(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Uitgegeven door de vzw Uberaal Vlaams Verbond. Stichting A. Vanderpoorten Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever Piet Van Brabant, Zeelaan 124.8670 Koksijde Administratie de heer Stieltjes. Liberator, Komedieplaats 17. 2000 Antwerpen _ Tel 03/232 66.38
In dit nummer Dehaene, hij boert verder
De ministeriële verantwoordelijkheid
Kunst in de gunst
Liberaal Vlaams Tijdschrift Maandblad - Jaargang 117, nr. 10, november 1995
De naweeën van een verkiezing VLD-voorzitter De Croo heeft met zijn uit de lucht gegrepen verklaringen omtrent de financiële put, die Verhofstadt hem nagelaten heeft, veel schade aan de partij gebracht. Wat Herman De Croo als nieuwe partijvoorzitter heeft aangespoord tot zulke kwaadwillige aantijgingen mag Joost weten. Werd hij door revanchisme gedreven? Beseft hij niet dat dit natrappen hem als een boemerang zal treffen? Wanneer de partijvoorzitter wordt geraakt, is de hele partij verwond. Alle leden hebben dus redenen om vragen te stellen over de motieven, die de VLD-voorzitter tot een leugen heeft bewogen. Bij zijn aantreden heeft De Croo de indruk gewekt dat hij het anders en beter zou doen dan zijn voorganger. Maar tot dusver was zijn beleid vooral gekenmerkt door verklaringen die men als rechtstreekse of onrechtstreekse kritiek op Verhofstadt heeft geïnterpreteerd. De "onthulling" dat er een put ten belope van 70 miljoen diende te worden gedempt, was als een klap in het gezicht van de verslagen voorzitter en van al wie met geestdrift voor de VLD heeft geijverd. In plaats van de gemoederen tot bedaren te brengen en de verzoening te bevorderen heeft de nieuwe voorzitter helaas bijgedragen tot het verbreden van de kloof tussen de "clans" waaruit de VLD is samengesteld.
De gesel van het Nationalisme
Huldeboek MarcelBots
"Braveheart" of een Australiër inde Iers-Schotse vrijheidsstrijd
Mede door de herhaalde speldeprikken die de nieuwe voorzitter op zijn voorganger afvuurde, ruziën VLD-ers meer onder elkaar dan dat ze aandacht besteden aan de politieke tegenstrevers. Bij de voorzittersverkiezing behaalde De Croo een persoonlijk succes, maar politieke mandatarissen die een loopje nemen met de waarheid verliezen zeer snel het vertrouwen van de eigen vrienden·en medestanders. Het partijbestuur heeft de onjuiste berichten over de ''vervlieging'' van de VLD-centen recht gezet. Meteen bevond De Croo zich in een erg vervelende positie en zal hij zich na dit voor hem (maar ook voor alle VLD-ers) zo pijnlijk moment even moeten be zinnen over de gevaren van ongecontroleerde lasterpraatjes. De doorsnee-militant die dat -gekibbel met pijn in het hart aanhoort, vraagt zich af hoelang het nog zal duren eer deze volwassen mannen aan de top een beetje wijzer worden. Zou Herman De Croo niet het voorbeeld moeten geven, de strijdbijl begraven en het politiek gesprek op een enigszins hoger niveau tillen? De naweeën van de jongste voorzittersverkiezing zullen pas luwen wanneer de passie zal verdreven zijn en het gezond verstand aan de top van de partij zal zijn temggekeerd. Piet van Brabant
LVV
Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering 9 december 1995 - 10u00 Congreshotel Ter Eist - Edegem Agenda: Ontvangst en verwelkoming Jaarverslag door Piet Van BrabaDt, algemeen secretaris Financieel verslag door Luc Versele, penningmeester Inleiding gastspreker door Annemie Neyts Gastrede door E-X de Douea, Burgemeester van Brussel
.
