De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland Eindrapport
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving
Inhoudsopgave Leeswijzer
4
Conclusies en samenvatting
5
Deelonderzoek 1
Deelonderzoek 2
25
Interviews met informanten en (ex-)kansspelverslaafden
Deelonderzoek 3
in Nederland
13
Literatuur
33
Face-to-face interviews met lotkopers
Deelonderzoek 4
61
Bevolkingsonderzoek 2004
Eindrapport
Deelonderzoek 5
79
Internetpanel
IVO
CVO
Heemraadssingel 194
Keulsekade 22
3021 DM Rotterdam
3531 JX Utrecht
www.ivo.nl
www.drugresearch.nl
[email protected]
[email protected]
Dr. Gert-Jan Meerkerk
Drs. Dick de Bruin
Drs. Bianca de Ruiter
Drs. Minke Dijkstra
Drs. Mijke van Vliet
Drs. Richard Braam
Drs. Agnes van der Poel Prof.Dr. Dike van de Mheen Juli 2008
3
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Leeswijzer
Conclusies en samenvatting
Het voorliggende rapport presenteert de resultaten van het onderzoek naar de relatie
De hoofdvraag van de onderhavige studie richt zich op de relatie tussen
tussen deelname aan de vier grote nummerloterijen in Nederland (te weten de
deelname aan nummerloterijen en het ontstaan of de instandhouding van
Nederlandse Staatsloterij, de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de
kansspelproblematiek. In geen van de vijf deelonderzoeken kon een relatie
Sponsor Bingo Loterij) en kansspelverslaving. De hoofdvraag van het onderzoek luidt:
worden aangetoond tussen deelname aan de onderzochte nummerloterijen en kansspelverslaving. Daaruit wordt geconcludeerd dat – onder de huidige condities
Wat is de relatie tussen deelname aan deze nummerloterijen en het ontstaan dan wel de
zoals vastgelegd in de Nederlandse Wet op de kansspelen en vormgegeven in het
instandhouding van kansspelverslaving?
Nederlandse kansspelbeleid – de vier onderzochte nummerloterijen niet bijdragen
1
aan het ontstaan en de instandhouding van kansspelproblemen. Naast deze hoofdvraag komen ook verschillende deelvragen aan bod: • Wat is de relatie tussen deelname aan nummerloterijen en deelname aan andere
In geen van de vijf deelonderzoeken kon een persoon worden gevonden waarop
kansspelen?
de term ‘loterijverslaving’ van toepassing zou kunnen zijn. Het spel in zijn huidige
• Wat is de invloed van diverse kenmerken van nummerloterijen op het potentiële
vorm, een typisch long odds2 kansspel met een lage event frequency3, leent zich niet
risico op kansspelverslaving?
voor continu spelen in langdurige sessies in een op spelen ingerichte omgeving
• Welke groepen deelnemers aan nummerloterijen lopen risico op kansspel
waarbij de speler in een roesachtige toestand tracht eerdere verliezen goed te maken
verslaving?
door steeds hoger in te zetten (chasing). Nummerloterijen hebben daarmee geen
• Wat is de motivatie voor deelname aan nummerloterijen?
van de belangrijkste kenmerken van risicovolle kansspelen.
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn vijf verschillende deelonderzoeken
Aannemelijk kan worden gemaakt dat er geen causale relatie bestaat tussen
uitgevoerd:
het deelnemen aan nummerloterijen en het ontstaan of de instandhouding van
• een literatuurstudie,
kansspelverslaving. Deze relatie kan wel worden aangetoond voor andere meer
• een kwalitatief onderzoek onder (ex)kansspelverslaafden en informanten
riskante kansspelen zoals kansspelautomaten. Mensen met kansspelproblemen
(mensen die beroepsmatig kennis hebben van of ervaring met loterijen en
nemen wel deel aan nummerloterijen maar de deelname aan deze kansspelen
kansspelverslaving),
maakt geen wezenlijk onderdeel uit van het kansspelprobleem, niet bij het
• een surveyonderzoek onder deelnemers aan nummerloterijen,
ontstaan van het probleem en niet bij de instandhouding van het probleem.
• een kwantitatief onderzoek bestaande uit secundaire analyses op de gegevens van het eerder uitgevoerde bevolkingsonderzoek van De Bruin et al. (2006) en
Nummerloterijen, tot slot, blijken ook geen opstapje voor andere, meer riskante
• een kwantitatief surveyonderzoek onder een representatieve steekproef van
vormen van kansspelen (stepping stone). In de meeste gevallen wordt begonnen
de Nederlandse bevolking.
met andere kansspelen en wordt in een later stadium, op oudere leeftijd, ook met deelname aan nummerloterijen begonnen.
Deze rapportage bevat zowel de samenvattende conclusies (‘Conclusies en samen vatting’) alsook de resultaten van de afzonderlijke deelonderzoeken (‘Deelonderzoek 1’ tot en met ‘Deelonderzoek 5’). Het onderzoek is gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij en de Nederlandse Staatsloterij.
1
4
Onder nummerloterijen wordt hierbij verstaan een kansspel waarbij deelnemers loten kopen, in de losse verkoop of via een abonnementssysteem, en door middel van een in principe maandelijkse trekking (naast de maandelijkse trekking wordt nog één of twee maal per jaar een extra trekking georganiseerd) kans maken een geldbedrag te winnen. Een aantal nummerloterijen kent ook dag- en weekprijzen, hierbij worden prijswinnaars bekend gemaakt van de maandelijkse trekking. Om dit kansspel te onderscheiden van andere vormen van loterijen zoals het lottospel en de krasloterij wordt in dit rapport expliciet van nummerloterijen gesproken.
2
3
De term long respectievelijk short odds heeft (o.a.) betrekking op de tijd die verstrijkt tussen inzet en uitkomst bij een kansspel. De term event frequency heeft betrekking op de frequentie waarmee aan een kansspel deelgenomen kan worden binnen een bepaalde tijd en daarmee op mate waarin het spel zich leent voor repetitief (herhaald) spelen.
5
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Conclusies naar aanleiding van de deelvragen
substantieel stijgt. Dit wil echter niet zeggen dat deze hoge prijzen de nummer loterijen tot riskante kansspelen maken. Kenmerken als prijsverleiding, toegankelijk heid en reclame lijken vooral de verkoop van loten te bevorderen zonder dat het de directe oorzaak is van het ontstaan van kansspelproblemen.
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en deelname aan andere kansspelen
Prijs van inleg
Deelname aan nummerloterijen lijkt, zo blijkt uit deze studie, een aanvullend
Uit de deelonderzoeken zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat de inleg
karakter te hebben. Dat wil zeggen dat het (eventueel) naast andere kansspelen
(lotprijs) bij nummerloterijen van invloed is op het risico van kansspelverslaving.
gespeeld wordt maar niet daarvoor in de plaats komt. Er zijn ook geen aanwijzingen
De loten van de Nederlandse Staatsloterij kosten meer dan de loten van de andere
gevonden dat deelname aan nummerloterijen de deelname aan andere kansspelen
drie nummerloterijen. Er blijken echter geen verschillen in kansspelproblematiek
stimuleert. Kennelijk vervullen nummerloterijen een andere functie en worden zij
te zijn tussen de vier nummerloterijen.
anders beleefd dan andere kansspelen. ‘Suggestie van invloed op spelverloop’
De invloed van kenmerken van nummerloterijen op het potentiële risico op kansspelverslaving
Bij sommige kansspelen (bijvoorbeeld kansspelautomaten of blackjack) denken spelers invloed te kunnen uitoefenen op het spelverloop. Deze ‘suggestie van invloed
Toegankelijkheid en distributie
op het spelverloop’ wordt als risicofactor voor kansspelverslaving gezien. Bij geen
Op de Nederlandse markt is de Nederlandse Staatsloterij de enige nummerloterij
van de huidige deelstudies zijn aanwijzingen gevonden dat er een verband bestaat
die losse loten verkoopt. Deelname aan de drie andere nummerloterijen van
tussen de suggestie van invloed op het spelverloop van nummerloterijen en het
dit onderzoek is enkel mogelijk door middel van abonnementen. Hoewel de
risico op kansspelverslaving. Een deel van de respondenten (vooral probleemspelers
Nederlandse Staatsloterij de grootste (naar omzet) loterijaanbieder in Nederland
van wie de kansspelproblematiek gerelateerd kan worden aan andere kansspelen)
is, is uit het onderzoek niet gebleken dat het risicopotentieel van de Nederlandse
denkt overigens wel invloed uit te kunnen oefenen op het spelverloop van
Staatsloterij groter is dan dat van de andere nummerloterijen. Hiermee is
nummerloterijen.
het onwaarschijnlijk dat onder de huidige condities de toegankelijkheid en distributievorm van de huidige nummerloterijen bijdragen aan het risico op het
Omdat er uit dit onderzoek geen specifieke loterijverslaving bij deelname aan
ontstaan en de instandhouding van kansspelverslaving.
nummerloterijen naar voren komt, is het moeilijk aan te geven wat de invloed van de kenmerken van de nummerloterijen op het risico op kansspelverslaving is. De
Frequentie van trekking
vier nummerloterijen kennen onderlinge verschillen in spelkenmerken zoals prijs
De Nederlandse nummerloterijen zijn onder de huidige condities, zoals vastgelegd
van inleg, winkans en distributie, maar deze kunnen niet aan bepaalde risicofactoren
in de Wet op de kansspelen en het kansspelbeleid, typische long odds kansspelen met
voor kansspelproblemen worden gerelateerd.
lage event frequencies. Het aantal trekkingen is daarbij gelimiteerd tot 14 per jaar; dat wil zeggen één maal per maand met nog enkele extra trekkingen ter gelegenheid
Risicogroepen binnen deelnemers aan nummerloterijen
van bijzondere dagen of momenten. Uit het onderhavige onderzoek wordt duidelijk
Vanwege het ontbreken van aan nummerloterijen gerelateerde kansspelproblemen
dat deze vorm van nummerloterijen niet bijdraagt aan het ontstaan en/of de
is het ook niet mogelijk specifieke aan nummerloterij gerelateerde risicogroepen
instandhouding van kansspelverslaving. Uit verschillende buitenlandse studies
te beschrijven.
blijkt dat loterijen zoals het lottospel, met meer frequente, bijvoorbeeld dagelijkse, trekkingen en hogere event frequencies, wel kunnen bijdragen aan het ontstaan en de
De belangrijkste motivaties voor deelname aan nummerloterijen
instandhouding van kansspelverslaving. Het is daardoor denkbaar dat Nederlandse
De belangrijkste motivaties die de deelnemers aan nummerloterijen aanvoeren zijn
nummerloterijen onder andere dan de huidige condities, zoals met een dagelijkse
van financiële en praktische aard. Deelnemers spelen in een nummerloterij omdat
trekking, wel bij zouden kunnen dragen aan het ontstaan en de instandhouding
zij op een eenvoudige wijze kans willen maken een groot geldbedrag te winnen.
van kansspelverslaving.
Deze motivaties gelden voor deelname aan alle nummerloterijen. Daarnaast speelt het goede doelen motief bij de Nederlandse Staatsloterij een minder belangrijke en
Winkansen en omvang van het prijzenpakket
bij de Nationale Postcode Loterij en de Sponsor Bingo Loterij een belangrijkere rol.
Hoewel respondenten desgevraagd aangeven voorkeur te geven aan een loterij
Het voorkómen van spijt vanwege een gemiste prijs speelt, tot slot, bij de Nationale
met een grotere kans op een prijs dan aan een loterij met een grotere prijs
Postcode Loterij een belangrijkere rol dan bij de andere nummerloterijen.
(en een kleinere kans), blijkt uit de praktijk dat er van een (zeer) hoge prijs een grote aantrekkingskracht uitgaat en dat bij een zeer hoge prijs de lotenverkoop
6
7
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Samenvattingen
de huidige Nederlandse condities) en kansspelverslaving. Men denkt niet dat het spelen in nummerloterijen op zich bijdraagt aan het ontstaan of de instandhouding van kansspelverslaving. Dit wil niet zeggen dat mensen met kansspelproblemen
Hieronder worden de beknopte samenvattingen van de vijf deelonderzoeken
niet deelnemen aan nummerloterijen. Deze deelname wordt echter niet gezien als
gepresenteerd.
wezenlijk of oorzakelijk onderdeel van het kansspelprobleem. Er wordt, voornamelijk op basis van het short vs. long odds karakter van een spel, onderscheid gemaakt tussen
Het literatuuronderzoek
risicovolle kansspelen zoals kansspelautomaten en risicoarme kansspelen zoals
Uit het literatuuronderzoek wordt duidelijk dat het risico op kansspelverslaving niet
nummerloterijen. Door het long odds karakter ervaren loterijspelers niet de spanning
voor elk kansspel even groot is. Op basis van verschillende kenmerken kunnen zowel
die tot kansspelproblemen kunnen leiden. Kenmerken van nummerloterijen, zoals
kansspelen met een relatief groot als met een relatief gering risico op kansspel
inlegkosten, de hoogte van het prijzengeld en de suggestie van invloed, hebben
verslaving worden onderscheiden. Tot de belangrijkste karakteristieken die het
invloed op deelname, maar zijn volgens geïnterviewden niet van invloed op het risico
risico op kansspelverslaving bepalen behoort het short vs. long odds karakter van
op kansspelverslaving.
een kansspel. Kansspelen waarbij het resultaat van de inleg korte tijd na de inleg bekend wordt (short odds) hebben een beduidend hoger risico dan spelen waarbij
Het surveyonderzoek onder deelnemers aan nummerloterijen
het resultaten pas lange tijd na de inzet bekend wordt. Een daarmee samenhangend
Ook uit het deelonderzoek onder 75 regelmatige loterijspelers blijkt geen relatie
kenmerk betreft de hoogte van de event frequency; de mate waarin het spel zich leent
tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving. Waar dit onderdeel
voor repetitief (herhaald) spelen. Typisch voorbeeld van een short odds kansspel met
van het onderzoek meer inzicht moest geven in het speelgedrag en de speelpatronen
een hoge event frequency is de kansspelautomaat (fruitautomaat).
van mogelijk loterijverslaafden blijkt dat loterijverslaafden niet aangetroffen worden binnen de respondentengroep veel- en vaakspelers. Ondanks de grote inspanningen bij
De nummerloterijen die momenteel op de Nederlandse markt zijn toegelaten
het zoeken naar respondenten die op een problematische wijze met nummerloterijen
en functioneren binnen de condities bepaald door de huidige Wet op de kansspelen
omgaan, konden geen problematische loterijspelers worden gevonden. Dit geeft aan dat
en het kansspelbeleid, behoren vanuit dit perspectief tot kansspelen met een laag
loterijverslaving wellicht niet bestaat of althans niet zichtbaar prevalent is. Onder de
risico op kansspelverslaving. Het zijn typische long odds spelen met een lage event
respondenten is wel één vrouwelijke loterijspeler gevonden die op basis van de SOGS4
frequency. Er zijn diverse internationale publicaties die melding maken van het
als risicospeler kan worden aangeduid waarbij de problemen uitsluitend gerelateerd
risico op kansspelverslaving bij loterijen, bijvoorbeeld Grüsser, Plontzke, Albrecht,
worden aan nummerloterijen. Bij twee andere respondenten die hun problematiek
& Morsen (2007) en Felsher, Derevensky, & Gupta (2004). Bij bestudering blijkt
mede relateerden aan nummerloterijen blijkt uit het interview de problematiek toch
echter dat in deze studies kansspelen zoals krasloten, het lottospel en dagelijkse
hoofdzakelijk gerelateerd te zijn aan de deelname aan andere kansspelen.
loterijen zijn meegenomen, welke in belangrijke mate op de eerder genoemde risicokenmerken van de Nederlandse nummerloterijen afwijken. De resultaten van
Respondenten geven over het algemeen aan hun deelname aan nummerloterijen
deze studies zijn daardoor niet op de Nederlandse situatie toepasbaar. Wel maken
niet als verslavend te ervaren. De loterijspelers zijn bovendien niet meer aan andere
deze studies duidelijk dat de Nederlandse nummerloterijen onder andere dan de
kansspelen deel gaan nemen door deelname aan nummerloterijen; de meeste
huidige condities, zoals met een dagelijkse trekking, wel zouden kunnen bijdragen
respondenten hadden al ervaring met andere kansspelen vóór zij deel gingen nemen
aan het ontstaan en de instandhouding van kansspelverslaving.
aan nummerloterijen. Hoewel de loterijspelers meer aan andere kansspelen deelnemen dan gemiddeld, speelt deze deelname voor hen over het algemeen geen belangrijke rol.
Samenvattend wordt geconcludeerd dat de wetenschappelijke literatuur over kansspelverslaving het onaannemelijk maakt dat er een relatie bestaat tussen
De belangrijkste reden om mee te doen met nummerloterijen is voor de meeste
kansspelverslaving en deelname aan nummerloterijen zoals momenteel op de
respondenten het kans maken op een groot geldbedrag. Het merendeel zegt ook het
Nederlandse markt toegelaten en functionerend binnen de condities van de huidige
steunen van goede doelen als goede reden te zien. De helft van de respondenten
wet- en regelgeving.
geeft ten slotte aan mee te doen uit gewoonte.
Het onderzoek onder informanten en (ex)kansspelverslaafden
Secundaire analyses op het bevolkingsonderzoek
De resultaten van het deelonderzoek onder de mensen die beroepsmatig
Uit het onderzoek dat in 2004 is uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking
met kansspelen, loterijen en/of kansspelverslaving te maken hebben (hierna:
van 16 jaar en ouder blijkt dat nummerloterijen, en dan vooral de Nederlandse
informanten) en (ex)kansspelverslaafden laat een vergelijkbaar beeld zien als het literatuuronderzoek. De geïnterviewde informanten achten het onwaarschijnlijk dat er een directe relatie bestaat tussen deelname aan nummerloterijen (binnen
8
4
De SOGS (Lesieur & Blume, 1987) is een instrument met behulp waarvan kansspelspelers kunnen worden ingedeeld in recreatieve spelers, risicospelers en probleemspelers.
9
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Staatsloterij en de Nationale Postcode Loterij, zeer populair zijn. Meer dan de helft
Het surveyonderzoek met behulp van het internetpanel
(55%) van de Nederlandse bevolking had het afgelopen jaar aan tenminste één
Het laatste deelonderzoek betreft een surveyonderzoek met behulp van een online
van de vier nummerloterijen deelgenomen die in dit onderzoek centraal staan.
enquête onder een representatieve groep Nederlanders (n = 6.783) van 18 jaar en
Kansspelgerelateerde problemen, ongeacht welk kansspel, komen niet frequent voor;
ouder. Deelname aan nummerloterijen blijkt wederom zeer populair; bijna drie kwart
0,3% van de Nederlandse bevolking is als probleemspeler en 0,6% als risicospeler
van de respondenten heeft het afgelopen jaar aan één van de vier nummerloterijen
geïdentificeerd. Er kan daarbij geen relatie met de deelname aan nummerloterijen
deelgenomen. Vooral de Nederlandse Staatsloterij en Nationale Postcode Loterij zijn
worden vastgesteld. Kansspelverslaving blijkt vooral samen te hangen met deelname
populair; bijna twee derde van de respondenten heeft het afgelopen jaar aan de
aan short odds kansspelen en niet met deelname aan nummerloterijen.
Nederlandse Staatsloterij deelgenomen en ruim één derde aan de Nationale Postcode Loterij. Bijna de helft van de respondenten neemt aan zowel nummerloterijen als
Bij de BankGiro Loterij is een correlatie aangetroffen met algemene kansspel
aan andere kansspelen deel.
problematiek. Onder de respondenten die aan de BankGiro Loterij deelnemen zijn meer probleemspelers (1,5%) dan onder de respondenten die niet aan de BankGiro Loterij
Met behulp van de SOGS is het voorkomen van kansspelproblemen vastgesteld.
deelnemen (0,2%). Uit nadere analyse blijkt echter dat deze problemen vooral verband
Hierbij is onderscheid gemaakt tussen kansspelproblemen die gerelateerd worden
houden met deelname aan short odds kansspelen, in het bijzonder aan kansspel
aan deelname aan loterijen, aan deelname aan andere kansspelen of aan deelname
automaten, en niet door de deelname aan de BankGiro Loterij zijn veroorzaakt.
aan beide. Daarnaast is nog onderscheid gemaakt tussen kansspelproblemen die zich het afgelopen jaar hebben voorgedaan en kansspelproblemen die zich ooit
Eveneens is een correlatie gebleken tussen kansspelproblematiek en het aantal loten
in het leven van de respondent hebben voorgedaan.
waarmee op jaarbasis aan nummerloterijen wordt deelgenomen. Meer specifiek betreft het een positieve samenhang tussen de score op de SOGS en het aantal
Actuele kansspelproblemen, dus kansspelproblemen die zich het afgelopen jaar
loten waarmee op jaarbasis wordt meegedaan in de Nationale Postcode Loterij.
hebben voorgedaan, en die enkel aan deelname aan loterijen worden toegeschreven,
Ook hier kan echter worden gesteld dat de samenhang niet van causale aard is
komen nauwelijks voor. Slechts zes respondenten (0,1%) kunnen als risicoloterijspeler
omdat er alternatieve verklaringen zijn gevonden. Zo blijkt de relatie tussen de SOGS
worden aangemerkt en geen enkele respondent kan als probleemloterijspeler worden
en de frequentie waarmee aan bepaalde nummerloterijen wordt meegedaan weg te
aangemerkt. ‘Loterijverslaving’ blijkt dus, zo laat ook dit deelonderzoek zien, niet voor
vallen als ook andere factoren in de analyse worden betrokken. Vooral de frequentie
te komen. Wel zijn er een paar spelers die enkele problemen melden die zij (mede)
waarmee aan short odds kansspelen (kansspelautomaten) wordt deelgenomen
aan loterijdeelname relateren zoals het geen vertrouwen hebben zonder problemen
blijkt sterk samen te hangen met de SOGS en biedt een verklaring voor de hogere
de deelname te kunnen staken, het wel eens deelnamebewijzen verborgen houden
prevalentie van kansspelproblematiek onder de frequente deelnemers in de
voor belangrijke naasten en het vaker dan voorgenomen deelnemen aan het spel.
Nationale Postcode Loterij.
Bij geen van allen leidde dit echter tot problemen van dusdanige omvang dat gesproken kan worden van problematische loterijdeelname.
De carrière van kansspelverslaafden start vaak (op jonge leeftijd) met het spelen op kansspelautomaten of andere short odds kansspelen. Pas in een later stadium
De analyses maken duidelijk dat er geen verband is tussen deelname aan nummer
komt daar de deelname aan nummerloterijen bij. Om deze reden dient de vraag of
loterijen en kansspelproblematiek. Het ontbreken van dit verband maakt het
deelnemers aan nummerloterijen aan meer riskante kansspelen gaan deelnemen
onwaarschijnlijk dat nummerloterijen gerelateerd zijn aan het ontstaan en de
ontkennend te worden beantwoord. Het is in de praktijk eerder andersom: mensen
instandhouding van kansspelproblemen. Zou dit namelijk het geval zijn dan
die aan short odds kansspelen deelnemen, gaan op den duur ook aan nummerloterijen
zouden degenen die meer deelnemen aan nummerloterijen ook vaker problemen
deelnemen. Het meespelen in de ene nummerloterij hangt wel sterk samen met het
met kansspelen moeten hebben en dit is niet het geval. Uit het ontbreken van een
meespelen in andere nummerloterijen. Naarmate spelers aan meer nummerloterijen
verband tussen nummerloterijen en kansspelproblematiek, en uit het ontbreken van
meedoen, doen ze ook vaker met meer loten per trekking mee.
personen in de onderzochte steekproef die problematische loterijspeler genoemd zouden kunnen worden, wordt geconcludeerd dat er geen relatie bestaat tussen
Concluderend kan worden gesteld dat er ook in dit deelonderzoek geen samenhang is
deelname aan nummerloterijen en kansspelproblematiek. Met andere woorden;
gevonden tussen deelname aan de nummerloterijen en (het ontstaan van) kansspel
er bestaat niet zo iets als ‘loterijverslaving’ en deelname aan nummerloterijen draagt
problematiek. Het is niet zo dat kansspelproblematiek onder deelnemers aan nummer
in Nederland niet op een directe wijze bij aan het ontstaan of de instandhouding van
loterijen vaker voorkomt dan onder de spelers die niet aan deze loterijen meedoen.
kansspelproblematiek.
Er zijn geen probleemspelers aangetroffen onder de respondenten die uitsluitend aan nummerloterijen deelnemen. Alle probleemspelers die aan nummerloterijen deelnemen, nemen ook aan short odds kansspelen deel.
10
11
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Referenties de Bruin, D. E., Meijerman, C. J. M., Leenders, F. R. J., & Braam, R. V. (2006). Verslingerd aan meer dan een spel. Een onderzoek naar de aard en omvang van kansspelproblematiek in Nederland. Den Haag: CVO/WODC. Felsher, J., Derevensky, J., & Gupta, R. (2004). Lottery participation by youth with gambling problems: are lottery tickets a gateway to other gambling venues? International Gambling Studies, 4(2), 109 - 125. Grüsser, S. M., Plontzke, B., Albrecht, U., & Morsen, C. P. (2007). The addictive potential of lottery gambling. Journal of Gambling Issues, 19-30. Lesieur, H. R., & Blume, S. B. (1987). The South Oaks Gambling Screen (SOGS): a new instrument for the identification of pathological gamblers. American Journal of Psychiatry, 144(9), 1184-1188.
Deelonderzoek 1 Literatuur
12
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Literatuur
In Nederland is het aanbod van legale kansspelen streng gereguleerd en mag alleen een beperkt1 aantal aanbieders onder strikte voorwaarden een beperkte verscheidenheid aan kansspelproducten op de markt brengen. De opbrengst
Kansspelen zijn al eeuwen oud. Sinds mensenheugenis wordt er gedobbeld,
van deze kansspelproducten wordt volgens een wettelijke regeling voor een deel
gekaart en gegokt. Al vanaf begin af aan worden er regels gesteld ten aanzien van
uitgekeerd als gewonnen prijzen aan de inleggers, voor een deel gebruikt voor
deze praktijken met als doel de negatieve gevolgen ervan te elimineren dan wel
de bedrijfsvoering en voor een deel uitgekeerd aan zogenoemde ‘goede doelen’
te beperken. Ten aanzien van het organiseren van loterijen werden al vanaf de
of afgedragen aan de staat. Deze strenge regulering van het kansspelaanbod van
middeleeuwen regels gesteld (Van ’t Veer, Moerland & Fijnaut, 1993). Zo kwamen
overheidswege komt deels voort uit het streven kansspelverslaving of pathologisch
er rond 1250 bepalingen in de provinciale regelgeving om het dobbelen onder de
gokken2 zo veel mogelijk tegen te gaan.
burgerij te beperken en werden er rond 1750 bepaalde belastingen over dobbelstenen en kaartspelen geheven. De huidige wetgeving ten aanzien van kansspelen – de
Deelname aan kansspelen is een populaire vorm van amusement onder de Neder
Nederlandse Wet op de Kansspelen – dateert uit 1964. Latere aanpassingen betreffen
landse bevolking. Uit onderzoek van Hermkens & Kok (1988) onder de Nederlandse
onder andere het verlenen van een vergunning aan Holland Casino om speelcasino’s
bevolking van 18 jaar en ouder blijkt deelname aan loterijen de populairste vorm van
in te richten en aan de verschillende nummerloterijen om de betreffende loterij te
kansspelen te zijn. Van de respondenten gaf 80% aan ooit aan een loterij te hebben
organiseren (www.st-ab.nl).
deelgenomen. Verder gaf 21% aan ooit op een kansspelautomaat in de horeca te hebben gespeeld en gaf 14% aan ooit een casino te hebben bezocht. Kingma (1993)
Kansspelen in Nederland
deed onderzoek naar deelname aan kansspelen in het afgelopen jaar. In totaal had
In artikel 1 onder a van de Wet op de Kansspelen (WKS) staat dat
51% van de respondenten van 12 jaar recentelijk deelgenomen aan een kansspel.
“het verboden is gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies,
Een ander onderzoek uit 1994 onder 12-35 jarigen in Noord Holland laat zien dat 55%
indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de
recentelijk had deelgenomen aan een kansspel (Koeter, Van den Brink & Niewijk,
deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij
1996). Uit onderzoek van De Bruin, Meijerman, Leenders & Braam (2006) blijkt dat
daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend.”
ongeveer 86% van de Nederlandse bevolking ooit heeft deelgenomen aan één of
In artikel 2 van de Wet op de Kansspelbelasting (WKB) staat dat
meer kansspelen. Van de verschillende kansspelen blijken loterijen het populairst:
“onder kansspelen worden verstaan gelegenheden, gegeven tot mededinging naar:
76% van de Nederlanders gaf aan ooit aan een loterij te hebben deelgenomen.
a. prijzen en premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige
Op de tweede plek van populariteit staan de kansspelautomaten: 35% heeft
kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed
ooit op een kansspelautomaat gespeeld. De derde plaats is voor casinospelen:
kunnen uitoefenen, met uitzondering van levensverzekeringen, premieleningen,
24% van de Nederlanders heeft ooit aan een spel in een casino deelgenomen.
alsmede toestellen, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces,
Kansspelverslaving
waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering
Classificatie
van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen
Voor de meeste mensen is deelname aan kansspelen een plezierige bezigheid,
(speelautomaten);
maar ondanks de populariteit schuilt er toch een gevaar in deelname. Veelvuldige
b. prijzen en premies, uitgeloofd ten behoeve van de deelnemers aan een prijsvraag
deelname aan kansspelen kan bij sommige mensen leiden tot kansspelverslaving
van welke aard ook, tenzij een wetenschappelijke of kunstzinnige prestatie wordt
(Grüsser, Plönzke, Albrecht & Mörsen, 2007). In de literatuur worden verschillende
gevorderd, dan wel een prestatie waarmee het algemeen maatschappelijk belang
termen gebruikt om gokproblemen mee aan te duiden: compulsive gambling
wordt gediend.
