TECHNIEK
Er bestaan verschillende procedés om de muren van een woning te isoleren. Zo laten mensen zich vaak verleiden tot het uitsluitend isoleren van de muren aan de binnenkant, maar dan vergeten ze rekening te houden met de soms nadelige effecten van een dergelijk procedé. Voor wie het isoleren van zijn buitenmuren een mogelijke optie vormt, is de keuze snel gemaakt, en wel om verschillende redenen. Dit laatste gaan we hier nader bekijken en we nemen daarbij de verschillende technieken onder de loep die men dan toepast.
Gevelisolatie: 20
In onze streken dringen er lang niet genoeg zonnestralen tot bij ons door om ons huis het hele jaar, en dan vooral in de winter, te verwarmen. Een degelijke verwarming is dus onmisbaar en ze vertegenwoordigt gemiddeld de helft van het totale energieverbruik van een huis. De hele kwestie zou alvast een pak eenvoudiger zijn als we geen rekening zouden moeten houden met de enorme energieverliezen die de efficiënte werking van de verwarming in min of meer sterke mate verminderen. Het is namelijk zo dat de energie die er wordt gebruikt voor het verwarmen van een woning, voor een groot deel afhangt van het isolatieniveau van deze woning. Warmte vindt immers altijd een manier om op alle niveaus uit een gebouw te ontsnappen: via de vloer, het dak, de muren en de vensters. Bij het optimaliseren van eender welk verwarmingssysteem hoort dus onvermijdelijk een correcte en efficiënte isolatie op elk van deze warmteverliespunten. Zo haalt het bijvoorbeeld niets uit dat u het dak comfortabel isoleert als u voor de rest de enkele beglazing behoudt. Op alle niveaus ingrijpen, is hier dus de boodschap.
1
2 3 4
3.
Deze glaswolisolatie voor een spouwmuur heeft een isolatiecoëfficiënt met een uitstekend resultaat : 0,030 W/M2 K. Gamma «Multimax 30» van Isover
De troeven van buitenisolatie In het kader van dit artikel zullen we uitsluitend de problematiek van de muren en in het bijzonder van hun isolatie aan de buitenzijde behandelen. Waarom aan de buitenzijde? Omdat deze methode in heel wat opzichten zowat de best presterende is op thermisch gebied. In principe bestaan er drie manieren om een woning te isoleren: aan de binnenzijde, het vullen van de spouw tussen de buiten- en binnenmuren muren en aan de buitenzijde. Elke techniek heeft haar sterke en haar zwakke punten, maar het is vooral de derde die het grootste aantal troeven kan voorleggen. • Isolatie aan de binnenzijde biedt het voordeel dat ze minder kost, maar er horen wel een aantal ongemakken bij: het risico voor condensatie binnenshuis, het afkoelen en het vochtig worden van
1.
Deze gevelbekleding in vezelcement vormt een modern alternatief voor de gebruikelijke gevelbekledingen. In feite creëert ze een tweede huid die bijdraagt tot de isolatie van het huis. Gamma «Eter-Color» van Eternit
2 & 4. Het isolatiemateriaal dat men hier tussen de muur en het bakstenen parementwerk heeft gebruikt, bestaat uit harde glaswolpanelen bekleed met een zwarte film die bestand is tegen weer en wind. Gamma «Mupan Façade» van Isover
de muur, verlies aan inertie en comfort in de zomer, oppervlakteverlies aan de vloer, het herstellen van de elektrische installatie en de verwarming, evenals het vervangen van de binnenafwerkingen wanneer het om een renovatie gaat, en vooral... ze biedt geen oplossing voor koudebruggen. Want koudebruggen zijn onvermijdelijk aan de voegen van binnenmuren. Ze kunnen leiden tot condensatie aan de oppervlakte, tot het ontstaan van schimmels en tot extra warmteverlies. Het risico voor interne condensatie stijgt en de muren spelen dan niet meer hun rol van warmtebarrière. Het risico voor schade door vorst en scheuren is groter, vooral bij muren die aan regen zijn blootgesteld. Daarom