PROVINCIE
Provinciaal Blad
FLEVOLAND
2014-27 Nummer
1689534 Aanpassing RegeUng Uitruil reiskostenvergoeding woon-werkverkeer, wijziging StudiefaciUteitenregeUng en invoering van de beeldschermbrilregeUng
Bij besluit d.d. 16 december 2014, met kenmerk 1687223 hebben Gedeputeerde Staten van Flevoland ingestemd met de wijziging van de RegeUng Uitruil reiskostenvergoeding woonwerkverkeer, de aanpassing van de StudiefaciUteitenregeUng en de invoering van de beeldschermbrilregeUng. De wijziging in de UitruilregeUng betreft een aanpassing als gevolg van het vervallen van de eindejaarsuitkering en de vakantietoeslag als uitruilmogeUjk. Daarvoor in de plaats wordt het individuele keuzebudget als uitruilbron vastgesteld. De StudiefaciUteitenregeUng is geactuaUseerd en vereenvoudigd in de leesbaarheid. De faciUteit voor een beeldschermbril bestond reeds maar was nog niet vastgelegd in een regeUng. De Regelingen treden op 1 januari 2015 in werking. Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 16 december 2014. Gedeputeerde Staten van Flevoland, T. van der Wal, secretaris.
L. Verbeek, voorzitter
Uitgegeven op 18 december 2014 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Provinciaal Blad
Bladnummer
2 Regeling Uitruil reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Provincie Flevoland 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepaling a) medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1 van de Collectieve Arbeidsvoonwaardenregeling Provincies(CAP) dan wel de werknemer als bedoeld in artikel H.1 van de Collectieve Arbeidsvoonwaardenregeling Provincies(CAP); b) 1KB: Individueel keuze budget; c) uitruil: de fiscale mogelijkheid om met gebruikmaking van de fiscale ruimte in de reiskosten (een deel van) het 1KB uit te ruilen voor netto reiskostenvergoeding; d) loon: loon als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964. ARTIKEL 2 Fiscale ruimte in de reiskosten 1. De fiscale ruimte in de reiskosten is het verschil tussen de door Gedeputeerde Staten overeenkomstig de Regeling vergoeding woon-werkverkeer Provincie Flevoland betaalde reiskostenvergoeding en hetgeen fiscaal maximaal onbelast aan reiskosten mag worden uitbetaald. 2. De te benutten fiscale ruimte wordt bepaald aan de hand van: a. de reisafstand; b. het aantal reisdagen; c. het fiscaal voorgeschreven aantal reisdagen van 214 dagen op jaarbasis voor fulltimers; d. de reeds ontvangen reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer; e. bij een enkele reisafstand van meer dan 75 kilometer van de woning of verblijfplaats naar een vaste plek voor het werk, is nacalculatie verplicht. Hierbij moet vastgesteld worden of de vaste kostenvergoeding overeenkomt met het werkelijk aantal woon-werkkilometers in het kalenderjaar maal maximaal € 0,19 per kilometer. ARTIKEL 3 Deelname Deelname aan deze regeling staat open voor de medewerker van wie het vervoer fiscaal gezien niet ter beschikking wordt gesteld vanuit Gedeputeerde Staten (bijvoorbeeld auto van de zaak, de eerste drie jaar van de periode van de Lelystadfiets, NS abonnement) én die een fiscaal onvolledige reiskostenvergoeding van Gedeputeerde Staten ontvangt. ARTIKEL 4 Procedure 1. De medewerker die aan de regeling wenst deel te nemen geeft dit aan via het contract in het 1KB. 2. De verrekening van de uitruil woon-werkverkeerregeling kun je bekostigen vanuit het 1KB. Dit vindt plaats in de door de medewerker aangegeven periode(s). 3. Indien de medewerker deelname aan de regeling wil beëindigen, dient hij dit via het 1KB aan te geven. ARTIKEL 5 De vergoeding 1. Na accordering door de medewerker van het contract in het 1KB verstrekt Gedeputeerde Staten overeenkomstig de vastgestelde beschikbare fiscale ruimte binnen de fiscale voorwaarden een onbelaste vergoeding voor de reiskosten aan de medewerker 2. De financiering van de vergoeding vindt plaats door middel van het afzien door de medewerker van een evenredig deel van het 1KB, 3. In het geval het 1KB niet toereikend is ter financiering van de vergoeding, wordt het restant van de vergoeding gefinancierd door af te zien van een deel van het bruto loon. 4. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de fiscale onbenutte ruimte en het geldende fiscale tarief van de loonheffing.
