De rol van de techniek binnen de opleiding TB
Auteur: Peter van Heusden Inleiding ...................................................................................................................................... 2 Nederland en de kredietcrises ...................................................................................................... 3 Paradigma’s in de techniek .......................................................................................................... 5 Productieprocessen ..................................................................................................................... 6 De procesketens .......................................................................................................................... 6 De ontwerpketen .................................................................................................................................... 7 De fabricageketen ................................................................................................................................... 7 De planning,- en besturingsketen ........................................................................................................... 8 De onderhoud,- en serviceketen ............................................................................................................ 8 Productie en organisatievernieuwing ........................................................................................... 8 De kennisinfrastructuur .......................................................................................................................... 9 De plaats van de TB ér ............................................................................................................................ 9 Competenties. ........................................................................................................................... 10 Samenvatting Om de inhoud van het technisch curriculum binnen de opleiding Technisch Bedrijfskunde van de Hogeschool Rotterdam te kunnen evalueren c.q. adequaat te houden of (nog beter) continu te verbeteren moet er een consistent beeld zijn over de plaats van de techniek binnen de bedrijven in de periferie. Door de verplaatsing van de opleiding naar het IMO (Instituut voor Management Opleidingen) is de behoefte aan zo’n beeld mogelijk nog veel groter. De positionering van de techniek binnen de opleiding TB in relatie tot de algemene management opleidingen binnen IMO enerzijds en die van de werktuigbouw binnen EAS (Engineering and Applied Sciences) anderzijds
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
1
moet duidelijk en helder zijn. Om de technische inhoud van de opleiding te verantwoorden en de aansluiting met de arbeidsmarkt te borgen is een overzicht nodig van de trends en ontwikkelingen binnen bedrijven in de context. De structuur van productiebedrijven heeft de laatste jaren drastische wijzigingen ondergaan. Aanleiding daarvoor zijn o.a. de concurrentie vanuit lagelonenlanden en de eisen van de markt. Daarbovenop is in 2008 sprake geweest van een wereldwijde kredietcrises van ongekende omvang. Ook de veranderende eisen van de klant en de aard van de producten zorgen ervoor dat de logistieke en maakprocessen steeds complexer worden. De productie, verkoop, opslag, productie en beheer zijn veelal van elkaar gescheiden zijn in tijd en locatie. Er is in Nederland een verschuiving opgetreden van massaproductie naar custumbuild-productie. De toekomstige economie van Nederland (industriebrief, Balkende 2006) zal zich naar wordt verwacht ontwikkelen als een internationaal concurrerende kenniseconomie. Dat is een economie waar kennis en creativiteit belangrijke productiefactoren zijn en mensen worden uitgedaagd om zichzelf maximaal te ontplooien en gebruik te maken van hun talent. Via scholing investeren mensen hun leven lang in zichzelf. Organisaties moeten om competitief te blijven voortdurend hun bedrijfsprocessen optimaliseren. De gebruikte apparatuur wordt steeds complexer. De eisen aan machines en productieprocessen qua vakbekwaamheid, inzetbaarheid, flexibiliteit en de logistiek en service worden steeds zwaarder. Door de steeds hogere en sterk fluctuerende prijzen van energie als gevolg van ontwikkelingen op de energiemarkt, de schaarser wordende fossiele brandstoffen, de aandacht voor emissies bij de opwekking en risico’s bij de opwekking is er steeds meer aandacht voor gebruik van hernieuwbare energie. Kortom voor het op innovatieve wijze voortbrengen van producten is nieuwe, gespecialiseerde kennis nodig. Voorbeelden van bedrijven in de regio Rijnmond die zich baseren op deze gedachte zijn: Electrabel en E•on als belangrijkste energieproducten, IHC met de bouw van gespecialiseerde baggerschepen, Huisman Itrec met de bouw van gespecialiseerde hijs-, en kabellegschepen. De gespecialiseerde (petro)chemie Shell, BP, Q8 en Lyondell en Huntsman. Bedrijven die zich toegelegd hebben op uitvoering van onderhoud en reparatie aan haven-, en industriele installaties Spie, Cofely en Imtech. Overslagbedrijven voor erts en kolen EMO, EEVC en EBS. Inleiding Hoe zullen productiebedrijven er in de nabije toekomst uit zien? Wat zal de rol van de Technisch Bedrijfskundige zijn? Over welke competenties moet hij beschikken om die rol te kunnen vervullen. Welke consequenties heeft dit voor de inhoud van het curriculum. Hier is een poging gedaan deze vragen te beantwoorden. De samenstelling van de industrie.