Slottoespraak van voorzitter CJair Ysebaert Receptie Bon en ander wordt muzikaal opgeluisterd Mogelijkheid tot 1l1llCben ter plaatse. ReselVeren kan door storting van 9OO1r. op rekeningnummer 551-3j51400-22 van het Liberaal Vlaams Verbond, Komedieplaats 11te 2000Antwerpen, met vermelding «deelname 'Ier EIst» . •
Dehaene, hij boert verder op de politieke verantwoordelijkheid van Claes). Die politieke verantwoordelijkheid heeft Willy Claes ontweken. Claes zelf dacht ongetwijfeld dat hij als secretarisgeneraal van de Nato onschendbaar was. Waarschijnlijk heeft ook Dehaene gedacht dat Claes ongenaakbaar was voor het Belgisch gerecht.
Willy Claes heeft in pijnlijke omstandigheden afscheid moeten nemen van de Nato. Het was pijnlijk de socialistische topfiguur te aanhoren in zijn omstreden persconferentie.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Het was ook pijnlijk voor alle landgenoten. Niet zozeer omdat het buitenland niet begreep waarom wij een Belg van zo'n belangrijke post wilden verjagen - zo stelde Claes het zelf voor -, maar omdat wij andermaal voor de hele wereld onze corrupte politieke zeden hebben uitgestald. Hiervoor is Jean-Luc Dehaene verantwoordelijk. Want wie heeft Willy Claes voor het ambt van secretaris-generaal van de Nato voorgedragen, terwijl iedereen op de hoogte was van de verdenkingen die op hem rustten? De hele Belgische regering met premier Dehaene aan het hoofd. Zou men zo'n omstreden politicus in een ander land hebben durven suggereren? Vanwege Dehaene was zulks een zware vergissing
Zijn misprijzen voor het recht en voor de goede (politieke) zeden verklaren deze beslissing. Onze door de macht geobsedeerde politici hechten aan smeergeldaffaires kennelijk weinig of geen belang. Ministers hebben destijds al verkondigd dat we in een bananenrepubliek leven, waarin een excellentie, in tegenstelling tot hetgeen gebruikelijk is in de meeste andere landen, wegens
Willy Claes een fout of een misstap geen ontslag hoeft in te dienen. Er heerst ten onzent trouwens een mentaliteit, die ervan uitgaat dat een zo hoog geplaatste figuur onaantastbaar is en derhalve onafzetbaar, ook al is hij schuldig. Willy Claes is misschien onschuldig. Maar een feit is onbetwistbaar: als minister van Economische Zaken is hij politiek verantwoordelijk voor de gedragingen en geschriften van zijn medewerkers, in het bijzonder van zijn kabinetschef, Johan Delanghe. (Ook Karel Poma vestigt in een bijdrage de aandacht
Er bestaat evenwel nog een scheiding tussen de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. Van premier Dehaene is geweten dat hij een grenzeloos misprijzen koestert voor de wetgevende macht, het parlement. De parlementairen zijn er, volgens hem, om zonder meer op het knopje te duwen en aldus te onderschrijven wat de regering voorschrijft. Wellicht heeft "Dehaene gemeend dat het parlement niet de moed zou hebben om Claes naar het Hof van Cassatie te verwijzen. Het parlement heeft zich nu echter kunnen uitspreken zonder dat premier Dehaene het nuttig heeft geacht enige dwang op te leggen. (Met de socialisten had men immers afgesproken dat de uitslag van de stemming geen invloed zou hebben op de coalitie). Premier Dehaene is dus politiek verantwoordelijk voor de benoeming van Claes als secretarisgeneraal. Maar ook hij ontloopt deze verantwoordelijkheid. Door zijn lankmoedigheid heeft Dehaene een zware schuld op zich geladen.
