DE REIS VAN SINT BRANDAAN
16 mei
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Inleiding Op 16 mei wordt de feestdag van Sint Brandaan gevierd, de beschermer van alle zeevaarders. Brandaan was een onverschrokken Ierse monnik die in de zesde eeuw volgens de overlevering gedurende zeven jaar op de Atlantische Oceaan rondreisde en misschien zelfs Amerika ontdekte, duizend jaar vóór Columbus. Zijn belevenissen zijn op schrift gesteld en vormen de bron van een van de eerste West-Europese reisverhalen. Doelgroep Leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs (10-12 jaar). Doelstellingen • De leerlingen weten wie Sint Brandaan was en waar en in welke tijd hij leefde • Zij weten hoe de eerste Ierse monniken leefden en welke activiteiten zij ontplooiden • Zij hebben enig inzicht in de relatie tussen het reisverhaal van Brandaan en de geografische werkelijkheid. Vakken en kerndoelen Oriëntatie op mens en wereld Aardrijkskunde Domein A: geografisch perspectief 2 De leerlingen kunnen de (ruimtelijke gevolgen van) verschijnselen aangeven op een kaart en het spreidingspatroon benoemen. Domein C: topografie en kaartbeeld 10 De leerlingen kunnen zich een voorstelling maken van de kaart van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld. Geschiedenis Domein D: historisch besef 13 Leerlingen kunnen begrijpen dat historische bronnen tegenstrijdig kunnen zijn of van elkaar kunnen afwijken.
© STICHTING KENNISNET / Ê CMO
INTRODUCTIE - II
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Domein E: historische gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen 14 Leerlingen kennen in grote lijnen de middeleeuwse samenleving in West-Europa. Bronnen Willem Wilmink, W.P. Gerritsen, De reis van Sint Brandaan, Amsterdam 1994. Tim Severin, De Brendan expeditie: met een open huidboot naar Noord-Amerika zoals St. Brandaan in de zesde eeuw, Amsterdam 1999. Clara Strijbosch, The Seafaring Saint, Dublin 2000 W.P. Gerritsen, Doris Edel, Mieke de Kreek, De wereld van Sint Brandaan, Utrecht 1986 M. Draak, De reis van Sinte Brandaan, Amsterdam 1980 Dank Paul Stephenson, Ronan Coyne, Rob Smyth, Maeve Kelly, Bord Failte, Antoon Seelen en de Newfoundland and Labrador Heritage website gaven toestemming voor het overnemen van illustraties.
© STICHTING KENNISNET / Ê CMO
INTRODUCTIE - III
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 1
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Inleiding Reizen is tegenwoordig een fluitje van een cent. Bijna iedereen gaat een keer per jaar op vakantie. Misschien ben je zelf ook al wel eens naar het buitenland geweest. Je stapt in de auto en binnen een dag ben je in Frankrijk. Of je stapt in het vliegtuig en acht uur later zet je voet aan land in de Verenigde Staten. In de Middeleeuwen was dat allemaal niet zo makkelijk. Er waren nauwelijks wegen en een reis over zee was een hachelijk avontuur. En van vakantie had nog niemand gehoord. Toch waren er ook toen al mensen die er niet voor terugdeinsden om een wereldreis te maken. Sint Brandaan Zo iemand was Sint Brandaan. In Ierland, waar hij vandaan kwam, wordt hij Saint Brendan genoemd. Brandaan was een Ierse monnik die leefde van ongeveer 484 tot ongeveer 580. De Ieren waren nog niet zo lang daarvoor tot het christendom bekeerd en overal op het eiland waren kloosters gesticht. Vooral afgelegen en onherbergzame plekken waren erg in trek. Kloosterlingen deden eigenlijk maar twee dingen: bidden en werken. Ze bouwden hun eigen kerken en kloosters, maakten hun eigen gereedschap en verbouwden hun eigen voedsel. Daarnaast schreven ze dikke boeken die ze mooi versierden. Brandaan was tamelijk reislustig. Hij ondernam reizen in Ierland zelf en naar Engeland, Frankrijk en naar verschillende Schotse eilanden. Daar verkondigde hij het geloof en stichtte kloosters. Een van die kloosters is Clonfert, vlakbij de stad Galway. Daar werd hij uiteindelijk ook begraven. Op 16 mei wordt zijn feestdag gevierd. Omdat hij zoveel zeereizen maakte noemen we hem ook wel Brandaan de Zeevaarder. De rijk versierde toegangsdeur van de kathedraal van Clonfert
