Noot bij Ktr. Rb. Rotterdam 3 september 2004 (Schlijper/Nieuw Rechts) Verschenen in AMI 2005, p. 69-71. Inline hyperlink naar afbeelding levert openbaarmaking op. Websitehouder die forum aanbiedt maakt werken openbaar waarnaar bezoekers van forum inline links aanbrachten. (art. 12 Aw) Kantonrechter Rotterdam 3 september 2004 Zaaknummer: 549726/CV EXPL/04/Pv (mr. P. Vlaswinkel) Vonnis inzake: Thomas Schlijper wonende te Amsterdam, eiser, gemachtigde: F.H.M. Bazuin; tegen: De stichting Stichting Nieuw Rechts, statutair gevestigd te Rotterdam; gedaagde, die schriftelijk heeft gereageerd. Partijen zullen hieronder worden aangeduid als Schlijper respectievelijk Nieuw Rechts. 1. Het verloop van de procedure Dit blijkt uit de navolgende processtukken waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen: - het inleidend exploot van dagvaarding van 26 april 2004 met producties; - de schriftelijke reactie van Nieuw Rechts; - de conclusie van repliek met producties; - de conclusie van dupliek met bijlagen. 2. Het geschil en de standpunten der partijen 2.1 Schlijper vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om Nieuw Rechts te veroordelen om: 1. Aan Schlijper tegen kwijting te betalen een bedrag van € 3.885,75 te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 20 februari 2004 tot aan de dag der algehele voldoening; 2. De drie onderhavige foto’s van Schlijper van haar website te verwijderen binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag of gedeelte daarvan, dat Nieuw Rechts in gebreke blijft hieraan geheel of gedeeltelijk te voldoen; 3. Nieuw Rechts te veroordelen in de kosten van dit geding. Aan zijn vordering legt Schlijper ten grondslag dat Nieuw Rechts drie foto’s van hem zonder zijn medeweten en zonder zijn toestemming openbaar heeft gemaakt waardoor Schlijper als beroepsfotograaf en als auteursrechthebbende schade heeft geleden, welke schade Nieuw Rechts
dient te vergoeden. Aangezien Nieuw Rechts, sommaties ten spijt, de betreffende foto’s – die inmiddels zijn voorzien van een naamsvermelding – nog steeds niet van haar website heeft verwijderd, vordert Schlijper de veroordeling van Nieuw Rechts tot verwijdering van de foto’s. Nieuw Rechts heeft de vordering van Schlijper gemotiveerd weersproken en heeft kort en zakelijk weergegeven, de navolgende punten van verweer aangevoerd: -
Het is niet reëe1 om van Nieuw Rechts en in het algemeen van andere gebruikers van het internet, te verlangen, dat zij de herkomst van elke foto tot op de bodem toe onderzoeken, aangezien dit een onmogelijke taak is; Schlijper heeft de foto’s op internet geplaatst, zonder enige beveiliging; Toen Nieuw Rechts de foto’s in het bezit kreeg, wist zij niet en kon zij ook niet weten, wie de maker hiervan was, aangezien de foto’s ontdaan waren van copyright en auteursnaam; Nieuw Rechts heeft te goeder trouw gehandeld door aanstonds na daarop attent te zijn gemaakt, de betreffende foto’s te verwijderen; Nieuw Rechts is een ideële organisatie en heeft de foto’s niet voor een commercieel doel gebruikt; Door zijn site niet te beveiligen, geeft Schlijper impliciet instemming met verspreiding van zijn werk; Het functioneren van de voorzitter van Nieuw Rechts als gemeenteraadslid van de stad Rotterdam komt in gevaar als de vordering wordt toegewezen.
