_magazine] Detector magazine is een verenigingsblad van ''De Detector A mateur" en verschijnt elke 2 maanden. Redactieadres: De Detector Amateur Hanebalken 153 9205 CL Drachten Tel 05120-30403 Advertenties: Tarieven op aanvraag bij redactie. Het bestuw" behoudt zich het recht voor adve11enties zonder opgave van redenen te weigeren. Redactie: CE. Leenheer
z
o LL.
o.J o
U
Adviseurs en medewerkers redactie: G. Henzen Dr. K.PI Faber H.EI van Beuningen Dr. ir. G.M.M. Houben B. Dubbe C van Hengel MA. Holtman K. Kerkvliet D. Dijs ]. van Bergen W Kuypers RI Bos C van Baarle F. Lodewijk (fotografie) Vormgeving en layout: A.M. W Leenheer N. Leenheer Druk: Necumdruk, Drachten © Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verueelvuldigd el1/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm ofop welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de redaktie.
Losse nummers f 9,-
I
N
H
u
o
D
De slag bij Waterloo Vervolg op zo maar een stukje weiland Dealerpagina Metrieke messing knopgewichten Romeinse schijffibulae
•• 7 13 16 17 23
Draken en slangen
2S
Vraagbaak
30
De kerk of kapel van het Jouster kerkhof
31 3S
Gebruikerservaring : Compass Coin Pro II
Kopij en advertenties voor het volgende nummer dienen 15 september a.s. binnen te zijn.
BESTUUR Voorzitter. Vice-voorzitter. Ie Secretaris: 2e Secretaris: Penningmeester. Ie Bestuurslid: Hoofdredacteur.
T Kolkman
Rembrandtstraat 23 Zetveld 12 Holwortel 56 D. Massaut Antillenweg 82 W. Woudstra Melkemastate 16 D. Eekhof Pealskar 47 eB. Leenheer Hanebalken 153 L. Haak P. Massaut
7391 9/02 8935 8931
BB Twello LM Drachten LJ Leeuwarden CA Leeuwarden 8925 AP Leeuwarden 850 I TL Joure 9205 CL Drachten
05712-72837 05120-22804 058-881204 058-886541 058-66/818 05 I20-30403
LIDMAATSCHAP Het lidmaatschap van deze vereniging loopt altijd per kalenderjaar en wordt zonder opzegging altijd stilzwijgend verlengd met een jaar. Degenen die in de loop van het kalenderjaar toetreden, ontvangen alle reeds eerder verschenen nummers van het lopende jaar. Opzegging dient uiterlijk op I augustus schriftelijk binnen te zijn. De·contributie per lid bedraagt f 45,- per jaar. Voor gezinsleden geldt een aantrekkelijke korting.
Giro: 1675000. Bank: ING nr. 67.80.04.900. t.n.v. De Detector Amateur. Leeuwarden
AWN Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland e bronnen van onze geschiedenis liggen voor een groot deel in de bodem verborgen. Archeologisch onderzoek is een belangrijk middel om dit verhaal van onze voorouders hun leefomgeving en cultuur te construeren. Dat is boeiend: het biedt de mogelijkheid letterlijk oog in oog te komen met de wereld van vroeger. Helaas zijn die bronnen nogal kwetsbaar en het bodemarchief wordt constant bedreigd.
D
Oude resten, hoe diep ze ook liggen, worden steeds vaker vernietigd. De diepe funderingen van nieuwbouw verwoesten veel archeologische gegevens. De bodem verzuurt. Metalen voorwerpen zoals oude munten lossen op. Door ingrepen in het landschap verdwijnen oude cultuurresten, zoals terpen, Romeinse wegen en middeleeuwse kasteelruïnes. Vaak zonder verantwoord onderzocht te zijn. De drieduizend leden van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN) werken met professionele instanties s~men om te redden wat er te redden valt. Maar opgraven mag niet zomaar. De AWN werkt uitsluitend met
toestemming van universitaire archeologische instituten of de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) te Amersfoort. Overal in het land zijn plaatselijke afdelingen van de AWN enthousiast bezig met archeologische veldverkenning, onmisbaar voor verder onderzoek. Maar ook helpen zij bij opgravingen, restaureren zij oude voorwerpen en documenteren het archeologisch werk. Westerheem, het tijdschrift van de AWN, dat ieder lid tweemaandelijks ontvangt, biedt u artikelen over recent onderzoek, archeologisch nieuws, boekbesprekingen en een museumagenda. Ook voor wie niet aktief met archeologie bezig wil zijn is Westerheem zeer leesbaar en interessant. De contributie bedraagt f 55,- per jaar, jeugdleden betalen slechts 33,- per jaar. Voor meer informatie : AWN
Postbus 100 2180 AC Hillegom 038-216418
I_magazine I
toekomst ..... "
Tijd is geld
Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde bestaat dit jaar een eeuw. Het Zeeuws Museum laat dit jubileum niet ongemerkt voorbijgaan en heeft in samenwerking met het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der VVetenschappen, tot en met 8 november een expositie samengesteld onder het motto Tijd is geld, maar zal geld ook tijd worden.
Vuurgeld
Tot 28 augustus is in het provinciehuis te Lelystad een tentoonstelling ingericht van muntvondsten die bij schee psopgravingen in de Ijsselmeer-polders zijn gedaan: "Geld van de Zuiderzeebodem" . Naast de munten zijn er ook loden vuur of bakenloodjes te zien, welke gebruikt werden als betalingsbewijs van de verplichte jaarlijkse bijdrage aan de bebakening van de vaarroutes in de grillige Zuiderzee.
lTluseulTl
Getoond worden onder meer Romeinse, Merovingische en Karolingische munten en enkele Sceattas. Deze laatste munten worden ook wel spokengeld genoemd, omdat er weinig bekend is over hun herkomst. Het museum in de Abdij te Middelburg is geopend van dinsdag tot en met vrijdag 1017 uur, zaterdag tot en met maandag 13.30-17uur.
De komende maanden 3 interessante tentoonstellingen in Rotterdam Een hiervan is in het Schielandhuis in de Korte Hoogstraat. Hier is een nieuwe ruimte, bestemd voor exposities ingericht. In speciaal ontworpen vitrines wordt een selectie van ruim 200 munten uit de erfenis van de Rotterdamse verzamelaar VViliem van Rede (1880 -1953) getoond. De geëxposeerde munten beslaan ongeveer negen eeuwen en geven een niet onbelangrijk deel van onze geschiedenis weer. Er is o.a. een exemplaar van de kleine zilveren penninkjes, die Bernulphus, bisschop van Utrecht in het begin van ~e
NIEUWS I I e eeuw liet slaan, te zien. De tweede is in het Museum van Volkenkunde aan de VVillemskade. Daar is op dit moment de expositie "Bruidsschat en erfenis" te zien. Een tentoonstelling over ruilmiddelen uit het Stille Zuidzeegebied. Hoewel men in die streken nu ook met munten en penningen betaalt, blijft men vasthouden aan het traditionele ruilsysteem bij het afsluiten van bijzondere transacties, zoals bijvoorbeeld een huwelijk. In de tentoonstelling vindt je schelpen, veren en stenen. Er worden voorbeelden getoond uit de verschillende samenlevingen in Oceanië van voorwerpen, die een puur economische betekenis hebben of voornamelijk ceremonieel werden gebruikt. Openingstijden voor beide tentoonstellingen: dagelijks (behalve maandags) van 10.00 - 17.00 uur. Op zon- en feestdagen gelden andere tijden. De derde tentoonstelling is dit najaar in het kader van het Nederlands Numismatisch Jaar. Op 14 november gaat in Belastingmuseum Prof. Dr. van der Poel een tentoonstelling open van hondepenningen onder de titel: "De gemeentelijke hondebelasting: historie en
I_magazine I
Een schat aan munten In Amsterdam is in het Allard Pierson Museum de tentoonstelling "Een schat aan munten" (Romeinse muntschatten) te zien. Bij gebrek aan (vertrouwen in) een bank werd vroeger het kapitaal in de bekende oude sok opgepot, of gewoon in een pot onder de grond gestopt. Dergelijke schatvondsten staan centraal in het APM, bijeengebracht uit zowel privécollecties als enige andere musea. VVanneer de schat intact is, en de vindplaats bekend, kan de samenstelling ervan heel wat vertellen over de eigenaar, de historische setting en de geldcirculatie in de Romeinse tijd. Op de tentoonstelling is ook aandacht voor de ontwikkeling van het oudste muntgeld. Hiervoor heeft het APM de eigen collectie aangevuld met bruiklenen van het Koninklijk Penningkabinet. Tel. 020-5252556; t/m 30 aug., di-vr 10-17, za-zo 13-17
grandioze zoekdag. Mensen hierooor hartelijk wij hopen, dat we op de volgende bedankt en zoekdag weer op jullie kunnen rekenen. Verder wordt er door uw bestuur hard gewerkt aan een samenwerkingsverband met het A. WN. om het zoeken in de toekomst te kunnen waarborgen. Dit neemt echter nogal wat tijd, maar er wordt echt iets aan gedaan. Dit geldt ook voor een lidmaatschapskaart, die komt hoogstwaarschijnlijk in 1993, dus nog even geduld.
Mijmeringen van uw bestuurslid Luitzen Haak.
