De preventiemedewerker
Inhoudsopgave De preventiemedewerker Inleiding Vragen? De preventiemedewerker De RI&E
2
Taken van de preventiemedewerker Veelgestelde vragen
5
Opleiding en deskundigheid Kennis en vaardigheden Opleidingen Veelgestelde vragen
6
Organisatie van de preventietaken in de organisatie Aantal preventiemedewerkers Tijdsinvestering Veelgestelde vragen
8
Positionering en andere functionarissen Afspraken met de werkgever Veelgestelde vragen
9
Preventiemedewerker en de ondernemingsraad Veelgestelde vragen
11
Praktijkvoorbeelden Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voorbeeld 3 Voorbeeld 4 Voorbeeld 5
12
Arbeidsrisico’s
15
Colofon
20
Pagina 1 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
De preventiemedewerker Inleiding Op 1 juli 2005 is de nieuwe Arbowet in werking getreden. De nieuwe Arbowet geeft de werkgever meer vrijheid om arbo te regelen. De wet verplicht wel iedere organisatie om preventie goed te regelen. Dit gebeurt door het benoemen van een preventiemedewerker of meerdere medewerkers met preventietaken. Dit is een medewerker met preventietaken naast de reguliere werkzaamheden. In deze brochure vindt u de wettelijke verplichtingen en veelgestelde vragen over de preventiemedewerker en de mogelijkheden om preventie goed te organiseren. Per 1 januari 2007 zijn er opnieuw wijzigingen doorgevoerd. Er zijn meer regels geschrapt. Dit is een logisch vervolg op de wijzigingen die de afgelopen 1,5 jaar zijn ingezet. In de nieuwe Arbowet krijgen werkgevers en werknemers meer vrijheid èn meer verantwoordelijkheid voor het arbobeleid binnen hun organisatie. Over dit beleid dient de werkgever actief overleg te voeren met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Dit betekent dat de rol van de preventiemedewerker meer coördinerend wordt (spin in het web) en medewerkers op de werkvloer ook meer bij arbo en preventie betrokken worden. Arbeidsomstandigheden en preventie wordt nu een zaak van werkgever èn werknemer samen. De Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling stellen het niveau van bescherming vast dat organisaties moeten bieden aan werknemers, zodat deze veilig en gezond kunnen werken. Werknemers en werkgevers mogen zelf bepalen hoe zij aan deze ‘doelvoorschriften’ invulling geven. Hiervoor moeten zij een arbocatalogus opstellen. De regels die de overheid voorschrijft, zijn voorzien van harde grenswaarden, bijvoorbeeld op het gebied van trillingen of geluid. De onderwerpen waar geen harde grenswaarden voor zijn (zoals werkdruk, agressie en fysieke belasting), worden uitgewerkt in het Arbobesluit. De sociale partners en organisaties moeten op deze onderwerpen zelf beleid ontwikkelen. De arboconvenanten voor de branches Kinderopvang, Jeugdzorg, Welzijn en Maatschappelijke diensverlening zijn hiervan een voorbeeld. Vragen? Mocht u na het lezen van de antwoorden nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de informatiedesk of uw vraag mailen naar
[email protected]. De preventiemedewerker De preventiemedewerker zal de zorg dragen voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid binnen een organisatie. Hij of zij is een vraagbaak voor collega’s, zorgt dat er voldoende voorlichting wordt gegeven, toezicht wordt gehouden, dat er een RI&E is en een Plan van Aanpak etc. In een nieuw artikel in de Arbowet (artikel 13), inclusief de memorie van toelichting, zijn deze taken vastgelegd. Het is een verplichting voor elke organisatie om arbozorg meer intern te organiseren door tenminste èèn medewerker aan te wijzen voor de uitvoering van preventietaken (de preventiemedewerker). Deze verplichting geldt ook voor organisaties die kiezen om bij hun arbodienst te blijven. In organisaties met maximaal 25 werknemers kan de werkgever eenvoudig zelf Pagina 2 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
deze taken op zich nemen. Vrijwilligers, stagiaires etc. tellen ook mee als werknemer! Bij grotere organisaties moeten een of meerdere eigen medewerker(s) met deze taken worden belast. De werkgever hoeft geen speciale werknemer aan te trekken met preventietaken. Preventie kan een onderdeel zijn van de taak van de werkgever zelf of van de taak van één of meerdere medewerkers in een organisatie. De RI&E De preventiemedewerker speelt een belangrijke ondersteunende en coördinerende rol bij de RI&E. Dit is één van de drie wettelijke taken. Met een RI&E (Risico-Inventarisatie en –Evaluatie) zet u de arborisico’s van uw organisatie op een rij. Een RI&E is eigenlijk twee dingen: een LIJST met alle risico’s in uw bedrijf, en een PLAN van aanpak voor het oplossen ervan. Met die twee kunt u de risico’s voor uw personeel en uw bedrijf terugdringen. De RI&E wordt herhaald of geüpdate bij veranderingen