De Nederlandse industrie kenmerkt zich vooral door kleinere bedrijven (met 10 tot 50 werknemers). De werkgelegenheid bij de kleinere ondernemingen neemt na afloop van de kredietcrises toe, maar neemt af bij ondernemingen met meer dan 100 werknemers.
Meer dan de helft van de bedrijven is sterk georiënteerd op internationale markten.
De ondernemers zijn optimistisch over de groei van de afzetmarkt in de komende drie jaar. De meerderheid verwacht dat de autonome groei van hun voornaamste afzetmarkten met meer dan 5% zal toenemen. Een minderheid verwacht een stabiele ontwikkeling, slechts een paar procent van de bedrijven voorziet een krimpende afzetmarkt.
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
2
In doorsnee produceert 70% van de Nederlandse ondernemingen op basis van orders (make to order), 15% assembleert op basis van orders en 15% produceert op voorraad (make to stock). Hiermee lopen Nederlandse bedrijven in de pas met de bedrijven in andere Europese landen.
In vergelijking met andere landen vindt er in Nederland weinig massaproductie plaats. Bijna de helft van de bedrijven vervaardigt enkel-stuksproducten en slechts 16% produceert in grote series.
Kenmerkend voor de industrie is de productie van discrete producten en de continu geproduceerde goederen. De procesindustrie is vergaand geautomatiseerd. Aan het eigenlijke productieproces komen nog heel weinig mensen te pas; wel in andere functies, zoals controle en onderhoud. Omdat deze geautomatiseerde wijze van produceren zeer efficiënt is wordt deze steeds vaker gebruikt als “benchmark” voor de discrete productie. Uitgerekend de discrete productie is moeilijk flexibel te automatiseren. Flexibiliteit is het sleutelbegrip waar alles om draait. Bedrijven moeten flexibel zijn omdat de seriegroottes vanwege de klantwens steeds kleiner zijn. Productiemachines moeten in staat zijn om veel verschillende varianten economisch te produceren. De productie-infrastructuur moet flexibel genoeg zijn om deze varianten aan te kunnen. In tegenstelling tot de procesindustrie is de maakindustrie (in aanleg) nu juist wel in staat om in te spelen op die vraag naar flexibiliteit. De mate waarin een bedrijf in de maakindustrie de flexibele productie kan automatiseren verbetert zijn concurrentiepositie en vergroot de overlevingskansen. De organisatie van het werk (eigen aan batch productie), de veranderingen die optreden als gevolg van leverbetrouwbaarheid en flexibilisering stellen eisen aan assets, organisatie en de medewerkers. Nieuwe technologieën volgen elkaar in een steeds hoger tempo op. Communicatie tussen verschillende deelsystemen is een essentiële voorwaarde geworden. Service en controle maken nu deel uit van het eisenprogramma. De volledig geïntegreerde koppeling tussen productievoorbereiding, productieproces, logistiek en management komt in zicht. Nederland en de kredietcrises Nederland is in 2008 zwaar geraakt de crisis. Nederland is als export- en handelsland extra gevoelig gebleken voor de internationale conjunctuur. Met een relatief grote financiële sector is Nederland daarnaast extra hard getroffen door de internationale krediet crisis. Als gevolg van de financiële crisis en de zich nog ontwikkelende economische crisis zal de structuur van de Nederlandse economie moeten veranderen om de aansluiting met de kopgroep van landen tot stand te brengen. De huidige crisis vindt plaats tegen de achtergrond van een aantal structurele trends. Nederland is onderdeel van een globaliserende economie. De internationale verwevenheid van onze economie gaat sneller dan de ontwikkeling van onze economie zelf. Bedrijven verdelen hun activiteiten steeds meer over landen en heroverwegen hun geografische posities. Een hoogwaardige kennisinfrastructuur, toponderzoek en een goed algemeen vestigingsklimaat zijn de belangrijkste determinanten. Een gezonde dynamiek betekent dat het verdwijnen of krimpen van sommige bedrijven wordt gecompenseerd door de opkomst van nieuwe bedrijven en werkgelegenheid. Mensen vormen een vitale infrastructuur voor de economie en zorgen voor nieuwe innovatieve bedrijvigheid en ondernemerschap. Opvallend in CPB-ramingen is in ieder geval de dramatische terugval in de investeringen van bedrijven met in totaal 22% (13 miljard) tot 2010. De private investeringen in R&D lagen met 1% van het BBP ook voor het uitbreken van de crises al beduidend lager dan andere geïndustrialiseerde
