De recente uitbreiding van de aansprakelijkheidvan bestuurders van vennoofschappen of verenigingen Jean-MarieCougnon Accauntant- Bela stingconsulent Uit de memorie van toelichting van de programmawet van 20 juli 2006 blukt dat de nieuwe reglementering betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders, indien de nietbetaling van de bedrijfsvoorheffingof de BTW door de rechtspersoonte wijten is aan een fout in het beheer van de vennootschap,een eind wil maken aan de onzekerheid op het gebied van de rechtspraak en de rechtsleer door in deze regel te voorzien, in de zin van artikel 1382 van het BurgerlijkWetboek,bij herhaaldeniet-betaling. Behalve dat het gewaagd is wat betreft bewarende maatregelenten laste van het vermogen van de betrokkenen, zal het verdict van de hoofdelijke aansprakelijkheid sne/ vallen. Een mogelijk gevolg is daf in de uitgaven moet worden gesnoeid door de betaling uit te stellen van kosten waarvan het voortbestaan van de economische activiteit van de onderneming afhangt. l. Nieuwe uiâonderingen op het principe aansprakelijkheid voor bepaalde belastingschulden
van
de
beperking
van
de
a) Aansprakelijkheid van de besfuurders voôr de Programmawet van 20 juli 2006 Het Hof van Cassatie had, reeds vôôr de hier besprokenwet, het beginsel vân een persoonlijkeaansprakelijkheid van het orgaan van een handelsvennootschap bekrachtigd. Als kadervoor dezeevolutieheeftde aansprakelijkheid bij besprekingengediend. Aanvankelijkhuldigdehet Hof de zogenaamde"orgaantheorie": als een orgaan van een vennootschapof een lasthebberin de uitvoeringvan zijn mandaatbij besprekingendie tot een overeenkomsthebben geleid een fout begaat die geen misdrijfuitmaakt,verplichtdie fout niet het orgaan of de mandataristot vergoeding,maar wel de vennootschapof de lastgever(8.W., art. 1992).Aldus beslistehet Hof in een arrestvan 16 februari20011. Uit de orgaantheorievolgt dat de personen die als orgaan optreden, in beginsel, niet persoonlijkaansprakelijkzijn voor de verbintenissendie in de uitoefeningvan hun functies voor de rechtspersoonzrjnaangegaan,zelfs als laatstgenoemde de verbintenisniet uitvoert. De organenvan een handelsvennootschap zijn jegens de vennootschapen jegens derden aansprakelijkvoor alle schade die het gevolg is van overtredingvan de bepalingenvan het Wetboek van Vennootschappenen van de statuten van de vennootschap2.Voor de jegens hun lastgever'. in hun bestuurzijn de organenalleenaansprakelijk tekortkomingen Het is dus, in principe,alleenwanneerde organenhet Wetboekvan Vennootschappen of de beperkingenvan de statutenniet in acht nemen, dat ze Qurgerlijk zijn jegens .aansprakelijk '
R.G.C.99.0477.N. We kunnenook het arrestvan23 juni 1983(Pas.l, 1205)citeren,volgens jegensde vennootschapuit een verbintenis hetwelk"de aansprakelqkheid van de bestuurders voortvloeiten zich niet uitstrekttot derden". o Artikel263 (voorde bvba),408, lid 2 en 3 (voorde cvba)en 528(voorde nv) W.Venn.Deze aansprakelijkheid is zelfs hoofdelijk. 'Artikels 262 (voorde bvba),408, alinea1 (voorde cvba),en 527 (voorde nv),W. Venn. Hetzelfde geldtvoor foutenbij de uitvoeringvan het mandaat.