(Lorenz, 1990), problem gambling (Hraba, Mok & Huff, 1990), excessive gambling. In het Nederlands wordt gesproken van kansspelverslaving (De Bruin et al., 2006),
In gewoon Nederlands betekent voorgaande dat onder kansspelen wordt verstaan
gokverslaving (Kingma, 1993) of probleemgokken (Van ’t Veer et al., 1993).
“al die activiteiten die gemeen hebben dat iemand, in beginsel anders dan beroeps matig, iets onderneemt dat hem met het nodige geluk een materieel voordeel zal opleveren” (Van ’t Veer et al., 1993, p.VI). Te denken valt aan casinospelen zoals roulette en blackjack, het spelen op een kansspelautomaat, het dobbelen of kaarten om geld, het spelen van bingo en het deelnemen aan een loterij.
1
2
14
Een uitzondering hierop vormen kansspel (fruit) automaten, alle uitbaters van hoogdrempelige horeca kunnen hiervoor in principe een vergunning aanvragen. Hoewel in de volksmond vaak gesproken wordt van kansspel- of gokverslaving wordt in het diagnostisch handboek van de American Psychiatric Association – de DSM – gesproken van pathological gambling (pathologisch gokken), een aandoening van het impulscontrole systeem (APA, 2000). In het huidige stuk is er voor gekozen de naam kansspelverslaving te hanteren.
15
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Kansspelverslaving kan grote financiële en sociale problemen met zich meebrengen, zoals verwaarlozing van werk en criminele activiteiten om het gokken te bekostigen (Van ‘t Veer et al., 1993). Een veel gebruikte methode om kansspelproblematiek vast te stellen is de score op een screeningsvragenlijst voor kansspelverslaving: de South Oaks Gambling Screen (SOGS; Lessieur & Blume, 1987). Dit gevalideerde en gestandaardiseerde screenings instrument sluit aan bij de criteria voor kansspelverslaving, zoals deze sinds 1980 in het Diagnostisch en Statistisch handboek (DSM) zijn opgenomen onder
• liegt tegen gezinsleden, behandelaar of anderen om de mate van betrokkenheid bij het gokken te verhullen; • heeft onwettige handelingen begaan om het gokken te kunnen betalen, zoals vervalsing, oplichting, diefstal of verduistering; • heeft vanwege het gokken belangrijke relaties, werk of onderwijs- of carrièremogelijkheden op het spel gezet of is deze kwijtgeraakt; • rekent op anderen om voor geld te zorgen om een uitzichtloze financiële situatie, die door het gokken is ontstaan, te verlichten.
pathologisch gokken. In de DSM-IV wordt een pathologisch gokker omschreven als “iemand die een voortdurend terugkerend onaangepast gokgedrag vertoont dat zijn
Prevalentie
of haar (gezins)leven of werksituatie ontwricht” (APA, 1994). De DSM criteria voor
De lifetimeprevalentie van kansspelverslaving, gemeten in 2004, wordt geschat
pathologisch gokken zijn gebaseerd op onderzoeksresultaten en discussies tussen
op 1%. Dat betekent dat ongeveer 133.000 inwoners van Nederland ooit te kampen
wetenschappers en behandelaars op het gebied van gokproblematiek. Sinds de
heeft gehad met gokproblemen (De Bruin et al., 2006). De laatstejaarprevalentie,
introductie van pathologisch gokken als stoornis in 1980 zijn de diagnostische criteria
eveneens gemeten in 2004, geeft het aantal kansspelverslaafden aan dat recent
aan verandering onderhevig geweest. In de derde versie van de DSM (APA, 1980) werd
(het afgelopen jaar) gokproblemen had en ligt rond de 0,3%. Dit betekent dat
pathologisch gokken geschaard onder de Impuls Controle Stoornissen. In de loop
het aantal recente kansspelverslaafden ligt rond de 40.000 mensen (De Bruin
van de jaren werd er kritiek geuit op de criteria en werd pathologisch gokken steeds
et al., 2006). Deze prevalenties zijn een stuk lager in vergelijking met metingen
meer als een verslaving gezien. Dit leidde ertoe dat de criteria voor pathologisch
die gedaan zijn in 1994 en 1995 (Koeter et al., 1996). In 1993 lag de schatting van
gokken werden aangepast aan de criteria voor drugs- en alcohol afhankelijkheid
het aantal kansspelverslaafden rond de 70.000 personen. Volgens De Bruin et al.
en –misbruik (APA, 1987). Pathologisch gokken komt sterk overeen met de criteria
(2006) is deze afname van het aantal kansspelverslaafden mogelijk het gevolg van
van middelenverslaving wat betreft de gedragscriteria. Er is bij pathologisch gokken
de beleidsveranderingen met betrekking tot kansspelen die sinds 1996 hebben
eveneens sprake van controleverlies, ontwikkeling van preoccupatie, ontwikkeling
plaatsgevonden. Deze maatregelen hadden tot doel om het aantal probleemspelers
van tolerantie, coping, negeren van verplichtingen en onthoudingsverschijnselen
terug te dringen. Zo zijn er strengere regels gekomen voor het aantal kansspel
(APA, 2000). In de DSM-IV uit 1994 werden de criteria opnieuw aangepast, vanwege
automaten dat aanwezig mag zijn in horecagelegenheden en er is een strikt
de vaagheid en subjectiviteit van sommige criteria en omdat sommige criteria elkaar
preventiebeleid voor de casino’s en amusementshallen opgezet.
overlapten. Ook de huidige criteria zoals beschreven in de DSM-IV-TR liggen niet vast en de discussie over de adequaatheid van de diagnostische criteria duurt voort.
Etiologie
Volgens de DSM-IV is er sprake van pathologisch gokken bij een persoon indien het
Voor het ontstaan van kansspelverslaving is niet één oorzaak aan te wijzen.
gokgedrag niet toe te schrijven is aan een manische episode, én er minstens vijf van
Of iemand wel of niet verslaafd raakt, hangt af van biologische, psychische en
de volgende kenmerken op een persoon van toepassing zijn (APA, 2000; vertaling
sociale factoren. Studies tonen aan dat een belangrijke rol lijkt te zijn weggelegd voor
van Koeter & Benschop, 2000): De persoon:
hersenstructuren die een rol spelen bij de regulatie, mediatie en onderdrukking van
• is gepreoccupeerd door gokken (bijvoorbeeld preoccupatie met het herbeleven
impulsief gedrag. Bij kansspelverslaafden blijken veelal afwijkingen aanwezig te zijn
van eerdere gokervaringen, de bij het gokken horende handicaps of het plannen
in de neurotransmitter huishouding van serotonine, noradrenaline en dopamine
van de volgende gok, of denken over de manier om aan geld te komen om te
(Potenza, 2006; Ibanez, Perez de Castro, Fernandez-Piqueras & Saiz-Ruiz, 2000). Een
gokken);
verlaagd niveau van serotonine wordt geassocieerd met een verhoogd niveau van
• heeft steeds meer geld nodig om te gokken om de gewenste opwinding te bereiken; • doet herhaaldelijk weinig succesvolle pogingen het gokken in de hand te houden, te verminderen of te stoppen; • is rusteloos of prikkelbaar bij pogingen om het gokken te verminderen of te stoppen; • gokt als een middel om te ontsnappen aan problemen of om een sombere
hun gokgedrag minder onder controle hebben. Noradrenaline bevordert impulsiviteit en is verhoogd bij kansspelverslaafden. Verder lijkt een aangeboren verminderde activiteit van dopamine een rol te spelen bij het ontstaan van kansspelverslaving. Deze verminderde activiteit leidt tot een beloningstekort, waardoor kansspel verslaafden minder plezier ervaren. Dit tekort kan worden opgeheven door te gokken, omdat zo het dopamineniveau in de hersenen wordt gestimuleerd.
stemming te verlichten (bijvoorbeeld gevoel van hulpeloosheid, schuld, angst,
Ook genetische factoren spelen een rol bij de verklaring van kansspelverslaving.
depressie);
Tweelingonderzoek toont aan dat 62% van de variantie in kansspelverslaving wordt
• keert vaak de volgende dag terug om het geld dat eerder verspeeld werd terug te winnen (‘quitte’ te spelen);
16
impulsief (agressief) gedrag wat er bij kansspelverslaafden voor kan zorgen dat zij
verklaard door genetische factoren (Eisen, Slutske, Lyons, Lassman, Xian, Toomey et al., 2001; Eisen, Lin, Lyons, Scherrer, Griffith, True et al., 1998).
17
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Vanuit psychologisch oogpunt wordt veelal uitgegaan van leertheorieën om het
een speler bijna wint, deze bemoedigen het verder spelen) en, als laatste, de reclame
ontstaan van kansspelverslaving te verklaren. Volgens de leertheorie wordt gedrag
voor het kansspel (Griffiths & Wood, 1999).
aangeleerd en geconditioneerd door beloning en heeft de beloning het grootste effect indien deze onregelmatig is (Meerkerk, Van Oers, Hendriks & Garretsen, 1997).
Naar aanleiding van deze kenmerken kan een risicoanalyse gemaakt worden voor elk
Hiervan is bij het spelen van een kansspel sprake, omdat winst en verlies elkaar in
kansspel. Een kansspel kan op elk kenmerk hoog of laag scoren. Uit de risicoanalyse
een onregelmatig patroon afwisselen.
van de verschillende kansspelen blijkt dat casinospelen en kansspelautomaten het
Sociale factoren die van belang zijn bij de verklaring van kansspelverslaving zijn
hoogste risico vormen voor verslaving, omdat de spel- en omgevingskenmerken deze
onder andere de omgeving waarin iemand opgroeit en de functie die het gokken
kansspelen aantrekkelijk maken (Kingma, 1993). Deze kansspelen kunnen lang en veel
heeft voor de speler. Wanneer iemand opgroeit in een omgeving waarin veel deel
achter elkaar gespeeld worden. Kansspelverslaafden willen ook graag de illusie van
genomen wordt aan kansspelen, is de kans groter dat hij of zij dit later ook gaat
controle hebben. Er moet dus enige behendigheid bij het spelen van het spel aan te
doen. Ook de houding van de maatschappij lijkt de mate van gokken te kunnen
pas komen (Hraba et al., 1990). Daarnaast zijn deze kansspelen goedkoop, toegankelijk,
beïnvloeden. Gokken is in de loop van de tijd steeds meer sociaal geaccepteerd
er is weinig controle, er zijn veel bijna gewonnen situaties en de omgeving is spel
geraakt waardoor deelname aan kansspelen is toegenomen (Hraba et al., 1990).
gericht (Kingma, 1993). Uit onderzoek blijkt dan ook dat de meeste gokproblemen te maken hebben met kansspelautomaten en casinospelen (Van ‘t Veer et al., 1993).
Risicofactoren Kansspelen kunnen globaal onderverdeeld worden in harde/risicovolle en zachte/
Binnen het spectrum van kansspelen worden traditionele nummerloterijen over
risicoarme vormen. Het risico op kansspelverslaving verschilt van spel tot spel en
het algemeen als relatief onschuldige vormen van kansspelen gezien. Het is een
hangt (mede) samen met de specifieke kenmerken van het spel (productkenmerken)
typische vorm van een long odds kansspel dat zich niet goed leent voor continu
en kenmerken die betrekking hebben op spelomgeving en -beleving (gedrags
spelen en waarbij behendigheid of tactiek geen rol kan spelen. De enige risicovolle
karakteristieken rondom het spel). Daarnaast verschilt het verslavingsrisico van
kenmerken zijn de prijsverleiding vanwege bijvoorbeeld een hoge jackpot, de grote
de verschillende spellen ook van persoon tot persoon. Zoals eerder is beschreven,
toegankelijkheid, de verliesquote en de verleidende reclame (Felscher, Derevensky
is de kans dat iemand verslaafd raakt aan kansspelen afhankelijk van biologische,
& Gupta, 2004; Griffiths & Wood, 1999; Kingma, 1993).
psychologische en sociale factoren. Een belangrijk productkenmerk is het zogenaamde short odds versus long odds karakter van een kansspel. Bij short odds
18
Kansspelverslaving en deelname aan loterijen
kansspelen volgt het resultaat korte tijd na inleg zoals bij kansspelautomaten of
Deelname aan loterijen wordt door mensen gezien als een sociaal geaccepteerde
roulette, waar het resultaat binnen enkele seconden of minuten na de inzet bekend
manier van gokken dat weinig problemen met zich mee brengt (Grüsser et al.,
wordt. Bij long odds kansspelen, zoals nummerloterijen, wordt het resultaat pas na
2007). Deze acceptatie wordt gecreëerd door meerdere factoren. Zo zorgen de
dagen of weken bekend. Als het resultaat van het winnen op zich laat wachten is
verbondenheid met de staat, de reclame, de toegankelijkheid, de goede doelen en
het spel minder aantrekkelijk voor probleemspelers (Griffiths & Wood, 1999). De
de tv-programma’s ervoor dat mensen in deelname aan loterijen geen gevaar zien
bekrachtiging duurt te lang. Een short odds kansspel gaat gepaard met een snelle
(Griffiths & Wood, 1999; Griffiths & Wood, 1998). Gevreesd wordt dat vanwege het
bekrachtiging, dat zorgt voor operante conditionering, het proces van een beloning
onschuldige karakter en de sociale acceptatie, deelname aan loterijen toe zal nemen
dat een bepaalde gedraging aanmoedigt. Hoe sneller en onregelmatiger de beloning
met als gevolg dat het aantal kansspelverslaafden daardoor zal groeien (Hraba et
komt (winst en verlies wisselen elkaar steeds af), hoe meer het gedrag bekrachtigd
al., 1990). Deze aanname is gebaseerd op de single distribution theory (Rose, 1985).
wordt en dus herhaald zal worden. Dit maakt een short odds spel verslavingsgevoelig
Deze theorie stelt dat het aantal afwijkende individuen van een populatie afhangt
(Griffiths & Wood, 1999).
van het gemiddelde niveau van deze karaktereigenschap in de populatie. Grun &
Een ander kenmerk dat bepalend is voor het risico van een kansspel, is de
McKeigue (2000) onderzochten in hoeverre de single distribution theory toepasbaar is
frequentie van deelname (event frequency). Een kansspel is risicovoller als er vaak
op gokgedrag. De gemiddelde uitgaven aan gokken (gambling) per huishouden werd
in een korte tijdsperiode aan deelgenomen kan worden (Griffiths & Wood, 1999).
gemeten voor en na de introductie van een nationale loterij met wekelijkse trekking
De herhaalbaarheid van het spel is dan groot en ook dit maakt een short odds spel
in het Verenigd Koninkrijk. De introductie van de loterij in 1994 ging gepaard met
verslavingsgevoelig (Kingma, 1993).
een toename in de gemiddelde wekelijkse uitgaven aan gokken (verdubbeling
Andere kenmerken die kansspelen risicovoller maken zijn: een lage inleg, een
naar bijna 4 pond per week) en met een toename van het aandeel huishoudens
hoge mate van behendigheid die vereist is om het spel te kunnen spelen, grote
dat meer dan tien procent van het inkomen aan gokken uitgeeft (verviervoudiging
toegankelijkheid van het spel, hoge prijsverleiding, een stimulerende speel
naar 1,7%) (Grun & McKeigue, 2000). Uit ander onderzoek (Welte, Barnes, Wieczorek,
omgeving, een lage verliesquote (aandeel van de inzet dat systematisch verloren
Tidwell & Parker, 2004) blijkt dat kansspelverslaafden vaker meedoen aan loterijen
gaat) (Griffiths & Wood, 1999; Kingma, 1993), een lage mate van toezicht op het
in vergelijking met recreatieve kansspelers. Ex-kansspelverslaafden geven in zelf
speelgedrag (Kingma, 1993), grote winkans, veel near win situaties (situaties waarin
rapportages aan dat deelname aan loterijen voor hen een verleidelijke manier is om
19
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
weer in contact te komen met de meer risicovolle vormen van kansspelen (Parsons
Tabel 1 Overzicht studies samenhang kansspelverslaving en deelname loterijen
& Webster, 2000). Ondanks het risicoarme karakter van loterijen, zijn er recentelijk enkele buitenlandse studies verschenen naar de samenhang tussen deelname aan loterijen en kansspelverslaving, waaruit echtert geen eenduidig beeld van de richting van de samenhang naar voren komt. De prevalentiecijfers van kansspelverslaafden die
Studie en jaar
Steekproef
Meetinstrumenten
Wat gemeten
Definitie loterijen
Bevindingen
Grüsser, Plöntzke, Albrecht & Mörsen (2007)
N=171 Duitse Lotto deelnemers (min. 1 keer per week) waarvan 42% alleen deelneemt aan Lotto en 58% ook deelneemt aan sportwedden schappen. Andere kansspelen zijn niet geïncludeerd in het onderzoek.
- QDAA (Questionnaire of Differential Assessment of Addiction)
Pathologisch gokken m.b.t loterijen
Duitse Lotto; trekking vindt twee keer per week plaats
15,2% van actieve loterijspelers voldoet aan criteria pathologisch gokken
Felsher, Derevensky & Gupta (2004)
N=1.072 Canadese jongeren (10-18 jaar)
- GAQ (Gambling Activities Questionnaire) DSM-- IV-MR-J revised - Instrument om deelname aan loterijen en speelgedrag te meten (40 items)
Pathologisch gokken per kansspel
Lotery Draws, Daily Draws (dagelijkse trekking), Sports Proline (sport weddenschappen) en krasloten
2,8% pathologisch gokker. Daarvan speelt 48,1% regulier (wekelijks en dagelijks) in een loterij (m.u.v. sportloterij)
Götestam & Johansson (2003)
N=2.014 Noorse populatie
- Telefonisch interview - Vragenlijst op basis van de DSM-IV
Pathologisch gokken per kansspel
Loterijen (geen kenmerken bekend)
0,15% pathologisch gokker. 1 problematische gokker heeft ‘loterijen’ (excl. lotto) als ‘first choice’ kansspel
Petry (2003)
N=347 Personen uit de VS die beginnen met behandeling voor gokproblemen
- ASI (Addiction Severity Index) - SOGS (South Oaks Gambling Screen)
Vergelijken van kansspel verslaafden op basis van gespeelde kansspel en de relatie met psychosociale problemen
Loterijen/krasloten
15% geeft aan dat deelname aan loterijen/ krasloten voor hen meest problematische manier van gokken is. Hieraan wordt het minste geld uitgegeven, maar deze kansspelen worden het meest frequent gespeeld. Hoge cijfers middelengebruik en psychiatrische problemen
Grun & McKeigue (2000)
N=10.000 Huishoudens in het Verenigd Koninkrijk (respons 70%)
- Family Expenditure Survey
Samenhang tussen gemiddelde uitgaven aan kansspelen en het percentage individuen dat excessief gokt
Nationale Loterij (wekelijkse trekking)
Door de invoering van deze Nationale Loterij verdubbelde de gemiddelde gok uitgaven en was er sprake van een viervoudige toename in het aandeel van huishoudens waar excessief wordt gegokt
Lorenz (1990)
N=263 Compulsieve gokkers (VS)
- Analyse van 24-uurs hotline - Zelf-rapportage
Compulsief gokken m.b.t. loterijen
State lotteries (geen kenmerken bekend)
9% van de bellers geeft aan aan loterij verslaafd te zijn
Griffiths & Wood (1998)
N=1.195 Engelse jongeren (11-15 jaar)
Vragenlijst op basis van DSM-IV
Pathologisch gokken m.b.t loterijen
Nationale Loterij en krasloten
6% probleemgokker Nationale Loterij 6% probleemgokker met krasloten
frequent deelnemen aan loterijen of die gokproblemen hebben door deelname aan loterijen, lopen uiteen van 0,0001% tot 15,2% (Grüsser et al., 2007; Felscher et al., 2004; Götestam & Johansson, 2003; Petry, 2003; Griffiths & Woods, 1998; Lorenz, 1990). Tabel 1 geeft een schematisch overzicht van verschillende studies die zijn verricht. Uit onderzoek van Grüsser et al. (2007) komt naar voren dat ruim 15% van actieve loterijdeelnemers voldoet aan de criteria voor pathologisch gokken. Dit onderzoek had betrekking op een Duitse loterij waarbij twee keer per week een trekking plaatsvindt. Onderzoek van Götestam & Johansson (2003) laat zien dat 0,15% van de Noren voldoet aan de DSM-criteria voor problematisch gokken en 0,45% voldoet aan de criteria voor risicospeler. Eén van de problematische gokkers heeft ‘loterijen’ (exclusief Lotto) als eerste keus van kansspelen gegeven. Petry (2003) vond dat 15% van de personen die aan een behandeling voor gokken beginnen (in de VS) aangeeft dat deelname aan loterijen/-krasloten voor hen de meest problematische manier van gokken is. Uit onderzoek van Lorenz (1990) komt naar voren dat 9% van compulsieve gokkers die (eveneens in de VS) belden naar een 24-uurs hulplijn aangaf verslaafd te zijn aan deelname aan de State Lotteries (kenmerken onbekend). Als laatste laat onderzoek van Felsher et al. (2004) zien dat Canadese jongeren met gokproblemen voornamelijk gokken door deel te nemen aan loterijen en overeenkomstige gedragingen vertonen in vergelijking met mensen die gokproblemen hebben met andere kansspelen. In dit onderzoek werden ook krasloten meegenomen en ging het om dagelijkse of wekelijkse deelname aan loterijen. Conclusie literatuuronderzoek Samenvattend kan geconcludeerd worden dat er op basis van de literatuur geen aanwijzingen zijn dat er sprake is van een directe relatie tussen enerzijds kansspel verslaving en anderzijds deelname aan nummerloterijen met een long odds karakter, zoals de Staatsloterij, de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de Sponsor Bingo Loterij. Een long odds karakter van een kansspel wordt geassocieerd met een laag risico op kansspelverslaving. De nummerloterijen waar dit onderzoek betrekking op heeft hebben in principe een maandelijkse trekking, waardoor de tijdspan tussen inzet en beloning groot is en de kans op kansspelverslaving relatief klein. Een klein aantal buitenlandse studies heeft wel een samenhang aangetoond tussen deelname aan loterijen en kansspelverslaving, echter, deze studies tonen enkel dat een deel van de kansspelverslaafden meespeelt in (wekelijkse) loterijen en/of krasloten krast. In deze studies zijn ook krasloten meegenomen als loterij, terwijl deze duidelijk een short odds karakter hebben en een hoge event frequency. Ook hebben de buitenlandse loterijen een ander karakter met meerdere trekkingen per maand of worden er meer losse loten verkocht. Dit maakt het onmogelijk om de resultaten te interpreteren en te generaliseren naar de vier Nederlandse nummerloterijen die in de huidige studie onderzocht worden.
20
21
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Referenties
Grüsser, S.M., Plöntzke, B., Albrecht, U. & Mörsen, C.P. (2007). The addictive potential of lottery gambling. Journal of Gambling Issues, 19-30.
American Psychiatric Association (1980). Diagnostic and Statistical Manual Of Mental
Hermkens, P.L.J. & Kok, K.M. (1988). Kansspelen in Nederland: ontwikkelingen,
Disorders. (Third Edition). Washington DC: American Psychiatric Association.
deelname en risico-aspecten. TADP, 14, 162-172.
American Psychiatric Association (1987). Diagnostic and Statistical Manual of Mental
Hraba, J., Mok, W. & Huff, D. (1990). Lottery Play and Problem Gambling. Journal of
Disorders. (Third Edition-Revised). Washington DC: American Psychiatric Association.
Gambling Studies, 6 (4), 355-377.
American Psychiatric Association (1994). Diagnostic and Statistical Manual of Mental
Ibanez, A., Perez de Castro, I., Fernandez-Piqueras, J. & Saiz-Ruiz, J. (2000). Association
Disorders. (Fourth Edition). Washington DC: American Psychiatric Association.
between the low-functional mao-a gene promotor and pathological gambling. American Journal of Medical Genetics, 96 (4), 464-465.
American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (Fourth Edition-Text revision). Washington DC: American Psychiatric
Kingma, S. (1993). Risico-analyse kansspelen. Onderzoek naar de aard en omvang van
Association.
gokverslaving in Nederland. Tilburg: Vakgroep Vrijetijdswetenschappen, KU-Brabant.
De Bruin, D.E., Meijerman, C.J.M., Leenders, F.R.J. & Braam, R.V. (2006).Verslingerd aan
Koeter, M.W.J. & Benschop, A. (2000). Prevalentie van Kraslotverslaving onder kraslotkopers
meer dan een spel. Een onderzoek naar de aard en omvang van kansspelproblematiek in
in Nederland. Amsterdam: AIAR.
Nederland. Utrecht: CVO / WODC. Koeter, M.W.J., Van den Brink, W. & Niewijk, A. (1996). Een gokje wagen of gewaagd Eisen, S.A., Lin, N., Lyons, M.J., Scherrer, J.F., Griffith, K., True, W.R., et al. (1998).
gokken. Een onderzoek naar deelname aan kansspelen en gokverslaving in Amsterdam en
Familial influences on gambling behavior: An analysis of 3359 twin pairs. Addiction,
Provincie Noord-Holland. Amsterdam: AIAR.
93 (9), 1375-1384. Lesieur, H.R. & Blume, S.B. (1987). The South Oaks Gambling Screen (SOGS): A new Eisen, S.A., Slutske, W.S., Lyons, M.J., Lassman, J., Xian, H., Toomey, R., et al. (2001).
instrument for the identification of pathological gamblers. American Journal of
The genetics of pathological gambling. Seminars in Clinical Neuropsychiatry, 6 (3), 195-204.
Psychiatry, 144, 1184-1188.
Felsher, J., Derevensky, J. & Gupta, R. (2004). Lottery participation by youth with
Lorenz, V.C. (1990). State Lotteries and Compulsive Gambling. Journal of Gambling
gambling problems: are lottery tickets a gateway to other gambling venues?
Studies, 6 (4), 383-396.
International Gambling .Studies, 4(2), 109 - 125. Meerkerk, G.-J., Van Oers, H.A.M., Hendriks, V.M. & Garretsen, H.F.L. (1997). De Götestam, K.G. & Johansson, A. (2003). Characteristics of gambling and problematic
Krasloterij geëvalueerd. Rotterdam: IVO.
gambling in the Norwegian context. Addictive Behaviors, 28, 189-197. Parsons, K. & Webster, D. (2000). The consumption of gambling in everyday life. Griffiths, M.D. (2007). A social responsibility risk assessment of the fair chance lottery.
Consumer Studies & Home Economics, 24(4), 263-271.
Nottingham: Trent University. Petry, N.M. (2003). A comparison of treatment-seeking pathological gamblers based Griffiths, M.D. & Wood, R.T.A. (1998). The acquisition, development and maintenance
on preferred gambling activity. Addiction, 98, 645-655.
of lottery and scratchcard gambling in adolescence. Journal of Adolescence, 21. 265-273. Potenza, M.N. (2006). Should addictive disorders include non-substance-related Griffiths, M.D. & Wood, R.T.A. (1999). Lottery gambling and addiction: an overview of
conditions? Addiction, 101 (1), 142-151.
European research [Electronic Version], 1-34. Rose, G. (1985). Sick individuals and sick populations. International Journal of Grun, L. & McKeigue, P. (2000). Prevalence of excessive gambling before and after
Epidemiology, 14, 32-38.
introduction of a national lottery in the United Kingdom: another example of the single distribution theory. Addiction, 95(6), 959-966.
22
23
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Van ‘t Veer, A., Moerland, H. & Fijnaut, C. (1993). Gokken in drievoud. Facetten van deelname, aanbod en regulering. Arnhem: Gouda Quint. Welte, J.W., Barnes, G.M., Wieczorek, W.F., Tidwell, M.O. & Parker, J.C. (2004). Risk factors for pathological gambling. Addictive Behaviors, 29, 323-335. www.st-ab.nl/wetten/0667_Wet_op_de_kansspelen_WKS.htm
Deelonderzoek 2 Interviews met informanten en (ex-)kansspelverslaafden
24
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Methode
telefonisch afgenomen en duurde gemiddeld een half uur. Enkele interviews zijn face-to-face afgenomen en duurden gemiddeld een uur. Eén onderzoeker nam het interview af en een andere onderzoeker maakte aantekeningen. Na afloop van ieder
Informanten Er zijn interviews afgenomen bij 19 informanten die vanwege hun functie kennis
interview werd direct een verslag gemaakt. Dit verslag werd toegezonden aan de geïnterviewde ter controle op feitelijke onjuistheden.
hebben over en te maken hebben met deelnemers aan (nummer)loterijen en/ of kansspelverslaafden. Er is gezocht naar informanten die vanuit verschillende
Wat de analyse betreft, zijn de bevindingen per respondent samengevat (aan de
invalshoeken hun visie kunnen geven op de relatie tussen deelname aan
hand van de topiclijst en andere onderwerpen die ter sprake kwamen tijdens het
nummerloterijen enerzijds en kansspelverslaving anderzijds.
interview) en verwerkt tot een verslag. Vervolgens is gezocht naar overeenkomsten
Allereerst is er contact gelegd met hulpverleningsinstanties, waaronder reguliere
en verschillen per groep respondenten (hulpverleners, preventiemedewerkers,
en particuliere instellingen voor verslavingszorg en AGOG (Stichting Anonieme
lotenverkopers, ledenservice, wetenschappers en (ex-)kansspelverslaafden).
Gokkers Omgeving Gokkers Nederland). Er is contact opgenomen via het algemene
Deze bevindingen zijn verwerkt tot een algemeen verslag.
nummer, vervolgens is het doel van het onderzoek uitgelegd, waarna gevraagd
De bevindingen op basis van de interviews met informanten worden apart
is of er iemand binnen de instelling werkzaam is die expertise bezit op het
gerapporteerd van de bevindingen op basis van het gesprek met (ex-)kansspel
gebied van kansspelverslaving. Van de volgende instellingen zijn hulpverleners
verslaafden. De citaten in de resultaten weerspiegelen de meningen en ervaringen
en preventiewerkers geïnterviewd: BoumanGGZ, Centrum Maliebaan, IrisZorg,
van de informanten en (ex-)kansspelverslaafden.