in uw organisatie. De RI&E is een wettelijke verplichting voor iedere ondernemer met personeel! Ingewikkeld? Dat valt mee. U moet er gewoon even voor gaan zitten. Belangrijk is de RI&E wél. Er is voor alle drie de branches een digitale branchespecifieke RI&E beschikbaar. Hiermee kunt u zelf binnen uw organisatie een RI&E uitvoeren en een plan van aanpak opstellen. De preventiemedewerker speelt hierin een belangrijke rol. Plan van aanpak In het plan van aanpak moet de werkgever aangeven binnen welke termijn zijn bedrijf concrete maatregelen gaat nemen tegen de geïnventariseerde risico's en wat deze maatregelen opleveren. Bespreken met het personeel De werkgever rapporteert jaarlijks aan de werknemers (of, als die er is, de OR/Personeelsvertegenwoordiging) over de uitvoering van het plan van aanpak. Toetsing De werkgever mag zijn RI&E zelf maken. Is elke werkgever verplicht zijn RI&E te laten toetsen? Nee, sinds de nieuwe wetgeving van kracht is bestaat hier een ander systeem voor. Hier kunt u zien of u wel of niet verplicht bent de RI&E te laten toetsen: • Voor een organisatie met ten hoogste 10 medewerkers (vrijwilligers tellen mee) is toetsing niet nodig indien u gebruik heeft gemaakt van een branche RI&E instrument, zoals opgenomen in uw CAO. • Voor een organisatie met maximaal 25 medewerkers geldt de lichte toets (schriftelijk en in beginsel geen bedrijfsbezoek) indien u gebruik gemaakt heeft van een branche RI&E instrument. Toetsing vindt plaats door èèn van de vier gecertificeerde kerndeskundigen: de bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist, arbeid en organisatiedeskundige of de arbodienst. • Voor een organisatie met meer dan 25 medewerkers geldt een toetsing door middel van een bedrijfsbezoek door èèn van de vier gecertificeerde kerndeskundigen: bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist, arbeid- en organisatiedeskundige of de arbodienst. Update en bijhouden De Arbowet stelt als eis dat de RI&E een actueel en betrouwbaar beeld geeft van de arborisico’s in een bedrijf. De RI&E moet opnieuw worden uitgevoerd of geactualiseerd als de bedrijfssituatie zodanig is veranderd dat de beschreven risico’s niet meer overeenkomen met de werkelijke situatie. Bijvoorbeeld bij verhuizing, verbouwing, reorganisatie, of nieuwe taken is actualisering nodig. Pagina 3 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Soms hoort men dat er elke vier jaar een nieuwe RI&E gemaakt moet worden. Dit is niet juist: een RI&E moet alleen opnieuw gemaakt of geactualiseerd worden als de gewijzigde omstandigheden daar aanleiding toe geven. De RI&E moet altijd actueel zijn.
Pagina 4 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Taken van de preventiemedewerker Een preventiemedewerker is een medewerker die in de organisatie helpt bij de dagelijkse veiligheid, gezondheid en arbeidsomstandigheden. De preventiemedewerker heeft minimaal drie wettelijk bepaalde taken: 1. Meewerken aan het verrichten en opstellen van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en het opstellen van een plan van aanpak. 2. Het adviseren aan èn nauw samenwerken met de ondernemingsraad / personeelsvertegenwoordiging inzake te nemen en genomen maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. 3. Het uitvoeren van de maatregelen ter zake het arbeidsomstandighedenbeleid, dan wel meewerken aan de uitvoering ervan, bijvoorbeeld het geven van voorlichting. Hieruit volgen logischerwijs ook de onderstaande twee taken: • Het organiseren van de arbozorg en het samenwerken met andere deskundige personen bij het uitvoeren van het arbobeleid. • Verwijzen naar relevante informatiebronnen, zoals bijvoorbeeld een externe arbodeskundige of een kerndeskundige (bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist of arbeid- en organisatieadviseur). Voorbeelden van taken kunt u vinden op de pagina over Arbeidsrisico's. Veelgestelde vragen Moet een preventiemedewerker de RI&E (mede) uitvoeren? Ja, dit is één van de wettelijke taken van een deskundige medewerker met preventietaken (preventiemedewerker). De preventiemedewerker moet meewerken aan het verrichten en opstellen van de RI&E, maar kan ook een coördinerende rol vervullen. Hij/zij hoeft echter niet alle onderdelen zelf uit te voeren. Daarnaast moet deze medewerker betrokken zijn bij het uitvoeren van de uit de RI&E voortvloeiende maatregelen (het plan van aanpak) en samenwerken met en adviseren aan de OR of PVT. Wat betekent de preventiemedewerker voor de medewerker? Iedere medewerker in elke organisatie kan nu bij de preventiemedewerker terecht met vragen over veiligheid en gezondheid. In vergelijking met vroeger is het nu duidelijker wie aanspreekpunt is voor de informatie op arbogebied.
