De Oorlogsgravenstichting in 2000 Vervulling van een ereplicht, toen, nu en in de toekomst.
Een terugblik in woord en beeld.
3
De Oorlogsgravenstichting in 2000 Hoofdkantoor Zeestraat 85 2518 AA Den Haag Telefoon 070-3131080 Fax 070-3621546 Giro 40.10.00 - Bankrekening 24.62.44.097 Giro Reisfonds “Verre Oosten” 30.40.00 Kantoor Indonesië Jalan Panglima Polim Raya 23, Jakarta Telefoon 00-6221-7207983
Algemeen Doel: Het aanleggen, inrichten, instandhouden en verzorgen van het Nederlandse oorlogsgraf, waar ter wereld dit zich ook moge bevinden, alsmede het onderhoud van de in Nederland verspreid liggende oorlogsgraven van militairen van de geallieerde strijdkrachten, voor zover zulks met het betrokken land is overeengekomen. Beschermvrouwe: H.M. de Koningin Samenstelling Raad van Bestuur per 31 december 2000: Erevoorzitter : Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden President : Jhr. mr. H.A. van Karnebeek Vice-President : H.I. Tros, generaal-majoor der Kon. Luchtmacht b.d. Algemeen secretaris : Jhr. mr. H.F. van Kinschot, oud-raadadviseur wetgevingsaangelegenheden, Ministerie van Binnenlandse Zaken Plv. algemeen secretaris : Ds. F.L. van der Bom, oud-hoofdvlootpredikant Samenstelling : A.C. Bijsmans Redactiecommissie : Jhr. mr. H.F. van Kinschot en J.J.A. den Haan Foto’s : Wim Goutier, Robin Thomas Scheers en de Oorlogsgravenstichting Lay-out en druk : Drukkerij van Meurs - Ridderkerk B.V. 4
Leden die een ministerie vertegenwoordigen: Mr. R.J. de Bruijn, beleidsmedewerker afdeling zeescheepvaart van het directoraat-generaal Goederenvervoer Ministerie van Verkeer en Waterstaat; mr. A.W.B.M. Hendriks, loco-secretaris-generaal, Ministerie van Financiën; 5
commodore drs. J.M.W. Willems, directeur plannen en beleidsontwikkeling, Ministerie van Defensie; mr. H.A.C. van der Zwan, plaatsvervangend directeur personenverkeer, migratie en consulaire zaken, Ministerie van Buitenlandse Zaken. Overige leden: Mevrouw I.J.A. Beekman-Siefkens; mevrouw drs. E.H.M. Bots-Estourgie; J.J.P. Boosman, hoofdkrijgsmachtrabbijn; N.W.G. Buis, vice-admiraal b.d; mr. R.S. Croll, lid van het hoofdbestuur Nederlandse Rode Kruis; mr. G.J. de Graaf, burgemeester van Apeldoorn; J.J.A. den Haan, generaal-majoor der mariniers b.d.; G.L.J. Huyser, generaal der infanterie b.d.; J. Kamminga, Commissaris der Koningin in de provincie Gelderland; F. Kuttschrütter, Vicarisgeneraal van het Militair Ordinariaat; mevrouw B.J. Mulder-Gemmeke, ridder M.W.O.; prof. Mr. S. Perrick; drs. R.P. Zevenbergen. Dagelijks Bestuur per 31 december 2000: Jhr. mr. H.A. van Karnebeek, H.I. Tros, jhr. mr. H.F. van Kinschot, ds. F.L. van der Bom, mevrouw drs. E.H.M. Bots-Estourgie, N.W.G. Buis, J.J.A. den Haan. Staf hoofdkantoor per 31 december 2000: Algemeen directeur Plv. algemeen directeur en hoofd algemene zaken Hoofd groenvoorziening en technische dienst Hoofd financiën en automatisering Hoofd binnenland en voorlichting Hoofd archief en necrologie
mr. G.J.M. Ter Horst R.G.A. Hoefsmit D. Lagemaat M.H. van der Draai A.C. Bijsmans J.J. Teeuwisse
Opzichters erevelden Nederland: Ereveld Loenen Militair ereveld Grebbeberg
H.J.M. Mulder T. van Rijn
Directeur Indonesië per 31 december 2000:
N. Nommensen
Opzichters erevelden Indonesië: Menteng Pulo Ancol Pandu Leuwigajah Candi Kalibanteng Kembang Kuning
Y.H. Tjiptadi J.W. Tetelepta Purwadi A.R.M. Soekarjono Y. Sunari Effendi H.L.L. Verstegen-Timisela
6
Bestuur en medewerkers Afscheid van mevrouw C.A. Groot Op 21 december 2000 werd afscheid genomen van mevrouw C.A. (Caroline) Groot. Zij was sinds 1988 werkzaam op de afdeling archief en necrologie van de Oorlogsgravenstichting. Als blijk van waardering ontving zij bij haar afscheid uit handen van de algemeen directeur de plaquette van de Oorlogsgravenstichting. Wij bedanken haar hierbij nogmaals voor de aan de Stichting bewezen diensten gedurende de afgelopen twaalf jaar. Van de medewerkers kreeg Caroline Groot een afscheidsalbum met foto’s en herinneringen aangeboden.
Bestuursmutaties in 2000 Afgetreden lid: Mr. R. Zeldenrust Aangetreden lid: Mr. H.A.C. van der Zwan In Memoriam Na een langdurig ziekbed overleed op 3 mei 2000 de opzichter van het ereveld Pandu, de heer H.F. Sumeke. Henry Frits Sumeke (geb. 2 mei 1935) kwam op 10 oktober 1970 in dienst bij de Oorlogsgravenstichting als arbeider op het ereveld Pandu. In 1974 werd hij hulpopzichter en op 1 januari 1978 werd hij bevorderd tot opzichter, waarbij hij eerst voor een jaar te werk werd gesteld op de erevelden te Jakarta. In 1979 ging hij terug naar Bandung. De Oorlogsgravenstichting verliest in hem een zeer toegewijd en bekwaam opzichter. Opzichter H.F. Sumeke bij de ingang van zijn ereveld. 7
Op 26 mei 2000 overleed geheel onverwachts de heer H.G. Verstegen (geb. 17 december 1925), van 1972 tot zijn pensioen in 1991 opzichter van het ereveld Kembang Kuning (Surabaya). Hij bleef na zijn pensionering sterk betrokken bij het werk van de Oorlogsgravenstichting en het ereveld Kembang Kuning. Voor vele nabestaanden waren zijn gastvrijheid en hulpvaardigheid een begrip. Voor zijn grote verdiensten voor de Oorlogsgravenstichting werd hij in 1998 met een Koninklijke onderscheiding beloond. Sinds 1993 is zijn echtgenote, mevr. H.L.L. VerstegenTimisela, opzichter van Kembang Kuning. De heer H.G. Verstegen met zijn echtgenote, mevrouw H.L.L. Verstegen-Timisela.
Op 17 oktober 2000 overleed op 81-jarige leeftijd de oud-algemeen directeur van de Oorlogsgravenstichting, de heer P.W. de Hertogh. De heer De Hertogh trad op 1 maart 1947 in dienst van de Stichting, als plaatsvervangend algemeen directeur. In die functie was hij belast met de dagelijkse leiding van de Stichting. Ook was hij intensief betrokken bij de aanleg en inrichting van de Nederlandse erevelden in Europa. In 1959 werd hij aangesteld als algemeen directeur, een functie die hij in 1972 om gezondheidsredenen moest neerleggen. In de 25 jaar dat hij aan de Stichting verbonden was, werd veel tot stand gebracht. Voor zijn vele verdiensten werd hij op 29 april 1969 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zijn toewijding en plichtsbetrachting waren spreekwoordelijk. Wij gedenken hen in eerbied. 8
De heer De Hertogh.
Necrologie Herdruk boek ‘Ereveld Loenen’ Omdat de eerste druk van het boek “Ereveld Loenen, Laatste rustplaats van Nederlandse oorlogsslachtoffers” (ISBN 90 12 08756 2) is uitverkocht, verscheen begin december een tweede druk. Het boek werd geschreven in opdracht van de Oorlogsgravenstichting en vertelt de ontstaansgeschiedenis van ons nationaal ereveld op de Veluwe. Aan de hand van levensbeschrijvingen van oorlogsslachtoffers die daar begraven liggen, wordt de betrokkenheid van ons land bij oorlogen en conflicten sinds 9 mei 1940 verwoord. De prijs van het boek bedraagt f 55,- inclusief verzendkosten in Nederland. Het boek is uitsluitend te bestellen bij de Oorlogsgravenstichting in Den Haag. De eenvoudigste manier om het boek in uw bezit te krijgen is door overmaking van het eerdergenoemde bedrag op Postbanknummer 401000 t.n.v. Oorlogsgravenstichting, Den Haag, onder vermelding van ‘Boek Loenen’, uw naam en adres. Na ontvangst van de betaling wordt het boek zo spoedig mogelijk toegestuurd. Bezitters van een exemplaar van de eerste druk kunnen bij de Oorlogsgravenstichting een zogenaamde erratalijst aanvragen. Onbekenden Op Loenen liggen ruim 100 slachtoffers begraven van wie de identiteit niet volledig vast staat. Daarom is op hun grafsteen vermeld: ‘Onbekende Nederlander’. Hoewel in hun dossier wel een naam vermeld wordt, is deze kennelijk niet de juiste, want het spoor naar de familie loopt dood. Deze namen zijn in een apart hoofdstuk van het in 1999 verschenen boek over het ereveld Loenen opgenomen, om zoals de auteurs het uitdrukken: ‘het toeval een beetje te helpen’. 9
In 2000 kon door deze publicatie van vier van deze slachtoffers de identiteit alsnog worden vastgesteld. Op de steen staan nu hun personalia vermeld. Voor de nabestaanden is dit van grote betekenis. Automatisering In het jaarbericht van 1997 maakten wij melding van het voornemen om de kaarten met de necrologische gegevens van ons bestand van ruim 180.000 Nederlandse oorlogsslachtoffers over te zetten naar een geautomatiseerd bestand. Hiervoor zijn destijds contacten gelegd met de Haagsche Hogeschool. Deze stelde een informatieplan op. Een groep studenten zou voor de OGS een database ontwerpen waarin de necrologische gegevens van de slachtoffers opgenomen konden worden. Bij de uitwerking van het informatieplan kwamen er van de kant van de OGS telkens nieuwe wensen bij. Hierdoor en door de regelmatige wisseling van de groep studenten kwam het hele project helaas niet uit de ontwikkelingsfase. Uiteindelijk nam de OGS in 1999 de beslissing om de opdracht in te trekken. In diezelfde periode kwam onze Stichting in contact met het automatiseringsbedrijf UCC Services in Nieuwegein. Dit bedrijf maakte een plan van aanpak voor de digitalisering en automatisering van de slachtofferkaarten. Dit leidde tot de ontwikkeling van het zogenaamde Slachtofferregistratiesysteem Oorlogsgravenstichting (SRS-OGS). De wijze waarop UCC de zaken aanpakte, gaf de OGS zoveel vertrouwen, dat zij UCC de automatiseringsopdracht verstrekte. In het voorjaar van 2000 werd een scan gemaakt van alle slachtofferkaarten. Aan de hand van deze scan werden de gegevens door data-entrytypistes overgetypt. Eind 2000 is het SRS met daarin de gegevens van de Nederlandse oorlogsslachtoffers opgeleverd. De Oorlogsgravenstichting beschikt nu dus over een professioneel ontworpen database, aan de hand waarvan de dienstverlening efficiënter zal kunnen geschieden. Omdat de gegevens die nu in het SRS zijn opgenomen in een periode van ruim vijftig jaar door verschillende personen zijn bewerkt, is vervuiling van het bestand ontstaan. Voordat het nieuwe programma volledig operationeel kan zijn moeten de gegevens opgeschoond worden. De verwachting is dat dit in het voorjaar van 2001 zal zijn afgerond. In de loop van 2001 starten wij met het ontwerpen en ontwikkelen van een website van de Oorlogsgravenstichting. Op termijn kan men dan via internet ook bepaalde gegevens uit het SRS raadplegen.