Provinciaal Blad
Bladnummer
3
ARTIKEL 6 Verklaring Door het accorderen van het contract in het 1KB verklaart de medewerker zich bekend: 1, en akkoord met de voonwaarden van deze regeling; 2, met de mogelijke gevolgen van deze overeenkomst waartoe tevens behoren dat eventuele nageheven en/of nagevorderde belastingen en premies voor zijn rekening komen indien sprake is van nalatigheid van de medewerker; 3, met de gevolgen die deelname heeft of kan hebben voor de medewerker op het brutoloon sociale verzekeringen (zowel de premie- als de uitkeringsgrondslag), de grondslag voor inkomensafhankelijke voorzieningen en bijdragen en andere thans niet voorziene gevolgen. ARTIKEL 7 Hardheidsclausule Gedeputeerde Staten kunnen in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet een beslissing in afwijking van deze regeling nemen. Aldus vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 december 2014.
Algemene wijzigingen
Artikel 1 Begripsbepaling
Artikel 2 Fiscale ruimte in de reiskosten
Artikel 3 Deelname Artikel 4 Procedure
Artikel 5 De vergoeding
Wijzigingen na actualisatie uitruilregeUng Naar aanleiding van het invoeren van het 1KB, zijn de volgende bewoordingen overal in de regeling aangepast: 'Eindejaarsuitkering' en 'vakantietoeslag' zijn vervangen door'1KB'; 'De werkgever' is vervangen voor 'Gedeputeerde Staten'; 'Ov-jaarkaart' is vervangen voor 'NS abonnement'; 'Ondertekenen' is vervangen voor 'accorderen'; 'Overeenkomst' is vervangen voor 'contract'. Het begrip ambtenaar is vervangen door het begrip medewerker; Het begrip 1KB is toegevoegd; De begrippen eindejaarsuitkering en werkgever zijn vervallen; Het begrip loon is toegevoegd aan dit artikel, aangesloten wordt bij de Wet op de loonbelasting 1964. In het tweede lid is sub e toegevoegd, waarin is opgenomen dat bij een enkele reisafstand van meer dan 75 kilometer van de woning of de verblijfsplaats naar een vaste plek voor het werk, is nacalculatie verplicht. Dit is een eis van de fiscus. Als de medewerker gebruik wilt maken van deze vergoeding, eist de fiscus deze nacalculatie. Dit artikel is enkel taalkundig gewijzigd. In plaats van het verzoek bij de werkgever in te dienen, maakt de medewerker zijn keuze kenbaar in zijn IKB-plan. De verrekening en uitbetaling van de onbelaste reiskostenvergoeding in het 1KB vindt plaats in de door de medewerker aangegeven periode in plaats van in de maand waarin de gekozen uitkering is geoormerkt voor de uitruil. Indien de medewerker de deelname aan de regeling wil beëindigen diende hij dit voorheen twee maanden van tevoren schriftelijk kenbaar te maken aan de salarisadministratie. In het nieuwe artikel is enkel aangegeven dat dit via de 1KB dient te worden aangegeven. In het derde lid stond specifiek genoemd dat 'in december' werd afgezien van een deel van het brutoloon als dit lid werd toegepast. De periode 'in december' is niet genoemd in het nieuwe artikel, omdat dit niet meer van toepassing is. De medewerker kan het bijvoorbeeld ook maandelijks
Provinciaal Blad Bladnummer
4 Artikel 7 Hardheidsclausule
Wijzigingen in de toelichting van de UitruilregeUng Artikel 3
Artikel 4
Rekensom
aanvragen. In het oude artikel 7 stonden slotbepalingen opgenomen over de inwerkingtreding, hardheidsclausule en wijzigingen in fiscale regels en/of collectieve arbeidsovereenkomst. In het nieuwe artikel 7 is enkel de hardheidsclausule opgenomen. De inleiding is aangepast naar een uitleg dat de uitruilmogelijkheid nu via het 1KB loopt in plaats van via een eindejaarsuitkering en/of vakantietoeslag. Verder is er inhoudelijk niks veranderd aan de inleiding. Weggehaald: Fiscaal gezien mag de werkgever eenmaal per driejaar een fiets vergoeden (tot een max, bedrag van 749 euro). Toegevoegd: Bij de IKAP fiets kan de medewerker geen gebruik maken van de uitruil, want die valt binnen de fiscale periode van twee jaar. Ook hier wordt uitgelegd dat de aanvraag voor uitruilen van kosten in woon-werkverkeer via het 1KB kunnen worden ingediend. Er is toegevoegd dat als de medewerker het contract accordeert, de medewerker zich akkoord verklaart met de voorwaarden van deze regeling. Ook is toegevoegd dat de medewerker zijn aanvraag jaarlijks moet blijven indienen. Er is een rekensom toegevoegd ter voorbeeld hoe een berekening eruit kan zien wanneer een medewerker gebruik maakt van deze uitruilregeling.
