CAO-akkoord 2007-2010 versie 2 11 oktober 2007
ONDERHANDELAARSAKKOORD CAO-KENNISCENTRA 2007-2010 De ACOP, de CCOOP en de CMHF enerzijds en Colo, vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven anderzijds, verder te noemen ‘partijen’ zijn het navolgende overeengekomen over de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven.
1.
Looptijd
De nieuwe CAO kent een looptijd van drie jaar, van 1 februari 2007 tot 1 februari 2010. 2
Inkomensontwikkeling
Salarisontwikkeling De schaallonen worden verhoogd met: 2,1% per 1 oktober 2007 2,1% per 1 oktober 2008 2,1% per 1 oktober 2009 Verhoging procentuele eindejaarsuitkering De procentuele eindejaarsuitkering (thans 5%) wordt in drie jaar tijd uitgebouwd tot een volledige 13e maand. De procentuele eindejaarsuitkering wordt in dit kader als volgt verhoogd: in 2007: met 1,11%; in 2008: met 1,11%; in 2009: met 1,11%. Incidentele nominale uitkering Aan het personeel wordt in 2007 een incidentele nominale uitkering verstrekt van 100 euro netto bij een normbetrekking. Voor parttimers geldt een uitkering naar rato van de omvang van de betrekkingsomvang. Verhaal WGA-premie Partijen komen overeen dat de kenniscentra maximaal de helft van de WGA-premie op het personeel zullen verhalen, dit na aftrek van de zogenaamde rentehobbel. Het voorstaande gaat in op 1 januari 2008. 3.
Onkostenvergoedingen
Woon-werkverkeer De huidige in de CAO opgenomen tegemoetkomingregeling inzake het woonwerkverkeer komt te vervallen. In plaats hiervan komt een regeling waarbij een vergoeding wordt verstrekt van 0,15 euro per kilometer. De maximaal te vergoeden reisafstand bedraagt 30 kilometer (enkele reis). Bij de vaststelling van de vergoeding wordt op de af te leggen afstand (enkele reis) 5 kilometer in mindering gebracht. Op basis van het voorstaande wordt maximaal 7,50 euro per dag aan vergoeding
1
CAO-akkoord 2007-2010 versie 2 11 oktober 2007
uitgekeerd. Medewerkers met een reisafstand van minder dan 5 kilometer enkele reis worden in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan een fietsenplan. De reisafstand wordt berekend met een erkende routeplanner. De door de routeplanner berekende kortste afstand is bepalend. De vergoeding geldt voor ten hoogste 11 maanden op jaarbasis. Ten aanzien van ziekte geldt het ter zake bepaalde in de huidige regeling. De nieuwe regeling gaat in per 1 januari 2008. Dienstreizen In het geval bij een kenniscentrum zich de situatie voordoet dat personeel met bovengemiddelde parkeer-, tol- en veergelden wordt geconfronteerd, zal het betreffende kenniscentrum hierover aanvullende afspraken maken met de OR. 4.
Scholing en loopbaanbeleid
Scholingsbeleid Het middelbaar beroepsonderwijs is volop in beweging. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de implementatie het Competentiegericht onderwijs (CGO), waarbij de opleidings/bedrijfsadviseurs een belangrijke rol vervullen. Dit betekent dat extra geïnvesteerd moet worden in de toerusting van de opleidings/bedrijfsadviseurs om de leerbedrijven te begeleiden in de nieuwe setting. Het belang van scholing en deskundigheidsbevordering is niet alleen beperkt tot opleidings/bedrijfsadviseurs. Voor al het personeel geldt dat op een structurele wijze geïnvesteerd moeten worden in deskundigheidsbevordering en persoonlijke ontwikkeling. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werkgever en de werknemer. In het kader van het bovenstaande zal vanaf 1 januari 2008 het budget dat jaarlijks minimaal door een kenniscentrum uitgetrokken dient te worden voor scholing en deskundigheidsbevordering verhoogd worden van 1,5% naar 2,5%. In dit percentage zijn zowel de scholingskosten als de verletkosten begrepen. Daarnaast zullen medewerkers, die langer dan 6 jaar in dienst zijn, de mogelijkheid krijgen om op kosten van de werkgever een extern loopbaanadvies in te winnen. Daarna kan om de 5 jaar een nieuw extern loopbaanadvies worden aangevraagd. Redactioneel De bepalingen betreffende de inspanningsverplichting werkgelegenheid en functioneringgesprekken en beoordelingen zullen redactioneel worden aangepast, in die zin dat het belang van loopbaanbeleid wordt geëxpliciteerd. Aan artikel 10.1.1, studie in opdracht van de werkgever, zal de bepaling toegevoegd worden dat de werknemer verplicht is deel te nemen aan scholing en ontwikkelingstrajecten voor zover dit nodig is voor het vervullen van de functie of in het kader van loopbaanbeleid. 5.
