De relancemaatregelen van de federale regering in detail 1. Werkbonus: verschil tussen werken en niet-werken wordt groter (vanaf 1 januari 2013)
Doelstelling: werk moet meer lonen dan niet werken.
De werkbonus wordt versterkt (fiscaal luik en sociaal luik) om werken meer lonend te maken voor bescheiden lonen.
Wat is de werkbonus? Een korting op de persoonlijke werknemersbijdragen (normaal: 13,07%). Dit sociaal luik wordt vandaag al versterkt met een fiscaal luik, m.n. een belastingkrediet van 5,7% op jaarbedrag van sociale werkbonus met een maximum van 120 euro.
Zowel het sociale als het fiscale luik worden nu versterkt. Door deze ingreep wordt het verschil tussen niet-werken en werken weer een stuk groter. Concreet: o o o
Loontrekkenden en ambtenaren met het minimumloon houden per jaar netto 68 euro meer over. Personen met een nettosalaris van 1.355 euro per maand zullen tot 199 euro meer per jaar verdienen Een loontrekkende met een nettosalaris van 1.406 euro per maand zal per jaar 125 euro netto meer verdienen.
2. Horeca: gelegenheidsarbeid wordt voor iedereen interessanter, ook de vaste contracten worden ondersteund GELEGENHEIDSARBEID (vanaf 1 januari 2013):
In de horeca is er een grote vraag naar gelegenheidsarbeid om het extra werk tijdens piekmomenten op te vangen. Vandaag is het systeem van gelegenheidsarbeid echter te duur voor de werkgever en te weinig lonend voor de werknemer.
Er wordt een teller ingevoerd van 50 dagen gelegenheidsarbeid per jaar voor de werknemer (zoals voor studenten), waarbij de sociale bijdragen zullen berekend worden op basis van een uurforfait van 7,5 euro. In geval van een volledige dag tewerkstelling (min. 6 uren) geldt een dagforfait van 45 euro. De werkgever mag dan weer 100 dagen per jaar naar keuze beroep doen op gelegenheidsarbeiders.
18 juli 2012
Wat verandert er?
1
In de fiscaliteit stappen we over naar een uniform tarief(33%, forfaitarisering), dat lager ligt dan de huidige personenbelasting.
Deze ingrepenzorgen ervoor dat de kost voor de werkgever lager ligt en de werknemer netto meer overhoudt. Anders gezegd, bruto en nettoloon komen daardoor dichter bij elkaar.
Meer concreet:
Vandaag kost een uurloon in de horeca voor een uitvoerende functie ongeveer 22 euro, waarvan de werknemer door de hoge marginale belasting op extra uren 8 euro netto overhoudt.
Met het nieuwe forfait-systeem wint de werkgever in bovenstaand geval bijna 3 euro per uur, terwijl de werknemer per uur bijna 2 euro meer overhoudt. Of samen een globaal voordeel van 22% per uur. Bovendien neemt het voordeel toe naarmate er meer gewerkt wordt. In geval van een prestatie van 10 uur per dag, is er een voordeel van 6 euro per uur of samen een voordeel van 28%. Vandaag - gewoon uur Uur Loonkost € 21,53 Patronale RSZ € -5,34 Brutoloon € 16,18 Persoonlijke RSZ € -2,28 BV fiscaal (40% marginaal) € -5,56 Netto € 8,34 Netto/bruto 39% Kost uurloon € 22 Netto uurloon €8
3u € 64,59 € -16,02 € 48,54 € -6,84 € -16,68 € 25,02 39% € 22 €8
6u 8u 10u € 129,18 € 172,24 € 215,30 € -32,04 € -42,72 € -53,40 € 97,08 € 129,44 € 161,80 € -13,68 € -18,24 € -22,80 € -33,36 € -44,48 € -55,60 € 50,04 € 66,72 € 83,40 39% 39% 39% € 22 € 22 € 22 €8 €8 €8
Vanaf 01/01/2013 - Uurforfait 7,5 EUR (vanaf 6u: 45 EUR/dag) Forfait Loonkost Patronale RSZ Brutoloon Persoonlijke RSZ BV fiscaal (33% uniform) Netto Netto/bruto Kost uurloon Netto uurloon
Ook werklozen en gepensioneerden zullen in het systeem van gelegenheidsarbeid mogen werken. Merk op: werkzoekenden verliezen wel een deel van hun uitkering (pro rata).