Provinciaal Blad Bladnummer
5 Toelichting Regeling Uitruil reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Provincie Flevoland Deze regeling biedt een uitruilmogelijkheid via het 1KB voor kosten in woon-werkverkeer. In het geval van uitruil heeft de belastingdienst aangegeven dat een vermindering van het brutoloon niet hoeft te leiden tot een verlaging van het pensioengevend inkomen. Dit betekent dat de fiscale pensioenruimte niet langer hoeft te worden berekend. Steekproeven hebben uitgewezen dat in nagenoeg alle gevallen de beschikbare fiscale pensioenruimte voldoende is om maximaal gebruik van de uitruilmogelijkheid te maken. Artikelsgewijze toelichting Artikel 2 Fiscale ruimte in de reiskosten Het verschil tussen hetgeen Gedeputeerde Staten fiscaal mag vergoeden en hetgeen Gedeputeerde Staten daadwerkelijk vergoedt voor het woon-werkverkeer reiskosten is de fiscale ruimte. Aan de berekening van die ruimte hangen fiscale eisen, die in dit artikel zijn venwoord. Artikel 3 Deelname Deelname staat open voor alle medewerkers binnen de fiscale grenzen. Dit betekent dat indien Gedeputeerde Staten al een vergoeding geeft die fiscaal gezien maximaal toelaatbaar is, de medewerker dan geen fiscale ruimte heeft en niet kan deelnemen aan de regeling. Concreet betekent dat bijvoorbeeld het volgende. Iemand die van Gedeputeerde Staten een NS abonnement voor de bus volledig vergoed krijgt, heeft geen fiscale ruimte en kan dus niet deelnemen aan deze regeling. Anders is het voor een medewerker die een Lelystadfiets heeft. Een medewerker kan eenmaal per vijf jaar een Lelystadfiets (tot een maximum van 749 euro) krijgen. Een medewerker met een Lelystadfiets kan dan na drie jaar alsnog gebruik maken van deze uitruilregeling, voor de resterende twee jaar van de periode. Bij de IKAP fiets kan de medewerker geen gebruik maken van de uitruil, want die valt binnen de fiscale periode van twee jaar. Artikel 4 Procedure In dit artikel wordt aangegeven welke procedure er moet worden aangehouden, wil de uitruil kunnen worden venwerkt. De aanvraag dient via het 1KB te worden ingediend, waaruit een contract zal volgen waarmee de medewerker zich akkoord verklaart met de voorwaarden van deze regeling. De medewerker neemt dan deel aan de regeling tot het moment waarop hij in het 1KB aangeeft deelname te willen beëindigen. De medewerker moet wel jaarlijks zijn aanvraag blijven indienen. Artikel 5 en 6 De vergoeding en verklaring Doorgaans zal het 1KB toereikend zijn om in te zetten voor een hogere onbelaste reiskostenvergoeding. In die gevallen waarin dat niet zo is, wordt ter financiering van het restant het brutoloon van de maand december ingezet De uitruil gebeurt met een deel van het 1KB dat de medewerker zelf heeft opgebouwd. Ook zitten er fiscale voorwaarden aan de uitruil, en omdat de medewerker zelf om de uitruil verzoekt, moet de medewerker het contract bij de aanvraag via het 1KB accorderen. Daarmee geeft hij Gedeputeerde Staten dan de opdracht binnen de fiscale regels een onbelaste vergoeding voor de reiskosten uit te betalen. Daarnaast verklaart de medewerker daarmee de aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld. Indien blijkt dat de medewerker onjuiste informatie heeft verstrekt kan het zijn dat er te weinig loonheffing of sociale premies zijn afgedragen. Indien de belastingdienst als gevolg daarvan met een naheffing komt, zijn de kosten daarvan voor rekening van de medewerker. Artikel 6, lid 3 ziet op situaties waarin de medewerker toeslagen ontvangt, zoals een huur- of een zorgtoeslag.