Brandaan was in heel West-Europa een bekend iemand. Vooral langs de kust heeft hij zijn sporen nagelaten. Ook in ons land. De vuurtoren op Terschelling heet al eeuwenlang de Brandaris. Het is de oudste vuurtoren van ons land. Hij is genoemd naar Sint Brandarius, oftewel Sint Brandaan. Sint Brandaan is namelijk ook de beschermheilige van het kustlicht. Dat komt zo. Een van de kloosterlingen uit Brandaans klooster had een vuurtje gemaakt in de toren van het klooster. Op die manier kon Brandaan veilig op de rotsachtige kust afstevenen als hij weer terugkeerde van een van zijn reizen. Overal in Ierland kun je eeuwenoude ruïnes van kloosters aantreffen. Het kruis op de voorgrond is een Keltisch kruis.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 2
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Ierse monniken De tijd waarin Brandaan leefde noemen we ook wel de donkere Middeleeuwen. Het grote en machtige Romeinse rijk was vlak daarvoor ten onder gegaan en daarmee was ook veel kennis weer verloren gegaan. In het begin van de vijfde eeuw waren de Ieren tot het christendom bekeerd en veel geleerde monniken waren van het vasteland naar Ierland gevlucht. Zij schreven prachtige boeken. Dat schrijven deden ze ook letterlijk. De boekdrukkunst was nog lang niet uitgevonden en boeken werden met de hand overgeschreven. Dat gebeurde meestal in kloosters door monniken. Daaraan danken we nog de uitdrukking ‘een monnikenwerk’ voor een karwei waar je heel veel geduld voor moet hebben. De kerk in Ierland bestond uit tientallen kloosters waar de abt, de hoofdmonnik, de baas was. Overal in Europa werden kerken en kastelen bedreigd door plunderende barbaren. Ierland bleef daar in het begin voor gespaard. De monniken konden in alle rust prachtige boeken schrijven en nadenken over hoe de wereld en de natuur in elkaar zat. Sommige monniken trokken zich helemaal terug uit de wereld. Zij bouwden op de meest onherbergzame plekken primitieve hutjes van op elkaar gestapelde stenen. Daar leidden ze een kluizenaarsleven. Andere monniken trokken er juist op uit om het geloof te verbreiden. Bijenkorfachtige stenen hutten op een rotsachtig eiland voor de Ierse kust
Het is niet zo vreemd dat Brandaan in heel Europa bekend werd. In de negende eeuw kreeg ook Ierland te maken met invallen van andere volken. De Vikingen uit Noorwegen waren echte roofridders die regelmatig Engeland en Ierland binnenvielen op zoek naar buit. Nu was het de beurt van Ierse monniken om naar het vasteland van Europa te vluchten. En ze namen hun verhalen en hun geloof mee. Het verhaal van Brandaans zeereizen werd ijverig overgeschreven en vertaald in allerlei talen. 1. Waarom noemen we de Middeleeuwen de Middeleeuwen? 2. Van wanneer tot wanneer duurde deze periode? 3. Ken je een andere naam voor de Vikingen? 4. Overschrijven of doorvertellen. In de Middeleeuwen waren er maar twee manieren om verhalen door te geven: overschrijven of doorvertellen. Maak twee groepen, een schrijfgroep en een vertelgroep. In beide groepen krijgt een leerling een kort verhaaltje voor zijn of haar neus. In de schrijfgroep schrijft een leerling (A) het verhaaltje over op een vel papier. Vervolgens schrijft een andere leerling (B) dát verhaaltje weer over. Een derde leerling (C) schrijft het papier van leerling B over en zo verder. Kijk nu hoeveel verschillen er zijn tussen het oorspronkelijke verhaal en de laatste kopie. Doe hetzelfde in de vertelgroep. Hier moet leerling A het verhaal zo goed en zo kwaad mogelijk doorvertellen aan leerling B. Deze vertelt het weer aan leerling C. En zo verder tot iedereen aan de beurt is geweest. De laatste leerling in dit groepje schrijft het verhaal zoals hij of zij het zich herinnert weer op. Kijk ook hier hoeveel de laatste versie afwijkt van het origineel. Goed luisteren is een kunst!