VASTE CONTRACTEN (1 juli 2013): o
Ook voor de vaste contracten voorziet de regering in een loonkostdaling. Voor 5 werknemers per werkgever komt er een substantiële loonkostkorting van 500 euro per
18 juli 2012
o
7,5 EUR 22,5 EUR 45 EUR Uur 3u 6u 8u 10u € 18,66 € 55,97 € 111,93 € 144,29 € 176,65 € -2,48 € -7,43 € -14,85 € -14,85 € -14,85 € 16,18 € 48,54 € 97,08 € 129,44 € 161,80 € -0,98 € -2,94 € -5,88 € -5,88 € -5,88 € -5,02 € -15,05 € -30,10 € -40,77 € -51,45 € 10,18 € 30,55 € 61,10 € 82,79 € 104,47 55% 55% 55% 57% 59% € 19 € 19 € 19 € 18 € 18 € 10 € 10 € 10 € 10 € 10
2
kwartaalvoor +26 jarigen en 800 euro per kwartaal voor -26jarigen. Deze maatregel is beperkt tot KMO’s met maximum 20 werknemers, met andere woorden van toepassing op het gros van de horecazaken.
3. Jobstudenten: 100 halve dagen i.p.v. 50 volle dagen (in onderzoek)
Vorig jaar is het systeem van studentenarbeid flexibeler gemaakt. Studenten mogen sinds vorig jaar 50 dagen werken, doorheen het ganse jaar. Vroeger was dit beperkt tot 23 dagen in de zomermaanden (lager tarief) en 23 dagen buiten de zomermaanden (hoger tarief). Vorig jaar is men dus al overgeschakeld naar een systeem waarbij de jobstudent gespreid over het hele jaar 50 dagen mag werken aan een voordelig sociaal tarief.
De federale regering heeft het voornemen om deze regeling nog verder te versoepelen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door met halve dagen te werken in plaats van met volledige dagen. Op die manier verliezen studenten wanneer ze maar een beperkt aantal uren werken per dag (bijv. in de horeca) geen volledige dag van hun contingent. Resultaat: studenten kunnen meer werken op momenten dat het hen uitkomt. Die flexibiliteit komt ook de werkgever ten goede.
De regering heeft dit voorstel voor advies voorgelegd aan de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad.
4. Financiering en zuurstof voor ondernemingen en specifiek voor KMO’s Belastingkrediet voor bedrijfsobligaties (vanaf 1 januari 2013)
De Belg staat bekend als een goede spaarder. In mei 2012 hadden alle Belgen samen zo’n 226 miljard euro aan spaargeld op bankrekeningen staan. De regering wil mensen aanzetten om dat spaargeld te investeren in de reële economie, meer bepaald in bedrijven (niet-beursgenoteerd) die nu vaak problemen hebben om hun financiering rond te krijgen omdat banken strengere voorwaarden hanteren (o.m. door Basel II-normen). Dit opzet strookt met een aanbeveling van de Nationale Bank van België (bankenrapport).
Voorstel: Particulieren die inschrijven op nieuw uitgegeven obligatieleningen door niet-beursgenoteerde bedrijven kunnen aanspraak maken op een belastingkrediet en dit gedurende enkele jaren. Het voorstel zal in het najaar (tijdens het begrotingsconclaaf) verder uitgewerkt worden. Dit gelijkt op de bekende maatregel “Monory – De Clercq” voor aandelen.
4.2.
4.3.