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
3
landen. Bedrijven vertragen als antwoord op de crises R&D-projecten die gericht zijn op de lange termijn of leggen ze stil. Voor private R&D geldt daarbij: weg is weg. In concurrentiekrachtranglijsten staat Nederland nu achter onder meer de Scandinavische landen en Zwitserland. De maakindustrie neemt een belangrijke plaats in de Nederlandse economie in. In de 46 duizend bedrijven en bedrijfjes in de maakindustrie werken in totaal ongeveer 835 duizend mensen. De maakindustrie maakte in 2005 14,7 % van de Nederlandse economie uit, gemeten in toegevoegde waarde. Omdat het aantal bedrijven in andere sectoren wel blijft groeien, neemt het aandeel van de industrie in de totale werkgelegenheid af. Ook de gemiddelde omvang van de industriële bedrijven neemt af. Ook de gemiddelde werkgelegenheid per industrieel bedrijf is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen. Dat is te wijten aan meer kleinschalige industriële productie, maar deels ook op outsourcing en opdeling van juist grote bedrijven. Offshoring lijkt echter geen dominante verklaringsfactor, gelet op import -, export en investeringsstatistieken. Toch neemt de vraag naar technisch personeel als gevolg van de vergrijzing en ontgroening toe. Op dit moment is 40% van de technische beroepsbevolking in de regio Rijnmond betrokken bij onderhoudsactiviteiten. Door het proces van creatie en destructie verdween ongeveer 6% van de industriële werkgelegenheid, en kwam er ongeveer 6% bij. Gaandeweg worden werknemers in de industrie wel steeds hoger opgeleid en ouder. De arbeidsproductiviteit in de industrie is de laatste tien jaar sterk gegroeid, sterker dan de beloning. Dat is per saldo gunstig voor de concurrentiepositie van de industrie. Omdat de rest van de economie echter harder groeide, is het aandeel van de industrie in de toegevoegde waarde echter afgenomen. Ondanks de schaalverkleining, wordt het buitenland voor de Nederlandse industriële bedrijven steeds belangrijker. De laatste paar jaar groeit de buitenlandse omzet harder dan de binnenlandse, en ook de buitenlandse handel is de laatste jaren sterk gegroeid. De high tech en chemie opereren in de regio Rijnmond op de internationale ‘frontier’. De ligging aan de delta schept voordelen. Een belangrijke pijler is de infrastructuur (wegen, elektriciteit, telecommunicatie, luchthavens en breedbandverbindingen). Rotterdam is groot geworden door de haven. Veel activiteiten zijn direct of indirect gelieerd aan de haven. De haven raakt echter steeds verder verwijderd van de stad. Op dit moment wordt gebouwd aan de maasvlakte II. Rotterdam is zich door de bouw van grootschalige kolengestookte energiecentrales aan het ontwikkelen als energieleverancier. Enerzijds ontstaat hierdoor meer ruimte in de stad, maar anderzijds slaat de werkgelegenheidsontwikkeling van de haven slecht neer in de stad. Daardoor ontstaat er ruimte voor nieuwe vormen van vervlechting. Meer op informatie, kennis en dienstverlening gebaseerde activiteiten. De kwaliteit van de (kennis)infrastructuur (onderwijs en onderzoek) en de beschikbaarheid van vakbekwaam personeel zijn belangrijke voorwaarden voor de Rotterdamse kenniseconomie. Er lijkt een bedrijfsmatige paradox te ontstaan tussen schaalvergroting en specialisatie. De concurrentiepositie van Rotterdam wordt bepaald door de concentratie van kennis en kunde in de regio. Naast grootschaligheid ('economies of scale') zijn de nadruk op de specifieke klant ('economies of scope'; 'personal casting') en snelheid van handelen ('economies of speed') minstens zulke, in de regio aanwezige, essentiële vaardigheden. Waar de industrie voorheen haar aandacht richtte op productontwikkeling, verkoop en productie, ligt die nu op keteninnovatie. Het belang van