Twee dagen voor ik op vakantie ga (Denemarken), wil ik toch nog graag het een en ander aan u kwijt. Niet dat ik moeilijk ga doen, nee zomaar wat relaxte hersenspinsels. In de eerste plaats verheugt het mij, dat wij als vereniging, opgericht in januari jl., nu al op korte termijn ons 600e lid mogen verwelkomen. Dit is m. i. toch een teken, dat onze vereniging in een behoefte voorziet. Echter om een gezonde club te worden, die wanneer dat nodig mocht zijn, een vuist kan maken tegen eventuele wetten tegen detectorgebrnik, is het nodig, dat we nog groter worden. Kent u iemand, die ook zoekt, attendeer hem of haar dan op onze vereniging. Is uw zoekmaatje nog geen lid, laat hem ons magazine lezen, wellicht maakt u hem ook lid.
Al met al staan we er redelijk voor. Bedenk wel, dat een vereniging als de onze vrij hoge kosten heeft. Als het meezit draaien we quite. Daarom zou ik willen vragen, aan het gelukkig kleine aantal leden, dat hun contributie nog niet betaald heeft om dit zo snel mogelijk te doen. Dit ter gernststelling van de penningmeester en uzelf. U heeft rechten maar ook plichten. Zo zou ik nog tijden door kunnen gaan, maar dat gaat ook veroelen. Ik hoop dat iedereen gezond en wel de vakantie doorkomt. In den vreemde ofgewoon thuis. Hebt u tijdens de vakantie gezocht en een leuke "vangst" gedaan, laat het ons dan weten. Schrijf uw vakantie eroaringen eens op, teneinde er anderen mee te plezieren.
Van de penningmeester....
Wat gebeurt er met mijn kontributiegeld ? Ons verenigingsblad ziet er volgens mijzelf(en vele anderen) prima uit. Hier is een woord van waardering voor onze redacteur Kees Leenheer zeker op zijn plaats. Al het werk dat hij hieraan besteedt, is geweldig. Ik wil mij niet begeven op het terrein van onze penningmeester Wim. Hij heeft, al merkt u dat als lezer niet, alles keurig op een rij en erg overzichtelijk. Hulde hierooor! Nu heb ik al twee bestuursleden genoemd, maar natuurlijk wil ik de anderen, waaronder de voorzitter, niet tekort doen. Onze voorzitter, secretarissen en bestuurslid Dick zitten echt niet stil. Verder hebben wij ook nog hulp van anderen, denk maar eens aan de
Dit is een vraag die velen van u zich ongetwijfeld wel eens zullen stellen. Ik zal proberen enige duidelijkheid te verschaffen in hoe uw vereniging met haar geld omgaat. Laten we beginnen met de inkomsten: Onze vereniging telt momenteel twee inkomstenbronnen, n.l. - het kontributiegeld van de leden, en - de opbrengsten van advertenties in ons blad. Gezamelijk moeten beide voldoende geld bijeenbrengen om de vereniging te kunnen laten voortbestaan. Zonder deze bijdragen kan er bijv. geen blad uitgebracht worden en is het organiseren van een zoekdag niet mogelijk. De
I_magazine I
vereniging is dus afhankelijk van haar leden en adverteerders. Het verheugt ons dan ook, dat het ledental nog iedere dag groeit.
uitgave dus. En zoals u weet verschijnt ons blad 6 maal perjaar. Rekent u maar uit. En dan spreek ik nog niet eens over de portokosten.
Tegenover ontvangsten staan de onvermijdelijke uitgaven. Het zal u niet verwonderen dat deze, zeker in het beginstadium, de inkomsten ver overtroffen. Denkt u hierbij maar aan de oprichtingskosten (notaris), promotiekosten (mailing), organisatie zoekdag enz. enz. Onlangs is er een computer aangeschaft voor het verzorgen van o.a. de ledenadministratie, de financiële administratie, maken van etiketten, acceptgirokaarten etc.
Overigens doen wij als bestuur er alles aan om de uitgaven tot een minimum te beperken en wij beschouwen ons werk voor de vereniging dan ook als vrijwilligerswerk (hobby). Geen van de bestuursleden ontvangt een vergoeding voor de gemaakte kosten (bijv. vergaderkosten, telefoonkosten, reiskosten, verzendklaar maken van het blad).
Maar het overgrote deel van onze uitgaven komt ten goede aan het verenigingsblad "Detector Magazine)), en dus aan u, de lezer. Onderschat u niet wat zo'n professioneel blad ons als vereniging kost. Om u een idee te geven, een oplage van 1000 exemplaren kost ruim ZES-duizend gulden. Per
U ziet, het kontributiegeld wordt op de enigjuiste manier besteed, het komt geheel ten goede aan de leden en wordt niet uitgegeven aan bijv. een snoepreisje voor het bestuur naar Hawaï. Met vriendelijke groet, Uw penningmeester Honolulu, 16 juli 92
a_magazine I
Vondstregistratie // Hoe moet men een goede vondstregistratie opzetten in de computer? Ik gebruik al enkele jaren het programma PC-File 111, versie 4.0 vanJim Button, en zet hier al mijn vondsten in. Het mooie van dit programma is, dat je alles kunt rangschikken, bijvoorbeeld alle voorwerpen, vindplaatsen of metaalsoorten of een combinatie hiervan. PC-File werkt hetzelfde als het programma dBase, dat zeer bekend is bij computerkenners. Ik heb nu meer dan 1500 voorwerpen in de voorwerpendatabase staan, die ik allemaal gerangschikt heb op nummer. Als ik een tinnen lepel heb gevonden, zet ik er na een schoonmaakbeurt een nummer op met een stift die waterproof is, (Edding 780 extra fijn, wit). Dit nummer zet ik natuurlijk zo onopvallend mogelijk en zo klein mogelijk doch, leesbaar op het voorwerp. Mijn laatst gevonden voorwerp had bijvoorbeeld het nummer 1255, dan wordt de tinnen lepel nummer 1256. Nu zet ik het voorwerp als volgt in de voorwerpendatabase: VOORWERPNR DAT MNDJR VOORWERP MATERIAAL .VINDPLAATS INFORMATIE
; 1256 ; 21 jul 1988 ; Lepel ; tin ; Boekelo, Eschweg. ; In de lepelbak staat een tinmerk (roos en blad). Lepel 2e helft 16e eeuw
Als er iemand op bezoek komt en aan mij vraagt waar ik die tinnen lepel heb gevonden, dan kan ik door simpel intekken van het voorwerpnummer, dat op de lepel staat de gehele informatie binnen een paar seconden op het beeldscherm krijgen. Zo kun je ook een lijst maken van zoekplekken waar de meeste pijpekoppen zijn gevonden, en hierdoor ~an je in de meeste gevallen de conclusie trekken dat op die plek stadsafval is gestort. Zo heb ik ook een aparte database voor de munten gemaakt, omdat je nou eenmaal geen nummer op
een munt kan zetten. Wel kun je een nummer op een muntenhouder zetten, maar omdat niet elke munt zo mooi is om in een muntenhouder op te bergen heb ik een muntendatabase gemaakt, die wel met de voorwerpdatabase correspondeert. Stel nu dat ik een rijksdaalder heb gevonden op dezelfde zoekplek als de tinnen lepel, dan ziet de muntendatabase er als volgr uit: MUNT JAARTAL KWALITEIT MUNTHOUDER VOORWERP NR. INFORMATIE
; Rijksdaalder
; 1874 ;3
;J ; 1256 ; Willem 111 periode.
Als ik meer munten heb gevonden op één zoekplek, dan type ik voor alle munten het eerste voorwerpnummer in (in dit geval 1256) van het eerste voorwerp dat gevonden is op deze zoekplek. Je ziet dat de voorwerpnummers met elkaar corresponderen. Ik heb expres de datum en de vindplaats weggelaten omdat je dan de munten wat sneller in de computer kunt brengen. Als iemand dus wil weten waar ik die rijksdaalder heb gevonden, dan type ik "rijksdaalder, 1874" en ik heb binnen enkele seconden de informatie op het beeldscherm staan zoals die in het laatste voorbeeld. Nu onthoud ik het nummer 1256 (dit nummer kun je natuurlijk ook op de muntenhouder lezen, indien je de munt hebt opgeborgen in een muntenhouder) en verander ik van muntendatabase naar voorwerpdatabase, en type 1256 in, na enkele seconden zie ik dan waar en wanneer ik de munt heb gevonden. Zo kun je ook nog in de muntendatabase een voorwerpnummer intikken, bijvoorbeeld 1256, en zien of je nog meer munten op dezelfde zoekplek hebt gevonden. Als je met een vondstregistratie begint, maak dan na elke 50 vondstregistaties een backup, mocht er dan wat fout gaan, hetzij door een verkeerde handeling of een virus, dan heb je maar 50 voorwerpen opnieuw in te brengen, en niet zoals mij een keer is overkomen, 600 voorwerpen. Doordat ik alles ook nog op kaartjes bij had gehouden en nog steeds bij hou, heb ik alles weer kunnen inbrengen, maar je bent er toch mooi enkele weken mee zoet. Rob vld Kolk, Henglo (0)
I_magazine I
De slag bij 'aterloo Ruud de Heer 1815. Bijna 70.000 doden op één dag, zo lang doorvechten, dat de gewonden en doden een nacht op het slagveld moesten blijven liggen. Dat maakt Waterloo al speciaal. Toch is het de dramatiek van een verloren Keizerrijk, de val van een held, waardoor iedereen die slag kent. Vijftien jaar vechten, vooral na de barre
~
Napoleon Bonaparte
tocht naar Rusland een wanhopige afweerslag, dan het opnieuw wagen; "He found his Waterloo" betekent niet voor niets "eindelijk vond hij zijn meerdere". Was Wellington zijn meerdere? De Engelsen hebben na Waterloo de slag naar zich toe geschreven:
Kurassierszwaard: Franse sabel met het ~iiiiiI~ • •~ vergulde, messing heft en de iets gebogen kling van het type gebruikt door de zware cavalerie in het leger van Napoleon.
