De sportleider als lesgever SB 3 & 4
Uitgeverij Angerenstein
profi-leren SB
Colofon Titel:
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
Isbn:
978-90-85241-64-5, tweede herziene druk
Uitgever:
Uitgeverij Angerenstein
Postbus 2056
6802 CB Arnhem
© uitgeverij Angerenstein 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
2
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
Inleiding Profi-leren SB is een complete serie leermiddelen voor de competentiegerichte kwalificatiestructuur Sport & Bewegen. Profi-leren SB bestaat uit boeken, opdrachten- en beoordelingsmagazijnen én gratis extra digitale content-thema’s, een zoekmachine en diagnostische kennistoetsen.
Vier boeken Sport & Bewegen niveau 3 & 4 Dit boek is een van de vier boeken voor de nieuwe opleiding Sport en Bewegen niveau 3 & 4. De inhoud van deze boeken is gebaseerd op de werkprocessen uit het competentiegerichte kwalificatiedossier Sport en Bewegen niveau 3 & 4. In het schema hieronder staan de boeken en opdrachtenmagazijnen (cobm) van Profi-leren SB.
Niveau 4 Bewegingsagoog; SB 4 Sportmanager; SB 4 + COBM (kerntaak 5) + COBM (kerntaak 6)
BOS-medewerker; SB 4 Trainer-coach; SB 4 + COBM (kerntaak 5) + COBM (kerntaak 5)
• SB-projecten coördineren; SB 4 (kerntaak 4) Niveau 3
• De sportleider als lesgever; SB 3 & 4 (kerntaak 1 deel A) • De sportleider als begeleider; SB 3 & 4 (kerntaak 1 deel B) • De sportleider als trainer-coach; SB 3 & 4 (kerntaak 1 deel C) • De sportleider als organisator en SB-functionaris; SB 3 & 4 (kerntaken 2 en 3)
}
+ COBM SB 3
Niveau 2 Sport- en bewegingsbegeleider; SB 2 (kerntaken 1+2) + COBM SB 2
Inleiding
3
Ieder boek bevat die thema’s die de sb’er-in-opleiding gedurende zijn/haar opleiding veelvuldig moet raadplegen als achtergrondinformatie bij het werken aan bijvoorbeeld: •
opdrachten;
• taken; • beroepsproducten; • prestaties.
De thema’s van ´De sportleider als lesgever´ ´De sportleider als lesgever; SB 3 & 4´ bevat de volgende 12 thema’s: 1 Een didactisch model 2 Motorisch, cognitief en sociaal-affectief gedrag 3 De beginsituatie 4 Doelstellingen 5 Planning 6 De lesopbouw 7 Organisatie 8 Bewegingsvormen 9 Didactische werkvormen 10 Presenteren 11 Leertheorieën 12 Evaluatie (Aanvullende thema’s staan als digitale content – thema’s (dc-thema’s), op www.profi-leren.nl.)
4
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
De formule van de thema´s De Profi-leren SB - boeken kennen de volgende formule:
Theorie met voorbeelden De thema’s bevatten de naslag die relevant is de sb’er-in-opleiding. De theorie wordt verlevendigd met voorbeelden uit het sb-werkveld. Aanvullende thema’s staan als digitale content – thema’s (dc-thema’s), op www.profi-leren.nl.
Mini-samenvattingen De theorie is opgehangen aan mini-samenvattingen. Deze mini-samenvattingen zijn voor de school als powerpointpresentatie verkrijgbaar.
Tips voor de praktijk Vrijwel ieder thema wordt afgesloten met praktijktips: handvatten voor de sb’er-in-opleiding voor bpv en/of werk.
Profi-leren SB Op www.profi-leren.nl staat gratis: •
extra digitale content (dc-thema’s), met onderwerpen die minder frequent geraadpleegd hoeven te worden, of thema’s waarvan de inhoud te snel verandert.
