2013
De oorzaken verschillen gasverbruik Devan oorzaken van in verschillen in
gasverbruik Hoeinis gasverbruik het grote verschil in gasverbruik verklaren en watdoen kunnen “Hoe is het grote verschil te verklaren en wat te kunnen bewoners om bewoners doen om tot het minimale verbruik te komen? tot het minimale verbruik te komen?”
De oorzaken van verschillen in gasverbruik “Hoe is het grote verschil in gasverbruik te verklaren en wat kunnen bewoners doen om tot het minimale verbruik te komen?”
Colofon Gegevens auteur Naam: Functie: Adres: Telefoonnummer: E-mail: Gegevens organisatie Naam: Adres:
Telefoonnummer: Gegevens opdrachtgever Naam: Functie: E-mail: Gegevens eindredacteur Naam: Functie: E-mail:
Gegevens rapport Naam: Versie: Datum:
Bahez Abdallah Projectleider/instructeur M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede 06 33604610
[email protected]
Stichting Pioneering M.H. Tromplaan 28 7513 AB Enschede Postbus 70.000 7500 KB Enschede 053 4871775
Gerard Salemink Chef werkplaats ‘Klimaatneutraal renoveren’
[email protected]
Bas van der Veen Lector ‘Vernieuwend Ondernemen in de Bouw’
[email protected]
De oorzaken van verschillen in gasverbruik Definitief 22-5-2013
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Voorwoord Voor u ligt het eindrapport van een casestudie onder een groep vergelijkbare huishoudens in de zelfde huizen, met een groot verschil in het gasverbruik. Het onderzoek is in opdracht van de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren uitgevoerd door het lectoraat Vernieuwend Ondernemen in de Bouw van Hogeschool Saxion. Wij zien vaak grote verschillen in het energieverbruik tussen vergelijkbare woningen. Dit is niet alleen te verklaren door het verschil in bewonersgroepen. Vaak hebben we bij dit soort constateringen veel vragen en geen harde oorzaak. De vragen hebben betrekking op het wel of niet bewust omgaan met energiegebruik, de omgang met installaties, ventilatiegedrag, de inregeling van de installaties, zijn isolatiemaatregelen goed uitgevoerd etc. Dit was voor ons de aanleiding voor het laten uitvoeren van deze casestudie. De case betreft acht gezinnen, wonend in identieke woningen, in een VINEX wijk met vergelijkbare gezinssamenstelling, leeftijd, inkomen, werksituaties van de partners en opleiding. Opvallend is dat het gasverbruik per jaar sterk verschilt tussen de verschillende gezinnen. De insteek van deze studie is het verklaren van de grote verschillen in gasverbruik. Daarnaast is een besparingsadvies uitgebracht aan de huishoudens met de hoogste verbruiken. De resultaten van de studie dragen voor de werkplaats bij aan het sneller verklaren van grote verschillen in het energieverbruik in andere trajecten. Tot slot wil ik de gezinnen die meegewerkt hebben, de onderzoekers van Hogeschool Saxion en installatiebedrijf Coenders bedanken voor hun medewerking aan dit onderzoek. Gerard Salemink Chefwerkplaats Klimaatneutraal Renoveren Stichting Pioneering
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina i
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Samenvatting Door stichting Pioneering is een onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken van de grote spreiding in gasverbruik bij een aantal woningen in een VINEX wijk in de stad Zutphen. Bij een gemiddeld verbruik bedroeg het verschil tussen de laagste en de hoogste verbruikers 1.440 m3 gas per jaar. Dit ondanks de gelijkenissen in het bouwjaar, het type en de oppervlakte van de woningen. Ook de gezinssamenstelling en de leeftijd van de bewoners waren vergelijkbaar. Doel van het onderzoek was enerzijds de oorzaak van de grote spreiding te verklaren en anderzijds het uitbrengen van een advies aan de bewoners betreffende de minimalisering van hun gasverbruik. Na het analyseren van het probleem door middel van het oorzaak-gevolgmodel, zijn vier essentiële hoofdoorzaken benoemd waardoor de grote verschillen in gasverbruik verklaard konden worden. Hierbij moet gedacht worden aan zaken als bewonersgedrag, de woning, de thermische schil en de installaties. Om een beeld te geven van de invloed en de gevolgen van deeloorzaken zijn twee onderzoeken uitgevoerd, namelijk een infraroodonderzoek en een enquêteonderzoek. Naar aanleiding van het infraroodonderzoek, zijn een aantal collectieve en individuele bouwkundige knelpunten inzichtelijk gemaakt, echter deze verklaren de grote spreiding niet. Ze verklaren wel het gedrag van de mensen tijdens het ventileren van hun woning middels de openstaande ramen of roosters. Het enquêteonderzoek is gebleken dat het gedrag van de mensen een belangrijk factor is voor het ontstaan van de verschillen in het gasverbruik. De verschillen zitten hem in het stoken van de ruimtes en tegelijkertijd het verliezen van de warmte door het voortdurend ventileren van de woning. Ook het douchegedrag van de mensen is een belangrijke factor gebleken in de mate van gasverbruik. Om de bewoners te helpen het gasverbruik te beperken, worden ze geadviseerd om in de toekomst hun gedragspatroon aan te passen. De besparingsmogelijkheden zitten vooral in de combinatie stook- en ventilatiegedrag. Maar ook het douchegedrag van de gezinsleden bepaalt het warmwaterverbruik.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina ii
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Inhoud VOORWOORD ................................................................................................................................................... I SAMENVATTING ............................................................................................................................................... II 1. INLEIDING ............................................................................................................................................... 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 2.
ACHTERGROND ............................................................................................................................................. 1 BOUWKUNDIGE GEGEVENS .............................................................................................................................. 2 INSTALLATIETECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................................................... 5 PROBLEEMSTELLING ....................................................................................................................................... 5 DOELSTELLING............................................................................................................................................... 6 VRAAGSTELLING ............................................................................................................................................ 7 ONDERZOEKSVRAGEN ..................................................................................................................................... 7 LEESWIJZER .................................................................................................................................................. 8
PROBLEEMANALYSE ................................................................................................................................ 9 2.1 INLEIDING ........................................................................................................................................................ 9 2.2 PRINCIPE VISGRAATMODEL .................................................................................................................................. 9 2.3 DE TOEPASSING VAN HET VISGRAATMODEL ............................................................................................................. 9 2.4 OVERZICHT OORZAAK-GEVOLG ........................................................................................................................... 11 2.5 ONDERZOEKSOPZET ......................................................................................................................................... 11 2.6 BESCHRIJVING ONDERZOEKSACTIVITEITEN ............................................................................................................. 13
3.
THERMISCHE SCHIL ............................................................................................................................... 14 3.1 INLEIDING ...................................................................................................................................................... 14 3.2 NIET BEÏNVLOEDBARE KNELPUNTEN ..................................................................................................................... 14 3.3 KNELPUNTEN DOOR AANPASSINGEN (ACHTERGEVEL) .............................................................................................. 21 3.3 WARMTEVERLIES DOOR HET GEDRAG VAN DE BEWONERS .................................................................................... 23 3.4. DEELCONCLUSIE ............................................................................................................................................. 28
4. DE WONING............................................................................................................................................... 30 4.1 RUIMTES ....................................................................................................................................................... 30 4.2 ORIËNTATIE .................................................................................................................................................... 31 4.3 DEELCONCLUSIE .............................................................................................................................................. 32 5. INSTALLATIES EN VENTILATIE ..................................................................................................................... 33 5.1 INLEIDING ...................................................................................................................................................... 33 5.2 VERWARMINGSINSTALLATIES ............................................................................................................................. 33 5.3 THERMOSTAAT ............................................................................................................................................... 33 5.4 VENTILATIEMOGELIJKHEDEN .............................................................................................................................. 33 5.5. VENTILATIEROOSTERS .............................................................................................................................. 34 5.6. DEELCONCLUSIE ...................................................................................................................................... 35 6.
BEWONERS ........................................................................................................................................... 37 6.1 INLEIDING ...................................................................................................................................................... 37 6.2 GEZINSVERHOUDINGEN .................................................................................................................................... 37 6.3 AANWEZIGHEID BEWONERS ............................................................................................................................... 38 6.4 INREGELING THERMOSTAAT ............................................................................................................................... 39 6.5 VENTILEREN ................................................................................................................................................... 41 6.6 STOKEN ......................................................................................................................................................... 44
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren 6.7. DOUCHEN ..................................................................................................................................................... 47 6.8. DEELCONCLUSIE ............................................................................................................................................. 49 7. 8. 9.
CONCLUSIE ............................................................................................................................................ 52 AANBEVELING ....................................................................................................................................... 54 BIBLIOGRAFIE ........................................................................................................................................ 55
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
1. Inleiding 1.1 Achtergrond In een VINEX wijk te Zutphen staan acht identieke woningen met een aangebouwde stenen garage en een op het zuidwesten gelegen achtertuin. De woningen hebben ieder een perceeloppervlakte van ca. 230 m², een inhoud van ca. 550 m³ en een woonoppervlakte van ca. 180 m².
Afbeelding 1: Woningen in de VINEX wijk. Bron: (Funda, 2012)
De woningen zijn 2 onder 1 kap woningen en gebouwd in 1999. Deze woningen zijn in 2006 op de 1e verdieping uitgebouwd, waardoor meer slaapkamers gecreëerd zijn. De gezinssamenstellingen zijn vergelijkbaar, twee volwassenen tussen de 35 en 45 jaar, tweeverdieners met HBO of universitaire opleidingen en twee tot drie kinderen in leeftijd tussen 4 en 14 jaar. De meesten woningen hebben een uitbouw op de eerste verdieping, sommigen bewoners hebben roosters geplaatst op de begane grond om de natuurlijke ventilatie te verbeteren.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 1
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren 1.2 Bouwkundige gegevens Om een beeld te geven van de bouwkundige onderdelen van het gebouw, wordt er op drie niveaus naar de constructies gekeken:
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Afbeelding 2: Voor en achteraanzicht Bron: (Roggeveen, 1998)
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 2
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
1.2.1 Opbouw van de gevels De gevel bestaat uit een binnen- en buitenspouwblad, kalkzandsteen van 100 mm, en spouwisolatie van 95 mm, type mupan en van RC waarde van 3.07 en spouwventilatie van 50 mm.
