De toegevoegde waarde van taakspel binnen BAG.
Taakgericht met Taakspel Taakspel is een hulpmiddel (spel) bij het invoeren van klassenregels.
Zomaar wat uitspraken • Kinderen worden steeds moeilijker, psychosociale problemen maken het werk zwaarder. • Orde houden is het grootste probleem, je moet kinderen streng aanpakken. • Kinderen doen alles om aandacht te krijgen.
Het veranderen van gedrag • Negatieve controle
• Positieve controle
– de leerkracht negeert het gewenste gedrag
– de leerkracht prijst het gewenste gedrag
– de leerkracht bestraft het ongewenste gedrag
– de leerkracht negeert het ongewenste gedrag
Het Taakspel is: • • • • •
universeel preventief een methodiek tegen storend gedrag voor groep 1 tot en met 8 van de basisschool, (onderbouw) van het voortgezet onderwijs en de buitenschoolse opvang.
Elementen van het Taakspel • instructie of werken, later uit te bouwen naar andere lessituaties. • teams • positieve regels • kaarten • beloningen • aanmoedigingen en complimenten • teamleider
Doelen voor de leerlingen • Minder storend gedrag – – – –
agressie oppositioneel hyperactief, aandachtstekort probleemgedrag
• Meer taakgericht gedrag • Minder verlegen teruggetrokken gedrag
Leerkrachtvaardigheden • • • • •
observeren positief denken consequent zijn complimenteren negeren
BAG-elementen in taakspel: Overeenkomsten: • Regels (verwachtingen) geformuleerd in gewenst gedrag. • Belonen op gewenst gedrag. • Positief. • Complimenteren, 4:1.
BAG-elementen in taakspel: Verschillen: •Taakspel vooral gericht op het aanleren van regels binnen de lessituaties van de klas. BAG ook voor gedragsregels algemene ruimtes. •Taakspel voor vooral voor preventieve aanpak van groepen. •BAG aanpak op groepsniveau, individuele leerling, ouders en zorg. •BAG altijd schoolbreed, taakspel ook mogelijk binnen één klas. •Bij BAG is iedereen betrokken: directie, leerkrachten, conciërge, ouders en leerlingen.
DVD taakspel in de klas.
Samen oefenen: Maak de regels positief (handout 1)
• Je mag niet praten • Je mag niet naar de wc tijdens instructie • Je mag elkaar niet storen • Je mag niet zomaar door de klas lopen • Je mag niet wippen op de stoel • Je mag niet schreeuwen door de klas • Je mag niet aan de spullen van anderen komen
Geformuleerd in gewenst gedrag: •Je bent stil. •Je let op. •Je zorgt ervoor dat andere kinderen kunnen werken. •Je bent met je taak bezig. •Je zit recht op je stoel met de voeten op de grond. •Als je iets wilt vragen, steek je je vinger op. •Je vraagt als je iets wilt lenen.
Complimenteren op gedrag: •Concreet: het gewenste gedrag in het compliment verwerken: “Wat ben je goed aan het werk”. •Specifiek: aan groepje of individuele leerling die het gewenste gedrag laat zien: “Ik zie de blauwe groep heel rustig werken, knap hoor” •Op het juiste moment: bij een leerling die veel op de stoel wiebelt het moment afwachten dat hij stil zit: “Wat zit jij rustig op je stoel”. •Ter correctie: bij een groepsgenoot die wel goed op zijn stoel zit: ”Wat zit jij goed op je stoel”.
complimentenniveaus Complimenten kunnen gegeven worden op diverse niveaus: •Aan een individueel kind. •Aan kleine groepjes leerlingen •Op groepsniveau
Samen oefenen: opdracht positieve feedback. (handout 2) Bedenk complimenten voor diverse lessituaties.(denk daarbij aan de informatie vanuit de twee voorgaande sheets).
•Deze complimenten passen bij mij:
Reminders om jezelf te herinneren aan het geven van complimenten: •De plimententeller. (uitgeverij PICA) een klein tellertje voor in de broekzak.
•Paperclips. Een aantal paperclips zichtbaar op je bureau leggen, na elk compliment stop je er één in je zak.
•Enz.
Meer informatie: • www.taakspel.nl • REC Vierland (folder taakspel) – Contactpersoon: Marion Valkenburg
[email protected]