Jellinek, Tactus, Mondriaan Zorggroep, Verslavingszorg Noord Nederland, CrisisCare, Solutions Addiction Treatment Consultants en AGOG. Er is gesproken met in totaal zes hulpverleners en vijf preventiemedewerkers. Drie preventiemedewerkers zijn werkzaam bij één van de genoemde instellingen voor verslavingszorg; twee
Resultaten
preventiemedewerkers zijn werkzaam in de particuliere sector. Daarnaast is er gesproken met een gespreksbegeleider bij AGOG. De instellingen Emergis, NovadicKentron en Parnassia hebben geen informant aangewezen.
Door middel van interviews met 19 informanten die vanwege hun functie te maken
Ten tweede is er contact gezocht met schuldhulpverleningsinstanties waaronder
hebben met deelnemers aan nummerloterijen en/of kansspelverslaafden en een
de NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet), een lokale kredietbank van een
groepsgesprek met 16 (ex-) kansspelverslaafden zelf, is inzicht verkregen in de wijze
grote stad en het NIBUD (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). Geen van deze
waarop zij de relatie tussen deelname aan nummerloterijen (Staatsloterij, Nationale
organisaties kon relevante informatie verschaffen.
Postcode Loterij, BankGiro Loterij en Sponsor Bingo Loterij) en kansspelverslaving
Ten derde zijn twee lotenverkopers geïnterviewd die eigenaar zijn van een tabakzaak
beoordelen.
waar onder andere Staatsloten verkocht worden. Ten vierde is er via het algemene informatienummer contact gelegd met de
Relatie tussen deelname aan loterijen en kansspelverslaving
Nationale Postcode Loterij, waarna een interview is afgenomen bij een medewerker
Informanten
van de ledenservice.
De geïnterviewde informanten achten het onwaarschijnlijk dat er een directe relatie
Ten slotte is contact gezocht met personen die zich op wetenschappelijke wijze
bestaat tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving, in die zin
bezig houden met kansspelverslaving (kortweg aangeduid als ‘wetenschappers’).
dat alleen het spelen in nummerloterijen niet zal leiden tot het ontstaan of de
Er is gesproken met een hoogleraar, twee universitair docenten en een
instandhouding van kansspelverslaving.
beleidsmedewerker (die eerder onderzoek deed naar kansspeldeelname). Op een uitzondering na heeft geen van de informanten ervaring met mensen die
(Ex-)kansspelverslaafden
excessief deelnemen aan de Staatsloterij, Nationale Postcode Loterij, BankGiro
Met 16 (ex-)kansspelverslaafden is een groepsgesprek gevoerd. Zij nemen deel aan
Loterij of Sponsor Bingo Loterij. Een hulpverlener, werkzaam bij een reguliere
een Voorbereiding op Behandeling (VOB) gokgroep bij een reguliere instelling voor
instelling voor verslavingszorg, vertelt: “Ik heb tijdens al die jaren dat ik hier werk
verslavingszorg.
slechts een enkele keer een cliënt meegemaakt waarbij deelname aan loterijen problematisch leek te zijn.” De belangrijkste reden waarom deelname aan deze
Meetinstrument en analyse
26
loterijen niet zal leiden tot kansspelverslaving is volgens de geïnterviewden het long
De interviews vonden plaats in februari en maart 2008, en zijn gehouden
odds karakter ervan. De tijd tussen inzet en resultaat is relatief lang, waardoor de
aan de hand van een topiclijst. De topiclijst is samengesteld op basis van de
kans op kansspelverslaving klein is. “Ik heb nog nooit een cliënt gehad die zei dat hij
onderzoeksvragen en relevante literatuur. Het grootste deel van de interviews is
zenuwachtig was voor de uitslag over drie weken”, vertelt één van de hulpverleners.
27
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Toch menen sommigen dat de loterijen de spanning trachten te vergroten door
kansspelverslaafden deel blijven nemen aan loterijen tijdens de behandeling.
bijvoorbeeld te zeggen dat mensen nog drie dagen hebben om een lot te kopen.
Wanneer zij blijven meespelen in een loterij, “is de kick die ze ervaren wel een
De tijd tussen inleg en resultaat wordt hierdoor verkort. “Zo kan een nummerloterij
stuk minder in vergelijking met andere kansspelen, maar er komt een klein beetje
met een long odds karakter de laatste dagen van de maand ineens een short odds
spanning terug die ze gevoeld hebben tijdens het heftige gokken. En daardoor wordt
karakter krijgen,” is wat twee hulpverleners zeggen. Een preventiemedewerker,
het beloningssysteem in de hersenen weer even geprikkeld. De hersenen maken
werkzaam bij een reguliere verslavingszorginstelling, noemt het een zorgelijke
geen onderscheid tussen riskante en minder riskante kansspelen”, aldus één van
ontwikkeling dat loterijen proberen om tijdsspan te verkorten door acties, waarbij
deze hulpverleners.
frequenter prijzen gewonnen kunnen worden en deelnemers vaker de uitslag
Een andere hulpverlener, werkzaam bij een reguliere verslavingszorginstelling,
kunnen bekijken, omdat hiermee de aantrekkelijkheid van het spel wordt vergroot.
zegt dat hij het niet als een probleem ziet wanneer (ex-)kansspelverslaafden deel
Eén van de wetenschappers merkt eveneens op dat de grens tussen long odds en short
blijven nemen aan een loterij. Deelname aan een loterij wordt in het algemeen niet
odds aan het verschuiven is: “Loterijen krijgen steeds een frequenter en interactiever
afgeraden, maar men mag zich dan alleen beperken tot deelname aan een loterij
karakter, waardoor een long odds kansspel steeds meer short odds wordt”. Ook zegt
en geen andere kansspelen meer spelen. Hij geeft aan dat binnen de instelling
hij dat de grens tussen long en short odds wordt gezien als een objectief criterium,
waar hij werkzaam is loterijen worden beschouwd als de meest onschuldige
maar van belang is ook het subjectieve criterium, met andere woorden de perceptie
vorm van gokken: “Een verslaving is chronisch en om die reden kunnen (ex-)
van mensen: “Het hangt ervan af hoe mensen ermee omgaan. De grens tussen long
kansspelverslaafden zich beter beperken tot deelname aan een loterij waarbij
en short odds verschilt per persoon en per situatie.” Gedoeld wordt op het gegeven
zij eens per maand meespelen, dan dat zij weer terugvallen in de gokverslaving”.
dat nummerloterijen één trekkingsmoment hebben per maand, maar meerdere
Twee andere geïnterviewden (een preventiemedewerker in de particuliere sector
momenten door de maand heen hebben waarop uitslagen bekend worden gemaakt.
en een gespreksbegeleider bij de AGOG) zijn van mening dat de (ex-)kansspel verslaafde een keuze heeft of hij volledig wil stoppen met alle mogelijke vormen
Een andere reden die de informanten noemen waarom deelname aan
van gokken, of dat hij ernaar wil streven om gecontroleerd te kunnen spelen. Als hij
nummerloterijen niet leidt tot kansspelverslaving, is dat deelnemers niet het idee
met alles wil stoppen, dan moet hij ook stoppen met deelname aan loterijen. Voor
hebben dat zij invloed kunnen uitoefenen op het spel. Dit maakt loterijen, wat dit
mensen die gecontroleerd willen spelen, is deelname aan loterijen een goede uitweg.
aspect betreft, onaantrekkelijk. (Ex-)kansspelverslaafden Ook acht het merendeel van de geïnterviewden het onwaarschijnlijk dat deelname
Onder de 16 (ex-)kansspelverslaafden zijn de meningen verdeeld als het gaat om
aan nummerloterijen leidt tot deelname aan meer riskante (short odds) kansspelen.
de relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving. Sommigen
Enkele geïnterviewden denken hier anders over door te stellen dat deelname
menen dat deelname aan loterijen niet te vergelijken is met de kansspelen waaraan
aan loterijen wellicht een opstap zou kunnen zijn naar deelname aan riskante
zij verslaafd zijn geraakt. Zij geven aan dat het meespelen in een nummerloterij
kansspelen. Een hulpverlener zegt zich voor te kunnen stellen dat zogenoemde
voor hen geen verslavende werking heeft, omdat er geen of weinig spanning aan is
“thrill seekers” (spanningzoekers) die deelnemen aan loterijen op zoek gaan naar
verbonden. De redenen dat zij momenteel deelnemen aan een nummerloterij zijn
een heftigere kick en zo bij short odds kansspelen terecht komen.
met name de hoop om veel geld te winnen, uit gewoonte en om het goede doel te steunen. Andere (ex-)kansspelverslaafden zien wel degelijk gevaar in deelname aan
Een aantal geïnterviewden zegt wel dat deelname aan loterijen onder kansspel
nummerloterijen: zij ervaren met het meespelen in een nummerloterij soms toch
verslaafden relatief hoog is (echter, zij kunnen niet aangeven hoe hoog ‘relatief hoog’
de spanning. Deelname aan een nummerloterij kan, zo geven zij aan, voor hen een
is). De reden die zij hiervoor geven is dat kansspelverslaafden gevoelig zijn voor alles
“trigger” zijn om weer aan riskante kansspelen te gaan deelnemen (terugval).
wat met gokken te maken heeft. “De algemene mentaliteit om te gokken is aanwezig, dit zorgt ervoor dat kansspelverslaafden ook aan loterijen mee willen doen”, aldus
Invloed van productkenmerken en spelomgeving op deelname
een preventiemedewerker. Een beleidsmedewerker merkt op: “Loterijen worden niet
Informanten
als verslavend beschouwd, voor kansspelverslaafden is deelname aan loterijen een
Hoewel de informanten het short odds karakter van een kansspel verreweg als
gemakkelijke manier om hun speelzucht achter te verbergen.”
belangrijkste risicofactor voor kansspelverslaving beschouwen, noemen zij ook andere risicofactoren. Deze ander risicofactoren kunnen worden verdeeld
28
Hulpverleners en preventiemedewerkers hebben verschillende adviezen voor
in specifieke kenmerken van het spel (productkenmerken) en kenmerken die
mensen met een kansspelverslaving die tevens aan loterijen deelnemen.
betrekking hebben op de spelomgeving en –beleving (gedragskarakteristieken
Twee hulpverleners, die (ex-)kansspelverslaafden behandelen, streven naar
rondom het spel). Productkenmerken die genoemd worden zijn: de spanning die
abstinentie van iedere vorm van gokken, dus ook van het meespelen in een
het spel met zich mee brengt, de behendigheid die spelers denken nodig te hebben
loterij. Zij zijn van mening dat kansspelverslaving in stand wordt gehouden als
om het spel te spelen, de invloed die spelers denken uit te kunnen oefenen op het
29
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
spel, de hoogte van het prijzengeld, de winkans en het gevoel hebben te kunnen
Motivatie voor deelname
winnen. Gedragskarakteristieken rondom het spel die genoemd worden zijn de
De belangrijkste motivatie om deel te nemen aan nummerloterijen is volgens
toegankelijkheid en beschikbaarheid van een kansspel en de cultuur waarin gokken
meerdere geïnterviewden de kans om iets te winnen. Eén van de geïnterviewde (ex-)
is ingebed.
kansspelverslaafden zegt hierover dat de kans om een geldbedrag te winnen voor
De meeste informanten menen dat bovengenoemde kenmerken van invloed zijn op
hem van belang is omdat hij daarmee zijn schulden zou kunnen aflossen. Eén van
het speelgedrag van loterijdeelnemers, maar achten de kans dat daardoor het risico
de hulpverleners uit de verslavingszorg geeft aan dat mensen “altijd een hengeltje
op kansspelverslaving toeneemt relatief klein, omdat het belangrijkste verslavende
in het water willen hebben”, waarmee hij bedoelt dat mensen altijd de kans willen
element – het short odds karakter – ontbreekt. Naarmate de hoofdprijs hoger is, wordt
hebben om iets te winnen, ook al is die kans relatief klein. Andere motivaties die
deelname aantrekkelijker, aldus de geïnterviewden.
informanten noemen, zijn: het goede doel steunen, het hoge prijzengeld, het kunnen
Volgens één van de lotenverkopers en de medewerker van de ledenservice van een
wensdromen en dagdromen/fantaseren, om zorgen dragelijker te maken, meespelen
nummerloterij neemt deelname aan nummerloterijen af naarmate de kosten van
uit gewoonte en het voorkomen van spijt achteraf. Eén van de geïnterviewden
een lot stijgen. “Voor sommige mensen komen de kosten dan net boven de grens van
zegt dat de laatstgenoemde motivatie voornamelijk een rol speelt bij mensen die
wat zij aan loten willen uitgeven” zegt de medewerker van de ledenservice hierover.
deelnemen aan de Nationale Postcode Loterij: “Mensen stoppen niet met deelnemen
De andere lotenverkoper zegt echter dat deelname gelijk zal blijven, omdat dan ook
uit angst dat de buurman ineens wel iets wint.”
het prijzengeld stijgt. Eén van de hulpverleners (reguliere verslavingszorg) is van mening dat de goedkoopste loten het minst in trek zijn, omdat deelnemers denken
Conclusie interviews informanten en (ex-)kansspelverslaafden
dat zij meer kans maken om te winnen wanneer zij een relatief duur lot kopen.
Op basis van de meningen en ervaringen van de geïnterviewde informanten en (ex-)
Geïnterviewden stellen dat deelnemers aan loterijen niet het idee hebben dat ze
kansspelverslaafden kan geconcludeerd worden dat deelname aan nummerloterijen
het spel kunnen beïnvloeden. Sommige loterijen bieden de mogelijkheid om een
niet bijdraagt aan het ontstaan en niet bijdraagt aan de instandhouding van
deel van het lotnummer zelf te bepalen of bepaalde eindcijfers te kiezen. Volgens
kansspelverslaving. Ook is de kans dat deelname aan nummerloterijen leidt tot
één van de preventiemedewerkers blijven mensen vaak met een bepaald eindcijfer
deelname aan meer riskante (short odds) kansspelen klein. De tijd tussen inzet en
spelen, omdat ze bang zijn dat hun eindcijfer ineens valt wanneer ze een ander
resultaat duurt bij het spelen in nummerloterijen relatief lang, waardoor het risico
eindcijfer selecteren. Een lotenverkoper: “De meeste mensen die meespelen in
van verslaving klein is. Productkenmerken van nummerloterijen zoals inlegkosten,
een loterij vinden het gewoon leuk om zelf een bepaald eindcijfer of lotnummer
hoogte van het prijzengeld en de suggestie van invloed hebben invloed op deelname,
te kiezen, niet zozeer omdat ze denken daarmee invloed uit te kunnen oefenen op
maar zijn niet van invloed op het risico op kansspelverslaving.
de uitkomst, maar mensen zijn ook vaak bijgelovig. Ze kiezen bepaalde nummers die een bepaalde betekenis hebben en ze denken dan dat dat nummer geluk zal brengen”. Mensen met kansspelproblematiek hebben sterker het gevoel dat ze het spel kunnen beïnvloeden en manipuleren, zo is de algemene mening. Eén van de preventiemedewerkers, werkzaam bij een reguliere instelling voor verslavingszorg, geeft aan dat “gokkers vaker dan gemiddeld ‘magische denkers’ zijn; ze denken het spel te kunnen beïnvloeden, ook al is dit nergens op gebaseerd”.
Risicogroepen Informanten Op de vraag of er risicogroepen te onderscheiden zijn binnen deelnemers aan loterijen hebben maar weinig geïnterviewden een antwoord gegeven, omdat de meesten een relatie tussen deelname aan loterijen en kansspelverslaving onwaarschijnlijk achten. Een klein aantal geïnterviewden kan zich voorstellen dat er bepaalde groepen mensen zijn die een groter risico lopen om problemen te krijgen met het meespelen in loterijen dan andere groepen mensen. Maar, zo geven zij aan, het gaat daarbij niet zozeer om het risico om verslaafd te raken, maar om het risico om bijvoorbeeld in de schulden te komen. Genoemd worden: mensen die aan alle loterijen meedoen, laagopgeleiden, ouderen, allochtonen en sociaal kansarmen.
30
31
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Deelonderzoek 3 Face-to-face interviews met lotkopers
32
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Methode
Er is gebruik gemaakt van de volgende methoden en strategieën. • Netwerkbenadering
Dit deelonderzoek is gericht op het verzamelen van gegevens (ook kwalitatief) over
• Advertenties in kranten
de wijze waarop spelers met de nummerloterij omgaan, hoe deelname beleefd wordt
• Verkooppunten
en wat de aard en oorzaken zijn van aan nummerloterijen gerelateerde kansspel
• Internetpanel
problematiek. Er is gericht gezocht naar veel en vaak spelers die aan meer dan
• Abonnementen nummerloterijen
één nummerloterij deelnemen. De focus lag vooral op het werven van mensen die mogelijk kansspelverslaafd zouden zijn vanwege deelname aan de nummerloterijen.
Netwerkbenadering
Minimale eisen voor deelname aan de face-to-face interviews waren het deelnemen
Voor het zoeken naar respondenten is ondermeer gebruik gemaakt van de sneeuwbal
aan twee of meer loterijen; het met meer dan drie loten deelnemen aan een loterij of
methode. Hierbij wordt binnen verschillende netwerken aan individuen gevraagd of
ooit verslaafd zijn geweest aan loterijspelen. Omdat dit deel van het onderzoek niet
zij mensen kennen die voldoen aan de gestelde criteria of andere mensen kennen
bedoeld is voor prevalentieschattingen, maar voor de onderzoeksvragen die betrekking
die ons mogelijk aan respondenten zouden kunnen helpen. In eerste instantie zijn
hebben op invloed, achtergrond en motieven van deelname aan nummerloterijen,
sneeuwballen uitgezet via de netwerken van de onderzoekers en interviewers. Het
is geen a-selecte steekproef genomen maar een convenience sample.
directe netwerk van de interviewers leverde weinig respondenten op. Na uitbreiding
In dit deel van het onderzoek komen de volgende onderzoeksvragen aan de orde.
van de netwerken via familie en kennissen konden wel verschillende respondenten
Hoofdvragen
geworven worden. Via het ene netwerk leverde dit slechts één respondent op, terwijl
1 In hoeverre is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd aan het ontstaan
via andere netwerken meerdere regelmatige spelers werden gevonden.
van kansspelverslaving? 2 In hoeverre is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd aan de instand houding van kansspelverslaving? 3 In hoeverre leidt het spelen in nummerloterijen tot deelname aan meer riskante (continue short odds) kansspelen?
Behalve via de netwerken van de onderzoekers en interviewers is ook geprobeerd via de netwerken van respondenten regelmatige spelers te werven. Na afloop van het interview is alle respondenten gevraagd of zij nog mensen kennen die veel meespelen met loterijen en wellicht hier ook over geïnterviewd wilden worden. Veel respondenten gaven aan dat zij van anderen niet wisten of die aan een of meer
Deelvragen
loterijen deelnemen. Uiteindelijk heeft de sneeuwbalmethode via de respondenten
4 Hoe verhoudt zich deelname aan nummerloterijen tot deelname aan andere
slechts één respondent opgeleverd.
kansspelen? Is er sprake van substitutie (hogere deelname loterijen → lagere
In totaal zijn twintig respondenten middels de netwerkbenadering geworven en
deelname andere kansspelen) of additie (hogere deelname loterijen → hogere
geïnterviewd.
deelname andere kansspelen)? 5 Wat is de invloed van de toegankelijkheid/distributie (abonnementen, internet, losse verkoop) op het ontstaan en/of de instandhouding van kansspelverslaving? 9 Welke invloed hebben winkansen en omvang van het prijzenpakket van een nummerloterij op het risico op kansspelverslaving bij de speler? 10 Wat is de invloed van de prijs van de inleg (kosten van het lot). Leidt een lagere
Advertenties in kranten en oproepen op internet In de eerste weken van het veldwerk hebben in verschillende kranten advertenties gestaan (zogenaamde mini’s) met een oproep voor respondenten. De eerste advertentie was specifiek gericht op mensen die vanwege deelname aan nummerloterijen kans spelverslaafd waren. De volgende advertenties zijn algemener opgesteld en waren
lotprijs tot een hogere deelname en daardoor een hoger risico op kansspel
gericht op de veel en vaakspelers.
verslaving?
Op de eerste advertentie in Volkskrant, Trouw en NRC Handelsblad (za 23-02-2008)
11 Wat is de invloed van de ‘suggestie van invloed’, zoals het kiezen van nummers of symbolen waarmee wordt deelgenomen? 12 Wat zijn de belangrijkste motivaties om deel te nemen aan de verschillende nummerloterijen?
waarin gevraagd werd naar mensen die veel of vaak meespelen met loterijen of loterijverslaafd zijn (geweest) zijn geen reacties gekomen. Op dezelfde advertentie in Spits (26-02-2008) en Telegraaf (za 01-03-2008) zijn evenmin reacties gekomen. Op een volgende advertentie in Volkskrant, Trouw en NRC (01-03-2008) waar ‘loterij verslaafd’ werd weggelaten zijn ook geen reacties gekomen.
Werving respondenten
Een laatste advertentie in Spits (10-03-2008) en in Volkskrant, Trouw, NRC, AD en
De respondenten zijn middels diverse technieken en strategieën geworven op zo
Telegraaf (15-03-2008), waarin bovendien werd gewezen op een beloning van tien
divers mogelijke vindplaatsen, zowel op locatie (losse verkoop) als via de registratie
euro voor deelname aan het interview, leverde uiteindelijk zeven respondenten op.
van de loterijaanbieders (abonnementen).
Op internet is op diverse fora (Libelle Forum, Forum Stand.nl, Gaming Only Forum) een oproep gedaan aan mensen die met meerdere loterijen meespelen om deel te nemen aan het onderzoek. Hoewel hier een enkele reactie op gekomen is, heeft deze methode uiteindelijk geen geschikte respondenten opgeleverd die aan de
34
35
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
inclusiecriteria voldeden. Ook op oproepjes op de websites van het CVO en IVO zijn
Abonnementen nummerloterijen
geen reacties gekomen.
De Nationale Postcode Loterij (NPL) heeft 500 leden die met meer dan tien loten meespeelden in de Postcode loterij, de BankGiro Loterij of de Sponsor Bingo Loterij
Verkooppunten
een brief gestuurd met uitleg over het onderzoek en met het verzoek of zij mee
Eind februari zijn een negental verkooppunten (tabakszaken en tijdschriften- en
wilden werken aan een interview. In de brief werd aangegeven dat zij door het CVO
boekwinkels) benaderd. Twee verkooppunten wilden niet meewerken, zij wilden
(namens de NPL) benaderd konden worden maar dat ze ook zelf contact konden
hun klanten niet lastig vallen met vragen over eventuele kansspelverslaving. Bij
opnemen met het CVO om een afspraak te maken voor een interview. Op deze wijze
zeven verkooppunten zijn kaartjes achtergelaten met informatie over het onder
zijn elf respondenten geworven en geïnterviewd.
zoek, het interview (de beloning die hier tegenover stond) en onze contactgegevens.
Door de Staatsloterij zijn 150 brieven verstuurd aan abonnees die maandelijks
Bij twee verkooppunten is daarnaast een lijst achtergelaten waarop verkopers
met meer dan drie loten meespelen. Ook hier zijn 11 respondenten geworven
de contactgegevens van eventueel geïnteresseerden konden noteren zodat wij
en geïnterviewd.
contact met hen op konden nemen. Dit alles heeft uiteindelijk geen respondenten
Er werd slechts door een enkeling spontaan contact opgenomen met het CVO.
opgeleverd. In verschillende supermarkten zijn briefjes opgehangen met een oproep
De meeste respondenten werden geworven nadat telefonisch contact met hen
voor respondenten. Ook hier zijn geen reacties op gekomen.
was opgenomen. De respons op de belrondes was wisselend. 18 procent van de
Een andere manier om respondenten te vinden was het posten bij sigarenzaken
benaderde veelkopers was bereid mee te werken aan een interview.
en het aldaar zelf aanspreken van lotkopers. Bij verschillende sigarenzaken in Bilthoven en Utrecht is een of meer keer gepost. Op de meeste dagen had deze
Speurtocht naar risico- en probleemspelers
manier van werven geen succes. De sigarenzaken gaven aan dat dag en tijdstip niet
Het vinden van veel- en vaakspelers bleek lastig en tijdrovend. Diverse advertenties
ideaal waren en dat ze niet veel lotkopers of klanten verwachten die middag. Zij
in verschillende dagbladen en op internet leverde slechts zeven respondenten op.
gaven suggesties voor andere verkooppunten waar meer lotkopers zouden komen,
Diverse malen posten bij tabakszaken leverde vijf respondenten op. Op de kaartjes
maar wezen vooral op de volgende trekking van de Staatsloterij. Drie dagen voor
met uitleg over het onderzoek die werden achtergelaten in diezelfde tabakszaken,
de trekking is bij een sigarenzaak in een kleine twee uur iedereen die binnenliep
supermarkten en andere verkooppunten kwam zelfs geen enkele reactie. Via
(55 mensen) aangesproken. Slechts één vrouw nam deel aan (meer dan) twee
de netwerken van de onderzoekers, contactpersonen en respondenten werden
loterijen. Helaas wilde zij niet meewerken aan een interview. Tien mensen deden
uiteindelijk twintig veel en vaak spelers gevonden. Het meest gericht konden
maandelijks met een of twee mee met een loterij, andere deden slechts af en toe
respondenten worden geworven via het internetpanel en via de ledenregistratie
mee, hadden in het verleden wel eens mee gedaan of deden helemaal niet mee.
(abonnementen) van de Postcode Loterij en de Staatsloterij. Hierbij was het mogelijk
Op de dag voor de trekking van de Staatsloterij (10 van de maand, in dit geval
gericht te zoeken naar frequent spelers met een abonnement op meerdere loten.
april en mei) leverde verschillende uren posten in totaal vijf respondenten op.
Dit heeft 22 respondenten opgeleverd. Via het internetpanel was het mogelijk
Ook zijn voor het postkantoor klanten aangesproken maar daar werden de
gericht risico- en probleemspelers te werven. Dit heeft 21 respondenten opgeleverd.
interviewers al snel weggestuurd. De tien mensen die zijn aangesproken gaven
Uiteindelijk zijn in totaal 75 regelmatige lotkopers geïnterviewd. Ondanks deze
allemaal aan niet mee te doen met loterijen.
inspanningen is het niet gelukt om mensen te vinden die vanwege nummerloterijen
e
mogelijk kansspelverslaafd zijn of zijn geweest. Internetpanel Aan het eind van de enquête die via internet bij 6.783 respondenten werd afgenomen (zie panelstudie) is gevraagd of zij mee wilden werken aan vervolgonderzoek. Uit dit
Tabel 1 Overzicht wervingsmethoden
internetpanel is een selectie gemaakt van respondenten met een hoge SOGS-score. Aan 45 risico- en probleemspelers (verspreid over het hele land) en 82 recreatieve
Wervingsmethode
spelers (in de regio Utrecht) is een mail gestuurd met de uitnodiging te reageren
Netwerkbenadering
als zij mee wilden werken. Hier kwam veel respons op (43 reacties). Een deel bleek
aantal
%
20
27%
Advertenties in kranten
7
9%
Verkooppunten
5
7%
Internetpanel
21
28%
nog een extra respondent op. Uiteindelijk zijn met 21 panelleden interviews
Abonnementen nummerloterijen
22
29%
afgenomen.
Totaal
75
100%
echter bij benadering niet binnen de doelgroep te vallen of het lukte niet om een afspraak te maken. Drie panelleden die met betrekking tot deelname aan loterijen hoger dan drie scoorden op de SOGS zijn nog een tweede keer gemaild. Dit leverde
36
37
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
De interviews
Veel van de geïnterviewden zijn hoog opgeleid, 45% heeft het HBO of WO afgerond.
In de face-to-face interviews is onder meer ingegaan op de verschillende loterijen
Verder heeft een kwart een opleiding op MBO niveau afgerond en heeft 4% alleen de
waaraan respondenten meedoen en het aantal loten waarmee zij meespelen. Ook is er
lagere school afgemaakt.
gevraagd naar de motivatie om aan (de verschillende) loterijen deel te nemen en naar de relatie tot andere kansspelen. Bovendien zijn de speelcarrière en de hoeveelheid tijd en geld die aan verschillende kansspelen besteed worden aan de orde gekomen.
Tabel 4 Dagbesteding
Verder is gevraagd naar eventuele kansspelgerelateerde problemen, is een screener voor kansspelproblematiek afgenomen (SOGS), is mogelijke co-morbiditeit onderzocht
aantal
%
en zijn demografische kenmerken verzameld.
Fulltime baan
26
35%
De face-to-face interviews werden afgenomen door een team van acht ervaren en
Parttime baan
15
20%
Studerend
1
1%
Vrijwilligerswerk
1
1%
Huisvrouw
5
7%
De 75 regelmatige loterijspelers die voor dit onderzoek zijn geïnterviewd zijn voor
Werkloos
1
1%
het merendeel van het mannelijk geslacht (n=46; 61%) en van relatief hoge leeftijd.
WAO
1
1%
38 van de 75 respondenten zijn vijftig plus (51%), 33 respondenten zijn tussen de 30
Pensioen
18
24%
en 49 jaar oud (44%) en slechts 4 respondenten zijn tussen 18 en 29 jaar oud (5%). 66
Zelfstandig ondernemer
3
4%
van de 75 geïnterviewden zijn autochtoon (88%).
Anders
3
4%
voor het onderzoek getrainde interviewers. Interviews vonden plaats bij de respondent thuis of in een horecagelegenheid en duurden gemiddeld iets langer dan een uur.
Demografische achtergrond respondenten
Ruim een derde heeft een fulltime baan en een vijfde een parttime baan. Bijna een
Tabel 2 Burgerlijke staat
kwart (24%) is met pensioen. Een enkeling is studerend, werkloos of zit in de WAO. aantal
%
Gehuwd
36
48%
Samenwonend
10
13%
Weduwstaat
8
11%
Gescheiden
4
5%
17
23%
Alleenstaand
Het merendeel van de geïnterviewden is gehuwd (48%) of woont samen (13%), ruim tien procent is weduwe of weduwnaar.