Provinciaal Blad Bladnummer
6 Rekenvoorbeeld ter illustratie Berekening fiscale uitruil reiskosten Provincie Flevoland Medewerker uit Deventer
Aantal km woon-werk Lelystad - Deventer (routenet,nl >snelste route) Quiste adres niet bekend)
retour
165,20
Berekening uitruil reiskosten (fiscaal) volgens regeling Provincie Flevoland: km woon-werk
werkdagen per week
165,20
dagen per jaar
km vergoeding
totaal fisc. Recht
214
€0,19
€6,717,03
Reiskostenvergoeding per jaar
-€ 1,560,00
Vrije fiscale ruimte
€5,157,03
Netto voordeel bij 42% tarief fiscale ruimte per maand
€ 2.165,95 € 429,75
bruto
Als er voor 1KB per maand bijvoorbeeld € 500,00 bruto uitgekeerd wordt, dan is daarvan € 429,75 niet belast bij deelneming aan de uitruilregeling. Bij een belastingtarief van 42% is dit een netto voordeel van € 180,50 per maand Bij 2 maanden is dat 2 x 180,50 is € 361,Per halfjaar 6 maanden * 180,50 = € 1083,-
per jaar
op jaarbasis
Provinciaal Blad Bladnummer
7 Studiefaciliteitenregeling provincie Flevoland 2015 Deze regeling is vastgesteld op grond van artikel F.9 en F, 10 van de CAP, ARTIKEL 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel A.1 van de CAP dan wel de werknemer als bedoeld in artikel H,1 van de CAP; b. studie: een opleiding die aan een erkende opleidingsinstelling wordt gevolgd; c. individueel werkplan: onder het persoonlijk ontwikkelplan als bedoeld in F, 10,2 van de CAP wordt in deze regeling mede verstaan het individueel werkplan; d. CAP: Collectieve Arbeidsvoonwaardenregeling Provincies, ARTIKEL 2 Dienstbelang Indien en voor zover het belang van de dienst dit toelaat, kan aan een medewerker op diens verzoek één of meer van de in de artikel 4 omschreven studiefaciliteiten worden toegekend. Van dienstbelang is sprake, indien: a. De studie voor het vervullen van de functie dan wel in het kader van mobiliteit of herplaatsing noodzakelijk is; b. De studie naar het oordeel van het hoofd van de afdeling bijdraagt aan de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker en is opgenomen in het individueel werkplan. ARTIKEL 3 Studieadvies en beroepskeuzeonderzoek De medewerker kan namens Gedeputeerde Staten opgedragen worden om mee te werken aan het inwinnen van een studieadvies of instellen van een beroepskeuzeonderzoek, ARTIKEL 4 Studiefaciliteiten De medewerker die een studie volgt die voldoet aan het bepaalde in artikel 2 komt in aanmerking voor: 1. 100% vergoeding van de voor de opleiding noodzakelijk gemaakte kosten; 2. Vergoeding van de voor de studie noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten volgens de Reisen verblijfkostenregeling provincie Flevoland; 3, Studieverlof indien de studie niet of niet geheel in diensttijd wordt gevolgd: a, bij een studie zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel a. maximaal één dag per week, b, bij overige studies die voldoen aan het in artikel 2 gestelde, maximaal één dag per maand, 4, Examenverlof: a. bij een studie zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel a. maximaal een dag ter voorbereiding en een dag voor het afleggen van een tentamen of examen; b. bij overige studies die voldoen aan het in artikel 2 gestelde, maximaal een halve dag ter voorbereiding en een halve dag voor het afleggen per tentamen of examen, ARTIKEL 5 Duur studiefaciliteiten 1, De studiefaciliteiten worden in beginsel voor de duur van de studie verleend, 2, De voortgang wordt jaarlijks bewaakt door de leidinggevende tijdens de jaargesprekkencyclus, 3, Indien de medewerker de voortgang van de studie onvoldoende aannemelijk heeft kunnen maken, worden de faciliteiten met ingang van de eerste van de maand volgend op de constatering daarvan, beëindigd, 4, Bij beëindiging van het dienstverband, tijdens of binnen twee jaar na afloop van de studie, worden de faciliteiten in beginsel met ingang van de datum van het ontslag gestopt en is de medewerker verplicht te voldoen aan de terugbetalingsverplichting zoals genoemd in artikel 6 van deze regeling.