de Hollanders· waren lafaards of konden niet vechten: de Prins van Oranje blunderde alleen maar bij Waterloo. Dat hij later de held van Waterloo genoemd werd, was te danken aan de strijd bij
Quatre Bras. Kortom de legendevorming heeft weer toegeslagen. En wat zei Wellington zelf? Hij heeft er voor gezorgd dat de Pruis Blucher, die hem op het nippertje gered had, een flinke beloning kreeg.Wellington heeft nooit meer een slag willen vechten, dus eigenlijk gedroeg hij zich heel bescheiden. Maar waarom dan dat triomfalisme bij de Engelsen? Ze zijn eigenlijk al die tijd verschrikkelijk bang geweest
... De slag bij Waterloo, I 1.00 - 15.00, 18 juni
De Slag bij Waterloo 11.00 -15.00 uur, 18 juni
560
METERS
-
GEALlIEEIlDEN
fRANSEN
CAVALERIE
~
~
ARTILLERIE
+++++
+++++
INFANTERIE
TIRAILLEURS
.::JI:JI:IJ
®
FRANSE AANVAL OPHOUGOUMONT.ll.30UUR
@
AANVAL VAN O·ERLON. '3.30 UUR
.G CHARGE VAN PONSONBY. 10.00 UUR
voor Napoleon, en net als met Michiel de Ruyter wordt de vijand dan enorm beschimpt; de spotpenningen en prenten waren dan ook niet van de lucht. Het Engelse leger had nog niet zo'n lange traditie. Het heeft eigenlijk pas in de Spaanse campagne tegen de Fransen in Spanje onder dezelfde Wellington zijn beslag gekregen. Wat er aan de Engelse kant vocht bij Waterloo was een heel ratjetoe nl. Zuidelijke Nederlanders (nu Belgen), Noordelijke (weinig) Hanoverianen. Daarom begon Wellington de slag al met zoveel bedenkingen. Napoleon had nogal wat" grognards" (mopperkonten) de zgn. veteranen bij zich. De officieren waren gedeeltelijk edellieden die
met de dikke Lodewijk uit Engeland kwamen. De leiding bij de Fransen bestond grotendeels uit Napoleon's mannen, door de wol geverfd na al die campagnes. Dus aan de Engelse kant veel opgetrommelde Belgische boerenzoons, wat ervaren Duitsers en een tamelijk jong Engels leger, tegenover de Fransen: de matadoren van het gewapend gevecht. Dan de plek; Wellington had bij eerdere gelegenheden een richel ontdekt ten zuiden van Brussel. Erg groot waren de hoogteverschillen niet, maar ervoor lag een slenk, en daarna werd het terrein in het zuiden weer hoger. Wellington zag dat hij hier goed zou kunnen verdedigen, en dat is wat hij die bewuste dag dan ook gedaan heeft. Hij moest na de nederlaag van de Pruisen bij Ligny in ZuidBelgie tegen de Fransen snel een betere positie innemen en verschanste zich op zijn geliefde richel. Tijdens deze terugtocht moest maarschalk Ney (Fr.) tegen gehouden worden door de Prins van Oranje (later Koning Willem II) bij Quatre Bras (ongeveer 15 km van Waterloo). Ondanks de vele verliezen lukte dit aan Nederlandse kant. Zo kon Wellington proberen stand te houden tegenover Napoleon, die veruit favoriet was voor dit gevecht. Napoleon had meer mannen (ca. 10.000 meer). Een deel van zijn leger had hij achter de vluchtende Pruisen aan
Het kruit werd bewaard in een kruitbusje, oorsprongelijk waren deze van hout of doom gemaakt
Aantal ijzeren kogels •
gestuurd om te voorkomen, dat die zich aan zouden sluiten bij Wellington. Dan even de legersterktes; Wellington had ongeveer 70.000 man, plus 30.000 zwervende Pruisen tot zijn beschikking, dus in totaal 100.000 man. Napoleon had 80.000 man, plus 30.000 man, die op zoek waren naar de Pruisen, dus in totaal 110.000 man. In totaal waren de geallieerden dus sterker, maar toen het op een gevecht aankwam stond Wellington met 70.000 man tegen over 80.000 man van Napoleon. Daarbij valt ook nog te zeggen dat de Fransen meer kanonnen hadden en dat de soldaten een grotere ervaring hadden. Wat zou de tactiek worden? Napoleon bekeek de opstelling van Wellington. In die tijd was het gebruikelijk dat je je kracht etaleerde, en dat de troepen keurig in rotten opgesteld
a_magazine I
stonden. Napoleon zag, dat de Engelsen zich zo hadden opgesteld, dat zij bij een nederlaag konden uitwijken naar zee, richting Engeland. Wellington had dus in zijn achterhoofd een eventueel vluchtplan. Dus een aanval op de rechterflank zou misschien het gevolg hebben dat Wellington richting Brussel zou vluchten om daar tijd te winnen voor de rest van de Campagne. Schematisch verloopt het nu als volgt; Voor twaalf uur geen frontbewegingen, de kanonnen
T Een vuursteen ketser
konden niet worden verplaatst vanwege de regen en de vette modder, dan een schijnaanval van de Fransen op de sterkere rechtervleugel (zie atb.) van Wellington, via het kasteel Goumont (deze lag in de slenk), die bezet werd door de Schotten (atb.). Goumont valt echter niet en wordt een massagraf van de Fransen. Duizenden zijn er in deze slag gevallen. Ongeveer drie uur lang laat Napoleon het kasteel bombarderen. Wellington vlucht niet, maar blijft gewoon staan, hoog en droog en rijdt heen en weer om de zaak in het oog te houden, maar krijgt nu de volle laag op zijn linker flank van de Fransen. De arme Hollanders van Bijland worden door Wellington gebruikt als kanonnenvlees, ze dienen als buffer voor de Engelse linies. Drie uur lang krijgen ze de volle laag en mogen dan eindelijk hun wonden likken achter de linies van de Engelsen, die nu aan de beurt zijn. Wellington besluit na ca. 4 uur iets terug te trekken, vanwege het
zeer effectieve kanonvuur van de Fransen. Toen al waren er mortieren en kartets granaten (holle grote kogels die uit elkaar spatten). Deze kogels berokkenden een enorme schade bij de Engelsen. Ney ziet dat de Engelsen wijken. Daar Napoleon last van aambeien had, was Ney op dat moment de bevelhebber. Ney laat zijn ruiters los op de Engelsen, echter zonder infanteriedekking. Wellington laat zijn troepen carré's vormen en geeft het bevel op de paarden te schieten. Hierbij verliest Frankrijk zijn cavalerie, want paarden zijn nu eenmaal een makkelijk doelwit. Nukrabbelt Napoleon op, hij had liggen rusten in de befaamde molen en ziet, dat de Pruizen in aantocht zijn. Blucher hoorde het schieten in de verte en wilde als ijzervreter van naam en faam de slag niet missen en wilde genoegdoening voor het pak slaag, dat hij even te voren had gehad. Nu het drama! Napoleon zet zijn elitetroepen "de Keizerlijke garde" in en deze
Gietvorm voor kogels: Kogels werden gemaakt door gesmolten lood in de holle ruimte van de kogel vorm te gieten
walsen in enorme blokken over de Engelsen heen. Zelfs "a cup of tea" helpt niet meer om de moed er in te houden. Maar de garde komt er niet door en komt uiteindelijk knel te zitten tussen de aanstormende Pruisen en de Engelsen, die nu weer het licht zien. Het eindigt met een vlucht. Ook dat is niet gewoon. Normaal eindigt een slag van die stijl met terugtrekken en hergroeperen. Deze slag echter eindigt in een vlucht en een massale slachting. Napoleon wordt gevangen gezet en uiteindelijk naar St. Helena verbannen, waar hij nog vele malen de slag naspeelt, zoals wij dat doen met schaken. Alles bij elkaar heeft Wellington geluk gehad, dat de Pruisen hem nog te hulp schoten. Anders had hij zeker verloren. En nu het andere resultaat. Een rijke oogst voor de dood. Vele gewonden en doden bleven die nacht op het slagveld achter, een makkelijke prooi voor de plunderaars. (Vandaar dat, als men ten strijde ging, men van te voren in de omgeving het soldij verstopte om dit later, bij leven en welzijn, weer op te halen.) De lichamen eerst nog begraven, werden later opgegraven en gebruikt als akkerbemesting in Engeland.