Afbeelding 3: Gevelopbouw. Bron: (Roggeveen, 1998)
1.2.2 Opbouw van de vloer De vloer is een kanaalplaatvloer (afmeting 250 mm, met daarboven 50 mm cementdekvloer als afwerklaag). Het uitgestoken gedeelte van de vloer naar buiten, is aan de onderkant afgewerkt met de combinatie isolatie met regelwerk 46 x 96 mm en 10 mm multiplex.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 3
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Afbeelding 4: Vloeropbouw. Bron: (Roggeveen, 1998)
1.2.3 De dakopbouw De opbouw van het dak bestaat uit de volgende materialen: Betonpan RBB type stonewold; Panlatten 24 x46 mm; Prefab dakdoos element met sporen 71x171 mm; Dampremmende laag; Onderplaatmelamine spaanplaat, wit gecoat; Max 600 h.o.h; Isolatie, Rc = 3.33.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 4
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Afbeelding 5: Dakopbouw. Bron: Gemeente Zutphen
1.3 Installatietechnische gegevens In de woningen zitten min of meer dezelfde installaties. De woningen worden verwarmd doormiddel van HR-ketels. Verder zit in de woningen balansventilatie met WTW, waarmee de woningen op mechanische wijze geventileerd kunnen worden. Bij een aantal woningen zijn in een later stadium ventilatieroosters aangebracht. Hierdoor hebben de bewoners de mogelijkheid om hun woning natuurlijk te ventileren. 1.4 Probleemstelling Van alle acht woningen aan de Beekoever en de Bosrand zijn de verbruiksgegevens door de bewoners aangereikt. In de tabel hieronder zijn op basis van de verbruiken de kosten van het gas bepaald, door elke verbruikte vierkante meter te vermenigvuldigen met € 0,60 (prijspeil 2010).
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 5
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Nummer 1 2 3 4 5 6 7 8 Gemiddeld
Oppervlakte (m2) 180 180 180 180 180 180 180 155
Spreiding
Gas in m3
m3 gas/m2
Gas in €
1625 960 2400 1391 2000 1850 1390 1250 1608
€ € € € € € € € €
975,576,1.440,835,1.200,1.110,834,750,965,-
9,0 5,3 13,3 7,7 11,1 10,3 7,7 8,1 9,07
1440
€
864,-
8,00
Tabel 1. Verbruik gas in het jaar 2010, Bron: (Veen, Overzicht gasverbruik, 2010)
Het verschil in gasverbruik, ondanks de homogeniteit, is groot. Dit bedraagt 1.440 m3 gas per jaar tussen de laagste en de hoogste verbruikers. Uitgedrukt in geld betekent dit een verschil van bijna € 864 per jaar. Naar aanleiding van deze informatie wordt de volgende probleemstelling geformuleerd: “Het grote verschil in gasverbruik bij acht dezelfde type woningen, met dezelfde gezinssamenstellingen”. 1.5 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is het in kaart brengen van de oorzaken van de verschillen in gasverbruik tussen deze woningen, met vergelijkbare gezinssamenstelling, leeftijd, inkomen, werksituaties van de partners en opleiding. Rekening houdend met de huidige probleemstelling wordt de volgende doelstelling geformuleerd: “In beeld brengen van de mogelijke oorzaken van het grote verschil in gasverbruik, tevens het uitbrengen van de adviezen aan de bewoners ter minimalisering van hun verbruik. Middels dit onderzoek wordt getracht de bewoners inzicht te geven in het verschil in de gemeenschappelijk en de individuele oorzaken van de spreiding van het gasverbruik. Dit onderzoek wordt in de vorm van een rapport medio december 2012 gepubliceerd binnen de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 6
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
1.6 Vraagstelling De hoofdvraag in het kader van dit onderzoek is volgende: “Hoe is het grote verschil in gasverbruik te verklaren, en wat kunnen de bewoners doen om tot het minimale verbruik te komen?” Doormiddel van antwoord op deze hoofdvraag zal een beeld worden gegeven van de mogelijke oorzaken van het probleem bij dit onderzoek. 1.7 Onderzoeksvragen Om vast te kunnen stellen hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden, worden de onderzoeksvragen geformuleerd. De antwoorden op de onderzoeksvragen geven samen het antwoord op de vraagstelling. Hier wordt het onderscheid gemaakt tussen de bouwkundige vragen en de enquêtevragen. 1.7.1 Bouwkundige vragen De bouwkundige vragen hebben betrekking op de kwaliteitsbeoordeling van de thermische schil met behulp van het infraroodonderzoek. Hiervoor worden zijn de volgende vragen geformuleerd: 1. Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de thermische schil van de woningen? 2. Wat is de invloed van de bouwkundige aanpassingen of de toegepaste installaties in de tussentijd? 3. Hoe belangrijk is het gedragspatroon van de bewoners bij dit onderzoek? 1.7.2 Enquête vragen De enquêtevragen zijn op vier niveaus onderverdeeld. De vragen hebben betrekking op de volgende variabelen: 4. Hoe groot is de gezinssamenstelling per gezin, wat is hun leeftijd en opleidingsniveaus? 5. Welke (extra) installaties zitten in de woningen en hoe zit het met het gebruik, de inregeling en het onderhoud van de aanwezige installaties? 6. Op welke wijze en hoe vaak worden de woningen geventileerd? 7. In hoeverre speelt het gedrag van de bewoners zelf een belangrijker rol ten aanzien van het gebruik van de installaties en het douchen stoken en ventileren van de woningen.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 7
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
1.8 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het probleem omtrent de grote verschillen van het gasverbruik onder de bewoners geanalyseerd middels het visgraatmodel. Hierdoor zal een aantal hoofdoorzaken en sub-oorzaken in beeld worden gebracht. Daarnaast zal verder iets verteld
worden over de onderzoeksopzet en de onderzoeksactiviteiten, gekoppeld aan de perioden, waarbinnen ze worden uitgevoerd. In hoofdstuk 3 wordt de thermische schil van de woningen tegen het licht gehouden. Door middel van de infraroodopnames wordt gekeken naar de bouwkundige kwaliteit van de buitengevel, zowel tijdens de bouw als de later gedane aanpassingen, evenals het gedrag van de bewoners als het gaat om het ventileren van hun woningen via de openstaande deuren, ramen en ventilatieroosters. In hoofdstuk 4 worden enkele aspecten van de woningen beschreven die enigszins medebepalend zijn voor het theoretisch berekenen van het gasverbruik. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 een inventarisatie gemaakt van de te gebruiken installaties en ventilaties in de woningen, gerelateerd aan de gasverbruiken van de families. Daarna wordt in hoofdstuk 6 per familie ingegaan op de bewonersaspecten, zoals de gezinsverhoudingen, het aanwezigheidspatroon en het energiegedrag van de families. In de hoofdstuk 7 worden de eindconclusies beschreven. Deze zijn gebaseerd op de eerdere deelconclusies van de eerdere hoofdstukken. Tot slot zullen in hoofdstuk 8 de aanbevelingen geformuleerd, te maken met hun gedrag, om uiteindelijk hun gasverbruik te kunnen minimaliseren.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 8
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
2. Probleemanalyse 2.1 Inleiding Uit diverse gesprekken met de experts op het gebied van energie is een aantal factoren geïnventariseerd dat de oorzaken van de verschillen in gasverbruik kan verklaren. Te denken valt aan het warmteverlies via de thermische schil, de woningen, de aanwezige installaties en het gedrag van de bewoners zelf. In dit hoofdstuk worden deze aspecten tegen het licht gehouden en geanalyseerd aan de hand van het visgraatmodel. 2.2 Principe Visgraatmodel Om de oorzaken van een probleem te kunnen opsporen is het noodzakelijk kennis te hebben over het gebied waar het probleem zich voordoet. Om gedachten en ideeën boven tafel te krijgen over mogelijke oorzaken is een methode als brainstormen niet systematisch genoeg. Nodig is een 'Oorzaak en gevolg' probleemanalyse. Het werken met behulp van een zogenaamd visgraatdiagram is zo'n methode. Het visgraatmodel, ook wel Fishbone- of Ishikawadiagram genoemd, analyseert enkelvoudige oorzaak-gevolg-verbanden, door probleemoorzaken in een aantal categorieën terug te voeren. Een horizontale pijl stelt het kwaliteitsprobleem voor. Hierop staan een viertal pijlen voor de hoofdoorzaken Mens, Machine, Methode en Materiaal, veelal aangevuld met een vijfde pijl Milieu/Omgeving. Kleinere horizontale pijlen stellen per hoofdgroep de mogelijke oorzaken en sub-oorzaken voor. De visgraat wordt vaak als probleemveldclusteringmodel volgend op het brainstormen gebruikt. (BTSG)
2.3 De toepassing van het Visgraatmodel Doel hiervan is om op een geordende visuele wijze te zoeken naar een zo groot mogelijk aantal hoofdoorzaken en sub-oorzaken van de verschillen in het gasverbruik onder huishoudens binnen dit onderzoek.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 9
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Hieronder staat een schematische weergave van het model, toegepast op de situatie bij de woningen waar dit onderzoek overgaat.