Tabel 3 Opleiding aantal
%
Lagere school
3
4%
Lbo/vmbo
8
11%
Vmbo-tl mavo
5
7%
19
25%
Havo
3
4%
Vwo/gymnasium
3
4%
34
45%
Mbo
Hbo/wo
38
Tabel 5 Gemiddeld netto maandinkomen aantal
%
Minder dan 450 euro
1
1%
Tussen de 450-675
1
1%
Tussen de 675-900
3
4%
Tussen de 900-1350
10
13%
Tussen de 1350-1800
9
12%
Tussen de 1800-2700
27
36%
Tussen de 2700-4500
13
17%
Meer dan 4500
5
7%
Wil niet zeggen
6
8%
Ongeveer een derde van de respondenten heeft een gemiddeld netto maandinkomen tussen de 1800 en 2700 euro. Een kwart verdient meer, terwijl de overige respondenten een lager inkomen hebben.
39
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Resultaten
Respondenten namen gemiddeld met het meeste aantal loten per jaar deel aan de Postcode Loterij. Deelnemers aan de Postcode Loterij spelen gemiddeld met 37 loten per jaar, wat neer komt op ongeveer 3 loten per maand. Deelnemers aan de
Speelgedrag respondenten
Staatsloterij spelen met gemiddeld 25 loten per jaar. Voor de BankGiro Loterij en
Deelname aan loterijen
de Sponsor Bingo Loterij ligt dit gemiddeld op respectievelijk 18 en 20 loten. 22
Alle 75 geïnterviewden deden recent mee aan loterijen; dit was immers een van
respondenten die in het afgelopen jaar wel met de Staatsloterij meespeelden maar
de criteria waaraan de respondenten moesten voldoen om mee te mogen doen aan
geen lid zijn speelden met gemiddeld 13 loten per jaar (standaard deviatie= 17,
het onderzoek. Op één respondent na hebben alle 75 geïnterviewden ooit aan de
mediaan= 6). Leden van de Staatsloterij spelen met gemiddeld 36 loten (standaard
Staatsloterij meegedaan. Bijna negen op de tien respondenten speelden ooit mee
deviatie= 60, mediaan= 13), wat dus bijna gelijk is aan het aantal loten waarmee
met de Postcode Loterij. 45 van de 75 respondenten hebben ooit meegedaan met
leden van de Postcode Loterij gemiddeld deelnemen.
de BankGiro Loterij tegenover 31 respondenten die ooit meededen met de Sponsor Bingo Loterij. 65 participeerden in het laatste jaar in de Staatsloterij, terwijl 64 recent meespeelden
Tabel 8 Gemiddeld aantal loten laatste jaar
in de Postcode Loterij. Bijna de helft van de respondenten deed recent mee met de BankGiro Loterij en een derde speelde mee met de Sponsor Bingo Loterij.
Tabel 6 Lifetime deelname en recente deelname loterijen
Gemiddeld
Standaard deviatie
Mediaan
>24 loten per jaar
Staatsloterij (n=65)
25
50
13
32%
Postcode Loterij (n=64)
37
40
26
58%
BankGiro Loterij (n=35)
18
30
13
17%
Sponsor Bingo Loterij (n=25)
20
18
13
40%
Loterij
Lifetimeprevalentie (LTP)
Laatstejaarprevalentie (LJP)
Staatsloterij
74 (99%)
65 (87%)
Postcode Loterij
67 (89%)
64 (85%)
De respondenten in dit onderzoek die deelnemen aan de Staatsloterij geven
BankGiro Loterij
45 (60%)
35 (47%)
gemiddeld €362,50 per jaar uit aan Staatsloten (een Staatslot kost €14,50). Postcode
Sponsor Bingo Loterij
31 (41%)
25 (33%)
Loterij deelnemers geven €333 uit aan de Postcode Loterij (een lot kost €9,00).
Lotto
34 (45%)
23 (31%)
BankGiro- en Sponsor Bingo Loterij deelnemers besteden respectievelijk €130,50 en
Dayzers
23 (31%)
15 (20%)
€156,00 aan de betreffende loterijen (een lot in de BankGiro Loterij kost €7,25, voor
Andere loterij
18 (24%)
10 (13%
de Sponsor Bingo Loterij is dit €7,80). Omdat veel loterijdeelnemers aan meerdere
Loterij
loterijen meedoen is het gemiddelde geldbedrag wat de spelers uitgeven aan Bijna alle respondenten speelden in het laatste jaar mee met meerdere loterijen.
loterijen hoger. Aan deze vier loterijen besteden de respondenten gemiddeld 711
Vier respondenten speelden met één loterij mee. Uit Tabel 7 blijkt dat evenveel
euro per jaar. Het totale bedrag wat uitgegeven wordt is nog hoger als ook uitgaven
respondenten recent participeerden in twee loterijen als in drie loterijen (namelijk
aan de andere loterijen (Lotto, Dayzers, Duitse loterijen etc.) worden meegenomen.
23). 25 respondenten speelde in het laatste jaar mee met vier of meer loterijen.
Aan kansspelen in het algemeen besteden de respondenten gemiddeld per jaar 1096 euro (gemiddeld 21 euro per week, standaard deviatie= 33, mediaan = 11 euro). Respondenten geven dus gemiddeld veel meer uit aan loterijen dan aan andere kansspelen.
Tabel 7 Aantal loterijen waaraan respondenten meedoen Aantal loterijen
aantal
%
1
4
5%
2
23
31%
3
23
31%
4
15
20%
5
3
4%
6
6
8%
7
1
1%
40
Aantal loten en uitgaven
Bijna de helft van de respondenten (34) zegt minder dan 1 procent van hun inkomen te besteden aan kansspelen. Een kwart geeft tussen de 1 en 2 procent van zijn of haar inkomen uit aan kansspelen. 17 van de 75 respondenten besteden 2 tot 5 procent aan kansspelen en 5 respondenten tenslotte meer dan 5%.
41
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
De leeftijd waarop respondenten gemiddeld voor het eerst in aanraking komen met
Tabel 9 Deel inkomen besteed aan kansspelen
kansspelen is 21 jaar. Met betrekking tot loterijen is dat 26 jaar. Respondenten die in aantal
%
ooit behalve loterijen ook andere kansspelen speelden, begonnen gemiddeld jonger
Minder dan 1%
34
45%
met zowel kansspelen in het algemeen als met loterijen (namelijk respectievelijk 19
1-2%
19
25%
en 25 jaar).
2-5%
13
17%
5-10%
2
3%
10-25%
3
4%
Wil niet zeggen
4
5%
Tabel 11 Beginleeftijd kansspelen Respondenten (n=75)
Meerspelers (n=65)*
Speelcarrière
Loterijen
26 jaar
25 jaar
De respondenten is gevraagd naar de ontwikkeling van hun speelgedrag. Het meren
Andere kansspelen
21 jaar
19 jaar
deel van de 75 geïnterviewden (62%) geeft aan begonnen te zijn op ongeveer het zelfde
* respondenten die ooit behalve loterijen ook andere kansspelen speelden.
niveau als waarop zij nu spelen. 14 respondenten (19%) zeggen in de loop der jaren langzamerhand steeds meer te zijn gaan spelen. 10 respondenten (14%) geven aan dat hun speelfrequentie (en bestedingen) hoger is geworden sinds zij begonnen, tot zij een
Deelname andere kansspelen
bepaalde piek bereikten, waarna hun speelpatroon afnam tot op een bepaald niveau.
65 van de 75 respondenten hebben behalve aan loterijen in hun leven ook aan
Voor de overige vier respondenten (5%) wisselde hun speelfrequentie sterk, terwijl één
andere kansspelen deelgenomen. 39 respondenten namen in het laatste jaar
respondent zegt dat hij in de loop der jaren langzaam minder is gaan spelen.
aan andere kansspelen deel. Terwijl fruit- of kansspelautomaten door de meeste respondenten ooit gespeeld werden, waren in het laatste jaar krasloten het
Iets minder dan één op de drie respondenten, namelijk 31% van de loterijspelers
populairst bij de loterijspelers.
begon zijn of haar ‘kansspelcarrière’ met loterijen. Een groter deel (36%) kwam eerder in aanraking met fruit- of kansspelautomaten. De overige respondenten (totaal 33%) kaartten of dobbelden om geld, speelden mee met in een sportpoule of kochten
Tabel 12 Deelname andere kansspelen lifetime en laatste jaar
bijvoorbeeld een kraslot.
Tabel 10 Eerste kansspel waar respondenten mee in aanraking kwamen Kansspel
Respondenten
Meerspelers*
Lifetimeprevalentie
Laatstejaarprevalentie
Fruit- Kansspelautomaten
48 (64%)
10 (13%)
Krasloten
36 (48%)
17 (23%)
Casino- Tafelspelen
32 (43%)
8 (11%)
Fruitautomaten
27
36%
27
42%
Bingo
31 (41%)
4 (5%)
Loterijen
23
31%
15
23%
Sportpoules / Toto
28 (37%)
4 (5%)
Kaarten /dobbelen
6
8%
6
9%
Kaarten & dobbelen om geld
24 (32%)
7 (9%)
Sportpoules / Toto
5
7%
5
7%
Poker
16 (21%)
8 (11%)
Krasloten
4
5%
4
6%
Wedden op paarden
14 (19%)
1 (1%)
Ander kansspel
4
5%
3
5%
Weddenschappen afsluiten
12 (16%)
2 (3%)
Casinospelen
3
4%
3
5%
Illegale kansspelen
10 (13%)
1 (1%)
Bingo
2
3%
1
2%
8 (11%)
5 (7%)
Poker
1
1%
1
2%
4 (5%)
1 (1%)
Illegale kansspelen
0
0%
0
0%
65 (87%)
39 (52%)
Internet kansspelen
0
0%
0
0%
Weddenschappen Totaal
0
0%
0
0%
75
100%
65
100%
*respondenten die ooit behalve loterijen ook andere kansspelen speelden.
42
Kansspelen op internet Andere kansspelen Kansspelen algemeen
De respondenten spelen duidelijk meer mee met loterijen dan dat zij andere kansspelen spelen. Terwijl alle respondenten in de laatste maand meespeelden in
43
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
één of meer loterijen, heeft 72% van de regelmatige spelers in de laatste maand
Tabel 14 SOGS-waarden loterijspelers lifetime
geen ander kansspel gespeeld. In het laatste jaar heeft de helft van de respondenten (48%) in geen andere kansspelen dan loterijen geparticipeerd, 13% heeft nooit andere
kansspelen dan loterijen gespeeld. Uit interviews blijkt dat veel respondenten krasloten eerder onder ‘loterijen’ schaalden, dan onder andere kansspelen. Als krasloten niet meegerekend worden als ‘andere kansspel’ blijkt het aantal respondenten dat andere (short odds) kansspelen spelen nog een stuk minder. 19% van de respondenten heeft dan nooit aan andere kansspelen deelgenomen (LTP), 68% niet in het laatste jaar en 89% niet in de laatste maand.
SOGS LTP
SOGS LTP ‘beide’*
SOGS LTP ‘loterijen”**
aantal
%
aantal
%
aantal
%
66
88%
72
96%
74
99%
Risico
5
7%
2
3%
1
1%
Probleem
4
5%
1
1%
0
0%
Recreatief
(*uitgezonderd problemen uitsluitend gerelateerd aan andere kansspelen ** problemen uitsluitend gerelateerd aan deelname loterijen)
39 respondenten scoren negatief op alle SOGS-waarden. 17 respondenten
Tabel 13 LTP, LJP, LMP andere kansspelen
antwoordden positief op één SOGS-item, terwijl 10 respondenten twee SOGS-items Andere kansspelen
positief beantwoordden. Gemiddeld scoren respondenten 1,17 op de SOGS waarden;
Andere kansspelen behalve krasloten
0,51 wanneer problemen uitsluitend gerelateerd aan andere kansspelen dan loterijen
Ja
Nee
Ja
Nee
Lifetimeprevalentie
65 (87%)
10 (13%)
61 (81%)
39 (19%)
gerelateerd aan deelname aan loterijen.
Laatstejaarprevalentie
39 (52%)
26 (48%)
24 (32%)
51 (68%)
De SOGS-vraag “Heeft u wel eens vaker gegokt dan u zich had voorgenomen” werd
Laatstemaandprevalentie
21 (28%)
54 (72%)
8 (11%)
67 (89%)
het vaakst met ja beantwoorden (19 keer), 15 respondenten kregen ooit opmerkingen
worden weggelaten; en 0,33 wanneer uitsluitend gekeken worden naar problematiek
van mensen over hun speelgedrag, 13 loterijspelers voelden zich ooit schuldig over hun speelgedrag en 11 respondenten hebben ooit wel eens gedacht om te stoppen
SOGS-score
met kansspelen terwijl ze tegelijk dachten dat ze dat niet zouden kunnen. Overige SOGS-waarden werden maximaal vier keer positief beantwoord.
Onderstaande tabellen geven de SOGS-scores van de respondenten weer. Respondenten met een SOGS-score van 0-2 worden bestempeld als recreatieve speler. Risicospelers zijn respondenten die op drie of vier SOGS-waarden positief scoren. Respondenten die vijf of hoger scoren op de SOGS worden als probleemspeler
Tabel 15 SOGS-waarden loterijspelers laatste jaar
bestempeld. Respondenten konden aangeven of problemen recent (in het laatste jaar) speelden of langer geleden. Negen respondenten kunnen gezien hun problematiek ooit als risico- of probleemspeler bestempeld worden. Voor drie van hen spelen die problemen nog recent; twee respondenten beantwoorden 3 of 4 SOGS-waarden positief, terwijl een respondent recent op 5 of meer SOGS-items positief antwoordde. Wanneer een
SOGS LTP
SOGS LTP ‘beide’*
SOGS LTP ‘loterijen”**
aantal
%
aantal
%
aantal
%
72
96%
72
96%
74
99%
Risico
2
3%
2
3%
1
1%
Probleem
1
1%
1
1%
0
0%
Recreatief
respondent scoorde op een SOGS-item werd gevraagd of de problematiek gerelateerd
(*uitgezonderd problemen uitsluitend gerelateerd aan andere kansspelen
was aan loterijen, andere kansspelen of beide. Uit de tabel blijkt dat één respondent
** problemen uitsluitend gerelateerd aan deelname loterijen)
risicospeler genoemd mag worden (SOGS-score 3) wanneer gekeken wordt naar problematiek uitsluitend gerelateerd aan loterijen. Wanneer SOGS-waarden gerelateerd aan loterijen én andere kansspelen (‘beide’) worden meegenomen waren 2 respondenten recent risicospeler en één probleemspeler.
Risico- en probleemspelers De achtergrond en problematiek van de negen risico- en probleemspelers zullen we in het nu volgende nader beschrijven. Omdat het om relatief weinig mensen gaat zullen we dit op case-niveau doen. Allereerst worden de ervaringen van de zes respondenten die ooit risico- of probleemspeler zijn geweest samengevat, de uitgewerkte cases van deze spelers staan in bijlage 1 bij dit hoofdstuk. Daarna gaan we uitgebreid in op de drie respondenten die recent risico- of probleem speler waren. De ervaringen worden weergegeven zoals de respondenten hun speelverleden hebben geschetst en herinneren, in sommige gevallen kan dit
44
45
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
feitelijk niet kloppen bijvoorbeeld omdat een bepaalde loterij nog niet zo lang
Sponsor Bingo Loterij. In die tijd heeft ze ook een aantal malen bingo gespeeld. Op
bestaat.
haar 48e is ze begonnen met het spelen in de Duitse en Engelse lotto en nam ze deel aan een illegale loterij. Twee jaar later is zij begonnen met krasloten, de Toto en de
Respondent 4 is een ex-risicospeler. Zijn SOGS 3 score, die hem kwalificeert als
Lotto. Weer twee jaar later ten slotte, heeft ze een aantal malen op paarden gewed
risicospeler is terug te voeren op een periode vijf jaar geleden, waarin hij regelmatig
en is ze Dayzers gaan spelen. Desondanks schetst respondent 37 dat zij in het begin
tijd in Holland Casino en amusementscentra doorbracht. Dat is nu verleden tijd, hij
heel vaak aan kanspelen en loterijen heeft deelgenomen en dat dat gaandeweg
heeft nu een SOGS 0 score. Tegenwoordig besteed hij het meeste tijd en geld aan
steeds minder is geworden.
de Staats- en de BankGiro Loterij.
Haar belangrijkste motief om mee te doen aan loterijen is de kans iets te winnen.
Respondent 10 is een ex-risicospeler. Zijn SOGS 3, wat hem kwalificeert als
Op haar piek, ongeveer vier jaar geleden, had respondent 37 een SOGS score van 11.
risicospeler, had hij 28 jaar geleden toen hij veel op kansspelautomaten speelde.
In die tijd heeft zij voor hulp aangeklopt bij de Jellinek, de AGOG, de schuldsanering
Tegenwoordig besteedt hij de meeste tijd en geld aan de deelname aan loterijen.
en is het ook misgegaan met haar relatie omdat zij huishoudgeld ontvreemdde. Op
Momenteel heeft respondent 10 een SOGS 0 score.
dit moment besteedt zij de meeste tijd en geld aan kansspelautomaten.Het laatste
Respondent 23 is een ex-risicospeler. Op dit moment besteedt respondent 23 het
jaar heeft zij nog steeds een SOGS score van 7, die zij vooral verklaart door haar
meeste geld en de meeste tijd aan loterijen. Zij heeft nu een SOGS 0 score.
wekelijkse bezoeken aan Holland Casino om op kansspelautomaten te spelen.
Respondent 40 is een ex-risicospeler. Achttien jaar geleden kwam hij veel in een
Respondent 37 heeft haar deelname aan loterijen niet geleid tot deelname aan
illegaal casino en dertien jaar geleden in een vestiging van Holland Casino. Uit die
riskante kansspelen, haar probleem wordt immers vooral veroorzaakt door het
perioden dateert zijn SOGS 3 score. Tegenwoordig is zijn SOGS score 0.
spelen op kansspelautomaten. Zij heeft wel bij anderen gezien dat deelname aan
Respondent 43 is een ex-probleemspeler. Respondent 43 beschrijft zijn patroon
loterijen heeft geleid tot deelname aan meer riskante kansspelen. Zij vindt ook dat
van kansspeldeelname als een langzame piek waarna zijn speelfrequentie tot nul
deelname aan loterijen geen relatie heeft met het ontstaan of de instandhouding
is gedaald. Hij is tijdens die piek in grote problemen gekomen door zijn spel op
van kansspelverslaving.
kansspelautomaten. Zijn SOGS score tijdens de piek, vijftien jaar geleden, bedroeg 11. Op dit moment speelt hij geen kansspelen meer behalve loterijen en besteedt
Respondent 44 is een risicospeler. Hij een Nederlandse man van 47 jaar en is
daarom de meeste tijd en geld aan loterijen. Momenteel heeft hij een SOGS 0 score.
werkzaam in de verzekeringsbranche. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Op
Respondent 75 is een ex-probleemspeler. Door de dood van een vriendin, 25 jaar
zijn 18e is hij begonnen met spelen in de Toto. Op zijn 20e heeft hij een keer bingo op
geleden, is hij veel gaan spelen op kansspelautomaten, waardoor hij in de problemen
school gespeeld, gekaart om geld en kocht hij zijn eerste Staatslot. Op zijn 25e begon
is geraakt. Toen had hij een SOGS score van 8. Op dit moment besteedt respondent
hij deel te nemen aan een Duitse loterij, op zijn 30e aan de BankGiro Loterij en op
75 de meeste tijd en geld aan de Lotto en Staatsloterij die hij onregelmatig koopt
zijn 35e aan de Postcode Loterij. In dat jaar kocht hij ook zijn eerste kraslot. Zijn grote
bij de sigarenboer. Hij ervaart recent geen problematisch speelgedrag.
passie de laatste jaren is het spelen van poker op het internet. Hoewel hij nog steeds deelneemt aan loterijen, zegt het hem niet veel, hij blijft het vooral doen omdat hij
De zes regelmatige deelnemers, die hierboven worden genoemd, hebben in het
het gezellig vindt om het samen met collega’s te doen. Zijn deelname aan loterijen
verleden problemen gehad door andere kansspelen dan loterijen. Nu zij minder
beschrijft hij als een toename tot een bepaalde piek, waarna zijn speelfrequentie
frequent andere kansspelen spelen of slechts nog aan loterijen deelnemen spelen
afnam tot een bepaald niveau. De deelname aan kansspelen in het algemeen heeft
hun vroegere problemen niet langer. In het sample van loterijspelers bevinden zich
volgens respondent 44 een ander patroon: de frequentie is door de jaren heen heel
echter drie spelers die recent, dat wil zeggen in het laatste jaar, problemen hadden
verschillend geweest, maar hij is nooit echt gestopt.
met kansspelen. Bij twee van deze respondenten was het risico of probleemspelen
Zijn problemen met kansspelen, respondent 44 heeft een laatste jaar SOGS score van
niet enkel gerelateerd aan kansspelen. Een respondent tenslotte speelt uitsluitend
3 en een levensscore van 5 wijt hij aan zijn pokeren op internet. Hij heeft soms vaker
mee in loterijen en is risicospeler.
gepokerd dan hij zich had voorgenomen, opmerking van anderen gekregen over zijn gokgedrag, wel eens ruzie gehad om geld dat hij nodig had om te kunnen pokeren.
Respondent 37 is een probleemspeler. Zij is een Nederlandse vrouw van 54. Zij
Daarnaast verstopt hij deelnamebewijzen voor loterijen voor zijn partner en heeft
is hoog opgeleid maar zit momenteel in de WAO. Op haar 13 begon ze thuis met
met haar ook ruzie over zijn deelname aan loterijen. Respondent 44 vindt dat hij
vrienden met het spelen van blackjack om haar zakgeld te verdienen. Zij heeft in
nooit problemen heeft gehad met gokken. Volgens hem leidt het spelen in loterijen
haar leven aan een heel scala van kansspelen deelgenomen. Zij beschouwt zichzelf
niet tot deelname aan meer riskante kansspelen. Hij denkt daarentegen wel dat het
als beroepsgokker. Op haar 16 begon ze met het spelen van poker en op haar 18 met
meespelen in loterijen een relatie heeft met kansspelverslaving ‘de abonnementen
het spelen op kansspelautomaten. Op haar 24 begon ze te spelen in de Staatsloterij
zorgen ervoor dat je mee blijft doen aan loterijen, door de hoge jackpots worden
en op haar 28e bezocht zij voor het eerst een vestiging van Holland Casino. Op haar
mensen gek gemaakt’.
e
e
e
e
40 begon ze te spelen in drie loterijen: de Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de e
46
47
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Respondent 60 is een risicospeler. Zij is een Nederlandse vrouw van 54 en heeft een
Hoofdvraag 2 In hoeverre is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd aan de
middelbare beroepsopleiding genoten. Zij is getrouwd en heeft twee kinderen uit
instandhouding van kansspelverslaving?
een eerder huwelijk. Op haar 19 kocht zij haar eerste Staatslot en haar eerste Lotto.
Uit de face-to-face interviews komt geen significante relatie naar voren tussen
Zij was 24 toen zij begon mee te spelen in de BankGiro Loterij, 35 in de Postcode
meespelen in nummerloterijen en het ontstaan of de instandhouding van
Loterij en 39 met de Sponsor Bingo Loterij. Op haar 36 kocht zij haar eerste kraslot.
kansspelverslaving. Er wordt geen relatie gevonden voor het aantal loterijen waaraan
e
e
Daarnaast heeft zij vanaf haar 43 een paar jaar meegespeeld in een Duitse loterij
respondenten deelnemen en de SOGS-score, noch is er een relatie zichtbaar tussen
vanaf haar 44e een aantal meegedaan aan een bingo op een busreis en sinds haar
het aantal loten waarmee men met loterijen meespeelt en de SOGS.
44 doet zij wekelijks mee met Dayzers.
Met betrekking tot hoofdvraag 1 en 2 is in de face-to-face interviews alle respondenten
Haar belangrijkste reden om deel te nemen aan loterijen is het winnen van een grote
gevraagd naar de relatie tussen het meespelen in loterijen en het ontstaan en/of
prijs om die vervolgens aan haar kinderen te geven.
de instandhouding van kansspelverslaving. Het merendeel van de respondenten
Volgens respondent 60 is zij in de loop der jaren steeds meer in loterijen mee gaan
(41) denkt dat een dergelijke relatie wel bestaat. Motieven die worden gegeven voor
spelen. Andere kansspelen doet zij niet. Respondent 60 is de enige respondent in
een relatie met kansspelverslaving zijn dat mensen gemakkelijk mee blijven spelen
het sample die een SOGS 3 score heeft, die uitsluitend veroorzaakt wordt door het
door het systeem van abonnementen; deelname aan loterijen is geaccepteerd, er is
meespelen in loterijen. Voor Staatsloterij, Postcode Loterij, BankGiro Loterij, Sponsor
geen sociale controle; “mensen gaan toch over gokken nadenken”. Een respondent
Bingo Loterij is zij automatisch lid, vaak met meerdere loten per trekking, terwijl zij
omschrijft “De hoop om te winnen wordt groter na elk verlies en dat kan in sommige
in de losse verkoop ook nog loten bijkoopt. Bovendien doet zij wekelijks mee aan
gevallen tot verslaving leiden”. Veel mensen denken dat de relatie slechts in lichte
de Lotto en Dayzers. Respondent 60 besteedt per maand €170 aan loterijen, wat een
mate bestaat of alleen opgaat wanneer mensen vatbaar zijn voor verslaving.
e
e
grote wissel trekt in het huishouden, zij en haar man zitten in de WAO. Respondent 60 geeft toe dat zij recent vaker loten heeft gekocht dan dat zij zich had voorgenomen,
Vijf respondenten geven zelf aan dat ze vinden dat ze verslaafd zijn aan loterijen.
krijgt zij opmerkingen van mensen over haar gokgedrag en houdt zij deelnamebewijzen
Een respondent legt uit dat hij aan alle loterijen meedoet en er heel intens mee
achter voor haar partner, in de hoop hem te verrassen wanneer zij wint.
bezig is. Hij weet precies welke dagen de trekkingen zijn en is er iedere week echt
Respondent 60 vindt niet dat zij ooit problemen heeft gehad met gokken, maar vindt
mee bezig. Maar, zo legt hij uit, hij speelt wel bewust en zorgt ervoor dat hij niet in
zichzelf wel verslaafd aan loterijen: ‘een klein beetje wel, ik doe zoveel mee en blijf
geldproblemen raakt. De man heeft een gemiddeld netto maandinkomen van 2600
zoveel meedoen, ik zeg het niet gauw op’.
euro en besteed maandelijks 868 euro aan loterijen. Een andere respondent vindt
Bij haar heeft het meespelen in loterijen niet geleid tot deelname aan meer riskante
zichzelf wel een beetje verslaafd omdat hij elke keer als hij eigenlijk wil stoppen,
kansspelen, maar zij heeft dat wel bij anderen gezien. Voordat respondent 60 in de
denkt “maar wat als ik nu wel win”. Een derde concludeert dat hij verslaafd is;
WAO terecht kwam, werkte zij bij de afdeling schuldsanering van de Sociale Dienst.
“het zal wel, anders zou ik het niet zo vaak doen”. Deze ‘loterijverslaafden’ scoren
Zij denkt ook dat er een relatie bestaat tussen het meespelen aan loterijen en het
respectievelijk 0, 1, 2 en 3 (2x) op de SOGS-waarden en worden dus feitelijk niet als
ontstaan of de instandhouding van kansspelverslaving: ’sommige mensen zitten
probleemspeler bestempeld.
in de schuldsanering maar blijven toch doorgaan met het spelen in loterijen’. Op basis van de schetsen van de zes spelers die ooit problemen met kansspelen
Onderzoeksvragen bij de face-to-face interviews
hebben gehad en de drie spelers die dat nog steeds hebben, kan op deze onderzoeks
Hoewel 75 respondenten gevonden zijn die veel of vaak meespelen met
vragen nader antwoord worden gegeven.
loterijen blijken slechts negen spelers op basis van de SOGS-score als risico- of
Alle respondenten, behalve respondent 60, geven aan dat zij door andere kansspelen
probleemspeler te kunnen worden gedefinieerd, voor slechts drie van hen speelden
dan loterijen in de problemen zijn geraakt. Twee respondenten hebben ooit een
problemen in het laatste jaar. Op basis van de data wordt geen relatie gevonden
score van SOGS 5+ gehad en konden worden gekarakteriseerd als waarschijnlijk
tussen deelname aan loterijen en kansspelverslaving. Een verband tussen de
kansspelverslaafden. De hoge SOGS score werd veroorzaakt door het spelen op
verschillende aspecten van nummerloterijen en kansspelverslaving (vragen 1; 2; 5;
kansspelautomaten. Eén respondent heeft laatste jaar nog een score van SOGS 5+,
9; 10; 11) kan op basis van de 75 face-to-face interviews dan ook niet worden gelegd.
maar zij wijt dat ook aan het spelen op kansspelautomaten.
Per vraag zal echter worden getracht relevante bevindingen voortkomend uit de face-
Respondent 60 heeft het laatste jaar een SOGS 3 score, die uitsluitend te verklaren
to-face interviews weer te geven. Deze bevindingen kunnen uiteindelijk gekoppeld
valt door haar deelname aan loterijen. Zij heeft een SOGS 3 score en is mogelijk
worden aan en inzicht geven in uitkomsten van het panel- en bevolkingsonderzoek.
kansspelverslaafd. Daarom kan ook vanuit de face-to-face interviews met regelmatige spelers niet
Relatie meespelen loterijen en kansspelverslaving Hoofdvraag 1 In hoeverre is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd aan het
geconcludeerd worden dat het spelen aan nummerloterijen gerelateerd is aan het ontstaan van kansspelverslaving.
ontstaan van kansspelverslaving?