•
diagnostische kennistoetsen bij ieder thema uit de boeken, waardoor er voor de school een databank met meerkeuzevragen beschikbaar is van zo’n duizenden vragen;
•
een zoekmachine die verwijst naar thema’s uit de boeken en/of direct toegang geeft tot thema’s die direct gedownload kunnen worden;
•
verwerkingsopdrachten bij ieder thema uit dit boek.
Verwijzingen In de boeken wordt verwezen naar thema’s binnen anderen sb-boeken. Niet naar dc-thema’s op www.profi-leren.nl omdat de thema’s daar wisselend zijn. In alle gevallen kan de lezer via de zoekmachine op www.profi-leren.nl of via de trefwoordenlijsten achterin de boeken vinden wat, waar staat.
Inleiding
5
Opdrachten- en beoordelingsmagazijnen SB Naast de boeken zijn er voor de sb-opleidingen competentiegerichte opdrachten- en beoordelingsmagazijnen beschikbaar. Zo’n magazijn bevat opdrachten met (competentiegerichte) beoordelingsprotocollen voor het portfolio en proeven van bekwaamheid. Bij ieder opdracht ziet de leerling welke thema’s als naslag dienen bij die opdracht. Dit digitale magazijn is verkrijgbaar met een licentie. Veel plezier en succes in het werken met dit boek.
6
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
Inhoud Thema 1 Een didactisch model
Thema 5 Planning
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
5.1 5.2
Inleiding.......................................................................................9 Didactiek....................................................................................11 Didactische sleutelvragen..........................................................13 Didactisch model.......................................................................14 Tips voor de praktijk...................................................................17
Thema 2 Motorisch, cognitief en sociaal-affectief gedrag 2.1 2.2 2.3 2.4
Inleiding.....................................................................................19 Motorisch, cognitief en sociaal-affectief gedrag.........................20 Wisselwerking tussen de drie gebieden.....................................23 Tips voor de praktijk...................................................................24
Thema 3 De beginsituatie 3.1 3.2 3.4 3.5
3.6
Inleiding.....................................................................................25 Wat is een beginsituatie(analyse)?.............................................26 Hoe ga je te werk bij het analyseren van de beginsituatie? .......32 De beginsituatiefactoren............................................................33 3.5.1 De beginsituatie van de groep......................................33 3.5.2 De beginsituatie van het individu.................................42 3.5.3 De beginsituatie van de lesgever..................................44 3.5.4 De beginsituatie van de randvoorwaarden...................47 Tips voor de praktijk...................................................................49
Thema 4 Doelstellingen 4.1 4.2 4.3 4.4
4.5 4.6
Inleiding.....................................................................................53 Doelstellingen; wat en waarom.................................................54 De plaats van doelstellingen in het didactisch model.................57 Soorten doelstellingen...............................................................62 4.4.1 Doelstelling op basis van gedragsaspecten..................62 4.4.2 Doelstellingen naar termijn..........................................64 Het formuleren van kortetermijndoelstellingen (lesdoelstellingen).....................................................................66 Tips voor de praktijk...................................................................75
Inleiding.....................................................................................77 Wat verstaan we onder planning?..............................................78
5.3 5.4
Functies van planning ...............................................................79 Soorten planning.......................................................................81 5.4.1 De doelgroep en de situatie als vertrekpunt.................81 5.4.2 De tijd als vertrekpunt .................................................83 5.5 Macroplanning...........................................................................85 5.6 Mesoplanning ...........................................................................86 5.7 Tips voor de praktijk...................................................................90 Thema 6 De lesopbouw 6.1 6.2 6.3 6.4
6.5 6.6
6.7