10
Binnenland 4 Mei herdenking ereveld Loenen In de ochtend vond voorafgaande aan deze herdenking een oecumenische dienst plaats, verzorgd door de heer drs. H.G. Boerland, pastoor te Loenen, en de heer J.W.C. van Driel, hervormd predikant van Loenen. Om twee uur ’s middags begon de officiële dodenherdenking. Voor de openingstoespraak was de minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave uitgenodigd. Helaas moest hij plotseling vanwege ziekte verstek laten gaan en werd zijn toespraak verzorgd door de chef defensiestaf, luitenant-admiraal L. Kroon. In zijn toespraak ging hij in op het door Toespraak door de chef defensiestaf, het Nationaal Comité 4 en 5 mei luitenant-admiraal L. Kroon. gekozen thema voor 2000: ‘Vrijheid geef je door’. “Deze zin roept het beeld van een estafette op. Het beeld van bezielde atleten die het estafettestokje op precies het juiste moment aan het volgende lid van de ploeg overgeven, zodat een vloeiende beweging ontstaat. De bepaling van plaats en tijd is bij het overgeven van het stokje van de ene naar de andere atleet doorslaggevend voor een goed gelopen estafette. De gegevens ‘plaats’ en ‘tijd’ hebben ook vandaag een bijzondere betekenis. Juist naar deze laatste rustplaats voor Nederlandse oorlogsslachtoffers zijn wij op deze 4e mei gekomen om te herdenken dat ons land 55 jaar geleden werd bevrijd. (-) De symboliek van het estafettestokje, van het doorgeven van vrijheid, wil ik doortrekken naar de dodenherdenking van vandaag. Al 42 jaar komen hier nabestaanden van oorlogsslachtoffers en andere betrokkenen samen op 4 mei, om te herdenken. Om de slachtoffers te herdenken van de Tweede Wereldoorlog en van conflicten die elders plaatsvonden. Conflicten, zoals die in het voormalig NederlandsIndië, Korea, Nieuw Guinea, Libanon, Bosnië. Vandaag vindt de eerste dodenherdenking na de eeuwwisseling plaats. Door hier en nu de verschrikkingen van 11
de oorlogen uit de 20e eeuw te herdenken en vandaag stil te staan bij de gebrachte offers, trachten we de voor ons herwonnen vrijheid vast te houden. Om deze uiteindelijk door te kunnen geven aan onze kinderen.(-) Nu we over de drempel van het jaar 2000 heen zijn, beseffen we dat we de deur naar de vorige eeuw nooit definitief op slot kunnen en mogen doen. We willen en kunnen onszelf immers niet afsluiten voor het verleden. De geschiedenis van ‘40-’45 mag zich nooit meer herhalen. We moeten de herinnering op passende wijze levend houden, omdat we daarmee de geboden kans op het doorgeven van vrijheid zo groot mogelijk maken. Voor het eerst gedenken we de gebeurtenissen die plaats hadden in een ander tijdvak en beginnen daarmee als het ware de volgende etappe in onze ‘vrijheidsestafette’. Een wedstrijd die we alleen kunnen winnen door vooruit te blijven kijken, wetend wat er zich in een ver maar ook in een recenter verleden heeft voorgedaan. (-) Vrijheid doorgeven: het klinkt zo gemakkelijk, maar hoe doen we dat? Door verantwoordelijkheid te nemen en in onze directe omgeving verdraagzaamheid, respect en tolerantie op anderen over te dragen. In onze vaak beschermde directe leefomgeving lijken deze gedragslijnen bijna vanzelfsprekend. Het is echter geen vanzelfsprekendheid, zelfs niet nu de economie steeds meer kansen biedt aan een ieder binnen de Nederlandse samenleving. Toenemend zinloos geweld op straat en in openbare gelegenheden schudt mensen wakker. Men komt in verzet en terecht. Het plaatst onze vrijheid immers in perspectief. Nederlandse burgers vragen zich met zorg af waar de grens ligt tussen vrij en niet vrij zijn, tussen je veilig voelen en je bedreigd voelen. Vrijheid is een complex verschijnsel en kent ook haar grenzen. Afgebakend door het respect voor de ruimte van een ander. Ook vredesmissies en humanitaire interventies blijken onherroepelijk tot complexe vraagstukken te leiden. Er zijn voorbeelden te over waarbij door internationale, politieke en persoonlijke dilemma’s keuzes niet eenvoudig te maken zijn. Ondanks het feit dat deze dilemma’s zich zullen blijven voordoen bij het bieden van bescherming, ben ik van mening dat wij de plicht hebben tot een onvoorwaardelijk streven naar vrede en veiligheid. Daarbij is een voortdurende waakzaamheid geboden en een beginselbereidheid – al dan niet militair – een bijdrage te leveren in internationaal verband aan de verwezenlijking van het vrijheidsideaal. Een ideaal waar wij inspanningen voor zullen blijven leveren. Door de betrokkenheid met hen die in onvrede leven en uit eerbied voor en dankbaarheid aan onze oorlogsslachtoffers. Het is vandaag een zeer bijzondere dag. We zijn de drempel over naar een nieuwe eeuw. We zullen op de 4e mei blijven herdenken, hier op het ereveld Loenen en elders. Terugdenkend aan het verleden, tegelijkertijd met het oog op de toekomst. Een toekomst die beter moet zijn dan het verleden.” 12
Jhr. mr. H.A. van Karnebeek en mr. G.J.M. Ter Horst legden als laatsten een krans namens de Oorlogsgravenstichting.
Ook in de tweede toespraak, door hoofdvlootpredikant drs. L.J. Lamens, klonk het thema van het nationaal Comité 4 en 5 mei door. Hij zei daarover: “Een dame vertelde mij onlangs hoe haar vader en twee broers, na de razzia in Putten, weggevoerd werden en hun huizen in brand gestoken zijn. Nadat haar vader en broers op transport gezet werden pakte zij vervolgens drie koffers in en bracht deze naar het station om die nog na te sturen. De koffers kwamen nooit bij de mannen aan, zoals haar jongste broer, die de deportatie overleefde,
Hoofdvlootpredikant drs. L.J. Lamens richt het woord tot de aanwezigen. 13
later vertelde. Dat de koffers niet aankwamen was te overkomen. Maar dat haar vader en oudste broer nooit meer terugkeerden en hun laatste rustplaats in Ladelund vonden, is een gebeuren zonder weerga geworden. Daardoor is ook zij slachtoffer geworden. Dit heeft een blijvend stempel op haar leven tot op de dag van vandaag gezet. Toch is er vanuit Putten in overleg met Ladelund een daad van verzoening gesteld. Reeds in de vroege jaren ’50 ontmoetten mensen van Ladelund en Putten elkaar. Zij bevrijdden elkaar van haat en schuldgevoelens. Zij gaven de vrijheid door…” De declamaties, door leerlingen van de Koninklijke Scholengemeenschap Apeldoorn, werden ditmaal verzorgd door: Ellen Meerman, Kevin Mulder, Menno Schudel en Judith Herbrink. Bijzonder veel waardering was er ook voor de bijdrage van Jessica Florio, een Amerikaanse gastleerlinge van de ‘Nelson High School’ uit Burlington.
Een van de voorgedragen teksten was het gedicht ‘Er zijn reusachtige deuren’ van Leo Vroman.
“Er zijn reusachtige deuren die alleen in gedachte bestaan maar waarachter dingen gebeuren die geen mens kan hebben gedaan Daar glanzen de marmeren zalen Afwezigheden komen daar voor en echo’s die niets herhalen maar stemloos stijgen en dalen en geen geluid laten horen. Een menigte wijkt soms uiteen Alsof die uit mensen bestond Of anderen van langer voorheen Of in de bedoeling van kleuren, Maanlicht onder de grond, Een weerkaatsing van andere deuren. Droom voort, mijn celgenoot, Van dit alles is niets te merken, De deuren blijven gesloten, De muren zijn overgoten Religies, de vloeren zijn zerken.”
De Regionale Politiekapel Noord- en Oost Gelderland, onder leiding van de heer G.Z. Bomhof, verleende haar muzikale medewerking aan de herdenking.
De leerlingen van de Koninklijke Scholengemeenschap Apeldoorn en hun twee begeleiders. V.l.n.r.: Judith Herbrink, Ellen Meerman, Menno Schudel, mevrouw M. Guljé (begeleidster), de heer L.L.M. Schreurs (begeleider), Kevin Mulder en Jessica Florio (Nelson High School, Burlington, Amerika). 14
4 Mei herdenking militair ereveld Grebbeberg De plechtigheid, onder leiding van de plaatsvervangend bevelhebber der Landstrijdkrachten, generaal-majoor P.J.E.J. Striek, trok traditiegetrouw veel publiek. Na een korte toespraak, gevolgd door een gebed van hoofdlegeraalmoezenier, luitenant-kolonel M.W. Agterberg, volgde een muzikale bijdrage door de Christelijke gemengde zangvereniging ‘Immanuel’ onder leiding van mevrouw J. Hulshof. 15
De declamaties werden ook dit jaar verzorgd door mevrouw A. Poolman. Een van de gedichten die zij voordroeg was van J. Engelman: “Steeds denk ik aan den tienden mei, dien parelgrijzen morgen, en aan de hand die u en mij in ’t bloesemland kwam worden Aan de verneedring en den smaad Toen d’aanval was geleden, De droefnis, den stillen haat, Het uitzichtloze Heden.
Adoptie oorlogsgraven Sint-Oedenrode Op de R.K.-begraafplaats van de ‘Sint Martinus’ parochie in Sint-Oedenrode bevinden zich de graven van 23 geallieerde militairen. Al sinds de jaren tachtig brengen veteranen bezoeken aan de graven en houden er jaarlijks in de maand september een herdenkingsplechtigheid. Daaraan neemt ook steeds een kleine afvaardiging deel van leerlingen van de plaatselijke basisschool ‘Kienehoef’. Dit initiatief ontstond omdat er op deze school aandacht werd besteed aan zowel de herdenking van de bevrijding van Sint-Oedenrode tijdens operatie Market Garden als aan de viering van de vredesweek. Omdat leerlingen in de leeftijd van 11 tot 13 jaar nog veel behoefte hebben aan een zo concreet mogelijke benadering van zaken, ontstond de wens om meer te weten te komen over de achtergrond van de 23 geallieerde slachtoffers.
Steeds denk ik aan dat éne graf Dat nooit een bloem zal sieren God schonk en nam alles weer af. De mensen zijn als dieren.”
De heer L.J.M. Kleijne en leerlingen van de basischool ‘Kienehoef’ tijdens de 4 mei herdenking in 1998 bij de geallieerde graven te Sint-Oedenrode.
Op de Grebbeberg werd namens de Oorlogsgravenstichting een krans gelegd door Jhr. mr. H.F. van Kinschot en de heer A.C. Bijsmans.
Diverse afgevaardigden van militaire en civiele organisaties legden tot besluit een krans bij het Leeuwenmonument. Als laatste werd een krans gelegd namens de Oorlogsgravenstichting. 16
17
De heer L.J.M. Kleijne, oud directeur van de school (en sinds 1999 consul van de Oorlogsgravenstichting), begon daarom al eind 1990 met het verzamelen van zoveel mogelijk informatie. Dit resulteerde in een omvangrijke collectie materiaal, bestaande uit correspondentie met nabestaanden, foto’s en documenten. Zo ontstond een persoonlijk beeld van elk van de 23 slachtoffers en de omstandigheden waaronder zij sneuvelden. Na verloop van tijd kwamen er ook contacten tot stand met verschillende nabestaanden. Naast het verhaal achter de slachtoffers krijgen de leerlingen nu ook foto’s van de slachtoffers te zien die nabestaanden hebben opgestuurd. Soms bevestigt men deze foto’s bij de herdenking op het graf. De leerlingen leggen ook bloemstukken bij de graven, voorzien van een kaartje met een zelfgeschreven tekst. De school bereidt alle herdenkingen voor tijdens lesuren. Afgestemd op de actualiteit staat de jaarlijkse herdenking steeds in het teken van een ander thema. De betrokkenheid van de jeugd bij deze herdenkingen ondervindt veel steun van de zijde van de gemeente. In 1991 adopteerde een groep Britse veteranen van de ‘Market Garden Veterans Association’ de school. Jaarlijks komen zij op bezoek en samen met leerlingen, bezoeken zij de oorlogsgraven. Zo maken de leerlingen op een bijzondere manier kennis met veteranen uit de Tweede Wereldoorlog. Bovendien krijgen ze zo de gelegenheid om op hun manier hun dankbaarheid uit te spreken en te laten merken dat ook zij ‘Vrede’ en ‘Vrijheid’ belangrijke zaken vinden. Tweemaal per jaar ontvangen de nabestaanden in Engeland een nieuwsbrief van de heer Kleijne zodat zij op de hoogte blijven van de activiteiten van de school en haar leerlingen. Jeugdvoorlichting In september 2000 nam Wendy van den Bersselaar, een 14-jarige leerling van het Maurick College in Vught, contact met ons op in verband met een werkstuk dat zij moest maken voor haar school. Op dat moment waren de leerlingen bezig met het onderwerp Tweede Wereldoorlog. In dit kader verzocht Wendy ons om haar inlichtingen te verstrekken over een Nederlandse militair, die begraven ligt op de rooms-katholieke begraafplaats in Cromvoirt, gemeente Vught. Het betrof hier het graf van soldaat A.A. van der Bruggen, die op 10 mei 1940 is gesneuveld. Dit graf is ingericht en wordt onderhouden door de Oorlogsgravenstichting. Na overleg met de familie van het slachtoffer werd besloten aan dit verzoek mee te werken. Wendy kreeg van hen zelfs een foto van soldaat Van der Bruggen, waardoor de steen met zijn personalia als het ware ‘een gezicht kreeg’. Hieronder volgen enkele passages uit het werkstuk van Wendy. 18
Soldaat A.A. van der Bruggen en (inzet) Wendy van den Bersselaar.