Provinciaal Blad Bladnummer
8 ARTIKEL 6 Terugbetalingsverplichting 1, Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de medewerker schriftelijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten vergoeding zal terugbetalen, indien: a. hij onvoldoende voortgang in de studie maakt, tenzij dat op grond van persoonlijke omstandigheden niet van hem kan worden verlangd; b. hij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt zonder dat de studie succesvol is afgerond; c. hij op eigen verzoek dan wel door aan hem te wijten feiten en omstandigheden wordt ontslagen tijdens de studie waarvoor de vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma, 2, De terugbetalingsverplichting wordt naar evenredigheid verminderd met het verstrijken van de terugbetalingstermijn van twee jaar 3, De terugbetalingsverplichting is niet van toepassing op de verplichte opleidingen als bedoeld in artikel F,9 van de CAP. ARTIKEL 7 Studieovereenkomst Tussen de medewerker en het hoofd van de afdeling wordt een studieovereenkomst opgesteld. Deze studieovereenkomst bevat ten minste: de keuze van opleidingsvorm en instituut; de studieperiode; de minimaal te behalen resultaten en de te maken voortgang; de manier waarop en de frequentie waarmee over de voortgang van de studie wordt gerapporteerd; de voor de studie noodzakelijke kosten; of en hoeveel studieverlof wordt toegekend; de terugbetalingsverplichting, zoals genoemd in artikel 6, ARTIKEL 8 Hardheidsclausule Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen, waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, een besluit naar billijkheid nemen. Aldus vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 december 2014,
Toelichting bij Studiefaciliteitenregeling provincie Flevoland Alqemene toelichtinq De artikelen F,9 en F, 10 van de Collectieve Arbeidsvoonwaardenregeling Provincies regelen de algemene kaders waarbinnen zowel verplichte opleidingen als opleidingen in het kader van de persoonlijke ontwikkeling worden gevolgd. De in deze regeling genoemde studiefaciliteiten worden uit het opleidingsbudget gefinancierd. Ook voor opleidingen in het kader van reorganisatie of afgesproken voor een toekomstige functie in het kader van mobiliteit, kan van de in deze regeling genoemde studiefaciliteiten gebruik woi-den gemaakt. De financiering daarvan zal doorgaans uit een ander budget plaatsvinden. Over deze laatste opleidingen kunnen door de medewerker en leidinggevende naast de in deze regeling genoemde faciliteiten nog specifieke afspraken worden gemaakt Bij verplichte opleiding moet niet alleen worden gedacht aan op de huidige functie gerichte opleidingen. Maar bijvoorbeeld ook aan een opleiding die nodig is om een andere (passende) functie die de medewerker is opgedragen in het kader van bijvoorbeeld een reorganisatie of de algemene dienst, naar behoren te kunnen vervullen. Ook opleidingen in het kader van herplaatsing of gewenste mobiliteit moeten hieronder worden begrepen. De kosten komen voor rekening van de provincie. Voor lessen, (deel)examens en tentamens in werktijd wordt buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend. Als deze buiten de werktijd vallen gelden de in deze regeling vastgelegde faciliteiten. De studiefaciliteitenregeling sluit nauw aan bij het systeem van jaargesprekken en past bij het uitgangspunt dat scholing onderdeel is van het loopbaan- en ontwikkelingsbeleid. De afspraken voor Provincie Flevoland komen erop neer dat indien de opleiding past binnen het algemene opleidingsplan er voorzieningen in tijd en geld zijn met als uitgangspunt dat de werkgever de kosten volledig vergoedt en de werknemer binnen redelijke grenzen eigen tijd inzet.