Pagina 5 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Opleiding en deskundigheid Het is geen verplichting dat de preventiemedewerker een opleiding volgt, wanneer deze medewerker over voldoende kennis beschikt ten aanzien van de betreffende arborisico’s binnen zijn organisatie. De preventiemedewerker moet beschikken over de specifieke kennis van arborisico’s die voor de organisatie relevant zijn. Deze komen voort uit de RI&E. Een opleiding kan natuurlijk wel het deskundigheidsniveau van de preventiemedewerker verhogen, wanneer hier behoefte aan is. Kennis en vaardigheden Wat moet een preventiemedewerker doen en weten? Het niveau van de preventiemedewerker moet aansluiten bij de risico's in de organisatie. Deze risico's zijn beschreven in de RI&E. De RI&E van de organisatie en het bijbehorende plan van aanpak vormen daarom de basis voor wat de preventiemedewerker moet weten en kunnen. Hoe groter de risico's in de organisatie, hoe hoger het deskundigheidsniveau van de preventiemedewerker. Opleidingen Er zijn veel opleidingsmogelijkheden, die onderling erg verschillen. De basisopleiding duurt gemiddeld twee dagen. Basisopleidingen worden aangeboden door arbodiensten, particuliere opleidingsbureaus en uitgevers. Hier volgt een korte checklist die u kunt gebruiken om te selecteren welke opleidingsinstantie voor uw organisatie geschikt is: • Waar is de locatie van de opleiding? • Wordt de opleiding ook “incompany” gegeven • Wordt de training op maat gemaakt voor de Welzijn-, Jeugdzorg- of Kinderopvangbranche, uitgaande van de digitale branchespecifieke RI&E en de arboconvenanten? • Wordt er ingegaan op de bestaande branchespecifieke RI&E? • Heeft de trainer kennis en ervaring in de Welzijn-, Jeugdzorg- of Kinderopvangbranche? • Duur en prijs van de opleiding. • Wordt er een examen afgenomen? Zo ja, is dit een examen volgens de certificeringeisen? Veelgestelde vragen Geeft de Arbowet specifieke opleidingsvoorschriften voor de medewerker met preventietaken? Nee, de preventiemedewerker hoeft geen algemene cursus te volgen. De preventiemedewerker moet beschikken over de specifieke kennis van arborisico’s die voor de organisatie relevant zijn. Wat zijn de eisen die je aan een preventiemedewerker moet stellen? Om zijn taken goed uit kunnen voeren moet de preventiemedewerker: • Overzicht hebben van de arbeidsomstandigheden in de organisatie. • Kennis hebben en gebruik kunnen maken van (door branche-instanties) ontwikkelde instrumenten en materialen. • Mee kunnen werken aan het uitvoeren van de en het opstellen van het plan van aanpak. • Draagvlak kunnen creëren voor het plan van aanpak. • Mensen en partijen kennen die op ontbrekende terreinen deskundigheid kunnen leveren. Pagina 6 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
• •
Als een trekker kunnen optreden voor het tot stand komen van een goed arbobeleid. Op de hoogte zijn van de manier waarop de aanwezige arborisico's zo laag mogelijk kunnen worden en/of blijven.
Wat moet er gebeuren als de preventiemedewerker over onvoldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting beschikt? De preventiemedewerker moet dan zo snel mogelijk een opleiding volgen om zijn of haar kennis op het juiste niveau te brengen. Tot die tijd kan men via ondersteuning door extern deskundigen ervoor zorgen dat het Arbobeleid voldoende wordt uitgevoerd in de organisatie. Moet de preventiemedewerker een certificaat behalen? Nee. De preventiemedewerker hoeft niet gecertificeerd te zijn. Wel is er door DNV (Det Norske Veritas, Rotterdam, een certificerende instelling) een basisprofiel voor de preventiemedewerker opgesteld. Preventiemedewerkers kunnen – op geheel vrijwillige basis - middels een examen aantonen dat zij aan deze eisen voldoen. De DNV waarborgcommissie die het profiel heeft opgesteld en toezicht houdt op de examens bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, sociale partners en overige belanghebbenden waaronder arbodiensten, branche verenigingen, adviseurs arbo-coördinatoren. Dit basiscompetentieprofiel heeft als doel: • Een organisatie behulpzaam te zijn bij het aanwijzen van de preventiemedewerker. • De preventiemedewerker behulpzaam te zijn bij de inschatting van zijn actuele en zijn benodigde competenties om zijn werk goed te kunnen doen. • Voor de organisatie en preventiemedewerker als leidraad te dienen bij het bepalen van de behoefte aan trainingen, opleidingen en het vaststellen van de taken en bevoegdheden. Wie toetst of de preventiemedewerker voldoende deskundig is? Over het deskundigheidsniveau van de preventiemedewerker(s) wordt geadviseerd door een gecertificeerde arbodeskundige of gecertificeerde arbodienst in het kader van zijn toetsing van de RI&E. Hoe de werkgever dat advies verwerkt is onderwerp van instemmingsrecht van de OR of PVT. De OR moet dus instemmen met de beslissing die de organisatie neemt.