48
49
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Tevens kan geconcludeerd worden dat nummerloterijen niet gerelateerd zijn aan
Het meespelen aan nummerloterijen leidde voor de case-respondenten ook niet
de instandhouding van kansspelverslaving. Eerder is het omgekeerde het geval.
tot deelname aan riskante kansspelen. Behalve respondent 60 zijn ze allemaal
De ex-probleem- en ex-risicospelers zijn gestopt met hun riskante short odds kans
begonnen met riskante kansspelen voordat zij mee gingen spelen aan loterijen.
spelen, maar spelen nog steeds mee in loterijen. Op dit moment zijn zij allemaal
De verhouding tussen deelname aan nummerloterijen en de deelname aan andere
te karakteriseren als recreatieve spelers.
kansspelen is niet eenduidig te beantwoorden. Voor respondent 4 en respondent 40
Strikt genomen geldt voor respondent 37 dat deelname aan nummerloterijen
is er sprake van additie, een hogere deelname aan loterijen correleert met een hogere
gerelateerd is aan kansspelverslaving, zij is immers waarschijnlijk kansspelverslaafd
deelname aan andere kansspelen. Beide respondenten omschrijven hun spelpatroon
op basis van de SOGS en speelt nog steeds mee aan loterijen. Van een causale relatie
als volgt: de speelfrequentie en de bestedingen zijn hoger geworden tot een bepaalde
is echter geen sprake. Respondent 37 is begonnen met riskante short odds kansspelen
piek, waarna de speelfrequentie afnam tot een bepaald niveau. Met andere woorden
en wijt haar hoge SOGS score uitsluitend aan haar wekelijks bezoek aan Holland
tijdens de piek speelden de respondenten frequent nummerloterijen en andere
Casino om op kansspelautomaten te spelen.
kansspelen, maar toen de frequentie van nummerloterijen minder werd is ook de frequentie van andere kansspelen minder geworden. Voor respondent 23 is er
Relatie meespelen loterijen en andere kansspelen
sprake van substitutie: haar deelname aan loterijen is door de tijd heen steeds meer,
Hoofdvraag 3 In hoeverre leidt het spelen in nummerloterijen tot deelname aan meer riskante
terwijl haar deelname aan andere kansspelen door de jaren heen steeds minder
(continue short odds) kansspelen?
is geworden. Voor alle andere respondenten is er noch sprake van additie als van
Deelvraag 4 Hoe verhoudt zich deelname aan nummerloterijen tot deelname
substitutie. Respondent 60, ten slotte, kan deze vraag niet beantwoorden. Door de
aan andere kansspelen? Is er sprake van substitutie (hogere deelname loterijen -
jaren heen is zij steeds meer gaan deelnemen aan nummerloterijen, maar zij heeft
lagere deelname andere kansspelen) of additie (hogere deelname loterijen - hogere
nooit aan andere kansspelen deelgenomen.
deelname andere kansspelen)? Het merendeel van de respondenten (52; 69%) speelde reeds andere kansspelen
Loterijkenmerken en relatie met kansspelverslaving
voor zij begonnen met deelname aan loterijen (Tabel 10), voor minder dan een derde
Deelvraag 5 Wat is de invloed van de toegankelijkheid/distributie (abonnementen,
van de respondenten (23; 31%) was loterijen het eerste kansspel waar zij mee in
internet, losse verkoop) op het ontstaan en/of de instandhouding van kansspelverslaving?
aanraking kwamen. De gemiddelde beginleeftijd voor kansspelen in het algemeen
De meeste respondenten in dit onderzoek nemen automatisch deel aan de
ligt dan ook lager dan de beginleeftijd voor deelname aan loterijen (respectievelijk
verschillende loterijen. Bij de Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de Sponsor
21 en 26 jaar).
Bingo Loterij is het enkel mogelijk via een abonnement deel te nemen. Bij de
Hoewel het op basis hiervan niet aannemelijk is dat respondenten door deelname
Staatsloterij kan men (net als bij de Lotto en Dayzers) ook met de losse verkoop
aan loterijen ook aan andere kansspelen zijn gaan deelnemen zien we wel dat
meespelen. Minder dan een derde van de respondenten in dit onderzoek die
de loterijspelers in dit onderzoek vaker aan andere kansspelen deelnemen dan
recent meededen met de Staatsloterij kochten hun loten in de losse verkoop. De
de respondenten in het internetpanel en het bevolkingsonderzoek. Hier lijkt
respondenten die meespeelden in de losse verkoop speelden gemiddeld met veel
sprake te zijn van additie (hogere deelname loterijen- hogere deelname andere
minder loten per jaar mee dan de respondenten die automatisch meespeelden (zie
kansspelen). Toch spelen andere kansspelen over het algemeen een kleinere rol voor
ook Tabel 8). Er is geen reden aan te nemen dat loterijspelers wanneer loten via de
de loterijspelers. In de laatste maand speelde immers 72% van de respondenten
losse verkoop makkelijker toegankelijk zijn met meer loten mee gaan spelen.
geen andere kansspelen dan loterijen, terwijl in het laatste jaar de helft van de
Respondenten geven zelf aan dat (blijven) meespelen in loterijen erg gemakkelijk
respondenten (48%) in geen ander kansspel participeerde.
is omdat zij automatisch meespelen. Respondenten zeggen vaak aan loterijen mee te doen uit gewoonte en dat meespelen makkelijk is. In hun toelichting geven
Met betrekking tot hoofdvraag 3 geven slechts twee respondenten zelf aan dat
respondenten soms aan te lui te zijn of ‘vergeten’ hun abonnementen op te zeggen.
meedoen aan loterijen voor hen leidt (leidde) tot deelname aan meer riskante
Voor deelnemers aan alle loterijen geldt dat zij het feit dat deelname makkelijk is
kansspelen. Een van hen gaf aan dat zij daardoor ook krasloten is gaan kopen, terwijl
vaak als belangrijke reden zien aan de betreffende loterijen deel te nemen. Voor de
de ander zegt dat hij mee is gaan spelen met loterijen met meer frequente trekkingen.
Postcode Loterij geldt dit zelfs voor 90% van de respondenten, terwijl voor andere
38 respondenten denken dat meedoen aan loterijen voor anderen kan leidden tot
loterijen ongeveer 8 op de 10 respondenten dit als belangrijke reden zien.
deelname aan meer riskante kansspelen. Veelal lichten zij toe “bij uitzondering” of “als iemand hier gevoelig voor is”. Een respondent die deze vraag negatief beantwoord zegt dat deelname aan loterijen niet te vergelijken is met andere kansspelen. Deelname aan loterijen is passief, terwijl het spelen van andere kansspelen actief is; de soort spanning die je voelt is heel anders volgens deze respondent.
50
51
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Tabel 16 Makkelijk reden deelname Loterij
Tabel 18 Hoge prijzen of speciale acties reden deelname Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
Staatsloterij
82%
7%
11%
(n=73)
Postcode Loterij
91%
3%
6%
BankGiro Loterij
78%
9%
Sponsor Bingo Loterij
70%
Lotto
Loterij
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
Staatsloterij
51%
19%
30%
(n=73)
(n=67)
Postcode Loterij
43%
12%
45%
(n=67)
13%
(n=45)
BankGiro Loterij
27%
18%
56%
(n=45)
13%
17%
(n=30)
Sponsor Bingo Loterij
27%
23%
50%
(n=30)
76%
12%
12%
(n=34)
Lotto
38%
12%
50%
(n=34)
Dayzers
91%
0%
9%
(n=22)
Dayzers
5%
23%
73%
(n=22)
Andere loterijen
61%
6%
33%
(n=18)
Andere loterijen
65%
6%
39%
(n=18)
Omdat er geen relatie kan worden aangetoond tussen deelname aan loterijen
Er is geen relatie gevonden tussen de winkans of de omvang van het prijzenpakket
en kansspelverslaving zegt dit wederom niets over een mogelijk risico op
en het risico op kansspelverslaving.
kansspelverslaving. Deelvraag 10 Wat is de invloed van de prijs van de inleg (kosten van het lot)? Leidt Deelvraag 9 Welke invloed hebben winkansen en omvang van het prijzenpakket van een
een lagere lotprijs tot een hogere deelname en daardoor een hoger risico op
nummerloterij op het risico op kansspelverslaving bij de spelers?
kansspelverslaving?
De winkans bij een bepaalde loterij wordt door ongeveer de helft van de deelnemers
Respondenten is gevraagd aan te geven of de kosten van een lot voor hen een
aan de meeste loterijen als belangrijke reden geacht om aan de loterij mee te doen. Bij
belangrijke of onbelangrijke reden zijn om mee te doen aan de betreffende loterij,
de Staatsloterij ligt dit hoger; op 64%, terwijl 68% van de deelnemers aan de Dayzers
of dat zij hier neutraal tegenover staan. Respondenten die meedoen aan de Lotto en
aangeeft dit een belangrijke reden te vinden. Deelnemers aan dit onderzoek zeggen
Dayzers waarvan de loten relatief goedkoop zijn, geven vaker aan dat de kosten van
gemiddeld vaker (per jaar) te winnen met de Staatsloterij dan met andere loterijen.
een lot belangrijk zijn als reden om met deze loterijen mee te doen. Respondenten die meespelen met de Staatsloterij die relatief duur is geven juist minder vaak aan dat de kosten van een lot een belangrijke reden is om mee te doen met de betreffende loterij.
Tabel 17 Winkans reden deelname Loterij
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
Staatsloterij
64%
15%
22%
(n=73)
Postcode Loterij
49%
18%
33%
(n=67)
BankGiro Loterij
44%
19%
38%
(n=45)
Sponsor Bingo Loterij
40%
10%
50%
(n=30)
Lotto
53%
29%
18%
(n=34)
Dayzers
68%
14%
18%
(n=22)
Andere loterijen
61%
6%
33%
(n=18)
Tabel 19 Kosten lot reden deelname Loterij
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
Staatsloterij
16%
33%
51%
(n=73)
Postcode Loterij
33%
18%
49%
(n=67)
BankGiro Loterij
29%
31%
40%
(n=45)
Sponsor Bingo Loterij
13%
23%
63%
(n=30)
Lotto
56%
18%
27%
(n=34)
Meer dan de helft van de spelers die met andere dan de genoemde loterijen
Dayzers
46%
14%
41%
(n=22)
meedoen geven hoge prijzen of speciale acties als een belangrijke reden mee te doen
Andere loterijen
39%
11%
50%
(n=18)
met deze loterijen. Meestal speelden deze spelers mee in Duitse loterijen (De NoordDuitse Loterij (NKL) en de Zuid-Duitse Loterij (SKL)) of met de Engelse Euromillions
Terwijl Staatsloterijloten relatief duur zijn doen veel respondenten mee aan deze
Loterij. De respondenten geven aan dat de prijzengelden hier hoog liggen.
loterij (87% speelde mee met de Staatsloterij in het laatste jaar) terwijl de relatief goedkope Lotto en Dayzers veel minder spelers kennen onder de respondenten (Laatste jaar prevalentie is respectievelijk 31% en 20%). Het is dus niet aannemelijk dat goedkopere loterijen automatisch meer spelers aantrekken of dat daardoor het risico op kansspelverslaving hoger wordt.
52
53
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Spelers die echter ooit lid waren geweest van een Duitse Loterij gaven aan dat de
Tabel 21 Meespelen met geluksnummer reden deelname
(hoge) prijs die zij betaalden voor hun loten reden was geweest dit lidmaatschap weer op te zeggen. Ééntiende lot van de Süddeutsche Klassenlotterie (SKL) kost
Loterij
bijvoorbeeld €12,50, een respondent betaalde echter €62,50 per maand voor het halve lot waar zij mee meespeelde.
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
Staatsloterij
2%
8%
91%
(n=73)
Postcode Loterij
8%
5%
88%
(n=67)
BankGiro Loterij
7%
2%
91%
(n=45)
Sponsor Bingo Loterij
3%
7%
90%
(n=30)
Lotto
32%
6%
62%
(n=34)
Deelvraag 11 Wat is de invloed van de ‘suggestie van invloed’, zoals het kiezen van nummers
Dayzers
55%
0%
46%
(n=22)
of symbolen waarmee wordt deelgenomen?
Andere loterijen
17%
0%
83%
(n=18)
Er is geen relatie gevonden tussen de hoogte van de prijs van de inleg en het risico op kansspelverslaving.
Respondenten is gevraagd aan te geven of het gevoel dat zij invloed uit kunnen oefenen op het spel voor hen een belangrijke of onbelangrijke reden is om mee
Er is geen relatie gevonden tussen ‘suggestie van invloed’ en het risico op
te doen aan de betreffende loterij, of dat zij hier neutraal tegenover staan. Bij de
kansspelverslaving.
Staatsloterij is het mogelijk het laatste nummer van een lot zelf te kiezen. Bij de Lotto kiest een speler alle nummers plus een kleur. Bij Dayzers spelen deelnemers
Motivaties deelname loterijen
mee met een speciale datum. Een op de vijf Staatsloterijdeelnemers geeft dit als
Deelvraag 12 Wat zijn de belangrijkste motivaties om deel te nemen aan de
belangrijke reden om mee te doen, ongeveer een op de zes deelnemers van de
verschillende nummerloterijen?
Lotto en Dayzers vinden “invloed uit kunnen oefenen ”op het spel belangrijk.
Wanneer respondenten gevraagd wordt naar de belangrijkste reden waarom zij
Een respondent die meespeelt met meerdere straatjes (serie van loten met
meedoen aan loterijen varieert hun antwoord van “om goede doelen te steunen” en
opeenvolgende eindcijfers) met de Staatsloterij geeft dit ook als belangrijke reden.
“ik beleef er plezier aan” tot “hopen op een groter klapper” of “de kans hebben eens te
Door met alle eindcijfers mee te spelen heeft hij altijd prijs.
winnen”. Een aantal respondenten geeft aan dat zij vooral uit gewoonte mee doet; loten
Voor het ‘meespelen met bepaalde geluksnummers’ wordt opnieuw voor de loterijen
worden automatisch afgeschreven en de respondenten kunnen het geld wel missen.
waar deelnemers zelf hun getallen kunnen kiezen dit vanzelfsprekend vaker
Voor loterijen in het algemeen geeft 88% aan dat het kans maken om een groot
aangewend als reden aan de loterijen mee te doen.
geld bedrag te winnen voor hen een belangrijke reden is mee te doen met loterijen. 58% vindt het steunen van goede doelen een belangrijke reden om mee te doen aan loterijen en voor 50% is ‘gewoonte’ een belangrijke reden om mee te spelen. Problemen vergeten, verveling, verslaving of sociaal contact worden onbelangrijk
Tabel 20 Gevoel van invloed reden deelname
gevonden. De spanning, gezelligheid en sociaal contact worden vaker als belangrijke Loterij
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
22%
6%
73%
(n=73)
Postcode Loterij
2%
8%
91%
(n=67)
BankGiro Loterij
2%
2%
96%
(n=45)
Sponsor Bingo Loterij
0%
3%
97%
(n=30)
Lotto
18%
15%
68%
(n=34)
Dayzers
14%
5%
82%
(n=22)
6%
0%
94%
(n=18)
Staatsloterij
Andere loterijen
54
reden genoemd voor kansspelen in het algemeen dan voor deelname aan loterijen.
55
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Samenvatting
Tabel 22 Reden deelname loterijen en kansspelen algemeen Redenen deelnemen loterijen (n=75)
Reden
Redenen kansspelen algemeen (n=59)
De zoektocht naar loterijverslaafden was een lastige opgave. Hoewel (na enig
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
Kans groot geldbedrag
88%
7%
5%
83%
14%
3%
Goede doelen
58%
20%
22%
n.b.
n.b.
n.b.
loterijen; respondenten die met bijna alle loterijen meespeelden; respondenten die
Gewoonte
50%
19%
31%
n.b.
n.b.
n.b.
veel geld staken in hun deelname aan loterijen en respondenten bovendien die al
Spanning
41%
8%
51%
51%
14%
36%
jaren meespeelden, zijn er onder de respondenten geen echte loterijverslaafden
Snel geld verdienen
37%
23%
40%
32%
24%
44%
Rijk worden
35%
27%
39%
36%
22%
42%
Ontspanning
23%
12%
65%
31%
22%
48%
Gezelligheid
18%
11%
72%
29%
14%
58%
loterijen; bij benadering bleek voor hun echter problematiek gerelateerd aan
Sociaal contact
7%
5%
88%
14%
5%
81%
andere kansspelen een hoofdrol te spelen. Voor zes andere respondenten gold dat
Verslaving
3%
8%
89%
7%
3%
90%
problemen die zij langer dan een jaar geleden ervoeren ook vooral gerelateerd waren
Verveling
1%
4%
95%
7%
9%
85%
aan andere kansspelen. Respondenten speelden weliswaar ook mee in loterijen,
Problemen vergeten
0%
5%
95%
7%
2%
92%
maar koppelden hun problemen hier niet aan.
speurwerk) 75 respondenten gevonden werden die veel en vaak met loterijen meespeelden; respondenten die met (heel) veel loten meespeelden met bepaalde
aangetroffen. Op basis van de SOGS-score werd één vrouwelijke respondent gevonden die op basis van recente problematiek uitsluitend gerelateerd aan loterijen (en dus niet aan andere kansspelen) als risicospeler kon worden aangeduid. Voor twee respondenten speelden er recent problemen die zij mede relateerden aan
Hoewel voor de geïnterviewde loterijspelers vaker dan in de algemene bevolking Met name voor de Sponsor Bingo Loterij (67%) en de Postcode Loterij (66%) geven
geldt dat zij ook aan andere kansspelen deelnamen, speelt dit voor velen slechts
deelnemers aan dat de goede doelen een belangrijke reden voor hen zijn om mee
een marginale rol. De meeste loterijspelers speelden andere kansspelen voor zij
te doen aan de betreffende loterijen. Bijna de helft van de deelnemers van de
begonnen met loterijen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat deelname aan loterijen leidt
BankGiro Loterij zegt goede doelen een belangrijke reden te vinden, terwijl goede
tot deelname aan meer riskante kansspelen.
doelen minder vaak als reden genoemd worden om mee te doen aan de Dayzers (36%), de Staatsloterij (24%) en de Lotto (27%). Zowel Dayzers als de Staatsloterij
Er blijkt uit dit onderzoek geen relatie tussen de toegankelijkheid/ distributie van
hoeven geen geld af te dragen aan goede doelen, maar dragen een (kleiner) deel van
loterijen en het ontstaan en /of de instandhouding van kansspelverslaving, noch
het binnenkomende geld af aan de staat. Lotto draagt net als de eerste genoemde
blijkt er een relatie met de winkansen of de omvang van het prijzen pakket van
loterijen geld af aan goede doelen, maar profileert zich minder als een Goede Doelen
loterijen, of met de prijs van inleg (de kosten van een lot). Tenslotte wordt er ook
Loterij. Op hun website wordt niet direct duidelijk welke goede doelen zij steunen,
geen relatie gevonden met de suggestie van invloed bij loterijen.
terwijl informatie over goede doelen op de websites van de andere loterijen direct in het oog springt.
De belangrijkste reden om mee te doen met loterijen is voor de meeste respondenten het kans maken op een groot geld bedrag. Het merendeel zegt goede doelen als goede reden te zien. De helft van de respondenten geeft ten slotte aan mee te doen uit gewoonte.
Tabel 23 Goede doelen reden deelname Loterij
Conclusie face-to-face interviews lotkopers
Belangrijk
Neutraal
Onbelangrijk
n
Staatsloterij
34%
11%
55%
(n=73)
Onder de regelmatige loterijdeelnemers komen problemen weinig voor.
Postcode Loterij
66%
9%
25%
(n=67)
Kansspelverslaving uitsluitend gerelateerd aan meespelen in loterijen lijkt helemaal
BankGiro Loterij
47%
11%
42%
(n=45)
Sponsor Bingo Loterij
67%
13%
20%
(n=30)
Lotto
27%
17%
56%
(n=34)
kunnen bovendien met loterijen door blijven spelen zonder zich nog verslaafd te
Dayzers
36%
5%
59%
(n=22)
voelen. Er is uit de face-to-face interviews geen relatie gebleken tussen deelname
Andere loterijen
28%
6%
67%
(n=18)
aan loterijen en (het ontstaan en/of de instandhouding van) kansspelverslaving.
56
niet voor te komen. Spelers ervaren hun deelname aan loterijen over het algemeen niet als verslavend en zijn ook niet meer andere risicovollere kansspelen gaan spelen. Loterijspelers die in het verleden problemen hadden met andere kansspelen
57
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Bijlage 1 Uitgewerkte cases
het ontstaan en instandhouding van kansspelverslaving: ’Als je gokverslaafd bent dan moet je niet gokken’.
Respondent 4 is een ex-risicospeler. Hij is een hoog opgeleide, alleenstaande
Respondent 23 is een ex-risicospeler. Zij is een Nederlandse vrouw van 35 jaar. Zij
Nederlandse man van 38 jaar. Hij is op zijn 14 na schooltijd begonnen met het
is dierenarts, woont samen en heeft geen kinderen. Op haar 12e heeft zij voor de lol
spelen op kansspelautomaten in een snackbar. Op zijn 17e bracht hij voor het eerst
een keer op een kansspelautomaat in een sportkantine gespeeld en op haar 15e een
een bezoek aan Holland Casino. Op zijn 18e begon hij mee te spelen in de BankGiro
paar keer bingo op een schoolfeest. Echt met kansspelen begon zij met black jack in
Loterij, terwijl hij op zijn 25 mee ging spelen in zowel de Staats- en Postcode Loterij.
Holland Casino op haar 23e . Op haar 25e begon zij te spelen in de BankGiro Loterij en
Als belangrijkste reden om deel te nemen aan loterijen noemt hij de kans op een
op haar 26e met de Staatsloterij. Zij was 27 toen ze haar eerste en enige kraslot kocht.
grote prijs.
Als belangrijkste reden dat zij meedoet aan loterijen stelt zij dat ‘je een illusie koopt
Zowel zijn speelfrequentie als zijn deelname aan loterijen als dat aan kansspelen in
om ieder moment rijk te kunnen zijn’.
het algemeen is hoger geworden sinds hij begon, tot het een bepaalde piek bereikte,
Loterijen is zij steeds meer gaan spelen, terwijl zij kansspelen in het begin veel
waarna zijn speelfrequentie afnam tot een bepaald niveau.
gedaan heeft en later steeds minder is geworden.
Zijn SOGS 3 score, die hem kwalificeert als risicospeler is terug te voeren op een
Op dit moment besteedt respondent 23 het meeste geld en de meeste tijd aan
periode vijf jaar geleden, waarin hij regelmatig in Holland Casino en amusements
loterijen. Zij heeft nu een SOGS 0 score.
centra doorbracht. Toen ging hij meestal terug om zijn verloren geld terug te
Op dit moment heeft zij volgens eigen zeggen geen problemen met kansspelen,
verdienen, heeft vaker gegokt dan hij zich had voorgenomen en heeft zich schuldig
vindt zichzelf niet gokverslaafd en vindt ook niet dat deelname aan loterijen
gevoeld over de manier waarop hij gokte.
leidt tot deelname aan riskante kansspelen. Daarentegen vindt zij wel dat deel
Dat is nu verleden tijd, hij heeft nu een SOGS 0 score. Tegenwoordig besteed hij het
name aan loterijen een relatie heeft met de deelname of instandhouding van
meeste tijd en geld aan de Staats- en de BankGiro Loterij.
kansspelverslaving:’als je gevoelig bent voor gokverslaving kan deelname aan
Respondent 4 geeft zelf aan dat hij nooit in de problemen is gekomen door kans
loterijen een introductie zijn’.
e
e
spelen noch dat hij aan kansspelen verslaafd is geweest. Hij stelt daarentegen wel dat deelname aan nummerloterijen samenhangt met kansspelverslaving:’Wanneer
Respondent 40 is een ex-risicospeler. Hij is een Nederlandse man van 42 jaar,
je niets wint in de nummerloterijen is de kans groot om je geluk ergens anders te
alleenstaand en hoog opgeleid. Op zijn 6e heeft hij een keertje op een kansspel
zoeken’.
automaat gespeeld op de veerboot naar Noorwegen. Op zijn 18e bezocht hij voor de eerste keer een vestiging van Holland Casino. Hij was ook 18 toen hij voor het
Respondent 10 is een ex-risicospeler. Hij een Nederlandse man van 45 jaar met
eerst een illegaal casino bezocht. Op zijn 24 deed hij voor het eerst mee met de
een middelbare beroepsopleiding. Hij is getrouwd en heeft drie kinderen. Op zijn
Staatsloterij, op zijn 29e aan de Postcode Loterij en op zijn 37e heeft respondent 40
16e begon hij samen met vrienden met het spelen op kansspelautomaten in het
een keer meegespeeld in een Australische loterij.
café. Zijn eerste kraslot kocht hij toen hij 23 was en die koopt hij nu nog steeds
Zijn ‘hoop op geld’ is de belangrijkste reden om deel te nemen aan loterijen.
regelmatig. Op zijn 24 bezocht hij voor het eerst een vestiging van Holland Casino.
In zowel zijn deelname aan loterijen als kansspelen in het algemeen ziet respondent
e
Staatsloten begon hij te kopen op zijn 20e, vanaf zijn 34e speelt hij me in de Postcode
40 eenzelfde patroon, hij is langzaam meer gaan spelen en na een piek is zijn speel
Loterij. Sinds zijn 38 speelt hij met twee loten wekelijks mee in de Lotto. Op zijn 38
frequentie gestabiliseerd op een bepaald speelniveau. Achttien jaar geleden kwam
e
e
is hij ook begonnen met het spelen van poker op het internet.
hij veel in een illegaal casino en dertien jaar geleden in een vestiging van Holland
Zijn deelname aan loterijen noemt hij een gewoonte en als belangrijkste motief om
Casino. Uit die perioden dateert zijn SOGS 3 score. Tegenwoordig is zijn SOGS score 0.
mee te doen noemt hij het winnen van een prijs van 16 miljoen.
Respondent 40 zegt dat hij nooit problemen met kansspelen heeft gehad. Hij vindt
Zijn SOGS 3, wat hem kwalificeert als risicospeler, had hij 28 jaar geleden toen hij
zichzelf niet verslaafd aan kansspelen, maar wel verslaafd aan loterijen omdat hij
veel op kansspelautomaten speelde. Toen heeft hij een groot geldbedrag verspeeld,
daar niet mee kan stoppen. Onlangs heeft hij één loterij opgezegd. Hij vindt niet
zodat hij de huur van zijn kamer niet kon betalen en daar uit moest. Zijn deelname
dat deelname aan loterijen leidt tot deelname aan riskante kansspelen: ‘ik speel al
aan kansspelen in het algemeen is daarna steeds minder geworden, terwijl hij
jaren geen kansspelen meer, ik blijf alleen meedoen aan loterijen’. Hij denkt wel
stelt dat zijn deelname aan loterijen steeds op eenzelfde niveau is gebleven.
dat dat voor anderen geldt: ’als je constant bezig bent met loterijen bestaat de kans
Tegenwoordig besteedt hij de meeste tijd en geld aan de deelname aan loterijen.
dat je ook gaat meedoen aan andere kansspelen’. Ook denkt hij dat er een relatie
Momenteel heeft respondent 10 een SOGS 0 score.
is tussen het meespelen in loterijen en het ontstaan of de instandhouding van
Respondent 10 zegt dat hij niet verslaafd is aan loterijen en andere kansspelen.
kansspelverslaving.
Ook vindt hij dat de deelname aan loterijen niet leidt tot deelname aan andere kansspelen. Wel zegt respondent 10 dat deelname aan loterijen een relatie heeft met
58
59
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Respondent 43 is een ex-probleemspeler. Hij is een Nederlandse man van 33 jaar, gehuwd en heeft één kind en heeft een middelbare beroepsopleiding. Op zijn 12e speelde hij voor het eerst op een kansspelautomaat in een snackbar. Hij neemt deel aan drie loterijen, de Staatsloterij sinds zijn 18e, de Postcode Loterij sinds zijn 25e en de Sponsor Bingo Loterij sinds zijn 30e. Daarnaast kocht hij zijn eerste kraslot en Dayzers op zijn 18e, heeft een aantal malen op paarden gewed sinds zijn 20e en ook sinds zijn 20e een aantal malen poker gespeeld in een vestiging van Holland Casino. Zijn belangrijkste reden om mee te doen aan loterijen is ‘de illusie ineens een hoop geld te winnen’. Respondent 43 beschrijft zijn patroon van kansspeldeelname als een langzame piek waarna zijn speelfrequentie tot nul is gedaald. Hij is tijdens die piek in grote problemen gekomen door zijn spel op kansspelautomaten. Zijn SOGS score tijdens de piek, vijftien jaar geleden, bedroeg 11. In die tijd is hij vaak teruggegaan naar amusementscentra om zijn verloren geld terug te verdienen, vaker gegokt dan dat hij zich had voorgenomen, ruzie gehad met zijn ouders over het gokken, zich schuldig gevoeld over de manier waarop hij gokte, gedacht om te stoppen, maar dat niet zou kunnen, geld geleend heeft en niet terugbetaald, geld geleend van de bank, rood gestaan op de bank en van zijn werk weggebleven. Op dit moment speelt hij geen kansspelen meer behalve loterijen en besteedt daarom de meeste tijd en geld aan loterijen. Momenteel heeft hij een SOGS 0 score. Respondent 43 vindt zichzelf nog steeds verslaafd: ’eens verslaafd, altijd verslaafd’. Hij vindt niet dat deelname aan loterijen tot deelname aan riskante kansspelen leidt en vindt ook niet dat deelname aan loterijen een relatie heeft met het ontstaan of de instandhouding van kansspelverslaving. Respondent 75 is een ex-probleemspeler. Hij is een alleenstaande Nederlandse man van 54 jaar. Op zijn 16e begon hij met het spelen op kansspelautomaten in het café. Hij heeft in zijn leven aan veel verschillende kansspelen deelgenomen. Op zijn 18e begon hij met kaarten en dobbelen om geld en kocht hij zijn eerste kraslot. Vanaf zijn 23e nam hij een aantal malen deel aan een illegale loterij in een café. Op zijn 25e begon hij met het spelen in de Lotto en bezocht hij de eerste keer een vestiging van Holland Casino. Op zijn 30e speelde hij een aantal malen bingo en begon mee te doen aan de Staats- en Postcode Loterij. Vanaf zijn 35e speelt hij tevens in de BankGiro Loterij. Zijn belangrijkste motief om mee te doen aan loterijen is ‘de kans om snel rijk te worden’. Direct nadat respondent 75 in aanraking kwam met loterijen is hij steeds vaker gaan spelen, maar de speelfrequentie is in de loop der jaren minder geworden. Door de dood van een vriendin, 25 jaar gelden, is hij veel gaan spelen op kansspel automaten, waardoor hij in de problemen is geraakt. Toen had hij een SOGS score van 8. In die tijd had hij financiële problemen, problemen met zijn huisvesting, ruzie gekregen met zijn familie en heeft hij hulp gezocht bij de Jellinek en de schuldsanering. Op dit moment besteedt respondent 75 de meeste tijd en geld aan de Lotto en Staatsloterij die hij onregelmatig koopt bij de sigarenboer. Volgens respondent 75 leidt bij hem het spelen in loterijen niet tot deelname riskante kansspelen. Hij weet niet of dat voor anderen ook geldt. Hij denkt wel dat meedoen aan loterijen een relatie heeft met het ontstaan en de instandhouding van kansspelverslaving:’als je wint, ga je door en zet je telkens meer in, als je verliest ga je ook steeds door, je kijkt of je het eruit kan halen’.