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 3
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
De avonturen van Brandaan Brandaan is abt (de baas) van het klooster in Clonfert. Op een dag krijgt hij bezoek van een reizende monnik die vertelt over een eiland dat hij het Beloofde Land van de Heiligen noemt. Het ligt ten westen van Ierland in de oceaan. Het is een land van melk en honing waar eten en drinken in overvloed is. Brandaan is meteen enthousiast en zoekt veertien monniken bij elkaar om een boot te bouwen om dat Beloofde land te gaan zoeken. In de tijd van Brandaan lag Ierland zo’n beetje aan de rand van de bekende wereld. In de oceaan lagen alleen wat eilanden. Nu weten we dat als je vanuit Ierland naar het westen vaart, je vanzelf in New York aankomt. Hij liet een schip bouwen met een houten geraamte. Daaromheen werden ossenhuiden gespannen die in een bad van de schors van eikenbomen waren gelooid. Vervolgens werden ze ingesmeerd met wolvet om ze waterdicht te maken. Daar zit één groot nadeel aan: het stinkt een uur in de wind. Dat maakte trouwens niet zo heel veel uit. In die tijd waren de mensen niet zo hygiënisch. Ze wasten zich nooit, dus ze stonken zelf ook. Het soort boot waarin Brandaan zijn reizen maakte heette een curragh. Ze werden gemaakt van een kano-achtig houten geraamte. Daar overheen werden aan elkaar genaaide ossenhuiden gespannen. Om vooruit te komen waren ze voorzien van een vierkant wollen zeil en riemen waarmee geroeid werd. Vandaag de dag kun je ze nog steeds zien in Ierland. Ze worden niet meer van ossenhuiden gemaakt maar van canvas, bestreken met teer om de huid waterdicht te maken. Hoewel ze klein en licht zijn, kun je er prima mee de zee op. Drie mannen dragen een curragh naar het water
Er werd flink wat proviand ingeladen en de monniken vertrokken. Al snel werden ze belaagd door een zeedraak. Gelukkig komt een vliegend hert hen te hulp en verjaagt de zeedraak. En zo gaat het de hele reis door. Brandaan ontmoet op zijn reis de meest fantastische dieren en mensen. Zo ontmoet hij een piepklein mannetje dat moederziel alleen op een blad op zee drijft. Met een al even klein schepje is hij bezig de zee te meten, druppel voor druppel. Brandaan zegt tegen de dwerg dat het zinloos is wat hij doet. Het lukt op die manier nooit om te meten hoeveel water er in de zee zit. Het mannetje antwoordt dat het voor Brandaan net zo onmogelijk is om alles wat God geschapen heeft te leren kennen. Oftewel: de wonderen van de schepping zijn zo talrijk als de zandkorrels in de woestijn of waterdruppels in de zee of de sterren aan de hemel. Maar Brandaan komt nog veel meer vreemde zaken tegen: de Schapeneilanden, het Vuureiland en de Glazen Pilaren. Iemand gooit brandende rotsen naar hen. En Sint Brandaan belandt met zijn metgezellen op de eilandvis. Een grote walvis met een bos op zijn rug. Ze gaan aan land en stoken een vuurtje op de rug van de vis om eten te koken.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 4
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Plotseling duikt de vis onder water en Brandaan en zijn medereizigers kunnen maar net op tijd in hun boot vluchten. Alles bij elkaar zijn ze zeven jaar onderweg. Ze gaan regelmatig aan land op een van de eilanden die ze onderweg tegenkomen. Daar blijven ze dan een tijdje om uit te rusten en eten en drinken in te slaan. Na zeven jaar vinden ze eindelijk het eiland waarnaar ze op zoek zijn. Daar blijven ze veertig dagen. Daarna varen ze meteen terug naar Ierland. Kort daarna sterft Brandaan.