Pagina 7 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Organisatie van de preventietaken in de organisatie Er zijn minimaal drie wettelijke taken die een deskundige medewerker met preventietaken (preventiemedewerker) moet uitvoeren (zie bij Taken). In veel gevallen zal iemand deze taken kunnen uitvoeren naast zijn/haar reguliere werkzaamheden. Het is dus geen echte aparte functie. Maar afhankelijk van de aard en zwaarte van de taken en de grootte van de organisatie kan de preventiemedewerker zich ontwikkelen tot een 'echte' functie. Er kan dan ook een structuur neergezet worden met een preventiecoördinator centraal, met een aantal preventiemedewerkers decentraal (uitvoerenden) bij een grotere organisatie. Of er kan gekozen worden voor een preventiemedewerker centraal, met een aantal preventieassistenten op verschillende locaties (bijvoorbeeld de ergocoach, of agressiecoach) bij een middelgrote organisatie. Aantal preventiemedewerkers Op de vraag hoeveel preventiemedewerkers een organisatie moet aanstellen, is geen éénduidig antwoord op te geven. In kleine organisaties zal één preventiemedewerker in het algemeen voldoende zijn. Bij organisaties met meerdere vestigingen is het verstandig om per vestiging minimaal één preventiemedewerker te hebben. Als de taken teveel tijd vergen, is het nodig om meerdere preventiemedewerkers aan te stellen. Dit is echter ook afhankelijk van het aantal medewerkers per vestiging en de arbeidsrisico’s. Er kan ook een structuur neergezet worden met een preventiemedewerker centraal, waarbij een aantal preventietaken op de locaties onderverdeeld zijn bij “preventieassistenten”. Zie de praktijkvoorbeelden. Tijdsinvestering De hoeveelheid tijd die een preventiemedewerker nodig heeft is afhankelijk van de bedrijfsgrootte, maar ook van de hoeveelheid risico's, de ernst en complexiteit van de risico's. Het kan variëren van 2 tot 4 uur per week bij kleinere organisaties tot een complete functie bij grotere organisaties. Veelgestelde vragen Moet iedere vestiging van een grote organisatie met meerdere vestigingen een preventiemedewerker hebben? Dit hoeft niet. Het kan echter goed zijn om per vestiging een preventiemedewerker of een preventieassistent te benoemen, afhankelijk van de afstand, de zelfstandigheid van de vestigingen en de risico’s. Ook de manier waarop de taken van de preventiemedewerker zijn georganiseerd is bepalend voor de keuze of er in elke vestiging een preventiemedewerker nodig is. Wie controleert of de organisatie zich aan de regels houdt? De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de arbeidsveiligheid en op de nieuwe verplichtingen. De Arbeidsinspectie houdt haar controlerende functie. Zij gaat hierbij uit van de wet en de invulling daarvan in de arbocatalogus, arboconvenanten en praktijkrichtlijnen. De arbocatalogus dient als referentie bij het inspectiebeleid. Zodra de arbocatalogi zijn afgerond, gaat de Arbeidsinspectie werkgevers in speciale sectorbrochures informeren. Daarin staat op welke risico's de Arbeidsinspectie inspecteert binnen de sector en welke wettelijke regels daarbij horen.
Pagina 8 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Positionering en andere functionarissen De preventiemedewerker zal vaak dezelfde persoon zijn als de vroegere arbocoördinator. In de ene organisatie is een arbocoördinator sterk beleidsmatig bezig en in de andere organisatie meer uitvoerend. Het gaat erom of de taken en verantwoordelijkheden van de arbocoördinator minimaal overeenkomen met de taken en verantwoordelijkheden van de preventiemedewerker. Daar waar de overeenkomst niet aanwezig is zullen aanpassingen moeten plaats vinden om de arbocoördinator ook als preventiemedewerker aan te stellen. Een organisatie mag er voor kiezen om naast de arbocoördinator een preventiemedewerker aan te stellen. De positionering van de preventiemedewerker hangt nauw samen met de grootte van de organisatie en de organisatiestructuur. Afspraken met de werkgever Het is belangrijk dat de preventiemedewerker met de werkgever een aantal duidelijke afspraken maakt. Deze afspraken kunnen onder andere betrekking hebben op: • De taken die de preventiemedewerker gaat uitvoeren. • Welke bevoegdheden de preventiemedewerker krijgt. • De hoeveelheid tijd die er voor deze functie beschikbaar wordt gesteld. • De opleidingen die de preventiemedewerker gaat volgen, wanneer nodig. • De wijze en frequentie waarop de preventiemedewerker communiceert met de werkgever en de OR. • De wijze waarop de preventiemedewerker contact onderhoudt met andere door de werkgever gecontracteerde deskundigen. • De onafhankelijke positie van de preventiemedewerker: de