Delft Integraal
Meer wetenschapsnieuws van de TU Delft
Colofon
DI-Archief
De TU-WIJK als proeftuin voor milieu-onderzoek Integratie van onderzoek, onderwijs en beheer
http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (1 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
Delft Integraal
DOOR MARION DE BOO
Stedenbouwkundige vernieuwing van de Delftse TU-WIJK biedt komende jaren unieke kansen om dat gebied duurzaam in te richten en tegelijkertijd te gaan gebruiken als proeftuin voor milieu-onderzoek en -onderwijs aan de TU Delft. Bij het onderhoud van de wijk zijn studenten al met succes ingeschakeld. Er zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd en de TU-WIJK heeft een eigen http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (2 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
Luchtopname van de TU-WIJK uit 1996 (Foto: Delta-phot, Middelburg)
Delft Integraal
composteerinrichting gekregen. Nu voor de wijk een stedenbouwkundig ontwikkelingsplan wordt gemaakt, komen er nog veel meer kansen, zoals een rioleringsstelsel boordevol elektronica, met kijkvensters en camera ’ En een experimenteel stedelijk waterbeheerssysteem met ingenieuze kleppen, pompen en regenmeters op de daken van gebouwen. Zo experimentele wijk is niet alleen van grote waarde om aanschouwelijk onderwijs te geven én nieuwe kennis te genereren, maar een goed geplande inrichting van het watersysteem in de wijk zal volgens prof.dr.
Stafkaart van de TU-WIJK en de veenweidegebieden in de Zuidpolder van Delfgauw. Onderaan de kaart is nog net de Thijssevaart zichtbaar.
s.
’
n
http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (3 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
Composteerinrichting van de TU delft. Hier worden het tuinafval en die koffieprut van de hele universiteit verwerkt tot tuinaarde. De inrichting van deze composthoop bespaart de TU jaarlijks zo’n 50.000 gulden vergeleken met verwerking door derden.
Delft Integraal
M. Donze ook de kansen op het aantrekken van researchprojecten op het gebied van de stedelijke waterhuishouding verhogen. Marcel Donze bruist van de ideeën. Hij is van huis uit bioloog en in Leiden gepromoveerd als biofysicus. Vanaf 1980 was hij naast zijn baan als onderzoeker aan de kema buitengewoon hoogleraar milieutechniek in Delft. Sinds 1990 is hij gewoon hoogleraar bij de sectie Hydrologie en Ecologie van de vakgroep Waterbeheer, Milieu- en Gezondheidstechniek, subfaculteit Civiele Techniek. De hoogleraar is de trekker van een cluster van projecten voor milieuvriendelijke inrichting van de TU-WIJK in de Zuidpolder van Delfgauw. Deze veenweidepolder beslaat in totaal 1371 hectare. De TUWIJK in het noordwesten van de Zuidpolder omvat circa 170 hectare in een hydrologische eenheid van zo’n 250 hectare. Volgens het Hoogheemraadschap Delfland is dit ‘ontpolderd gebied’, met als consequentie dat de TU-WIJK in principe een eigen waterbeheer zou kunnen voeren. Donze: ‘De universiteit bezit hier niet alleen vele gebouwen, maar is ook eigenaar van het gemaal aan de Van der Polweg, van de rioleringen en zelfs van de bomen in de wijk. Een ideale proeftuin voor de wetenschap!’ Donze’s studenten zijn merendeels keuzevakkers van Civiele Techniek, voor studenten landmeetkunde is zijn vak verplicht. Gewoonlijk begeleidt de hoogleraar een vijftal afstudeerders per jaar, naast één of twee promovendi. Donze: ‘Bij een willekeurig groot civiel project, of het nu de start van een gloeilampenfabriek betreft, een kassenwijk of een theater, bedragen de milieukosten al gauw 20 tot 30 procent van het totale budget. Onze civiel ingenieurs krijgen te maken met milieuvergunningen, geluidsoverlast, complete stroomgebieden en met uitsterven bedreigde diersoorten. Ze moeten op al die aspecten met verstand kunnen reageren.’ http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (4 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
Schematische weergave van het vuilwaterriool in de TU-WIJK. Dit rioolstelsel is complex genoeg en desalniettemin niet al te groot, waardoor het talrijke onderzoeksmogelijkheden biedt.