Nieuw Rechts concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Schlijper. 3. De beoordeling van het geschil Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, dan wel op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de producties, staat tussen partijen ten processe het navolgende vast. Schlijper is beroepsfotograaf en is in die hoedanigheid lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Schlijper onderhoudt een website www.schlijper.nl. waarop hij zijn foto’s plaatst. Onder de datum 25 oktober 2003 heeft Schlijper meerdere foto’s geplaatst van de rel tussen antifascisten en extreem rechts die op deze dag plaatsvond in Amsterdam. Op deze foto’s die op zijn website zijn geplaatst staat de naam Schlijper en het copyrightteken: © Thomas Schlijper / www.schlijper.nl. Op 14 november 2003 heeft Schlijper drie foto’s van zijn hand aangetroffen op de website van Nieuw Rechts: www.nieuwrechts.nl. Op deze foto’s was zijn naam niet vermeld, de foto’s waren bijgeknipt. De gemachtigde van Schlijper heeft Nieuw Rechts aangeschreven bij brief van 11 december 2003 en gesommeerd tot betaling van schadevergoeding en onmiddellijke verwijdering van de in die brief genoemde foto’s van de website. Op enig moment daarna heeft Nieuw Rechts de betreffende foto’s voorzien van de naam van Schlijper en het copyrightteken. Tot zover de vaststaande feiten voorzover thans van belang. Schlijper is als maker van de foto’s, zijnde werken waarop auteursrecht bestaat in de zin van artikel 10 lid 1 Auteurswet. bij uitsluiting gerechtigd tot openbaarmaking daarvan. Daarom is het tonen van foto’s op een forumpagina van de eigen website door middel van een zogenoemde deep-link. aan te merken als een onrechtmatige vorm van openbaarmaking in de zin van de Auteurswet, nu Nieuw
Rechts als beheerder van die site, die openbaarmaking faciliteert en gedoogt. Het hierop gerichte verweer van Nieuw Rechts wordt daarom gepasseerd. Ook het plaatsen van de foto’s (nu wel) voorzien van naamsaanduiding is en blijft onrechtmatig jegens de auteursrechthebbende fotograaf indien dit plaatsen zonder diens instemming gebeurt, terwijl het evenmin terzake doende is of de inbreukmaker op het auteursrecht al dan niet een ideële organisatie is. Het niet beveiligd zijn van de website van Schlijper doet geen afbreuk aan de beschermende werking van de Auteurswet, terwijl het achterwege laten van beveiligingen geen instemming impliceert met openbaarmaking zonder toestemming van de rechthebbende. De slotsom is dat geen van de verweren doel treft, zodat vastgesteld wordt dat Nieuw Rechts in strijd heeft gehandeld met het auteursrecht van Schlijper door diens werk zonder diens toestemming op de website van Nieuw Rechts openbaar te maken. Deze inbreuk is onrechtmatig en heeft tot gevolg dat Nieuw Rechts schadeplichtig is jegens Schlijper. Voldoende aannemelijk is dat Schlijper door het handelen van Nieuw Rechts schade heeft geleden in de vorm van inkomstenderving. Nu aan Schlijper niet zijn toestemming is gevraagd is hem de mogelijkheid onthouden om zijn toestemming te weigeren, dan wel om vooraf zijn prijs te bepalen. Voor de bepaling van de omvang van de schade wordt aansluiting gezocht bij de algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie en de daarin genoemde richtprijzen. Nu tevens als onweersproken gelaten vaststaat dat het gaat om drie foto’s met een maat in pixels van 400 x 600 en een gebruiksduur tot een jaar, op een pagina die één niveau dieper ligt dan de openings- of homepage, is de gevorderde schadevergoeding berekend conform voormelde algemene voorwaarden en toewijsbaar. Het argument van Nieuw Rechts dat toewijzing van de vordering het functioneren van de voorzitter van Nieuw Rechts als gemeenteraadslid in de stad Rotterdam in gevaar brengt, staat – wat ook zij van de feitelijke juistheid van deze stelling – aan de toewijzing van de vordering niet in de weg. In het hierboven overwogene ligt besloten dat Schlijper recht heeft op en belang heeft bij de gevorderde verwijdering van de drie litigieuze foto’s van Schlijper van de website van Nieuw Rechts, voor zover deze daarop nog geplaatst staan. De gevorderde dwangsommen worden gematigd en aan een maximum gebonden. De meegevorderde buitengerechtelijke incassokosten, zijn redelijkerwijs gemaakt en redelijk nu deze berekend zijn conform het gebruikelijke tarief. De gevorderde wettelijke rente is als gegrond op de wet voor toewijzing vatbaar. Nieuw Rechts wordt als de in het ongelijk gestelde partij, verwezen in de kosten van dit geding. 4. De beslissing de kantonrechter,