... Een aantal musketkoge/s
Is het slagveld van Waterloo nog aantrekkelijk voor vondsten? Ik vind van wel. U kunt zich voorstellen wat er allemaal
I_magazine I
•
Zilveren insigne van Napoleon
terecht gekomen moet zijn en wat er allemaal tijdens de slag in de vette modder verloren moet zijn geraakt. De vondsten die ik er gedaan heb zijn o.a. vuurketsers, musketkogels, karte'tsgranaten, regimentsknopen,
kanonskogels, veel munten (w.o. twee gouden), gespen, pistolen, degens(fragmenten), stijgbeugels, paardenbeslag, ringen en vele andere voorwerpen. Het merendeel van deze vondsten (toentertijd met een C-Scope 1220) vond ik op de kasteelplaats zelf. Ook de landerijen rond de "Bute" lagen bezaaid met allerhande voorwerpen. Dit jaar hoop ik naar Oost-Duitsland te gaan, waar in de buurt van Leipzig Napoleon ook het nodige gevochten heeft. Ik houd u hiervan graag op de hoogte. Ik denk dan ook dat de foto's voor zich spreken. Het is nu verboden om op Waterloo te zoeken (helaas), maar zo'n 10 jaar geleden was het qua voorwerpen en munten een goudmijn.
•
(Met dank aan Klaas Faber voor de achtergrondinformatie.)
m_magazinel
~
Een franse grenadier van de lichte infanterie
Vervolg op zo maar een stukje weiland. D. Eekhof
Zoals ik in het eerste stukje schreef: een zeer gewichtig land. We weten allemaal dat je alles in een dag kunt afzoeken, zeker als het perceel de afmetingen heeft van een voetbalveld. De eerste drie kavels heb ik naar mijn weten goed afgezocht 'en ik ben dus verder gaan zoeken op kavel 4 en 5.
.. riembeslag voor schoenen
mdat er schapen in de wei liepen, ben ik opnieuw toestemming gaan vragen aan de boer. Je weet tenslotte maar nooit. Het maakte de bàer niets uit en mij vanzelfsprekend ook niet en ik hoop maar, dat de schapen er ook geen problemen mee hadden.
O
Ik heb er totaal geen verklaring voor, maar ook nu vond ik weer de nodige gewichten. Het eerste wat ik vond, was een merkloos klein loden gewicht en direct erna een zilveren mesheft van 8cm grootte (foto). Ik zal niet alle gewichten opnoemen, die ik gevonden heb, maar twee stuks met merkteken wil ik u niet onthouden. Het eerste is een gewichtje van Sneek, zoals vermeld staat in het artikel van de heer Holtman in nummer 1 van "Detector Magazine", op bladzijde 14, midden onderaan. Het enige verschil is, dat op mijn gewicht op de plaats van het jaartal de letters S.O. staan en onder het wapentje het jaartal 1795 is geslagen. Het tweede gewichtje vertoont een groot wapen met in het midden drie torentjes en in het wapen 1651, vermoedelijk van de stad Ijlst.
Kinderspeelgoed (treefie). 15-/6e eeuw T
lEI_magazine
I
tweee 6 stuiver stukjes. Eén uit 1678, geslagen te Enkhuizen en een uit 1724. Een kleine zilveren munt, die ik nog moet determineren. Het enige leesbare zijn de letters LON DON. Tevens nog een onbekend muntje met in het wapen een adelaar, die twee_ pilaren omvat met zijn vleugels.
17e eeuwse tol T
Gesp van een paardetuig
Nadat ik echt alles afgezocht had, had ik totaal 35 gewichten; 17 loden gewichten, 8 pijl-, 2 munt-, 2 klok- en 6 blokgewichten. Natuurlijk heb ik ook weer vele munten gevonden, maar helaas ook deze van een zeer slechte kwaliteit. Noemenswaard zijn
~
I_magazine I
Verder hoorde ik in het donker terwijl ik terugliep naar de auto (natuurlijk blijft bij een echte fanaat de detector dan nog aanstaan) een flinke biep op mijn koptelefoon. Natuurlijk graven en op de tast voel ik iets ronds. In eerste instantie dacht ik aan een kopeken uit Rusland, maar nadat ik mijn aansteker erbij gehaald had, leek het toch meer op zilver. Thuis gekomen weet ik niet hoe gauw ik het muntje schoon moet maken. Het bleek een dukaton of hollandse rijder uit 1668 te wezen. Aangezien het oudjaarsdag was, was dit een hele leuke afsluiting van het jaar voor mij. Van enkele andere mooie vondsten kunt u de afbeeldingen bewonderen: tapkranen, gespen(foto), kogels vingerhoedjes, prachtige riembeslagen (foto), ornamenten,
zoals een kledinghaakje (foto) en lakenloodjes, waaronder een heel groot lakenlood.Bovendien een schitterende tol (foto) en een treefje (foto). Verder 2 duivenringen, waarvan de eigenaars inmiddels bericht hebben gekregen van de ned. postduivenhouders organisatie, dat hun duif dood is. Dit terrein heeft heel veel voorwerpen prijsgegeven, maar
daar heb ik wel wat voor moeten doen. Het opsporen heeft me heel veel spierpijn bezorgd. Ik ben 4 keer drijfnat geregend, omdat ik mijn regenpak vergeten was en ik ben zo'n 20 keer drijfnat geworden van het zweet, omdat ik voor de zekerheid mijn regenpak maar aanhield. Ook ben ik een keer door het ijs gezakt en helaas bleken mijn laarzen niet lang genoeg. Zeker 25 keer heb ik op mijn kop gehad, omdat de auto en ik onder de blubber thuis kwamen. Het aantal verreden kilometers en
lege batterijen heb ik maar niet genoteerd. Dat zijn dingen die ik volledig negeer, omdat ik er niet aan moet denken om op de fiets te gaan. Wat zouden er dan veel kostbare zoekuurtjes verloren gaan. Bovendien met al die gewichten op de fiets wordt het wel heel zwaar trappen. Toch? Keep a smile and good hunting!
•
Zilveren mesheft.
_ _magazine I
~
Metrieke messing knopgewichten voor handelsdoeleinden Rf. Holtman
Knopgewichten, iedere zoeker kent ze. Ze zijn pas in 1820 in Nederland ingevoerd. Voor de determinatie is echter weinig literatuur beschikbaar. Met dit artikel moet het mogelijk zijn om de meeste Nederlandse knopgewichten thuis te kunnen brengen. In 1820 werd in Nederland een begin gemaakt met de invoering van het metrieke, decimale stelsel dat in Frankrijk was ontwikkeld. De tot dat moment aanwezige warboel aan "standaarden" van maat en gewicht belemmerde het handelsverkeer en de wetenschap.
/870 - /9/2: Recht model. Opschrift: 2 HEKTOGRAM. Geijkt in Leeuwarden (kantoormerk 15), 55 jaar/etters tussen 1880 en I 988. Fabrikant Louwmans & Co., Sneek.
I_magazine I
Voordat de knopgewichten werden ingevoerd, bestonden de gewichten uit een cilindrische (al dan niet tapse en/of hoekige) romp, eventueel met grijprand, of waren 'ze voorzien van een handvat of kruk. Voormetrieke knopgewichten zijn een zeldzaamheid en worden daarom niet besproken. Niet alle knopgewichten zullen hier aan de orde gekomen: de titel vermeldt dan ook "handelsgewichten". De speciale gewichten voor fijne weging voor apothekers en laboratoria worden dan ook buiten beschouwing gelaten.
Franse tijd De eerste knopgewichten stammen uit de Franse tijd. Ze zijn van Franse origine of naar Frans voorbeeld gemaakt. • romp: cilindrisch, soms ook taps-zeshoekig of taps-rond. • opschriften: G, GRAMMES en KILOGRAMMES en variaties. • massa's: zowel decimaal 0, 2 en 5 G en veelvouden) als binair verdeeld (1 kg, };2 kg, V4 kg, .. .). Daarnaast nog bijzondere massa's, in gebruik als postgewicht. • ijkmerken: gewoonlijk Frans, met soms afwijkende vormgeving van de jaarletters. • fabrieksmerk: vaak aanwezig • justeerruimte: in een te licht
~
gewicht werd een gat gedreven waarin lood werd aangebracht.
1820-1869 De eerste landelijke ijkwet: de vorm en het opschrift waren niet
T 1820-1869: Tops model, de 3 k/einste hebben een schijfvormige' romp. Opschriften: I NED POND. KiL, 5 NEo. ONC.EN, 2 NED ONCEN, 2 NED ONCEN, I NED ONC, I ONC. NED. 5 N LOOD. 2 N L, I N.L.. 5 N.W, 2 N W, I N. W AI/erlei variaties dus. Geijkt door G. Kuyper (Groningen), GJ. van der Weyde (Assen), P. Schenkenberg van Mierop (Groningen), H. Bel/inga (Winschoten), dr. W Gleuns (Appingedam) wssen 1821 en 1874. Een idee van de afmetingen: I kg: 0 onder 47 mm; 0 boven 52 mm; hoogte romp 54 mm; totale hoogte 84 mm.
•
Franse tijd: Zeshoekig-tops model. Opschrift 112 L 250 g (= 112 Livre (pond) 250 gram) op een zijkant Op de kraag en op de zijkant geijkt met Franse ijk/etters en de Franse adelaar, L in vierkant (1812), 0, P, Q en R in cirkels (1816 - 1819). Afmetingen: lengte van de zijden onder 38 à 39 mm; .lengte van de zijden boven 32 à 33 mm; hoogte 48 mm.