Steekmonster uit een waterbodem voor onderzoek naar de snelheid van dichtslibben van een sloot en voor het vaststellen van de zuurstofopname in de bodem.
Delft Integraal
Afgestudeerden van de TU DELFT krijgen later in hun beroepspraktijk te maken met uiteenlopende partijen, van de gemeentelijke milieuambtenaar tot de actievoerder, de vogelliefhebber en de voorzitter van de lokale visvereniging. ‘Die spreken elk hun eigen taal en om ermee te kunnen praten moeten onze afstudeerders inzicht hebben in hun standpunten’, vindt Donze. ‘Wij moeten af van dat klassieke techneutenpatroon! Bovendien willen we onze studenten al vroeg confronteren met de praktijk. Daarom hebben we naast colleges ook veldpractica.’ Afstudeerders kunnen kiezen voor een eigen zesmaandsproject. Daarnaast kunnen vierdejaarsstudenten acht weken lang, in groepjes van acht aan gezamenlijke projecten werken, zodat ze tezamen toch een flinke klus kunnen aanpakken en in een team leren samenwerken. Stageplaatsen duren gemiddeld drie maanden. ‘Voor al die mensen zoeken wij klussen, liefst echte praktijkzaken’, aldus Donze. ‘Je kunt milieuvriendelijke huisjes of drinkwaterpompen verzinnen, maar het is voor een student veel interessanter als zijn plan ook echt wordt gerealiseerd. En soms kan dat in onze TU-WIJK.’ Natuurvriendelijk oeverbeheer Donze stapte met zijn plannen naar de beheersdiensten van de universiteit, zoals de Groendienst en de Dienst arbo & Milieu. In overleg werd begonnen met kleine klusjes. Zo werden in een vierdejaarsproject de slootoevers opnieuw ontworpen. Milieuvriendelijke oevers staan in de belangstelling en in de TU-WIJK waren die oevers sowieso aan groot onderhoud toe. Donze: ‘Standaardonderhoud aan deze opgemetselde oever zou hebben bestaan uit opnieuw hetzelfde maken. Het leuke was dat wij die oevers milieuvriendelijk konden aanleggen voor de helft van de conventionele prijs. Ook het Hoogheemraadschap had hier wel oren naar, zolang als de afvoerfunctie van de sloten maar gewaarborgd blijft. Als je een sloot driemaal te groot ontwerpt, kunnen er best waterplanten in staan, want die brengen zuurstof in het water.’ Volgens Donze is de gebruikelijke gang van zaken dat een beheerder bij noodzakelijke reparaties offerte aanvraagt bij verschillende aannemers om de zaak volgens het oude recept te laten herstellen. http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (5 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
Tijdens een van de veldpratica bedachten enkele studenten een verplaatsbare meetbrug voor onderzoek aan water en bodem, waarbij de bodem niet zou worden vertrapt. De brug werd gebouwd van standaard steigermateriaal.
Niet alleen aan de Thijssevaart, maar elder in de TU-WIJK zijn plasbermoevers aangelegd, zoals rond het gebouw van Werktuigbouwkunde. De plasbermoevers waren aanvankelijk begroeid met oeverplanten, maar die zijn vrij rap door de ‘straat’ganzen opgegeten. Als experiment is de waterstand daags na deze foto verlaagd om de kiemkans van plantenzaden te vergroten.