Inleiding.....................................................................................95 Plaats van de lesopbouw binnen het didactisch model..............96 Wat is een standaardopbouw van een les?.................................97 Het begin van een les.................................................................99 6.4.1 De lesintroductie..........................................................99 6.4.2 Warming-up of inleiding............................................100 6.4.3 Warming-up...............................................................102 6.4.4 Inleiding.....................................................................103 De kern van de les....................................................................104 Het einde van de les ................................................................109 6.6.1 Cooling-down of speelse bewegingsvormen..............109 6.6.2 Lesafsluiting...............................................................110 Tips voor de praktijk.................................................................111
Thema 7 Organisatie 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
7.6 7.7 7.8 7.9
Inleiding...................................................................................115 Wat is organiseren?..................................................................116 De functies van het organiseren...............................................117 Plaats van organisatie binnen het didactisch model................122 Opstellingen.............................................................................123 7.5.1 Opstelling van lesgever, deelnemers en materiaal......123 7.5.2 Opstellingen starten, aanpassen en veranderen.........123 7.5.3 Enkele basisopstellingen............................................125 De organisatiemomenten........................................................127 Differentiatie............................................................................129 Organisatie van spel.................................................................131 Tips voor de praktijk.................................................................132
Inhoud Inleiding
7
Thema 8 Bewegingsvormen
Thema 11 Leertheorieën
8.1 8.2 8.3 8.4
11.1 11.2 11.3 11.4
8.5
8.6
Inleiding...................................................................................145 Wat verstaan we onder bewegingsvormen?.............................146 Plaats van bewegingsvormen in het didactisch model.............147 Het kiezen van bewegingsvormen...........................................149 8.4.1 Eisen vanuit het didactisch model..............................150 8.4.2 Eisen waaraan bewegingsvormen moeten voldoen...152 Methodiek................................................................................159 8.5.1 Wat is methodiek?......................................................159 8.5.2 Algemeen methodische principes..............................160 8.5.3 Methoden: deelmethode en totaalmethode..............164 8.5.4 Leergang....................................................................167 8.5.5 Methodisch-didactische hulpmiddelen......................168 Tips voor de praktijk.................................................................169
Thema 9 Didactische werkvormen 9.1 9.2 9.3 9.4
9.5
9.6
9.7 9.8
Inleiding...................................................................................175 Wat zijn didactische werkvormen?...........................................176 De plaats van didactische werkvormen in het didactisch model......................................................................179 Indeling van didactische werkvormen......................................180 9.4.1 Organisatorisch . ........................................................180 9.4.2 Wijze van aanbieden .................................................180 9.4.3 Open en gesloten . .....................................................181 De keuze van didactische werkvormen.....................................182 9.5.1 Beginsituatie .............................................................182 9.5.2 Doelstelling ...............................................................183 9.5.3 Bewegingsvormen (sport- en bewegingsactiviteiten) .............................183 Didactische werkvormen..........................................................184 9.6.1 Indeling naar organisatie................................................184 9.6.2 Indeling naar wijze van aanbieden.............................187 9.6.3 Indeling naar ruimte die de lesgever biedt.................193 Didactische hulpmiddelen.......................................................196 Tips voor de praktijk.................................................................197
Thema 10 Presenteren 10.1 Inleiding...................................................................................203 10.2 Het belang van presenteren.....................................................204 10.3 Succesvol presenteren..............................................................206 10.3.1 De voorbereiding van een presentatie........................206 10.3.2 Verbale communicatie................................................208 10.3.3 Non-verbale aspecten van presenteren .....................209 10.5 Voorbeeldfunctie.....................................................................215 10.6 Tips voor de praktijk.................................................................218
8