derdendie daarvanhet slachtofferzljn.Voor het overigegeldt het beginselingeschrevenin artikel 61, S 1, W. Venn.: "De leden van deze organen (door middel waarvan de vennootschappenhandelen)zijn niet persoonlijkverbondenvoor de verbintenissenvan de vennootschap". Later, in een arrestvan 11 september20014,beslistehet Hof dat, als een orgaanvan een vennootschapof een lasthebberin de uitvoeringvan zijn mandaat een persoonlijkefout begaat die een misdrljfuitmaakt die fout de bestuurderof mandatariszelf tot vergoeding verplicht. ln een arrestvan 20 juni 2005soordeeldehet Hof dat, hoewelde fout die een orgaan van een vennootschapbegaat bij de besprekingendie tot een overeenkomsthebbengeleid,de aansprakelijkheidvan die rechtspersoon rechtstreeks in het gedrang brengt, die aansprakelijkheid, in de regel,de persoonlijkeaansprakelijkheid van dat orgaan niet uitsluit maarzij gelijktrjdig met laatstgenoemde aansprakelijkheid bestaat. Wat de vzw's betreft is de verenigingaansprakelijkvoor de fouten die kunnen worden toegerekendaan haar aangesteldenof aan de organenwaardoorzij handelt(artikel14, Wet van 27 junt 1921). Onverminderdartikel 26sepfies (bijzondere aansprakelijkheidvan de bestuurdersvan de verenigingdie wordt omgezetin een vennootschap) gaan de bestuurders geen enkele persoonlijkeverplichtingaan inzake de verbintenissendie de vereniging aangaat(artikel14bis). b) Door de Programmawet ingevoerde nieuwigheden De Raad van Statevroeg zich af of dergelijkeinnovatiewel noodzakelijkwas met betrekking tot de vennootschappen,gelet op de hiervoor in het kort geschetste evolutie van de cassatierechtspraak. De Raad vroeg zich af of de verklaringmoestworden gezochtin het feit dat voor loutere tekortkomingenin het bestuur, de bestuurders slechts jegens de vennootschapaansprakelijkzijn (artikelen262, 408, lid 1, en 527, W. Venn.), of nog in het feit dat deze aansprakelijkheid van de bestuurdersniet hoofdelijkis, behalvewanneer het een overtredingvan de bepalingenvan het Wetboek van Vennootschappenof van de statutenbetreft (artikelen263, 408, lid 2 en 3, en 528, W. Venn.).Zoals we hierna zullen zien, hebbende nieuwegevallenvan aansprakelijkheid gemeen dat ze ten aanzienvan de fiscusgeldenen dat ze wel degelijkhoofdelijkzijn. Het zijn preciesde bestuurdersdie belastzijn met de dagelijkseleidingvan de vennootschap of van de rechtspersoondie als een "grote vzwu"moet worden beschouwd,die sinds 28 juli 20067hoofdelijkaansprakelijkzijn voor de tekortkomingaan de verplichtingtot het betalen (hiernaafgekort:BV) indiendie te wijten is aan een fout in de zin van de bedrijfsvoorheffing van artikel 1382 van het BurgerlijkWetboek,die ze hebbenbegaan bij het besturenvan de o R.G.P.99.1742.N u C030105F,gewezenop strijdigeconclusievan eersteadvocaat-generaal J.F. Leclercq.Het Hof beslistenochtansin overeenstemming met unaniemerechtsleer,geciteerddoor de Raadvan State vôôr de stemmingover de Programmawet, p. 87 e.v. Parl.St.,Kamer,2005-2006,nr. 25711001, u Het betreftvzw's die op de dâtum van afsluitingvan het boekjaar aanten minstetwee van de drie hiernavastgesteldecriteriavoldoet: 1" gemiddeldover hetjaar 5 voltijdseequivalenten tewerkstellen die ingeschreven zijn in het personeelsregister dat wordt gehoudenovereenkomstighet KB nr. 5 van 23 oktober 1978betreffende het bijhoudenvan socialedocumenten; 2' in totaal250 000 EUR voortbrengen aan anderedan uitzonderlijke ontvangsten, exclusiefBTW (omzet); 3'een balanstotaal hebbenvan 1 000 000 EUR. t Datumvan publicatiein het BelgischStaatsbladvan de Programmawet van 20 juli 2006,waarvan de artikelen14 en 15 de hier besprokennieuweaansprakelijkheidsregeling invoert.