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
4
een gestroomlijnde productie met korte doorlooptijden groeit en biedt concurrentievoordeel. Door processen, van toeleverancier tot aan de klant, digitaal te verbinden genereren bedrijven grotere efficiëntie. Bedrijven moet in staat zijn om gemakkelijk verbindingen leggen met bedrijven over de hele wereld, zelf een goede plek zoeken in de keten en andere bedrijven helpen maximaal waarde te creëren. Het gebruik van sociale software binnen bedrijven (Enterprise 2.0) zal deze ontwikkeling ondersteunen. De aard van de interacties met externe partijen en klanten zal veranderen. Markten en technologieën zullen verduurzamen. Andere bedrijvigheid zal verdwijnen of worden verplaatst. Paradigma’s in de techniek Organisaties moeten om te kunnen concurreren voortdurend hun bedrijfsprocessen verbeteren en aanpassen. De aard van de producten en de eisen van de klant zorgen ervoor dat processen en gebruikte apparatuur steeds complexer worden. De eisen aan machines en productieprocessen qua beschikbaarheid, prestaties, betrouwbaarheid worden steeds zwaarder. Dat geldt ook voor de behoefte om processen op afstand te besturen en controleren. Binnen de bedrijven uit de context ontstaat een groeiend tekort aan goed opgeleide personen die over voldoende kennis beschikken om dit te bereiken. Nieuwe technologieën volgen elkaar in een steeds hoger tempo op. Communicatie tussen verschillende deelsystemen is een essentiële voorwaarde geworden. Service en controle maken nu deel uit van het eisenprogramma. De volledig geïntegreerde koppeling tussen productievoorbereiding, productieproces, logistiek en management komt in zicht. Veel bedrijven hebben moeite om die randvoorwaarden in te vullen, kansen te identificeren en te ontsluiten en zodoende de (mogelijke) groei ook daadwerkelijk te realiseren. Een groot aantal bedrijven onderschat de complexiteit van de materie en gebruikt daarom methoden en instrumenten voor analyse en planning die niet krachtig genoeg zijn. Daarnaast zijn er nog de volgende verschuivingen en trends:
Door problemen op de kapitaalmarkt moeten bestaande assets langer meegaan dan aanvankelijk voorzien.
Er bestaat een samenhang tussen het aantal werknemers van een onderneming en de grootte van de series waarin wordt geproduceerd. De reden daarvoor is dat veel bedrijven zich hebben toegelegd op de vervaardiging van complexe producten, die moeilijk in serieproductie zijn te nemen. Naarmate producten complexer zijn worden zij in minder grote series vervaardigd.
De noodzaak tot het gebruik van de innovatiekracht bij het personeel veroorzaakt een verschuiving van traditioneel verticaal management naar horizontaal, op verandering gericht, management. Het aantal beslissingsniveaus daalt.
Om sneller aan de snel wijzigende marktvraag te kunnen voldoen zijn technieken als JIT, parallel - en gedistribueerde verwerking, flexibele fabricage van cruciaal belang.
De economische noodzaak tot het optimaal inzetten van resources noodzaakt een verschuiving van hiërarchische naar integrale controle- en supervisiestructuren, waarbij bijv. productiecontrole op de werkvloer uitgevoerd wordt.
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
5
De snelle veroudering van de kapitaalintensieve machines, nodig om hoogtechnologische producten te produceren brengt een verschuiving teweeg van grote bedrijven naar kleinere gespecialiseerde bedrijven die de apparatuur ook voor andere afnemers inzetten.
De toenemende bewustwording ten opzichte van duurzaam ondernemen verschuift de aandacht naar productontwerp met het oog op recycling en op minimalisatie van de schadelijkheid.