veroordeelt Nieuw Rechts om aan Schlijper tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 3.885,75, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over € 3.435,75 vanaf 20 februari 2004 tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt Nieuw Rechts om de drie ten processe bedoelde foto’s Van Schlijper van haar website te verwijderen binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag of een gedeelte daarvan tot een maximum van € 10.000,- indien en zo lang Nieuw Rechts in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen; veroordeelt Nieuw Rechts in de kosten van dit geding aan de zijde van Schlijper tot op heden vastgesteld op € 260,40 aan verschotten en op € 450,- aan salaris voor de gemachtigde van Schlijper; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde. Noot K.J. Koelman Wie een afbeelding op een webpagina wil zetten, moet daartoe in die pagina een hyperlink aanbrengen naar de afbeelding. De bezoeker van de pagina ziet zo’n link niet. Zijn browser activeert de link automatisch en plaatst de afbeelding vervolgens daar waar de webpagina aangeeft dat dit moet gebeuren. Voor de bezoeker lijken de pagina en de afbeelding één geheel te vormen. Maar in feite zijn de pagina en een daarop voorkomende afbeelding twee verschillende bestanden. Vaak staan zij op één en dezelfde server. Het is echter ook mogelijk dat in een webpagina wordt gelinkt naar een afbeelding die elders op een server staat. Een dergelijke hyperlink wordt een inline link genoemd. Hij wordt ook wel als een variant van de framed link beschouwd. Maar meestal wordt met het laatste gedoeld op een elektronische verwijzing naar een complete pagina – en dus niet naar een enkele afbeelding – die zich in de verwijzende pagina opent. In casu waren – kennelijk – door een gebruiker van het forum van de website van de Rotterdamse partij ‘Nieuw Rechts’ (NR) inline links aangebracht naar foto’s van Schlijper, zodanig dat de foto’s die op Schlijpers eigen server stonden, deel leken uit te maken van de site van NR. Zonder veel omhaal oordeelt de kantonrechter dat NR daardoor openbaar maakt. Dit is de eerste Nederlandse rechter die hyperlinken uitdrukkelijk als openbaar maken kwalificeert. Andere rechters deden het impliciet,1 gingen de kwestie uit de weg,2 oordeelden dat linken naar elders beschikbaar gestelde bestanden juist géén openbaarmaking oplevert3 of dat elektronisch verwijzen, behoudens bijzondere omstandigheden, niet onrechtmatig is.4 Vanuit technisch oogpunt is het belangrijkste verschil tussen de inline link en de ‘gewone’ hyperlink dat de eerste automatisch wordt geactiveerd, terwijl de tweede door de bezoeker moet worden ‘aangeklikt’. Dient het enkele feit dat er wel of niet moet worden ‘geklikt’ voordat de link zich opent, beslissend te zijn voor de vraag of er is openbaar gemaakt in de zin van de wet? Er zijn geen precedenten die aanleiding geven dit aan te nemen. Indien de ‘klik’ echter niet doorslaggevend zou 1
Vzr. Rb. Leeuwarden 30 oktober 2003, AMI 2004, p. 32 (Vriend/Batavus). Pres. Rb. Rotterdam 22 augustus 2000, Informatierecht/AMI 2000, p. 205 (kranten.com). 3 Rb. Haarlem 12 mei 2004, AMI 2004, p. 18 (zoekMP3). 4 HR 22 maart 2002, NJ 2003, 149 (NVM/Telegraaf); zie voor een Amerikaanse zaak over inline linken Kelly v. Arriba Soft Corp., 280 F.3d 934 (9th Cir. 2002). 2