Lastenvermindering voor de eerste 3 aanwervingen (vanaf 1 oktober 2012) De sociale lastenvermindering voor de eerste 3 aanwervingen voor starters wordt vanaf 1 oktober 2012 versterkt. Deze maatregel geeft zuurstof aan startende ondernemingen en creëert heel wat jobs. Concreet zal deze vermindering van de sociale bijdragen gedurende max. 39 maanden gelden en kan ze oplopen tot 1.500 euro gedurende 15 maanden voor de eerste werknemer.
Lastenverlaging voor KMO’s die inzetten op innovatie (vanaf 1 januari 2013) Vandaag zijn octrooiwinsten van bedrijven voor 80% vrijgesteld van belastingen. Voorwaarde is wel dat het bedrijf een onderzoekscentrum heeft. Die voorwaarde zorgt ervoor dat vooral grote bedrijven (bijv. farma) gebruik maken van het systeem en kleinere en middelgrote bedrijven uit de boot vallen.
18 juli 2012
4.1.
3
4.4.
Omdat innovatie een belangrijke factor is voor economische groei en België een echt KMO-land is, schrapt de regering de voorwaarde van het onderzoekscentrum. Dit moet KMO’saanzetten om ook de kaart van innovatie te trekken. KMO’s die innoveren moeten ondersteuning krijgen, zeker in een KMO-land als België. Daarom deze lastenverlaging voor KMO’s die inzetten op innovatie.
Vlottere financiering voor KMO’s (vanaf 1 januari 2013) Versoepeling wederbeleggingsvergoeding (‘fundingloss’) Een vlotte financiering en kredietverlening geeft bedrijven meer zuurstof om te groeien. Vandaag moeten KMO’s zeer hoge wederbeleggingsvergoedingen betalen aan de bank voor het wijzigen of stopzetten van een krediet. Voor particulieren is die vergoeding meestal beperkt tot drie maanden interest. Voor KMO’s ligt dat bedrag een pak hoger. We zullen die wederbeleggingsvergoedingen ook voor KMO’s en bedrijven op een redelijk niveau brengen. Zonder vlotte financiering is geen groei mogelijk.
Overdraagbaarheid van de waarborgen Er komt een vereenvoudigde procedure voor het overdragen van een waarborg in het kader van een hypothecair krediet of een pand op een handelsfonds. Bedoeling is via een kantmelding de verandering van kredietgever op een duidelijke maar vereenvoudigde wijze aan te geven. Vandaag is die overdracht complex en kostelijk.
Verbreking contract door de bank Wanneer banken een contract willen opzeggen met een KMO zullen ze voortaan een opzegtermijn moeten respecteren en een opzegvergoeding moeten betalen.
Informatieplicht bij weigering krediet Wanneer een bank een krediet weigert, zal ze de KMO’s moeten informeren zodat in de bedrijfsvoering en nieuwe kredietaanvragen met de opmerkingen rekening kan worden gehouden.
Crowdfunding Crowdfunding zit in de lift. Voor dit jaar wordt een verdubbeling voorspeld. De regering werkt een reglementair kader uit voor crowdfunding. De FSMA staat in voor de begeleiding.
BTW-waarborg (vanaf 1 oktober 2012)
Invoerders van goederen uit niet EU-lidstaten kunnen vandaag BTW op twee manieren betalen: (1) onmiddellijk bij de ontvanger van de douane (uiterlijk donderdag van de week van invoer) of (2) door inschrijving van het verschuldigde bedrag in de periodieke BTW-aangifte van de betrokken BTW-belastingplichtige, mits een vergunning werd verkregen van het Ministerie van Financiën. Die vergunning wordt pas uitgereikt na het storten van een borgsom ter waarde van 1/24 van de BTW die het jaar voordien was verschuldigd na invoer.
Deze regeling betekent o.m. voor de Antwerpse haven een competitief nadeel omdat de haven van Rotterdam geen borgsom vraagt. Daarom zal de regering de borgsom schrappen en vervangen door een systeem zonder vooruitbetalingen. De
18 juli 2012
4.5.
4
uitstaande borgsommen, zo’n 300 miljoen euro, worden terugbetaald wat zuurstof betekent voor de invoerders.
