De Oude Grieken
GEOMETRISCHE
ARCHAÏSCHE
720
1050
KLASSIEKE
480
HELLENISTISCHE
323
700 600 530
1100 GEOMETRISCHE
ORIENTALISEERDE - ZWARTFIGURIG - ROODFIGUURIG
140
0
De Oude Grieken Het land Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa. Het bestaat uit een groot stuk vaste land en een heleboel kleine eilandjes. Griekenland bestond uit allerlei staatjes. Die stadstaten hadden allemaal dezelfde taal en godsdienst, maar ze hadden eigen wetten, geld en goden. Iedere stadstaat (polis) had zijn eigen bestuur. Het bestuur maakte de wetten. Het volk (de meerderheid) besliste hierover mee. Deze bestuursvorm heet democratie (demos = volk, cratie = beslist ). De cultuur van de oude Grieken is de eerste beschaving van betekenis in West-Europa en wordt over het algemeen beschouwd als de basis van de West-Europese beschaving. De bloei van de Griekse Oudheid beslaat ongeveer 650 jaar en duurde van ca. 800 tot 140 voor Christus. De periode kent 3 fases: 1. ontwikkeling 2. bloei 3. verval
Bouwkunst
De Griekse Bouwkunst De Oude Grieken waren goede bouwers. Ze ontwierpen en bouwden prachtige tempels en openbare gebouwen. Het Parthenon is het beroemdste van al die gebouwen. Het is gebouwd op de Acropolis, een heuvel van waaruit men over Athene. De Grieken hebben voor hun gebouwen, ook de tempels, oorspronkelijk hout als bouwmateriaal gebruikt. De belangrijke onderdelen werden bekleed met platen van terracotta (= gebakken klei). Later zijn ze meer duurzame, maar ook moeilijker te bewerken natuursteen (kalksteen en marmer) gaan toepassen. De vormgeving van de Griekse bouwkunst is dan ook voor een groot deel te verklaren aan de hand van de houtbouw. De oudste bewaard gebleven Griekse bouwwerken zijn de tempels en theaters.
Tempels De bekendste bouwvorm uit de Griekse periode is de tempel. De Grieken proberen hun goden ook te vriend te houden door tempels voor hen te bouwen. Een huis voor de goden waar ze hun geschenken brengen.
Ze bouwen hun tempels met veel zuilen en
pilaren. En ze versieren ze met beelden. Aan de voorkant is een driehoek. Daarin staan vaak ook beelden, kleurig beschilderd. De Griekse tempel bestaat uit verschillende ruimten waarvan de cella het belangrijkst is. In de cella werd namelijk het beeld geplaatst van de god waaraan het gebouw gewijd was, zoals bijvoorbeeld Zeus, Apollo of Athena.
Schematische weergave van een Oud Griekse Tempel
Akroterion
Sima Tympanon /Fronton Geison
tympanon / fronton / pediment
Fries Hoofdgestel Architraaf Zuilen
Abacus Echinus Voluut Zuilenschacht
Stereobaat
Cannelures
Griekse zuilen
Dorische stijl
Ionische stijl
Korintische stijl
De lange pilaren (die zuilen heten) zijn op het eind heel simpel plat. Zo'n zuil bestond uit meerdere stukken, die op elkaar gestapeld waren. Het platte gedeelte wordt het kapiteel genoemd.
Later kwamen de Ionische zuilen. Ze waren smaller, hoger, sierlijker en eleganter dan de Dorische. De kapitelen zijn nu licht versierd met een krul. Die krul wordt een volute genoemd.
Nog later, eind van de oude Grieken en in de tijd van de Romeinen, kwam deze meer versierde stijl. De kapitelen waren uitgehouwen in de vorm van acanthusbladeren en aan vierzijdig. Deze waren in de Romeinse tijd erg populair.
Theater In de 5e eeuw neemt de theater kunst toe. Men neemt geen genoegen meer met kleine houten theaters, men bouwt nu grote stenen schouwburgen. Het Grieks Theater bestaat uit 3 delen: 1. Toneel voor de spelers 2. Cirkelvormige dansvloer voor het koor 3. Oplopende zitbanken voor de toeschouwer Het theater komt voor uit religieuze rituelen rond het altaar van Dionysus, de God van de wijn. Het theater onderscheidt zich van de godsdienstoefening doordat de priesters worden vervangen door acteurs. Deze acteurs handelen los van het koor. De verering van Dionysus maakt plaats voor verhalen over halfgoden en helden. Deze verhalen kennen een conflictelement, bijvoorbeeld tussen mens en god, goed en kwaad of kind en ouder.
Beeldhouwkunst
Beeldhouwkunst De Oud Griekse beeldhouwkunst heeft gedurende de Griekse oudheid een hele evolutie meegemaakt. Deze tijd is daarom ook onderverdeeld in verschillende periodes. Een ding wat de meeste beelden uit die tijd gemeen hadden was dat de meeste vrijstaande beelden rond de tempels stonden opgesteld. Ze stonden op een voetstuk, als geschenk voor het heiligdom, naar aan leiding van een moedige daad of een sportprestatie. Bij de Griekse beeldhouwkunst kun je denken aan de afbeeldingen in de friezen, de verschillende zuilvormen, de vrije beelden en het vrije aardewerk. De zuilvrouwen noemt men kariatiden, zoals bij de tempel het Erechteion.