wordttot de anderebestuurders Deze aansprakelijkheid vennootschapof de rechtspersoont. uitgebreidindien in hunnen hoofde een fout wordt aangetoonddie heeft bijgedragentot de beàoeldetekortkoming.Daartoewerd in het WIB 1gg2 een nieuwartikel 442quateringelaste. We zien duidelijkwat de wetgeverheeft willen bereiken:een beheersfout,die ook als een fout in de zin van artikel1382 B.W. zou kunnenwordenaangemerkt,doet niet meer alleen jegens jegens de vennootschapontstaan,maar ook aansprakelijkheid aansprakelijkheid (met name:de fiscaleautoriteiten). derden "hoofdelijk"stelt de wet geen automatische Door gebruik te maken van het adjectief "medeverschuldigdheid" van de betaling van de BV in, maar enkel een burgerlijke waartoeeen fout, een oorzakelijkverbanden schade zijnvereistl0. aansprakelijkheid, "fout in het beheervan de De Raad van State had in zijn adviesl' gesuggereerdhet begrip in het bestuur vennootschapof van de rechtspersoon" te preciseren,door de tekortkomingen jegens hun opdrachtgeveraansprakelijkkunnen uit te sluitenwaarvoorbestuurdersalleen wordengesteld,maar deze suggestiewerd niet gevolgd. "bestuurders" De term beoogtelke persoondie, in feite of in rechte,de bevoegdheidheeft of heeft gehad om de vennootschapof de verenigingte besturen,met uitsluitingvan de gerechtelijkemandatarissen. De herhaalde niet-betalingvan de bedrijfsvoorheffingwordt, behoudens tegenbewus, vermoedvoort te vloeienuit een fout. Dit begripherhaaldeinbreukop de verplichtingtot betalingvan de BV omvat: - het gebrek aan betalingvan ten minstetwee vervallenschuldenbinneneen periode van een jaar (voortrimestriële schuldenaarst';; - het gebrek aan betalingvan ten minste drie vervallenschuldenbinneneen periode van een jaar (voormaandelijkseschuldenaars). Het begrip "periodevan een jaar" moet worden geïnterpreteerdals een termijn van 365 dagen en niet als het verlopenvan een kalenderjaar. Voortszullengedeeltelijke betalingen op een vervaldagnietin aanmerking wordengenomen". Voor de toepassing van de maatregel is niet vereist dat de bedrijfsvoorheffing werd ingekohierd,en zelfs niet dat ze is aangegeven. Terwijl S 1 van het nieuwe artikel 442quater WIB 1992 alleen tekortkomingenaan de verplichtingtot het betalenvan de bedrijfsvoorheffing beoogt, vermeldtS 4 van hetzelfde artikel dat de hoofdelijke aansprakelijkheidvan de bestuurders slechts kan worden ingeroepen voor de betaling, in hoofdsom en interesten,van de schulden inzake t
ln het kort betrefthet gedragdat niet strooktmet het gedragvan een normaalbedachtzameen toegewijdepersoondie zich in dezelfdetoestandbevindten op basisvan dezelfdeinformatieop de datumvan de daad of de tekortkoming. t Het nieuwe,eveneensdoor de Programmawet van 20 juli 2006 ingevoerdeartikel442terWIB 1992, in ten lastevan de aandeelhouders stelteen aansprakehlkheid die ten minste33 o/obezittenvan kasgeldvennootschappen. '' "Les T. Afschrift, fiscalesdes lois du 20 juillet2006n,J.I. 20bO, p.734. Dezeauteur dispositions meent,op p. 736, dat bij gebrekaan een vermoçdenvan oorzakelijkverband,het vermoedenvan de fout waarvannietgepreciseerd wordtwaarindie bestaat,voor de administratie ongetwijfeld van weinig nutzal zijn. p. 88. nr. 251710A1, ll Parl.St.,Kamer,2005-2006, 12 per De voorheffingmoet kwartaalworden betaaldwanneerhet bedragervan in verbandmet de inkomstenvan het voorgaandejaar minderbedroegdan het basisbedragvan 25 000,00EUR (bedrag ygor het jaar 2006 geïndexeerdtot 31 090,00EUR). '" V r a a gv a n d h r .J a m a r ,P a r l . S t .K, a m e r ,n r . 2 5 1 7 1 0 1 2 , p . 2 0 e n 2 1 .