Afbeelding 6: Weergave probleemanalyse m.b.v. visgraatmodel. Bron: (BTSG, 2012)
Uit deze analyse blijkt dat er vier hoofdoorzaken zijn die ten grondslag liggen aan de verschillen in gasverbruik. Dit zijn de thermische schil van de woningen, de aanwezige installaties en ventilatiesystemen (zowel origineel als tijdens het bouwen van de aanbouw), de woning (de oriëntatie en de ruimte) en het bewonersgedrag. Onder elk van die hoofdoorzaken is tevens een aantal deeloorzaken dat van invloed zijn op het optreden van de hoofdoorzaken.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 10
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
2.4 Overzicht oorzaak-gevolg Hieronder een opsomming van alle oorzaken, afkomstig uit de probleemanalyse, met de daarbij behorende gevolgen: Oorzaken
Toelichting
Gevolg
Thermische lekken als gevolg van de bouw Gebreken, ontstaan tijdens het bijbouwen Gedrag bewoners m.b.t. openstaande deuren, ramen en ventilatieroosters
Warmteverlies via de constructieonderdelen Warmtelek bij aansluitingen en installaties Warmteverlies via openstaande onderdelen
Toegepaste installatie c.q. ventilatie tijdens de bouw, plus wijze van inregeling daarvan Het gebruik van de WTW installatie door de bewoners
Hoog energieverbruik
Bouwkundige staat Bouwfouten Gebreken aanbouw Gedrag
Installatie Originele installatie
Gebruik WTW
Inregeling thermostaat
De wijze van inregeling van de thermostaat door de installateurs of de bewoners zelf
Energieverlies door onwetendheid m.b.t. gebruik en inregeling Hoog energieverbruik door de onjuiste inregeling thermostaat
Gedrag Aanwezigheid
Aanwezigheid van de mensen thuis
Douchen
Aantal keren en momenten douchen per dag door de gezinsleden
Stoken
Stookgedrag van de mensen zelf, wel of niet stoken van alle vertrekken
Ventileren
Ventileren via de bestaande ventilaties dan wel openstaande delen
Energieverbruik door de aanwezigheid van de bewoners Gasverbruik ten gevolge van de tijdsduur de hoogte van de temperatuur warm tapwater Gasverbruik gerelateerd aan de hoeveelheid uren en de hoogte van de temperatuur Energieverlies via ventilaties en openstaande ramen en deuren
Tabel 2: Overzicht oorzaak-gevolg ter toelichting op probleemanalyse
2.5 Onderzoeksopzet De activiteiten die uitgevoerd worden om het antwoord te kunnen geven op de gestelde onderzoeksvragen, komen in dit paragraaf aan bod. Er wordt per onderzoeksvraag bekeken welke gegevens en verzamelmethoden er nodig zijn om daar het antwoord op te kunnen
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 11
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
geven. Daarnaast zullen de onderzoeksmethodes worden weergegeven met daaraan gekoppeld de perioden, waarbinnen ze worden uitgevoerd. Onderzoeksvragen
Onderzoeksactiviteiten
Periode
Hoofdvragen Vragen 1 t/m 4 m.b.t. de prestatie van de thermische schil
Deskresearch Verzamelen en analyseren gegevens (tekeningen en bouwfysische stukken).
April 2011
Enquêtevragen Vragen 1 t/m 3 m.b.t. gezinssamenstelling, leeftijd en opleidingsniveau
Voorbereiden checklists en infraroodcamera voor het maken van infraroodopnames.
Januari 2012
Fieldresearch Het uitvoeren van infraroodopname en rapporteren bevindingen.
Eind februari 2012
Deskresearch Verzamelen gegevens via internet.
April 2012
Inventariseren variabelen met daaraan gekoppeld de enquêtevragen.
Mei 2012
Opstellen enquêtelijsten. Vragen 4 t/m 13 m.b.t. de thermische schil en de aanwezige installaties Vragen 14 t/m 33 omtrent comfort binnen de woningen
Fieldresearch Opstellen en afnemen enquête met de bewoners. Vastleggen bevindingen, gekoppeld aan elk adres.
Juni 2012
Juli 2012
Vragen 34 t/m 47 t.a.v. van het gedrag van de bewoners
Tabel 3: Overzicht onderzoeksactiviteiten gekoppeld de onderzoeksvragen
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 12
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
2.6 Beschrijving onderzoeksactiviteiten Om de grote spreiding ten aanzien van het gasverbruik te verklaren, worden er zoals hiervoor aangehaald, twee essentiële onderzoeken uitgevoerd. Op de volgende pagina worden beide onderzoeken in het kort beschreven. 2.6.1 Infraroodopname Om de thermische kwaliteit van de schil te beoordelen, wordt gebruik gemaakt van een infraroodopname. Op deze manier kan het beeld worden gekregen van de transmissieverliezen door de gevels, het dak, de aansluitingen en de ventilaties van de woningen. Per foto zullen de resultaten worden vastgelegd en onderbouwd aan de hand van de situatie en het bouwkundige detail. De foto kan op basis van detaillering en toegepast materiaal beter worden beoordeeld. Daarna worden de resultaten met de daarbij behorende toelichtingen verder uitgewerkt en definitief gemaakt voor de eindrapportage. De periode waarbinnen dit onderzoek plaats gaat vinden, zal in ieder geval vóór de maand maart en liefst met een buitentemperatuur van onder 5 graden plaatsvinden. Verder moeten de infraroodopnames bij voorkeur gemaakt worden op een moment voor en na zonsondergang, dan hebben de woningen nog een temperatuur van 20° C is, en is het koud genoeg voor dit onderzoek. 2.6.2 Enquête onderzoek Voor het in kaart brengen van de configuraties, alsmede het meten van het gedrag van de bewoners, wordt een enquêteonderzoek uitgevoerd. Hiervoor is beroep gedaan op twee studenten van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde. Deze studenten zullen in één op één ontmoeting met de bewoners een enquêtelijst doornemen. Uitgangspunten hiervoor zijn de gegevens die door de bewoners zelf worden vermeld, ze kunnen eventueel afwijken van werkelijk. Omdat het een samenspel van factoren is, kan moeilijk precies aangegeven worden welk aspect van het gedrag tot welk deel van het energieverbruik leidt. Echter worden hier de indicaties gegeven. De enquêtevragen worden opgesteld op basis van de volgende thema’s: - Gezinssamenstelling, leeftijd en opleidingsniveau; de algemene informaties over de bewoners. - De aanwezige installaties; inventarisatie van de aanwezige installaties of ventilaties in de woningen. - Het gedrag van de bewoners; heeft betrekking op het feit hoe vaak en hoelang ze eventueel onder de douche staan, hoelang de verwarming aanstaat, maar ook de mate waarin ze de deuren, ramen en ventilatieroosters hebben openstaan.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 13
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
3. Thermische schil 3.1 Inleiding Het eerste onderzoek dat werd uitgevoerd, was het maken van de infraroodopnames van de woningen aan de buitenkant. Het voornaamste doel hierbij was het beoordelen van de bouwkundige staat (thermische schil) van de woningen. Te denken valt aan de mate van de isolerende werking van de aanwezige isolaties in de gevels, evenals het opsporen van de gaten of de warmteverliesplekken. Door het resultaat te evalueren is het mogelijk de woning te controleren op haar zwakke plekken, de warmtelekken. Van belang bij dit onderzoek was dat het onderzoek voor zonsopgang of na zonsondergang werd uitgevoerd, om de resultaten niet te laten beïnvloeden door warmtestraling van de zon. De omstandigheden waaronder dit onderzoek plaats heeft gevonden was in de nadagen van de maand februari, begin van de avond en met een buitentemperatuur van ongeveer 2 graden. Dit was dus een geschikt moment om de infraroodfoto’s te kunnen maken. Verder hadden de woningen een binnentemperatuur van ongeveer 20 °C. Zo kan een realistisch beeld gegeven worden van de ‘zwakke’ punten in de isolatielaag. Doordat er van buitenaf werd gemeten, ondervonden de bewoners geen hinder van de opnames. Tijdens het maken van de infraroodfoto’s werden de gebreken, warmtelekken of warmteverliesplekken op drie niveaus bekeken en geanalyseerd. Deze waren: - Niet beïnvloedbare knelpunten: De bouwkundige knelpunten ten aanzien van de woningen als gevolg van ontwerp- en uitvoeringsfouten tijdens het bouwen. - Knelpunten door aanpassingen: Warmtelekken als gevolg van de bijgebouwde uitbouw evenals de toegepaste installaties of ventilaties toentertijd. - Het gedrag van de bewoners: Dit heeft betrekking op de openstaande ramen, deuren of ventilatieroosters. 3.2 Niet beïnvloedbare knelpunten Naar aanleiding van de gemaakte foto’s is duidelijk gebleken dat de woningen op zich in goede staat verkeren. De bouwkundige staat van de woningen ziet er qua onderhoud goed uit. Echter is wel sprake van een aantal collectieve knelpunten die zich voordoen bij alle woningen, waar de bewoners overigens geen invloed op hebben. Deze knelpunten zijn bouwkundig van aard en hebben te maken met de aansluiting van het dak met de buitengevel aan zowel de voorgevel als de zijgevel van de woningen. Hierdoor gaat mogelijk veel warmte verloren.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 14
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
3.2.1 Aansluiting dak en voorgevel (collectief) Bij de aansluiting dak met de voorgevel zijn op twee plekken warmtelekken geconstateerd. Deze verschijnselen waren te zien bij alle woningen, namelijk door de gele strepen tussen het dak en de voorgevel. Het gaat hier om collectieve knelpunten die zijn ontstaan door de gemaakte keuzes of fouten in het verleden. Hieronder worden de infraroodfoto’s van beide situaties middels de optische foto’s en de bijbehorende detailleringen geanalyseerd.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 15
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
In onderstaande tabel wordt het eerste knelpunt rondom de aansluiting van het dak toegelicht en aan de hand van detail 1 weergegeven.
Voorgevel
Doorsnede
Warmtelek bij de aansluiting dak en gevel
Detail 1
Tabel 4: Warmtelek bij aansluiting dak en de voorgevel, detail 1.
Toelichting: Bij detail 1 kan er sprake zijn van een uitvoeringsfout tijdens het bouwen. Vermoedelijk is de isolatie achter de muurplaat (zie omcirkeling bij detail 1) niet voldoende aangebracht zoals deze op het detail staat. Het warmteverlies bij dit punt heeft te maken met de opkomende warmte van binnen die in de spouwventilatie terechtkomt en vervolgens via de aansluiting dak met de voorgevel naar buiten vertrekt. Hieronder wordt dit knelpunt aan de hand van het detail verder geanalyseerd. De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 16
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Zoals hiervoor aangehaald bevindt zich bij de aansluiting dak met de voorgevel een warmtelekpunt. Dit knelpunt zal hieronder doormiddel van detail 2 kritisch worden beoordeeld.
Voorgevel
Doorsnede
Warmtelek bij de aansluiting dak en gevel
Detail 2
Tabel 5: Warmtelek bij aansluiting dak en de voorgevel, detail 2.