Oud Griekse kunst De kunst van het oude Griekenland was en is een enorme invloed op de cultuur van vele landen van oude tijden tot het heden. Dit komt mede door de enorme ontwikkeling in die tijd, in het bijzonder op het gebied van beeldhouwwerk en architectuur. We kunnen deze ontwikkeling van de kunst dan ook verdelen in 4 verschillende perioden; 1. Geometrische periode (1050 v.Chr.-720 v.Chr) - veel rijk versierd aardewerk - kenmerkende decoratie: meanders en andere geometrische motieven 2. Archaïsche periode (720 v.Chr. - 480 v.Chr) - gekenmerkt door de overname van Oosterse (Assyrische, Phoenicische, Egyptische) motieven - overname van de Egyptische statische, uit vaste verhoudingen bestaande formules voor beeldhouwwerk (Starve eenvoud) - beelden uit een rechthoekig blok zijn gesneden - stramme en frontale houding - haren zijn zeer gestileerd weergegeven - archaische glimlach. - later steeds grotere natuurgetrouwe modellen - Mensfiguren vooral: goden/helden/atleten.
3. Klassieke periode (480 v. Chr. - 323 v. Chr) - verdergaande natuurgetrouwheid - grotere ruimtelijkheid - suggestie van ruimte in een plat vlak: figuren op verschillende hoogtes te plaatsen en verkort weergeven van lichaamsdelen
4. Hellenistische periode (323 v. Chr–140 v. Chr) - zeer sterk individualisme, levende personen weer te geven - veel emotie - veel beweging - meerdere aanzichten binnen een beeld.
Reliëf Een andere vorm van beeldhouwkunst is reliëf. Deze vorm van beeldhouwkunst komt vooral voor in de tempels. We kunnen 3 soorten reliëfs onderscheiden: 1. Vlakreliëf heeft weinig hoogteverschil, zoals de afbeelding op een munt of een fries 2.
Verheven/verzonken/half reliëf achtergrond niet is bewerkt, maar alleen de figuur zelf is uitgehouwen uit het oppervlak (denk aan het Egyptische reliëf)
3.
Hoogreliëf heeft relatief veel hoogteverschil. De voorstelling is veel volumineuzer uitgewerkt; soms zijn de figuren zelfs bijna vrijstaande beeldhouwwerken Voorstelling op de reliëfs: - Vooral mythologische personages / scènes - Zelden tot nooit historische figuren
schilderkunst
De Griekse schilderkunst Helaas is er weinig van de Griekse schilderkunst bekend, omdat er veel verloren is gegaan. We kennen de schilderkunst slechts door overgebleven resten van fresco’s, mozaïeken, beschilderde reliëfs en de beschilderde vazen.
Vazen Ook de vazen net als de rest van de Oud Griekse periode is onder te verdelen in verschillende Stijlen. De Geometrische stijl (1100 – 700 v. Chr.) Zware horizontale banden met geometrische motieven. (meaders, zigzaglijnen, cirkels) Mensen en dieren worden hoekig en geometrisch weergegeven
De Orientaliserende Stijl (700 – begin 6e eeuw v. Chr) Oosterse motieven (lotusbloem, exotische planten, fabelachtige dieren) Meer details (details worden met een naald ingekrast)
Vazen De Zwartfigurige stijl (6e eeuw – 530 v. Chr.) Ondergrond vaas is aardrood Figuren zijn met zwarte vernis aangebracht Voorstelling op deze vazen: mythologische taferelen en het dagelijks leven met vaak betrekking op het gebruik van de vaas.
De Roodfigurige Stijl (vanaf 530 v. Chr) Achtergrond is zwart Figuren zijn rood Voorstelling op deze vazen van in de begin nog frontaal en lineair, later werd alles geïdealiseerder.
Het Oud Griekse Schrift Dit alfabet is in de oudheid (rond de 9e eeuw v.Chr.) ontwikkeld uit het Fenicische alfabet en bestaat uit 24 letters/tekens en klanken. Het wordt nog steeds in Griekenland en Cyprus gebruikt. Het Griekse schrift vertegenwoordigt een belangrijke ontwikkeling: het heeft namelijk klinkers. De oudere schriften (Fenicisch, Egyptisch,enz) hadden alleen medeklinkers. Daarnaast bestaat het niet meer uit tekeningen, maar uit tekens/symbolen die letters/klanken voorstellen.
Voor de talen die daarmee geschreven werden, werkte dat uitstekend omdat in die talen woorden die slechts één klinker verschillen meestal een verwante betekenis hebben. Wij hebben ons alfabet en een aantal nog steeds gebruikte symbolen te danken aan het Grieks Alfabet.
Bèta De voormalige middelbare voortgezette opleiding met ook exacte vakken, de bètawetenschappen zoals scheikunde, natuurkunde en wiskunde Gamma De gammawetenschappen, zoals sociologie, antropologie Psi Een neutrale term voor parapsychologische fenomenen zoals buitenzintuiglijke waarneming: psi (paranormaal). Sigma dit teken in de wiskunde het sommatieteken genoemd Delta Delta wordt gebruikt om toename weer te geven tussen twee gegevens. Symbool van een dispuut in Groningen: Diogenes. Opgericht in 1956.