preventiemedewerker heeft net als een OR-lid ontslagbescherming. Deze ontslagbescherming is vastgelegd in artikel 13 van de Arbowet, inclusief de memorie van toelichting (er wordt verwezen naar artikel 21 van de wet op de Ondernemingsraden). Veelgestelde vragen Kan de ergocoach tevens preventiemedewerker zijn? De overlap tussen de taken die de Ergocoach nu verricht en de taken van de preventiemedewerker is beperkt. Ergocoaches zijn medewerkers in een organisatie die naast hun uitvoerende taken een extra verantwoordelijkheid op zich hebben genomen voor de preventie en vermindering van fysieke belasting of RSI. De taken van de Ergocoach zijn onderdelen van de drie in de wet genoemde taken van de preventiemedewerker. Dat betekent dat de andere taken (nog) niet vervuld worden door de Ergocoach. Het gaat hierbij om de volgende taken: • Bijdragen aan de RI&E. • Meewerken aan de uitvoering van maatregelen. • Het overleggen met de OR of PVT over arbeidsomstandigheden. Tevens verschilt het collegiale karakter van de functie van ergocoach van de meer institutionele rol van de preventiemedewerker. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de Ergocoach niet de preventiemedewerker zou kunnen worden, maar het gaat dan om de duidelijke uitbreiding van het takenpakket. Hierbij zijn waarschijnlijk extra opleidingen nodig. Kan het hoofd bedrijfshulpverlening tevens de preventiemedewerker zijn? Dat is mogelijk, maar kan niet wenselijk zijn, als uit oogpunt van beschikbare tijd, kennis en aandachtsgebieden de combinatie niet voor de hand ligt. In kleinere organisaties, met weinig grote risico’s, is het echter zeer wel denkbaar dat beide functies verenigd worden. De taken van de preventiemedewerker zijn heel anders dan de taken van de Pagina 9 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
bedrijfshulpverlener. Bedrijfshulpverlening heeft tot doel een calamiteit te beheersen tot het moment dat externe hulpverlening voor handen is. Bij een grote calamiteit zorgt de bedrijfshulpverlener er tevens voor dat medewerkers het bedrijfspand zo snel mogelijk verlaten. De taken van de preventiemedewerker zijn anders: deze moet de hele coördinatie van de arbozorg tot zijn/haar taak rekenen. Het is in principe geen probleem als bedrijfshulpverlener en preventiemedewerker dezelfde persoon zijn, maar de bedrijfshulpverlener zal waarschijnlijk aanvullende opleidingen moeten volgen. Wat is het verschil tussen een preventiemedewerker en een gecertificeerde arbodeskundige? De preventiemedewerker zorgt voor de dagelijkse veiligheid en is op de werkvloer aanwezig. Hij is een interne medewerkers van de organisatie. De gecertificeerde arbodeskundige is meestal een externe deskundige (veiligheidskundige, arbeidshygiënist, bedrijfsarts of arbeid- en organisatiedeskundige) die specifieke ondersteuning biedt, zoals het toetsen van de RI&E.
Pagina 10 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Preventiemedewerker en de ondernemingsraad De relatie tussen de Ondernemingsraad en de preventiemedewerker vloeit deels voort uit de Wet op de Ondernemingsraden, deels uit de Arbowet. In de praktijk komt het er op neer dat er instemming van de OR of PVT nodig is voor: • Het aantal preventiemedewerkers in de organisatie. • De tijdsbesteding. • De opleiding en het niveau van de preventiemedewerkers. Verder krijgt de OR of PVT inhoudelijk te maken met de preventiemedewerker. Het behoort tot de taak van de preventiemedewerker om de OR of PVT te adviseren en samen te werken bij het nemen van maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Veelgestelde vragen Wat betekenen de wetswijzigingen voor de medezeggenschap? Met de wetswijziging is ook de medezeggenschap over arbozorg uitgebreid. Nu heeft de OR of PVT instemmingsrecht over de keuze van arbodienst en het bijbehorende pakket aan arbozorgmaatregelen. De OR of PVT moet overeenstemming bereiken over een alternatief voor het inschakelen van een arbodienst (de ‘maatwerkregeling’). Voor organisaties zonder OR of PVT kunnen CAO-afspraken gemaakt worden over een alternatief. De OR of PVT heeft volgens de wet op de OR wel instemmingsrecht over het aanwijzen van de preventiemedewerker(s). Heeft de OR/PVT een instemmingsrecht over de keuze van de maatwerkregeling? Nee, de OR/PVT heeft geen instemmingsrecht over de keuze van de maatwerkregeling. Geen enkele organisatie kan zo maar kiezen voor de maatwerkregeling. De organisatie en OR of PVT moeten wel schriftelijke overeenstemming hebben over de aatwerkregeling. Er is één uitzondering: Er hoeft geen schriftelijke overeenstemming met de OR of de PVT te zijn indien de CAO een maatwerkregeling mogelijk maakt.