1. In de tijd van Brandaan was het meenemen van voedsel niet eenvoudig. Ze hadden natuurlijk geen koelkast aan boord. En ingeblikt voedsel bestond ook nog niet. Stel: je gaat op reis en je moet voor twee weken eten en drinken meenemen. Je hebt geen koelkast en je kunt ook geen eten in blik meenemen. Wat zou je allemaal meenemen? 2. Je kunt natuurlijk ook scheepsbeschuit meenemen. Lekker is anders, maar ze blijven lang goed en ze vullen de maag. Bak zelf scheepsbeschuit volgens dit recept. Je hebt nodig: - vier kopjes bloem - 1 kopje water - een theelepeltje zout Kneed in een kom de ingrediënten tot een stevig deeg. Rol het deeg uit op een vlakke ondergrond waar je een beetje bloem op gestrooid hebt (anders blijft het deeg aan de ondergrond plakken). Je kunt het deeg uitrollen met een deegroller of een glazen fles. Je kunt het ook met je handen uit elkaar duwen of platslaan.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 5
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
De deegplak moet ruim 1 cm dik zijn. Snij het deeg in plakken van ongeveer 7 cm. Leg ze op een bakblik en prik er met een vork gaatjes in. Zet het bakblik in een hete over (350 graden). Als de beschuiten lichtbruin zijn (na ongeveer een uur) zijn ze klaar. Laat ze daarna afkoelen. Je zult merken dat de beschuiten keihard zijn. Ze werden dan ook geweekt in water of soep of thee. Eet smakelijk. Of zoals Brandaan het in zijn eigen taal, het Iers, gezegd zou hebben: bain taitneamh as do bhéile! 3. Om op zee en op het land niet te verdwalen is het handig als je een kompas hebt. Je weet dan altijd waar het noorden ligt. Bouw zelf een eenvoudig waterkompas. Daarvoor heb je nodig: - een kurk of een stukje piepschuim - een recht gebogen metalen paperclip - een magneet Wrijf de paperclip een paar minuten langs de magneet en prik hem dan door het piepschuim of door de kurk. Leg daarna de kurk of het piepschuim in een bakje water. De gemagnetiseerde punt van de paperclip wijst nu naar het noorden. 4. Dit is een experiment. Los 35 gram zout (2 afgestreken eetlepels) op in één liter water. Je hebt nu zeewater gemaakt. Leg nu verschillende materialen in het water en kijk wat er mee gebeurt. Neem bijvoorbeeld een luciferhoutje, een stukje kladof krantenpapier, een lapje stof, een wollen draadje, een leeg plastic zakje, een stukje ijzer (bijvoorbeeld een spijker) en als het kan een stukje leer. Dompel de voorwerpen geregeld onder. Kijk na een week welke voorwerpen het ergste door het zoute water zijn aangetast. Doe hetzelfde na nóg een week.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 6