I_magazine I
Franse tijd: Recht mOUt,.... _, Opschrift 2QO GRAMMES . Gemerkt mt~ de Franse adelaar (periode januari 1808opril 1814). Tweemaal een gespiegelde S in een ruitvormig veld als teken van fijne weging (vermoedelijk arrondissementsijker P. Spanjaardt te Alkmaar). Hoofdletter A in vierkant stempelveld: 1820 (vermoedelijk Zuidelijke Nederlanden). Hoofdletter C en D in een cirkel: 1822 en 1823. Hoofdletter L zonder omlijsting: àf het jaarmerk van 1830 àf een fabrieksmerk. Gotische ijk/etter n van 1857.
strikt voorgeschreven; veel leuke variaties. • romp: taps of cilindrisch (grote variatie) • opschriften: vele variaties op N.W. (Ned. Wigtje = gram), N.L. (Ned. Lood = 10 gram), NED. ONS (100 gram) en NED. POND (1 kilogram). Gewichten, bestemd voor fijne weging, werden nog voorzien van een extra aanduiding die in W. (Wigtje = gram) de massa aangaf. Voor de Zuidelijke Nederlanden (afgescheiden in 1830 als België) werden deze opschriften gebruikt met als toevoeging D.P.B. of DES
PAYS BAS. Na 1830 werden gewichten ook wel op de romp overgestempeld met Franstalige massa-aanduidingen. • massa's: volgens de wet mochten gehele veelvouden van N.W., N.L., NED. ONS, en NED. POND worden gemaakt. Gewoonlijk worden de waarden 1, 2 en 5 gevonden. Mij zijn echter ook knopgewichten bekend van 3, 6 en 9 N.L., 3, 4, 6, 7,8 en 9 NED. ONS en 3 en 5 NED. POND. • overlopers: een aantal gewichten uit de Franse tijd zijn na de invoering van het metrieke stelsel in Nederland verder gebruikt en van Nederlandse goedkeuringsmerken voorzien. Ook .zijn niet-metrieke gewichten een heel enkele keer verbouwd tot metrieke waarde. Gewoonlijk waren dit de duurdere krukgewichten. • fabrieksmerk: slechts bij hoge uitzondering aangebracht. • justeerruimte: in een te licht gewicht werd een gat gedreven
A 1820-1869: Tops model. Vermoedelijk een uniek stel: alle 8 horen bij elkaar. Buitengewone opschriften: I. NEo. POND KJL . 9 NED: ONCEN . 8 NED: ONCEN. 7 NED: ONCEN, 6 NED: ONCEN, 4 NED: ONCEN, 3 NED: ONCEN, 9 NED: LODEN. Geijkt door G. Kuyper (Groningen) wssen 1820 en 1870. Deze speciale massa's waren vooral in gebruik bij bakkers. waar deze serie dan ook van afkomstig is.
waarin lood werd aangebracht.
1870-1912 De tweede landelijke ijkwet. De invoering van het metrieke stelsel begint goed op gang te komen. Ook de methode van het (her-)ijken wordt duidelijker omschreven. • romp: vlak na 1870 nog in allerlei vormen; rond 1875 begint
deze cilindrisch (= massaprodukt) te worden • opschriften: G, D.G. (dekagram = 10 gram), HEKTOG. (hektogram = 100 gram) en KILOGRAM (en variaties). Gewichten, bestemd voor fijne weging, werden nog voorzien van een extra aanduiding die in G. de massa aangaf. • massa's: 1 G. tot en met 5 KILOGRAM (waarden van 1, 2 en 5).
• fabrieksmerk: verplicht, er zijn er vele tientallen bekend. • overlopers: gewichten, voorzien van een opschrift uit de periode 1820-1869 en die nog bij de fabrikant aanwezig waren, werden vanaf 1870 voorzien van een extra opschrift (zoals hierboven aangegeven). • justeerruimte: rond 1875 raakt
~
I_magazine I
1912 - 1941: Recht model. Opschrift 2 KJLOGRAM. Geijkt in Arnhem (kantoormerk. 3. jaar/etters wssen /924-'25 en /969-70. Fabrikant Becker's Sans, Brummen. Rechts een s/agstempel uit de Haagse Balansen en Gewichtenfabriek. Den Haag, waarmee een zelfde type gewicht van het opschrift werd voorzien.
• massa's: 1 G. tot en met 2 KlLOG RAM (waarden van 1, 2 en 5).
een centrale justeerholte in het grondvlak in gebruilc
1912-1941 De regels rond de knopgewichten werden nog verder aangescherpt. • romp: cilindrisch, nauwkeurig gespecificeerd: doorsnede = hoogte van de romp. • opschriften: G., ONS en KlLOG RAM . Voor de weging van edelstenen wordt een extra benaming toegestaan, in de vorm van ... M.K. (metriek karaat = 0,2 gram). T 1941 - ... : Recht model. Opschriften: 2 kilogram, I kilogram, 500 gram, 200 gram, 200 gram, 100 gram, 50 g. Fabrikanten: Haagse Balansen en Gewichtenfabriek. Den Hoog en Becker's Sons, Brummen. Geijkt in Den Hoog (kantoormerk 5) en Amhem (kantoormerk 3) tussen 1949-'50 en 1988. Een idee van de afmetingen: 2 kilogram: 0 onder 65 mm; hoogte romp: 65 mm; totale hoogte: 98 mmo
• fabrieksmerk: verplicht, het aantal fabrieken begint te dalen. • overlopers: worden niet meer voorzien van een extra opschrift maar gewoon geijkt. •. justeerruimte: een centrale justeerholte in het grondvlak.
1941-... In 1941 Cijkwet van 1939) werd de lang gehoopte overstap gemaakt naar systematische benamingen van de gewichten. • romp: cilindrisch, nauwkeurig gespecificeerd: doorsnede = hoogte van de romp. • opschriften: g, gram en kilogram . • massa's: 1 g tot en met 2 kilogram. • fabrieksmerk: verplicht, slechts enkele fabrieken verzorgden de aanmaak van deze gewichten. • overlopers: in de oorlogsjaren worden nieuwe gewichten met opschriften conform de IJkwet
I_magazine I
van 1912 geijkt voor fijne weging. • justeerruimte: een centrale justeerholte in het grondvlak. Door materiaalschaarste werden in de oorlogsjaren gewichten voor gewone weging gemaakt van zink. • romp: cilindrisch, de hoogte van de romp is hoger dan de doorsnede van de romp. • opschriften: g, gram en kilogram. • massa's: 1 g tot en met 1 kilogram. • fabrieksmerk: H (Haagse Balansen en Gewichten Fabriek) of 0 (Becker's Sons, Brummen). • justeerruimte: een centrale justeerholte in het grondvlak.
1965-... In 1965 werd gestart met het introduceren van een gewichtenvorm die - in eerste instantie - binnen de EEG zou worden gebruikt. Uiteindelijk is de toen ontwikkelde vorm internationaal geworden en ook
.À
1965 - ... : EEG model. Op de achtergrond ijzeren blokgewichten van 20. I 0 en 5 kg; rechts ijzeren knopgewichten van 2, 2, I kg en 500 g. Op de voorgrond messing knopgewichten van 2 en I kg. soa, 200. 100. 100, 50. sa, 20. la. la. 5, 2. 2 en I g. Fabrikanten: Wed. A. W. Renoud. Delft (ijzer van I - 20 kg); een Engelse fabrikant met als merk. een 'P' (ijzer, 500 g); Haagse Balansen en Gewichtenfabriek. Den Hoog (messing). Geijkt tussen 1969-70 en 1982.
buiten Europa vervaardigd (incl. Amerika en Rusland). Hier eindigt dan de geschiedenis van de knopgewichten. Niet omdat deze vorm tegenwoordig de laatste vorm is, maar omdat door de mechanisering en automatisering van het wegen gewichten bijna geen rol van
betekenis meer spelen in onze samenleving. • romp: zeer nauwkeurig omschreven doorsnedes, hoogtes afhankelijk van het gebruikte materiaal dat een soortelijke massa tussen 2 vastgestelde grenzen dient te bezitten. Praktisch gezegd: messing, gietijzer en roestvaststaal. • opschriften: g en kilogram. • massa's: 1 g tot en met 10 kilogram . Later is een grote hoeveelheid tussenmaten toegelaten, inclusief exemplaren van bijvoorbeeld 13,6 gram. • fabrieksmerk: in Nederland is deze vorm voorzien van de merken van H (Haagse Balansen en Gewichten Fabriek), R (fa. Wed. Renaud, Delft) en een
ijker met eventuele hulpijkers werkzaam was. Tussen 1820 en 1870 moest een gewicht dat ter ijking werd aangeboden (eerste keuring) worden voorzien van het particuliere merk van de ijker .el) een jaarletter. Tot en met 1836 was de vormgeving van die letter niet aan regels geboden. De uit de literatuur bekende lijst met metrieke jaarletters geeft dan ook voor de periode 1820-1836 de in Amsterdam gebruikte vorm weer! Vanaf 1870 werd het land opnieuw ingedeeld in grotere arrondissementen, de particuliere merken werden vervangen door een getal in een speciale omlijsting. Van de 19 aldus gevormde ijkkantoren zijn er tegenwoordig nog maar enkele over.
monogram van de letters eeG (Eegerna te Rhoon). • ijkmerken: omdat de vormgeving internationaal is geworden, zullen gewichten die in het buitenland zijn geijkt, gewoonlijk in Nederland kunnen worden herijkt. • justeerruimte: een centrale justeerholte in het bovenvlak, afgedekt met een loden plaatje waarop de ijkmerken komen te staan.