“Adrianus Antonius van der Bruggen werd geboren op 25 september 1919, hij woonde toen samen met zijn vader en moeder in de St. Lambertusstraat in Cromvoirt. Waar hij zijn jeugd samen met vrienden doorbracht. Na de lagere school is Adrianus gaan werken als knecht in een groentetuin, hij wilde graag een betere baan als hovenier en hij ging daarom een opleiding volgen. Toen hij in 1939 opgeroepen werd om in het leger te gaan, was hij genoodzaakt de opleiding voortijdig af te breken. Het korps waar hij in zat moest naar de Frederik Hendrik Kazerne in Blerick. Na een opleiding van twee maanden werd hij verplaatst en kreeg hij grensbewaking als taak. Toen de oorlog dreigde te komen werd Adrianus ingezet aan de Maas in Kazemat G25. (De kazemat was een ronde gietstalen koepel waarin een mitrailleur stond opgesteld). 10 mei 1940 (’s morgens vroeg) vielen Duitse troepen Nederland binnen. De plek waar Adrianus op dat moment zat kwam direct onder Duits vuur te staan, door terug te vechten is het hun bataljon gelukt om nog een tijdje de Duitsers tegen te houden. Rond 9 uur lukt het de Duitsers toch om door de stellingen heen te komen, maar door een herindeling vanaf de Nederlandse kant lukte het hen om het stuk land weer even terug te veroveren. De Duitsers reageerden hierop door de stellingen te bombarderen met granaten. Rond half twaalf wordt kazemat G25 getroffen door een granaat en kwamen 7 jonge helden, waaronder de 20-jarige soldaat Van der Bruggen om het leven. 19
Toen de rust weer was teruggekeerd werden de overleden soldaten begraven. Adrianus werd in eerste instantie begraven op de Rooms Katholieke begraafplaats in Horn, maar op verzoek van familie werd zijn lichaam in juli 1940 overgebracht naar zijn woonplaats Cromvoirt en daar op de Rooms Katholieke begraafplaats opnieuw begraven. Daar heeft soldaat A.A. Van der Bruggen nu zijn laatste rustplaats…” Wendy schreef ons dat haar leraar het werkstuk erg goed vond en dit waardeerde door haar twee ‘plusjes’ te geven.
De heer W.G.J. Wieberdink, voorzitter van de vereniging 8 R.I. 1940 leidt de genodigden naar hun zitplaatsen.
Voor de herdenking bestond veel belangstelling.
Het dodenappèl. Een sergeant van het Garde bataljon Grenadiers en Jagers leest namen voor.
20
Herdenking Vereniging 8 R.I. 1940 In mei 1940 werden bij Rhenen de Grebbeberg en de directe omgeving verdedigd door het 8e Regiment Infanterie (8 R.I.). Aan de strijd namen later ook het 19e en 22e regiment deel. Nog in datzelfde jaar werd op 11 september de vereniging 8 R.I. 1940 opgericht. Deze vereniging hield op 2e Pinksterdag (12 juni) haar traditionele dodenherdenking op het militair ereveld Grebbeberg. Voor deze jaarlijkse herdenking is altijd veel belangstelling, dat bleek ook dit jaar weer. Nadat de vaandelwacht, verzorgd door het 11e Garde bataljon Grenadiers en Jagers, was ingetreden hield de voorzitter van de vereniging, ing. W.G.J. Wieberdink een korte toespraak. Thema was ditmaal ‘Trouw en Vriendschap’; woorden die ook op het verenigingsvaandel staan geborduurd. De heer Wieberdink zei over ’vriendschap’ onder meer: “8 R.I. wil ook vriendschap uitdragen. Daarom werd al heel vroeg ‘vriendschap’ in het verenigingsvaandel geborduurd. Ieder jaar mogen we de inhoud en betekenis van dat woord ervaren binnen de vereniging, maar ook daarbuiten. Wij mannen onder elkaar gebruiken voor het woord vriendschap, liever het woord kameraadschap. Dat klinkt steviger, feller. Kameraadschap betekent door dik en dun, onder alle omstandigheden, in voor- en tegenspoed, op elkaar kunnen rekenen, onvoorwaardelijk. Soms is de prijs hoog en zou je je af kunnen vragen: ‘is deze vriendschap, deze kameraadschap, mij dat waard?’ In de meidagen van 1940 was er geen tijd om je dat af te vragen maar je ging ervoor, daar zijn verhalen van bekend. Het klinkt ook door in die Bijbelwoorden, gelovig of niet: ‘Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit (deze vriendschap) aan een van deze, mijn minste broeders, hebt gedaan, zo hebt gij dat ook aan Mij gedaan’. Wij zullen ook die kameraadschap, die hier op en voor de berg zich manifesteerde, nooit kunnen voelen of inschatten. Maar zij was er. Er zijn voldoende overleveringen van bekend, waaruit dat bleek. Zo zijn er behulpzame vrienden of zo u wilt kameraden geweest, die bij hulp aan de ander, zelf het leven lieten. Dat gebeurde ook hier op de Grebbeberg… ‘Wat gij voor een ander doet, alzo zal ik u doen’. Daarom blijft 8 R.I. aan vriendschap doen. Daarom kan 8 R.I. blijven herdenken en gedenken.” Indrukwekkend onderdeel van de herdenking is het dodenappèl 8 R.I. 1940. Drie sergeanten van het Garde bataljon Grenadiers en Jagers lazen om de beurt namen voor. De muzikale omlijsting was in handen van Christelijke Zangvereniging ‘Eben Haezer’, o.l.v. de heer W. Doornebal en de muziekvereniging ‘Ons Genoegen’, o.l.v. de heer B. Logger. Diverse organisaties legden een krans bij het monument 8 R.I. 21
Pasar Malam Besar Den Haag Ook het afgelopen jaar had de Oorlogsgravenstichting van 12 t/m 27 juni een stand ingericht op de Pasar Malam Besar in Den Haag. Uit Indonesië waren speciaal hiervoor de dames H.L.L. Verstegen-Timisela, opzichter van het ereveld Kembang Kuning te Surabaya, en Andjar Winarni, medewerkster bloemleggingen op het stichtingskantoor in Jakarta, naar Nederland overgekomen. Ondanks het warme weer en de voetbalkampioenschappen was er voldoende belangstelling voor de foto’s, video’s en informatiefolders.
De informatiestand van de Stichting. De dames H.L.L. Verstegen-Timisela (opzichter ereveld Kembang Kuning) en A. Winarni (medewerkster kantoor Indonesië) waren speciaal voor de Pasar Malam Besar uit Indonesië overgekomen.
Consuldag Op 13 september 2000 vond, op initiatief van onze consul in Breda, de heer J.H.M. Timmers, een contactdag voor consuls van de Oorlogsgravenstichting plaats in Breda. Verzamelpunt was de Koninklijke Militaire Academie (KMA). In de Nassauzaal van het kasteel werden de meer dan 200 genodigden ontvangen met koffie en gebak. Na een welkomstwoord van de gouverneur van de KMA, generaalmajoor G.J.C. Roozendaal en de burgemeester van Breda, mr. C.G.J. Rutten, was De gouverneur van de KMA er een rondleiding in groepjes over het heet de aanwezigen welkom. terrein van de KMA en in de nabijgelegen Ook de burgemeester van Breda, Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk. mr. C.J.G. Rutten sprak een kort Na afloop verzamelde men zich voor het welkomstwoord. kasteel bij de zogenaamde Henricuspoort voor de traditionele groepsfoto. Door Defensie waren voor deze dag kosteloos vier bussen ter beschikking gesteld die de gasten vervoerden naar de Trip van Zoudtlandkazerne. Hier kreeg men een smaakvolle Indische rijstmaaltijd voorgeschoteld. ‘s Middags, na de lunch, brachten de bussen de gasten naar het jachtslot Bouvigne. Het kasteel is niet voor publiek toegankelijk, maar men kan wel de interessante kasteeltuinen, waaronder een kruidentuin en een Franse tuin, bezichtigen. Tot slot reden de bussen door Breda via een aantal bezienswaardigheden, waaronder het Poolse ereveld aan de Ettensebaan, naar het sportpaleis ‘Colosseum’ nabij Prinsenbeek. Hier werden een hapje en een drankje geserveerd en hield de heer A. Meeuse, voorlichter van het Nationaal Comité 4 en 5 Mei, een lezing over de diverse werkzaamheden van het Comité. De heer A. Meeuse, voorlichter van het Nationaal Comité 4 en 5 Mei, informeerde de gasten over de doelstelling en werkzaamheden van het Comité.
22
23
Groepsfoto van de consuls voor de Henricuspoort van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) te Breda. 24
25
Herdenkingen In 2000 was de Oorlogsgravenstichting vertegenwoordigd bij de volgende plechtigheden en bijeenkomsten ter herdenking van oorlogsslachtoffers. 25 april
Den Haag
4 mei 4 mei
Amsterdam Apeldoorn
4 mei
Rhenen
4 mei
Den Helder
4 mei
Soesterberg
28 mei
Margraten
15 augustus 7 september
Den Haag Roermond
7 oktober 12 november
Scheveningen Den Haag
“ANZAC-Day” herdenking op de begraafplaats “Westduin”. Nationale herdenking op de Dam. Herdenking van alle Nederlandse oorlogsslachtoffers op het ereveld Loenen. Herdenking van de gesneuvelde militairen op het militair ereveld Grebbeberg. Herdenking van de gesneuvelden van de Koninklijke Marine en koopvaardij. Herdenking van de gesneuvelde militairen van de luchtstrijdkrachten. “Memorial Day Ceremony” op het Amerikaanse ereveld. Herdenking van de capitulatie van Japan. Herdenking Stichting Nationaal Indiëmonument 1945-1962. Herdenking Oranje hotel Scheveningen. “Remembrance Day” herdenking op de begraafplaats “Westduin”.
Nederlandse oorlogsgraven op Perth War Cemetery (Australië). 26
27
Buitenland
Consulaat-Generaal te Antwerpen en een groot aantal belangstellenden uit de Nederlandse gemeenschap.
Herdenkingsplechtigheden Van diverse Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland ontvingen wij berichten van herdenkingen op 4 mei en andere herdenkingsplechtigheden. Singapore Ter gelegenheid van het vlootbezoek van de Nederlandse/Belgische Marine tussen 5 en 9 april en de komst van de staatssecretaris van Defensie, de heer H.A.L. van Hoof, vond op 5 april 2000 een kranslegging plaats op het ‘Kranji War Cemetery’. Ook op 4 mei vond er een herdenking plaats die, in verband
4 mei herdenking te Evere (België).
Leerlingen van de Hollandse School op het Kranji War Cemetery (Singapore).
met de afwezigheid van de ambassadeur, werd geleid door de eerste Ambassadesecretaris, de heer R.E.A. Steevensz. Onder de genodigden bevonden zich zoals elk jaar pater Hutjes alsmede leerlingen en leerkrachten van de Hollandse School. België Op 4 mei vond op het Britse militaire ereveld in Evere, nabij Brussel, een herdenkingsplechtigheid plaats ter nagedachtenis aan alle Nederlandse oorlogsslachtoffers. De plechtigheid werd bijgewoond door de voorzitter en een twintigtal leden van de Vereniging Nederlandse Oud-strijders in België en hun familieleden, een aantal hoge Nederlandse militairen, verbonden aan de NAVO, WEU en SHAPE, medewerkers van de Nederlandse Ambassade en het 28
Voor de tweede maal nam een groep van zestien leerlingen van de Nederlands-Vlaamse basisschool ‘Prinses Juliana’ deel aan de plechtigheid. Enige tijd voor de plechtigheid waren zij uitvoerig over de oorlogsjaren geïnformeerd door de heer J. Buyser, voorzitter van de Vereniging Nederlandse Oud-strijders in België. De actieve deelname van leerlingen van de hoogste klas van deze school geeft een extra dimensie aan de dodenherdenking De ambassadeur in Brussel, jhr. mr. Röell, hield een korte toespraak gevolgd door een voordracht door vier leerlingen van eerdergenoemde basisschool. Daarna legde de ambassadeur een krans bij het monument. Ter afsluiting maakte men een rondgang langs de negen Nederlandse oorlogsgraven.
Rusland Traditiegetrouw werd op 4 mei in Moskou de dodenherdenking gehouden op de Vvedenskoye begraafplaats. De Tijdelijk Zaakgelastigde, drs. J. Henneman hield een korte toespraak en legde vervolgens samen met de defensieattaché, kolonel G. van Oppen, een krans bij het graf van Lt. G.H.M. van der Waals. Ongeveer 40 leden van de Nederlandse gemeenschap namen deel aan de plechtigheid die muzikaal werd opgeluisterd door een tamboer en pijper van het Korps Mariniers. 29
India In India vond op 4 mei, op ‘Delhi War Cemetery’, een plechtigheid plaats in aanwezigheid van Hr. Ms. ambassadeur mr. P.F.C. Koch, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging mr. W. Husselman en een aantal Nederlandse en Indiase genodigden. De plechtigheid begon met het blazen van de ‘Last Post’ door leden van de Politiekapel van New Delhi. Vervolgens legden de ambassadeur en de voorzitter van de Nederlandse Vereniging een krans. Na het in acht nemen van twee minuten stilte besloot men de herdenking met een rondgang langs de Nederlandse graven Frankrijk De dodenherdenking op het Nederlands ereveld bij Orry-la-Ville vond onder grote belangstelling van zowel Franse als Nederlandse autoriteiten plaats. Hr. Ms. ambassadeur mr. C.R. van Beuge hield een korte toespraak in het Frans en in het Nederlands over de achtergrond van 4 en 5 mei. De herdenking werd voorts opgeluisterd door het speciaal uit Utrecht overgekomen ‘Heart of Holland Chorus’. Er werden diverse kransen gelegd waaronder een krans namens het Nederlandse verzet door de heer B. van Marken, oud-president van de Oorlogsgravenstichting.
Sai Wan War Cemetery (Hong Kong), 4 mei 2000.