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
Inleiding...................................................................................223 Wat is leren?.............................................................................224 Vormen van leren.....................................................................226 Sociaal-affectief leren..............................................................228 11.4.1 Omschrijving sociaal-affectief leren...........................228 11.4.2 Het bereiken van sociaal-affectieve doelstellingen.....230 11.5 Cognitief leren..........................................................................233 11.6 Motorisch leren........................................................................236 11.7 Input tijdens het motorisch leerproces.....................................237 11.7.1 Visuele instructie........................................................238 11.7.2 Auditieve instructie....................................................239 11.7.3 Tactiele of manuele instructie....................................243 11.7.4 Mentale instructie......................................................243 11.8 De persoon binnen het motorisch leerproces...........................245 11.8.1 MHV-patroon..............................................................246 11.8.2 Aanpakgedrag............................................................248 11.9 Feedback tijdens het motorisch leerproces...............................253 11.9.1 Feedback over bewegingsverloop versus feedback over (eind)resultaat ....................................253 11.9.2 Intrinsieke versus extrinsieke feedback......................254 11.10 Fasen van het motorisch leerproces..........................................258 11.11 Kwantiteit van de les................................................................263 11.12 Tips voor de praktijk.................................................................267 Thema 12 Evaluatie 12.1 Inleiding...................................................................................271 12.2 Wat is evalueren en waarom doe je dat?..................................272 12.2.1 Wat verstaan we onder evaluatie?..............................272 12.2.2 Waarom evalueren we?..............................................273 12.3 Plaats van de evaluatie binnen het didactisch model ..............275 12.4 Evaluatievormen .....................................................................276 12.4.1 Productevaluatie........................................................276 12.4.2 Procesevaluatie..........................................................278 12.5 Evaluatiemethoden..................................................................280 12.5.1 Evaluatiemethoden voor productevaluatie.................280 12.5.2 Evaluatiemethoden voor procesevaluatie...................282 12.6 Evaluatie-instrumenten...........................................................283 12.7 Tips voor in praktijk..................................................................284 Bijlage: Lesvoorbereidingsformulieren .......................................287 Index ....................................................................................299
Thema
1
Een didactisch model
1.1 Inleiding Het aanbieden van sport- en bewegingsactiviteiten is één van de belangrijkste kerntaken van de sport- en bewegingsleider. Deze taak houdt in dat je lessen of trainingen geeft. We noemen dat les- en leidinggeven. In dit boek gaan we je stapsgewijs duidelijk maken hoe je het beste kunt les- en leidinggeven. Je zult beginnen met observeren, vervolgens assisteren om vervolgens onderdelen van lessen zelfstandig te kunnen geven. Uiteindelijk kun je hele lessen en trainingen volledig zelfstandig voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Tijdens je werk als sport- en bewegingsleider krijg je te maken met heel verschillende groepen mensen. Het kan gaan om mensen in verschillende leeftijdsfasen, om mensen met én zonder beperking en om mensen met verschillende culturele achtergronden. Aan al deze groepen moet je les en leiding kunnen geven. Het les- en leidinggeven vormt de kern van je toekomstig beroep. Lesgeven is een complexe vaardigheid waar veel bij komt kijken. Wat wil ik precies bereiken met dit groepje? Welke oefeningen kan ik deze groep het beste laten doen? Hoe vaak moet ik die oefening herhalen, zodat ze het zo goed mogelijk leren? Hoe kan ik mijn les het beste organiseren? Welke aanwijzingen geef ik? In dit boek proberen we op al deze vragen antwoord te geven. Veel mensen hebben zich verdiept in hoe les- en leidinggeven het beste kan gebeuren. Ondanks dat daar veel verschillende meningen over bestaan, zijn er ook diverse zaken waar iedereen het over eens is. De wetenschap die zich bezig houdt met hoe je het beste dingen aan anderen kun aanleren of kunt onderwijzen, wordt de didactiek genoemd. In dit thema gaan we in op wat we onder didactiek verstaan en wat de didactische sleutelvragen zijn. Daarna bespreken we het didactisch model.