moet isolatie aan de binnenzijde pas dan de voorkeur krijgen wanneer u de andere technieken onmogelijk om allerlei redenen kunt toepassen of wanneer u de esthetiek van het gebouw aan de buitenkant moet behouden. Maar zuiver vanuit energieoogpunt bekeken (en dat is tenslotte wat we hier doen), is deze techniek veel minder interessant dan de andere. • Isolatie waarbij de opening (spouw) tussen de binnen- en buitenmuren wordt gevuld : dit is een tamelijk eenvoudige techniek en minder duur dan isolatie aan de buitenzijde. Deze methode bestaat uit het blazen van een isolerend materiaal in de spouw tussen de binnenmuur en de buitenmuur. Maar deze techniek leidt tot afkoeling van de parementmuur en tot een vermindering van zijn vermogen om te drogen. Bij renovatie is het nodig om de spouw (de lege ruimte tussen de muren) vooraf te onderzoeken met endoscopie. Bovendien behoudt ook deze techniek, net zoals de vorige, een risico voor koudebruggen wanneer de opening tussen de buitenmuur en de binnenmuur op sommige plaatsen wordt gevuld door bijvoorbeeld bouwafval, of door een koppelbalk of een drempel. Dat is de reden waarom een voorafgaand endoscopisch onderzoek van de spouw
de theorie van het cocon 21
aanbevolen is. Zonodig moet men dan de grote koudebruggen behandelden vooraleer de isolatie wordt aangebracht. Gebeurt dit niet, dan kan er condensatie aan de oppervlakte of schimmel ontstaan. Bovendien kunnen na het vullen van de spouwen de problemen door opstijgend vocht zelfs nog verergeren. Op het eerste gezicht lijkt deze techniek een compromis tussen de twee andere, maar hij houdt toch bepaalde risico’s in. In elk geval mag hij enkel onder bepaalde voorwaarden worden overwogen voor muren die geen isolatie aan de buitenzijde mogen krijgen, onder andere omwille van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften. Bovendien is deze techniek niet in alle gevallen mogelijk want dit hangt af van het al dan niet bestaan van een spouwmuur. • Isolatie aan de buitenzijde blijkt vaak de beste oplossing te zijn en vanuit thermisch oogpunt zelfs de meest efficiënte. De redenen: deze techniek elimineert de koudebruggen die alle isolatie sterk benadelen en hij helpt risico’s voor vochtigheid binnenin de woning te vermijden. Bovendien beschermt dit systeem de muren tegen vorst (scheuren) en tegen het indringen van slagregens. Het behoudt ook de inertie en bij renovatiewerken laat het de binnenafwerkingen ongemoeid. Daar staat tegenover dat dit systeem gevoelig duurder is. Het verandert ook het uitzicht van de buitenzijde van de woning, zodat er meestal een stedenbouwkundige vergunning vereist is. En bij de renovatie van een rijwoning kan ook het in overeenstemming brengen van de voorgevels een probleem vormen. Ten slotte is er nog de plaatsing zelf, die nogal delicaat is en daarom best door een gespecialiseerde onderneming wordt gedaan. Het aan de buitenzijde isoleren van muren, want daarover hebben we het hier immers, is een doeltreffende oplossing, die bovendien op verschillende manieren kan gebeuren. Er bestaan namelijk verschillende technieken, allemaal min of meer zwaar en duur om uit te voeren, die men kiest volgens de omstandigheden. Daar komt nog bij dat de aanpak verschilt volgens de woning: is het een renovatie van een bestaande woning of een nieuwbouw?
Renovatie en nieuw programma Als het enigszins mogelijk is, kiest u bij een renovatie dus liefst voor het plaatsen van isolatie aan de buitenzijde. En bij een nieuwbouw is deze keuze een absolute must. Voor wie
naar aanleiding van renovatiewerken van plan is om zijn gevel te veranderen om esthetische of fysische redenen (infiltratie van regenwater bijvoorbeeld), is dit een ideale gelegenheid om meteen ook
1
1.