Ijkmerken Voordat het metrieke stelsel werd ingevoerd, werden gewichten gewoonlijk geijkt met een stadsmerk of het particuliere (= privé-) merk van een ijker. Vanaf 1820 werd Nederland opgedeeld in arrondissementen waarin een
1820
A N
1844
1821
B
1822
1823
.182"
1825
1826
1827
1828
1829
1830
1831
1832
C
1833
0
1845
183..
~
1846
D
1835
({)
1847
E R S ~ T 1836
1848
1837
1849
1838
1850
Z 0: b
1&40
1851
1852
1853
• schoonmaken: het liefst borstelen, vermijd het gebruik
1856
1857
1858
t b e
1859
1860
1861
f
H U g J V ); K,.,w t L 1839
Bodemvondsten
1862
m n
van zoutzuur of zwavelzuur; dit bijt namelijk nogal in. Blinkend poetsen iS echt niet nodig. Na het schoonmaken laten drogen en eventueel in de was zetten. • determineren: mochten de hier gepubliceerde gegevens nog vragen openlaten, neem dan eens contact op met de redactie van dit blad of met de schrijver (03405-70246).
Verzamelaars Er is in Nederland een Gewichten en Maten Verzamelaars Vereniging actief met een eigen kwartaalblad. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de secretaris, de heer. B.E.P. 5iermann, De Hoefslag 18, 2421 BZ Nieuwkoop, (01725-74718). ~
Jaar/etters /820-/975 en verder
3 P C "'4-15V ,·-,·m A B A fl d X D 0 B R f "'8-" Y 'P C S 1896-97g Z '944-..q E f q D T .8.8-99h a .94'-48r T E U '900-01 1î '924-25 h '94'-5OS G S G v 1902~On C t @ t H X .904-05P d V § U J y .906-0,q f ~ Z 1908-09~ g "5'-"X Xl) .•'O-lIÓ "34-35 h 1959-60Y iJ "12-'3 t "36-3' k Z "963-6'4
1868
1880
1892
1869
1881
1893
1870
1882
1894-95
1871
1883
1920-21
1969-70
1872
188..
"22-23
1971-72
1873
1885
1874
1886
••26-27
1951-52
1875
1887
1928-29
.gsJ-54
1916-17
1940-"10 1965-66
1942-"3P
1967-68
1973-7"
> cV
te ,.... en ....
c
CIl
1863
lt)
,....
....en
186'4
1876
1888
1930-31
1955-56
c .... ij
IOC-
>
10
Cl)
CI)~~ Cl) L..
L..
1865
1&42
1877
1878
1867
r
1879
1889
1890
Cl) . - 0 ;;:'>0
1932-33
a
1891
I_magazine I
oCl) Cl) c Cl)
••
-> •
Cl)
••6.-62
Cl)
.~
.-
.0
~ .~ 32' -
IV
~ ~ > Cl) L.. -
.... tV
10 10
Cl) ~
~ ~.= E en Cl) Cl) Cl)
Romeinse schijffibulae Onlangs ben ik, Patrick van der Heijden uit Den Haag, de gelukkige vinder en eigenaar van een bijzonder goed bewaard gebleven kunstwerkje geworden. Het betreft een "Romeinse gesloten schijfvormige email-fibulae". Dit kunstwerkje heb ik met mijn Garrett Freedom Two plus metaaldetector op een weiland in de provincie Utrecht gevonden. De fibulae lag 25 à 30 cm diep verborgen in de zogenaamde 'gezonde Utrechtse giergrond'. De voorzijde van deze fibulae bevat een goed bewaarde emaille sierwerk. De naald op de achterzijde heeft de zuurgegierde grond niet kunnen weerstaan, deze· is dan ook volledig geoxideerd. De provinciaal archeoloog van Utrecht noemt deze fibulae een mooie en interessante vondst. Mijn pronkstuk moet ik op het ogenblik dan ook missen, omdat deze onderzocht wordt bij de R.O.B. Om die tijd te overbruggen heb ik een mooie foto gemaakt, zodat ik mijn fibulea deze paar maanden nog regelmatig kan bewonderen. Hierbij wil ik dan ook dhr. A. Veenhof nog eens bedanken voor het aanwijzen van dit weiland.
D geel groen
•
blauw/paars
•
rood
de bolletjes zijn een mengsel van deze kleuren.
I_magazine I
Voorzijde
Atmetingen:
36 mm x 34.5 mm schijf: 23 mm x 23 mm
it mesheft is natuurlijk van veel later, toch bleef het thema hetzelfde. Dat is heel goed mogelijk. Er zijn wel frappanter voorbeelden van continuïteit in ambachtelijke thema's. Kenden de Romeinen draken?
D
Er werd onderscheid gemaakt tussen serpentes (slangen in allerlei vormen) en dracones. De draken hadden een kam op de kop en een baardje, soms waren ze gevleugeld. Ze kwamen voor op de vaandels van legioenen, ze werden ook uitgebeeld met pootjes. Al met al is de draak voor de Romeinen niet erg scherp omschreven: een beetje amorf (vormloos), maar dat komt wel meer voor bij mythische dieren. Kijken we naar de afbeelding van een reuzenslang op een munt van Keizer Nerva (afb. 3) dan zijn ook hier een baardje en
Draken en slangen Drs. K.PH. Faber Er zijn nog steeds draken in Nederland, in elk geval van brons: met de vondst van een drakenkopje bij Utrecht werd dat duidelijk. Afb. I toont het afgebroken bovenstuk van een meshelft. De lokatie (Domplein) doet Romeins vermoeden. Een mesheft zie afb. 2 heeft hetzelfde thema: een drakenkop.
een kam; afgebeeld is de agathos daimoon ( de goede geest, een beschermdier dat ook wel voor
• Afbeelding 3
orakels werd gebruikt). Afb. 4 toont zo'n orakelslang kompleet met manen. Er is geen scherp onderscheid, meestal duidt dat op een importproduct uit een andere cultuur, dat niet duidelijk geplaatst kon worden. Dit klopt. De draak kwam uit India overgewaaid naar Rome, maar komt oorspronkelijk uit China. De Chinese draak in volle glorie Afbeelding I en 2
I_magazine I
~
Afbeelding 4
Afbeelding 8
~
~
~
Afbeelding 6
Afbeelding 5
~
I_magazine I
Afbeelding 7
bochten gewonden (soms tot onherkenbaarheid) op beslagstukken, wijstenen en kerkdeuren (afb. 9). Een prachtig voorbeeld van een draakachtig dier op een sinds enige jaren aan Friesland (=Noord-Nederland in de 7e á 8e eeuw) toegeschreven type sceatta is afb. 10.
.. Afbeelding 9
toont afb. 5; een maskerachtige kop, op pootjes en dit keer zonder vleugels. Maar ook de Chinese draak heeft connecties met de slang: op een van de oudste keramiekafbeeldingen is het nog een slang (afb. 6). Deze wordt dan door de keizers als keizerlijk symbool gemonopoliseerd. Hij komt via de volken van centraal Azië, vooral in de tijd van de migratie naar andere windstreken. Men vindt het symbool op gespen en gordelbeslag (atb. 7) E.enmaal in het Noorden aangekomen, is de draak bijna niet meer weg te branden.
Afbeelding I 0
Als 'ziel' van de drakenschepen, als thema in de Germaanse dierstijlen en tenslotte op de keerzijden van enkele sceattatypes, beter bekend als het wodan-monster type. Als ziel van de drakenschepen zal hij onze voorouders in de ge eeuw wel de nodige schrik hebben bezorgd (afb. 8). Bij de Germaanse dierstijlen wordt de draak in allerlei
Oorspronkelijk dus een slang, gemystificeerd tot mytisch, keizerlijk dier in China. VelVolgens krijgt hij pootjes en vleugels en vliegt naar alle windstreken om hier als mesheftje en keerzijde van muntjes neer te strijken. Een hele ontwikkeling! Maar in eerste aanleg was de draak een slang. Wordt velVolgd.
~
Heeft u ook leuke of interessante vondsten gedaan tijdens een zoektocht? Zet dit eens op papier en stuur het liefst met foto's en/of tekeningen naar de redactie van dit blad, onder vermelding van Interessante vondst. Elke 2 maanden wordt er uit de inzendingen een uitgeloot en beloond met een bedrag van f. 25,-
I_magazine I
Gelders familiefortuin na
49 jaar teruggevonden M Gert Gesink
Bijna een halve eeuw heeft het geduurd, voordat het kapitale tafelzilver en de familiejuwelen, weer konden s~hitteren in het daglicht. De allerlaatste poging om twee begraven kisten terug te vinden, d.it maal met behulp van een gehuurde diepzoeker (een Fisher TW 6) had succes!