Toelichting: Hier is sprake van identiek hetzelfde knelpunt als bij het vorige detail. Dezelfde reden, slecht of het onvoldoende isoleren van de muurplaat en het uiteinde van de kanaalplaatvloer als bij detail 1, ligt ook hier ten grondslag aan het verliezen van warmte via de aansluiting dak met de voorgevel.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 17
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren 3.2.2. Aansluiting dak en zijgevel (collectief) Op de onderstaande foto’s komt duidelijk naar voren dat de aansluiting dak met de zijgevel het warmteverlies optreedt. Dit knelpunt was bij een viertal woningen duidelijk zichtbaar. Uitgaande van dezelfde detailleringen kan worden vastgelegd dat dit knelpunt bij de resterende woningen ook naar voren komt.
Zijgevel
Doorsnede
Warmteverlies bij aansluiting zijgevel met dak
Detail 6
Tabel 6: Warmtelek bij aansluiting dak en de zijengevel
Toelichting: Er is sprake van een ontwerpfout. Enerzijds heeft dit te maken met het feit dat er tussen de klossen geen rekening gehouden is met het aanbrengen van de isolatie. En anderzijds omdat de dakisolatie niet verder doorgetrokken is, hetgeen betekent dat deze bij de binnenmuur ophoudt. Hierdoor kan de warmte gemakkelijk via de aansluiting verdwijnen.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 18
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
3.2.3 Aansluiting verdieping en voorgevel (collectief) In dit geval gaat het om een warmtelek bij de aansluiting verdiepingsvloer met de buitengevel bij de voordeur. Op de foto hieronder is duidelijk te zien dat de warmte van binnen via de naden naar buiten gaat. Dit knelpunt deed zich voor bij 4 van de 8 woningen die op dat moment wellicht boven de verwarming aan hadden staan. Gezien de detaillering kan het zo zijn dat dit knelpunt voor zou komen.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 19
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Aansluiting verdiepingsvloer met voorgevel
Doorsnede
Warmtelek bij aansluiting verdiepingsvloer/buitengevel
Detail 13b
Tabel 7: Warmtelek bij de aansluiting verdiepingsvloer met de buitengevel
Toelichting: De reden van het ontstaan van dit knelpunt kan zijn dat er onder de loodslabbe de isolatie niet aangebracht of weggevallen is. In dat geval zou de warmte van binnen via de verdiepingsvloer naar buiten gaan. Overigens kan de isolatie tijdens de uitvoering, mede door de aanwezigheid van de kolom onder de verdiepingsvloer, niet optimaal zijn toegepast. Dit kan dus ook een belangrijke reden zijn van het ontstane knelpunt.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 20
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
3.2.4 Warmteverlies boven achterdeur Bij woning 8 valt op dat sprake is van warmteverlies boven de klapdeur naar de achtertuin. Dit is te zien aan de gele streep bij de naad tussen de latei en de bovendorpel, waardoor de warmte naar buiten gaat.
Warmteverlies boven de achterdeur
Warmtelek boven de klapdeur naar de achtertuin
Tabel 8: Warmtelek boven de klapdeur naar de achtertuin Toelichting:
De oorzaak van het ontstaan van dit knelpunt is waarschijnlijk het niet goed afkitten van het kozijn tijdens het stellen. Het is een klein gebrek zonder ernstige gevolgen, waarbij het energieverlies minimaal is. 3.3 Knelpunten door aanpassingen (achtergevel) Het tweede niveau waarop de infraroodfoto beoordeeld zijn, waren de eventuele warmteverliezen naar aanleiding van de gedane aanpassingen bij de woningen. Zeven van de families hebben bijvoorbeeld aan de achterkant een uitbouw gebouwd op de eerste verdieping. Dit ter vergroting van de woning qua vierkante meters en vooral het creëren van extra slaapkamers. Daarnaast zijn door een aantal families de nieuwe ventilatiesystemen aangebracht om de lucht toe- en afvoer te bevorderen. Hierdoor konden de mensen zelf op elk moment hun woningen op natuurlijke wijze ventileren. 3.3.1 Warmtelek bij de dakrand van de uitbouw Ten aanzien van de kwaliteit van de thermische schil van de aanbouw is alleen bij de woning 1 een warmtelek geconstateerd. Immers bij het dak van de aanbouw is te zien dat de warmte verloren gaat. Vermoedelijk is destijds constructief iets mis gegaan tijdens het bouwen daarvan. De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 21
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
De aanbouw aan de achterkant
Warmtelek t.a.v. het dak van de aanbouw
Tabel 9: Warmtelek bij het dak van de aanbouw
Toelichting: Dit kan veroorzaakt zijn doordat de dakbedekking niet goed gelegd is. Het knelpunt is niet dusdanig ernstig dat het tot lekkage zou leiden, wel is op die plek te zien dat warmte verloren gaat. Dit kan warmte tot gevolg hebben.
3.3.2 Ventilatierooster in de keuken (niet origineel) Bij een aantal woningen zijn in een later stadium de ventilatieroosters aangebracht in de keuken en in de slaapkamers. Tijdens de opname was bij één van die woningen (woning 6 en wellicht meer) het ventilatierooster open. De bewoners waren op dat moment aan het koken, terwijl toen ook nog eens gestookt werd binnen die woning. Als gevolg hiervan zou de grote hoeveelheid warmte via de ventilatiegaten naar buiten worden afgevoerd.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 22
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Ventilatierooster in de keuken
Warmteverlies via de ventilatierooster
Tabel 10: Warmteverlies via de ventilatierooster
3.3 Warmteverlies door het gedrag van de bewoners Naast de bouwkundige gebreken is het gedragspatroon van de bewoners een essentieel component van de oorzaken van de verschillen in het gasverbruik. De wijze van ventilering van de woonruimtes (door het gebruik van natuurlijke of mechanische ventilaties en het al dan niet openzetten van deuren, ramen en de ventilatieroosters) wordt middels de infraroodfoto’s duidelijk zichtbaar. Grote verschillen ten aanzien van het ventilatiegedrag bij de bewoners kunnen tot de spreiding van de energieverbruiken leiden. Hieronder zal het gedrag van de bewoners op drie verschillende manieren benaderd worden. 3.3.1 Ventilator in de keuken Tijdens de opnames was de ventilator in de keuken in werking bij een tweetal woningen. Dit had immers te maken met het tijdstip. Deze families waren op dat moment aan het koken. Deze mechanische installatie bevond zich in de keuken en zorgde ervoor dat de damp en de geur in de keuken c.q. woonkamer naar buiten ging. Dit werd gezien bij woning 6 en 8. Afhankelijk van de werkingsduur van zo’n ventilator zal een grote hoeveelheid warmte naar buiten gezogen worden.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 23
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
De ventilator in de keuken
Afvoer wasemkap
Tabel 11: Warmteverlies via de ventilator in de keuken
3.3.2 Openstaande ramen en ventilatieroosters slaapkamers, voorgevel Op onderstaande infraroodfoto’s is wederom sprake van openstaande ramen en ventilatierooster in bepaalde vertrekken. De foto’s geven een beeld van het ventilatiegedrag van bepaalde bewoners bij de sommige woningen. Deze verschijnselen waren bij een aantal woningen (1,3,5,6,7 en 8) duidelijk te zien. Gevolg hiervan is het verlies van warmte via de openingen naar buiten. Wanneer dit met de enige regelmaat gebeurt, heeft dit een grote mate van energieverlies tot gevolg. Het effect hiervan is vaak te zien aan de hoogte van de jaarlijkse energielasten.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 24
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Openstaande raam en ventilatierooster
Warmteverlies via openstaand raam
Warmteverlies via openstaande rooster
Warmteverlies via openstaand raam en rooster
Tabel 12: Warmteverlies via de openstaande raam en ventilatierooster
Op de afbeeldingen hieronder is te zien dat het ventilatierooster boven het raam openstaat. Het gaat om het rooster dat onderdeel uitmaakt van de pui in de voorgevel en tevens zorgt voor de lucht af- en toevoer op de slaapkamer. Dit was in ieder geval bij drie woningen het geval. De donkere gele streep op de foto duidt erop dat het daar in verhouding veel warmer is dan bij de andere delen van de pui. Dit is ook een punt waar de meeste warmte uit de woning verdwijnt.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 25
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Openstaande ventilatierooster voorgevel
Warmteverlies via openstaande ventilatierooster
Tabel 13: Warmteverlies via de openstaande ventilatierooster
Ook dit gedragspatroon kan in het geval van veel voorkomendheid het grote energieverbruik tot gevolg hebben bij desbetreffende bewoners. Door deze invloed zouden hun jaarlijkse energielasten alleen maar gaan stijgen. 3.3.3 Openstaande ramen en ventilatieroosters, achtergevel Ook aan de achterkant van de woningen was te zien dat her en der de ramen van de slaapkamers toch nog (half) openstonden. Reden hiervoor is het ventileren van de kamers op een natuurlijke manier (de ramen zijn niet voorzien van ventilatieroosters) om toch een aangename binnenklimaat te creëren. In de tabel 14 is te zien dat bij een van de woningen nog meer ramen openstaan.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 26
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Openstaande ramen bij de uitbouw
Warmteverlies via openstaande ramen
Warmteverlies via openstaande ramen
Warmteverlies via openstaande ramen
Tabel 14: Warmteverlies via de openstaande ramen van de aanbouw
Om te bepalen of de openingen het warmteverlies tot gevolg hebben, zijn van deze situaties ook infraroodopnames gemaakt. Op deze foto’s valt op dat er een groot verschil zit tussen het gesloten gedeelte en het bovengedeelte van het raam dat openstaat. Want de ramen laten, door hun goede staat van onderhoud en de aard van de constructie, nauwelijks warmte door. Maar er gaat warmte via de opening van het raam naar buiten, waardoor veel energie verloren gaat.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 27
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
3.4. Deelconclusie Als onderdeel van dit onderzoek zijn bij een aantal woningen, infraroodopnames gemaakt. Doel daarvan was het beoordelen van de thermische kwaliteit van de buitenschil en in het beeld brengen van de uitschieters (althans qua gedrag), om
8
1250
7
1390
4
1391
1
1625
6
1850
5
2000
3
2400
x x
x x x
x
x
v.r. in keuken (niet origineel)
Ventilator in keuken
Openst. raam/ v.r. (uitbouw)
Openst. raam/v.r.