4.6.
4.7.
E-facturatie (vanaf 1 januari 2013) De regering maakt e-facturatie een pak flexibeler, met name de bewaring van de elektronische stukken zal voortaan mogelijk zijn onder de vorm die de ontvanger wenst. Dit is een grote vooruitgang tegenover de erg strikte regels die in het verleden van toepassing waren.
Versterken van de exportfinanciering (vanaf 1 januari 2013)
De regering wil de toegang tot financiering voor exportondernemingenversterken. Ze zal dat doen door een herfinancieringsmechanisme uit te werken voor banken die bedrijven exportkredieten verlenen. Door marktomstandigheden zijn banken vandaag strenger geworden bij het verlenen van exportkredieten.
De Nationale Delcrederedienst, die instaat voor kredietverzekering bij export, zal dit herfinancieringsmechanisme uitwerken .
Dit model is al in verschillende Europese landen ingevoerd. Delcredere werkt dus aan mechaniek om dat ook in België te introduceren.
5. Innovatie/onderzoek (vanaf 1 januari 2013) 5.1.
5.2.
Vrijstelling bedrijfsvoorheffing onderzoekers van 75% naar 80% Vandaag bestaat een regeling dat 75% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers niet moet worden doorgestort. Dit vrijstellingspercentage wordt opgetrokken van 75% naar 80%. Zo zorgen we ervoor dat investeren in onderzoekers in België aantrekkelijk blijft.
Lastenverlaging voor octrooiwinsten KMO’s Zie hoger, nr. 4.2.
6. Werk (vanaf 1 januari 2013) 10.000 stageplaatsen voor jonge schoolverlaters
10.000 jonge schoolverlaters zullen vanaf 1 januari 2013 de mogelijkheid krijgen voor on-the-job training. Dit verhoogt hun kans op een vaste job. Jongeren zullen de kans krijgen om gedurende zes maanden een bedrijfsstage te volgen tijdens de tweede helft van hun inschakelingstijd (vroegere wachttijd). Tijdens hun stage krijgen de jongeren een vergoeding die bestaat uit een inschakelingsuitkering (vroegere wachtuitkering) aangevuld met 200 euro betaald door de werkgever.
Deze formule is zowel voor de jongere als voor de werkgever interessant. De jongere verhoogt zijn/haar kansen op een job en kan ervaring en arbeidsattitude opdoen, terwijl de werkgever er een extra kracht bij heeft en niet verplicht is om de jongere ook aan te werven.
6.2.
Lastenverlaging laaggeschoolde jongeren en oudere werknemers
18 juli 2012
6.1.
5
6.3.
Voor twee groepen die vandaag zeer kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt komt er een verlaging van de loonkost, met name voor laag–en middengeschoolde jongeren en voor oudere werknemers: o
Jonge mensen zonder diploma zijn extra kwetsbaar op de arbeidsmarkt. Het is dan ook goed dat we hen ondersteunen om aan de slag te gaan. Een beperktere vermindering is ook voorzien voor jongeren met een diploma hoger secundair onderwijs (middengeschoolden), maar hier pas na 6 maanden werkloosheid.
o
Verder komt er ook een maatregel die aansluit bij de pensioenhervormingen. We vragen aan 50-plussers om wat langer aan de slag te blijven. Maar ze moeten ook de nodige kansen krijgen om langer te “kunnen” werken. Met de voorgestelde lastenverlaging maken we het voor werkgevers aantrekkelijker om oudere werknemers in dienst te nemen en te houden. De loonlastenverlaging wordt groter naarmate de leeftijd. Meer bepaald betekent dit voor 54+, 58+, 62+ een lastenverlaging van resp. 400 euro per kwartaal, 800 euro per kwartaal en 1.350 euro per kwartaal.