Voor de hemelsblauwe gevel van dit huis in massieve houtbouw heeft men vezelcementplanken gebruikt die in een ruim kleurengamma verkrijgbaar zijn. Het oppervlak met nervenstructuur vormt een geslaagde imitatie van authentieke gevelbetimmeringen in geschilderd hout. Gamma «Sidings Cedral » van Eternit Realisatie: Mi Casa
2
de buitenzijde van de woning te isoleren. Maar voordat we de technische aspecten nader bekijken, willen we eerst uw aandacht vestigen op twee belangrijke punten. Ten eerste: omdat deze isolatie aan de buitenzijde van de muren zit, is er geen enkele koudebrug aan de verbindingen van de gevels met de binnenmuren. Toch moet u koudebruggen vermijden aan de ramen, door de isolatie tot tegen deuren en vensters te laten doorlopen, namelijk tot op de wanden van de openingen. Het kan zijn dat de ramen door deze operatie moeten worden aangepast. Ten tweede: als u beslist om een buitenisolatie tegen een niet-geïsoleerde spouwmuur te plaatsen, is het niet nodig om de spouw te vullen, maar dan moet u er wel over waken dat er geen lucht meer in de spouw kan circuleren. Met andere woorden: u moet de spouw hermetisch afsluiten. Het isoleren van muren aan de buitenzijde is uiteraard ook mogelijk bij een nieuwbouw. Meer nog, dan is het zelfs warm aanbevolen! Bij een nieuwbouw wordt de isolatie eerst aangebracht op het metselwerk dat meestal uit cellenbetonblokken of bakstenen bestaat, en pas daarna wordt de afwerkinglaag of het parementwerk geplaatst. Hierbij kunnen er meerdere technieken worden toegepast. En het goede nieuws is dat deze technieken niet alleen voor een nieuwbouw maar ook voor renovaties in aanmerking komen. Verschillende technieken 1° Een dunne coating op de isolatie Concreet bestaat dit tamelijk eenvoudige systeem uit een isolatielaag (meestal geëxpandeerd polystyreen, minerale wol, cellulair glas of minerale isolatie) die op de muur, aan de buitenzijde van het metselwerk, wordt gekleefd. Vervolgens wordt er op deze isolatielaag een specifieke coating, gewapend met een glasvezelweefsel aangebracht, die op haar beurt wordt bedekt met een eindcoating (verf, crêpe). Als de ondergrond niet geschikt is om te lijmen, dan is er een mechanische bevestiging vereist. Deze techniek lijkt het eenvoudigst toe te passen, maar toch wordt hij best uitgevoerd door een gespecialiseerde ondernemer.
3 22
2° Hydraulische coating op de isolatie Deze techniek leunt heel sterk aan
Dit rotswol paneel is speciaal ontwikkeld voor het isoleren van spouwmuren. Het is halfhard zodat men het gemakkelijk kan doorsnijden. Gamma «Rockfit» van Rockwool 2&3.
4.
Dit huis met houten skeletstructuur is zeer goed geïsoleerd met minerale wol in de muren en in de geventileerde vide. Let ook op de gevelbetimmering die eveneens een isolerende rol speelt. Realisatie: Dewaele 5.
Voor de gevelbekleding van deze woning vormen deze vezelcement panelen een perfecte combinatie met natuursteen. Gamma Natura van Eternit
4
5 bij de vorige, in die zin dat ook hier de isolatielaag op de muur wordt gekleefd. Het verschil zit in de bekleding. Hier wordt de dunne coating vervangen door een afwerkinglaag met een hydraulisch bindmiddel (meestal een soort van mortel) die op de vooraf
geïsoleerde gevel wordt gespoten. In vergelijking met de vorige techniek is deze iets beter schokbestendig op de meest blootgestelde plaatsen en het onderhoud is ook gemakkelijker. Vanuit thermisch oogpunt is het verschil echter te verwaarlozen.