bedrijfsvoorheffingWl.;menen,vooral als we artikel44ZquaterWlB 1992vergelijkenmet het nieuwe artikel 93undecrêsC BTw-Wetboek, dat, aangezien de interestenniet in $ 1 z$n vermeld, de persoonlijkeaansprakelijkheid van de bestuurderdaarvoor niet kan worden ingeroepen,noch individueelen zelfs niet hoofdelijk. Het vermoedenvan een fout is een vermoedenjuris tantum'."niettegenstaande het wettelijk vermoeden kan de betrokken bestuurder aantonen dat dergelijk herhaald gebrek aan betalinggeen fout te zijnen name inhoudt.Er wordt alleen vermoed dat de niet-betaling voortvloeituit een fout, maar niet dat de niet-betalingoorzakelijkverband houdt met de schadela". De vervolgdebestuurderkan dus proberenaan te tonen dat de niet-betaling,en zelfs de herhaaldeniet-betalingvolgens bovenstaandedefinitie,door andere motievendan zijn fout kan wordenverklaard. Er is geen vermoeden van fout indien de niet-betalinghet gevolg is van financiële moeilijkhedendie aanleidinghebben gegeven tot het openen van de procedurevan gerechtelijkakkoord,van faillissementof van gerechtelijkeontbindingl5. De rechtsvordering van de ontvangeris slechtsontvankelijkindienze wordt ingesteldna een termijn van een maand te rekenen vanaf een aangetekendekennisgevingwaarin de geadresseerdeverzocht wordt de nodige maatregelente treffen om de tekortkomingte verhelpenof aan te tonen dat deze niet het gevolg is van een door hem beganefout. Dat belet niet dat de ontvangerbinnenvoormeldetermijnbewarendemaatregelenkan vorderen ten lastevan het verm.ogenvan de bestuurder(s)aan wie een kennisgevingis toegezonden. Volgens Ch. Lemairel6is de handhavingvan dergelijkebewarendemaâtregelènslechts geldig als de rechtsvorderingdaadwerkelijkvôôr het verstrijkenvan de termijn (van een maand)wordtingesteld. Die maatregelheefttot doel een voorafgaandelijk overlegin te stellentussende bestuurders waarvande aansprakelijkheid kan worden ingeroepenen de bevoegdeontvangerteneinde die bestuurdersde mogelijkheidte gevende omstandigheden van het vastgesteldegebrekte verduidelijken,hetzij om aan te tonen dat het niet betalen te wijten is aan andere omstandighedenen dat zij geen fout hebben begaan, hetzij om er over te waken dat de vennootschapof de rechtspersoonhet gebrekaan betalingoplost.Het is in dat kader dat, in voorkomendgeval,een afbetalingsplan voor de fiscaleschuldkan wordenafgeslotenlT. Met betrekkingtot de aansprakelijkheid van de bestuurdersop het stuk van de BTW werden gelijkaardigebepalingeningevoerdals op het stuk van de BV. Daartoewerd in het BTWWetboek een artikel 93undeciesC ingevoegd.Ook de definitievan de "herhaaldenietbetaling"van de belasting,interestenen bijkomendekostenis op de definitiemet betrekking tot de BV geënt, zowel voor belastingplichtigen die kwartaalaangiftenmoeten indienen (gebrekaan betalingvan ten minstetwee eisbareschuldenbinneneen periodevan een jaar) als voor de belastingplichtigen die maandaangiften moeten indienen(gebrekaan betaling van ten minstedrie eisbareschuldenbinneneen periodevan een jaar).
tl t Afschrift,o.c.,p. 735. 15 "herhaalde Het aldusgedefinieerde begrip niet-betaling:i en de uitzondering erop,wordtopnieuw gebruiktin het ontwerpnr.2773van de nieuweProgrammawet van eind 2006,met name als één van de bepalendegegevensin een procedurevoor de sluitingvan instellingen waarinde schuldenaarvan de BV of de BTW zijn economischeactiviteituitoefent. tu "Responsabilité fiscaleaccruedes dirigeantsd'entreprises" , Optimumfinancesnr. 16, p.2. 't Circulairenr. AFZ|2006-0604 (AFZ 1412006) dd. 24.08.2006.