x x x x x x x x
Gedrag
Ventilatierooster keuken
x x x x x x x x
Dakrand uitbouw
x x x x x x x x
Aanpassing
Boven de achterdeur
Aansluiting 1e verd./voorgevel
960
Aansluiting dak/zijgevel
Gasverbruik in m³
Woningen 2
Niet beïnvloedbaar
Aansluiting dak/voorgevel
Hoog
Midden Laag
Verbruiksniveau
zo voor een deel de oorzaken van de energieverbruiken/energieverliezen te kunnen verklaren. Het onderzoek is in een koude periode uitgevoerd op het moment dat bijna alle families thuis waren en de verwarming aan hadden. Het was een ideale situatie om kwalitatief goede foto’s te kunnen maken en de warmteverliesplekken en de verschillen bij de diverse woningen waar te nemen. De families waren voorafgaand aan het maken van de infraroodfoto’s per brief geïnformeerd over de aard van het onderzoek, waarna ze tijdens het onderzoek hun volledige medewerking hebben verleend. De tabel hieronder geeft de uiteenlopende resultaten weer die naar aanleiding van de gemaakte foto’s zijn bereikt.
x x x x
x
x x x x
x
Tabel 15: Overzicht warmtelekpunten bij de woningen
Niet beïnvloedbare knelpunten Uit de tabel kan worden geconstateerd dat er bij de woningen in originele staat sprake is van een aantal bouwkundige collectieve knelpunten als gevolg van de gemaakte keuzes of uitvoeringsfouten tijdens het bouwen. Alle acht woningen ondervinden dus dezelfde problemen ten aanzien van de aansluitingen tussen de voor- en zijgevel met het dak, maar ook de aansluiting verdiepingsvloer met de buitengevel. Verder was bij woning 8 nog een extra knelpunt te zien, immers er verdween warmte via de bovenzijde van de klapdeur op de
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 28
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
achtertuin. Op zich geen ernstig probleem, maar wel één van de factoren die extra energieverlies tot gevolg kan hebben op het moment dat er gestookt wordt. Knelpunten door de aanpassingen Naast de collectieve knelpunten was slechts bij één woning te zien dat de dakrand van de aanbouw een teken van een warmtelek vertoonde. Hier kan sprake zijn van een uitvoeringsfout maar ook van een beschadiging bij het dak. Verder waren in de keukens de ventilatoren aan ten behoeve van de verfrissing van het binnenklimaat van de keuken/woonkamer tijdens het koken. Dit was bij de woningen 6 en 8 duidelijk het geval. Tot slot waren bij de woningen 2 en 3 de ventilatieroosters in de keuken open. Deze roosters waren door de mensen zelf in de tussentijd aangebracht met het doel op een natuurlijke wijze te kunnen ventileren. Gedrag van de bewoners Naast de bouwkundige knelpunten is het gedrag van de bewoners ook een belangrijk aspect tijdens de infraroodopnames. Vooral de wijze waarop ze omgingen met het ventileren van hun woningen. Bij de woningen (1,3, 5,6,7,8) was duidelijk te zien dat gedurende het onderzoek de ramen of de ventilatieroosters open stonden. Daarnaast stonden op de slaapkamers bij de woningen (1,3 en 5) ook nog eens de ramen aan de achterkant (de slaapkamers in de aanbouw) open. De knelpunten die hierboven zijn genoemd, zijn gedeeltelijk de oorzaak van het warmteverlies bij de woningen, echter ze verklaren niet (helemaal) het grote verschil van gasverbruik tussen die woningen. Daarvoor zullen andere aspecten zoals bewonersgedrag en het gebruik of instelling van de aanwezige installaties onderzocht moeten worden.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 29
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
4. De woning In de enquête zijn enkele vragen gesteld om in kaart te brengen welke verschillen er zijn tussen de woningen. Het had voornamelijk te maken met de verschillen in het aantal leefbare en niet leefbare ruimtes bij alle acht woningen. Tevens is gekeken naar de oriëntatie van de woningen die van invloed kan zijn op het gasverbruik. In dit hoofdstuk zullen beide aspecten uitgebreid aan de orde worden gesteld. 4.1 Ruimtes Alle woningen hebben oorspronkelijk een gelijke inhoud. De indeling van de ruimte is niet in elke woning hetzelfde. Ook is in de loop der jaren een aantal verbouwingen uitgevoerd. Daardoor is een verschil ontstaan in het aantal leefruimtes in de woningen. Onder leefruimtes worden de slaapkamers, de woonkamer en de keuken gerekend. Ook extra kamers door bijvoorbeeld uitbouw of inbouw van extra ruimtes zijn hierbij meegenomen. In de tabel hieronder is te zien hoeveel ruimtes elke familie heeft.
Tabel 16: Aantal ruimtes in de woningen
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 30
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Families 1 tot en met 7 hebben een uitbouw geplaatst op de 1e verdieping. Hierdoor is er in hun woningen een of twee extra slaapkamers gecreëerd op dezelfde verdieping. Dit in tegenstelling tot familie 8 die wel de garage opgedeeld heeft in twee aparte ruimtes, waardoor bijvoorbeeld een extra werkkamer is gecreëerd. In geen enkele woning is met de verbouwing een extra badkamer gecreëerd, hierdoor heeft elke woning gewoon een badkamer. Familie 3 heeft tegelijk met de verbouwing op de 1e verdieping wel de badkamer naar de voorkant van de woning verplaatst. Het is niet uitgesloten dat de woningen met extra ruimte verhoudingsgewijs meer gas verbruiken, omdat bij dergelijke woningen hoogstwaarschijnlijk meer ruimtes verwarmd worden. Dit is in principe heel duidelijk waarneembaar bij familie 5 die het één na laagste gasverbruik heeft. Toch is het niet reëel om de oorzaak van de verschillen in het gasverbruik helemaal toe te schrijven aan de uitbreiding van de woningen, doordat niet alle families met de meeste ruimtes de hoogste gasverbruiken hebben. Familie 3 met veruit het hoogste verbruik heeft zelfs twee ruimtes minder dan familie 2 die het minst m3 gas heeft verbruikt. Dit betekent dat er andere oorzaken zijn, waar in de volgende hoofdstukken naar zal worden gezocht. 4.2 Oriëntatie Naast de uitbreiding van de woningen, is de oriëntatie van de woningen bepalend voor het de hoeveelheid gasverbruik per woning. Dit bleek uit de theoretische berekeningen van de woningen aan de Beekoever en de Bosrand. De berekende verbruiken van gas zijn afkomstig uit de EPC-berekening en zijn gebaseerd op de gebruiksgebonden installaties voor verwarming en warmtapwater. In onderstaande tabel wordt het totaal berekende gasverbruik gebruiksgebonden) van de woningen aan de Beekoever weergegeven:
(gebouw-
en
Tabel 17: Totaal berekende gasverbruik (gebouw en gebruiksgebonden) woningen 1 t/m 7
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 31
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Hieronder wordt het totaal berekende gasverbruik (gebouw- en gebruiksgebonden) van woning 8 weergegeven:
Tabel 18: Totale berekende gasverbruik (gebouw en gebruiksgebonden) woning 8
Hoewel de berekende verbruiken enigszins afwijken van de werkelijkheid, kunnen in EPC berekening verschillen ontstaan in gasverbruik door bijvoorbeeld de oriëntatie van de woning. Zo wordt bij de woning 1 t/m 7 meer gasverbruik voorspeld dan bij woning 8. Deze voorspelling mag niet met de werkelijkheid, aangezien familie 8 één van de laagste verbruikers is. Om tot de totale berekende gasverbruiken te komen wordt naast de bovengenoemde verbruiken tevens gekeken naar het totaal gebruikgebonden gasverbruik ten behoeve van het koken. Het gemiddelde gasgebruik voor koken is volgens de Woonbond 65 m3 (per woning per jaar). Dit is een kengetal dat gebaseerd is op het landelijke gemiddelde, waarbij geen rekening gehouden is met het gedrag van de bewoners. Door deze verschillende waarden bij de gebouwgebonden verbruiken op te tellen, zal het totale berekende gasverbruik worden bepaald.