Duitsland Op 4 mei werd in het voormalig concentratiekamp Sachsenhausen in Oraniënburg een dodenherdenking gehouden. De plechtigheid werd bijgewoond door een afvaardiging van de Nederlandse Vriendenkring Sachsenhausen, nabestaanden van in het kamp overleden gevangenen en ongeveer honderd Nederlanders woonachtig in en rond Berlijn. Hr. Ms. ambassadeur, dr. N. van Dam, hield een toespraak waarin het thema doorklonk van het Nationaal Comité 4 en 5 Mei: ‘Vrijheid geef je door’. Hierna legde hij samen met de heer L.H. van Deene een krans bij de gedenkplaat in de zogenaamde ‘schietkuil’ ter nagedachtenis aan de Nederlanders die in dit kamp hun leven lieten. Na een gebed door Domina A.E. Ruys en een voordracht van mevrouw E. van Doorne werd de herdenking afgesloten met een defilé langs de gedenkplaat.
Kranslegging namens het Nederlands verzet door de heer B. van Marken, oud-president van de Oorlogsgravenstichting op het Nederlands ereveld Orry-la-Ville. 30
Denemarken Op vrijdag 9 juni 2000 heeft Kltz. Th. Speth, hoofd operatiën mijnendienst, samen met de commandant van Hr. Ms. Makkum, Ltz 1. E.G.J. Hekkers, en een delegatie van de Koninklijke Marine in aanwezigheid van een Deense liaison officier een krans gelegd bij het graf van LTZ1 N. Guilonard (het enige Nederlandse oorlogsgraf in Denemarken). 31
Het ereveld Candi te Semarang Op de voorzijde van de omslag van dit jaarbericht vindt u een foto van het ereveld Candi bij Semarang. Dit is het enige Nederlandse ereveld, van de zeven erevelden op Java, waar uitsluitend militairen zijn begraven. Het achterland van Semarang wordt gevormd door bergketens, die zich uitstrekken tot de Javazee. Ten zuiden van de oude stad Semarang werd, in een heuvelachtig terrein op de grillige uitlopers van de berg Ungaran, een nieuwe stad gebouwd. Deze nieuwe stad die voornamelijk werd bebouwd met villawijken stond bekend als ‘Nieuw Tjandi’. Op één van deze heuvels werd aan het toenmalige Tillemaplein een ereveld aangelegd dat aanvankelijk de naam ‘ereveld Tillemaplein’ droeg. Op verzoek van de Indonesische regering werd de naam in 1967 gewijzigd in Candi. Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 ontstond in Nederlands-Indië een onafhankelijkheidstrijd. De berichten over de hierbij gepleegde gewelddadigheden deden de regering in Den Haag ertoe besluiten troepen te sturen om de rust en orde te herstellen. Het eerste contingent Nederlandse troepen, dat 12 maart 1946 te Semarang voet aan wal zette, was de ‘T-brigade’, toen bekend als de ‘Tijgerbrigade’. Er volgde een hevige strijd en op dezelfde dag viel reeds het eerste slachtoffer te betreuren. Aanvankelijk werden de gesneuvelden van deze brigade begraven op de gemeentelijke begraafplaats Kobong te Semarang. Ondertussen zocht men naar een geschikter terrein om een ereveld aan te leggen. Hierbij viel de keuze op een stuk grond, gelegen op een naar het zuiden hellende heuvel met op de top het Tillemaplein. Het ereveld werd aangelegd door militairen van de T-brigade onder leiding van res. eerste luitenant der Genie Ir. H. Sippel. De aanleg en de verzorging werden overgenomen door de Legergravendienst van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) die in juni 1946 werd ingesteld. Het ereveld werd toen ook bestemd als begraafplaats voor militaire slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, die verspreid over Midden Java begraven lagen. Half cirkelvormige terrassen werden aangelegd aan de zuidzijde, beplanting aangebracht, de waterafvoer verbeterd enz. Twee stenen pilaren vormen de toegangspoort van het ereveld. Op de voorzijde staat aan de ene kant een kruis met helm en aan de andere kant een flambouw. Ook het jaar van aanleg staat op de poort in Romeinse cijfers vermeld (links MCM, rechts XLVI). Op het toegangshek staat in vergulde letters: ‘Ereveld Candi’. In het midden van het ereveld staat op een voetstuk waarin een trap is aangebracht een groot wit kruis. Op het voetstuk is een zwarte stenen plaat bevestigd met het opschrift: ‘Voor Veiligheid en Recht’. 32
Centraal op het ereveld staat het monument voor Veiligheid en Recht. 33
Vlakbij het monument staat de vlaggenmast met in het voetstuk aan weerszijden een gedenkplaat met in het Nederlands en Indonesisch de tekst: “Ter eerbiedige nagedachtenis aan de vele ongenoemden die hun leven offerden en niet rusten op de erevelden.” Deze platen waren oorspronkelijk bevestigd in de zuilen van de poort.
Het ereveld Candi in 1954.
De toegang tot het ereveld in 1954. 34
35
Indonesië Algemeen De jaarlijkse inspectie van de Nederlandse erevelden vond plaats van 16 t/m 25 februari door de president, jhr. mr. H.A. van Karnebeek en de algemeen directeur, mr. G.J.M. Ter Horst.
Impressie van het ereveld Candi.
Inspectiebezoek van de president en de algemeen directeur aan het ereveld Pandu te Bandung.
Gezicht van het monument voor Recht en Vrede naar de toegang van het ereveld. 36
Het afgelopen jaar is een begin gemaakt met het digitaliseren van de circa 50.000 zogenaamde ‘kleine en medium’ slachtofferkaarten waarover het kantoor in Indonesië beschikt. Na het scannen van de kaarten (soms drie per slachtoffer) worden de gegevens opgeslagen in de computer en vandaar overgeschreven naar een CD-Rom. Aangezien dit intern wordt uitgevoerd naast de dagelijkse werkzaamheden, zal e.e.a. nog geruime tijd in beslag nemen. 37
Kantoor Oorlogsgravenstichting Indonesië (Jakarta).
Kalibanteng.
In verband met het bereiken van het 25-jarig ambtsjubileum werd in 2000 een zilveren eremedaille uitgereikt aan: • Inkoper/assistent magazijnbeheerder Ngatijan, werkzaam op het stichtingskantoor in Jakarta. • De opzichter van het ereveld Kalibanteng, Effendi. Op 23 november werden door de directeur Indonesië gratificaties uitgereikt aan metselaar Slamet en de letterzetter Keman voor 35 jaar trouwe dienst. Zij zijn de eerste twee binnen de OGS-Indonesië die deze mijlpaal hebben bereikt. Het evenement werd besloten met een selamatan. Ereveld Menteng Pulo Op 19 april verzorgde mevrouw M. Nahuijsen, hoofd algemene zaken kantoor Indonesië, een rondleiding over het ereveld voor de ‘Indonesian Heritage Society’ (een internationale vrouwenvereniging met culturele en historische belangstelling).
Op 24 december werd in de Simultaankerk een Kerstdienst gehouden, georganiseerd door het Zweedse ambassadeursechtpaar Sandberg. Een Zweedse dominee kwam speciaal uit Singapore over om de dienst te leiden. Een doopplechtigheid gaf deze Kerstdienst nog een extra cachet. Ongeveer honderd belangstellenden onder wie de directeur Indonesië met echtgenote en enkele familieleden volgden de dienst. Ereveld Ancol Ten gevolge van wateroverlast is een deel van de omringende grachtenwand ingestort. Deze is over een lengte van 88 meter (van de in totaal 220 meter) hersteld. Aan de zeezijde werden de 15 golfbrekers opnieuw opgebouwd, nadat alle weggeslagen stenen eerst weer waren opgevist. Ook de zeedijk werd over een lengte van 350 meter gerepareerd. In september werd begonnen onder de buitenmuur over een lengte van 200 meter een waterkering aan te brengen. Aangezien het ereveld op een laag punt ligt, stroomt bij regenval veel water uit de hoger gelegen omgeving er naartoe. Dit zorgt vaak voor ernstige wateroverlast. Op 22 december ontving arbeider M. Dani een gratificatie vanwege zijn bijzondere bekwaamheden in de groenvoorziening. Op 31 december ging hij met pensioen na ruim 18 jaar op Ancol werkzaam te zijn geweest. Ereveld Leuwigajah Op 7 januari bracht Hr. Mr. ambassadeur mr. S. Baron van Heemstra, in gezelschap van zijn echtgenote en de honorair consul in Bandung, Raden
Bezoek Hr. Ms. Ambassadeur aan het ereveld Leuwigajah.
Het vervangen van enkele steunbalken van de Simultaankerk (Jakarta). 38
39
ir. R.M.G.H. Erwinn, een bezoek aan Leuwigajah. Zij werden daar ontvangen en rondgeleid door mevrouw M. Nahuijsen. Bij de voet van de vlaggenmast legde de ambassadeur een kleine krans. De ambassadeur heeft met dit gewaardeerde bezoek nu alle erevelden op Java bezocht. Ten overstaan van alle medewerkers op dit ereveld werd op 1 september de heer A.R.M. Soekarjono door de directeur Indonesië aangesteld als nieuwe opzichter.
Ereveld Kalibanteng De oude prikkeldraad omrastering is inmiddels vervangen door een meer passend hekwerk. Aan de zuidzijde is een brug over de afwateringssloot aangelegd met een toegangshek. Via deze ingang zijn de werkplaatsen nu direct bereikbaar.
Installatie van de heer A.R.M. Soekarjoni als nieuwe opzichter over het ereveld Leuwigajah (Cimahi).
Ereveld Pandu De voormalig opzichter van Leuwigajah, de heer Purwadi, werd op 8 september geïnstalleerd als nieuwe opzichter over het ereveld Pandu. Hij volgt de heer H.F. Sumeke op, die na een lang ziekbed begin mei overleed. Eveneens op 8 september reikte de directeur Indonesië drie tevredenheidsbetuigingen met een gratificatie uit aan arbeider Atmo, mandoer Soemarna en opzichter Purwadi, voor de wijze waarop zij zich vanaf 1 juni 1999 hadden ingezet om op het ereveld Pandu assistentie te verlenen.
Het oude en nieuwe hekwerk rond het ereveld Kalibanteng.
Op 14 december reikte de directeur Indonesië op dit ereveld en op het ereveld Candi schriftelijke blijken van waardering uit aan de werknemers die zich hadden onderscheiden bij respectievelijk het opzetten van het hekwerk en het renoveren van de vakbegrenzing.
Installatie van de heer Purwadi als nieuwe opzichter over het ereveld Pandu (Bandung). 40
Ereveld Candi De vakbegrenzing op het geaccidenteerde ereveld werd onder handen genomen. Van de in totaal 1.300 meter is nu 1.000 meter gereed. Niet alleen is het goed uitleggen en stellen van de halfronde bogen waarin het zuidelijke gedeelte van het ereveld is verdeeld een secuur en langdurig werk, maar ook het aanleggen van een boogvormige bekisting kost veel tijd. Inmiddels is de laatste 300 meter onder constructie. 41
De vakbegrenzing op het ereveld Candi (Semarang).
Werkzaamheden . . . . . . . . . en resultaat.
Aantal bezoekers in 2000 per ereveld: Ereveld Menteng Pulo 1.379 Ereveld Ancol 1.131 Ereveld Pandu 1.567 Ereveld Leuwigajah 1.037 Ereveld Candi 620 Ereveld Kalibanteng 392 Ereveld Kembang Kuning 932 Totaal 7.058
(in 1999: 5.956)
Bij vergelijking van de aantallen bezoekers over de afgelopen jaren is het volgende op te merken. Het jubileumjaar 1995 was een topjaar met 15.641 geregistreerde bezoekers. Daarna zette zich helaas een daling in en liep het aantal bezoekers terug met ca. 2.000 per jaar. Deze daling nam nog eens toe door de economische crisis in 1997 en de rellen in mei 1998. Dieptepunt was 1999 met minder dan 6.000 geregistreerde bezoekers. Het afgelopen jaar is gelukkig weer een stijging te zien van ongeveer 16%.
Ereveld Kembang Kuning Op de Karel Doormanhof na (achter het gelijknamige monument) zijn alle paden op het ereveld voorzien van antiworteldoek en opnieuw belegd met cementtegels. Er zijn bijna 5.000 tegels geruimd, op maat gemaakt, gegrit en opnieuw gelegd. Bij elkaar een lengte van 850 meter en een oppervlakte van 1275m2. Voortaan heeft het scheuren van de grond door aanhoudende droogte geen invloed meer op de paden. Renovatiewerkzaamheden bij de Karel Doormanhof op het ereveld Kembang Kuning (Surabaya). 42
Officiële plechtigheden en kransleggingen in Indonesië: Ereveld Menteng Pulo 19 januari Officieel bezoek van de minister van Buitenlandse zaken, de heer J.J. van Aartsen. Na de kranslegging door de minister bij het Vlaggenmonument werd een rondleiding gemaakt met een bezoek aan de simultaankerk, het columbarium en het deel met graven van militairen van de 7 December Divisie, waaronder het graf van Generaal S.H. Spoor. 30 maart Kranslegging namens het organisatie comité 5-7 R.I. bij het Vlaggenmonument. 31 maart Namens de reünisten van 3-12 R.I. werd een krans gelegd bij het monument voor de 7 December Divisie. 8 april Kranslegging door de heer L. Roos bij het monument voor de 7 December Divisie namens het 1e Bat. Genietroepen 1e Div. 7 December. 4 mei Nationale dodenherdenking. Kranslegging bij het Vlaggenmonument door: • Hr. Ms. ambassadeur, Mr. S. Baron van Heemstra, namens het Koninkrijk derNederlanden, • mevrouw M. de Boer, namens het Nederlandse Parlement, • de defensieattaché, kolonel Ir. J.T.T.M. Bilderbeek, namens het Veteranen Platform, 43
Bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken, de heer J.J. van Aartsen aan het ereveld Menteng Pulo (Jakarta).