De belastingplichtigen die kwartaalaangiften indienenzijn deze wier jaaromzet,exclusiefbtw, voor de volledigeeconomischeactiviteitniet meer bedraagtdan 1 000 000 EUR18. Eenzelfdevennootschapkan maandelijkseschuldenaarzijn voor de bedrijfsvoorheffing en kwartaalschuldenaar voor de BTW: de bestuurdersvan dergelijkevennootschappen moeten er, over de periodevan een jaar, dus op toeziendat ze geen drie vewallenschuldenop het stuk van de bedrijfsvoorheffing en geen twee vervallenBTW-schuldenzonder betalenlaten verstrijken.Omgekeerdis het denkbaardat een vennootschapkwartaalschuldenaar is voor de bedrijfsvoorheffing en maandschuldenaar voor de BTW: dan moet de aanwezigheidvan twee vervallen schulden op het stuk van de bedrijfsvoorheffingen drie vervallen BTWschuldenwordenvoorkomen. Terwijl$ 1 van het nieuweartikel93undeciesC BTw-Wetboekalleentekortkomingenaan de verplichtingtot het betalen van de belasting,van de interestenof van de bijkomende kostenbedrijfsvoorheffing beoogt (dus: met uitsluitingvan de boeten), vermeldt S 4 van hetzelfdeartikeldat de hoofdelijkeaansprakelijkheid van de bestuurdersslechtskan worden ingeroepenvoor de betaling,in hoofdsomen toebehoren,van de schuldeninzake BV. WU menen dat, aangezien S 4 de interesten niet vermeldt, voor de interestenalleen de persoonlijkeaansprakelijkheid van de bestuurderkan worden ingeroepen,maar niet de hoofdelij ke aansprakelij kheid. c) Commentaar geput uit de officiële verantwoording Het doel van deze maatregelenis "de onzekerheidop het gebiedvan de rechtspraaken de rechtsleerweg te nemen door in een bijzondereregel te voorzien inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurderswanneer de niet-betalingvan de BV of de BTW het gevolg is van een fout in het beheer van de onderneming"le. Op grond van artikel 270 WfB 1992en artikel86 KBAI/IB1992was de administratie van meningdat de verplichtingtot betalingvan de bedrijfsvoorheffing niet alleenop de vennootschapberustte,maar ook op de bestuurderservan.Het merendeelvan de rechtspraakvolgdedeze interpretatie2o. Doordatin deze bepaling sprake is van vennootschappen, heeft ze alleen betrekking op vennootschappen zonderrechtspersoonl ijkheid2l . Sommige uitsprakennamen bepaaldefouten in aanmerking,zoals de niet-indiening van fiscale aangiften, de niet-neerleggingvan de jaarrekeningof de afwezigheidvan een boekhouding,het niet opvragenvan kapitaalstortingen, enz.Soms werd de vorderingvan de fiscus verworpenwegens gebrek aan oorzakelijkverband tussen de fout en de door de fiscusgeledenschade. De officiële verantwoording2'van de maatregelen tot vergemakkelijkingvan de aansprakelijkheidsvorderingen vanwegede fiscusis: . het gaat om geldendie de ondernemingheeft ontvangen(BTW) of heeft ingehouden op de bezoldigingen(BV) zonder ze door te stortenaan de Schatkistterwijlze niet kunnen worden geacht deel uit te maken van de financiële middelen van de onderneming;
'rB De drempelwerd verlaagdtot 200 000,00EUR voor de leveringenvan goederenopgesomdin artikel18, S 2, b, van het KB nr. 1. IY Bijvoorbeeld gebaseerd'opartikel528 W.Venn.en ingesteldtegen aansprakelrjkheidsvorderingen bestuurderswegens de niet-betalingvan de BTW, geciteerdecirculaire. "Lejdirigeants deviennèntsolidaires",ù'Echo,I augustus2000 1l u Eloy, z' Geciteerddoorde Raadvan State,geciteerdParl.St.nr.25171001, p. 87. " Verantwoording van amendementnr. 1 van de Regering,Parl.St.,Kamer,200S-2006, nr. 1217nA2, p5.
