen commissie: W. v/d Waard
Vondellaan 394, Groningen, 06 - 40742384
B. van Laarhoven
A. Agnesplein 1 a, Groningen, 050 - 3126002
M. v/d Waaij
Vishoek 2, Groningen, 050 - 3133476
Werkgroep Zeewater: G. van Laarhoven H. Oudman
A. Agnesplein 1 a, Groningen, 050 - 3126002 v.d. Doesstraat 2, Groningen, 050 - 3142585, E-mail:
[email protected]
Contributie A.V. Pronkjuweel per 2011 Lidmaatschap A = Pronkjuweel + lidmaatschap NBAT € 37,00 Lidmaatschap B = Pronkjuweel + NBAT + Het Aquarium € 54,00 Jeugd (tot 19 jaar) € 25,00 Huisgenoten € 5,00 ABN AMRO rek. nr.: 614186900 t.n.v. AV Pronkjuweel te Groningen
www.fritskuiper.nl
Ledenadministratie: J. Palmen, Beukenlaan 6, 9741 HM Groningen,
tel.: 050 - 5733622
Advertentie tarieven ‘De Uitstromer’: Het plaatsen van advertenties in De Uitstromer kost per jaar voor: ¼ pagina: € 25,⅓ pagina: € 30,½ pagina: € 40,hele pagina: € 50,-
Prijzen inclusief link van onze website. Wie een advertentie in “De Uitstromer” wil plaatsen of iemand kent die dit wil doen kan contact opnemen met Vivianne Rousseau, tel.: 050 - 5775959.