1 juni
3 juni
15 augustus
44
• de heer H. ten Kate, namens de Nederlandse Zakenkring, • de heer D. Schuiling en twee leerlingen, namens de Nederlandse Internationale School. Kranslegging door de minister van Defensie, Mr. F.H.G. de Grave. Plechtigheid georganiseerd door de Koninklijke Marine in het kader van het vlootbezoek Nederlands/Belgisch eskader. Namens het 1e Genie Park Comp.1e Div. 7 December werd een krans gelegd bij het monument voor de 7 December Divisie. Ter gelegenheid van de herdenking van het einde van WO II in ZuidoostAzië werd een stille rondgang gehouden op het ereveld. Namens het 15 augustus herdenking op het Koninkrijk der Nederlanereveld Menteng Pulo (Jakarta). den werd een krans
gelegd door de gevolmachtigd minister, de heer B.M. Berendsen. De defensieattaché, kolonel ir. J.T.T.M. Bilderbeek, legde een krans namens de Stichting Herdenking 15 augustus 1945. Ook op andere erevelden werden namens deze Stichting kransen gelegd bij de algemene monumenten. 23 augustus Kranslegging OGS-pelgrimsgroep. 30 augustus Namens de Stichting Indië Monument Friesland werd een krans gelegd bij het Vlaggenmonument. Bovendien werden namens haar kransen gelegd op de erevelden Pandu, Leuwigajah, Candi en Kembang Kuning. 7 september Namens het Marechaussee Contact werd een krans gelegd door de heer J. Veneman bij het monument voor de 7 December Divisie. Namens de sociale commissie van de VOMI werd een krans gelegd bij het Vlaggen- monument. Bovendien zijn namens hen kransen gelegd op het ereveld Ancol, Pandu, Leuwigajah, Kalibanteng, Candi en Kembang Kuning. 19 september Kranslegging door afgevaardigden van de Stichting Herdenkingsreizen Indonesië bij het monument voor de 7 December Divisie. 30 september Kranslegging namens de vereniging Ex-Glodokgeïnterneerden 1944-1945 bij de Glodok gedenksteen. 8 oktober Namens de reünisten van 3-12 R.I. werd een krans gelegd bij het monument van de 7 December Divisie. 18 oktober Bezoek van een delegatie van de Staten-Generaal. De voorzitter, mr. M. Zijlstra, legde een krans bij het Vlaggenmonument.
Bezoek van een delegatie van de Staten-Generaal aan het ereveld Menteng Pulo (Jakarta). 45
26 juli 15 augustus
5 september 7 september 14 september 23 september 28 september 18 november Kranslegging door de voorzitter van de delegatie, de heer mr. M. Zijlstra en dr. W.F. van Eekelen bij het Vlaggenmonument.
25 november Namens de Huzaren van Boreel werd een krans gelegd bij het Vlaggenmonument. 7 december Kranslegging namens de ‘1e Divisie 7 December’ bij het monument voor de 7 December Divisie. Namens hen werden bovendien kransen gelegd op de erevelden Pandu, Kembang Kuning, Candi en Leuwigajah. Ereveld Ancol 4 mei Nationale dodenherdenking. 23 augustus Kranslegging OGS-pelgrimsgroep. Ereveld Pandu 25 april Herdenking van ANZAC-Day door de Australische en NieuwZeelandse gemeenschap uit Bandung en omgeving. 8 juni Namens de veteranen van 8 R.S. werd een krans gelegd bij het algemeen monument. 20 juni Namens het 6e Bataljon Regiment Stootroepen werd een krans gelegd bij het algemeen monument. 46
25 november
Namens het comité van toezicht KNIL-monumenten werd bij het KNIL-monument eenkrans gelegd. Ter gelegenheid van de herdenking van het einde van WO II in Zuidoost-Azië legde de honorair consul te Bandung, Raden ir. R.M.G.H. Erwinn een krans.Tevens kranslegging namens het Comité Herdenking Birma-Siam Spoorweg bij het algemeen monument. Namens het Marechaussee Contact werd een krans gelegd door de heer J. Veneman bij het algemeen monument. Bij het algemeen monument werd namens de Commissie Reünie 5-3 R.I. een krans gelegd. Kranslegging OGS-pelgrimsgroep. Kranslegging door afgevaardigden van de Stichting Herdenkingsreizen Indonesië bij het algemeen monument. Namens de VIM (Groningen) werd een krans gelegd bij het algemeen monument. Kranslegging namens de Veteranen Laarbeek bij het algemeen monument. Namens het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen “Bronbeek” vond een kranslegging plaats bij het Bronbeekgedeelte.
Ereveld Kembang Kuning 4 mei Nationale dodenherdenking. De honorair consul te Surabaya, mevrouw S. Kho-Pangkey hield een toespraak voor de aanwezigen waarna twee genodigden een kranslegging uitvoerden. Vervolgens werd ter afsluiting van de plechtigheid een rondgang over het ereveld gemaakt. 26 mei Kranslegging bij het Karel Doorman monument in het kader van het vlootbezoek van de Koninklijke Marine. 15 augustus Ter gelegenheid van de herdenking van het einde van WO II in Zuidoost-Azië werd een krans gelegd door de honorair consul, mevrouw S. Kho-Pangkey.De heer J. Veneman legde een krans namens het Marechaussee Contact. 8 september Kranslegging namens de VOMI (Nijmegen) bij het Karel Doorman monument. Namens hen werden ook kransen gelegd op de erevelden Menteng Pulo, Pandu, Leuwigajah en Candi. 6 oktober Kranslegging door afgevaardigden van de Stichting Herdenkingsreizen Indonesië bij het Karel Doorman monument. 12 oktober Namens de Reünie Commissie 4e Bataljon Garderegiment Prinses Irene bij het monument ‘Opdat zij met eere mogen rusten’. 47
10 december Namens het dagelijks bestuur van het ‘Contact Oud Mariniers’ (COM) en de ‘Schietvereniging Contact Oud Mariniers’, afdeling Noord-Holland, werden kransen gelegd bij respectievelijk het monument Voor Recht en Vrede en het Karel Doorman monument. 17 december Namens de Martin Mariner Reüniecommissie (Wassenaar) werd een krans gelegd bij de tombe voor de Onbekende Zeeman. Ereveld Kalibanteng 31 mei Kranslegging OGS-pelgrimsgroep. 23 augustus Namens het Marechaussee Contact werd een krans gelegd door de heer J. Veneman bij het Vrouwenmonument. Tevens kranslegging namens de Stichting Jongens in Japanse Kampen ‘42-’45 bij het monument voor de Jongenskampen. 24 augustus Namens de Reüniecommissie Banjoe Biroe en Ambarawa Vrouwenkampen werd een krans gelegd bij het Vrouwenmonument. 7 september Kranslegging namens de Stichting Nederlandse Slachtoffers Japanse Vrouwenkampen bij het Vrouwenmonument. Ereveld Leuwigajah 15 augustus Kranslegging namens het Comité Herdenking Birma-Siam Spoorweg bij de tombe van de Onbekende Soldaat. 5 september Namens het Marechaussee Contact werd een krans gelegd door de heer J. Veneman bij de tombe voor de Onbekende Soldaat. 11 september Kranslegging door de heer A. Ouwendijk bij de tombe van de Onbekende Soldaat namens de Veteranen Militaire Tandheelkundige Dienst 1945-1962. 14 september Kranslegging OGS-pelgrimsgroep. Ereveld Candi 10 maart Namens 2-6 R.I. en 2-13 R.I werden twee kransen gelegd bij het monument voor Veiligheid en Recht door de heer J. Laus. 16 maart Kranslegging bij het monument voor Veiligheid en Recht door de Stichting Veteranen 5-5 R.I. 31 mei Kranslegging OGS-pelgrimsgroep. 20 juni Namens de Stichting Veteranen 5-5 R.I. werd een krans gelegd bij het monument voor Veiligheid en Recht. 23 augustus Namens het Marechaussee Contact werd een krans gelegd door de heer J. Veneman bij het monument voor Veiligheid en Recht. 48
21 september Namens de Reüniecommissie 2-6 R.I. werd een krans gelegd bij het monument voor Veiligheid en Recht. 30 september Kranslegging door afgevaardigden van de Stichting Herdenkingsreizen Indonesië bij het monument voor Veiligheid en Recht. 3 oktober Kranslegging namens het Reünieverband 1 R.S. bij het monument voor Veiligheid en Recht. 6 oktober Kranslegging bij het monument voor Veiligheid en Recht namens de Vereniging 2-7 R.I. 1945. 7 november Namens het Comité Reünie 3-7 R.I. werd een krans gelegd bij het monument voor Veiligheid en Recht. 4 Mei herdenking Traditiegetrouw werd in Jakarta op beide erevelden, ’s ochtends op Ancol en ’s middags op Menteng Pulo, een herdenkingsplechtigheid gehouden. Op het ereveld Ancol kregen de genodigden, waaronder de vaste kamercommissie voor Buitenlandse zaken onder leiding van mevrouw M. de Boer, een korte toelichting over het ereveld van de directeur Indonesië, de heer N. Nommensen. Vervolgens legde de ambassadeur, namens het Koninkrijk, een krans bij het Vlaggenmonument. De plechtigheid op het ereveld Menteng Pulo begon om 17.00 uur. Tijdens een stille rondgang over het ereveld vonden er kransleggingen plaats door diverse autoriteiten bij het Vlaggenmonument. De kranslegging werd besloten met het blazen van de taptoe, gevolgd door twee minuten stilte die werd beëindigd met een slag op de torenklok. Na het blazen van de reveille, werd de rondgang voortgezet naar de Simultaankerk. In de kerk droeg mevrouw van Heemstra een gedicht voor van Leo Vroman, speciaal geschreven voor de nationale dodenherdenking. De ambassadeur begon zijn toespraak met een gedicht van Halbo Kool, getiteld ‘Anno 1946’. Het gedicht verwijst met name naar de vele jonge mensen onder de oorlogsslachtoffers; “Er zijn veel te veel jonge doden om ongestoord te kunnen dromen”. Tegen die achtergrond hechtte de ambassadeur veel betekenis aan de kranslegging door de jongens en meisjes van de Nederlandse Internationale School. Vrede en vrijheid en het besef van de waarde ervan, wordt op die manier als een olympische fakkel aan de volgende generaties doorgegeven. Na het gezamenlijk zingen van het Wilhelmus onder begeleiding van de tamboermaître van de tamboers en pijpers van het Korps Mariniers, adjudant onderofficier Kasmirzack, werd de rondgang voortgezet via het Columbarium waar 49
mevrouw van Heemstra een handbouquet bij de Urn van de Onbekende Soldaat legde. De dodenherdenking werd bijgewoond door ruim honderd belangstellenden waaronder vele kinderen.
Kranslegging door Hr. Ms. ambassadeur bij het Vlaggenmonument.
Jongens en meisjes van de Internationale School legden na afloop van de herdenking losse bloemen bij de graven.
De Nederlandse ambassadeur en mevr. M. Boer betreden het ereveld Ancol (Jakarta).
Vlootbezoek Koninklijke Marine In het kader van 400 jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan maakte de Koninklijke Marine met een Nederlands/Belgisch eskader van vijf schepen een ‘Fairwind 2000’ tour in Zuidoost-Azië. Na de festiviteiten in Japan werden op de terugweg vlootbezoeken gebracht aan Surabaya en Jakarta.
Rondleiding over het ereveld Menteng Pulo (Jakarta) door de directeur Indonesië voorafgaande aan de 4 mei herdenkingsplechtigheid.
Kranslegging bij het Karel Doormanmonument door Hr. Ms. ambassadeur, mr. S. Baron van Heemstra en de eskadercommandant, commandeur J.G.A.Brandt.