4.3 Deelconclusie Voor de spreiding van het gasverbruik onder de huishoudens is hier gekeken naar verschillende aspecten zoals de aanwezig ruimtes binnen de woningen alsmede de oriëntatie, oftewel de ligging van de woningen. Dit is medebepalend voor het voorspellen van het werkelijke gasverbruik. Desalniettemin is hier waargenomen dat de impact van de ruimtes, ook na de gedane uitbereidingen zoals de plaatsing van de uitbouw op de 1e verdieping, niet overal nadrukkelijk te zien was. Er is immers alleen bij familie 5 een duidelijk verband te leggen tussen het gasverbruik en het aantal aanwezige ruimtes. Bij de overige woningen is dit nauwelijks aantoonbaar. Wat betreft de oriëntatie van de woningen is enigszins theoretisch aangetoond dat de woningen, niet dezelfde verbruiken hebben. Woning 8 heeft door zijn ligging op het zuidoosten een lager gasverbruik dan de 7 andere woningen die georiënteerd zijn op het noordoosten van de straat.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 32
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
5. Installaties en ventilatie 5.1 Inleiding Middels een enquêteonderzoek zijn van de woningen de alle aanwezige installaties en ventilaties in kaart gebracht. In dit hoofdstuk worden per woning de zowel originele als de later aangebrachte installaties en ventilatie in beeld gebracht. 5.2 Verwarmingsinstallaties Uit de enquête komt naar voren dat elke woning nog in het bezit is van de originele cv- ketel. Alleen de woning van familie 8 beschikt vanaf 2011 over een nieuwe cv ketel. Opvallend is dat familie 8 aangeeft door vervanging van de cv ketel ook een verbetering te zien in het verbruik. Bij elke familie wordt het onderhoud aan de cv-ketel uitgevoerd door een onderhoudsbedrijf. De frequentie waarmee onderhoud wordt gedaan verschilt van om de 12 maanden tot om de 24 maanden. 5.3 Thermostaat Alle woningen hebben een automatische thermostaat. Een automatische thermostaat kan op voorhand ingesteld worden om op verschillende dagen en tijdstippen de cv in te stellen op een bepaalde temperatuur. De families 4 en 8 zijn de enigen die niet op de hoogte zijn van deze automatische thermostaat. Zij geven aan dat deze eenmaal is ingeregeld en dat er daarna niet meer aan is gezeten. Er kan echter van uit gegaan worden dat de thermostaat van familie 8 tegelijk met de nieuwe cv-ketel is ingeregeld. De andere families zijn op de hoogte van de automatische thermostaat en geven aan de instelling te veranderen wanneer de omstandigheden veranderen. 5.4 Ventilatiemogelijkheden De families aan de Beekoever en de Bosrand ventileren hun woningen zowel via de WTWinstallatie als de natuurlijke ventilatie, zoals de ventilatieroosters en de openstaande ramen. 5.4.1. WTW-installatie Alle acht woningen zijn opgeleverd met een mechanische ventilatie met warmte terugwinning (WTW), ook wel balansventilatie genoemd. Op de begane grond betekent dit voor alle woningen dat zij toe- en afvoerkanalen hebben in zowel de keuken als de woonkamer. Deze WTW installatie zorgt er voor dat warme lucht die van binnen wordt afgezogen de verse lucht van buiten verwarmd, alvorens deze de woning ingeblazen wordt. Hierdoor is er minder warmteverlies door ventilatie. In theorie zal het niet nodig zijn om naast gebalanceerde ventilatie met een WTW-installatie, ventilatieroosters toe te passen. Onderhoud aan de WTW-installaties wordt door de meeste bewoners in eigenbeheer uitgevoerd. Bij families 1, 4 en 6 gebeurt het onderhoud door een onderhoudsbedrijf, echter geven alle bewoners aan regelmatig zelf de filters schoon te maken of te vervangen. De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 33
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
In de tabel hieronder is te zien welke families gebruik maken van de aanwezige WTWinstallatie in hun woning:
Tabel 19. WTW-ventilaties
Op familie 4 na gebruiken alle families de WTW-installatie om hun woning te ventileren. Familie 4 geeft aan in plaats daarvan gebruik te maken van de ventilatieroosters. Het wel of niet gebruiken van de WTW-installatie is hier nauwelijks van invloed op de verschillen in het gasverbruik bij de families. Het maakt in deze situatie dus weinig uit, aangezien familie 4 ongeveer hetzelfde gasverbruik heeft als familie 7. 5.5.
Ventilatieroosters
Bijna alle families aan de Beekoever vinden hun woning niet comfortabel en voornamelijk erg benauwd of te warm. Om het wooncomfort te verhogen hebben zij ventilatieroosters aangebracht. Derhalve hebben de meeste families de ventilatieroosters aangebracht in de woonkamer (voor en achter), de keuken en de slaapkamers die zich bevinden in de uitbouw. In de slaapkamers zitten nog steeds de originele ventilatieroosters. Het gaat hier om de ventilatieroosters in de ramen of deuren in de verschillende vertrekken. In de volgende tabel is te zien welke families via de ventilatieroosters hun woning ventileren:
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 34
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Tabel 20. Originele en aangebrachte ventilatieroosters
Hoewel er variatie zit in de gebruikswijze van de ventilatieroosters in de verschillende ruimtes, valt te concluderen dat de families die de ventilatieroosters het meeste gebruiken tevens ook de hoogste gasverbruiken hebben. Families 3 en 5 gebruiken bijna alle ventilatieroosters in hun woningen en wellicht ook frequent. 5.6.
Deelconclusie
Om de mogelijke hoofdoorzaken van het verschil van het gasverbruik in kaart te brengen, is met het enquêteonderzoek gekeken naar de aanwezigheid van de installaties en ventilatiemogelijkheden in de woningen aan de Beekoever en de Bosrand. Installaties Uit dit blijkt dat de toepassing van de verwarmingsinstallaties met een beter rendement van belang is voor het besparen op gas. Dit bleek bij familie 8 die in 2011 een nieuwe cv-ketel met een hoger rendement heeft toegepast. Voor een deel is het voordeel hiervan ook te zien aan het lage energieverbruik bij deze familie. De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 35
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Ventilatiesystemen Verder gaven families 4 en 8 aan niet bekend te zijn met de automatische thermostaat in hun woning. Volgens hen was deze eenmaal ingeregeld en is er daarna niets meer aan gedaan. Er kan echter van uit gegaan worden dat de thermostaat van de familie 8 tegelijk met de nieuwe cv ketel is ingeregeld. De resterende families weten wel van de automatische thermostaat en kunnen zelf de instelling veranderen wanneer de omstandigheden veranderen. Het effect van de instelling van de thermostaat, gekoppeld aan het gasverbruik, is hier niet te zien. Wat betreft de ventilatiesystemen is er géén link te leggen tussen het gebruik van de WTWinstallatie en de invloed daarvan op het gasverbruik. Familie 4 die in tegenstelling tot de andere families geen gebruik maakt van de WTW-installatie, heeft hetzelfde verbruik als familie 7. Dit wil zeggen dat het mechanisch ventileren niet ten grondslag ligt aan de verschillen in het gasverbruik onder de families. Daarentegen heeft het gebruik van de natuurlijke ventilatie wel gevolgen voor de toename van het gasverbruik. De meeste families die hun woningen veelvuldig doormiddel van de ventilatie roosters ventileren, hebben ook de hoogste verbruiken. Familie 3 en 5 met respectievelijk de hoogste energieverbruiken, zetten bijna overal de roosters open
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 36
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
6. Bewoners 6.1 Inleiding Gebaseerd op de informatie uit het enquêteonderzoek onder de bewoners, zullen in dit hoofdstuk de bewonersfactoren in beeld worden gebracht. Te denken valt aan de gezinsverhoudingen, de aanwezigheid van de families en hun gebruiksomstandigheden ten aanzien van het koken, stoken, verwarmen, inregelen van de installaties en ventileren van hun woning. 6.2 Gezinsverhoudingen Alle gezinnen hebben vergelijkbare samenstellingen. Elk gezin heeft een man en een vrouw met een leeftijd van rond de 40 jaar. Van de volwassenen heeft in ieder geval één persoon hoger onderwijs genoten. Daarnaast heeft elk gezin 2 of 3 kinderen. Waarvan het jongste kind 4 jaar is en het oudste kind 14 jaar. Hieronder is de samenstelling van de gezinnen weergegeven.
Tabel 21: Gezinsverhouding
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 37
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Uit de tabel blijkt dat het aantal kinderen per familie en hun leeftijden weinig invloed heeft op het grote verschil van het gasverbruik onder de families. Dit is bijvoorbeeld te zien bij het verschil tussen familie 2 en 3, waarbij familie 2 drie kinderen heeft die ook nog eens qua leeftijd ouder zijn dan de twee kinderen van familie 3. 6.3 Aanwezigheid bewoners Hier zal ingegaan worden op het verschil in het aantal uren aanwezigheid van de bewoners thuis in een werkbare week (maandag t/m vrijdag). Gezien de verschillende werktijden van de ouders, is tijdens de enquête alleen rekening gehouden met de werkdagen. Dit in de veronderstelling dat de aanwezigheid van de families in het weekend gelijk zou kunnen zijn. De onderstaande tabel geeft de gemiddelde aanwezigheid (aantal uren van maandag t/m vrijdag) van de bewoners weer:
Tabel 22: Aanwezigheid bewoners
Uit de totalen is te zien dat familie 1 en 6 het minste (gemiddeld 51 uren aanwezig van maandag t/m vrijdag) thuis zijn. Dit in tegenstelling tot familie 8 (gemiddeld 84 uren aanwezig van maandag t/m vrijdag), die overigens een lager gasverbruik heeft. Hetzelfde kan gezegd worden van familie 2, weliswaar de laagste verbruiker van gas, die in verhouding veel meer thuis is dan familie 1 en 6. Dit geeft aan dat de aanwezigheid van de familie niet
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 38
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
doorslaggevend is voor de verklaring van het grote verschil van het gasverbruik in dit onderzoek. 6.4 Inregeling thermostaat Voor een behaaglijke temperatuur en comfortabele leefomgeving is het van belang dat de thermostaat is ingeregeld naar de leefomstandigheden van de gebruiker. Uit de resultaten van de enquête is gebleken dat op twee families na iedereen bekend is met de inregeling van de thermostaat. Familie 4 geeft aan dat dit geheel automatisch gaat en er verder ook niet mee bekend is. Op familie 1, 4 en 8 na is overal ook de thermostaat opnieuw ingeregeld. De ruimtethermostaten zijn aangepast aan de dagindeling. Ruimten die niet worden gebruikt, worden dus ook niet onnodig verwarmd. Resultaat: een lager energieverbruik, minder CO2-uitstoot en lagere kosten. In onderstaande tabel worden de thermostaatinregelingen van overdag en ‘snachts weergegeven:
Tabel 23: Inregeling thermostaat
Wanneer er iemand thuis komt zal er veel meer gestookt moeten worden om de
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 39
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
woning weer op temperatuur te brengen. Families 3 en 8 geven aan dat de woning niet kouder te krijgen is dan 18°C dus zal er niet gestookt worden wanneer deze families niet thuis zijn. Opvallend is dat familie 2 de thermostaat het laagst heeft ingesteld, namelijk op
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 40
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
19°C, wanneer iemand thuis is. Familie 8 zet bij hun aanwezigheid de thermostaat op 19,5°C. Maar bij hun afwezigheid staat de thermostaat net als bij familie 2, ingesteld op 15°C. Hoewel de thermostaatinregeling redelijk gelijk is, is er toch sprake van 290 m3 verschil in verbruik tussen beide families. Dit verschil is niet toe te schrijven het temperatuurverschil van 0,5°C. Verder is te zien dat er geen correlatie tussen de families en de binnentemperatuur zit. Families 1 en 4 met de bijna vergelijkbare binnentemperaturen verschillen toch veel van elkaar in het gasverbruik. Dit geeft aan dat er nauwelijks sprake kan zijn van het transmissieverlies (warmteverlies via de schil). Het verschil in het gasverbruik bij deze woningen zit vermoedelijk in het stookgedrag van de mensen zelf. 6.5 Ventileren Tijdens het onderzoek is gebleken dat de families diverse manieren aanwenden om hun woningen te ventileren. Gerelateerd aan de ventilatiemogelijkheden (zowel mechanisch als natuurlijk), is het ventilatiegebruik bij iedere familie verschillend. Hier wordt onderscheid gemaakt tussen het ventileren van de hele woning en het ventilatiegedrag in de slaapkamer.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 41
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
6.5.1 Ventilatiegebruiken per woning Deze tabel geeft de manier van het ventileren bij de woningen weer. Per familie laat de tabel zien of ze gebruik maken van mechanische en/of natuurlijke ventilatie in de verschillende ruimtes.