60
Deelonderzoek 4 Bevolkingsonderzoek 2004
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Methode
Deelvragen: 4 Hoe verhoudt zich deelname aan nummerloterijen tot deelname aan andere kansspelen? Is er sprake van substitutie (hogere deelname loterijen leidt tot
Eind 2004 heeft het CVO in samenwerking met TNS NIPO een onderzoek uitgevoerd
lagere deelname andere kansspelen) of additie (hogere deelname loterijen leidt
onder de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder (de Bruin et al., 2006). In
tot hogere deelname andere kansspelen)?
totaal werd bij 5.575 respondenten een vragenlijst afgenomen. Daarbij is onder
5 Zijn er risicogroepen (o.a. maar niet uitsluitend op grond van demografische
meer ingegaan op het speelgedrag en speelmotivatie van de deelnemers aan
kenmerken) te onderscheiden binnen deelnemers aan nummerloterijen?
kansspelen. Er is bij de dataverzameling gekozen voor een zogenoemde mixed mode; vragenlijsten zijn telefonisch afgenomen, maar konden desgewenst ook schriftelijk of via internet worden ingevuld. De steekproef is aselect tot stand gekomen gebaseerd op postcodes en betrof daarmee een zogenoemde huishoudensteekproef.
Resultaten
Bij de huishoudens uit de steekproef is vervolgens een vast telefoonnummer gezocht. Indien een huishouden hier niet over beschikte is een vragenlijst naar het adres gestuurd met het verzoek deze in te vullen en te retourneren of deze via
Alvorens in te gaan op de onderzoeksvragen zal eerst worden ingegaan op het
internet in te vullen met behulp van een inlogcode en paswoord. De respons bij de
aandeel van de bevolking dat aan de vier hier centraal staande loterijen mee doet.
huishoudens met vaste telefoonaansluiting lag op 36%, de respons bij huishoudens
Ook wordt ingegaan op het aantal loten dat op jaarbasis wordt aangeschaft en het
zonder vaste telefoonaansluiting op 15%. De gemiddelde respons van het
aantal loterijen waaraan de respondenten meedoen.
bevolkingsonderzoek lag daarmee op 28%. Om de representativiteit (externe validiteit) van het onderzoek te vergroten is de
Deelname aan loterijen
steekproef naderhand gewogen op de variabelen sekse, leeftijd, opleiding, gezins
De respondenten is onder meer gevraagd naar hun recente deelname aan de
grootte en etniciteit. Het doel hiervan was om de steekproef zo veel mogelijk
verschillende loterijen. Van de 5.575 respondenten die aan het bevolkingsonderzoek
representatief te maken voor de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder.
meededen had 76% ooit aan een loterij deelgenomen, 60% had recentelijk (het
De weging is gebaseerd op bevolkingstatistieken van het CBS (Statline). Bij de
afgelopen jaar) aan een loterij deelgenomen. Als alleen de vier loterijen worden
beschrijving van de resultaten is steeds uitgegaan van de gewogen steekproef.
betrokken die centraal staan in onderhavig onderzoek blijkt 55% recentelijk aan
Om vast te kunnen stellen of sprake is van kansspelproblematiek is een screener
een van deze loterijen te hebben deelgenomen.
gebruikt, de South Oaks Gambling Screen (SOGS). Dit is een veelgebruikt en gevalideerd onderzoeksinstrument met goede psychometrische eigenschappen
Uit Tabel 1 blijkt dat de deelname aan de verschillende loterijen het hoogst is bij
(Gambino & Lesieur, 2006; Stinchfield et al., 2001). De SOGS is gebaseerd op de
de Staatsloterij, 45% had daar het afgelopen jaar aan deelgenomen. 31% van de
DSM en bestaat uit 20 items waar met ja of nee op kan worden geantwoord. Indien
bevolking deed mee aan de Postcode Loterij en 9% aan de BankGiro Loterij. Het
iemand 5 of meer items bevestigend beantwoordt spreken we van een probleem
marktaandeel van de Sponsor Bingo Loterij is het kleinst, 6% van de bevolking had
speler, indien iemand 3 of 4 keer bevestigend antwoordt van een risicospeler.
daar recent (in de afgelopen twaalf maanden) aan deelgenomen. Wanneer de vier
Respondenten die 0, 1 of 2 keer bevestigend antwoorden worden als recreatieve
genoemde loterijen samen worden gevoegd blijkt 55% van de respondenten het
spelers gezien.
afgelopen jaar aan tenminste één van de vier loterijen te hebben deelgenomen.
De SOGS kan in verschillende “timeframes” worden afgenomen, de vragen kunnen betrekking hebben op iemands gehele leven, maar ook op de afgelopen twaalf maanden. Om recente kansspelproblemen vast te stellen is een timeframe van één
Tabel 1 Recente deelname (LJ) aan de vier onderscheiden loterijen
jaar aangehouden. Onderzoeksvragen secundaire analyses bevolkingsonderzoek 2004
Loterij
Deelnemers in 2004 (CVO)
Hoofdvragen:
Staatsloterij (n=2372)
45%
1 In hoeverre is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd aan het ontstaan
Postcode Loterij (n=1677)
31%
BankGiro Loterij (n=478)
9%
Sponsor Bingo Loterij (n=327)
6%
van kansspelverslaving? 2 In hoeverre is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd aan de instandhouding van kansspelverslaving? 3 In hoeverre leidt het spelen in nummerloterijen tot deelname aan meer riskante
Totaal (n=3052) *
55%
* Aan tenminste 1 van de vier genoemde loterijen deelgenomen
(continue short odds) kansspelen?
62
63
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Het totaal van 55% (dat veel minder is dan de som van de deelnamecijfers van de
Tabel 3 Percentage van de respondenten dat met 120 loten of meer aan een loterijen mee doet
vier loterijen) suggereert dat een groot aantal respondenten aan meerdere loterijen mee doet. Van de loterijspelers doet 55% aan 1 loterij mee, 34% aan twee, 10% aan drie en doet 1% aan alle vier genoemde loterijen mee.
Percentage van de deelnemers ≥ 120 loten per jaar
n
Staatsloterij (n=2322)
1,4%
33
Postcode Loterij (n=1643)
0,4%
6
BankGiro Loterij (n=437)
0,2%
1
Sponsor Bingo Loterij (n=310)
1,3%
4
Totaal (n=2939)
1,5%
451
Loterij
Aantal loten op jaarbasis De frequentie waarmee respondenten aan loterijen deelnemen als ook het aantal loten waarmee wordt deelgenomen laat een aantal verschillen zien. Niet alleen tussen de loterijen onderling maar ook tussen de deelnemers aan een loterij onderling.
1
Tabel 2 Gemiddeld aantal loten op jaarbasis
Er is één respondent die in twee nummerloterijen met meer dan 120 loten op jaarbasis mee doet en één respondent die in drie nummerloterijen met meer dan 120 loten op jaarbasis mee doet. In totaal zijn er 4 respondenten die in geen enkele nummerloterij met 120 of meer loten deel-
nemen maar wel in de vier nummerloterijen gezamenlijk met 120 of meer loten deelnemen.
Gemiddeld
Standaard deviatie
Percentage van de deelnemers ≥ 24 loten per jaar
Staatsloterij (n=2322)
12
16,9
9%
Postcode Loterij (n=1643)
18
19,6
32%
BankGiro Loterij (n=437)
11
7,2
5%
Sponsor Bingo Loterij (n=310)
16
25,1
19%
Loterij op 0,2% en bij de Sponsor Bingo Loterij op 1,3%.
Totaal (n=2939)
23
27,1
41%
Nu hebben we eerder gezien dat veel spelers aan meerdere loterijen meedoen. Als
Loterij
Een relatief klein deel van de spelers in nummerloterijen doet met (extreem) veel loten mee. Het deel van de spelers in een de staatsloterij dat met 120 loten per jaar of meer meedoet ligt op 1,4%. Bij de Postcodeloterij ligt dat op 0,4%, bij de BankGiro
we daarom het totaal aantal loten dat op jaarbasis in de vier nummerloterijen wordt aangeschaft bezien, blijkt 1,5% van de spelers met 120 loten of meer mee te doen in Het aantal loten dat op jaarbasis wordt aangeschaft ligt bij de deelnemers aan
de vier nummerloterijen.
de Postcode Loterij gemiddeld het hoogst: 18 per jaar. Voor de deelnemers aan
We zien tevens een samenhang tussen het aantal loten waarmee aan een bepaalde
de Sponsor Bingo Loterij ligt dit aantal op 15 per jaar. Voor de andere twee loterijen,
loterij wordt meegedaan en het aantal loterijen waaraan mensen deelnemen. Dus,
de Staatsloterij en de BankGiro Loterij ligt dit gemiddeld op respectievelijk 12 en
naarmate spelers aan meer loterijen deelnemen kopen ze per trekking meer loten.
11 loten per jaar. Het relatief hoge gemiddelde aantal loten dat op jaarbasis wordt aangeschaft
Deelname aan andere kansspelen
door de deelnemers aan de Postcode Loterij wordt weerspiegeld in het percentage
In Tabel 4 zijn de prevalentiecijfers voor de andere kansspelen weergegeven.
respondenten dat per jaar met 24 loten of meer meedoet; bij de Postcode Loterij
Deelname aan loterijen blijkt de meest populaire vorm van ‘gokken’ te zijn. Zoals
doet 32% van de respondenten met 24 of meer loten per jaar mee. Bij de Staatsloterij
eerder geconstateerd had in 2004 een meerderheid van de bevolking (60%) in
ligt dit percentage op 9%, terwijl dit bij de Sponsor Bingo Loterij op 19% ligt en bij
het afgelopen jaar aan een loterij meegedaan (55% had aan een van de vier hier
de BankGiro Loterij op 5%.
onderscheiden nummerloterijen meegedaan). Ter vergelijk: 12% had het afgelopen
Nu kunnen we ons afvragen of 24 loten op jaarbasis ook ‘veel’ is. Om de ‘echte’
jaar krasloten gekocht, 9% op kansspelautomaten gespeeld, 9% aan sportpoules
veelspelers te identificeren en te kunnen beschrijven is de lat wat hoger gelegd:
meegedaan en 8% aan de bingo. Kaarten & dobbelen om geld werd door 7% van
veelspelers zijn hier gedefinieerd als spelers die met tenminste 120 loten
de bevolking gedaan. Een relatief klein deel van de bevolking (4%) had in het
op jaarbasis aan een loterij meedoen. Voor elk van de vier nummerloterijen
afgelopen jaar aan casinospelen als blackjack en roulette meegedaan. Aan de
afzonderlijk is vervolgens het percentage veelspelers berekend.
andere onderscheiden kansspelen wordt door (minder dan) 1% van de bevolking meegedaan: kansspelen via internet, het wedden op paarden en illegale kansspelen.
64
65
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
tussen nummerloterijen en kansspelverslaving te kunnen beantwoorden, is het
Tabel 4 Prevalentiecijfers deelname kansspelen
dus van belang om (i) vast te stellen of er een correlatie of samenhang is tussen loterijdeelname en kansspelproblematiek, (ii) vast te stellen of loterijdeelname
Kansspel
Percentage recente deelnemers (LJP)
Loterijen
60%
daarmee naar alternatieve verklaringen voor de gevonden samenhang tussen
Krasloten
12%
deelname aan loterijen en kansspelproblematiek.
voorafgaat aan kansspelproblematiek en (iii) te zoeken naar derde factoren en
Kansspelautomaten
9%
Sportpoules
9%
We zullen dit aan de hand van een hypothetisch voorbeeld toelichten:
Bingo
8%
Stel dat de prevalentie van kansspelverslaving onder loterijspelers groter is dan onder de spelers
Kaarten & dobbelen
7%
Casinospelen
4%
Wedden op paarden
1%
Kansspelen via internet
1%
en perk te stellen. Totdat er iemand is die weet dat de mate van kansspelverslaving samenhangt met
Illegale kansspelen
1%
de mate van deelname aan short odds kansspelen. En aangezien loterijspelers vaker aan short odds
Anders
1%
kansspelen deelnemen dan niet-loterijspelers, kun je je afvragen of het wel de deelname aan loterijen
Bron: Bevolkingsonderzoek 2004 (De Bruin et al., 2006)
die niet aan loterijen deelnemen. Dit blijkt uit een onderzoek waarin de vastgestelde mate van kansspelverslaving een afspiegeling vormt van de werkelijke omvang van kansspelverslaving. Als je dit zondermeer zou publiceren dan krabben de politici zich achter een oor en stellen maatregelen voor om aan de exorbitant hoge mate van kansspelverslaving onder loterijspelers paal
is die verantwoordelijk is voor de relatief hoge mate van kansspelverslaving onder loterijspelers. Daarom wordt een CHAID analyse (of regressieanalyse) uitgevoerd waarin aan de variabele deelname aan short odds kansspelen voorrang wordt gegeven boven loterijdeelname. En
Zoals in het rapport “Verslingerd aan meer dan een spel” al werd geconstateerd
wat blijkt nu: doe je dat (houd je deelname aan short odds kansspelen constant) dan is er
nemen veel respondenten die aan het bevolkingsonderzoek hebben deelgenomen
helemaal geen verschil meer tussen loterijspelers en niet-loterijspelers wat betreft de mate van
niet aan één maar aan meerdere kansspelen deel. Gemiddeld genomen hebben
kansspelverslaving. Dat betekent niet dat de politici wat dit betreft niets meer te doen hebben maar
spelers aan twee kansspelen deelgenomen. Ongeveer een derde van de spelers
zij moeten zich in de eerste plaats richten op de gevolgen van short odds kansspelen, die op hun
heeft aan meer dan drie verschillende kansspelen deelgenomen.
beurt weer ten grondslag liggen aan kansspelverslaving, in plaats van bijvoorbeeld afkickcentra voor loterijverslaafden in te richten.
Zoals ook de titel van het rapport suggereert neemt de prevalentie van kansspel
Het constant houden voor de mate van deelname aan short odds kansspelen is een poging om
problemen toe naarmate respondenten aan meer verschillende kansspelen hebben
de interne validiteit te bevorderen. Wat je doet is een soort van benadering van het experiment: je
deelgenomen. Dit gegeven is met name voor onderhavig onderzoek van belang. Ook
vergelijkt tussen bevolkingsgroepen en probeert relevante verschillen zo veel mogelijk uit te schakelen.
loterijspelers nemen vaak nog aan andere kansspelen deel, kansspelen die op hun beurt (mede) verantwoordelijk kunnen zijn voor het ontstaan en de instandhouding
Om kansspelverslaving te kunnen vaststellen is zoals gezegd een screener
van problemen met kansspelen.
(de SOGS) gebruikt, die onderscheid maakt tussen recreatieve spelers (SOGS 0-2), risicospelers (SOGS 3-4) en probleemspelers (SOGS 5+). Om de relatie met deelname
Onderzoeksvraag 1 & 2 Relatie tussen loterijen en kansspelproblematiek
aan loterijen vast te kunnen stellen is in eerste instantie het percentage recreatieve
De centrale onderzoeksvraag in het onderzoek betreft de vraag of er een relatie
spelers, risicospelers en probleemspelers berekend voor de respondenten die aan
bestaat tussen deelname aan loterijen en kansspelverslaving. Meer specifiek betreft
de vier onderscheiden loterijen deelnemen (zie Tabel 5). Dat er risicospelers en
het de vraag in hoeverre het meespelen in de vier nummerloterijen gerelateerd is
probleemspelers onder de deelnemers aan de loterijen worden aangetroffen mag niet
aan het ontstaan en de instandhouding van kansspelverslaving.
automatisch tot de conclusie leiden dat de deelname aan loterijen ook als oorzaak
Dit laatste impliceert dat met het onderzoek wordt gepoogd een causale relatie vast
van de problemen met kansspelen moet worden gezien. Een deel van de mensen
te stellen tussen loterijdeelname en kansspelverslaving. Bij het beantwoorden van
die aan loterijen deelneemt, neemt tenslotte ook aan andere kansspelen deel.
de onderzoeksvraag is het van belang onderscheid te maken tussen een correlatie (statistische samenhang) en een causale relatie. Uit de methodologische literatuur (De Goede et al., 2005) blijkt dat er drie belangrijke voorwaarden zijn voor het vaststellen van een causale relatie tussen X en Y. Er is een correlatie tussen X en Y, X gaat aan Y vooraf en er is er geen derde factor die zowel oorzaak is van X als van Y. Om de vraag naar een causale relatie
66
67
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Tabel 5 Percentage recreatieve spelers, risicospelers en probleemspelers van recente (LJP)
Figuur 1 SOGS in categorieën als afhankelijke variabele en deelname aan kansspelen als
deelnemers aan loterijen
onafhankelijke variabelen SOGS trichotoom (LJP)
Percentage recreatieve spelers (LJP)
Percentage risicospelers (LJP)
Percentage probleemspelers (LJP)
Staatsloterij (n=2372)
99,2
0,6
0,4
Postcode Loterij (n=1678)
99,0
0,7
0,5
BankGiro Loterij (n=479)
98,1
0,6
1,5
Sponsor Bingo Loterij (n=327)
99,1
0,3
0,3
Gemiddeld alle recente spelers (n=3983) *
98,9
0,8
0,4
Recente deelnemers aan loterijen
Geen SOGS 3_4 SOGS 5+
– Kansspelautomaten (LJP) Adj. P-value=0,000, Chi-square = 36,883, df=1 Nee
* dit aantal is exclusief niet-spelers en ex-spelers
loterijen vaker voorkomt dan onder de niet-deelnemers3. Bij de deelnemers aan
wijkt niet significant af van het percentage risicospelers en probleemspelers in de steekproef (0,7% en 0,3%). Dit geldt tevens voor de deelnemers aan de Sponsor Bingo
Nee
Loterij, daar ligt zowel het percentage risicospelers als het percentage probleem de BankGiro Loterij: 1,5% van de spelers in de BankGiro Loterij is als probleemspeler gescreend. Bij de niet-spelers in de BankGiro Loterij ligt dit percentage op 0,2%.
als met kansspelverslaving. Hiervoor zijn zogenoemde CHAID analyses gebruikt. CHAID staat voor Chi kwadraat Automatic Interaction Detector en is een exploratieve
Node 4 Category % Geen 96,6 SOGS 3_4 2,1 SOGS 5+ 1,4 Total 2,9
Nee n 140 3 2 145
Node 5 Category % Geen 98,0 SOGS 3_4 1,3 SOGS 5+ 0,7 Total 9,0
Ja n 438 6 3 447
Node 6 Category % Geen 89,0 SOGS 3_4 4,6 SOGS 5+ 6,4 Total 2,2
–
We treffen hier een significante samenhang aan tussen deelname aan de BankGiro
gegaan naar factoren die zowel samenhangen met deelname aan de BankGiro Loterij
Kaarten / dobbelen (LJP) Adj. P-value=0,000, Chi-square = 16,365, df=1
Ja
Node 3 Category % n Geen 99,5 4232 SOGS 3_4 0,4 17 SOGS 5+ 0,1 4 Total 85,8 4253
spelers op 0,3%. We zien daarentegen relatief veel probleemspelers bij de spelers in
van kansspelproblematiek moet worden gezien zijn we in de analyses op zoek
n 535 11 10 556 –
Casinospelen (LJP) Adj. P-value=0,001, Chi-square = 10,940, df=1
probleemspeler is getypeerd en respectievelijk 0,6% en 0,7% als risicospeler. Dit
Om inzicht te geven in de vraag of deelname aan de BankGiro Loterij als oorzaak
Node 2 Category % Geen 96,2 SOGS 3_4 2,0 SOGS 5+ 1,8 Total 11,2
–
de Staatsloterij en de Postcode Loterij zien we dat 0,4% respectievelijk 0,5% als
aangetroffen samenhang niet van causale aard is.
Ja
Node 1 Category % n Geen 99,4 4372 SOGS 3_4 0,5 20 SOGS 5+ 0,1 6 Total 88,8 4398
Het is niet zo dat kansspelproblematiek onder deelnemers aan drie van de vier
Loterij en kansspelproblematiek4. Uit de vervolganalyses is echter gebleken dat deze
Node 0 Category % n Geen 99,1 4907 SOGS 3_4 0,6 31 SOGS 5+ 0,3 16 Total 100,0 4954
Bingo (LJP) Adj. P-value=0,040, Chi-square = 4,217, df=1 Ja Node 7 Category % Geen 100,0 SOGS 3_4 0,0 SOGS 5+ 0,0 Total 8,0
Nee n 397 0 0 397
Node 8 Category % n Geen 99,5 3835 SOGS 3_4 0,4 17 SOGS 5+ 0,1 4 Total 77,8 3856
analysemethode. Met behulp van CHAID kunnen meerdere factoren die van invloed kunnen zijn op een afhankelijke variabele (in dit geval kansspelproblematiek)
Uit Figuur 1 kan worden afgeleid dat het spelen op kansspelautomaten de beste
tegelijkertijd worden getoetst. Het CHAID model maakt vervolgens een boomdiagram
voorspeller is van kansspelproblematiek, de variabele “spelen op kansspelautomaten”
waarbij de factor die de afhankelijke variabele het beste kan voorspellen bovenaan
staat bovenaan het boomdiagram. Van de spelers op kansspelautomaten (Node 2)
komt te staan. Vervolgens wordt per subgroep bekeken of andere (of dezelfde)
is 2,0% risicospeler en 1,8% probleemspeler, voor de spelers die niet op kansspel
variabelen een samenhang met kansspelverslaving vertoont. Op deze wijze zijn met
automaten spelen (Node 1) ligt dit op 0,5% en 0,1%. Ook onder de respondenten die
behulp van CHAID de factoren worden bepaald die problemen met kansspelen het
aan casinospelen deelnemen of om geld kaarten en dobbelen zien we relatief hoge
best kunnen voorspellen. Uiteindelijk kunnen met behulp CHAID groepen worden
prevalentiecijfers voor kansspelproblematiek. Belangrijkste risicogroep wordt hierbij
onderscheiden (Nodes) met een verhoogd risico op kansspelverslaving.
gevormd door de respondenten die zowel op kansspelautomaten spelen als om geld kaarten en dobbelen (Node 6). Van deze groep spelers is 4,6% een risicospeler en 6,4% een probleemspeler. Een tweede risicogroep wordt gevormd door spelers die niet
3
4
68
Staatsloterij: Pearson X2 = 0,7, df=2, p = 0,968. Postcode Loterij: Pearson X2 = 1,1, df=2, p = 0,567. Sponsor Bingo Loterij: Pearson X2 = 0,1, df=2, p = 0,978. Pearson X2 = 18,4, df=2, p < 0,0005.
op kansspelautomaten spelen maar aan casinospelen deelnemen (Node 4), bij deze groep zien we 2,1% risicospelers en 1,4% probleemspelers.
69
n 97 5 7 109
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Uit de CHAID analyses is gebleken dat deelname aan short odds kansspelen de
In de analyses zijn de frequentie van deelname aan een loterij en het aantal loten
sterkste samenhang vertoont met kansspelverslaving. De invloed die deelname
waarmee per keer wordt meegedaan samengevoegd tot het aantal loten waarmee
aan de BankGiro Loterij heeft op kansspelproblematiek valt in de analyses weg.
het afgelopen jaar aan een loterij is meegedaan.
Deelname aan short odds kansspelen biedt dus een belangrijke alternatieve verklaring voor de hogere prevalentiecijfers van kansspelproblemen onder de lotkopers van de BankGiro Loterij. Dit wijst er op dat niet zozeer het deelnemen aan
Tabel 7 Aantal loten op jaarbasis & de relatie met SOGS
de BankGiro Loterij als oorzaak van problemen met kansspelen moet worden gezien maar veeleer de deelname aan short odds kansspelen. Anders gezegd, de deelnemers
Correlatie tussen aantal loten op jaarbasis en de SOGS waarde
aan de BankGiro Loterij hebben weliswaar relatief vaak een SOGS5+ score maar de
Pearson Correlation
Significantie (2-zijdig)
-0,036
0,085
Postcode Loterij (n=1645)
0,043
0,083
loterijspelers opgesplitst in een groep die uitsluitend aan loterijen deelneemt (61%)
BankGiro Loterij (n=437)
0,010
0,831
en een groep die daarnaast ook aan andere (short odds) kansspelen deelneemt
Sponsor Bingo Loterij (n=310)
-0,042
0,466
(39%). Als we van deze twee groepen de SOGS percentages berekenen zien we dat
Totaal (n=2939)
0,018
0,325
bij de groep respondenten die uitsluitend aan loterijen deelneemt het percentage
* Correlatie is significant op het 0,05 niveau (2-zijdig).
risicospelers op 0,3% ligt en het percentage probleemspelers op 0%, bij deze groep
** Correlatie is significant op het 0,01 niveau (2-zijdig).
probleemspelers onder hen nemen allemaal aan short odds kansspelen deel.
Loterij Staatsloterij (n=2322)
Loterijspelers onderscheiden Om de verschillen tussen groepen loterijspelers te belichten is de groep recente
zijn dus geen probleemspelers aangetroffen. Het aantal loten waarmee op jaarbasis wordt meegedaan aan de nummerloterijen laat geen significante relatie zien met de SOGS-waarde; naarmate op jaarbasis meer loten worden aangeschaft is de SOGS-waarde niet hoger.
Tabel 6 Percentage recreatieve spelers, risicospelers en probleemspelers van recente (LJP) deelnemers aan kansspelen
Als dezelfde analyse wordt uitgevoerd met de SOGS als categorale variabele Percentage recreatieve spelers (LJP)
Percentage risicospelers (LJP)
Percentage probleemspelers (LJP)
Uitsluitend loterijen (n=2042)
99,7
0,3
0,0
Loterijen en andere kansspelen (n=1298)
98,4
0,9
0,8
Uitsluitend andere kansspelen (n=641)
97,6
1,7
0,6
Gemiddeld (n=3981) *
99,2
0,8
0,4
Groepen recente spelers (LJP)
* dit aantal betreft uitsluitend recente deelnemers aan kansspelen en is dus exclusief niet-spelers en ex-spelers.
(recreatieve spelers, risicospelers en probleemspelers) zien we opnieuw een samen hang met het aantal loten waarmee aan de BankGiro Loterij wordt deelgenomen. Uit de CHAID analyses blijkt dat de respondenten die 1 keer of vaker aan de BankGiro Loterij deelnemen vaker als risicospeler (0,7%) of probleemspelers (1,5%) worden getypeerd dan de spelers die niet aan de BankGiro Loterij deelnemen, deze percentages liggen hier op respectievelijk 0,6% en 0,2%. In wezen gaat het hier dus niet zozeer om de frequentie waarmee aan de BankGiro Loterij wordt deelgenomen maar meer om het feit of respondenten al dan niet aan deze loterij deelnemen. Uit de CHAID analyses is wel een samenhang naar voren gekomen tussen de SOGS en het aantal loten waarmee aan de Postcode Loterij wordt deelgenomen.
Bij de groep die zowel aan loterijen als aan short odds kansspelen deelneemt, ligt het
Van de respondenten die meer dan 22 postcodeloten per jaar kopen is 1,7% als
percentage risicospelers op 0,9% en het percentage probleemspelers op 0,8%. Dit
risicospeler en 1,1% als probleemspeler gescreend. Van de respondenten die minder
duidt er wederom op dat niet zozeer het deelnemen aan loterijen tot problemen met
(of geen) loten kopen in de Postcode Loterij liggen de percentages risicospelers en
kansspelen leidt maar vooral de deelname aan short odds kansspelen. Ter vergelijk,
probleemspelers op respectievelijk 0,5% en 0,2%.
van de groep respondenten die uitsluitend aan short odds kansspelen neemt is 1,7% een risicospeler en 0,6% een probleemspeler.
Gezamenlijk analysemodel Als het aantal loten waarmee op jaarbasis aan de vier loterijen wordt meegedaan
Frequentie van deelname en het aantal loten per trekking
gezamenlijk in het analysemodel wordt betrokken blijkt het aantal loten waarmee
Een andere manier om de relatie tussen loterijdeelname en kansspelproblematiek
aan Postcode Loterij en de BankGiro Loterij wordt meegedaan de beste voorspellers
vast te stellen is door de frequentie van deelname aan een loterij en het aantal
op te leveren voor kansspelproblematiek. Van de groep respondenten die met meer
loten waarmee per trekking wordt meegedaan te relateren aan de SOGS-score.
dan 22 loten aan de Postcode Loterij mee doet en ook in de BankGiro Loterij speelt (Node 6) is 2,4% een risicospeler en 4,1% een probleemspeler.