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Het verhaal van de reis Het verhaal van de reis van Brandaan wordt pas een paar honderd jaar later in het Latijn opgeschreven. Het heet Navigatio Sancti Brendani Abbatis (de zeereis van de heilige abt Brandanus). Zoals je al weet raakte Brandaan enthousiast over de verhalen van een rondreizende monnik over het Beloofde Land. Hij besloot zelf op zoek te gaan naar dat Land. Nog weer later verschijnt in Duitsland een verhaal over de avonturen van Brandaan: De Reis van Sint Brandaan. Dit verhaal verschilt behoorlijk van de Latijnse versie. Volgens het Reisverhaal was de aanleiding voor Brandaan om zijn reis te beginnen heel anders. Hij kreeg een boek in handen waarin allerlei merkwaardige natuurverschijnselen beschreven werden. Er zouden drie hemelen bestaan en onder deze wereld zou nog een andere wereld bestaan waar het nacht werd als bij ons de zon opkomt. Er werden vissen beschreven met een bos op hun rug. Hij geloofde er niets van en gooide het boek kwaad in het vuur. Voor straf moest hij nu zelf op reis om met eigen ogen te zien dat het helemaal geen verzinsels waren. Waarschijnlijk is de oorsprong van het verhaal nog veel ouder. Al voordat de Ieren zich tot het christendom bekeerden bestonden er allerlei verhalen over rondreizende ontdekkingsreizigers die in bootjes over de oceaan reisden. Zo was er het verhaal van ene Bran die rond het jaar 700 de zee op ging om op zoek te gaan naar de Gelukzalige Eilanden in de oceaan ten westen van Ierland. Bran en zijn metgezellen stapten in een roeiboot en ontdekten het Eiland der Vrolijkheid waar alleen maar lachende mensen woonden en het Land der Vrouwen waar ze vol liefde onthaald werden. Maar waar lagen nu die fameuze Gelukzalige Eilanden? Men dacht dat ze ergens in de onmetelijke oceaan lagen, ongeveer in de buurt van waar de zon ondergaat. Er was eten en drinken in overvloed en altijd mooi weer. En zeg nou zelf: wie zou daar niet naar toe willen? Al in de 13e eeuw werd het reisverhaal van Sint Brandaan in het Nederlands vertaald. Het heette ‘Van Sente Brandane’. De schrijver laat er geen gras over groeien en valt meteen met de deur in huis. Hij beschrijft het verhaal van een “heere in Yerlant”. En wanneer gebeurde dat allemaal? “Over lanc”, oftewel lang geleden. Een middeleeuwer vond het niet belangrijk om te weten wanneer het verhaal zich precies afspeelde. Jaartallen waren niet interessant. Het Nederlands uit dat eerste Brandaanboek verschilt nogal van de taal die we nu kennen. De meeste mensen zullen er maar weinig van begrijpen. Hieronder staat een stukje van die tekst met de vertaling die de dichter Willem Wilmink ervan maakte.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 7
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Doe voeresi met ghemake Up des zeewes vlake. Doe versach sente Brandaen Eenen sconen werf staen, Hi dochte den wijsen heere Wel VI milen lanc of meere, Die stont up den rugghe van eenen vissche.
De zee was kalm en vlak, Ze voeren op hun gemak. Toen zag Sinte Brandaan Een kust, zeer aangenaam, Die leek de wijze heer Wel zes mijl breed, of meer. De kust lag op de rug van een vis.
Letterlijke vertaling: Toen voeren ze op hun gemak Over het oppervlak van de zee Toen kreeg Sint Brandaan in zicht Een schone kust, Het leek de wijze heer Wel zes mijlen lang of meer, Die op de rug van een vis stond.