Het besef dat energievoorraden eindig zijn en het inzicht dat de schadelijke effecten op het milieu zoveel mogelijk moeten worden beperkt, hebben in het begin van de jaren ‘80 een ontwikkeling ingezet van de verbetering van energie-efficiency. De behoefte om te optimaliseren zet zich vandaag de dag (nu ook ingegeven door economische) ontwikkelingen nog steeds voort.
Door vergrijzing en ontgroening enerzijds en de noodzaak tot snelle, tijdige, juiste besluitvorming anderzijds is kennismanagement onmisbaar.
Deze paradigma's, verschuivingen en trends beïnvloeden de ontwikkelingen in bedrijven. Zij vragen het beter en soepeler inspelen op wensen van de klant en het toepassen van nieuwe technologieën. Meer aandacht wordt gevraagd voor planning op alle niveaus (technologie -, strategische -, producten productieplanning) en het gebruik van middelen voor planning, ontwerp, engineering, testen, kwaliteitscontrole, enz. Integrale kwaliteitszorg en productie zonder noemenswaardige verliezen (six sigma, lean manufacturing). Interfaces (hardware en software!) moeten door standaardisering de processen mogelijk maken en vergemakkelijken. Productieprocessen Met gebruik van CIM “computer integrated manufacturing” zijn vormen te genereren of materialen te bewerken die met klassieke bewerkingstechnieken voorheen onmogelijk waren. Als gevolg van bovengenoemde ontwikkeling zijn nu ook nieuwe technologieën als vijf-assige bewerkingen beschikbaar. Vijf-assige bewerking vindt vooral toepassingen bij het maken van dubbelgekromde oppervlakken: matrijzen voor het vervaardigen van autoplaatwerk, - en spuitgietmatrijzen, enz. Vijfassig laser- en waterstraalsnijden worden toegepast voor het snijden van complexe vormen in metaal, textiel, papier, koolstof- en glasvezels composieten, enz. Tot voor kort waren de productietechnieken gebaseerd op materiaalverwijdering of materiaalvervorming. Op dit moment zijn er technieken beschikbaar gebaseerd op materiaalaangroei, omdat het product gefabriceerd wordt door progressief materiaal toe te voegen. De procesketens Om de technisch bedrijfskundige te situeren ten opzichte van andere concepten kunnen de functies binnen een discreet fabricagebedrijf opgesplitst worden in drie procesketens:
de ontwerpketen;
de fabricageketen;
de planning -, en productiebesturingsketen;
de onderhoud -, en serviceketen.
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
6
Elk van deze ketens is onderhevig aan aangepaste vormen van automatisering, tot op heden zonder veel onderlinge verbindingen. Bedrijven worden beschouwd als informatieverwerkende systemen. Er zijn twee informatiestromen: product- en procesgerelateerde informatie en logistieke of organisatie informatie. Universele datamodellen, ondersteund door adequate datastructuren, samen met effectieve communicatiekanalen zijn sleutelfactoren voor een succesvolle integratie. Informatie is daarmee een productiefactor geworden en moet even rationeel behandeld worden als de andere productiefactoren. De ontwerpketen Op het gebied van de productietechnologie is de trend naar verdere globalisering overal waarneembaar. De wereldwijde samenwerkingsverbanden tussen clusters van bedrijven genereren een min of meer constante stroom innovaties. Flexibiliteit en het vermogen om innovaties zo snel mogelijk om te zetten zijn steeds belangrijker bij de implementatie van nieuwe productietechnologieën. De ontwerpfunctie wordt steeds verder door de computer ondersteund. In de productontwikkelingsfase worden de product- en proceseigenschappen, zoals levenscycluskosten, de 'time-to-market' en de kwaliteit, voor de volledige levenscyclus van een product vastgelegd. De komst van nieuwe materialen, nieuwe productietechnieken levert nieuwe ontwerpmogelijkheden op. Maar ook bestaande materialen kunnen met gebruik van nieuwe technologieën gebruikt worden in compleet nieuwe toepassingsgebieden. Door de globalisering is een steeds efficiënte productontwikkeling noodzakelijk geworden. De maakindustrie (en de daar aan gelieerde bedrijvigheid) moet zich steeds op deze uitdaging instellen, tegelijkertijd verwacht de klant een individuele benadering én een efficiënte productie verwacht. Een product wordt niet alleen ontworpen om goed te functioneren, maar het moet ook efficiënt en economisch geproduceerd