evr. G.CE von Heydebreck is met haar echtgenoot eigenaresse van een landgoedcamping in de omgeving van Vorden in de Gelderse Achterhoek. Toen de Duitsers de Nederlandse bevolking in 1942 opdracht gaven om koper, zilver en goud in te leveren, liet haar man in het diepste geheim door de plaatselijke smit twee kisten vervaardigen. een van zink en een van ijzer. Hierin werd het tafelzilver en de juwelen verpakt, die soms al eeuwen in het bezit waren van de familie. ~~Mijn moeder. zo verteld de eigenaar, die uFreiherr" voor zijn naam in het paspoort heeft staan. die besliste wat er moest gebeuren. was niet meer zo heel vlot in haar beslissingen, met gevolg dat ik de kisten nog in alle haast heb moeten begraven. Midden in het beukenbos acher het landhuis groefik een diep gat waar beide kisten in gingen. Ik heb geen echte merktekens durven maken op de bomen, bang dat ik was voor ontdekking. Direkt na de oorlog kreeg ik een motorongeluk, waardoor ik een paar T De zilverschat met op de voorgrond de fomiliesieroden uitgestoft op tafel
I_magazine
I
jaar lichamelijk uit de running was, zodat er van opgraven niets kwam. Tot overmaat van ramp zijn toen, direkt na de oorlog, op die bewuste plek enkele beuken gerooid, met als gevolg dat ik de preciese plaats niet meer kon terug vinden, dat zal ik in 1948 geweest zijn". Mevr von Heydebreck: uln de jaren daarna hebben we meerdere pogingen gedaan, om de kisten op te sporen. We hebben het geprobeerd met prikpennen, pendelen, wichelroede-lopers, waarzeggers, maar zonder resultaat Toen de Explosieven Opruimings Dienst in de buurt opereerde hebben we ze gevraagd ook eens op ons terrein te zoeken. Dat leverde wel een vliegtuigbom op, maar niet datgene waar we op hadden gehoopt We besloten, dat we nog een laatste poging zouden wagen met een huurdetector. Een van onze campingasten die we al van jongs af kennen en die geologie studeert hebben we gevraagd om met die detector te gaan lopen. Een stuk bos van 30 bij 30 meter moest worden afgezocht Ik stond er bij, toen deze jongen al na 10 minuten een enorm signaal kreeg. uStop" heb ik geschreeuwd, 'jetzt hohl ich mein video!" (mevr von Heydebreck is van Duitse komaf en kan geen woord Nederlands meer als ze opgewonden raaktf). Ik heb die jongeman op de video hetzelfde baantje laten lopen en vanaf dat moment zijn de opnames u/ive". Toen ik (schrijver dezes) de video.-opname zag van de opsporingsaetie, leek het inderdaad of die geluksvogel de kisten rook. Van systematisch zoeken was geen sprake, hij slingerde een minuut of wat heen en weer en pats, een enorm signaal! Voor het zelfde geld doe je er één oftwee 'lagen over om ze te vinden. ë.r worden schoppen aangerukt De grond is keihard en met boomwortels doorgroeit, aan de grond is niet te merken dat hier ooit iets is begraven. Op een diepte van 80 cm stoot de vinder eindelijk met zijn schop op iets hards, even schrapen en dan .... een stuk metaal! Het enthousiasme van de eigenaresse, die boven het gat videoopnames staat te maken kent geen grenzen meer... ues kann nicht wahr sein!!, so etwas verrücktes!, nein!!, nein!!, we; hatte das gedacht!" Er moet nog even doorgewerkt worden en onder luide aanmoediging wordt een gecorrodeerde zinken kist met vereende krachten op de kant gezet uPack dein spaten, und schnei das hier los" roept mevr Heydebreck, wijzend op de zijkant van de kist Voorzichtig wordt het zachte metaal met de schop doorgesneden en losgeflapt, de eerste aanblik van de inhoud laat een massa kranten zien waarin blinkende voorwerpen zijn verpakt Onder de zinken kist komt nog een kist van ijzer tevoorschijn. Voorzichtig worden beide kisten leeggepakt: zilveren lepels, messen, vorken, leggers, eierdopjes, fraai bewerkte broodschalen, opscheplepels, kandelaars, een dienblad met het familiewapen, twee theepotten,· een fruitschaal en vele andere voorwerpen. Het zilver ziet er opmerkelijk gaaf uit, hier en daar zit er wat papier aangeplakt en her en der wat donkere vlekken. Het krantepapier dat uit 1941 stamt is zelfs nog wit, zal wel houtvrij papier
zijn geweest Als ik bij mevr von Heydebreck op bezoek ben om foto's te maken, heeft ze alle vondsten op een tafel uitgestald, ik kan mijn ogen niet geloven, de hele tafel staat vol! Als ze met enkele gasten even naar buiten moet, zit ik alleen bij de vondsten, tijd om een aantal.vondsten wat onbeschaamder van dichtbij te bekijken. Dan pas valt mijn oog op een schaal met ringen, broches, halskettingen, gouden horloges, een armband, en oorbellen. Stuk voor stuk bekijk ik ze aandachtig, hier ligt voor een kapitaal! In één ring en twee broches zitten diamanten en briljanten zo groot als kleine pinknagels. De eigenaresse bevestigd mijn vermoeden uik heb ze aan mijn juwelier laten zien, om de zettingen te kontroleren, die schrok wel even van wat hij te zien kreeg. Met name deze ring en dat broche behoren tot een hele set, die de adel vroeger op een bal droeg: collier, armband, ring, broche en oorbellen". Ze toont me een broche met een schilderijtje erin, udit lijkt wat kitcherig, maar is een sieraad uit de baroktijd, 17de eeuws." Als ik enige weken later bij haar langs ga om haar een exemplaar van mijn boek te brengen, waar ze met haar schat op staat, zijn de kostbare stukken veilig opgeborgen in een banksafe. UZo'n kapitaal in huis te hebben leek me toch niet erg veilig, ik ben blij dat het in een bankkluis ligt" Haar bejaarde echtgenoot schijnt niet erg onder de indruk te zijn van de hele vondst Minzaam glimlachend schijnt hij te willen zeggen, dat ze het net zo goed in de grond hadden kunnen laten zitten, het zat daar immers veilig, nu moeten ze safe-kosten betalen! Prachtig die ironie! © Gert Gesink jan 1992 T Mevr von Heydebreck bekijkt vergenoegd de
terug gevonden sieraden.
_ _magazine I
~~"""II!III
in de binnencirkel. Voor de in het Insigne (Bronskleurig) in hetzelfde gebied gevonden, kunt u mij vertellen. waarvoor dit insigne werd gebruikt.
volgend nummer te plaatsen rubriek "Vraagbaak"
kunt u tekeningen enlof foto's van
voorwerpen ofmunten,~rv.an
u zelf niet weet wat het is, naar de redactie sturen.
Van J. de Vries uit Rotterdam. Hierbij zend ik u een tekening van een muntjee>, dat ik onlangs heb gevonden en dat ik niet kan determine·ren.
Het door u gevonden muntje is een 4pfenningstuk van de heerlijkheid Rheda te Duitsland en werd geslagen tijdens de regering van Moritz 0623-1674).
Van P. de Boer. Een tijdje geleden vond ik op een akker in de buurt van Eindhoven een bronzen munt. die ik niet kan thuisbrengen.
De munt die u gevonden heeft, is een zogenaamde dubbele korte, zonder jaartal, geslagen tussen 1571 en 1579 op naam van Phillips 1I als hertog van Brabant.
Van Martin Kool, Haarlem. Kunt u mij iets vertellen over de herkomst van de door mij gevonden (Noord Hollandse duinen) munt. Voorzijde: schild met twee leeuwen en kroon Achterzijde: mansborst met baard Dikte: ± I mmo Materiaal: Bronskleurig Diameter: ± 24 mm
Dit is waarschijnlijk een stukje riembeslag met de Franse lelie uit de 18e - . 1ge eeuw.
Van T. de Vries, te Wageningen. Onlangs heb ik een voorwerp gevonden, waarvan ik graag iets meer wil weten.
Het door u gevonden voorwerp is een onderdeel van een legeruniform, de gaten dienden voor de bevestiging, begin 20e eeuw. Deze munt is een Friese oord of dubbele duit, met op de voorzijde een Friese boer met geschouderd zwaard. Naar rechts tussen F en 0 in binnencirkel. Op de keerzijde; wapen van Friesland met kroon
Het door u gevonden muntje is een denier, geslagen tijdens de regering van Henri 1I en Henri III 0235-1261) van Brabant.
Van Frank Hammink, Amstenrade. Desbetreffende voorwerp kan ik niet thuisbrengen in de boeken, die ik tot nu toe heb. Ik heb het voorwerp gevonden in Walem, gemeente Valkenburg. op een veldje nabij het centrum. Beide zijden, zowel voor als achter, zijn identiek en het voorwerp heeft een mooie patina.
I f
i
i
\
.~ Van K. V. Dijk te Amsterdam Onlangs heb ik een muntje gevonden. Ik heb meerdere boeken doorgekeken, maar ik kan niet ontdekken wat het is. Kunt u mij dat vertellenl
I_magazine
I
Frank, het voorwerp dat je gevonden hebt is een schitterende riemtong, die dateert uit de vroege middeleeuwen.
De kerk of kapel van het Jouster kerkhof R.J. v.d. Molen
n 1589, zo'n vierhonderd jaar geleden werd de "kerkcke ofte capelle opter Joure" afgebroken. Deze "kercke ofte capelle" moet op het oude Jouster kerkhof, het tegenwoordige DE-plein, gestaan hebben. Eind maart, begin april 1991 werd begonnen met graafwerkzaamheden ten behoeve van de herinrichting van het DEplein.
I
Voor de aanleg van een nieuw riool moest een sleuf van 3,8 meter diep en maximaal vijf meter breed gegraven worden. De sleuf die gegraven moest worden, doorsneed een groot gedeelte van het oude kerkhof; er was dus een grote kans, dat die sleuf de fundamenten van de kapel zou doorsnijden. Dit gebeurde tot onze teleurstelling helaas niet. Nu, ruim een jaar later blijkt~ dat een deel van de
Kaart van Schotanus 1685 ..