1. Brandaan ontmoet onderweg allerlei vreemde wezens en maakt onbegrijpelijke dingen mee. De middeleeuwse mens moest maar geloven wat hij las. Tegenwoordig, met televisie en internet, is de hele wereld onder handbereik. Toch is nog steeds niet altijd meteen duidelijk of wat je leest of hoort of ziet ook echt gebeurd is. Stel dat je iets wilt weten over dinosaurussen. Waar denk je dat je de meest betrouwbare informatie daar over kunt vinden: de televisie (bijvoorbeeld een documentaire), een boek (bijvoorbeeld een encyclopedie) of internet? 2. Misschien lees je zelf ook wel eens reisverhalen. Wat vond jij het spannendste reisverhaal wat je gelezen hebt? Waarom? 3. Het Latijn was in de Middeleeuwen de taal die door veel mensen in heel Europa verstaan werd. Welke taal heeft die rol vandaag de dag overgenomen? 4. Maak een tekening van het Aard Paradijs.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 8
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Fantasie of werkelijkheid? Het verhaal van Brandaans reis is een van de eerste reisboeken en avonturenverhalen in Europa. Het is een spannend reisverhaal vol wonderen, vreemde dieren en buitenissige verschijnselen. Voor middeleeuwse mensen was het smullen en huiveren geblazen. Brandaan en zijn tijdgenoten hadden nog nooit ijsbergen, vulkanen, walvissen en walrussen gezien. Heel lang dacht men dat het verhaal van Brandaans reis een parabel was: een niet echt gebeurd verhaal. Maar ongeveer 25 jaar geleden werd de Engelsman Tim Severin zo gegrepen door het verhaal dat hij besloot om te kijken of het mogelijk was om zo’n zelfde zeereis te maken. Volgens hem konden al die fantastische gebeurtenissen best op waarheid berusten. Het Schapeneiland zou bijvoorbeeld best een van de Fär Öer eilanden geweest kunnen zijn. Het woord Fär Öer betekent zelfs Schapeneiland. En de snoodaard die brandende rotsen gooide zou best eens een beschrijving kunnen zijn van een vulkaanuitbarsting op IJsland. En die glazen pilaren zouden best eens ijsbergen geweest kunnen zijn. Met de informatie uit het verhaal bouwde Tim Severin zo’n zelfde boot. Op de naamdag van Sint Brandaan in 1976 vertrok hij met vier metgezellen in het bootje uit Brandon Cove, in het zuidwesten van Ierland. Na veel ontberingen lukte het hun via de Shetland eilanden in Schotland en de Fär Öer eilanden in IJsland te komen. Daar overwinterden ze. Ook Brandaan zeilde niet zeven jaren lang rond over zee. Het volgende jaar wisten ze Newfoundland te bereiken. Daarmee was het bewijs geleverd dat het mogelijk was om met een bootje zoals Brandaan gebruikt had Amerika te bereiken. En dus zou Brandaan best eens Amerika ontdekt kunnen hebben…
3. 4. 5. 6.
1. Brandaan heeft misschien Amerika ontdekt. Hij deed dat ongeveer 1000 jaar voor de officiële ontdekker van dat continent. Hoe heette deze en in welk jaar zette hij voet aan land in Amerika? 2. Wat was het doel van zijn reis? Hoe heet het kruis op het zeil van het bootje hierboven? Zoek in een atlas of op een wereldbol de volgende (ei)landen op die Brandaan volgens Tim Severin bezocht heeft: Iona, de Hebriden, Fär Öer, IJsland, Newfoundland. Bij welk land horen de Fär Öer Eilanden? Hoe heet de hoofdstad van IJsland?