Pagina 11 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Praktijkvoorbeelden De grote verscheidenheid in type organisaties zorgt ervoor dat de invoering van preventietaken op vele verschillende manieren mogelijk is. De recente verandering in de Arbowet stimuleert deze vrijheid. De meest recente wijzigingen in de Arbowet vanaf 1 januari 2007 stimuleert dat de werkgever samen met werknemers invulling geeft aan de inhoud van het arbobeleid. Over dit beleid dient de werkgever actief overleg te voeren met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Maar ook de preventiemedewerker(s) speelt hierin een belangrijke rol. De Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling stellen het niveau van bescherming vast dat organisaties moeten bieden aan werknemers, zodat deze veilig en gezond kunnen werken. Werknemers en werkgevers mogen zelf bepalen hoe zij aan deze ‘doelvoorschriften’ invulling geven. Hiervoor moeten zij een arbocatalogus opstellen. De invoering van preventietaken moet passen binnen het arbobeleid en binnen de bestaande organisatiestructuur. Wij hebben een aantal voorbeelden uit de praktijk verzameld om inzicht te geven in de verschillende mogelijkheden van het organiseren van preventietaken. Voorbeeld 1 Een middelgrote organisatie heeft een ondersteunend bureau waar ook personeelszaken (PZ) is ondergebracht. Hierbij willen ze ook een preventiemedewerker aanstellen voor 4 uur per week. Deze zal zich met name bezig houden met het opstellen van arbo- en verzuimbeleid welke dan ter goedkeuring aan het management wordt voorgelegd. Daarnaast hoort het bewaken van de uitvoering van het plan van aanpak naar aanleiding van de RI&E tot het aandachtsgebied. Evenals het bijhouden van onderhoudscontracten, registratie van ongevallen en het verzorgen van voorlichting. De preventiemedewerker kan iemand zijn die uit de branche komt en op arbogebied opleidingen gaat volgen of een arbodeskundige die ingewerkt wordt in de branche. Voordelen van deze oplossing: • Bij het ondersteuningsbureau komen verschillende vragen om ondersteuning binnen en dus ook de arbovragen. • Met 30 vestigingen is het niet mogelijk om de preventiemedewerker op de vestiging onder te brengen en is een positie bij het ondersteuningsbureau logisch. Nadelen van deze oplossing: • “Afstand” tot vestigingen kan te groot zijn. • Afbreukrisico door één preventiemedewerker. Voorbeeld 2 In een kleine organisatie met tien medewerkers en een groot aantal vrijwilligers is ervoor gekozen om de taken van de medewerker die gebouwbeheer en BHV (BedrijfsHulpVerlening) in haar pakket heeft uit te breiden met preventietaken. Belangrijke taken worden voor haar naast het organiseren van de BHV, het uitvoeren van de branche RI&E, het bewaken van de uitvoering van het daarbij behorende plan van aanpak en frequent overleg met directeur en een afgevaardigde van de medewerkers. Een aantal actieve vrijwilligers krijgen tevens de mogelijkheid om een opleiding tot preventiemedewerker te volgen. Dit in het kader van het betrekken van medewerkers bij de kwaliteit van de organisatie. Zij werken samen met de preventiemedewerker aan de preventie in de instelling.
Pagina 12 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Voordelen van deze oplossing: • Medewerker is al betrokken bij arbo en heeft hier affiniteit mee. • Andere medewerkers zien dit ook zo en spreken haar hier op aan. • Vrijwilligers zijn betrokken bij hun eigen arbeidsomstandigheden. Nadelen van deze oplossing: • Extra opleiding nodig. • Afbreukrisico vrijwilligers. Voorbeeld 3 Een grote organisatie met 450 medewerkers heeft al een arbocoördinator. Zij kiezen ervoor om deze arbocoördinator tot preventiemedewerker te benoemen. De organisatie is verdeeld in vier clusters. Elke cluster stelt een allround preventiemedewerker aan. Deze vier preventiemedewerkers rapporteren aan het hoofd van het cluster en aan de arbocoördinator gevraagd en ongevraagd over de arbeidsomstandigheden. Deze preventiemedewerkers krijgen daarnaast een actieve rol in het uitvoeren van hun deel van de RI&E en het bewaken van de uitvoering hiervan. De preventiemedewerker voert het overleg met OR en de directie van de instelling. Voordelen van deze oplossing: • Elk cluster heeft een eigen preventiemedewerker. • Verantwoordelijkheid voor arbo komt lager in de organisatie te liggen. • Arbo blijft in de lijn. • Meerdere preventiemedewerkers geeft minder afbreukrisico. • Preventiemedewerkers kunnen van elkaar leren. • Gevoelige onderwerpen in het cluster kan de arbocoördinator met de leidinggevende opnemen. Nadelen van deze oplossing: • Vier preventiemedewerkers moeten worden opgeleid. • Onderlinge afstemming, ook bij uitvoeren RI&E, kost extra tijd. • Preventiemedewerker informeert eigen leidinggevende. • Naast de leidinggevende kan de preventiemedewerker ook gezien worden als verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden en hiermee kan de leidinggevende verantwoordelijkheid afschuiven. Voorbeeld 4 Een organisatie met 400 medewerkers kiest ervoor om hoofd P&O preventiemedewerker te maken. Hij is nu ook al de arbocoördinator. Hij zal centraal beleid ontwikkelen en dit onder de leidinggevenden uitzetten. In deze situatie verandert er nauwelijks iets ten opzichte van vroeger. Voordelen van deze oplossing: • In de praktijk verandert er niet zoveel. Het loopt op dit moment goed. • Arbocoördinator is al zeer deskundig. Nadelen van deze oplossing: • Extra taken voor hoofd P&O belasten het hoofd meer. • Afbreukrisico door alles bij één persoon neer te leggen. • Kans gemist om met invoering van preventiemedewerker arbotaken elders en ook lager in de organisatie neer te leggen. Voorbeeld 5
Pagina 13 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Een middelgrote organisatie heeft vier vestigingen met op elke locatie een locatiehoofd. De locatiehoofden hebben allen uitvoerende arbotaken (“assistentpreventiemedewerker”) en zijn actief bij het uitvoeren van de RI&E. De locatiehoofden zijn ook verantwoordelijk voor de begeleiding van het verzuim. De stijl van leidinggeven is laagdrempelig, maar wel direct en afspraken worden nagekomen. De locatiehoofden rapporteren wekelijks aan het hoofd P&O, zij is tevens preventiemedewerker. Ze maken ook kwartaalrapportages, waar de stand van zaken ten aanzien van arbo en verzuim een onderdeel van is. Voordelen van deze oplossing: • Elke locatie heeft een eigen “assistent-preventiemedewerker”. • Iedereen weet wie er uitvoerende en verantwoordelijk is voor arbo. • Laagdrempelig en altijd aanwezig. • Verantwoordelijkheid voor arbo komt lager in de organisatie te liggen. • Arbo blijft in de lijn. • Meerdere preventiemedewerkers geeft minder afbreukrisico. • “Assistent-preventiemedewerkers” kunnen van elkaar leren. Nadelen van deze oplossing: • Vier assistent-preventiemedewerkers moeten extra kennis wat betreft arbo aanleren. • De meeste kennis zit bij hoofd P&O op hoofdkantoor (grote afstand). • Onderlinge afstemming en ook het uitvoeren van de RI&E kost extra tijd. • De “assistent-preventiemedewerker” heeft een dubbele pet (mede leidinggevende). Dit kan voor een drempel zorgen voor medewerkers om arbozaken te melden.