3° Parementwerk op de isolatie Bij deze derde techniek wordt de isolatielaag net zoals bij de vorige aan het metselwerk bevestigd, maar daarna wordt deze isolatie bedekt met parementwerk dat uit stenen (dunne of massieve) of uit bakstenen (hele bakstenen of gevelstenen) bestaat. 23
4° Bekleding op regelwerk met isolatie ertussen Een andere courante methode is deze met regelwerk, waarbij houten latten aan de buitenmuur worden bevestigd. Meestal zijn deze latten 15 tot 18 cm breed en bedraagt de afstand ertussen over de hele muur zo’n 40 tot 45 cm. De isolatierollen of -panelen worden tussen de latten geklemd. Daarna wordt er een windscherm op aangebracht. Dit kan een micro geperforeerde film (luchtdicht maar dampdoorlatend) zijn waarvan de naden worden gelijmd. U kunt ook speciale houtvezelplaten gebruiken. Deze zijn niet alleen voorzien van een tand en groefsysteem om ze in elkaar te laten klikken, maar ook van latten waaraan de gevelbekleding (arduin, hout of kunststof) kan worden bevestigd. Dit isolatietype kunt u nog verbeteren door de koudebruggen aan de kepers te beperken. In dat geval brengt u de isolatie liefst aan in twee gekruiste lagen, met bijvoorbeeld een eerste isolatielaag van 6 cm tussen verticale kepers en daar bovenop een tweede isolatielaag van 6 cm tussen horizontale kepers. 5° Gevelbeschotten (parement + isolatie in de vorm van geprefabriceerd paneel)
Een gevelbeschot bestaat uit geprefabriceerde elementen met isolatiemateriaal en een parement (gevelpaneel). De meest gebruikte isolatie is geëxpandeerd polystyreen. Het gevelpaneel kan gemaakt zijn van allerlei materialen zoals plaatstaal, aluminiumplaten, gewapend polyester of PVC. De plaatsing is eenvoudig: de geprefabriceerde panelen worden gewoon mechanisch bevestigd.
1 & 2. Voor de isolatie van deze passiefwoning heeft men minerale ‘Multipor’platen met hoge drukvastheid genomen . Ze zitten vol met afgesloten celletjes met lucht. Daardoor hebben ze een hoog isolatievermogen terwijl ze toch licht wegen. Ideaal in combinatie met cellenbeton ruwbouwblokken die dat de zelfde thermische eigenschappen bezitten. Van Xella
1 2
3
6° Isolerende coating Isolerende coating (gevelpleister) bestaat uit mortel waarin partikelen van isolatiematerialen (korrels geëxpandeerd polystyreen, vermiculiet, enz...). Een dergelijke coating wordt meestal in drie lagen aangebracht. Hiermee kunt u niet dezelfde thermische weerstandwaarden bereiken als deze van de andere procedés. Daarom is deze coating bestemd voor muren die al geïsoleerd zijn en waaraan men nog een extra isolatie wil geven. Natuurlijke isolatiematerialen of kunststoffen: hoe zit dat nu eigenlijk? We hebben hierboven de verschillende isolatietechnieken en de bekledingen van buitenmuren beschreven. Al deze technieken benutten een isolatiemateriaal, in de vorm van rollen of van panelen. Maar over welke isolatiematerialen spreken
we dan? In dit domein bestaat er een enorme variatie aan materialen. Het is dus zeker niet onze bedoeling om ze hier allemaal tot in de kleinste details te analyseren, want dat hebben we al in ons vorige nummer (1ste trim. 2008) gedaan. Wij beperken ons hier tot een kort overzicht van de keuze die u kunt maken. Om het allemaal wat eenvoudiger te maken, kunnen we de materialen die geschikt zijn voor gevelisolatie, in vier grote categorieën indelen. Enkele behoren tot de groep van de kunststoffen, terwijl de grote meerderheid van natuurlijke oorsprong is. Er bestaan verschillende manieren om ze te vergelijken. Wat ons in het kader van dit artikel het meest interesseert, is het thermische aspect. Maar er zijn nog andere criteria zoals de weerslag op het leefmilieu, die uw keuze kunnen beïnvloeden. Deze criteria houden rekening met de problematiek van de grijze energie (hoeveelheid energie voor de productie van het materiaal) en van de recyclage. We beginnen hier liever niet aan dit ingewikkelde debat en we beperken ons ertoe hun prestaties met elkaar te vergelijken. Dat doen we door hun warmtegeleidingscoëfficiënt (hoe lager deze coëfficiënt, des te beter het materiaal isoleert) met als formule W/M2 K te gebruiken; deze coëfficiënt drukt de warmteflux uit die door 24