70
71
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Figuur 2 CHAID analyse waarbij SOGS LJP (trichotoom) als afhankelijke variabele en het aantal
Aantal loterijen waaraan wordt deelgenomen Behalve naar de vier in het onderzoek centraal staande loterijen is de respondenten
loten op jaarbasis als onafhankelijke variabelen zijn opgenomen
ook gevraagd naar hun deelname in andere loterijen zoals de Lotto, Dayzers, de
Geen SOGS 3_4 SOGS 5+
SOGS trichotoom (LJP)
grote Clubactie of andere loterijen. Als we het aantal loterijen waaraan wordt deel
Node 0 Category % n Geen 98,9 4127 SOGS 3_4 0,7 30 SOGS 5+ 0,4 15 Total 100,0 4172
genomen relateren aan de SOGS waarde zien we dat de SOGS waarde toeneemt naarmate de respondenten aan meer loterijen meedoen. Het aantal loterijen waaraan wordt deelgenomen vertoont met andere woorden een positieve samen hang met problematische speelgedrag. Ook hier kan echter worden gesteld dat
–
als andere variabelen in het analyse model worden betrokken de invloed van het
Aantal loten per jaar NPL Adj. P-value=0,004, Chi-square = 12,412, df=1
meedoen aan meerdere loterijen (of het totaal aantal gekochte loten) wegvalt. De SOGS waarde wordt wederom het best voorspeld door het aantal en de frequentie
<= 22; <missing>
waarmee men aan short odds kansspelen deelneemt. Met name de frequentie waarmee
> 22
Node 1 Category % n Geen 99,2 3598 SOGS 3_4 0,6 21 SOGS 5+ 0,2 9 Total 87,0 3628
Node 2 Category % Geen 97,2 SOGS 3_4 1,7 SOGS 5+ 1,1 Total 13,0
–
op kansspelautomaten wordt gespeeld blijkt van invloed te zijn op de SOGS waarde. n 529 9 6 544
Stepping Stone Hypothese De derde hoofdvraag van het onderzoek betreft de vraag in hoeverre het spelen in loterijen tot deelname aan de meer riskantere short odds kansspelen leidt. Ook hier
–
Aantal loten per jaar SL Adj. P-value=0,001, Chi-square = 15,209, df=1
geldt dat een causale relatie op grond van bevolkingsonderzoek moeilijk is vast te
Bankgiro Loterij (LJP) Adj. P-value=0,002, Chi-square = 9,754, df=1
stellen. Toch zijn uit het bevolkingsonderzoek wel (indirecte) aanwijzingen verkregen dat loterijen niet leiden tot deelname aan riskantere kansspelen en dat deze stepping
<= 5; <missing> Node 3 Category % n Geen 98,8 2157 SOGS 3_4 0,8 18 SOGS 5+ 0,4 9 Total 52,3 2184
>5 Node 4 Category % n Geen 99,8 1441 SOGS 3_4 0,2 3 SOGS 5+ 0,0 0 Total 34,6 1444
Nee Node 5 Category % Geen 98,3 SOGS 3_4 1,4 SOGS 5+ 0,2 Total 10,1
Ja n 414 6 1 421
Node 6 Category % Geen 93,5 SOGS 3_4 2,4 SOGS 5+ 4,1 Total 2,9
stone hypothese verworpen dient te worden. n 115 3 5 123
Groepen spelers Een manier om inzicht te krijgen in het antwoord op deze vraag is door te bezien in hoeverre deelnemers aan loterijen sowieso aan short odds kansspelen deelnemen. Zoals eerder geconstateerd neemt 39% van de recente loterijspelers ook aan andere (short odds)kansspelen deel. Het merendeel van de loterijspelers heeft recentelijk niet aan andere (short odds)kansspelen deelgenomen. Het is dus niet zo dat alle
De belangrijkste risicogroep die met behulp van CHAID wordt geïdentificeerd
loterijspelers ook aan andere ‘risicovollere’ kansspelen gaan deelnemen.
(Node 6) betreft een relatief kleine groep van 123 personen (3% van het totaal aantal spelers). Deze groep maakt echter 10% van het totaal aantal risicospelers uit en 33%
In Tabel 8 is te zien aan welke andere kansspelen de vier onderscheiden groepen
van het totaal aantal probleemspelers. Het merendeel van de probleemspelers zien
loterijdeelnemers nog meer deelnemen. De tabel dient van boven naar beneden
we terug in de relatief grote groep respondenten die met 22 of minder loten aan de
te worden gelezen. Dus van de deelnemers aan de Staatsloterij heeft 17% aan kras
Postcode Loterij en met 5 of minder loten in de Staatsloterij deelnemen (Node 3).
loten deelgenomen, 11% aan kansspelautomaten, 7% aan casinospelen et cetera.
Deze groep maakt 52% van het totaal aantal spelers uit (2184 van de 4172) en maakt
In de laatste kolom is de deelname aan andere kansspelen weergegeven voor alle
60% van het totaal aantal probleemspelers uit (9 van de 15).
respondenten die aan kansspelen hebben deelgenomen.
Ook bij de gevonden samenhang tussen het aantal loten dat op jaarbasis wordt aangeschaft en de SOGS zijn echter alternatieve verklaringen gevonden die er op duiden dat niet het aantal gekochte loten als oorzaak van kansspelproblematiek moeten worden gezien maar vooral de frequentie waarmee aan short odds kans spelen wordt deelgenomen, in het bijzonder de frequentie waarmee op kansspel automaten wordt gespeeld. Als de frequentie waarmee aan short odds kansspelen wordt deelgenomen constant wordt gehouden valt de invloed van deelname aan loterijen weg.
72
73
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
BankGiro Loterij
Tabel 8 Deelname aan andere kansspelen voor vier groepen loterijspelers
Bij de deelnemers aan de BankGiro Loterij zien we dat een relatief groot deel Staatsloterij
Postcode Loterij
BankGiro Loterij
Sponsor Bingo Loterij
Totaal
krasloten koopt maar juist een kleiner deel aan sportpoules meedoet. 17% van de spelers in de BankGiro Loterij kocht recentelijk krasloten terwijl dit voor de niet-
Ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
17**
11
15
13
17*
13
20**
13
14
meedoen aan sportpoules minder populair dan bij de niet-spelers in de BankGiro
11
12
9 **
13
11
12
11
12
12
Loterij, respectievelijk 7% en 11% deed hieraan mee. Hier zien we derhalve een
Casinospelen
7
6
6
7
7
6
7
6
6
negatieve samenhang tussen loterijdeelname en deelname aan andere kansspelen.
Paardenwedden
1
1
1
<1
1
1
<1
<1
1
Zoals op grond van het voorgaande verwacht kon worden vertoont deelname aan
Illegaal
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Internet
1
1
1
1
<1
<1
1
1
1
Kaarten/dobbelen
7
7
6*
8
7
8
6
8
7
10
11
9
11
7*
11
14*
10
10
groot deel krasloten koopt, 20% had dat recentelijk gedaan. Bij de niet-spelers
9
10
9
10
10
10
15**
9
10
in de Sponsor Bingo Loterij had 13% recentelijk krasloten gekocht. Nu is het zo
X
66**
40
67**
47
62**
48
49
dat de goede doelen die de Sponsor Bingo Loterij ondersteunt op het gebied van
x
63**
32
77**
32
35
gezondheid en sport liggen. Wellicht niet heel opmerkelijk is het daarom dat de een
X
26**
9
10
relatief groot deel van de deelnemers aan de Sponsor Bingo Loterij meedoet aan
X
7
sportpoules. Van de deelnemers in de Sponsor Bingo Loterij deed 14% recentelijk
Krasloten Kansspelautomaten
Sportpoules Bingo Staatsloterij
spelers in de BankGiro Loterij op 13% ligt. Bij de spelers in de BankGiro Loterij is het
Postcode Loterij
47**
23
BankGiro Loterij
13**
6
18**
6
9**
5
15**
2
17**
6
16**
6
17**
8
19**
10
22**
10
11
5**
1
3**
2
3
2
3
2
2
Sponsor Bingo Loterij Lotto Dayzers
de BankGiro Loterij een sterke samenhang met de deelname aan andere loterijen. Sponsor Bingo Loterij Tot slot zien we ook bij de deelnemers aan Sponsor Bingo Loterij dat een relatief
mee aan een sportpoule terwijl dit voor de niet-deelnemers op 10% ligt. Vanwege de overeenkomsten in het type spel is het wellicht evenmin opmerkelijk is dat een relatief groot deel van de deelnemers aan de Sponsor Bingo Loterij bingomiddagen
* Correlatie is significant op het 0,05 niveau (2-zijdig).
en avonden (van hun eigen vereniging) bezoeken. Van de deelnemers aan de Sponsor
** Correlatie is significant op het 0,01 niveau (2-zijdig).
Bingo Loterij deed 15% recentelijk aan een bingo mee, terwijl dit voor 9% van de nietdeelnemers geldt.
Staatsloterij Van de deelnemers aan de Staatsloterij kocht 17% recentelijk krasloten, bij de niet-
Resumerend kunnen we stellen dat loterijdeelname over het algemeen niet
deelnemers aan de Staatsloterij ligt dit percentage op 11%. Bij de andere short odds
samenhangt met deelname aan short odds kansspelen. Alleen bij de krasloten
kansspelen zien we geen verschillen tussen de deelnemers en niet-deelnemers aan
zien we een positieve samenhang met deelname aan loterijen. Deelname aan
de Staatsloterij. We zien bij de deelnemers aan de Staatsloterij ook dat een groter
de ene loterij hangt wel sterk samen met deelname aan de andere loterijen.
deel aan andere loterijen meedoet dan de niet-deelnemers.
Loterijdeelname lijkt dus niet zozeer tot deelname aan short odds kansspelen te leiden maar wel tot deelname aan méér loterijen.
Postcode Loterij Bij de deelnemers aan de Postcode Loterij zien we dat een relatief klein deel op
Beginleeftijd
kansspelautomaten speelt: 9% van de deelnemers aan de Postcode Loterij speelde
Ook de leeftijd waarop met deelname aan de diverse kansspelen wordt begonnen
recentelijk op kansspelautomaten terwijl dit percentage voor de niet-spelers in de
zou een indicatie kunnen geven van de mate waarin het deelnemen aan loterijen
Postcode Loterij op 13% ligt. Deelname aan de Postcode Loterij vertoont met andere
tot deelname aan meer riskante kansspelen leidt.
woorden een negatieve samenhang met deelname aan kansspelautomaten. Die
In het bevolkingsonderzoek is deze vraag echter niet opgenomen. Er is wel een
negatieve samenhang zien we ook bij het kaarten/dobbelen om geld. 6% van de
andere gegevensbron beschikbaar, in het kader van datzelfde bevolkingsonderzoek
deelnemers in de Postcode Loterij had recentelijk gekaart of gedobbeld om geld
zijn ook diepte-interviews afgenomen bij (450) regelmatige spelers van diverse
terwijl dit voor de niet-deelnemers op 8% ligt.
kansspelen. Gemiddeld genomen starten deze regelmatige spelers op 22 jarige
We zien wel een sterke positieve samenhang tussen deelname aan de Postcode
leeftijd met deelname aan kansspelen en op 26 jarige leeftijd met deelname
Loterij en de deelname aan andere loterijen.
aan loterijen (De Bruin et al., 2006, p.120). Ook hieruit kunnen we afleiden dat loterijdeelname over het algemeen niet tot deelname aan andere short odds kans spelen leidt, maar dat het eerder andersom is: deelname aan short odds kansspelen leidt op termijn ook tot deelname aan loterijen.
74
75
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Risicogroepen
de gerapporteerde problemen met kansspelen door de deelname aan de BankGiro
Een deelvraag van het onderzoek is of er risicogroepen te onderscheiden zijn binnen
Loterij zijn veroorzaakt.
deelnemers aan nummerloterijen. Risicogroepen in de zin van groepen loterijspelers die een verhoogd risico op kansspelverslaving lopen zijn in het voorgaande reeds
Uit de secundaire analyses van het bevolkingsonderzoek is ook een statistische
beschreven. De belangrijkste risicogroep wordt gevormd door de deelnemers aan de
correlatie gebleken tussen kansspelproblematiek en het aantal loten waarmee op
Postcode Loterij die op jaarbasis met 22 of meer loten meedoen èn aan de BankGiro
jaarbasis aan loterijen wordt deelgenomen. Meer specifiek betreft het een positieve
Loterij meedoen. Uit de analyses is evenwel gebleken dat andere factoren dan
samenhang tussen de SOGS-score en het aantal loten waarmee op jaarbasis
deelname aan loterijen veelal verantwoordelijk moeten worden gehouden voor het
wordt meegedaan in de Postcode Loterij. Ook hier kan echter worden gesteld
ontstaan en de instandhouding van kansspelverslaving.
dat de samenhang niet van causale aard is omdat er alternatieve verklaringen zijn gevonden. Zo blijkt de relatie tussen de SOGS en de frequentie waarmee aan
Risicogroepen kunnen ook worden bepaald op basis van het aantal loten dat
bepaalde loterijen wordt meegedaan weg te vallen als ook andere factoren in
wordt aangeschaft. We hebben hier de veelspelers, de loterijdeelnemers die per
de analyse worden betrokken. Met name de frequentie waarmee aan short odds
jaar met 120 of meer loten aan loterijen meedoen, als uitgangspunt genomen. Het
kansspelen (kansspelautomaten) wordt deelgenomen blijkt sterk samen te hangen
risicoprofiel van de veelspelers is bepaald aan de hand van CHAID analyses waarbij
met de SOGS en biedt een alternatieve verklaring voor de hogere prevalentie van
de demografische variabelen (leeftijd, sekse, dagbesteding, inkomen, burgerlijke
kansspelproblematiek onder de frequente deelnemers in de Postcode Loterij.
staat en land van herkomst) als onafhankelijke variabelen zijn opgenomen. Uit deze analyse is een aantal risicogroepen naar voren gekomen. Verrassend genoeg blijkt
De carrière van gokverslaafden start vaak (op jonge leeftijd) met het spelen op
het land van herkomst een belangrijk criterium te zijn: Surinaamse respondenten
kansspelautomaten of andere short odds kansspelen. Pas in een later stadium
vormen daarbij de grootste risicogroep. Van de Surinaamse respondenten koopt 18%
komt daar de deelname aan loterijen bij. Om deze reden dient de onderzoeks
per jaar 120 of meer loten (gemiddeld voor alle spelers is dit 4%). Een andere risico
vraag of deelnemers aan loterijen aan meer riskante kansspelen gaan deelnemen
groep wordt gevormd door westers allochtonen met een fulltime baan; 14% van deze
ontkennend te worden beantwoord. Het is in de praktijk eerder andersom: mensen
groep koopt per jaar tenminste 120 loten. Tot slot wordt een autochtone risicogroep
die aan short odds kansspelen deelnemen gaan op den duur ook aan loterijen deel
onderscheiden: respondenten die werkzoekend zijn. Van deze groep schaft 12% op
nemen. Het meespelen in de ene loterij hangt wel sterk samen met het meespelen
jaarbasis tenminste 120 loterijloten aan.
in andere loterijen. Naarmate spelers aan meer loterijen meedoen doen ze ook vaker met meer loten per trekking mee.
Conclusie bevolkingsonderzoek 2004 Uit het onderzoek dat in 2004 is uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking van
Concluderend kunnen we stellen dat er geen samenhang is tussen deelname aan de
16 jaar en ouder blijkt dat loterijdeelname, en dan met name de Staatsloterij en
nummerloterijen en kansspelproblematiek. Het is niet zo dat kansspelproblematiek
de Postcode Loterij, zeer populair is. Meer dan de helft (55%) van de Nederlandse
onder deelnemers aan deze loterijen vaker voorkomt dan onder de spelers die
bevolking had het afgelopen jaar aan tenminste één van de vier loterijen deel
niet aan loterijen meedoen. Er zijn geen probleemspelers aangetroffen onder de
genomen die in dit onderzoek centraal staan. Kansspelgerelateerde problemen
respondenten die uitsluitend aan loterijen deelnemen. Alle probleemspelers die aan
komen echter niet frequent voor; 0,3% van de Nederlandse bevolking is als probleem
loterijen deelnemen, nemen ook aan short odds kansspelen deel.
speler en 0,6% als risicospeler geïdentificeerd. We zien daarbij geen relatie met de deelname aan loterijen. Kansspelverslaving blijkt vooral samen te hangen met deelname aan short odds kansspelen en niet met deelname aan een van de vier nummerloterijen. Bij de BankGiro Loterij is wel een statistische correlatie aangetroffen met kansspel problematiek. Bij de respondenten die aan de BankGiro Loterij deelnemen zien we meer probleemspelers (1,5%) dan bij de spelers die niet aan de BankGiro Loterij deelnemen (0,2%). De probleemspelers die aan de BankGiro Loterij deelnemen nemen echter niet alleen aan de BankGiro Loterij deel maar ook aan short odds kansspelen, in het bijzonder kansspelautomaten, die op hun beurt verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de kansspelproblematiek. Als in de analyses de deelname aan short odds kansspelen constant wordt gehouden blijkt de invloed van deelname aan de BankGiro Loterij weg te vallen. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat
76
77
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Referenties Bruin, D.E. de, Meijerman, C. Leenders, F.R.J. & Braam, R.V. (2006). Verslingerd aan meer dan een spel. Een onderzoek naar de aard en omvang van kansspelproblematiek in Nederland. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Gambino, B. & Lesieur, H. (2006). The South Oaks Gambling Screen (SOGS): A rebuttal to critics. Journal of Gambling Issues, 17. Goede, M., de, Boeije, H. & Hox, J. (2005). Het experiment. In: Hart, H. ‘t et al. Onderzoeksmethoden. Amsterdam: Boom onderwijs, 7e druk. Stinchfield, R., Govoni, R. & Frisch, G.R. (2001). An evaluation of diagnostic criteria for pathological gambling: Final report. Windsor: University of Windsor.
Deelonderzoek 5 Internetpanel
78
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Methode
Beschrijving steekproef De gewogen steekproef (n=6.783) bestaat voor 49,0% (48,1% ongewogen) uit mannen en 51,0% (51,9% ongewogen) uit vrouwen. De leeftijd varieert van 18 to 97 jaar en
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van het internetpanel van SSI
bedraagt gemiddeld 44,9 jaar, S.D. 15,1 (ongewogen 44,9 jaar, S.D. 14,5). Ongeveer
(www.surveysampling.com). Dit panel bestaat uit ca. 170.000 mensen die zich via
een derde, 34,7% (ongewogen 30,7%), van de respondenten heeft een lagere
internet hebben aangemeld om op vrijwillige basis regelmatig online een vragenlijst
opleiding genoten (lager onderwijs, lager beroepsonderwijs of middelbaar algemeen
in te vullen. De deelnemers worden beloond voor het invullen van de vragenlijsten
onderwijs), iets meer dan een derde, 37,6% (ongewogen 35,0%), middelbaar onderwijs
met kleine geldbedragen, bijdragen aan goede doelen en kansen op luxe artikelen.
(middelbaar beroepsonderwijs of hoger algemeen onderwijs) en iets meer dan een
Voor het huidige onderzoek zijn 33.000 mensen van 18 jaar en ouder uit het panel
kwart, 27,7% (ongewogen 34,3%), hoger onderwijs (hoger beroepsonderwijs
benaderd met het verzoek mee te doen aan een onderzoek. De uitnodigingsmail
of wetenschappelijk onderwijs).
was standaard vorm gegeven en bevatte geen inhoudelijke verwijzing naar het
Leeswijzer
onderwerp van het onderzoek.
In het onderhavige hoofdstuk worden de resultaten beschreven van het survey Weging
onderzoek met behulp van het internetpanel. Belangrijkste onderzoeksvragen die
De steekproef is vooraf gestratificeerd en naderhand gewogen op de variabelen
daarbij aan de orde komen zijn: is het meespelen in nummerloterijen gerelateerd
leeftijd, geslacht en opleiding met als doel de steekproef op deze variabelen zo veel
aan het ontstaan van kansspelverslaving, is het meespelen in nummerloterijen
mogelijk representatief te maken voor de Nederlandse volwassen bevolking van 18
gerelateerd aan de instandhouding van kansspelverslaving, en leidt het meespelen
jaar en ouder gebaseerd op de CBS cijfers van 2006. Voor de weging en stratificatie
in nummerloterijen tot deelname aan andere meer riskante (short odds) kansspelen?
zijn de variabelen leeftijd en opleiding ingedeeld in respectievelijk 5 en 3 klassen. De weegfactor varieerde van 0,602 tot 1,501. Bij de beschrijving van de resultaten
Als eerste wordt de deelname aan kansspelen in het algemeen en aan nummer
zal steeds worden uitgegaan van de gewogen steekproef tenzij anders aangegeven.
loterijen in het bijzonder beschreven. Vervolgens worden de (zelfgerapporteerde) problemen beschreven die samen kunnen hangen met deelname aan kansspelen.
Respons
Problemen met kansspelen worden gemeten met behulp van de SOGS. De
Van de 33.000 benaderde mensen hebben 6.450 de gehele vragenlijst ingevuld, 333
respondenten is daarbij gevraagd of de problemen in verband staan met deelname
bleken nooit aan enig kansspel te hebben deelgenomen en waren na het invullen
aan loterijen5, met deelname aan andere kansspelen of met deelname aan beide.
van de vragen over de deelname aan kansspelen klaar met de vragenlijst. Ruim
Daarbij wordt ook onderscheid gemaakt tussen problemen die zich ooit in het leven
drie kwart van de benaderden (77,0%) heeft helemaal niet op de oproep gereageerd
van de respondent hebben afgespeeld (Life Time Prevalence LTP) en problemen die
en 2,4% is tijdens het invullen voortijdig gestopt, zie Tabel 1. De bruikbare respons
zich de afgelopen 12 maanden hebben voorgedaan (Last Year Prevalence LYP).
bedroeg daarmee 20,6% (n=6.783) wat niet afwijkt van de gemiddelde respons die met het panel behaald wordt. De steekproef waarmee verder gerekend zal worden bevat dus 6.783 mensen waarvan 333 (4,9%) nooit en 6.450 (95,1%) ooit aan enig kansspel heeft deelgenomen.
Resultaten Deelname kansspelen
Tabel 1 Response
De respondenten is gevraagd naar de deelname aan de verschillende kansspelen. Complete vragenlijst Buiten doelgroep Niet gereageerd Gestopt Totaal
Frequentie
Percentage
6.450
19,5
333
1,0
25.416
77,0
801
2,4
33.000
100,0
Uit Tabel 2 blijkt dat van de verschillende nummerloterijen de deelname het hoogst is bij de Staatsloterij (77,2% ooit en 61,3% afgelopen jaar deel genomen) en het laagst bij de Sponsor Bingo Loterij (20,6% ooit en 12,8% afgelopen jaar deelgenomen). Wanneer alle nummerloterijen samen worden genomen blijkt 85,3% van de respondenten ooit aan één van de vier nummerloterijen te hebben deelgnomen.
5
80
In de enquête wordt gesproken van loterijen en niet van nummerloterijen omdat deze term voor het grote publiek onbekend en daarmee verwarrend zou kunnen zijn. Het is daardoor niet uit te sluiten dat de gerapporteerde problemen op andere loterijen dan de vier nummerloterijen betrekking hebben. Dit houdt in dat de gerapporteerde prevalenties wat betreft de nummerloterijen overschat zouden kunnen zijn.
81
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Het afgelopen jaar heeft 72,9% aan enige nummerloterij deelgenomen. De meeste
Tabel 3 Aantal verschillende kansspelen deelgenomen afgelopen jaar
mensen (36,9%) nemen aan één nummerloterij deel, er zijn echter ook mensen die
(nummerloterijen samen genomen)
aan twee, drie of zelfs alle vier de nummerloterijen deelnemen (respectievelijk 23,9%, 9,2% en 2,9%).
Aantal kansspelen
Niet alleen nemen veel mensen aan meer dan één nummerloterij deel, ook nemen
Frequentie
Percentage
0
982
14,5
veel mensen aan verschillende soorten kansspelen deel. Wanneer de deelname
1
2.303
33,9
aan de verschillende nummerloterijen samen wordt genomen en als één wordt
2
1.583
23,3
geteld, dan blijkt meer dan de helft van de respondenten (51,6%) aan twee of meer
3
921
13,6
4
482
7,1
5
247
3,6
6
140
2,1
7
64
0,9
8
38
0,6
9
15
0,2
10
4
0,1
11
1
0,0
12
2
0,0
13
3
0,0
6.783
100,0
kansspelen deel te nemen en 28,2% aan drie of meer (Tabel 3). Tot slot blijken sommigen mensen alleen aan nummerloterijen deel te nemen (27,9%) en andere alleen aan andere kansspelen (12,6%). De meeste mensen nemen aan zowel nummerloterijen als andere kansspelen deel (45,1%). De kenmerken van de deelnemers aan de verschillende nummerloterijen staan beschreven in Tabel 4.
Tabel 2 Deelname kansspelen (n=6.450)
Totaal
% ooit deelgenomen
% afgelopen jaar deelgenomen
- Staatsloterij
77,2
61,3
- Postcode Loterij
53,1
36,6
- BankGiro Loterij
31,6
13,4
- Sponsor Bingo Loterij
20,6
12,8
- Enige nummerloterij
85,3
72,9
- Krasloten
43,4
24,8
- Kansspelautomaten Casino Amusementscentrum/speelhal Café/restaurant Anders
41,6 19,3 10,1 23,2 1,8
16,4
- Bingo
33,2
10,4
genomen), bingo (33,2% ooit en 10,4% afgelopen jaar deelgenomen) en de Lotto
- De Lotto
29,3
17,1
- Casinospelen/tafelspelen
21,2
8,6
(29,3% ooit en 17,1% afgelopen jaar deelgenomen) populair. Pokeren om geld, dat
- Weddenschappen om geld
15,7
6,5
- Kaarten/dobbelen (niet poker)
15,3
6,1
- Dayzers
14,8
7,6
- Pokeren om geld Casino Vriendenkring Internet Anders
12,0 1,9 10,4 2,0 0,4
8,3
- Andere loterij/kansspel
10,8
6,8
geleden is, en of de gebeurtenis of belevenis terug te voeren is op deelname aan
- Sportpoules/Toto
10,4
2,6
loterijen (zie voetnoot 1), op deelname aan andere kansspelen of op deelname aan
- Kansspelen internet
5,6
4,8
beide. De 12 items staan vermeld in Tabel 5. In de tabel staan de percentages en
- Illegale kansspelen
3,4
1,4
de aantallen respondenten vermeld die op de betreffende vraag een bevestigend
- Paardenweddenschappen
3,4
0,6
antwoord hebben gegeven.
Kansspel Nummerloterijen
Andere kansspelen
82
De populariteit van nummerloterijen in het algemeen, en van de Staatsloterij en de Postcode Loterij in het bijzonder, blijkt ook uit de vraag aan de respondenten aan welk kansspel zij het afgelopen jaar het meeste geld hebben besteed. Bijna de helft van de respondenten (47,5%) geeft aan het meeste geld aan de Staatsloterij te hebben besteed en 19,2% besteedt het meeste geld aan de Postcode Loterij. Alle andere kansspelen scoren beduidend lager; 0,1% besteedt het meeste geld aan paardenweddenschappen en 5,5% besteedt het meeste geld aan de Lotto. Van de overige kansspelen zijn vooral krasloten (43,4% ooit en 24,8% afgelopen jaar deelgenomen), kansspelautomaten (41,6% ooit en 16,4% afgelopen jaar deel
de laatste tijd veel in de publiciteit is geweest, is door 12,0% van de respondenten ooit en door 8,3% het afgelopen jaar gedaan.
Problemen met kansspelen Om kansspelverslaving vast te stellen is de SOGS in de vragenlijst opgenomen. De SOGS bestaat uit 12 ja/nee vragen waarbij telkens gevraagd is of de betreffende gebeurtenis of belevenis het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden of dat dat langer
83
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
belangrijke naasten (0,7% ooit) en zelf wel eens het gevoel te hebben gehad een
Tabel 4 Deelname aan nummerloterijen in het afgelopen jaar (n=6.783)
probleem te hebben met deelname aan loterijen (0,7% ooit). Wanneer uitsluitend gekeken wordt naar het voorkomen van problemen tijdens het afgelopen jaar blijkt
Eén of meer nummer-loterijen
Staatsloterij
Postcode Loterij
BankGiro Loterij
Sponsor Bingo Loterij
72,9% (n=4.947)
61,3% (n=4.156)
36,6% (n=2.480)
13,4% (n=907)
12,8% (n=870)
– mannen
49,7%
51,2%
45,5%
53,8%
48,0%
voor belangrijke naasten (0,4%) en het vaker dan zich voorgenomen deelgenomen
– vrouwen
50,3%
48,8%
54,6%
46,2%
52,0%
hebben aan een loterij (0,4%).
47,1 jaar
46,7 jaar
50,1 jaar
53,2 jaar
51,9 jaar
– lager
36,5%
35,6%
39,3%
39,7%
48,4%
– middel
37,3%
37,3%
36,9%
34,0%
31,9%
– hoger
26,1%
27,1%
23,8%
26,3%
19,7%
– ja
74,2%
74,7%
77,5%
74,9%
74,0%
– nee
25,8%
25,3%
22,5%
25,1%
26,0%
Deelname Sekse
de rapportage van problemen nog geringer te worden. Relatief het vaakst worden nog genoemd het geen vertrouwen hebben zonder problemen de deelname te kunnen staken (0,6%), het wel eens verborgen hebben van deelnamebewijzen (loten)
Leeftijd – gemiddeld Onderwijs
Tabel 5 De items van de SOGS (n=6.783) SOGS item
Partner
Arbeidsstatus – ft/pt werkend
59,1%
60,1%
56,5%
53,2%
53,3%
– gepensioneerd
20,2%
20,0%
23,7%
29,5%
25,0%
– student/scholier
3,9%
3,9%
1,9%
1,1%
1,6%
– huisvrouw/-man
11,3%
10,5%
12,6%
11,1%
14,5%
5,5%
5,5%
5,4%
5,1%
5,6%
96,0%
95,8%
95,9%
94,8%
95,3%
4,0%
4,2%
4,1%
5,2%
4,7%
– niet werkzaam Geboorteland – Nederland – buiten Nederland Financiële situatie – (veel) geld tekort
21,7%
21,3%
20,8%
24,3%
25,9%
– precies rondkomen
32,7%
32,4%
32,6%
30,9%
31,4%
– (veel) geld over
45,6%
46,3%
46,6%
44,8%
42,8%
Het meest gerapporteerd blijkt het vaker spelen dan zich voorgenomen; 8,8% van de respondenten geeft aan dit wel eens gedaan te hebben. Ook relatief frequent blijkt het zich schuldig voelen vanwege deelname aan een kansspel (4,0%), de subjectieve ervaring een aan kansspeldeelname gerelateerd probleem te hebben (3,7%), het denken aan stoppen met kansspelen zonder er vertrouwen in te hebben daartoe in staat te zijn (3,1%) en het hebben ontvangen van opmerkingen van anderen over kansspeldeelname (3,0%).