Tabel 24: Ventilatiegebruiken per woning
Uit de tabel hierboven kan worden opgemaakt dat de meeste families bijna alle ventilatiemogelijkheden gebruiken om het comfort binnen hun woningen te verhogen. De families 3, 5 en 6 met respectievelijk de hoogste verbruiken, ventileren hun woningen naast het gebruik van WTW-installatie ook het meest doormiddel van de openstaande ramen c.q. ventilatieroosters. De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 42
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
6.5.2. Ventileren ruimtes bij aan- en afwezigheid In de onderstaande tabel wordt het beeld gegeven van het ventilatiegedrag van de families als het gaat om het natuurlijk ventileren van hun ruimtes bij hun aan- en afwezigheid. Dit is gekoppeld aan de tijdsduur van de ventilaties.
Tabel 25: Ventileren ruimtes bij aan- en afwezigheid
Hieruit kan geconcludeerd worden dat de families de openstaande roosters aanwenden om de behaaglijkheid in hun woning te optimaliseren. Opvallend is dat het merendeel van de families de ramen en de roosters op de slaapkamers heeft openstaan. De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 43
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Een aantal doet dit 24 uur per dag en zelfs tijdens het stookseizoen. Dit is heel duidelijk te zien bij bijvoorbeeld families 3 en 5, waardoor vermoedelijk vaak onbewust energie verloren gaat. Families 2 en 8 die maar beperkt en naargelang de omstandigheden hun ramen of roosters openzetten, hebben in vergelijking tot de rest het minste gasverbruik en dus ook het minste energieverlies. 6.6 Stoken Tijdens het enquêteren is gekeken naar de verwarmingsinstallaties van de verschillende families, hetgeen bestond uit het verwarmen doormiddel van de c.v.-ketel. Familie 8 had zelfs de oude ketel al vervangen door een c.v.-ketel met een beter rendement. Naar hun eigen beleving hadden ze sindsdien te maken met een besparing op gas, doordat ze minder hebben moeten stoken. Daarnaast bleek dat er bij families 3 en 5 dat ze hun woningen ook wel eens verwarmden met behulp van een sierhaard. 6.6.1 Het gebruik verwarming (c.v. ketel) Uit het enquêteonderzoek is gebleken dat het gedragspatroon van de families ten aanzien van het verwarmen van de vertrekken verschillend is. De families gaven expliciet aan in hoeveel ruimtes ze de verwarming aan of uit hadden staan zowel bij hun aan- als afwezigheid gedurende het stookseizoen.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 44
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 45
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Tabel 26: Aantal verwarmde ruimten incl. badkamer
Opvallend hier is dat de families 2 en 8, ondanks hun lage verbruiken en zelfs bij hun afwezigheid, de meeste ruimten verwarmen. Ten opzichte van deze twee families, verwarmen families 3, 5 en 6 veel minder ruimten. Terwijl bij die woningen de meeste m 3 gas verbruikt is. Afgezien van het feit dat de mensen wel of niet thuis zijn zullen bij sommige families de verwarmingen, weliswaar op een lagere temperatuur dan normaal, altijd aanstaan. Des te meer ruimten op dat moment warm gestookt worden, des te meer m3 gas verbruikt wordt. 6.6.2. Het gebruik van een sierhaard Uit het enquêteonderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat families 3 en 5 over een sierhaard, werkend op gas, beschikken. De tabel hieronder laat de relaties zien tussen deze woningen en hun verbruiken.
Tabel 27: Het gebruik van sierhaard
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 46
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Uit deze tabel blijkt dat de families in bezit van een sierhaard toch de hoogste gasverbruiken hebben. Familie 5 heeft aangegeven de sierhaard één keer per week te gebruiken, alleen is niet bekend wat de duur hiervan is. Van familie 3 is helemaal niet in kaart gebracht hoe vaak en hoelang ze het toestel gebruiken. Derhalve is het onmogelijk om exact de invloed van het gebruik van de sierhaard in beeld te brengen. 6.7. Douchen Het gebruik van warm water kan in principe toegewezen worden aan het afwassen in de keuken en het gebruiken van warm water in de badkamer ten behoeve van douchen, baden, etc. Tijdens de enquête is alleen rekening gehouden met het warmwatergebruik in de badkamer, doordat het warm water voor het afwassen lastig in beeld kon worden gebracht. Bij de families aan de Beekoever en de Bosrand is in beeld gebracht hoeveel uren ze per week douchen en hoe vaak ze wekelijks het ligbad gebruiken. 6.7.1. Douchen Elke familie geeft aan dat de wasmachine en vaatwasser aangesloten is op een koud water aansluiting. Hierin zijn dan ook geen uitzonderingen. Het verschil in het gebruik van
warmwater is vooral terug te vinden bij het douchen. Hieronder is een overzicht weergegeven waarin te zien is hoeveel minuten de families per week douchen. Vervolgens is het aantal minuten vertaald in het verbruik in gas en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Dit is op basis van kengetallen en op de volgende manier berekend: kraanwater in Nederland is +/- 10oC wanneer dit niet verwarmd is. In de berekeningen is aangenomen dat het water ongeveer 40oC moet zijn, dit betekent dat het water met 30oC verwarmd moeten worden.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 47
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Tabel 28: Gemiddelde douchen per week
In deze tabel is een grote spreiding te zien in de gemiddelde tijd dat er gedoucht wordt. Deze minuten zijn opgegeven door bewoners. Voor het verwarmen van het water en de bijkomende kosten van gas is uitgegaan van kengetallen. In alle gevallen in Zutphen zal deze temperatuurstijging behaald worden doormiddel van een HR-combiketel. Om 1000 liter water te verwarmen met een HR-combiketel met 85% rendement is er ongeveer 5,3 m3 aardgas nodig. (Ecoshower) Uitgaande van een gasprijs van 58 cent per m3 kost het verwarmen van 1000 liter water € 3,07. Opvallend is dat familie 6 en 3 respectievelijk de hoogste kosten hebben, hierdoor is de hoogte van hun gasverbruik enigszins verklaarbaar. Families 2 en 8 die de laagste verbruiken hebben, douchen over het algemeen ook veel. 6.7.2. Het gebruik van een ligbad Alle families beschikken over een ligbad in hun badkamers. Op twee families na, gebruiken de resterende families het ligbad in verschillende gebruikspatronen, variërend tussen elke dag en slechts 1 keer per maand.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 48
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Tabel 29: Het gebruik van ligbad
Uit deze tabel blijkt duidelijk dat de families 5 en 6 met de hoogste verbruiken, vaker dan de andere families gebruik maken van het ligbad. Dit geldt niet voor familie 3, die ondanks het hoogste gasverbruik toch maar één keer per maand het ligbad gebruikt. 6.8. Deelconclusie Bij het enquêteonderzoek onder bewoners van dit onderzoek is gekeken naar de gezinsverhoudingen, de aanwezigheid van bewoners, de inregeling van thermostaat en de wijze waarop de mensen thuis koken, stoken, douchen en hun woningen ventileren.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 49
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
De tabel hieronder geeft de enquêteresultaten die te maken hebben met de bewoners:
Bewonersaspecten
x
x
8
1250
2
84
19,5°C
15°C
x
7
1390
3
54
21°C
17°C
x
4
1391
2
65
20°C
18°C
x
220
€ 281,32
300
€ 383,76
125
€ 159,64
Gebruiken ligbad (keer/maand)
15°C
Kosten opwarmen op jaarbasis
19°C
Aantal minuten per week
Openstaande ramen
75
Douchen
Verwarmen aantal ruimten bij afwezigheid
Gebruik WTW
3
Stoken
Verwarmen aantal ruimten bij aanwezigheid
Nacht (en bij afwezigheid)
960
Ventilatieroosters
Overdag (en bij aanwezigheid)
2
Woningen
Aantal uren per werkbare dagen
Ventileren
x
8
0
x
7
x
3
0 5
4
1
-
x
3
5
100
€ 127,92
2
480
€ 613,60
12
x
x
Gebruik Sierhaard
Inregeling thermostaat
Aantal kinderen per familie
Gasverbruik
Aanwezig
Overige
Hoog
Midden
Laag
Verbruiksniveau
Gezinsverh.