Thema 1 Een didactisch model
9
De inhoud van dit thema: 1.2 Didactiek 1.3 Didactische sleutelvragen 1.4 Didactisch model 1.5 Tips voor de praktijk
1-1
Les- en leidinggeven: jouw toekomstig beroep
10
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
1.2 Didactiek De grote verschillen in het werkveld van sport en bewegen maken het de opleiding niet makkelijk om studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op het ‘lesgeven’. Er zijn echter wel een aantal algemene en specifieke vakbekwaamheden waarover je als lesgever moet beschikken. Deze vakbekwaamheden staan los van het werkveld waar je in werkt en van de doelgroep waarmee je gaat werken. We bedoelen met vakbekwaamheden: vaardigheden die elke lesgever moet beheersen om het vak van sport- en bewegingsleider goed te kunnen uitoefenen. Je moet deze vaardigheden beheersen om mensen op een geschikte wijze te laten bewegen. Daarbij komt natuurlijk dat je een bepaalde houding of mentaliteit moet hebben om je beroep met succes en voldoening te kunnen uitoefenen. Dit komt ook tot uitdrukking in de manier waarop je als sport- en bewegingsleider leiding geeft of anderen begeleidt. Zoals al eerder genoemd is het lesgeven een complexe vaardigheid, waar veel factoren een rol bij spelen. Tijdens je hele opleiding zul je vooral bezig zijn met het praktisch oefenen van het lesgeven. Je moet vooral véél lesgeven om het goed onder de knie te krijgen. De praktische invulling (het werkelijke lesgeven) wordt ondersteund door theoretische kennis die je kan helpen om een betere lesgever te worden. Het kan daarbij gaan om theorie over doelgroepen en hoe je daarmee het best om kunt gaan. Deze theorie wordt de psychologie en pedagogiek genoemd. In het boek ‘De sportleider als begeleider’ besteden we hier aandacht aan. De theorie kan ook gaan over hoe je het beste kunt les- en leidinggeven. Deze theorie wordt de didactiek genoemd. Didactiek:
de theorie van les- en leidinggeven
1-2
Thema 1 Een didactisch model
11
De didactiek bestudeert hoe je een ander het beste iets kunt aanleren. Het geeft antwoord op vragen als: • Hoe moet ik een les opbouwen? • Hoe houd ik een groep geconcentreerd? • Hoe kan ik materialen (kast, basketbal) en hulpmiddelen (matje, lintje, fluit) gebruiken? Als we het over didactiek hebben, dan hebben we het dus over de theorie van het les- en leidinggeven. Gaat het over de theorie van het les- en leidinggeven in sport- en bewegingssituaties, dan wordt ook wel gesproken over bewegingsdidactiek. Je zou kunnen zeggen dat de bewegingsdidactiek een onderdeel is van de algemene didactiek. Planmatig werken
Met het les- en leidinggeven wil je iets bereiken. Iets bereiken lukt meestal beter als je het planmatig of systematisch aanpakt. Dat geldt zeker voor zo’n moeilijke vaardigheid als lesgeven. Kenmerkend voor een professionele uitoefening van je beroep is, dat je systematisch te werk gaat. Je doet het niet zomaar, maar je doet het doordacht. Dit systematisch werken wordt ook wel planmatig werken genoemd. Je werkt volgens een vooraf opgesteld plan. Het plan dat je gebruikt bij het lesgeven bestaat uit drie belangrijke stappen of fasen. Planmatig werken: • voorbereiden of plannen • uitvoeren of realiseren • evalueren
1-3
Je kunt ook zeggen dat het proces van les- en leidingeven uit drie fasen bestaat: voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Het voorbereiden en plannen doe je vooraf. Je denkt onder andere na over wat je wilt bereiken en hoe je dit het beste kunt doen. Na deze voorbereiding ga je de les volgens plan uitvoeren. Je probeert de doelstellingen die je vooraf hebt vastgelegd systematisch te realiseren. Na afloop van de les evalueer je wat je gedaan hebt en je kijkt of je je doelen bereikt hebt. Je bedenkt ook hoe je het een volgende keer nog beter kunt doen.