een wand van een meter dik vloeit bij een temperatuurverschil van 1°C tussen de twee oppervlakken. Deze cijfers zijn enkel vergelijkbaar indien de isolatiematerialen perfect zijn toegepast, want het minste gebrek, zoals bijvoorbeeld aan de dichtheid, kan de efficiënte werking van de isolatie ernstig schaden. 1° Kunststofisolatie Deze is vervaardigd op basis van koolwaterstoffen en verschillende toegevoegde stoffen, met fabricageprocedés die veel grijze energie verbruiken. Polyurethaan is een stijf schuim dat in de vorm van isolerende sandwichpanelen wordt verwerkt. De coëfficiënt ervan bedraagt 0,023 tot 0,035. Polystyreen, beter bekend onder de benaming “piepschuim”, wordt aangeboden in de vorm van heel lichte panelen die bestaan uit piepkleine bolletjes die onder druk tot een geheel zijn geperst. De coëfficiënt van dit materiaal is 0,029 tot 0,035 (geëxtrudeerd polystyreen) en 0,039 tot 0,044 (geëxpandeerd polystyreen). 2° Isolatie op minerale basis (rotswol, glaswol, cellenglas) Deze materialen worden vervaardigd op basis van grondstoffen die praktisch onbeperkt op onze planeet te vinden zijn (zand, vulkaansteen...). Rotswol en glaswol zijn verkrijgbaar in de vorm van opgerolde isolatiedekens. Ze hebben een coëfficiënt
van 0,032 tot 0,047 terwijl cellenglas dat in isolatiepanelen is verwerkt, een coëfficiënt van 0,035 tot 0,060 noteert. 3° Isolatie op plantaardige basis (cellulose, hout, hennep, linnen, kurk, allerlei vezels…) Omdat plantaardige isolatiematerialen een laag gehalte aan grijze energie hebben en heel gemakkelijk te recycleren zijn (hun grootste troeven), blijken steeds meer milieubewuste kandidaatbouwers ervoor te kiezen. De cellulosewatten die men verkrijgt van onverkochte kranten die tot papiervlokken worden vermalen, bieden een coëfficiënt van 0,035 tot 0,040. Houtvezel heeft, net zoals hennepwol, een coëfficiënt van 0,039 tot 0,060. Kurk biedt een mooie coëfficiënt van 0,032 tot 0,045 maar de beschikbaarheid is soms een probleem, zodat het geen ideale kandidaat voor gevelisolatie is. 4° Isolatie afkomstig van dieren Schapenwol kan ook tot isolatiemateriaal worden verwerkt. Het isolatievermogen van wol hoeven we hier niet meer aan te tonen, dat blijkt uit de verschillende vormen, zoals rollen of panelen, waarin het tegenwoordig als isolatiemateriaal wordt aangeboden. De coëfficiënt bedraagt 0,031 tot 0,037. Tot slot zetten we al deze cijfers en deze beschouwingen even op een rij om tot een simpel besluit te komen... Zo stellen we vast dat de thermische efficiëntie bij kunststofisolatie een lichte voorsprong heeft en omgekeerd evenredig is met de milieukwaliteiten ervan. Dat laatste punt valt duidelijk in het voordeel uit van de isolatiematerialen van plantaardige of dierlijke oorsprong. Nu u dit weet, kunt u zelf bepalen welke keuze voor u prioritair is, uiteraard in overleg met uw architect en uw ondernemer. 3.
Deze laagenergiewoning is opgetrokken met een stalen skeletstructuur, volledig ommanteld met een buitenschil die bestaat uit geïsoleerde sandwichpanelen, bekleed zijn met een composietmateriaal (Design Stone). De holtes tussen het stalen frame, de buitenschil en de binnen-afwerking werden opgevuld met een dikke laag rotswol. Een warmtepomp zorgt voor verwarming van woning en zwemvijver. Concept: Architectuur Vanderperren 25