kunnen worden, gemakkelijk te onderhouden zijn, gemakkelijk te monteren en, onder druk van het milieu, ook eenvoudig te recyclen. Al tijdens het ontwerp kan de energiebalans worden opgemaakt van alle processen nodig om het product te vervaardigen en de gevolgen voor het milieu worden afgewogen. De bouw van prototypen ondersteunt de productontwikkeling. Met virtuele prototypen kunnen al in het ontwikkelingsstadium essentiële kenmerken worden beoordeeld. De geometrische voorstelling wordt aangevuld met relevante productdata. Validatie van het ontwerp gebeurt, met het oog op reductie van de ontwerptijd en -kosten, steeds meer op basis van simulaties. Ook het programmeren van machines, het onderhoud van complexe productiesystemen, zijn met behulp van virtuele realiteit mogelijk. De fabricageketen Discrete productieprocessen worden uitgevoerd op aangepaste machines of flexibele productiesystemen. De automatisering, de besturing en de programmering van deze systemen zijn nog steeds in volle evolutie. Er wordt gezocht naar nieuwe productieprocessen om aan de eisen van moderne producten te kunnen voldoen en om in te spelen op de eisen van flexibiliteit en kostprijs. Ondanks de steeds wisselende productieaantallen, verschillende productvariaties, voortdurende wijzigingen in ontwerp, toegepaste materialen en de eisen aan flexibiliteit moet er steeds efficiënt en “JIT” geproduceerd worden. Steeds vaker produceert men ook, gelet op de vereiste specialistische technologieën en/ of apparatuur, in samenwerking met andere disciplines en expertises.
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
7
Via iteratieve processen moet steeds opnieuw beoordeeld worden of er nog efficiënt geproduceerd wordt c.q. taken uitbesteed moet worden expertise verworven moet worden. Als gevolg van die overwegingen moeten (onder productiedruk), innovaties geïmplementeerd worden. De planning -, en besturingsketen Het planning, - en besturingssysteem van een complex flexibel productiesysteem is hiërarchisch opgebouwd en bestaat uit een strategisch, een tactisch en een operationeel niveau. Het strategisch niveau omvat de fabrieksplanning en het algemeen productieplan. Het tactisch niveau omvat de inzet van resources. Het operationeel niveau ten slotte de controle van de productieactiviteit zelf. Hierin zijn de voornaamste functies: "process planning", "scheduling" en "dispatching" of real-time controle. In de strategische fase wordt bepaald hoeveel en wat er geproduceerd moet worden, wanneer onderhoud noodzakelijk is, nieuwe apparatuur in gebruik moet worden. Dit over een relatief lange periode (maanden of weken), in de operationele fase om uit te maken hoe, waar en wanneer de verschillende deelbewerkingen moeten uitgevoerd worden om te voldoen aan bepaalde criteria als kosten, doorlooptijd, machinebezetting, enz. De tijdspanne waarover gepland wordt is kort en bij voorkeur moet ook herpland kunnen worden indien onverwachte gebeurtenissen optreden. Op de strategische en tactische niveaus wordt gebruik gemaakt van MRP (Materials Requirements Planning) en MRP II (Manufacturing Resources Planning) pakketten. Deze pakketten omvatten alle beheersprocessen vanaf de fabrieksplanning tot en met de uitvoering en de meting van de fabrieksprestaties. Technieken als “just in time” (JIT), kanban, OPT worden ingevoerd om de productie meer “lean” en “agile” te maken. Flexibiliteit is slechts gegarandeerd in dergelijke systemen als er vanuit het productiesysteem, een terugmelding komt van wijzigingen die zich voordoen en er mogelijkheden zijn om deze taken te herplannen. De onderhoud,- en serviceketen Steeds vaker is onderhoud en of service een onderdeel van een product geworden. Er zijn zelfs bedrijven die een product gratis of tegen inkoopprijs leveren aan de klant in ruil voor een meerjarig onderhoudscontract (inhibitie). Steeds vaker is sprake van prestatiecontracten. In een prestatiecontract wordt voor een vaste prijs gezorgd dat de fysieke assets aan de gestelde eisen voldoen. Voornaamste argumenten om uit te besteden in de industrie:
vinden en binden van onderhoudspersoneel (schaarste)
efficiency uit een flexibele schil
kennis (vooral voor specialisten en OEM)