Doorvertaling wijziging WW in het BWR- kenniscentra
Per 1 oktober 2006 heeft de WW een aantal wijzigingen ondergaan. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op de toegang tot de WW (wekeneis en verwijtbare werkloosheid) en de duur van de WW-uitkering.
2
CAO-akkoord 2007-2010 versie 2 11 oktober 2007
De nieuwe bepalingen betreffende de toegang tot de WW nopen geen aanpassing van de BWR-kenniscentra. De wijzigingen ten aanzien van de duur van de WW leiden wel tot de navolgende (technische) aanpassingen van het BWRkenniscentra. Deze worden als volgt doorvertaald: 1)
Aanvulling op de WW-uitkering Gedurende het eerste jaar van de WW-uitkering, wordt de uitkering aangevuld tot maximaal 78% van het laatstgenoten inkomen. Voor de overige jaren gedurende welke WW wordt genoten wordt de WW-uitkering aangevuld conform de bestaande systematiek (70% van het laatstgenoten salaris).
2)
Naastwettelijke uitkering De leeftijd waarop een voormalig medewerker aanspraak kan maken op een naastwettelijke uitkering die loopt tot het moment van het bereiken van de leeftijd van 65 jaar wordt verhoogd van 50 jaar naar 52 jaar. De naastwettellijke uitkering voor een medewerker van 50 jaar zal 5 jaar bedragen. Een medewerker van 51 jaar kan aanspraak maken op een naastwettelijke uitkering van 5,5 jaar. In beide situaties geldt het diensttijdcriterium zoals dat van toepassing is in het geval iemand recht heeft op een uitkering tot de leeftijd van 65 jaar. Voor het overige blijft de naastwettelijke uitkering ongewijzigd. De aanpassingen gaan in op 1 februari 2007. Gewezen werknemers van wie voor 1 februari 2007 de naastwettelijke uitkering is ingegaan, vallen onder het regime zoals dat gold op 31 januari 2007.
6.
Buitengewoon verlof In de volgende omstandigheden komt het recht op betaald buitengewoon verlof, zoals bedoeld in artikel 9.2.1, te vervallen: a) verhuizing zonder dat sprake is van verandering van standplaats (lid f); b) ondertrouw/voorgenomen partnerregistratie (lid h); c) huwelijk van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graads (lid j); d) overlijden van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (lid l); e) ambts- en huwelijksjubileum (lid n). Daarnaast wordt het verlof bij huwelijk van de werknemer zelf wordt beperkt tot 2 dagen. Indien de werknemer in de onder sub a tot en met sub e genoemde gevallen gebruik wil maken van de mogelijkheid tot het opnemen van onbetaald verlof, verleent de werkgever hieraan medewerking. De versobering gaat in per 1 januari 2008.
3
CAO-akkoord 2007-2010 versie 2 11 oktober 2007
7.
ZAR-kenniscentra De ZAR-kenniscentra zal aangepast worden aan de nieuwe procesgang FOA.
8.
Redactioneel Levensfasebewust personeelsbeleid Alle bepalingen die betrekking hebben op levensfasebewust personeelsbeleid zullen ondergebracht worden in een apart hoofdstuk . Het betreft hier ondermeer het ouderenverlof, (betaald) ouderschapsverlof, extra vakantiedagen voor personeel van 50 jaar en ouder en demotie. Overige redactionele aanpassingen De volgende artikelen worden geschrapt -
artikel 2.1.9 en artikel 2.1.10 (kinderopvang) artikel 13.1.4 (ZVOO postactieven)
Aldus overeengekomen, in viervoud opgemaakt en ondertekend, te Zoetermeer d.d………….. 2007
PARTIJ TER ENERZIJDE
Vereniging Colo, in deze mede handelend namens de bij Colo als A-lid aangesloten kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, gevestigd te Zoetermeer, namens deze:
……………………………………. mr. P. Swenker voorzitter
……………………………………. drs. J.A. Verschoor, MBA voorzitter werkgeversdelegatie
PARTIJEN TER ANDERE ZIJDE
4
CAO-akkoord 2007-2010 versie 2 11 oktober 2007
De Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP), gevestigd te Zoetermeer, namens deze:
…………………………………… A. Steenhart
…………………………………… L. Seriese
De Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel (CCOOP), gevestigd te Den Haag, namens deze:
…………………………………… ir. P.J.M. Hassing
De Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen (CMHF), gevestigd te Culemborg, namens deze:
……………………………………… W.J.F. Muis
5