Provinciaal Blad Bladnummer
9 Omdat er geen sprake is van een open eindregeling, worden opleidingen alleen vergoed als daarvoor geld beschikbaar is binnen het voor het algemene opleidingsplan beschikbare budget Het opleidingsbudget is verdeeld in een centraal en een decentraal deel. Van het centrale budget worden meer organisatiebrede opleidingen gefinancierd en uit het decentrale deel de rest. De in artikel 2 genoemde studies worden vanuit het decentrale budget gefinancierd, waarmee het hoofd van de afdeling de bevoegde autoriteit is, Artikelsgewijze toelichtinq Artikel 2 Dit artikel geeft aan wanneer met het volgen van een opleiding het dienstbelang wordt gediend. Slechts bij dergelijke opleidingen, bijvoorbeeld indien een opleiding in overleg met de leidinggevende in het kader van de ontwikkeling van een medewerker in het individueel werkplan is opgenomen, kan van de in deze regeling opgenomen faciliteiten gebruik worden gemaakt Congressen en seminars vallen in beginsel buiten deze regeling. Artikel 3 Voordat een leidinggevende een besluit neemt al dan niet studiefaciliteiten toe te kennen, kan hij gebruik maken van de mogelijkheid die via de afdeling MO wordt geboden van een studieadvies of een beroepskeuzeonderzoek. Daarmee wordt inzichtelijk gemaakt of een bepaalde studiekeuze haalbaar en/of wenselijk is. Voor het overige is er een rol voor de afdeling MO weggelegd om in het kader van de mobiliteit van het personeel het overzicht te behouden welke medewerkers welke opleiding volgt. Artikel 4 Indien aan het volgen van een opleiding een dienstbelang is verbonden krijgt de medewerker alle voor de opleiding noodzakelijk gemaakte kosten vergoed, zoals cursus-, les- of collegegelden, examen-, tentamen- en diplomagelden, reiskosten, alsmede opleidingsmateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de opleiding verband houdende boeken. Bij het toekennen van studieverlof dient als uitgangspunt dat indien een opleiding verplicht is voor de functie, of deze in het kader van reorganisatie of in het kader van gewenste mobiliteit wordt gevolgd, deze in beginsel in diensttijd wordt gevolgd. Vanuit dit uitgangspunt is ervoor gekozen om in die uitzonderingsgevallen waarin de opleiding geheel of gedeeltelijk buiten diensttijd wordt gevolgd, in overleg tussen de medewerker en het hoofd van de afdeling studieverlof toe te kennen. Afhankelijk van de opleiding en de omstandigheden wordt maximaal één dag in de week studieverlof toegekend. Bij opleidingen in het kader van de ontwikkeling is het uitgangspunt dat de medewerker eigen tijd inzet en de kosten voor de opleiding volledig vergoed krijgt Ondanks het uitgangspunt van eigen tijd van de medewerker kan het hoofd van de afdeling in die gevallen waarin de omstandigheden dit rechtvaardigen studieverlof toekennen, dit kan tot een maximum van 1 dag per maand. De medewerker die een in het kader van artikel F,9 van de Collectieve Arbeidsvoonwaardenregeling Provincies verplichte opleiding volgt krijgt de voor de voorbereiding en aflegging van een tentamen of examen benodigde tijd volledig doorbetaald. Voor overige studies geldt dat de medewerker voor iedere dag dat hij tentamen of examen moet afleggen een halve dag studieverlof ter voorbereiding , daarop krijgt. Ook voor de dag zelf van het tentamen of examen krijgt hij een halve dag verlof De studie zal in termijnen worden betaald; uitzonderingen kunnen in overleg met de leidinggevende van de hardheidsclausule gebruik maken. Artikel 5 Hierbij is het van belang dat de medewerker