Pagina 14 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Arbeidsrisico's De onderstaande tabel bevat een aantal voorbeelden van preventietaken behorende bij de mogelijke arbeidsrisico's van uw organisatie. Deze maatregelen kan de preventiemedewerker alleen uitvoeren of met behulp van een leidinggevende, P&O-er of externe adviseur. Preventiegebieden
Voorbeelden preventietaken
Arbo en verzuim
•
•
•
• • •
•
•
•
(Ondersteunen bij) opstellen van arbo- en verzuimbeleid Communiceren van dit beleid met medewerkers en OR/PVT Coördineren van contacten met andere interne en externe arbodeskundigen Coördineren van RI&E en Plan van Aanpak Vraagbaak zijn voor medewerkers Organisatie van de Bedrijfshulpverlening (BHV) Opzetten van een bedrijfshulpverleningsplan Organiseren van BHV opleiding voor voldoende medewerkers Informatie geven over activiteiten van de arbo(plus)convenanten
Vereiste kennis en vaardigheden betrokken medewerker •
• •
•
•
Inzicht in het opstellen, uitvoeren en evalueren en jaarlijks bijstellen van arbo- en verzuimbeleid Communicatieve vaardigheden Kennis van maken RI&E en Plan van Aanpak De weg weten naar relevante informatiebronnen Kennis hebben van de activiteiten en beschikbare instrumenten van de arbo(plus)convenanten in de eigen branche
Kennis en informatiebronnen
Tijdschriften: • • • • • • • • •
Zorg en Welzijn Magazine FCB Magazine Rendemens Arbo Magazine Maandblad Reïntegratie Arbo-Informatiebladen AI-1, Arboen Verzuimbeleid Arbothemacahier 12, Arbeidsreïntegratie Arbothemacahier 17, De Preventiemedewerker Praktijkgidsen en folders FCB
Websites: www.arbopreventiemedewerker.startpagina.nl www.preventiemedewerker.net www.rie.nl www.arbo.nl www.uwv.nl www.arbo-kinderopvang.nl www.arbeidsinspectie.nl www.fcbwjk.nl www.preventiewijzer.nl www.AI-bladen.nl www.eerstehulpbijwerk.nl
Pagina 15 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
www.bondgenoten.fnv.nl www.arboco.net www.stecr.nl Huisvesting en algemene voorzieningen
•
•
•
(Laten) repareren van • schade aan gebouw of materiaal (Laten) uitvoeren onderhoud en • verbouwingen Onderhouden van keurings- of onderhoudscontracten •
Inzicht hebben in de veiligheidsrisico’s in gebouwen Overleg met medewerkers van facilitaire of civiele dienst Technische-, bouw- en onderhoudsdienst en kunnen contacten
Arbo-Informatieblad 10, bedrijfshulpverlening Arbothemacahier 14, Bedrijfsnoodplan www.bvaa.nl www.arbo.verzamelgids.nl www.bedrijfshulpverlening.startpagina.nl www.veiligheid.nl www.ehbo.nl www.ggd.nl www.kennisnetwerkvalpreventie.nl www.keurmerk.nl www.rokenendewet.nl
Beeldschermwerk/RSI •
• •
•
Organiseren of geven van jaarlijkse voorlichting betreffende beeldscherm werkplekinstellingen en gezond werken Werkplekinstructie nieuwe medewerkers Ontwikkeling/ ondersteuning van inkoopbeleid meubilair en hulpmiddelen Ontwikkeling/ ondersteuning pauzebeleid
• • • • •
•
•
RSI-risico’s kunnen signaleren Werkplekanalyse Achtergrondkennis RSI-preventie Communicatieve vaardigheden Kennis van ergonomienormen kantoormeubilair Aanspreekpunt voor en naar medewerkers en beeldschermwerke rs kunnen enthousiasmeren om gezond te werken Gebruiken van de RSI toolkit
Arbo-Informatieblad 2, werken met beeldschermen RSI toolkit op www.fcbwjk.nl Handboek RSI, drs. Kees Peereboom Zakboek ergonomie www.rsi-vereniging.nl www.rsi.pagina.nl www.ergonomie.startpagina.nl www.arbobondgenoten.nl www.ergocoaches.nl www.pregoplus.nl www.beeldschermtachograaf.nl
Pagina 16 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
www.stoprsi.nl www.tifaq.com www.spraakherkenning.pagina.nl www.vhp-ergonomie.nl Werkdruk en functie- • inhoud •
•
•
Adviseren over onderzoek werkdruk in organisatie Signaleren van structurele hoge werkdruk Adviseren over aanpassen werkorganisatie, taakstructuur en werkverdeling Zorgen voor goede communicatiestructuur tussen medewerker en leidinggevende
•
• •
Goede basiskennis en -vaardigheden “adviseren en communiceren” Stresssignalering en -hantering Gebruik maken van tools in werkmap FCB en arboplusconvenant Kinderopvang