12
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
1.3 Didactische sleutelvragen Bij het planmatig werken is het handig om jezelf een aantal vragen te stellen. Deze vragen stel jij je in alle drie de fasen van het lesgeefproces. Omdat deze vragen te maken hebben met de theorie van het lesgeven, zijn het in feite didactische vragen. Je begrijpt dat er een heleboel didactische vragen te stellen zijn. Toch blijken er vier vragen van groot belang te zijn bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van lessen. Deze vragen vormen eigenlijk de sleutel tot het geven van een goede les en worden dan ook didactische sleutelvragen genoemd. Didactische sleutelvragen: 1 Waar moet ik beginnen? Wat is de beginsituatie? 2 Wat wil ik bereiken? Wat zijn mijn doelstellingen? 3 Hoe ga ik de les geven? 4 Heb ik mijn doel bereikt? Wat levert evaluatie van de les mij op? 1-4
Binnen deze vier kernvragen kunnen nog een aantal deelvragen gesteld worden: 1 Beginsituatie: waar moet ik beginnen? • Aan welke groep/individuen moet ik de les geven? • Over welke vaardigheden moet ik beschikken om deze les te kunnen geven? • Onder welke omstandigheden moet ik de les geven? 2 Doelstelling: wat wil ik bereiken? • Wat moeten de sb-deelnemers aan het einde van de les minimaal kunnen? • Onder welke omstandigheden moeten ze dat kunnen? 3 Les of training: hoe ga ik de les geven? • Hoe ga ik de les opbouwen, samenstellen? • Welke bewegingsvormen kies ik en hoe kies ik ze? • Hoe kan ik de les organiseren en welke leermiddelen gebruik ik? • Welke didactische werkvormen ga ik toepassen? 4 Evaluatie: heb ik mijn doel bereikt? • Wat is het resultaat van de les? • Hoe is dat resultaat tot stand gekomen?
Thema 1 Een didactisch model
13
1.4 Didactisch model De didactische sleutelvragen kunnen we weergeven in een schema waaruit de volgorde van aanpak bij het lesgeven duidelijk wordt. We noemen zo’n schema een model. Een model is een schematische weergave van de praktijk. In onze situatie is het een weergave van de lesgeefpraktijk, ofwel de didactische praktijk. We noemen het dan ook een didactisch model. In de didactiek worden diverse didactische modellen beschreven. We gebruiken het model van Van Gelder als uitgangspunt voor het les- en leidinggeven. Het model heeft vier componenten. Deze sluiten aan bij de vier didactische sleutelvragen.
Beginsituatie
Doelstelling
Les/Training
Lesopbouw
Organisatie
Bewegingsvormen
Didactische werkvormen
Evaluatie Componenten of pijlers van het didactisch model: 1 de beginsituatie 2 de doelstelling 3 de les of training 4 de evaluatie
1-5
14
De sportleider als lesgever; SB 3 & 4
In het didactisch model zijn de vier componenten door pijlen met elkaar verbonden. Deze pijlen geven de onderlinge verhouding tussen de componenten weer. Ze geven dus de weg aan waarlangs het hele lesgeefproces verloopt. Zo is te zien dat er een wisselwerking bestaat tussen de beginsituatie en de doelstelling en dat deze beide bepalend zijn voor de invulling van de les of training. Verder geven de pijlen aan dat de evaluatie volgt na en uit de les of training. Als je de pijlen nog verder volgt, zie je dat de resultaten van een voorgaande les (evaluatie) de planning van de eerstvolgende les beïnvloeden. Kevin moet voor het eerst basketbaltraining geven aan groep 7/8 van de basisschool. Hij heeft de balvaardigheid van de leerlingen geobserveerd tijdens een paar korfballessen. Kevin stemt zijn doelstellingen voor de basketballes af op wat hij hier gezien heeft en laat de leerlingen na wat inleidende activiteiten 3 tegen 2 op één basket spelen. Na een aantal lessen is het vaardigheidsniveau van de kinderen flink toegenomen en is daarmee de beginsituatie veranderd. Kevin besluit nu om vijf tegen vijf te gaan spelen op een heel veld.
Het didactisch model: • is een schematische weergave van het lesgeefproces • komt voort uit vier didactische sleutelvragen • kent vier componenten: beginsituatie, doelstellingen, les of training en evaluatie • kent drie fasen van handelen: plannen, realiseren en evalueren 1-6
Het didactisch model kunnen we in drie fasen verdelen: 1 Handelingen die je als lesgever moet uitvoeren voor de les (voorbereiden/plannen): doelen bepalen en de beginsituatie analyseren. 2 Handelingen die je als lesgever moet uitvoeren tijdens de les (uitvoeren/realiseren): de les goed indelen, organiseren en bewegingsvormen aanbieden. 3 Handelingen die je als lesgever moet uitvoeren na de les (evalueren).
Thema 1 Een didactisch model
15