de voortgang van zijn opleiding meldt en met de leidinggevende bespreekt tijdens de jaargesprekkencyclus, zodat de toegekende faciliteiten kunnen worden gecontinueerd. Indien de voortgang niet kan worden aangetoond, zullen de faciliteiten worden gestaakt en kan bovendien worden overgegaan tot het opleggen van een terugbetalingsverplichting, zoals genoemd in artikel 6, Bij ontslag worden de faciliteiten in beginsel per die datum gestaakt Het kan echter voorkomen dat iemand in het kader van externe mobiliteit een opleiding volgt Dan kunnen over continuering van de studiefaciliteiten na ontslag nadere afspraken worden gemaakt in de studieovereenkomst
Provinciaal Blad Bladnummer
10 Artikel 6 Aangezien het uitgangspunt is dat de werkgever de kosten volledig vergoedt ligt het in de rede in bepaalde gevallen de medewerker een terugbetalingsverplichting op te leggen. De situaties waarin dit gebeurt, zijn vastgelegd in dit artikel. Het gaat daarbij in de meeste gevallen niet om kortdurende cursussen van ten hoogste een week, maar om langer durende en vaak duurdere opleidingen. De medewerker wordt, onder andere in de studieovereenkomst expliciet op deze terugbetalingsverplichting gewezen. Op deze manier kan de medewerker indien hij voornemens is in de nabije toekomst van werkgever te wisselen, daar rekening mee houden. Ook als de medewerker onvoldoende voortgang boekt op zijn studie, kan de leidinggevende wijzen op de terugbetalingsplicht voor de medewerker. Artikel 7 Alle op de studie betrekking hebbende afspraken worden in een studieovereenkomst vastgelegd, zodat enerzijds controle kan plaatsvinden, maar anderzijds de medewerker ook duidelijk weet welke aanspraken hij heeft.
Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijving
Artikel 3 Studieadvies en beroepskeuzetest
Artikel 5 Duur studiefaciliteiten
Artikel 6 Terugbetalingsverplichting
Wijzigingen na actualisatie Studiefaciliteitenregeling ActualisaUe zodat de regeling fiscaal in lijn loopt met de fiscale wet- en regelgeving. De definitie van de belanghebbende is aangepast naar de definitie medewerker, zodat deze gelijk is aan de definitie in de andere regelingen; De definitie van studie is verruimd door een 'erkende opleidingsinstelling' aan te houden in plaats van een 'door het ministerie van Ondenwijs, Cultuur en Wetenschap erkende opleidingsinstelling'; De begrippen individueel werkplan en CAP zijn toegevoegd aan de definities. Voorheen stond in de regeling dat alvorens studiefaciliteiten werd verleend het hoofd van de afdeling door tussenkomst van de afdeling Personeel en Organisatie een studieadvies kon inwinnen of een beroepskeuzeonderzoek kon laten instellen, In de nieuwe regeling is opgenomen dat Gedeputeerde Staten aan een medewerker een opdracht kunnen geven om mee te werken aan het inwinnen van een studieadvies of het instellen van een beroepskeuzeonderzoek, In de praktijk verandert er niets, want deze bevoegdheid is op basis van de mandaatregeling al bij het afdelingshoofd neergelegd. De studiefaciliteiten werden in het beginsel voor de duur van een jaar verleend. Dit is aangepast naar de duur van de studie, omdat het veel administratief werk met zich meebracht. De voortgang moet daardoor wel goed bewaakt worden. Dit is geborgd door lid 2 toe te voegen; de voortgang wordt jaarlijks bewaakt door de leidinggevende tijdens de jaargesprekkencyclus. Aan het laatste lid van dit artikel is toegevoegd dat de medewerker bij beëindiging van het dienstverband in beginsel verplicht is te voldoen aan de terugbetalingsverplichting, zoals genoemd in artikel 6 van de regeling. In het oude lid twee van artikel 6 werd gesproken over een terugbetalingstermijn zoals bedoeld in het eerste lid onder c, In de nieuwe regeling is de werkelijke termijn genoemd, namelijk twee jaar. De CAP kent artikel F.9 welke ziet op verplichte opleidingen. Omdat in de oude regeling venwarring ontstond of bij