In de regio Rijnmond zijn meerdere grotere contrators actief. Contractors zijn bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in het uitvoeren van onderhoud -, serviceactiviteiten voor anderen. Vaak is er bij uitbesteden van onderhoud of service sprake van meer van hetzelfde. Bedrijven die meer dan 60% uitbesteden gaan nog meer uitbesteden. Bedrijven die minder dan 35% uitbesteden gaan nog meer zelf doen (Onderhoudskompas NVDO). Productie en organisatievernieuwing Naast innovaties van productietechnologie geven veel bedrijven prioriteit aan vernieuwing van de productieorganisatie, het introduceren van nieuwe werkwijzen en (management)concepten in de
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
8
productie. Daarbij gaan innovatieve technologieën nogal eens gepaard met nieuwe werkwijzen in de productie. Het vernieuwen en verbeteren van blijft een constante uitdaging voor bedrijven. Nieuwe technologische ontwikkelingen en nieuwe organisatieconcepten, maar ook veranderende marktomstandigheden vormen sterke drijfveren voor bedrijven om hun productiesystemen kritisch tegen het licht te blijven houden. De kennisinfrastructuur De veranderingen in de techniek waar bedrijven aan onderhevig zijn hebben invloed op de kennisinfrastructuur. De beschikbaarheid van goed, adequaat opgeleid personeel en de aanwezigheid van een goede, toegankelijke kennisinfrastructuur zijn voor de positie van bedrijven van groot belang. Kennisinstellingen en bedrijfsleven kunnen elkaar maar lastig vinden. Innovaties in het primaire proces blijven daardoor uit c.q. worden met een zekere vertraging ingevoerd. Door teruglopende investeringen in R&D activiteiten stokt het elementaire onderzoek. In bedrijven en neemt de spin-off daarvan voor het primaire proces af. De interne kennisontwikkeling door instroom van nieuwe, pas opgeleide werknemers staat onder druk vanwege het teruglopend aantal leerlingen met affiniteit voor techniek. Het dedain voor techniek in de maatschappij speelt de bedrijven in ieder geval parten. De plaats van de TB ér Met techniek werd voorheen meestal bedoeld 'georganiseerde' technologie in concrete geïmplementeerde technische systemen of situaties. Studenten TB zullen vooral betrokken raken bij situaties die niet aan deze voorwaarden voldoen. De aankomend technisch bedrijfskundigen moeten daarom adequaat opgeleid zijn op dit terrein. Technische bedrijfskundigen moeten in staat zijn delen van het bedrijfsproces te optimaliseren, (her)ontwerpen en of nieuwe onderdelen te implementeren. Vragen waar TB’ers antwoord op moeten kunnen geven:
Hoe efficiënt en effectief exploiteren we onze huidige technische assets?
Hoe kunnen we met gebruik van onze kennis en ervaring de inzet van technologie optimaliseren?
Hoe kunnen we bruikbare, toekomstige technologieën identificeren?
Welke impact zullen nieuwe technologieën hebben op onze businessmodel?
In de wereld van de productietechniek zijn significante veranderingen gaande die een grote impact hebben op de bedrijfsvoering. Om de positie van een technisch bedrijfskundige in die organisaties te kennen en de mogelijke gevolgen daarvan te kunnen verklaren, moet er inzicht zijn in trends en ontwikkelingen en hoe deze ingrijpen in de verschillende bedrijfsprocessen. De technische problematiek waar een technisch bedrijfskundige mee te maken krijgt, is breed en complex van aard. Breed omdat het gaat om een scala aan technische aspecten. Complex omdat al deze verschillende aspecten samenhangen met andere bedrijfskundige aspecten. Technisch bedrijfskundigen moeten in staat zijn om aspecten van een primair proces te optimaliseren, (her)ontwerpen en of nieuwe onderdelen te implementeren. Bij veranderingen moet de technisch bedrijfskundige rekening houden met de gevolgen voor de totale organisatie. Technische vaardigheden waarover een bedrijfskundige op Hbo niveau moet beschikken;
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
9
verzamelen interpreteren en analyseren van relevante data uit technische bedrijfsprocessen;
controleren van werkzaamheden in het primaire proces;
optimaal laten functioneren van de afzonderlijke technische bedrijfsprocessen;
signaleren en rapporteren van innovaties;
geven van adviezen op operationeel niveau en tactisch niveau;
verbanden leggen tussen de afzonderlijke technische bedrijfsprocessen;
managen van werkzaamheden in het primaire proces;
projectmatig managen.