Natuurvriendelijke oevers langs de Thijssevaart In 1994 werkte een groep studenten onder begeleiding van prof. Donze mee aan de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs de Delftse Thijssevaart. De ongeveer 800 meter lange vaart loopt in oost-westelijke richting door het zuidelijke deel van de TU-WIJK, met langs beide oevers extensief begraasde weilanden. Er vindt geen
Delft Integraal
`De vraag of onderhoud ook anders, goedkoper en beter kan, wordt volgens mij op deze schaal te weinig gesteld. Bovendien blijft de aandacht meestal beperkt tot de aanleg van objecten. Maar juist bij het onderhoud valt veel winst te behalen!’ Als voorbeeld noemt hij de Nederlandse sloten, in totaal maar liefst 200.000 kilometer lang. ‘Alleen de TU Delft besteedt per jaar al een aanzienlijk bedrag aan slootonderhoud en de gemeente Delft wel een miljoen gulden. Dat is al gauw een tientje per inwoner per jaar. In heel Nederland gaat zo’n 150 miljoen per jaar naar slootonderhoud. Stel dat je dat bedrag kunt halveren en er ook nog meer natuur voor terugkrijgt, dat tikt aan!’ Goedkope, natuurvriendelijke technieken zijn bijvoorbeeld de aanleg van flauwere taluds en plas-drasoevers met perkoenpaaltjes erin, als alternatief voor harde oeverbeschoeiingen. Vijveronderhoud In een van Donzes studentenprojecten werd de vijver bij werktuigbouwkunde uitgebaggerd en opgeknapt. Ook hier werden natuurvriendelijke oevers aangelegd. Alleen wordt de natuurontwikkeling in dit geval nogal gefrustreerd door een stuk of twaalf moddervette ganzen, die zich tot grote ergernis van de hoogleraar aan de malse vegetatie tegoed doen. Donze: ‘Vaak schiet het monitoren van de ontwikkelingen nogal tekort. Projecten worden in een enthousiaste bui opgezet en feestelijk ingewijd. Na één jaar of twee presenteren de professionals triomfantelijke lijstjes van aanwezige plant- en diersoorten. Logisch, want op nieuw omgegraven land vestigen zich de eerste jaren tal van soorten, waaronder ook zeldzame. Later stabiliseert zich dat. Maar langdurige reeksen waarnemingen worden door de beheerders meestal niet gedaan en daardoor dreigt een geflatteerd beeld van milieuprojecten te ontstaan.’ In de TU-WIJK worden de ontwikkelingen wèl grondig gevolgd. Er is een vast monitoringprogramma, dat van tijd tot tijd wordt aangevuld met diepgaander onderzoek in het kader van studieprojecten. Dit veldwerk wordt begeleid door, onder anderen, Jacques Schievink van de Initiatiefgroep Natuurbeheer in Delft. Groenafval http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (6 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
scheepvaart plaats. De oude oever had een harde beschoeiing van verduurzaamd hout, tropisch hardhout (azobé), bakstenen en klei en een steile, scherpe overgang van land naar water. In de nieuwe situatie werd het wateroppervlak van de sloot enigszins verbreed om ruimte te maken voor een plasberm. Om de zaden van wilde planten te introduceren is op delen van de oevers maaisel afkomstig uit de Vlaardingse Vlietlanden gestrooid. Ook is er riet geplant. Voor de plasberm werd een teenschot geplaatst om de oever vast te houden. Het teenschot, van onverduurzaamd grenen, blijft voortdurend onder water en zal daardoor zeer lang goed blijven. Het resultaat is een brede, gradiëntrijke oever, waarin voorwaarden zijn geschapen voor een gevarieerde vegetatie. Ruiende eenden en snoeken vinden hier dekking, egels kunnen hier dankzij het flauwe talud veilig drinken. De Thijssevaart moet onderdeel worden van een natuurlijk lint door de TU-WIJK, zodat planten en dieren zich gemakkelijker vanuit de polder naar de stad verspreiden. De planten beschermen de oevers ook tegen afslag. De Thijssevaart wordt gebruikt voor onderzoek naar de ontwikkeling van flora en fauna, de snelheid van slibafzetting in de sloot, de hoeveelheid onderhoud die een natuurvriendelijke sloot vraagt om niet dicht te slibben en de problemen die er zoal kunnen optreden. In het onderwijs wordt de sloot gebruikt om medewerkers en practicanten allerlei waarnemingsmethoden te leren, nieuwe technieken te ontwikkelen, monsters te verzamelen en experimenten uit te voeren. Elke twee jaar in oktober wordt verslag uitgebracht over de ontwikkelingen. In het jaar 2004 volgt een uitgebreide rapportage.