. .
het niet betalen van de BV of van de BTW heeft een negatieve impact op de concurrentiepositie van de ondernemingen die hun fiscaleschuldentijdigvereffenen; het niet betalenvan de BV en van de BTW beïnvloedtde inkomstenvan de overheid (nietverwaarloosbaar deel van de begroting).
De eerste verantwoordingfaalt voor zoverreze er verkeerdelijkvan uitgaatdat de door de belastingplichtige aanzrlnklantenaangerekendeBTW hem steedstrjdigwordt betaald23. De tweede verantwoordinghoudt geen rekeningmet de zeer uiteenlopendesituatiewaarin jegens hun leveranciersin sommigeondernemingen, meer dan andere,betalingstermijnen acht moetennemenof personeelmoetenbetalen. Per slot van rekeningis alleende derde verantwoording, met name het budgettaireaspect, overtuigend. Deze aansprakelijkheid is in de eerste plaats hoofdelijk:ieder van de bestuurdersvan de vennootschapof de rechtspersoon zal dus worden gehoudentot de betalingvan het geheel van de fiscaleschuld,in hoofdsomen interesten(voorde BV), of in hoofdsomen toebehoren (voor de BTW). Vervolgenswordt ze trapsgewijsuitgeoefend:ze betreft,in de eerste plaats, de bestuurdersdie in het kadervan hun mandaatbelastzijn met de dagelijkseleiding,en die instaanvoor de aangifteen de betalingvan de op de lonenvan de loontrekkenden en op de vergoedingenvan de bedrijfsleidersverschuldigdeBV, of van de BTW. Ze kan evenwel worden uitgebreidtot de andere bestuurdersvan de vennootschapof de vzw, wanneerhet gebrekaan betalingvan de verschuldigdeBV het gevolgis van een gemeenschappelijke fout van meerderebestuurdersof als deze bestuurdersmedeverantwoordelijk zijn voor deze fout. Daar kwadetrouw, in de regel,slechtskan wordenvermoed,is het aan de administratieom te bewijzendat de bestuurderwaarvande aansprakelijkheid in het gedrangkomt, de fout in het beheervan de ondernemingheeftbegaan2a. Uit de bespreking in de Kamer was onder meer gebleken dat de fiscus reeds over voorrechtenbeschikteom de gewon_e schuldeisersvoorbijte gaan en hij er slechtsop moest toezienzijn voorrechtente vrijwaren'u.In zijn antwoordverklaardede Staatssecretarisechter dat het lange en tijdrovendeproceduresbetreftwaarbijde fiscus vaak "achterhet net vist", en wees hij op de noodzaakomeen "afschrikkingsmiddel" in te voeren26. De Staatssecretarisonderstreeptetevens dat de nieuwe teksten de wetgeving inzake het faillissement(een volksvertegenwoordiger had opgemerktdat het gevaar bestaat dat de vorderingenvan de curator en deze van de fiscus zouden samenlopenen zelfs dat de bestuurderszoudenwordenaangezettot een snellefaillietverklaring van hun vennootschap) noch de rechtspersoonlijkheid van de ondernemingenopschaffen.Hij benadruktedat de bestuurdersde mogelijkheidhebben om hun goede trouw te bewijzen en wees op de controlevan de rechtbanken.Om te weten of de bepalingenbetrekkinghebben op een financieeldirecteur,zullende rechtersmoetenuitmakenin welke mate deze optreedtbij het "het bestuurin rechteof in feite van de onderneming2T: is niet de bedoelingzich op iemands titel te baserenom zijn aansprakelijkheid vast te stellen"28. "
Adviesvan de Raadvan State,geciteerdParJ.St.nr.2517tOO1, p. 90 waarinwordt gewezenop het verschiltussende samenstellendebestanddelenvan het loon van de werknemersen de betalingvan de BTW. 2a Geciteerdecirculaire. 25 Vraagvan dhr.C. Devlies,Parl.St.nr.2517t012, p.9. 'o Vraagvan dhr.Jamar,Parl.S.nr2517rc12,p 13 zt f d e m ,p . 1 7 . 28 l d e m ,p 1 9