50
51
Het vlootbezoek viel samen met het bezoek van de minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave en de chef defensiestaf, luitenant-admiraal L. Kroon. Op 26 mei vond op het ereveld Kembang Kuning de eerste van een viertal herdenkingsplechtigheden plaats die de Koninklijke Marine tijdens haar verblijf in Indonesië hield. Haaks op het Karel Doormanmonument stonden tegenover elkaar opgesteld een gewapende wacht met tamboer en twee pijpers, en een deputatie van de schepen. De directeur Indonesië, de heer N. Nommensen, ontving om 16.30 uur de autoriteiten waaronder Hr. Ms. ambassadeur en diens echtgenote, eskadercommandant commandeur J.G.A. Brandt en honorair consul mevrouw S. Kho-Pangkey. De plechtigheid ving aan met een toespraak door de vlootpredikant. Daarna werd onder begeleiding van tamboer en pijpers een krans gelegd door de ambassadeur en de eskadercommandant. Na de taptoe en een minuut stilte werd de plechtigheid besloten met het Wilhelmus en het voorhijsen van de Nederlandse driekleur. Hierna nodigde de directeur Indonesië de gasten uit voor een rondgang door de Karel Doormanhof en het mariniersvak. Op 28 mei voer het eskader uit vanuit de haven van Surabaya. Te gast aan boord waren Hr. Ms. ambassadeur en echtgenote, mw. M. Nahuijsen, kolonel G. Pastoor, commandant Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen ‘Bronbeek’, de heer F.W. van Gelder, voorzitter Stichting Maritiem Erfgoed en de heer N. Nommensen en echtgenote. Op 29 mei om 9.00 uur werd op de plaats waar de toenmalige kruiser Hr. Ms. de Ruyter ten onder ging (ter hoogte van Semarang), een herdenkingsplechtigheid gehouden voor de gevallenen van de Slag in de Javazee. De schepen, met het vlaggenschip Hr. Ms. de Ruyter voorop, liepen langzame vaart en hadden intussen de A-formatie aangenomen. De bemanningen waren in paradeerrol opgesteld langs de reling over stuur- en bakboord, afhankelijk van de plaats in de formatie. Op het helidek van het vlaggenschip stond een gewapende wacht opgesteld met daar tegenover de deputatie van officieren, onderofficieren en manschappen. De scheepsomroepen waren geschakeld zodat het gehele ceremonieel en de toespraken op alle schepen woordelijk konden worden gevolgd. Na aankomst van de eskadercommandant begon de plechtigheid met het halfstok hijsen van de vlag. Vervolgens hielden de eskadercommandant en de vlootpredikant een toespraak. Daarna werden de gasten uitgenodigd om de eskadercommandant te volgen naar de midscheeps waar de kransen gereed stonden en de statietrap was uitgevierd. Commandeur J.G.A. Brandt daalde als eerste de trap af om de eskaderkrans vanaf het bordes vlak boven zee te water te laten. De tweede krans was van de Nederlandse ambassadeur die deze zelf te water liet. De kransen dreven midden tussen de formatie, zichtbaar voor de opgestelde bemanning van het verband. Terug op het helidek werd de taptoe geblazen. De plechtigheid werd besloten met het Wilhelmus en het hijsen van de Nederlandse vlag. 52
De minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave, legde op 1 juni 2000 een krans bij het Vlaggenmonument op het ereveld Menteng Pulo (Jakarta).
Op 1 juni om 15.30 uur werd op het ereveld Menteng Pulo de derde marine herdenkingsplechtigheid gehouden met dien verstande dat de kranslegging werd uitgevoerd door de minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave. Het ceremonieel was gelijk aan het eerder uitgevoerde ceremonieel op het ereveld Kembang Kuning. Vlootaalmoezenier E. Bras hield een toespraak. Na de kranslegging maakten de autoriteiten ter afsluiting een rondgang over het ereveld. Het eskader vertrok op 3 juni uit Jakarta met aan boord drie vertegenwoordigers van het Indisch Platform, de heren E. Melis en K. Merkelbach en mevrouw A. de Pijper, alsmede de directeur Indonesië, allen nabestaanden van slachtoffers omgekomen bij de Junyo Maru scheepsramp (18 september 1944). Daarnaast waren aan boord de heer E. Moen (wiens vader deze ramp en de daaropvolgende dwangarbeid aan de Pakan Baru spoorweg overleefde), de ambassadevoorlichter, de heer A.G. van Leeuwen, en twee radioreporters. Op 4 juni om 16.00 uur werd bij het naderen van de positie van de torpedering van de Junyo Maru (ca. 200 km. ten noorden van Benkulen/West Sumatra) de A-formatie aangenomen en op langzame vaart overgegaan. Omdat bij deze 53
scheepsramp het overgrote deel van de slachtoffers bestond uit Indonesische dwangarbeiders (ca. 4.000 mannen) was de Indonesische Marine gevraagd of zij wilde deelnemen aan deze herdenking. Ter hoogte van Benkulen voegde zich het Indonesisch korvet KRI Nala bij het verband. In de midscheeps van Hr. Ms. de Ruyter stonden nu vier kransen van respectievelijk de minister van Defensie, de ambassadeur, het Nederlands/Belgisch eskader en van nabestaanden opgesteld. De laatste krans was voorzien van een groot aantal linten van verschillende stichtingen, organisaties en personen. Het ceremonieel verliep zoals eerder beschreven bij de kranslegging op de Javazee. Er werden toespraken gehouden door de eskadercommandant, de heer E. Melis en vlootpredikant M. van der Hout. Commandeur J.G.A. Brandt liet de kransen van de minister van Defensie en het eskader te water. De heer Van Leeuwen trad op namens de ambassadeur en de krans namens de nabestaanden werd te water gelaten door de heer E. Melis, initiatiefnemer van deze herdenking.
foto’s: Koninklijke Marine (R. Gieling).
54
Pelgrimsreizen De Oorlogsgravenstichting organiseert jaarlijks pelgrimsreizen naar het Verre Oosten, met het doel aan nabestaanden van Nederlandse oorlogsslachtoffers die daar op erevelden begraven liggen, de gelegenheid te bieden de graven van hun dierbaren te bezoeken. Na enkele jaren Indonesië wegens de daar heersende politieke spanningen noodzakelijkerwijs gemeden te hebben, heeft de Stichting in 2000 weer drie pelgrimsreizen naar dit land kunnen uitvoeren. Twee reizen hadden Thailand tot bestemming. In totaal namen 66 personen deel aan de reizen naar Indonesië en 37 gingen mee naar Thailand. Sinds enige jaren gaat er een arts mee op reis. Diens aanwezigheid heeft een geruststellende werking op de deelnemers.
Pelgrimsreis Bandung (11-22 september) groepsfoto bij het Bosschahuis op de Malabar theeplantage. 55
Pelgrimsreis Thailand (4-13 december). V.l.n.r. de heer S.S. Keer, arts, mevrouw Wan Sriboran, Thaise gids, mevrouw Kramer en ambassadeur G.J.H.C. Kramer, de heer A.C. Bijsmans, reisleider en pater J. Visser S.D.B.
De pelgrimsreizen worden mede mogelijk gemaakt door de opbrengsten uit de BankGiroLoterij. Deelname aan deze loterij wordt daarom van harte aanbevolen. Brief van een pelgrimsreiziger “In 2001 zal de Oorlogsgravenstichting 55 jaar bestaan, een goede aanleiding dus om terug te kijken naar de betekenis van deze Stichting voor heel veel mensen, doden en levenden. Ieder mens is beperkt en zo kan ik alleen iets weergeven van mijn eigen gevoelens en van wat ik zelf heb beleefd op de twee pelgrimages, die ik heb meegemaakt. Veel dank ik daarbij ook aan de mensen, die deze reizen met mij hebben gemaakt en aan de mensen van de Oorlogsgravenstichting die ik heb ontmoet tijdens en bij de voorbereiding van die reizen, op kantoor en op de erevelden. In het begin was de belangrijkste taak van de Oorlogsgravenstichting: de aanleg, inrichting en instandhouding van alle Nederlandse oorlogsgraven, waar ook ter wereld. Nederland wilde de nagedachtenis in ere houden van overle56
den en gesneuvelde landgenoten, ook van degenen wier laatste rustplaats onbekend is gebleven. Verder dragen ze zorg voor het onderhoud van 7000 geallieerde graven in Nederland en alles volgens het devies van de Oorlogsgravenstichting: ‘OPDAT ZIJ MET EERE MOGEN RUSTEN’. Het gaat echter niet alleen om de doden want voor de levenden is die zorg even belangrijk. Het verzorgen van bloemleggingen op verzoek van nabestaanden en het verstrekken van graffoto’s betekent voor hen heel veel en dat geldt nog misschien wel meer voor de pelgrimsreizen. Onze eerste pelgrimsreis was in oktober 1969 toen ik voor het eerst na 23 jaar het graf van mijn moeder en beide broers mocht bezoeken op het Ereveld Pandu in Bandung, mijn geboorteplaats. Dat zij daar alledrie lagen hadden wij ook te danken aan de Oorlogsgravenstichting, die met veel zorg en aandacht voor de nabestaanden de herbegrafenissen regelde, na overleg met de familie. Ze kwamen respectievelijk van Muntilan, Flores en Palembang en ze lagen nu dus in de stad waar wij altijd gewoond hebben. Dit alleen al betekende heel veel, maar nog belangrijker was die dag in oktober, toen wij met een grote groep mensen op Pandu stonden om te herdenken! Het was voor ons op dat ogenblik veel meer dan herdenken. We stonden er immers voor de eerste keer en daarmee kreeg het voor ons het karakter van de begrafenis van onze dierbaren, en dat grijpt veel meer aan. Hierdoor werd ons leven weer één geheel. Het zwarte gat van de oorlog werd overbrugd en de doden behoorden weer tot ons leven. Misschien is dit wel niet goed over te brengen, maar voor mij was het zo belangrijk, dat ik na die reis pas kon praten over het verleden daar, vanaf mijn geboorte tot en met mijn aankomst in Nederland in 1946. Daarom was ik zo blij, dat ik bij de plechtige viering van het 25-jarig bestaan van de Oorlogsgravenstichting namens alle nabestaanden een dankwoord mocht zeggen. In de loop van de jaren daarna zijn we verschillende keren op Java geweest om de puzzel van mijn leven op te lossen en belangrijke plekjes van vroeger op te zoeken. We zagen steeds duidelijker de afbraak van het oude Indië en in 1984 vond ik Bandung zo vreselijk dat ik er een laatste bezoek van wilde maken. Maar ik was nog niet klaar en we kwamen nog tweemaal terug. Dat heeft veel voldoening gebracht en het gevoel van ‘zo is het goed’. Wij zagen de opbouw van Indonesië en hadden daar vrede mee omdat de mensen daar zo vriendelijk waren en soms meer begrip toonden voor ons verleden dan in Nederland, althans zo voelde ik dat. Al die keren hebben wij natuurlijk weer Pandu bezocht en dat bleef steeds een klein stukje van ‘mooi Bandung’. Ook als we in de buurt van andere erevelden kwamen brachten we daar een onverwacht bezoek. We werden altijd even aardig ontvangen en alle erevelden zagen er zeer verzorgd en goed uit. In 1995 vond ik het laatste plekje terug wat ik zocht en ik bracht samen met 57
mijn vriendin een bezoek aan ons laatste kampadres, waar haar moeder was gestorven. Nu was alles klaar en de puzzel opgelost en we waren helemaal ‘vrij’. Ik wilde alleen nog een link leggen met het graf van mijn vader in Venlo. Die kans heb ik in dit jaar, 2000, gekregen bij de pelgrimage van de Oorlogsgravenstichting naar Bandung. Ik had kiezelsteentjes van het graf van mijn vader bij me en die heb ik als een symbool in een cirkel rond de kruizen van moeder en broers gelegd. Deze laatste reis was wel heel bijzonder en de Oorlogsgravenstichting heeft daar opnieuw een heel belangrijke rol bij gespeeld. Onze groep bestond uit vijfentwintig mensen, ieder met zijn eigen verhaal en ook nu weer waren er voor wie de dag aanvoelde als de dag van de begrafenis van hun dierbaren. Het was een officieel bezoek, waarbij de consul van Bandung aanwezig was maar ook de directeur van de Oorlogsgravenstichting uit Jakarta met zijn vrouw. Er was een officiële kranslegging en dat alles maakte diepe indruk op iedereen. Zoveel aandacht voor ons en onze graven! De Oorlogsgravenstichting is in de loop van de jaren uitgegroeid tot een voorbeeld van menselijk medeleven. Onze reisleider was één van die mensen, die je zelden tegenkomt: iemand die echt luisteren kan en meeleven tijdens de gehele reis. Ook de dokter die speciaal meeging voerde zijn werk in goede harmonie met de groep uit. Deze twee mensen hebben zeker veel bijgedragen aan de sfeer in de groep. We waren tenslotte net één grote familie, terwijl wij elkaar voordien nog nooit hadden ontmoet. Conclusie: De Oorlogsgravenstichting is nog steeds de instantie die veel begrijpt en die luisteren kan. Wat in 1969 waar was, is nu nog steeds waar. Een voorbeeld van medemenselijkheid. De pelgrimages hebben daarin een grote betekenis vooral voor mensen op leeftijd (boven de 70) waaronder er nog steeds zijn die nu iets af willen maken. Zoals bijvoorbeeld één van de pelgrimsreizigers die zijn ouders en familieleden in Nederland had begraven behalve die ene broer die gesneuveld was in Bandung en daar begraven lag. Deze pelgrimage heeft voor hem heel veel betekend en zo zijn er meer mensen. Moge de Oorlogsgravenstichting nog lang de kans krijgen om voor de nabestaanden een teken van medeleven te zijn door hen hulp en een luisterend oor te bieden.”
Werkzaamheden technische dienst Herbegravingen militair ereveld Grebbeberg - totaal aantal slachtoffers op dit ereveld Herbegravingen ereveld Loenen - totaal aantal slachtoffers op dit ereveld
: 4 : 808 : 11 : 3575
Inspecties van de Nederlandse erevelden in het buitenland vonden plaats op: 18 april Salzburg (Oostenrijk) 19 april Frankfurt am Main, 20/21 april Düsseldorf, 6 juli Orry-la-Ville (Frankrijk) 16 oktober Bremen, 17 oktober Hamburg, 18 oktober Lübeck, 19 oktober Hannover, 20 oktober Osnabrück. Inspectie Nederlandse oorlogsgraven in het Verenigd Koninkrijk De heren R.G.A. Hoefsmit en D. Lagemaat brachten op 6 en 7 maart een bezoek aan Londen met als missie een uitgebreide inspectie van de graven op het ereveld Mill Hill. Tevens werden met de Commonwealth War Graves Com-
Mw. A. Vollebergh-van Leent.