Delft Integraal
Ook werd bij het projectonderwijs in de TU-WIJK gekeken naar de forse berg groenafval als gevolg van snoeiwerk, bijeen geveegde bladeren enzovoorts. Een haalbaarheidsonderzoek en een schetsontwerp van de projectgroep wezen uit, dat zelf composteren van dit groenafval in de TU-WIJK rendabel is. Studenten maakten een ontwerp voor een kleine composteerinrichting. Ze berekenden hoe groot zo’n installatie zou moeten zijn om het aanbod van groenafval in de wijk te verwerken, hoeveel mankracht nodig is om hem te beheren en wat dat zoal kost. Op grond daarvan maakte Vastgoedbeheer een definitief ontwerp, dat in 1995 in gebruik werd genomen. Zelf composteren levert de TU Delft een besparing op van circa ƒ 50,000,- per jaar. Donze: ‘Zulke onderhoudgerelateerde, kleine projecten vormen letterlijk een gat in de markt. De organisatie van een universiteit, een dorp of een kleine stad heeft nu eenmaal niet voldoende deskundigheid in huis om zulke zaken zelf aan te kaarten. Aan onze conclusie dat zo’n composteerinstallatie uiteindelijk goedkoper in het beheer is, zijn wèl twee maanden rekenwerk vooraf gegaan. Daar was de terreinbeheerder zelf nooit aan toe gekomen, die heeft het veel te druk om innovatieve plannen uit te stippelen.’ Volgens Donze zijn de meeste beheersdiensten financieel uitgekleed. Ze huren van tijd tot tijd een aannemer in als er een dak lekt, of een boom is omgevallen. `Ze vragen echter geen ingenieursbureaus om innovatieve adviezen met overtuigingskracht te geven over riskante projecten van, zeg maar, een ton tot een miljoen’, zegt Donze. ‘Zulke projecten blijven liggen, omdat de ontwerpinvesteringen niet worden gedaan. Je praat dan over studiekosten van 20.000 tot 40.000 gulden. Dit kunnen heel rendabele projecten zijn. In dat gat springen wij met onze studentenprojecten.’ Toekomst Enkele jaren geleden zijn de TU-gebouwen overgedragen van de Rijksgebouwendienst aan de TU Delft. De TU Delft voert nu zelf een vastgoedbeleid. Daarbij is voor een nieuwe aanpak gekozen. Het feit dat deze wijk eigendom is van de TU Delft, maakt de besluitvorming een stuk eenvoudiger. Donze: ‘Onder leiding van prof. Riet Bakker wordt momenteel hard gewerkt aan een stedenbouwkundig ontwikkelingsplan voor de wijk. http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (7 van 15) [26-11-2009 15:14:36]
Schetsmatige weergave van de oude oeververdediging.
Doorsnede van de plasbermoever.
Delft Integraal
Hierin wordt de totale infrastructuur van water, wegen, gebouwen en vervoer herzien en in de toekomstige ontwikkeling van de universiteit en haar omgeving geplaatst. Over enkele maanden zal dit plan klaar zijn. Dan kunnen we bezien welke gedachte over beheer, onderwijs, onderzoek en samenwerking met derden het best kunnen worden opgepakt. In elk geval wordt in het plan al veel aandacht geschonken aan het watersysteem.’ Inmiddels is de Projectgroep Terreinbeheer opgericht, die projecten entameert om het TU-terrein duurzaam en natuurvriendelijk in te richten en hieraan onderzoek te doen. De groep bestaat uit leden van TU Delft Vastgoedbeheer, de Dienst Arbeidsomstandigheden en Milieu, de Groendienst van de TU Delft, de Vakgroep Waterbeheer, Milieu- en Gezondheidstechniek en de Initiatiefgroep Natuurbeheer in Delft. Door de TU-WIJK als proeftuin voor milieu-onderzoek in te richten krijgen onderwijs en onderzoek meer aanbod van praktijkvoorbeelden en studiemateriaal. En voor de studenten is het interessant om «papieren projecten» dicht bij huis gerealiseerd te zien. Samenwerking met Leidse biologen ligt volgens de Delftse hoogleraar voor de hand. Donze: ‘Of de oude universiteitsgebouwen zoals Mijnbouw en het Hoofdgebouw nu mooi of lelijk zijn, daar valt over te twisten. Vast staat dat sommige van die panden ècht onhandig zijn, met hun hoge zalen, die niet warm te stoken zijn, al die gangen en trappenhuizen en al dat achterstallige verfwerk. Er is becijferd dat de TU Delft twee à drie maal teveel vierkante meters heeft voor een rendabele bedrijfsvoering.’ Overwogen wordt om op de lange duur voor alle TU-gebouwen ten noorden van de begraafplaats Jaffa een andere bestemming te zoeken. De TU-bebouwing wordt geconcentreerd in de rest van de wijk, die wordt verdicht. Donze: ‘Een groot deel van deze wijk is tijdens een economische opleving omstreeks 1970 uit de grond gestampt. Daarna volgde de oliecrisis van 1973, die tot recessie leidde. Verdere bouwplannen verdwenen in de ijskast.’ Rioolcamera’s Als er op stedebouwkundig gebied eenmaal vaste plannen zijn, hoopt Donze allerlei nieuwe projecten op te zetten. `Tot nog toe hebben wij meegelift met noodzakelijk onderhoud. Bij de nieuwbouwplannen kan de universiteit veel meer ideeën realiseren om http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (8 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Het poldergemaal van de universiteit aan de Balthasar van der Polweg. Het hier opgepompte water verdwijnt via een duiker naar de Schie.