Competenties. Opvallend de zwakke relatie tussen competentie ondernemen en processen. Voor een Hbo opleiding lijkt het te kloppen dat het uitvoeren van beleid geen prioriteit heeft. Dat er een sterke relatie bestaat tussen ontwikkelen en formuleren van beleid enerzijds en vernieuwen van producten, diensten, organisaties en innovatie processen anderzijds mag geen verrassing zijn. In de onderstaande matrix van het domein productie is een opsomming van de bijbehorende beroepsproducten gegeven.
Domein
A. Productie
Activiteit Ontwikkelen en formuleren van beleid
Strategisch productieplan Capaciteitsjaarplan
Uitvoeren van beleid Ondernemen
Business developmentplan
Vernieuwen van producten
Productvernieuwing
Vernieuwen van organisaties
Procesanalyse
Hieronder een matrix van de modulen en projecten waar de beroepsproducten uit het domein productie aan de orde komen. De modulen zullen worden gebruikt voor het bespreken, toelichten van modellen, theorieën, het leggen van verbanden en het toelichten van achtergronden. Deze zijn bedoeld om de activiteiten in de projecten aan te sturen.
Modulen uit de conceptuele leerlijn en inhoud
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
10
MOW
Productvernieuwing
Projecten en de beroepsproducten PRJ08
Strategisch productieplan
?
Capaciteitsjaarplan
Prj04
Business Development plan
?
Procesanalyse
PRJ03
Productvernieuwing
Overzicht van de modellen, theorieën, begrippen en de technische modulen waar deze aan de orde (moeten) komen. MPR10&1 1
Statistische procescontrole, proceshaalbaarheid, toleranties, regelgrenzen, trends, borging, efficiëntie, materialenkennis, proceskennis, procesparameters, lay-out types, lay-out selectie
TEM10
(nieuw voorheen IAU41 nu Technology Management) innovation management, IP, knowledge management, technology forcasting, competitive advantage, QFD, TRIZ en Business Technology Roadmapping
IMR30
Besturen en regelen van processen, meten aan processen, Data-aqcuisitie, protocollen, industriële netwerken, PLC’s, microprocessoren, programmeren
MOW30
Integrale productontwikkeling, management en organisatie van productontwikkeling, creativiteit in ontwikkelprocessen
OHM30
Asset management, onderhoudsproces, risicomanagement, onderhoudbesturing-, en beheersing onderhoudsconcepten, onderhoudsorganisatie
ENS30
Energievormen, energieomzetting, koudetechniek, thermodynamica, hernieuwbare energievormen, (nog in te voeren APX, loadmanagement, smart metering, distributie)
ENS40
(nieuw) Rekenen aan energiesystemen, energieomzetting, energietarieven, thermodynamica, hernieuwbare energievormen, vermogens, belastingen
Bronnen
Kenniswerkers aan het werk voor innovatie. BREIN – Bestrijdt de recessie met innovatie (20 februari 2009)
Weathering the storm, McKinsey & Company, 21 januari 2009
Nederland in de Wereld: connecting global ambitions’ (2008) Commissie Van Velzen
Voortgangscommissie Sleutelgebieden, Voortgang sleutelgebieden en tussentijdse evaluatie sleutelgebiedenaanpak, 21 januari 2009.
CPB-ramingen 2009
Industrie in beweging, februari 2007 SIC
Notitie ”De rol van de techniek binnen de opleiding TB” van Peter van Heusden 18-03-2012
11