De heren D. Lagemaat en R.G.A. Hoefsmit op inspectie in het Verenigd Koninkrijk. 58
59
mission (CWGC) de vervanging van de grasmat en de plantkundige renovatie van dit ereveld besproken. Zij hadden ook overleg over de achterwaartse verplaatsing van het standbeeld ‘de vallende man’ en vervanging van de sokkel door een groter, proportioneel beter passende uitvoering. De renovatie van de groenvoorziening en de vervanging van de sokkel werden in de zomerperiode onder toezicht van de CWGC uitgevoerd. De inspectie van verspreid in het Verenigd Koninkrijk liggende graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers en personen van andere nationaliteiten die onder Nederlandse vlag gesneuveld zijn, vond dit jaar plaats in Noord-Wales, Noordwest- en Noordoost- Engeland en op het eiland Man. De inspectie werd van 22 t/m 26 mei uitgevoerd door de heren Hoefsmit en Lagemaat. Zij werden begeleid door de heren R. Bird, inspector manager UK area en Ch. Griffith-Hardman, horticultural manager UK area van onze Britse zusterorganisatie. Tijdens deze inspectiereis zijn in totaal 24 begraafplaatsen bezocht; 74 graven werden geïnspecteerd.
Eveneens brachten zij een bezoek aan Polen van 17 t/m 21 juli met als doel inspectie van de OGS-monumenten en graven op de R.K. begraafplaats in Szczedrzyk en de Joodse begraafplaats te Bytom. Met de heer Sputowski, die namens de Stichting het monument en de graven in Szczedrzyk onderhoudt, werd een nieuw beplantingsplan voor het monument besproken. Voor toezicht op en onderhoud van het monument en de graven op de Joodse begraafplaats in Bytom werd een overeenkomst gesloten met de Raad van de Joodse Religieuze Gemeente Katowice. De heer Slawomir Paszkiet, directeur van het Cultureel Centrum der Lage Landen van de Universiteit van Wroclaw, begeleidde het inspectieteam. Joint Inspection Van 18 tot 22 september voerden de heren D. Lagemaat en N. Unkel, namens de Oorlogsgravenstichting en L. Bright en I. Thornett, namens de Commonwealth War Graves Commission een gezamenlijke inspectie uit. Zij bezochten 37 begraafplaatsen in de provincie Gelderland. Omvangrijke werkzaamheden In Dubbeldam (gem. Dordrecht) werd een plot van 26 Nederlandse graven gerenoveerd. In Lichtenvoorde vond een renovatie plaats van een plot van 23 geallieerde oorlogsgraven; tegelijkertijd nam de gemeente de begraafplaats onder handen. Een aantal bomen is gerooid en struiken zijn uitgedund of verwijderd.
De sokkel van de ’vallende man’ op het ereveld Mill Hill (Londen) werd vervangen door de firma Timmerman Natuursteen B.V. 60
61
Uit de ingekomen post “Ik wil langs deze weg mijn waardering laten blijken voor de stipte manier waarop jullie een paar keer per jaar, op voor mij bijzondere data, bloemen verzorgen bij de urn van mijn vader en ook bij het graf van mijn grootvader. Ik wil niet nalaten om ook de zeer goede verzorging en het onderhoud van de graven in Indonesië te noemen. Ook dat wordt zeer op prijs gesteld.” ***** “Mede namens mijn zuster en broer is ondergetekende u buitengewoon erkentelijk voor de aan mij toegezonden foto van het graf van mijn vader. Het is goed te weten dat uw Stichting zich niet alleen in grote lijnen bezig houdt met de haar toevertrouwde taak, maar ook aandacht heeft voor de directe nabestaanden.” ***** Het vernieuwde geallieerde plot te Sint-Oedenrode.
In Sint-Oedenrode tenslotte werd een plot van 23 geallieerde oorlogsgraven vernieuwd. Overbrengingen uit het buitenland In de loop van 2000 zijn de stoffelijke resten van een aantal Nederlandse oorlogsslachtoffers vanuit het buitenland overgebracht naar Nederland en herbegraven op het ereveld Loenen. Het betrof de stoffelijke resten van: • E.H. Borgman, • J. Bruijn en • A.A.Th. Höfkens Allen lagen begraven te Falcarragh (county Donegal/Ierland)
“Langs deze weg wil ik u en uw medewerkers heel erg hartelijk danken voor de foto van het graf van mijn vader, die in Mill Hill begraven is. In mei 1998 ben ik samen met mijn man daar geweest. Het ereveld zag er bijzonder verzorgd uit. Ooit ben ik samen met mijn moeder met de Stichting in Engeland geweest, maar toen lag mijn vader nog ergens anders, op een burgerbegraafplaats begraven. Later is hij herbegraven. Daar ben ik toen niet bijgeweest, omdat ik al een keer geweest was. Mijn moeder en mijn jongere zusje zijn er toen bijgeweest. Prins Bernhard was er toen ook bij. Ik was altijd al van plan om een keer te gaan en kon dat in 1998 verwezenlijken. Met eigen ogen heb ik toen kunnen zien hoe mooi en indrukwekkend het ereveld is. (-) Nogmaals mijn hartelijke dank, ook namens mijn zusje en mijn broer, voor het voortreffelijk in stand houden van het ereveld waar onze vader begraven is.” ***** “Langs deze weg wil ik u nogmaals bedanken voor de onvergetelijke tijd die ik bij u mocht doorbrengen. Het was mijn eerste bezoek aan Indonesië en aan het graf van mijn vader, maar het zal beslist niet het laatste zijn. Het werk dat u en uw medewerkers hebt verzet om ons te ontvangen en rond te leiden door West-Java, verdient heel veel waardering. (-) Nogmaals aan u allen: heel, heel veel dank en succes met uw prachtige werk.
62
63
‘Op Java zullen de orchideeën altijd blijven bloeien. Op Java zal de rust altijd blijven groeien. Ik moet met pijn in het hart Java weer verlaten, maar kan met een gerust hart mijn vaders graf bij de OGS achterlaten. Wat er ook in Nederland over deze mensen wordt verteld, Ik ben trots dat ik kan zeggen: ‘mijn vader rust op een EREVELD’.”
toen we een reis door Indonesië hebben gemaakt. Het was heel emotioneel om daar, na vijftig jaar, bij het graf te kunnen zitten en dat ook mijn dochtertje zo bij haar oma is geweest. Nogmaals heel hartelijk dank dat die mogelijkheid er is tot het leggen van bloemen en kransen. Tegelijk met deze brief zal ik een extra bedrag overmaken ter ondersteuning van het doel dat de Oorlogsgravenstichting nastreeft.”
*****
*****
“Op 22 juli jl. hebben wij, mijn man, onze kinderen en ik een bezoek gebracht aan de erebegraafplaats ‘Ohlsdorf’ in Hamburg, waar mijn vader begraven ligt. Het was niet de eerste keer dat we het graf bezocht hebben. Toen en ook nu weer zag het graf en de begraafplaats er keurig verzorgd uit. Wij willen u daarvoor heel hartelijk dank zeggen. Wij hebben rozen gelegd bij het graf van vader en dat is het enige wat wij kunnen doen. Te weten dat het graf goed verzorgd wordt, geeft ons een goed gevoel. Nogmaals onze hartelijke dank voor de bemiddeling voor de treintickets naar Hamburg.”
“Hartelijk dank voor uw brief en het toezenden van de brochure ‘De Oorlogsgravenstichting in 1999’. Ontroerd las ik op pagina 29 over het werkbezoek dat Z.K.H. Willem Alexander in juni 1999 heeft gebracht aan het ereveld van de Verenigde Naties in Pusan. Op de foto ziet het er prachtig ingericht en goed onderhouden uit. Mijn oudste broer heeft daar een laatste rustplaats gevonden.” *****
***** “Heel hartelijk bedankt voor uw brief, met ingesloten een foto van de bloemlegging. Ik ben u en uw medewerkers in Indonesië zeer erkentelijk. Het spreekt welhaast vanzelf dat wij onze jaarlijkse bijdrage als begunstiger blijven continueren.” ***** “Hiermede willen wij u zeer hartelijk danken voor de zorg van het graf van onze broer. Op veertien augustus heeft u op ons verzoek een mooie krans bij het graf laten leggen, waarvan wij ook een foto ontvingen. Wij zijn u erg dankbaar en zijn enorm blij op deze manier toch nog iets voor onze broer te doen. Op deze manier hebben wij het gevoel wat dichter bij hem te zijn.” ***** “In dank heb ik de foto en het negatief van de bloemlegging in september jl. op het graf van mijn moeder op Menteng Pulo van u ontvangen. Ik ben u daar heel dankbaar voor. Het is zo fijn dat we op deze manier toch nog contact kunnen hebben met de plek waar ze ligt, ook al wonen we zo ver weg. Het ereveld ziet er prachtig en goed onderhouden uit; dat hebben we zelf in 1995 kunnen zien 64
65
Dienstverlening Bloemlegging en graffoto’s Sinds jaar en dag verzorgt de Oorlogsgravenstichting bloemleggingen op de erevelden in Indonesië en Thailand. De kosten van een bloemlegging in Indonesië bedragen ƒ 10,00, met foto ƒ 12,50. Gekozen kan worden uit: Type A: Bloemstukje van orchideeën type Douglas/Vanda, hoog model. Type B: Andere soorten bloemen niet zijnde orchideeën. Type C: Bloemstukje van Bangkok orchideeën, laag model. Tevens is het mogelijk om voor de erevelden in Indonesië kransen te bestellen. Type K30: Kransje (doorsnede 30 cm.) voor plaatsing bij de graven; kosten ƒ 15,00, met foto ƒ 17,50. Eventueel met korte tekst op rood-witblauw lint (maximaal 40 letters, inclusief spaties). Soort bloemen wordt in overleg met de plaatselijke bloemist bepaald. Type K75: Een grote krans (oranje gladiolen of witte bloemen; doorsnede 75 cm.), inclusief rood-wit-blauw lint met tekst met korte tekst (maximaal 60 letters, inclusief spaties), bedoeld voor kranslegging bij de monumenten door comités en verenigingen; kosten ƒ 50,00 inclusief foto. Voor Thailand kunnen uitsluitend kleine bloemstukjes worden besteld. De kosten bedragen ƒ 10,00, inclusief foto. Bestellingen dienen uiterlijk 8 weken voor de gewenste uitvoeringsdatum bij de Stichting te zijn. De eenvoudigste wijze van bestellen is per giro (nr. 40.10.00), onder vermelding van: naam overledene, naam van het ereveld en de gewenste datum. De gegevens uitsluitend op de voorzijde van de giro vermelden.
Kanchanaburi War Cemetery (Thailand). 66
Voor Hong Kong, Singapore, Ambon en Korea gelden aparte voorwaarden, waarover desgewenst nadere inlichtingen worden verstrekt. Helaas is het onmogelijk om bloemleggingen uit te voeren op het ereveld Thanbyuzayat in Myanmar (voormalige Birma). 67
Buitenland Op de erevelden in Thailand werden 215 bloemstukjes en 4 kransen geplaatst. Er werden 204 graffoto’s verstrekt. In Indonesië werden in totaal 1573 bloemleggingen en 275 kransleggingen uitgevoerd. Er werden op verzoek van nabestaanden 1344 graffoto’s verstrekt. Voorts werden er nog bloemstukjes gelegd op de erevelden in: Australië :1 Hong Kong :1 Korea :6 Duitsland :7
ken aan gedenkplaatsen bij voormalige concentratiekampen, zoals Dachau, Bergen-Belsen, Hamburg-Neuengamme, Mauthausen e.d. alsmede voor familieleden, die het ereveld Salzburg (Oostenrijk) willen bezoeken. De reisbiljetten worden verstrekt door de Oorlogsgravenstichting en zijn na de datum van afgifte 2 maanden geldig. Men kan vertrekken vanaf de volgende grensovergangen: Nieuweschans-Weener; Oldenzaal-Bentheim; Zevenaar-Emmerich; Venlo-Kaldenkirchen; Heerlen-Herzogenrath. Aanvraagformulieren, die bij de Stichting kunnen worden verkregen, moeten uiterlijk twee weken voor de reisdatum worden ingediend.