FCB Magazine Arbothemacahier 9, werkbelasting en stress Werkmap, Praktijkgidsen en folders FCB www.fcbwjk.nl www.werkdruk.startpagina.nl www.tno.nl www.skbvs.nl www.psychischenwerk.nl www.burnout.startpagina.nl www.burnin.nl www.gezondebalanswerkenprive.nl
Agressie en onveiligheid
•
•
•
• •
Adviseren over veiligheid gebouw en omgeving Adviseren over een veilig werkplekontwerp Organiseren of geven van een training hanteren agressie Regelen opvang en nazorg Opzetten van een systeem voor registratie van incidenten
•
•
• •
•
Inzicht in technische maatregelen Kennis van branche instrumenten, protocollen en handhaving Voorlichting kunnen geven Kennis van netwerk om eerste opvang en nazorg kunnen regelen Gebruik maken van werkmap FCB
FCB Magazine Werkmap, Praktijkgidsen en folders FCB www.fcbwjk.nl www.arbobondgenoten.nl www.skbvs.nl www.gedragscodes.nl www.jeugdzorg.startpagina.nl www.lastiggedrag.nl www.agressie.startpagina.nl
Pagina 17 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Fysieke belasting
•
• •
•
Protocolleren tilhandelingen en andere fysiek belastende handelingen Hulpmiddelen ter beschikking stellen Organiseren of geven van voorlichting gezond tillen Communiceren van afspraken en richtlijnen uit arboconvenant
•
•
• •
•
•
Risico’s fysieke belasting kunnen signaleren Voorlichting fysieke belasting kunnen geven Communicatieve vaardigheden Taal van de werkvloer kunnen spreken Collega’s kunnen enthousiasmeren om gezond te werken Kennis van branchespecifieke instrumenten omtrent fysieke belasting
Arbo-Informatieblad 29, Fysieke belasting bij het werk Blad van en voor Ergocoaches Praktijkfolders FCB Arbo-Informatieblad 12, Zwangerschap en Arbeid Handboek Fysieke Belasting, drs. Kees Peereboom www.arbobondgenoten.nl www.ergocoaches.nl www.pregoplus.nl www.arbo-kinderopvang.nl www.arbo-peuterspeelzalen.nl www.rugklachten.startpagina.nl
Besmettingsrisico’s
• •
Opstellen protocollen Middelen ter voorkoming prikaccidenten aanschaffen
•
• •
Balie- of receptiewerkplek
•
•
Werkplekcheck • uitvoeren en instructie geven Adviseren over aanpassen ergonomie • balie of receptie en gezonde werktechniek/ werkgedrag
Kennis van besmettingsrisico’s Kennis van veilig werken Inzicht in gebruik hulpmiddelen
Arbo-Informatieblad 32, Legionella
Kennis van ergonomie normen voor balies Voorlichting kunnen geven over gezond en veilig werken aan de balie/receptie
Arbothemacahier 7, Baliewerk
www.vrom.nl www.sanquin.nl
Handboek Ergonomie 2005, ir. Peter Voskamp Zakboek ergonomie Arbomagazine 8, 2005, Artikel: een balie op maat www.vhp-ergonomie.nl
Huishoudelijke dienst •
• •
Regelen van veilige • opslag schoonmaakmiddelen Aanschaffen van juiste hulpmiddelen • Laten uitvoeren van onderhoud aan de • hulpmiddelen
Kennis van risico’s www.zowerkjeprettiger.nl opslag en gebruik schoonmaakwww.overtoom.nl/verpakkenmiddelen schoonmaak/reinigen Onderhoud kunnen regelen Voorlichting kunnen geven of
Pagina 18 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
•
Organiseren of geven van voorlichting over gezond en veilig werken
organiseren
Pagina 19 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]
Colofon December 2006 De preventiemedewerker is een uitgave van FCB. FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken is een initiatief van ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en MOgroep. Tekst en productie FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken en VHP Vormgeving FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Publicatienummer 2006.0105 Deze uitgave is als PDF te downloaden vanaf www.fcbwjk.nl. Meer informatie FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht T 030 298 53 50 F 030 298 53 33 E
[email protected] Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Ondanks de uiterste zorgvuldigheid waarmee deze uitgave tot stand is gekomen, is FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken niet aansprakelijk voor eventuele drukfouten. Noch voor het gebruik van de inhoud van de teksten en de daaruit voortvloeiende feiten, omstandigheden en gevolgen. Overname van teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.
Pagina 20 van 20 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 •
[email protected]