% (#) % (#) % (#) % (#) Ongeacht Ongeacht Loterij of beide Loterij of beide kansspel LTP* kansspel LYP** LTP LYP
% (#) Enkel loterij LTP
% (#) Enkel loterij LYP
1 ‘Chasen’
0,5 (31)
0,2 (15)
0,1 (10)
0,1 (6)
0,1 (5)
0,1 (4)
2 Liegen over deelname
0,3 (19)
0,2 (10)
0,2 (15)
0,1 (9)
0,1 (8)
0,1 (5)
3 Subjectief probleem
3,7 (254)
1,1 (78)
1,5 (105)
0,7 (49)
0,7 (48)
0,3 (18)
4 Vaker dan zich voorgenomen
8,8 (595)
2,5 (167)
1,9% (129)
0,7 (46)
1,1 (76)
0,4 (26)
5 Opmerkingen van anderen
3,0 (206)
1,0 (70)
0,7 (49)
0,4 (29)
0,4 (26)
0,3 (20)
6 Schuldig voelen over kansspeldeelname
4,0 (269)
1,4 (98)
0,9 (61)
0,5 (32)
0,4 (26)
0,2 (13)
7 Zonder vertrouwen denken aan stoppen
3,1 (213)
1,6 (107)
1,7 (116)
1,1 (71)
1,0 (66)
0,6 (44)
8 Deelnamebewijzen verbergen
1,9 (131)
0,9 (64)
1,0 (67)
0,6 (43)
0,7 (50)
0,4 (30)
9 Ruzie met naasten over kansspelfinanciering
0,8 (54)
2 (15)
0,1 (7)
0,1 (3)
0,1 (4)
0,0 (1)
10 Schulden vanwege kansspeldeelname
0,3 (17)
0,0 (3)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
0 (0)
11 Verzuim vanwege kansspeldeelname
0,2 (13)
0,0 (3)
0,0 (1)
0,0 (1)
0,0 (1)
0,0 (1)
0,1 (7) 0,1 (6) 0,1 (9) 0,2 (16) 0,2 (10) 0,0 (1) 0 (0) 0,0 (3) 0,3 (22)
0,0 (2) 0,0 (2) 0,0 (2) 0,1 (5) 0,0 (2) 0,0 (1) 0 (0) 0,0 (1) 0,1 (6)
0 (0) 0,0 (1) 0,0 (2) 0 (0) 0,0 (1) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0,0 (1)
0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0,0 (1)
0 (0) 0,0 (1) 0 (0) 0 (0) 0,0 (1) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0,0 (1)
0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0)
12 Geld geleend van: - huishoudgeld - partner - familieleden - bank, giro, etc. - creditcards - afpersers etc. - speculatie aandelen - verkoop eigendom - rood staan
Problemen die uitsluitend aan deelname aan loterijen worden gerelateerd, komen
*: LTP: Life Time Prevalence
beduidend minder voor. Het vaker dan zich voorgenomen deelnemen aan een loterij
**: LYP: Last Year Prevalence
komt daarbij nog het vaakst voor; 1,1% van de respondenten maakt melding dit probleem ooit te hebben ondervonden. Daarnaast geven relatief veel respondenten aan er geen vertrouwen in te hebben zonder problemen de deelname te kunnen staken (1,0% ooit), wel eens deelnamebewijzen (loten) verborgen te houden voor
84
85
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Door de antwoorden van de 12 vragen bij elkaar op te tellen kunnen verschillende
Tot slot is gekeken naar het vóórkomen van kansspelproblematiek het afgelopen
indices worden vastgesteld:
jaar (ongeacht welk kansspel) binnen de groep respondenten die het afgelopen
• SOGS_LTP: voorkomen ooit van kansspelproblemen ongeacht welk kansspel
jaar enkel aan nummerloterijen deelnemen, vergeleken met respondenten die
• SOGS_LYP: voorkomen afgelopen jaar van kansspelproblemen ongeacht welk
enkel aan andere kansspelen deel nemen en respondenten die aan beide vormen
kansspel
van kansspelen deel nemen. Uit de analyse (zie Tabel 7) wordt duidelijk dat de
• SOGS_LTP_L+: voorkomen ooit van kansspelproblemen betrekking hebbende op
meeste kansspelproblemen voorkomen binnen de groep respondenten die aan
loterijen of op loterijen en andere kansspelen
zowel nummerloterijen als andere kansspelen deelneemt (1,1% risicospeler en 0,6%
• SOGS_LYP_L+: voorkomen afgelopen jaar van kansspelproblemen betrekking
probleemspeler) en de minste binnen de groep die alleen aan nummerloterijen
hebbende op loterijen of op loterijen en andere kansspelen
deelneemt (0,1% risicospeler en 0,1% (n = 1) probleemspeler). Bij nadere inspectie
• SOGS_LTP_L: voorkomen ooit van kansspelproblemen uitsluitend betrekking
blijkt deze laatste speler het afgelopen jaar alleen aan nummerloterijen deel
hebbende op loterijen
genomen te hebben maar daarvoor ook aan andere kansspelen. De gerapporteerde
• SOGS_LYP_L: voorkomen afgelopen jaar van kansspelproblemen uitsluitend
problemen worden dan ook mede aan andere kansspelen geweten.
betrekking hebbende op loterijen Deze somscores, die minimaal 0 en maximaal 20 bedragen, geven aan of er ooit
Tabel 6a SOGS indices LTP (n = 6.783)
of in het afgelopen jaar aan kansspelen in het algemeen, aan loterijen en andere kansspelen, of aan uitsluitend loterijen gerelateerde problemen zijn geweest. Een score van 5 of hoger wordt gezien als indicatie voor probleemspelen, een score van 3 of 4 als indicatie voor risicospelen en een score van 0, 1 of 2 als indicatie voor
SOGS score
Ooit ongeacht kansspel
Ooit loterij of beide
Ooit enkel loterij
Aantal
Procent
Aantal
Procent
Aantal
Procent
recreatief spelen. Tabel 6a en 6b geven een overzicht van de verschillende indices,
0
5.841
86,1
6.370
93,9
6.526
96,2
Tabel 6a heeft betrekking op de verschillende lifetime prevalenties en Tabel 6b op
1
599
8,8
322
4,7
218
3,2
de afgelopen jaar prevalenties.
2
142
2,1
58
0,9
28
0,4
3
68
1,0
18
0,3
8
0,1
Tabel 6a maakt duidelijk dat 1,4% (n=94) ooit probleemspeler en 1,6% (n=108)
4
39
0,6
6
0,1
1
0,0
ooit risicospeler is geweest (ongeacht welk kansspel). Het aantal probleem- en
5
37
0,5
4
0,1
2
0,0
6
19
0,3
4
0,1
7
15
0,2
1
0,0
8
10
0,1
bij de gerapporteerde problemen in ieder geval ook aan deelname aan loterijen
9
3
0,0
gerelateerd kunnen worden. Twee van de 6.783 respondenten (0,03%) zouden ooit
10
1
0,0
als problematisch loterijspeler en 9 (0,1%) als risicoloterijspeler gekenmerkt kunnen
11
3
0,0
worden afgaande op de problemen die uitsluitend aan deelname aan loterijen
12
3
0,0
worden gerelateerd.
13
1
0,0
14
1
0,0
15
1
0,0
6.581
97,0
6.751
99,5
6.772
99,8
108
1,6
24
0,3
9
0,1
94
1,4
9
0,1
2
0,0
risicospelers blijkt beduidend geringer te zijn wanneer de problemen in ieder geval óók op loterijen betrekking hebben en nog minder wanneer de gemelde problemen enkel op loterijen betrekking hebben. Duidelijk wordt dat 0,1% (n=9) ooit probleemspeler en 0,3% (n=24) ooit risicospeler genoemd kon worden waar
Zoals te verwachten daalt het aantal gemelde problemen verder wanneer deze alleen op het afgelopen jaar betrekking mogen hebben (Tabel 6b). De laatste jaar prevalentie van kansspelproblematiek bedraagt 0,3% (n=24) en nog eens 0,6% (n=43) zou als risicospeler gekenmerkt kunnen worden. Wanneer de problemen in ieder geval deels aan loterijen moeten kunnen worden gerelateerd, bedragen de
Recreatieve speler Risicospeler Probleemspeler
prevalenties respectievelijk 0,0% (n=3) en 0,2% (n=14). Wanneer de gerapporteerde
NB door weging en afronding is het mogelijk dat de totalen in de bovenste helft van de tabel minimaal afwijken van de
problemen enkel op deelname aan loterijen betrekking dienen te hebben blijken er
onderste helft
zich geen probleemspelers in de sample te bevinden. Wel zouden 6 spelers (0,1%) als risicospelers kunnen worden gekenmerkt.
86
87
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
‘Problematische loterijspelers’
Tabel 6b SOGS indices LYP (n = 6.783)
Uit het bovenstaande blijkt dat er in de steekproef geen actuele probleemspelers SOGS score
Ooit ongeacht kansspel
Ooit loterij of beide
Ooit enkel loterij
zijn gevonden waarbij de problemen specifiek aan loterijdeelname kunnen worden gerelateerd. Er komen dus geen actuele ‘problematische loterijspelers’ of
Aantal
Procent
Aantal
Procent
Aantal
Procent
0
6.407
94,5
6.568
96,8
6.646
98,0
1
261
3,8
170
2,5
119
1,8
zonder problemen de deelname te kunnen staken, het wel eens deelnamebewijzen
2
49
0,7
28
0,4
12
0,2
(loten) verborgen houden voor belangrijke naasten en het vaker dan voorgenomen
3
26
0,4
10
0,1
6
0,1
deelnemen aan een loterij. Bij geen van allen leidde dit echter tot problemen van
4
17
0,2
4
0,1
dusdanige omvang dat gesproken kan worden van problematische loterijdeelname.
5
11
0,2
2
0,0
Daarbij kan niet geheel uitgesloten worden dat de gerapporteerde problemen
6
8
0,1
1
0,0
7
1
0,0
8
2
0,0
9
1
0,0
11
1
0,0
denkbaar tussen het spelen in nummerloterijen en kansspelproblematiek in het
12
1
0,0
algemeen. Zo zou het spelen in een loterij voor sommige spelers een opstapje
melden die zij aan loterijdeelname relateren zoals het geen vertrouwen hebben
betrekking op andere loterijen dan de vier nummerloterijen die in dit onderzoek centraal staan. De hier gerapporteerde problemen vormen dus de bovengrens van problemen die betrekking hebben op de vier nummerloterijen.
Relatie nummerloterijen en kansspelproblematiek
10
Hoewel geen ‘loterijverslaafden’ gevonden konden worden, zijn ook andere relaties
kunnen zijn voor het deelnemen aan meer riskante vormen van kansspelen. Ook
13
zou het deelnemen aan loterijen voor mensen met bestaande kansspelproblemen
14
bij kunnen dragen aan de instandhouding van de kansspelproblematiek.
15 Recreatieve speler
‘loterijverslaafden’ voor. Wel is er een gering aantal spelers die enkele problemen
6.717
99,0
6.766
99,7
6.777
99,9
Risicospeler
43
0,6
14
0,2
6
0,1
Probleemspeler
24
0,3
3
0,0
0
0
Om de relatie tussen nummerloterijen en kansspelproblemen verder te onderzoeken is eerst de correlatie bepaald tussen deelname aan nummerloterijen, geoperationaliseerd als de frequentie van deelname in het afgelopen jaar, en de ernst
NB door weging en afronding is het mogelijk dat de totalen in de bovenste helft van de tabel minimaal afwijken van de
van algemene kansspelproblemen zoals gemeten door de SOGS, zowel wat betreft
onderste helft
het afgelopen jaar als lifetime. Tabel 8 toont deze correlaties.
Tabel 7 Voorkomen kansspelproblemen per type speler
Tabel 8 Correlaties tussen frequentie van deelname aan nummerloterijen het afgelopen jaar en SOGS score (LJP en LTP)
Loterijen, andere spelen of beide in afgelopen jaar Alleen loterijen
Loterijen en andere spelen
Geen enkel spel
Alleen andere spelen
Totaal
88
SOGS Overall LJP trichotoom
Totaal Pearson r LJP
Significantie (2-zijdig)
Pearson r LTP
Significantie (2-zijdig)
Staatsloterij (n=5.237)
,015
,289
-,003
,833
Postcode Loterij (n=3.604)
,001
,945
-,012
,488
BankGiro Loterij (n=2.148)
,075
,001
,034
,120
Sponsor Bingo Loterij (n=1.402)
,003
,903
,012
,660
Recreatief
Risico
Probleem
Recreatief
1.886
2
1
1.889
99,8%
0,1%
0,1%
100,0%
3.004
35
18
3.057
98,3%
1,1%
0,6%
100,0%
982
0
0
982
100,0%
0,0%
0,0%
100,0%
845
5
4
854
98,9%
0,6%
0,5%
100,0%
nummerloterij niet gecorreleerd is aan de ernst van de kansspelproblematiek,
6717
42
23
6782
zowel met betrekking tot het afgelopen jaar als lifetime. De enige uitzondering
99,0%
0,6%
0,3%
100,0%
Nummerloterij
Uit de tabel blijkt dat, met één uitzondering, de frequentie van deelname aan een
vormt de frequentie van deelname aan de BankGiro Loterij die aan de ernst van de kansspelproblematiek het afgelopen jaar is gecorreleerd. De correlatie is echter zeer
89
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
zwak (,075) en het is ook nog maar de vraag of er sprake is van een causale relatie.
Analyses waarbij de ernst van de kansspelproblematiek lifetime gerelateerd wordt
Over het algemeen blijkt de frequentie van het spelen in nummerloterijen dus niet
aan het al dan niet ooit hebben deelgenomen aan één van de vier nummerloterijen
samen te hangen met kansspelproblematiek.
en de andere kansspelen laten een vergelijkbaar beeld zien. Er is weliswaar sprake van marginale correlaties (maximaal .070), maar uit de regressieanalyses blijkt dat
Om meer zicht te krijgen op de relatie tussen deelname aan kansspelen en de hoogte
het toevoegen van de vier nummerloterijen aan het model de verklaarde variantie
van de SOGS score is een regressieanalyse uitgevoerd met als afhankelijke variabele
van het model niet wezenlijk verhogen. Enkel de BankGiro Loterij blijkt wederom
de SOGS score (LJP) en als onafhankelijke variabelen de frequentie van deelname aan
een statistisch significante maar inhoudelijke irrelevante bijdrage te leveren. In
de verschillende kansspelen. Deze regressieanalyse maakt het mogelijk de unieke
een regressiemodel met daarin alleen de vier nummerloterijen ligt de verklaarde
relatie tussen de afzonderlijke kansspelen en de SOGS score vast te stellen. Om
variantie slechts 1,2% hoger dan in het model met alleen de demografische
te corrigeren voor eventuele verschillen in leeftijd, geslacht en opleiding zijn deze
variabelen.
variabelen in stap 1 van de analyse ingevoerd. Tot slot is nagegaan hoe de proportie gestopte loterijspelers zich verhoudt tussen Uit de resultaten (zie Tabel 9) blijkt dat de frequentie van spelen op kansspel
recreatieve, risico- en probleemspelers. Met andere woorden, houden mensen met
automaten de beste voorspeller van de SOGS score is, gevolgd door de frequentie van
kansspelproblemen op met het deelnemen aan nummerloterijen? Zoals al eerder
het spelen van poker en de frequentie van het spelen van kansspelen via internet.
is gebleken (Tabel 2) heeft 85,3% van de respondenten ooit aan één van de vier
In mindere mate dragen aan de voorspelling ook bij de frequentie van het spelen in
nummerloterijen deelgenomen en 72,9% het afgelopen jaar aan één van de vier
de Lotto, de BankGiro Loterij, het Casino en krasloten. Uit de analyses blijkt dus dat
nummerloterijen deelgenomen. Uit analyses blijkt dat 14,5% van de ooit-spelers
kansspelproblemen het best verklaard kunnen worden door deelname aan typische
gestopt is met spelen. De analyses maken verder duidelijk dat er geen significante
short odds kansspelen. Uit de analyses blijkt ook een beperkte maar wel statistisch
verschillen zijn in proportie gestopte loterijspelers tussen recreatieve, risico- en
significante relatie tussen het spelen in de BankGiro Loterij en het voorkomen van
probleemspelers.
kansspelproblemen. De totale verklaarde variantie van het model is echter beperkt
Conclusie ten aanzien van de hoofdvragen
(R2 = ,101) en de bijdrage van de BankGiro Loterij aan de voorspelling van de SOGS score is uitermate klein (0,2%). Een regressiemodel waarin enkel de frequentie van
Bovenstaande analyses maken duidelijk dat er geen inhoudelijk betekenisvol
deelname aan de BankGiro Loterij is opgenomen (naast de demografische variabelen)
verband is tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelproblematiek.
laat zien dat de BankGiro Loterij de verklaarde variantie met slechts 0,3% verhoogt.
Het ontbreken van dit verband maakt het onwaarschijnlijk dat nummerloterijen
Hiermee is duidelijk dat de bijdrage van de BankGiro Loterij weliswaar statistisch
gerelateerd zijn aan het ontstaan en de instandhouding van kansspelproblemen.
significant is maar inhoudelijk betekenisloos.
Zou dit namelijk het geval zijn dan zouden degenen die meer deelnemen aan nummerloterijen ook vaker problemen met kansspelen moeten hebben en dit is niet het geval. Uit het ontbreken van verschillen in de proportie gestopte loterijspelers tussen recreatieve, risico- en probleemspelers wordt duidelijk dat het niet zo is
Tabel 9 Resultaten regressieanalyse
dat problematische spelers stoppen met het deelnemen aan nummerloterijen Unstandardized Coefficients Model
Standardized Coefficients
t
Sig.
Beta
B
Std. Error
-,362
,717
B
Std. Error
(Constant)
-,014
,038
S1 Leeftijd
,001
,000
,016
1,261
,207
S2 Geslacht
-,014
,012
-,013
-1,133
,257
S3 Opleidingsniveau
,003
,004
,009
,746
,455
freq. deelname fruitautomaat
,113
,007
,200
15,332
,000
freq. deelname poker
,071
,007
,122
9,592
,000
freq. deelname internet
,040
,007
,070
5,951
,000
freq. deelname lotto
,014
,004
,047
3,968
,000
freq. deelname BGL
,006
,002
,043
3,646
,000
freq. deelname casino
,033
,012
,035
2,726
,006
freq. deelname krasloten
,014
,006
,028
2,309
,021
a
Afhankelijke variabele: SOGS LJP
90
wat een eventuele relatie tussen loterijdeelname en kansspelproblemen had kunnen maskeren. Uit het ontbreken van een verband tussen nummerloterijen en kansspelproblematiek, en uit het ontbreken van personen in de onderzochte steekproef die problematische loterijspeler genoemd zouden kunnen worden, kan worden geconcludeerd dat er geen directe relatie bestaat tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelproblematiek. Met andere woorden, er bestaat niet zo iets als ‘loterijverslaving’ en deelname aan nummerloterijen draagt niet op een directe wijze bij aan het ontstaan of de instandhouding van kansspelproblematiek.
Deelvragen Substitutie of additie De vraag is hoe de deelname aan een nummerloterij zich verhoudt tot de deelname aan andere kansspelen. Daartoe is een correlatiematrix berekend die laat zien hoe de frequentie van deelname aan het ene spel zich verhoudt tot de frequentie van deelname aan andere spelen (zie Tabel 10, de tabel is, omwille
91
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
van de overzichtelijkheid, beperkt tot de riskante kansspelen zoals gebleken uit
Invloed toegankelijkheid en distributievormen op risico kansspelverslaving
eerdere analyses en niet significante resultaten zijn weggelaten). Wat opvalt, is
Op basis van het voorliggende datamateriaal is het niet goed mogelijk definitieve
dat de frequenties van deelname aan de verschillende kansspelen voornamelijk
uitspraken te doen over de invloed van de toegankelijkheid en distributievormen
positief gecorreleerd zijn. De deelnamefrequentie van sommige kansspelen zijn niet
van nummerloterijen op het verslavingspotentieel van loterijen. Duidelijk is wel dat
gecorreleerd, maar negatieve correlaties komen niet voor. Er is blijkbaar sprake van
onder de huidige Nederlandse wetgeving er in Nederland maar één nummerloterij
additie; hoe meer men deelneemt aan één kansspel, hoe meer men ook deelneemt
is, de Staatsloterij, waarvoor het mogelijk is losse loten te kopen. Voor alle andere
aan een ander kansspel. Voor substitutie, dat wil zeggen dat deelname aan het ene
nummerloterijen is het noodzakelijk een abonnement aan te schaffen. Uit het
spel deelname aan een ander spel verminderd, zijn geen aanwijzingen.
onderzoek is echter niet gebleken dat de Staatsloterij een andere positie inneemt dan de overige drie nummerloterijen. Er zijn daarmee geen aanwijzingen dat binnen de huidige constellatie de toegankelijkheid en distributievormen van de bestaande nummerloterijen bijdragen aan het risico op kansspelverslaving.
Tabel 10 Correlaties tussen deelnamefrequenties diverse kansspelen Staatsloterij Staatsloterij
Postcode Loterij
BankGiro Loterij
Sponsor Bingo Loterij
1
De respondenten is de vraag voorgelegd aan welke loterij zij de voorkeur geven, een
-
loterij met één prijs van €1.000.000,- of een loterij met tien prijzen van €100.000,-. De grote meerderheid van de respondenten (80,4%) geeft de voorkeur aan de loterij met
n=5.237 Postcode Loterij
BankGiro Loterij
,091(**)
1
de tien prijzen van €100.000,-. Een kleine minderheid van 6,3% heeft liever de loterij
,000
-
met de hoofdprijs van €1.000.000,- en 13,3% heeft geen voorkeur. De respondenten
n=3.178
n=3.604
lijken daarmee een grotere kans op een prijs te prefereren boven een grotere prijs.
,146(**)
,214(**)
1
Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden dat de aantrekkelijkheid van een loterij
,000
,000
-
meer afhangt van de kans op de prijs als de hoogte van de prijs. Deze conclusie is
n=1.916
n=1.623
n=2.148
,736(**)
,205(**)
1
,000
,000
-
n=1.173
n=749
n=1.402
,097(**)
,057(*)
,141(**)
,000
,034
,000
n=1.789
n=1.378
n=932
Sponsor Bingo Loterij
Lotto
Krasloten
Invloed winkansen en omvang prijzenpakket
,099(**)
,104(**)
,000
,001
n=24.73
n=947
Kansspelautomaten
,075(*) ,024 n=906
Casinospelen
,128(**) ,009 n=419
Poker
,195(*) ,012 n=164
Kansspelen op internet
,233(*) ,010 n=121
** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).
echter in tegenspraak met de ervaring dat de verkoop van loten sterk stijgt wanneer er sprake is van een uitzonderlijk hoge prijs. Invloed prijs van de inleg De respondenten is gevraagd wat zij zouden doen wanneer loterijen beduidend duurder zouden worden. Iets meer dan de helft (52,2%) van de respondenten geeft aan te stoppen met het spelen in loterijen wanneer deze beduidend duurder zouden worden en nog eens 29,7% geeft aan in zo’n geval minder te zullen gaan spelen. Uitgaande van zelfrapportage van de respondenten zou geconcludeerd kunnen worden dat het duurder maken van de loten het spelen in de loterij zou doen verminderen. Of echter het omgekeerde ook waar is, namelijk dat het goedkoper maken van de loten het spelen zou doen toenemen, kan niet uit de dataset worden opgemaakt. Invloed van de ‘suggestie van invloed’ De respondenten is de stelling voorgelegd ‘Ik heb een grotere winstkans als ik speel met een bepaald geluks(eind)nummer’. Van de respondenten is meer dan de helft (57,3%) het (helemaal) oneens met deze stelling, 9,8% is het wel eens met deze stelling en ongeveer een derde (32,9%) is het er niet mee eens maar ook niet mee oneens. Uitgesplitst naar probleem- en recreatieve spelers blijken de probleemspelers het vaker (helemaal) eens te zijn met de stelling dan de recreatieve spelers (26,1% vs. 9,7%). Het suggereren van een mogelijk invloed op de winstkans spreekt daarmee eerder probleem- dan recreatieve spelers aan en zou daarmee het risico op problemen kunnen vergroten.
* Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).
92
93
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.
Conclusie internetpanel Motivatie voor deelname nummerloterijen
De analyses op de data van het internetpanel maken duidelijk dat kansspel
Aan de respondenten die in het afgelopen jaar hebben deelgenomen aan één of meer
problemen die enkel aan deelname aan loterijen worden toegeschreven, nauwelijks
nummerloterijen is gevraagd waarom zij meespelen met de betreffende nummer
voorkomen. Slechts zes respondenten (0,1%) kunnen als actuele, dat wil zeggen
loterij (Tabel 11). Zij hebben gereageerd op 16 motivaties en op een vijfpuntsschaal
met betrekking tot het afgelopen jaar, risicoloterijspeler worden aangemerkt en
aangegeven in hoeverre die motivatie op hen van toepassing is (waarbij ‘1’ is helemaal
geen enkele respondent kan als actuele probleemloterijspeler worden aangemerkt.
niet op mij van toepassing en ‘5’ is helemaal op mij van toepassing).
‘Loterijverslaving’ blijkt dus niet voor te komen. Wel is er een gering aantal spelers die enkele problemen melden die zij (mede) aan loterijdeelname relateren zoals
Uit Tabel 11 blijkt dat ongeacht welke nummerloterij slechts twee motivaties
het geen vertrouwen hebben zonder problemen de deelname te kunnen staken,
gemiddeld hoger scoren dan ‘enigszins op mij van toepassing’. De belangrijkste
het wel eens deelnamebewijzen verborgen houden voor belangrijke naasten en
motivaties blijken daarmee te zijn het wil hebben van de kans om een groot geld
het vaker dan voorgenomen deelnemen aan het spel. Bij geen van allen leidde
bedrag te winnen en het gemak van deelname. Eveneens bij elke nummerloterij
dit echter tot problemen van dusdanige omvang dat gesproken kan worden van
scoren twee motivaties bijzonder laag (gemiddeld lager dan 1,5): deelnemers spelen
problematische loterijdeelname. Verder maken de analyses duidelijk dat er geen
niet mee omdat zij verslaafd zijn aan loterijen en ook niet vanwege het sociale contact.
inhoudelijk betekenisvol verband is tussen deelname aan nummerloterijen en
De motivatie voor deelname is voor de verschillende nummerloterijen sterk vergelijk
kansspelproblematiek. Het ontbreken van dit verband maakt het onwaarschijnlijk
baar, hoewel er wel nuanceverschillen zijn te ontdekken. Zo speelt de motivatie
dat nummerloterijen gerelateerd zijn aan het ontstaan en de instandhouding van
“Omdat ik goede doelen wil steunen” bij de Staatsloterij een minder belangrijke en bij
kansspelproblemen. Zou dit namelijk het geval zijn dan zouden degenen die meer
de Postcode Loterij en de Sponsor Bingo Loterij een meer belangrijke rol. Verder speelt
deelnemen aan nummerloterijen ook vaker problemen met kansspelen moeten
de motivatie “Omdat ik wil voorkomen dat ik later spijt krijg als iemand anders wel wat
hebben en dit is niet het geval. Met andere woorden, er bestaat niet zo iets als
wint” bij de Postcode Loterij een belangrijkere rol dan bij de andere nummerloterijen.
‘loterijverslaving’ en deelname aan nummerloterijen draagt in Nederland niet op een directe wijze bij aan het ontstaan of de instandhouding van kansspelproblematiek.
Tabel 11 Motivatie om mee te spelen in afgelopen jaar Eén of meer nummerloterijen
Staatsloterij
Postcode Loterij
BankGiro Loterij
Sponsor Bingo Loterij
n=4.947
n=4.156
n=2.408
n=907
n=870
Omdat ik de kans wil hebben om een groot geldbedrag te winnen
3,67
3,82
3,60
3,46
3,31
Omdat deelname makkelijk is
3,28
3,39
3,26
3,30
3,12
Omdat ik het leuk vind
3,08
3,25
2,85
2,69
2,74
Omdat het spannend is
2,83
3,06
2,51
2,30
2,42
Om snel geld te verdienen
2,78
2,92
2,70
2,69
2,61
Omdat ik goede doelen wil steunen
2,67
2,29
3,33
2,93
3,40
Omdat deelname niet duur is
2,63
2.54
2,71
2,84
2,70
Vanuit een spontane opwelling
2,31
2,32
2,15
2,26
2,35
Omdat het een gewoonte is
2,19
2,15
2,43
2,38
2,21
Omdat het me een ontspannen gevoel geeft
1,98
2,05
1,88
1,81
1,88
Omdat ik wil voorkomen dat ik later spijt krijg als iemand anders wel wat wint
1,93
1,77
2,50
1,85
1,95
Omdat ik graag risico’s neem
1,70
1,75
1,69
1,72
1,66
Omdat andere mensen uit mijn omgeving ook meedoen
1,56
1,57
1,69
1,48
1,53
Om mijn zorgen even opzij te zetten
1,47
1,49
1,45
1,49
1,53
Vanwege het sociale contact
1,36
1,37
1,37
1,41
1,44
Omdat ik verslaafd aan loterijen ben
1,31
1,33
1,35
1,42
1,41
Ik doe mee aan deze loterij…
94
De relatie tussen deelname aan nummerloterijen en kansspelverslaving in Nederland.