Binnenland Op het ereveld Loenen werden op 4 mei 577 bloemstukjes gelegd; er werden 138 graffoto’s verstrekt. Op het militair ereveld Grebbeberg op diezelfde datum: 166 bloemstukjes en 42 graffoto’s. Voor nadere informatie kan men contact opnemen met mevrouw J. HuijsingVan der Velden (070–3131088). Kleurenfoto’s van erevelden Overzichtsfoto’s van erevelden in Europa en in het Verre Oosten kunnen per giro of telefonisch worden besteld. De prijs voor een foto van het formaat 20 x 30 cm. bedraagt ƒ 15,00 inclusief porto. Fotokopieën Gedenkboeken Het is mogelijk om fotokopieën van pagina’s uit de gedenkboeken te bestellen. De prijs per set (titelblad met de gewenste pagina) bedraagt ƒ 5,00, incl. verzendkosten. De set kan worden besteld per giro door overmaking van dit bedrag op rekening 40.10.00. onder vermelding van naam van de overledene, alsmede ‘fotokopie gedenkboek.’ Om misverstanden te voorkomen wordt opgemerkt, dat in de gedenkboeken uitsluitend slachtoffers vermeld staan van wie geen aanwijsbare laatste rustplaats bekend is. Er bestaat ook een informatiefolder over de gedenkboeken. Reisfaciliteiten Duitsland (ook voor Salzburg) Nabestaanden die een bezoek wensen te brengen aan een oorlogsgraf in Duitsland, kunnen eenmaal per jaar gebruik maken van een met de Duitse regering getroffen regeling op grond waarvan op het in Duitsland af te leggen traject per trein, gratis 1e klasse kan worden gereisd. Deze regeling geldt ook voor bezoe68
69
Communicatie en publiciteit Audiovisuele producties De film “Een stad van meer dan 200.000 doden”, die vele aspecten van het werk van de Oorlogsgravenstichting belicht, kan worden besteld bij: NIAM - TMS Neuhuyskade 94 2596 XM Den Haag tel. 070-3144615 De film kost ƒ 67,50 (inclusief BTW en verzendkosten) en is verkrijgbaar op videocassette (VHS). De vertoningsduur bedraagt ca. 22 minuten. Cd-i productie: “De Oorlogsgravenstichting. Vervulling van een ereplicht, toen, nu en in de toekomst.” De presentatie duurt ca. 20 minuten en is te zien in de informatiecentra op de erevelden Grebbeberg en Loenen. Informatiefolders De Oorlogsgravenstichting beschikt over zestien in kleur uitgevoerde informatiefolders. Verkrijgbaar zijn folders over de volgende onderwerpen: - De Oorlogsgravenstichting (algemene informatiefolder), - Dienstverlening, - Militair ereveld Grebbeberg, - Ereveld Loenen, - Nederlandse erevelden in Duitsland, - Nederlandse erevelden in Europa (m.u.v. Duitsland), - Nederlandse erevelden in Indonesië, - Ereveld Menteng Pulo, - Ereveld Ancol, - Ereveld Pandu, - Ereveld Leuwigajah, - Ereveld Candi, - Ereveld Kalibanteng, - Ereveld Kembang Kuning, - Birma – spoorweg, - Gedenkboeken. Chungkai War Cemetery (Thailand). 70
71
Wandelroutes ereveld Loenen Op het ereveld Loenen zijn twee wandelroutes uitgezet. In het informatiecentrum kan men gratis de plattegrond van het ereveld meenemen, met daarop aangegeven een groene (ca. 1100 m.) en rode wandelroute (ca. 1800 m.).
Ter informatie
Expositie ‘De Oorlogsgravenstichting’ De expositie bestaat uit demonteerbare panelen en geeft door middel van foto’s, kaarten en tekst informatie over het werk van de Stichting. De expositie staat kosteloos ter beschikking van scholen, gemeentehuizen e.d. Tijdig reserveren wordt aanbevolen. Nadere informatie is verkrijgbaar bij de afdeling binnenland en voorlichting (070-3131094).
Openingstijden erevelden Loenen en Grebbeberg Het ereveld Loenen en het militair ereveld Grebbeberg zijn dagelijks van 9.00 tot 17.00 uur voor het publiek toegankelijk. Op zaterdagen, zon- en feestdagen is geen personeel aanwezig. Op het uitgestrekte ereveld Loenen kunnen bezoekers zich op deze dagen oriënteren met behulp van een plattegrond en bijbehorend naamregister, die ter inzage liggen in het informatiecentrum, rechts vóór de ingang. Tevens zijn gratis op beide erevelden kleine plattegronden beschikbaar.
Lezingen De mogelijkheid bestaat om voor scholen, verenigingen, gezelschappen e.d. lezingen over het werk van de Oorlogsgravenstichting te laten houden. Nadere informatie is verkrijgbaar bij de afdeling voorlichting.
Dodenherdenking ereveld Loenen De jaarlijkse herdenking onder auspiciën van de Oorlogsgravenstichting wordt gehouden op 4 mei. Aanvang 14.00 uur. Voorafgaande aan deze plechtigheid vindt om 11.30 uur een oecumenische dienst plaats in de kapel. Allerzielen ereveld Loenen In de kapel op het ereveld Loenen wordt jaarlijks op 2 november ter gelegenheid van Allerzielen een H. Mis opgedragen. Aanvang 11.30 uur. Dodenherdenking militair ereveld Grebbeberg Deze 4 mei herdenking wordt georganiseerd door de Koninklijke Landmacht (Regionaal Militair Commando West in Utrecht). Aanvang 19.20 uur. Openingstijden erevelden in Indonesië Dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang. Men dient bij de poort van het ereveld te bellen. Op elk ereveld zijn registers aanwezig met de namen van de slachtoffers en de grafligging. Naast het register van het desbetreffende ereveld kunnen ook de registers van de overige erevelden op Java geraadpleegd worden, evenals die van andere erevelden in Zuidoost-Azië (Ambon, Hong Kong, Singapore, Thailand en Myanmar). Dodenherdenking in Indonesië Op het ereveld Menteng Pulo wordt jaarlijks op 4 mei de nationale dodenherdenking gehouden. Dodenherdenking op de Dam te Amsterdam Het Nationaal Comité 4 en 5 mei organiseert ieder jaar de nationale herden-
72
73
king in Amsterdam. Deze herdenking begint met een besloten bijeenkomst van 19.00 tot 19.30 uur in de Nieuwe Kerk die speciaal bedoeld is voor direct betrokkenen en nabestaanden. Op 4 mei 2001 spreekt mevrouw J. Durlacher een voordracht uit in het kader van het thema van 4 en 5 mei 2000: ‘Vrijheid is leven zonder angst’. Aansluitend vindt op de Dam de kranslegging plaats die om 20.00 uur begint. Na de officiële kranslegging door H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Claus en de twee minuten stilte, zal de burgemeester van Amsterdam, mr. M.J. Cohen, een korte toespraak houden. De nationale herdenking wordt door de NOS rechtstreeks op TV2 uitgezonden. Direct betrokkenen en nabestaanden kunnen schriftelijk een verzoek indienen om in het uitnodigingsbestand te worden opgenomen voor de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk (maximaal twee personen). Dit verzoek moet vóór 20 januari ontvangen zijn op het kantoor van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Gezien de verschijningsdatum van dit jaarverslag betekent dit dat de uitnodigingen voor 4 mei 2001 al verstuurd zijn. U kunt zich wel aanmelden voor het jaar 2002 en verder. Graag met vermelding van geboortedatum en reden van belangstelling. Adres Nationaal Comité 4 en 5 mei: Rapenburgerstraat 109, 1011 VL Amsterdam.
andere versieringen aan te brengen, maar te volstaan met het leggen van losse bloemen. Adreswijzigingen Adreswijzigingen zijn bij voorkeur op te geven door middel van de bekende verhuiskaart of eventueel telefonisch. Omdat acceptgiro’s per computer worden verwerkt, kunnen eventuele wijzigingen niet via deze formulieren worden doorgegeven.
Herbegravingen in Nederland Om te voorkomen dat oorlogsgraven verloren gaan, streeft de Oorlogsgravenstichting ernaar de in Nederland verspreid liggende particuliere oorlogsgraven bij ruiming, onvoldoende onderhoud of anderszins over te brengen naar het militair ereveld Grebbeberg te Rhenen of het ereveld Loenen. Een dergelijke overbrenging geschiedt in alle stilte, zonder ceremonieel en buiten aanwezigheid van familieleden of derden. Er zijn voor de nabestaanden geen kosten aan verbonden. Ook de grafinrichting komt voor rekening van de Stichting. Voorts zijn geen onderhoudskosten of rechten verschuldigd. De militairen, gesneuveld in de meidagen van 1940, worden overgebracht naar het militair ereveld Grebbeberg, de overige militairen en de burgerslachtoffers naar het ereveld Loenen. Wanneer men de overbrenging van een oorlogsgraf wenselijk acht, kan men zich wenden tot de Oorlogsgravenstichting (afdeling binnenland en voorlichting). Beplanting oorlogsgraven De beplanting van oorlogsgraven die direct of indirect door de Stichting worden beheerd is aan voorwaarden verbonden. Dit geldt speciaal voor graven, gelegen op de erevelden en speciale afdelingen van begraafplaatsen, waar de uniformiteit bepalend is voor het algemeen aanzien. Om deze reden wordt men verzocht geen vaste planten, kunstbloemen of 74
75
Financiële steun
lijk van de ‘schijf’ waarbinnen de top van het inkomen valt ten minste 32,35% en ten hoogste 52%.
In de vorm van giften, bijdragen van nabestaanden en legaten ontvingen wij een bedrag van ƒ 526.285,61
B. Giften in de vorm van termijnen van lijfrente. De langere termijnschenking biedt een eenvoudige mogelijkheid om de onder A genoemde grenzen van 1% tot 10% te ontlopen. Deze vorm van schenking kent geen minimum of maximum grenzen ten aanzien van fiscale aftrekbaarheid. Voorwaarde is wel dat men zich verplicht gedurende ten minste vijf jaar (behoudens overlijden) elk jaar een bedrag te schenken. Men dient deze regeling notarieel vast te leggen.
De specificatie van dit bedrag is: Collectebussen Loenen en Grebbeberg 8 Legaten Periodieke en andere bijdragen Totaal opbrengst 2000
ƒ 13.857,69 ƒ 85.843,82 ƒ 426.584,10 ƒ 526.285,61
Verantwoording van contant ontvangen giften: F.C. te Austr. AUD ƒ 50,00; A.J. te DH. ƒ 50,00; mw. M. S.-T. ƒ 12,50; C.B. te D. ƒ 25,00; B. v.d. R. te E. ƒ 40,00; C. de B. ƒ 20,00; A.J. V. te V. Ca. (USA) ƒ 100,00; R.S. ƒ 25,00; J.G.J.H. ƒ 25,00; W.H.R. ƒ 150,00; mw. M.L.V. te V. ƒ 225,00; N.N. ƒ 20,00; N.N. ƒ 2,00. Van de heer W.J.P. van de Corput, die regelmatig tentoonstellingen organiseert over de Birma-Siam spoorweg en informatie over het werk van de Oorlogsgravenstichting verspreidt, ontvingen wij ƒ 50,00, ingezameld in Bergen op Zoom. De Stichting is de goede gevers hiervoor bijzonder dankbaar! Verschillende schenkingsvormen en hun fiscale aspecten Schenkingen zijn eenvoudiger te regelen dan de meeste mensen denken, bovendien kan een schenking de gever fiscaal voordeel opleveren. Het vrijgestelde bedrag (2001) is ƒ 8.545,00 per begunstigde instelling. Dit bedrag stijgt elk jaar iets. Een notaris kan het actuele bedrag opgeven. Er zijn drie verschillende schenkingsvormen. A. Een schenking ineens. Binnen een bepaalde marge is deze schenking aftrekbaar van de belasting. Op het aangiftebiljet van de inkomstenbelasting kan onder het kopje ‘giften’ de schenking worden vermeld. Volgens de wet moet een gift met ‘schriftelijke bewijzen gestaafd worden’. Voor alle giften heeft de fiscus voor de fiscale aftrekbaarheid een drempel gelegd bij de 1% en 10% van het onzuivere inkomen. Indien en voorzover men deze ondergrens van 1% (minstens ƒ 120,00) te boven gaat zijn giften tot maximaal 10% van het onzuiver inkomen aftrekbaar. De besparing is afhanke76
C. Legaten en erfstellingen. Men kan de Oorlogsgravenstichting ook begunstigen door middel van een erfstelling of legaat. Dit moet altijd schriftelijk worden vastgelegd in een testament. De notaris die het testament opmaakt moet in ieder geval de statutaire naam van de begunstigde weten (Oorlogsgravenstichting) evenals de vestigingsplaats (Den Haag). Bij legaten of erfstellingen is een bedrag van ƒ 17.090,00 vrijgesteld (2001) van successierecht. Bij hogere bedragen betaalt de Stichting een heffing van 11% (ingevolge artikel 24, 4e lid van de Successiewet van 1956). Voor meer advies over legaten en erfstellingen kan men zich het beste wenden tot een notaris. Betalingen vanuit het buitenland Regelmatig ontvangt de Stichting cheques, al dan niet in buitenlandse valuta, ten behoeve van de betaling van bloemleggingen of als begunstigerbijdrage. In voorkomende gevallen verzoeken wij u geen cheques te gebruiken omdat de incassokosten die ons hiervoor in rekening worden gebracht hoog zijn, maar om gebruik te maken van het goedkopere S.W.I.F.T. betalingssysteem. Bankinstellingen kunnen nadere informatie hierover verstrekken. Binnen Europa kunnen Eurocheques worden gebruikt. Automatische incasso In verband met de kosten die verbonden zijn aan het gebruik van een acceptgirokaart geven wij u in overweging de jaarlijkse bijdrage aan de Stichting (of een periodieke betaling voor een bloemlegging) voortaan middels een automatische incasso te voldoen. Voor nadere informatie kan men contact opnemen met mevrouw J. Slappendel-IJmkers. Overgang van guldens naar euro In verband met de gevolgen van de overgang naar euro’s met ingang van 77
1 januari 2002 zullen onze vaste begunstigers daaromtrent nog tijdig nader bericht van ons ontvangen. Begunstigers Met het verstrijken der jaren neemt het aantal begunstigers dat de Stichting door overlijden komt te ontvallen, helaas steeds meer toe. Gelukkig wordt het donateurschap dan in vele gevallen door de kinderen voortgezet. Ook anderszins stellen wij de werving van begunstigers op hoge prijs. De Stichting doet een beroep op alle lezers daarbij te helpen. Folders met aanmeldingskaarten worden gaarne toegezonden! Telefoon: 070-3131090.
78