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
WERKBLADEN - 9
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
HANDLEIDING - 1
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Inleiding Over reizen toen en nu. Maar ook: wie was Brandaan, wanneer en waar leefde hij en waarom is hij zo bekend geworden? En: Ierse monniken, over de organisatie van de vroege christelijke kerk in Ierland en de rol van Ierse monniken in de verspreiding van kennis en geloof in de vroege Middeleeuwen. 1. en 2. De Middeleeuwen is de periode van ongeveer 500 tot ongeveer 1500 na Chr. Het is het tijdperk tussen de klassieke oudheid en de moderne tijd. 3. De Vikingen worden ook wel Noormannen genoemd hoewel ze lang niet allemaal uit Noorwegen kwamen maar deels ook uit Denemarken. 4. U kunt bij deze opdracht de klas in twee groepen verdelen, een schrijfgroep en een vertelgroep. Uit de schrijfgroep krijgt één leerling onderstaand stukje tekst uit de Reis van Brandaan zoals herdicht door Willem Wilmink om over te schrijven. Vervolgens schrijft een tweede leerling de handgeschreven kopie van leerling 1 over. Nummer 3 schrijft de kopie van leerling 2 over en zo verder. Als de laatste leerling aan de beurt is geweest kunt u met de leerlingen de eerste versie met de laatste vergelijken. Iets soortgelijks gebeurt in de vertelgroep. Daar krijgt één leerling de tekst te lezen. Hij of zij moet vervolgens proberen het verhaal zo nauwkeurig mogelijk uit het hoofd na te vertellen aan leerling 2, zonder dat de andere leerlingen dat horen. Vervolgens vertelt leerling 2 het verhaal door aan leerling 3 en zo verder. Als de laatste aan de beurt is geweest schrijft deze het verhaal zoals hij of zij het zich herinnert op. Vergelijk vervolgens deze versie met het origineel. Maar een storm, die vreselijk was, Stak op en joeg hen alras Ver weg over de zee. Dit bracht groot gevaar met zich mee: Wat brulde de zee in die orkaan, En wat een golven kwamen eraan Door die storm met zijn vreselijke vlagen. En de monniken zagen Zoveel vissen in ’t water krioelen, Dat ze zich doodsbang gingen voelen. In plaats van dit stukje tekst kunt u uiteraard ook een eigen tekst nemen.
De avonturen van Brandaan Hierin wordt verhaald hoe Brandaan onverklaarbare gebeurtenissen meemaakt
allerlei
vreemde
wezens
ontmoet
en
1. U kunt bij deze vraag eventueel een bespreking vastknopen over de samenstelling van de diverse ‘survivalpakketten’. 2. Als u op school over een oven beschikt, kunt u de beschuiten in de klas bakken. Pas als ze door en door droog zijn, mogen ze beschouwd worden als scheepsbeschuit. 3. – 4. Hier komt het aan op goed kijken welk (verwoestend) effect ‘zeewater’ heeft op allerlei materialen.
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
HANDLEIDING - 2
DE REIS VAN SINT BRANDAAN
Het verhaal van de reis Hierin wordt beschreven dat er verschillende versies van het Brandaanverhaal bestaan en maken de leerlingen kennis met een stukje middeleeuwse tekst. 1. – 2. – 3. Heden ten dage heeft het Engels de rol van Lingua Franca overgenomen. 4. -
Fantasie of werkelijkheid? Brandaan heeft werkelijk bestaan. Zijn reisverhaal zou best eens op werkelijkheid kunnen berusten. Misschien heeft hij (of een van zijn medeontdekkingsreizigers) ook echt voet aan land gezet in Amerika. 1. Columbus ontdekte Amerika in 1492. 2. Hij was op zoek naar India. 3. Dat kruis is een Keltisch kruis. 4. Iona is een eiland voor de westkust van Schotland, de Hebriden is een eilandengroep ten noordwesten van Schotland, de Fär Öer Eilanden liggen tussen Schotland en IJsland, IJsland is het eiland halverwege Noorwegen en Groenland, Newfoundland is het meest oostelijke deel van Canada. 5. De Fär Öer Eilanden horen bij Denemarken. 6. De hoofdstad van IJsland heet Reykjavík.
Meer informatie op internet: http://www.literatuurgeschiedenis.nl/teksten.asp?ID=9 De reis van Sint Brandaan http://www.moytura.com/clonfert2.htm Saint Brendan the Navigator http://www.moytura.com/clonfert.htm Klooster en kathedraal van Clonfert
© STICHTING KENNISNET/ Ê CMO
HANDLEIDING - 3