(De pijl wijst het kerkhof aan.)
... Afb. I De fUndamenten die zichtbaar waren onder de parkwachterswoning.
I
Jr.
" 111 IV
Tuinmuur Schuur
Cementlaag Boogjes
I_magazine I
fundamenten toch zichtbaar is geweest. Nadat alle doden een meter dieper waren herbegraven, werd in 1874 de Burgerschool gebouwd. In 1874 werd ook een parkwachsterswoning gebouwd op het terrein van het oude kerkhof. Ik heb nu het vermoeden, dat die parkwachterswoning is gebouwd op de fundamenten van de kerk
of kapel. De burgerschool is in 1970 afgebroken. De parkwachterswoning staat er nog steeds. Vorig jaar is er ook een klein sleufje van 1,5 meter breed en 1 meter diep naar de parkwachterswoning gegraven. Onder de parkwachterswoning waren toen vier gemetselde boogjes te zien (zie afb. 1). Tussen de fundamenten en de parkwachterswoning was een cementlaag te zien. De enige logische verklaring voor de cementlaag en die boogjes lijkt mij, dat de parkwachterswoning op de fundamenten van de kerk of kapel is gebouwd. Nu rest alleen nog de vraag: "Was het een kerk of kapel en hoe oud was die"? Om antwoord op deze vraag te krijgen, moeten we terug gaan naar de ontstaansgeschiedenis vanJoure. Omstreeks 1500 bestond Haskerland (de gemeente waar Joure vroeger in lag) uit vijf kerkdorpen: Snikzwaag, Westermeer, Haskerhorne, Oudehaske en .Nijehaske. Deze vijf kerkdorpen werden de "Haskervijfga" ge-
... Deze tekening geeft de situatie weer zoals die in 1873 was na het afbreken van de muur rond het oude kerkhofvan joure. Vooraan moet de kerk ofkapel hebben gestaan.
noemd. Tot ver in de zestiende eeuw wordt Joure niet tot deze kerkdorpen gerekend. Joure ontstond in de vijftiende eeuw op het grondgebied van Westermeer. Omdat Joure toen nog geen parochiekerk had, hoorde Joure bij de parochie van Westermeer.
Een mogelijk antwoord op deze vraag staat misschien in de marktbriefvan 1466, waar de aanvoer van buitenlands bier aan de orde is.
In 1589 werd de "kerkcke ofte capelle opter Joure d' welcke t opwerpen van de schanse aldaer affgebroeken ende demoliert". De kerk of kapel werd dus afgebroken, omdat het in het schootsveld van de in dat jaar aangelegde schans lag. De omschrijving van "kercke ofte capelle" geeft aan dat er wat bijzonders was. Maar wat en hoe oud was die kerk of kapel?
Als het bier niet van goede kwaliteit was, of als de tonnen onder de maat waren, zo was de bepaling, werd het bier door het gerecht in beslag genomen en vervielen de tonnen aan "Sint Antonnes" te Westermeer. Deze instelling kon dan van de opbrengsten een "huys op da mercket" laten bouwen. "Sint Antonnes" zal een geestelijk gilde of broederschap zijn geweest.. Sint Antonnus was onder andere de beschermheilige van arme en zieke mensen. Voor de verpleging van zieken en de opvang van arme voorbijgangers werd een gasthuis gesticht. Niet alleen in steden, maar ook op het platteland.
. '~ Zo heeft de muur rond het oude jouster kerkhof eruit gezien. Van deze muur hebben we geen fUndamenten gevonden.
I_magazine
I
Van een opgraving is uiteraard voorlopig nog geen sprake. De fundamenten liggen onder de parkwachterswoning, er is dus nog geen sprake van bedreigd bodemarchief. Het lijkt er op, dat de broeders van het Sint Antoniusgilde van Westermeer wel behoefte hadden aan permanente opvangmogelijkheid; het "huys op da mercket" was dan ook zondermeer een gasthuis. Nou had een gasthuis in de middeleeuwen altijd een kapel. Kleine gasthuizen bestonden uit een ruimte met het altaar op een centrale plek: zo moeten we ons dan ook het Jouster gasthuis indenken. Het "huys" was door het wijde altaar een godshuis, dat waarschijnllijk door de parochie Westermeer bestuurd werd. Het is nu nog steeds niet duidelijk of het een kerk of kapel was, dit zal waarschijnlijk ook nooit duidelijk worden. Als het vroeger een kerk was geweest, was een omschrijving als "kercke" wel voldoende geweest. Een kleine opgraving en nog meer archiefonderzoek zal misschien duidelijkheid geven.
Vondsten uit de tijd van de kerk of kapel zijn er niet gedaan. Gerrit Suierveld en Edwin de Graaf vonden behalve beenderen en handvaten van doodskisten, maar twee voorwerpen uit de zestiende eeuw. Ze vonden een rekenpenning uit ongeveer 1580 en een muntgewicht uit het einde van de 16e eeuw. De andere vondsten waren voornamelijk duiten uit de 17e eeuw.
R v.d. Molen 1992. Onderzoeksrapport DEP. JI9 I (DE-plein I 99 I) H. Spanninga. 1988. Monument van de Maand. joure. G. Suierveld, I 99 I. Onderzoek naar een verdwenen kerk. verschenen in 'The Coinhunter Magazine". G. Suierveld. 199 I. Onderzoek naar een verdwenen kerk. verscheen in "requisjieten".
Het was al met al een leuk onderzoek.
Verder wil ik iedereen bedanken, die een bijdrage geleverd heeft bij de vondstbeschrijving. Degenen, die wel vondsten op het DE-plein gedaan hebben, moor deze nog niet gemeld hebben, wil ik vragen, dit alsnog te doen. Een kleine beschrijving van de vondst met datering is voldoende. (Uiteraard ook je naam en adres vermelden). Mijn adres is: R. v.d. Molen, Fok 6,8502 AH joure.
R. V.d. Molen, Joure (Frl.)
Midden september wordt het eindrapport aangeboden aan het Fries museum.
Literatuur M. Buis, 199 I. Binnenpaden en Buitenbeentjes in de oude vlecke joure. H. Bylsma. 1966. Fan Iytse hOlle to greate Jouwer. KF. Gildemacher e.a., 1990. Haskerlan. jouster courant, 20 maart 199 J• Jouster courant, 3 april I 99 I en 10 april 199 I. . Leeuwarder courant, 19 maart 199 I.
I_magazine I
COMPASS COIN PRO 11 Geschreven door
C Paraschakis, E Hendriks en
G. Lukassen
Ik loop nu ongeveer een jaar met de Compass Coin Pro 11 en heb in de vele uren dat ik ermee in het water en op het land heb gezocht, toch een aantal leuke dingen gevonden. Het mooiste was het gouden schild .. (zie blad I: Een droom om nooit te vergeten.) De Cüin Pro 11 is een apparaat, dat net als de andere scanner modellen van Compass goed is uitgebalanceerd, zodat je na een aantal uren zoeken geen stijve arm hebt. Het bedieningsfront heeft 7 knoppen. waaronder 2 grote druktoetsen, voor discriminatie en alle metalen (pinpoint). een grondbalansknop met strandstand, een discriminatieknop. een gevoeligheidsinstellingknop en een schakelaar voor de verlichting van de meter. De grote meter is een makkelijk hulpmiddel al kan men er niet voor 100% op vertrouwen. Bij het landzoeken op vervuilde grond zet ik de discriminatieknop op stand 3. en op niet vervuilde grond
Duit
Zilveren dubbeltje
6 stuiver stuk
13 cm 15 cm 15 cm 14 cm 10 cm ±14cm
24 cm 27cm
op stand I, zodat je ook de kleine zilveren muntjes vindt. Voor het waterzoeken heb ik de speciale (verzwaarde) waterschotel gekocht, omdat de standaard schotel teveel opwaartse druk heeft. Een onderwaterdetector is natuurlijk makkelijker, maar ik heb met de Coin Pro 11 toch al heel wat ringen, armbanden en geld gevonden. Enkele voordelen van het apparaat zijn, dat het aan de buitenkant oplaadbaar is. het grote dieptebereik en dat je met een behoorlijke zwaaisnelheid kunt lopen. De Compass Coin Pro 11 heeft ook enkele nadelen: de lichtschakelaar gaat soms overdag aan, terwijl je dat niet opvalt en op sterk geminiraliseerde grond wil hij nog wel eens op hol slaan. Onderstaand schema toont de diepte van wat vondsten van de afgelopen maanden.
Gouden
trouwring (14K)
Zilveren herenring
Gulden
'-"'"
I
19 cm
2 3 4 5 6
20 cm x 18 cm x x
x
25 cm x x·
x
24 cm 22 cm x 15 cm ± 19 cm
I: op vervuild weiland, 2: op schoon weiland, 3: op zandgrond, 4: op maisakker (klei), 5: op een slib depo, 6: in het water
I_magazine I
23 cm 26 cm 25 cm 27cm 19 cm ±21 cm
18 cm x
20 cm x 17cm ±14cm
n a v d i l r u u n e t t a m A Word tor
c e t e De D
Wordt nu lid en krijg het nieuwste Detector Magazine om de twee maanden in de bus! Kijk voor meer informatie op www.detectoramateur.nl