De maatregelen die de afgelopen jaren zijn getroffen om de TU-WIJK natuurvriendelijk te maken, hebben inmiddels hun vruchten afgeworpen. De volgende bijzondere soorten zijn recent waargenomen (foto’s Leen van Doorn):
Delft Integraal
onderwijs, onderzoek en beheer te integreren. Denk maar aan de natuur in de wijk, het grondwater, de waterafvoer, de verontreiniging, de afvoer van stoffen via de riolering, kortom alle milieuaspecten van het buitengebeuren waarin de TU actief is.’ De hoogleraar zou de TU-WIJK graag inrichten als experimentele wijk, met faciliteiten om allerlei praktijkproeven te doen, bijvoorbeeld aan processen die zich afspelen in sloot of riolering. Dit in nauwe samenwerking met zijn collega prof.ir. J.B.M. Wiggers van de sectie Gezondheidstechniek. Donze: ‘Een riool is een grote buis, waarin het afvalwater van de mensheid gewoonlijk traag voortkabbelt, totdat het door een persleiding naar de zuivering wordt gepompt. Gaat het nu regenen, dan gaan de straatkolken lopen. Het riool loopt vol met regenwater, het gaat harder stromen en de laag prut op de bodem wervelt op. Op zeker moment loopt het riool over via de overstorten, die hinderlijk kunnen zijn vanwege de milieuvervuiling en de stankoverlast. Je eerste vraag is dus: hoe vaak en hoeveel is er sprake van overstorten? Hoe hard moet het regenen voordat het riool overloopt? Dat lijkt eenvoudig te berekenen, maar in de praktijk blijkt het hondsmoeilijk,’ verzekert de hoogleraar. ‘Men heeft hierbij te maken met transportsnelheden en transportcapaciteit, de snelheid van opwervelen en dichtslibben. Op de bodem van het riool vormen zich een soort duinen, die langzaam voortschuiven. Met dat alles moet rekening worden gehouden. Bovendien zijn de meeste riolen lek. Hoe lek hangt mede af van het grondwaterpeil ter plaatse. Al met al zouden experimentele metingen zeer bruikbaar zijn.’ In opdracht van het Hoogheemraadschap Delfland moet de gemeente Delft een rioleringsplan maken tot het jaar 2020, zodat het Hoogheemraadschap bijvoorbeeld de dimensie van persleidingen, zuiveringsinstallaties enzovoorts tijdig kan plannen. De gemeente heeft hierbij de grootgrondeigenaren, zoals de TU Delft ingeschakeld. ‘Nu kan de TU Delft een ingenieursbureau benaderen om een standaardrioleringsplan te maken, maar je kunt als TU Delft ook zelf met een creatief plan komen’, betoogt Donze. ‘De TU-WIJK heeft een eigen, zelfstandig rioolsysteem, dat uitmondt in een gemaal met persleiding. Nou kun je in een gewone woonwijk ook http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (9 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Staafwants (renatra linearis)
Rietorchis (dactlylorhiza majalis, subsp. preaternissa)
Delft Integraal
wel experimenteel rioolonderzoek doen, maar daarbij stuit je op allerlei beperkingen. Er zitten bijvoorbeeld geen stopcontacten op de juiste plek voor de meetapparatuur en het is lastig als telkens de straat moet worden opgebroken. Je kunt oranje paaltjes neerzetten rondom het putje waar jouw computertje staat te meten, maar die kun je daar niet onbeperkt laten staan’, zegt Donze. ‘In de TU wijk zouden we een rioleringsstelsel kunnen ontwerpen, dat speciaal ontworpen is om te meten. Dan kan men bijvoorbeeld transportsnelheden of viscositeit als functie van de diepte meten. Om zuiver te kunnen meten, wil je bijvoorbeeld zeker weten dat het riool waaraan je meet, niet lek is en dat er geen verzakkingen inzitten enzovoorts. Je zou het rioolstelsel vol kunnen hangen met extra elektronica, en er camera’s inhangen of studenten ingraven, die dan in drie-ploegendiensten gaan kijken wat er precies gebeurt. Dàn kun je serieus onderzoek doen in eigen beheer.’ Het feit dat de TU-WIJK over een sterk wisselend lozingenpatroon beschikt kan, heel anders dan in een gewone woonwijk, het onderzoek nog interessanter maken. Daarbij is het de kunst om het werk op te splitsen in bruikbare deelprojecten, van kleine studentenprojecten tot op promotieniveau. Zo heeft een van Donzes studenten in een zesmaandsvak een proefopstelling gemaakt met een spectrometer, die zeer snelle fluctuaties in de belasting van het riool kan meten. Deze apparatuur komt bij vervolgonderzoek weer goed van pas. Een andere student maakte een handige meetbrug, die je over de sloot kunt hangen bij het onderzoek. Ook werden een schuifmaat ontworpen om de erosie van oevers te meten en een bodemmonstersteker voor het nemen van bodemmonsters om waterbodems op verontreiniging te onderzoeken. Van deze stekers zijn er inmiddels al een stuk of zestig verkocht. Ook werd door een studente een ingenieuze laboratoriumopstelling met geautomatiseerde gegevensverwerking gebouwd voor het meten van het zuurstofconsumerend vermogen van het bodemsediment van sloten. Deze proefopstelling wordt nu weer door een volgende student toegepast voor het onderzoek naar filterproblemen bij een drinkwaterbedrijf. Inmiddels is de kaartenkamer van de universiteit ingeschakeld om aan te geven waar de bestaande riolering in de TU-WIJK zich precies http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (10 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Muntvlinder
Delft Integraal
bevindt. Bovendien moet het stedenbouwkundig ontwikkelingsplan beschikbaar zijn voordat men het rioleringsplan kan maken. Donze: ‘Dan kun je over tien of twintig jaar met een Amerikaanse professor door die wijk gaan wandelen en eens lekker aanwijzen en opscheppen. En ook voor het slootbeheer, het grondwater en noem maar op zou je meetvoorzieningen kunnen treffen. We kunnen meer vijvers aanleggen om een grotere bergingscapaciteit voor het regenwater te creëren. Dan kun je gaan spelen met een variabel peil. Je zou de daken kunnen uitrusten met regenmeters. En je kunt onderzoeken hoe omringende gebieden draineren en hoe de waterkwaliteit zich ontwikkelt onder invloed van allerlei factoren, zoals defosfatering. Dat wordt pas leuk als er een grote meetopstelling met knoppen en kleppen staat. De komende maanden gaan we deze plannen op hoger niveau aankaarten.’
Voor nadere informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Prof.Dr. M. Donze, tel. (015) 278 4806, fax (015) 278 5915, e-mail tudelft.nl
m.donze@ct. Padderus (junces submodulosus)
http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (11 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Delft Integraal
Student Ron Flapper doet onderzoek naar zuurstofopname door bagger uit de sloot. Hij is afgestudeerd op de relatie tussen kleur en zuurstofopname door bagger. De ‘staalkaart’ die hij ontwikkelde wordt direct toegepast voor remote sensing en in-situ-metingen in modder.