Moeten inzonderheidworden beschouwd als fouten die de aansprakelijkheidvan de bestuurderstot gevolgkunnenhebben: - het voortzettenvan een verlieslatendeactiviteitten koste van de belangen van de schuldeisers; - fraude op grote schaal bestaande uit het verdoezelenvan ontvangstenmet de bedoelingde BTW te ontwijken; - het niet-betalen van de fiscale of sociale lasten als bewust gekozen financieringsmiddel voor de bedrijfsleiders; - het niet-indienen van de aangiftetot faillietverklaring binnende maand na de staking van de betalingenen het wankelenvan het krediet; - de onredelijkevoortzettingvan een verlieslatendeactiviteit. Merk op dat, in tegenstellingtot de bepalingenvan de artikelen265, 409 en 530 van het (aansprakelijkheid Wetboekvan Vennootschappen van de bestuurdersin gevalvan kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement),elke, zelfs lichte fout de in het gedrangkan brengen. aansprakelijkheid il. Nieuwe persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de zaalcvoerders en bestuurders van bvba's, cvba's en nv's in geval van faillissement In deze drie vennootschapsvormen bestaatimmersde mogelijkheiddat, bij faillissementvan de vennootschapen indienkomt vast te staandat een door de bestuurdersbeganekennelijk grove fout daartoe heeft bijgedragen, de bestuurders persoonlijk aansprakelijkworden verklaardvoor het geheelof een deel van de schuldenvan de vennootschapten belopevan het tekorlze.Deze aansprakelijkheidsverklaring voor de schuldvan de vennootschapkan a/ dan niet hoofdelijk zijn. De artikelenvan het Wetboekvan Vennootschappen die in deze aansprakelijkheid voozien, wordenaangevuldmet nieuweparagrafendie een nieuwepersoonlijke,en deze keer steeds hoofdelijke,aansprakelijkheid van de bestuurdersinvoeren. Zaakvoerders,bestuurders,gewezenzaakvoerdersen bestuurdersen alle andere personen die werkelijkebestuursbevoegdheid in de vennootschaphebben gehad, kunnen door de persoonlijk RSZ en de curator en hoofdelijkaansprakelijk wordengesteldvoor het geheelof een deel van alle op het ogenblikvan de uitspraakvan het faillissementverschuldigde socialebijdragen,bijdrageopslagen en verwijlinteresten, indien komt vast te staan dat een door hen begane grove fout aan de basis lag van het faillissement,of indienzij, in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaringbij minstens twee faillissementen, vereffeningenof gelijkaardigeoperatiesbetrokkenwaren met schuldenten aanzienvan een inningorganisme van de socialezekerheidsbijdragen. De uitzondering, met betrekking tot de bvba's en de cvba's, op de persoonlijke aansprakelijkheidsverklaring voor de schuld van de vennootschap(zie voetnoot29), geldt niet voor de nieuwehoofdelijkeaansprakelijkheid3O. Voor de toepassingvan de nieuweaansprakelijkheid wordt àls grovbfout beschouwdiedere vorm van ernstige en georganiseerdefiscale fraude in de zin van de anti-witwaswetgeving, evenals"het gegevendat de vennootschapgeleidwordt door een persoondie betrokkenis tn
In de bvba en de cvba is een uitzonderingop deze aansprakelijkheid voozien. De criteriaervoor zijn vastgesteldin het 2de lid van de artikelen265 en 409 W.Venn. '" Ook in de nieuwetekst betreffendede nv wordt deze uitzonderingafgeschaftvoor dit type van vennootschap,dat evenwelniet bestaat.
geweest bij minstens twee faillissementen,vereffeningenof gelijkaardigeoperaties met schuldentegenovereen instellingdie socialezekerheidsbijdragen int tot gevolg".Deze laatste toevoegingaan de definitievan een grovefout is overbodig,aangeziende tekst het gegeven reeds aanmerkteals een grond voor hoofdelijkeaansprakelijkheid, die losstaatvan enige grovefout, maar enkel binnende periodevan vijfjaar voorafgaandaan de faillietverklaring. Om de lijst te vervolledigenwordt daarenbovenbepaald dat een koninklijkbesluit kan vaststellenwelke feiten, gegevens of omstandighedeneveneens als grove fout kunnen wordenbeschouwd.