5
2
1
1625
3
51
19°C
18°C
x
x
6
1850
3
51
19°C
16,5°C
x
x
x
x
1
5
5
2000
3
60
20°C
18°C
x
x
x
x
3
6
x
175
€ 223,60
31
3
2400
2
54
21°C
16°C
x
x
x
x
4
1
x
560
€ 716,56
1
Tabel 30: Overzicht van de onderzoeksresultaten
Gezinsverhouding Opvallend om te zien is dat het verschil tussen de families, als het gaat om het aantal kinderen per familie, niet de grote spreiding van het gasverbruik kan verklaren. Dit geldt ook voor de leeftijd van de kinderen, waarvan op voorhand zou worden gedacht dat de families met oudere kinderen in doorsnee meer gas zouden verbruiken. Aanwezigheid Er is te zien dat de families 1 en 6 in vergelijking tot de families 2 en 8 veel minder thuis zijn, terwijl ze eigenlijk veel hogere gasverbruiken hebben. Dit komt erop neer dat de aanwezigheid van de familie niet per definitie het grote verschil van het gasverbruik kan verklaren.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 50
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Inregeling thermostaat Bij de aanwezigheid van de families zou logischerwijs meer gas worden verbruikt om de ruimtes binnen te verwarmen. Opvallend is dat familie 2 de thermostaat op 19°C heeft ingesteld op het moment dat ze thuis zijn. Familie 8 zet bij hun aanwezigheid de thermostaat op 19,5°C. Maar bij hun afwezigheid staat de thermostaat net als bij familie 2 ingesteld op 15°C. Ondanks de vergelijkbare thermostaatinregeling bij die woningen, is er toch sprake van 290 m3 verschil in gasverbruik tussen beide families. Verder is te zien dat er geen verband tussen de families zit. Families 4 en 1 hebben ondanks de vergelijkbaarheid in de binnentemperaturen, toch een groot verschil in gasverbruik. Het komt er op neer dat er bijna geen sprake kan zijn van transmissieverlies via de thermische schil. Het verschil in gasverbruik zit hoogstwaarschijnlijk in het stookgedrag van de mensen. Ventileren Verder is te zien dat families 3, 5 en 6 hun woningen naast het gebruik van WTW, ook op een natuurlijke wijze ventileren. Opvallend is dat het merendeel van de families voortdurend de ramen en de ventilatieroosters op de slaapkamers heeft openstaan. Bij families 3 en 5 gebeurt dit zelfs 24 uur per dag en tevens in de winterperiode. Op jaarbasis kan dit leiden tot een grote hoeveelheid warmteverlies bij de betreffende woningen. Daarentegen zetten families 2 en 8 hun ramen of roosters open op het moment dat ze behoefte hebben aan extra ventilatie. Stoken Opvallend is dat de families 2 en 8, ondanks hun lage verbruiken en zelfs bij hun afwezigheid, de meeste ruimten verwarmen. In vergelijking tot deze twee families, verwarmen families 3, 5 en 6 veel minder ruimten. Terwijl bij die woningen de meeste m3 gas verbruikt is. Los van het feit of mensen wel of niet thuis zijn staat de verwarmingen bij sommige families altijd aan. Des te meer ruimten op dat moment gestookt worden, des te meer m3 gas verbruikt zal worden. Douchen Door de families is globaal aangegeven hoeveel minuten ze gemiddeld per week douchen. Deze minuten zijn aan de hand van de kengetallen omgezet in euro’s, waardoor de verschillen nog zichtbaarder zijn geworden. Uitschieters zijn familie 3 en 6 met de hoge kosten voor warm water ten behoeve van het douchen. Daarnaast is ook duidelijk te zien dat het gasverbruik door families 2 en 8, voor een groot deel gebaseerd is op hun douchgedrag. Dit geldt niet voor familie 3, die ondanks het hoogste gasverbruik toch maar één keer per maand het ligbad gebruikt.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 51
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
7. Conclusie De basis voor dit onderzoek wordt gevormd door het in beeld brengen van de mogelijke oorzaken van de verschillen in gasverbruik onder een achttal vergelijkbare woningen in een VINEX wijk in de stad Zutphen. De spreiding bedroeg 1.440 m3 gas per jaar (het verschil tussen de laagste en de hoogste verbruikers). De woningen stammen uit hetzelfde bouwproject, zijn van hetzelfde type en zijn in hetzelfde jaar gebouwd. De gezinssamenstellingen zijn vergelijkbaar zowel in aantal als in leeftijd van de gezinsleden. Het verschil in gasverbruik is aan de hand van het visgraatmodel, waarin op een geordende en visuele wijze de mogelijke oorzaken in beeld zijn gebracht. De vier essentiële hoofdoorzaken (bewoners, de woning, de thermische schil en de installaties) zijn ontleed in een aantal mogelijke deeloorzaken. Met betrekking tot de eventuele oorzaken is getracht om middels het enquêteonderzoek een indicatie te geven van de huidige woonsituatie en het gedrag van de families. Daarnaast is naar de bouwkundige staat van de woningen met behulp infraroodonderzoek. Infraroodonderzoek Middels infraroodonderzoek is de kwaliteit van de thermische schil beoordeeld en zijn warmtelekken opgespoord. Er kan geconcludeerd worden dat de verschillen in gasverbruik niet te verklaren zijn door de bouwkundige knelpunten, wel door het gedrag van de mensen als het gaat om het gebruiken van de ramen of ventilatieroosters. Bij de woningen 1,3, 5,6,7,8 was dit duidelijk zichtbaar. Enquêteonderzoek Verder is een enquêteonderzoek uitgevoerd naar het aantal ruimtes, de oriëntatie van de woningen en de aanwezige installaties. Daarnaast zijn aspecten die te maken hebben met de families, zoals gezinsverhoudingen, de aanwezigheid van bewoners, de inregeling van thermostaat en hun gedrag ten aanzien van koken, stoken, douchen en ventileren onderzocht. Woning Gebleken is dat een woning met de meeste ruimtes niet per definitie het hoogste gasverbruik heeft. Wat betreft de oriëntatie van de woningen is theoretisch berekend dat deze tot verschillen in het gasverbruik zouden kunnen leiden. Woning 8 heeft door zijn ligging op het zuidoosten een lager gasverbruik dan de 7 andere woningen die georiënteerd zijn op het noordoosten.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 52
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
Installaties en ventilatiesystemen De toepassing van een nieuwe cv-ketel met een hoger rendement door familie 8 betekende voor hen een vermindering van het gasverbruik. Wat betreft de ventilatie is nauwelijks een link te leggen tussen het gebruik van de WTW-installatie en de invloed daarvan op het gasverbruik. Daarentegen heeft het gebruik van natuurlijke ventilatie wel gevolgen voor de toename van het gasverbruik. Familie 3 en 5, met respectievelijk de hoogste energieverbruiken, zetten bijna overal de roosters open. Bewoners Het bleek dat het verschil tussen de families (in aantal kinderen per familie) niet de grote spreiding in het gasverbruik verklaren. Dit geldt ook voor de leeftijd van de kinderen. Ook is gebleken dat de aanwezigheid van de familie niet van invloed is op de spreiding van het gasverbruik. Dit is te constateren bij families 1 en 6, welke het minst thuis zijn en niet behoren tot de laagste verbruikers. Ten aanzien van de thermostaatinregeling is het belangrijk om te zeggen dat er geen correlatie is tussen de families en de binnentemperatuur. Families 1 en 4 hebben ondanks de vergelijkbaarheid in de binnentemperaturen, toch één groot verschil in het gasverbruik. Het komt er op neer dat er bijna geen sprake is van transmissieverlies via de thermische schil. Het verschil in gasverbruik zit hoogstwaarschijnlijk in het gedrag van de mensen. Om het comfort binnen hun woningen te optimaliseren ventileren families 3, 5 en 6 hun woningen naast het WTW gebruik ook middels de openstaande onderdelen. Families 3 en 5 ventileren hun woning constant en zelfs 24 uur per dag, ook in het stookseizoen. Vermoedelijk leidt dit tot veel energieverlies tijdens het stoken. Families 2 en 8 verwarmen, ondanks hun lage verbruiken en zelfs bij hun afwezigheid, de meeste ruimtes in hun woningen. Dit in tegenstelling tot families 3, 5 en 6 die veel minder ruimtes warm stoken. Terwijl bij die woningen de meeste vierkante meter gas verbruikt is. Tot slot is gebleken dat een grote spreiding te zien is in de gemiddelde tijd dat er gedoucht wordt. Uitschieters zijn familie 3 en 6 met hoge kosten voor warm water ten behoeve van het douchen. Daarnaast is ook duidelijk te zien dat het gasverbruik door de families 2 en 8 voor een groot deel gebaseerd is op hun douchgedrag. Dit geldt niet voor familie 3, die ondanks het hoogste gasverbruik toch maar één keer per maand het ligbad gebruikt.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 53
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
8. Aanbeveling Naar aanleiding van de getrokken conclusies worden hier enkele aanbevelingen geformuleerd. De aanbevelingen zijn gebaseerd op het gebruik c.q. gedrag van de families dat te maken heeft met hun douche-, kook-, stook- en ventilatiegedrag. Douchen Met het onderzoek is aangetoond dat het aantal keren douchen en de duur daarvan van invloed is op het totale gasverbruik. Dit geldt ook voor het regelmatig gebruiken van het ligbad. Dit moet leiden tot bewustwording van de gezinsleden om in de toekomst zuiniger om te gaan met het warm waterverbruik door: - Toepassing van waterbesparende douchekranen; - Niet langer dan nodig onder de douche te staan; - Niet onnodig het warm water te laten lopen tijdens het douchen en tanden poetsen. - Minder gebruik van het ligbad. Stoken Ondanks de variatie in het stookgedrag van de families is de bewustheid ten aanzien van het verwarmen van de ruimten en de bekendheid van de mensen met de inregeling van de thermostaat allerzins wenselijk. Het minimaal verwarmen van de ruimtes, alsmede het daarin vasthouden van de warmte kan leiden tot een minimalisering van het gasverbruik doordat niet voortdurend gestookt hoeft te worden. Dit geldt ook voor de inregeling van de thermostaat en tevens voor de aan- en afwezigheid van de mensen. Ventileren In dit onderzoek is bewezen dat de wijze van ventileren ten grondslag ligt aan de spreiding van het gasverbruik. De bewoners dienen in de toekomst adequater hun woningen te ventileren. Het veelvuldig openzetten van ramen en roosters, voornamelijk in de periode dat veel gestookt wordt, kan veel gasverbruik tot gevolg hebben.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 54
Werkplaats Klimaatneutraal Renoveren
9. Bibliografie Funda.
(2012, november). Opgeroepen op november 22, 2012, van Funda: http://www.funda.nl/koop/verkocht/zutphen/huis-47115537-de-beekoever-28/ Woning Zutphen. (2012, november). Opgehaald van Funda: http://www.funda.nl/koop/verkocht/zutphen/huis-47115537-de-beekoever-28/ BTSG. (2012). Visgraatdiagraam. Opgeroepen op oktober 2012, van BTSG: http://www.btsg.nl/infobulletin/visgraatdiagram.html Ecoshower. (sd). Besparingsberekening 4 gezinshuishouden . Opgeroepen op 10 2012, van Ecoshower: http://www.ecoshower.nl/Besparingsberekening-4gezinshuishouden.html Roggeveen, A. (1998). Principe vloerdetail. Waddinxveen: Gemeente Zutphen. Veen, V. d. (2010). Overzicht gasverbruik. Zuphen, Overijssel, Twente, Nederland: Stichting Pioneering.
De oorzaken van verschillen in gasverbruik
Pagina 55