zijn en deze manier van elektronisch verwijzen als een vorm van openbaar maken moet worden beschouwd, dan zou voor iedere andere vorm van hyperlinken in beginsel eveneens toestemming moeten worden gevraagd. Dat kan tot gevolg kan hebben dat er minder links worden gelegd, waardoor het World Wide Web aan nut kan verliezen. Optisch is het voornaamste onderscheid dat het werk waarnaar een inline link is aangebracht deel lijkt uit te maken van de pagina die ernaar verwijst, terwijl dit bij een reguliere link niet het geval is. De indruk die wordt gewekt is echter niet relevant voor de kwalificatie als openbaarmaking. Maar zij kan wel van belang zijn in het kader van een beroep op de morele rechten. Nu de foto’s werden gebruikt op een site waarvan de overtuiging misschien niet strookt met die van de fotograaf, valt te betogen dat ze werden tentoongesteld in een omgeving ‘van min allooi’ en dat daarom van ‘aantasting’ in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Aw sprake was.5 Indien de bron niet bij een afbeelding wordt genoemd, kan ook het persoonlijkheidsrecht op naamsvermelding worden geschonden. Verder kan het een onrechtmatige daad opleveren, wanneer door een link aan te brengen onnodig verwarring wordt gesticht of er sprake is van misleiding.6 Kortom, ook indien inline linken géén openbaarmaking oplevert, staat de rechthebbende niet altijd machteloos. Maar hij zou waarschijnlijk niet kunnen optreden, als een werk met een inline link in een webpagina wordt verwerkt, daarbij de bron wordt vermeldt, met die bronvermelding verwarring en misleiding geacht wordt te zijn vermeden en bovendien onmogelijk kan worden gezegd dat het gebruik nadeel kan toebrengen aan de naam van de maker in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Aw, bijvoorbeeld omdat sprake is van een bijzonder respectabele site. De vraag is of dit onwenselijk is. Het is wellicht even (on)wenselijk als de enigszins vergelijkbare situatie die door artikel 18 Aw wordt teweeggebracht, waardoor werken die permanent op openbare plaatsen staan vrijelijk kunnen worden gebruikt. Het zou overigens wel merkwaardig zijn, indien een maker zonder meer een actie heeft, wanneer een websitehouder een afbeelding naar diens eigen server kopieert en vervolgens daarnaar een inline link aanbrengt – er wordt dan immers verveelvoudigd – maar de maker niet zou kunnen optreden, wanneer de link leidt naar dezelfde afbeelding, terwijl die afbeelding op de oorspronkelijke plaats staat. Technisch is de wijze waarop het werk wordt gebruikt verschillend, maar optisch of economisch is er eigenlijk geen verschil. Wederom kan men de vraag stellen of een dergelijk technisch onderscheid bepalend moet zijn voor de juridische positie van partijen. Tot slot over de positie van NR als forumhouder. Als er al sprake is van een openbaarmaking, dan is het nog niet vanzelfsprekend dat NR ook inbreukmaker is. Blijkbaar waren de links aangebracht door een gebruiker van het forum en niet door NR zelf. Verdedigbaar is dat de politieke partij slechts de faciliteiten verstrekte die anderen in de gelegenheid stelden openbaar te maken en daarom niet zelf (ook) als openbaarmaker moet worden aangemerkt.7 Maar als inline linken inbreukmakend is, kan een forumhouder onzorgvuldig handelen, indien hij een verwijzing niet weghaalt na een kennisgeving te hebben verkregen waarin hem op de inbreuk wordt gewezen en aan de juistheid van die kennisgeving redelijkerwijs niet kan worden getwijfeld.8 In het onderhavige geval kan er reden tot twijfel zijn geweest over het inbreukmakende karakter van de handeling; niet alleen is niet 5
Vgl. Pres. Rb. Utrecht 28 december 1989, KG 616, 89 (Centrumdemocratenprogramma). Zie R.D. Chavannes, ‘Hype of echt link?’, JAVI 2003, p. 5-6. 7 Vgl. overw. 27 bij de Auteursrechtrichtlijn. 8 Vgl. Rb. Haarlem 12 mei 2004 (noot 3); Rb. Den Haag 9 juni 1999, Informatierecht/AMI 1999, p. 110 (Scientology/XS4all); Vzr. Rb. Amsterdam 25 april 2002, Computerrecht 2002, p. 309 (Deutche Bahn/XS4all); Vzr. Rb. Amsterdam 20 juni 2002, Computerrecht 2002, p. 311 (Deutsche Bahn/Indymedia). 6
onmiskenbaar dat er sprake is van openbaarmaking, ook is denkbaar dat een inline link onder omstandigheden een wettelijk toegestaan citaat kan zijn. * * *