Kikkervisjes vangen of milieumonitoring? Voor het veldpracticum zijn beide activeiten identiek.
http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (12 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Delft Integraal
Eenvoudige proef over het effect van wasmiddelen op de groei van eendenkroos.
Oud-studente Ir. Helen Havinga [waterbeheer, milieu en gezondheidstechniek]: ‘Voor mij was het derdejaars-veldprakticum bij prof. Donze de eerste keer dat ik helemaal werd vrijgelaten om zelf na te denken. Meestal heeft je begeleider, zeker bij Civiele Techniek, al helemaal in zijn hoofd of op papier waar je naar toe moet. Je wordt aan de hand genomen en door het programma geleid. Nu kreeg je een zuurstofmeter met de opdracht ‘Probeer maar eens wat, ga maar eens kijken welke problemen hier zijn in de TUWIJK. je hebt twee weken de tijd.’ Eerst stond ik vreemd te kijken, want ik had nog helemaal geen verstand van dit onderwerp, maar dat gaf niks. ‘Gebruik maar gewoon je gezond verstand’, was het devies. Omdat ik er fris tegenaan keek, ontdekte ik binnen twee dagen dat de zuurstofmeter in het veld tot nog toe verkeerd was http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (13 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Delft Integraal
gebruikt, al kon ik dat zelf eerst niet geloven en dacht ik dat ik zelf een grote fout had gemaakt. Zo’n zuurstofmeter bezit een sensor die je in het water moet blijven bewegen, anders zie je dat zuurstofgehalte aflopen tot nul. Dat is een heel simpel feit, maar als je dat fout doet, meet je altijd verkeerd. Ten tweede ontdekte ik dat je ook in een slootje van maar een halve meter diepte een duidelijke gelaagdheid in zuurstofgehalten hebt. Tot nog toe was dat alleen bekend van wateren die veel dieper zijn, maar als er geen wind is mengt het water ook in zo’n ondiep slootje niet en blijken gelaagdheid en zuurstofloosheid op de bodem te kunnen optreden, omdat er zoveel gevallen bladeren op de bodem blijven liggen. Mijn opdracht was een probleem te ontdekken en daaraan nader onderzoek te doen. Ik ben toen verder gaan meten aan een vijver in Amsterdam, waar een afstudeerder van de vakgroep een proef had lopen. Uiteindelijk ben ik ook op zuurstofmetingen afgestudeerd. Twee andere studenten kregen een chlorofyllmeter mee om kroos in de sloot te onderzoeken. Het leuke van die ecologiepractica is dat ze eenmalig zijn, iedereen krijgt altijd weer een nieuwe opdracht. Zo zijn er ook studenten bezig geweest met een plan voor bodemsanering op een plek aan de Schoemakerstraat. Uiteraard is deze creatieve aanpak niet voor iedereen leuk, je moet wel een onderzoeksgeest hebben en er zijn genoeg studenten die later alleen maar ingenieurtje willen spelen en zich aan vaste draaiboeken houden. Dat heb ik wel gemerkt toen ik als studentassistent bij deze practica betrokken was. Maar in de loop van het practicum zie je mensen absoluut veranderen. Probleem is wel dat je deze practica zelf moet plannen, je mag ook zelf weten hoe lang je er in werkelijkheid over doet. Alleen merk je dat het http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (14 van 15) [26-11-2009 15:14:37]
Delft Integraal
onder invloed van de tempobeurs steeds moeilijker wordt om mensen mee te krijgen voor een weekje practicum buiten Delft, ze zijn veel te bang om een college in een ander vak te missen. Ook om die reden is een milieuwijk voor veldproeven vlak bij de TU-DELFT een goed idee. Voordat ik dit practicum deed, wist ik niet dat ik zoiets kon. Je wordt gewoon in het diepe gegooid en dat vind ik wel leuk, je kunt veel meer verantwoordelijkheid aan dan je denkt.
Schematische weergave van de opstelling voor het meten van zuurstofopname in waterbodems, die door de toenmalige studente Helen Havinga is gebouwd.
http://www.delftintegraal.tudelft.nl/info/index7883.html?hoofdstuk=Artikel&ArtID=2725 (15 van 15) [26-11-2009 15:14:37]