Provinciaal Blad Bladnummer
11
Oud artikel 9 Overgangsrecht Wijzigingen in de toelichting van de regeling Algemene toelichting Artikel 3 Artikel 4
Artikel 5 Artikel 6
verplichte regelingen een terugbetalingsverplichting bestond is nu expliciet opgenomen dat dat in die gevallen niet aan de orde is. Het oude derde lid van artikel 6 is komen te vervallen. Het vanwege zwaarwegende omstandigheden geheel of gedeeltelijk (al dan niet tijdelijk) ontheffen van een medewerker van de terugbetalingsverplichting, valt onder de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 8, Is vervallen in de nieuwe regeling. Er is namelijk niemand meer die een opleiding volgt onder de oude regeling.
Opmerkingen over de CAO provincies 2002/2003 zijn weggehaald. 'Afdeling PenO' is veranderd naar'afdeling MO' Doordat de studiefaciliteiten nu zullen worden verleend voor de duur van de studie, is toegevoegd dat de studie in termijnen zal worden betaald. Uitzonderingen kunnen in overleg met de leidinggevende van de hardheidsclausule gebruik maken. Toegevoegd dat de leidinggevende de voortgang met de medewerker bespreekt tijdens de jaargesprekkencyclus. Toegevoegd dat 'ook als de medewerker onvoldoende voortgang boekt op zijn studie, de leidinggevende hem kan wijzen op de terugbetalingsplicht voor de medewerker'
Provinciaal Blad
Bladnummer
12 Regeling vergoeding beeldschermbril Provincie Flevoland 2015 Deze regeling is een uitwerking van: Arbeidsomstandighedenwet, art. 3; Arbeidsomstandighedenbesluit, art, 5,11; Maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers. ARTIKEL 1 Toepasselijkheid Deze regeling is van toepassing op de werknemer van de Provincie Flevoland die bij het verrichten van zijn arbeid gebruik maakt van beeldschermapparatuur en die door verziendheid problemen ondervindt bij het kijken naar het beeldscherm en waarbij de eigen bril niet meer toereikend is, ARTIKEL 2 Vergoeding beeldschermbril Werknemers krijgen een beeldschermbril vergoed als het lezen van het beeldscherm met de eigen bril niet meer mogelijk is; Het niet toereikend zijn van de eigen bril wordt door een onafhankelijke specialist, opticien vastgesteld; De beeldschermbril is aangemeten door een opticien; De vergoeding van de beeldschermbril vindt eenmaal per 5 jaar plaats tot een maximum bedrag van maximaal €225 (inclusief montuur van maximaal 50 euro); De kosten van normale, algemene oogcorrectie middelen worden niet vergoed; Een eventuele vergoeding die wordt verstrekt door de ziektekostenverzekeraar wordt op de tegemoetkoming in mindering gebracht ARTIKEL 3 Betaling van de vergoeding De uitbetaling van de vergoeding vindt plaats wanneer de werknemer de originele gespecificeerde rekening van de opticien kan overleggen, waaruit blijkt dat het een beeldschermbril betreft. ARTIKEL 4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als "Regeling vergoeding beeldschermbril van de Provincie Flevoland", ARTIKEL 5 Hardheidsclausule Gedeputeerde Staten kunnen in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet een beslissing in afwijking van deze regeling nemen. Aldus vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 december 2014.