Opwaardering van het mentorschap: inzetten op langer kunnen werken
Het systeem van mentorschap is een waardevol systeem. Het geeft oudere werknemers de kans om een job op zich te nemen die fysiek wat minder zwaar is en tegelijkertijd hun kennis en expertise ter beschikking stellen van hun jongere collega’s. Denk bijvoorbeeld aan verpleegkundigen die het zwaardere werk met patiënten inruilen om beginnende collega’s op te leiden.
Om mensen en bedrijven aan te zetten te kiezen voor het mentorschap verdubbelen we de doelgroepvermindering (van 400 naar 800 euro) en zorgen we ervoor dat mensen die een mentoropleiding volgen daarvoor educatief verlof krijgen. Bovendien maken we het voor bedrijven eenvoudiger door de administratie te verlichten en brengen we eventuele sancties voor het overtreden van de regels in verhouding tot de overtreding.
7. Zelfstandigen 7.1. Kloof tussen minimumpensioen zelfstandigen en werknemers wordt eindelijk gedicht (vanaf 1 januari 2013)
Het verschil tussen een minimum gezinspensioen van een zelfstandige en een werknemer is vandaag nog 23 euro/maand. Er worden extra middelen voorzien om die kloof helemaal weg te werken, zodat de verschillen tussen de diverse pensioenstelsels weer wat kleiner worden.
Voor de komende twee jaar heeft de regering tevens een enveloppe voorzien om de laagste uitkeringen op te trekken, en hierbij prioritair in te zetten op een versterking van de laagste en oudste pensioenen voor werknemers en zelfstandigen.
Ook zelfstandigen verdienen een tweede kans (vanaf 1 januari 2013)
Toegang tot faillissementsverzekering wordt aangemoedigd
Faillissementsverzekering wordt uitgebreid naar gevallen van gedwongen stopzetting
Vrijstelling van bijdragen: betere behandeling van aanvragen bij de Commissie voor vrijstelling.
18 juli 2012
7.2.
6
8. Oproep aan de sociale partners: interprofessioneel akkoord 2013-14 De regering wenst de relancestrategie in nauw overleg met de sociale partners verder uit te voeren. Een belangrijke verantwoordelijkheid voor meer competitiviteit ligt immers bij de sociale partners bij het afsluiten van het interprofessioneel akkoord (IPA) in het najaar. Specifiek rekent de regering erop dat de sociale partners tot akkoorden kunnen komen om: de polyvalentie van onze arbeidsmarkt te vergroten en de kwaliteit van de jobs te verbeteren: o
Inzake polyvalentie gaat het meer concreet over:
o
‐
maatregelen die bijdragen tot een beter evenwicht tussen werk en privé, zoals schoolbelcontracten (glijdende werkuren) maatregelen om de regelgeving inzake tijdelijk werk, uitzendarbeid en deeltijds werk te vereenvoudigen en te moderniseren, meer specifiek hebben deze pistes betrekking op: de voorwaarden en modaliteiten voor het begrenzen van het aantal overuren zonder verplichte inhaalrust de versoepeling van de 38-urenweek voor een nog vast te leggen periode en over maximum één jaar gespreid, met eerbied voor de te bepalen arbeidsomstandigheden en zonder de algemene arbeidsduur te verlengen
Inzake kwaliteit van de jobs wenst de regering onder meer de veiligheid en gezondheid op de werkvloer te verbeteren en de vorming van werknemers te stimuleren, ook zal de regering initiatieven nemen om de diversiteit te verbeteren, zowel in de bedrijven als bij de overheid. Ook zal de regering structurele maatregelen treffen om discriminaties tussen vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt te verminderen (vb. loonkloof en glazen plafond).
de competitiviteit van onze ondernemingen te versterken, door rekening te houden met de evolutie van de loonkost, het innovatievermogen en de exportstrategie van onze bedrijven. Wat de evolutie van de loonkost betreft, vraagt de regering aan de sociale partners om op basis van het technisch rapport van de CRB de loonkosthandicap ten opzichte van onze buurlanden af te bouwen, zonder evenwel het automatisch indexeringssysteem van de lonen en de uitkeringen aan te tasten.
18 juli 2012
‐
7