Zo heeft hij de Agusta-zaak, die tot dusver een beperkte ruchtbaarheid had gekregen in het buitenland, een buitengewone internationale dimensie gegeven. Het ontslag van Claes werd wereldnieuws. Massa's journalisten uit de hele wereld kwamen naar ons land en België werd als corrupt land ten tonele gevoerd. Dehaene heeft blijkbaar nog niet begrepen, dat de bedenkelijke faam die wij op de wereldscène gekregen hebben, grotendeels aan zijn lankmoedigheid, aan zijn bedroevende mentaliteit, aan zijn ergerlijke onkunde moet worden toegeschreven. Hij boert ongestoord verder. Het zal dus niemand verbazen dat de Vlaamse socialisten hem dankbaar zijn en dat Louis Tobback van mening is, dat "Dehaene de juiste man op de juiste plaats" is en dat "niemand in staat is te doen wat Dehaene vandaag doet". Al het flikflooien tussen Dehaene en Tobback heeft met dit schandaal te maken. Een andere eerste minister zou coalitie-partners, zoals de drie Waalse "Guy's" en de Vlaamse SP-ërs Claes, van den Broucke, Delanghe, Mangé, Wallyn e.a., al lang aan de dijk hebben gezet. Maar Dehaene, hij boert verder. En niemand roept hem ter verantwoording. Piet van Brabant
De ministeriële verantwoordelijkheid Wily Claes zegt: "Ik kan iedereen recht in de ogen kijken, ik heb mij niets te verwijten". Vermits wij het dossier niet volledig kennen, willen wij geloven dat hij geen enkele daad gesteld heeft, of woord uitgesproken heeft, dat rechtstreeks of onrechtstreeks met smeergeld te maken zou hebben. Maar is hiermee de kous af? Een minister heeft ook een verantwoordelijkheid t.o.v. zijn kabinetsmedewerkers, en meer bepaald zijn topadviseurs. Een minister isverantwoordlelijk voor de aanstelling" van zijn kabinet. Hij kiest zijn medewerkers,waarvan hij veronderstelt dat zij bekwaam en loyaal zijn. Dat is de verantwoordelijkheid van een minister. Stelt een ministervast dat één van zijn medewerkers, ofwel niet bekwaam is, of/en niet loyaal is, dan is het de plicht van de minis2 / HET VOLKSBELANG
ter deze medewerker ogenblikkelijk en keihard te ontslaan. Dat is deplicht van de minister.
kabinetsmedewerker waarschijnlijk dit gezegd had in het vuur van een discussie. Het mocht niet baten, ik was verantwoordelijk voor die verklaring. Ik haal dit incident aan om te onderstrepen dat een minister zich nooit van een probleem kan distantiëren, door te verklaren: dat heb ik niet gezegd of dat is achter mijn rug gebeurd, ik zou dit niet toegelaten hebben moest ik het geweten hebben.
Alle handelingen en woorden van een kabinetsmedewerker worden automatisch gedekt door de minister. Een voorbeeld ter illustratie, toen ik staatssecretaris voor Leefmilieu was ('74-'77) verklaarde één van mijn topmedewerkers te Zee brugge , dat het beter ware; vanuit leefmilieustandpunt, de binnenhaven van Zee brugge niet uit te bouwen, en alleen de bui- Minister Claes, zoals elke andere tenhaven te bouwen. De media minister, in het verleden, vandaag aarzelde niet deze verklaring en in de toekomst, is verantwoorbekend te maken. Ik werd ' s delijk voor de handelingen en veranderdaags door mijn voogdij mi- • klaringen van zijn kabinetsmedenister, de eerste minister, tot de werkers, hoe correct de minister orde geroepen, omdat dit een verklaring was in strijd met de plan- ten persoonlijke titel ook weze. nen van de regering om de bin- Dat is de tweede verantwoordelijknenhaven van Zeebrugge verder heid van een minister. Een minister kan zich dus nooit wegsteken achuit te bouwen. Ik argumenteerde dat dit een verklaring was die mijn ter zijn medewekers. Hij, en hij niet voorgelegd was, dat mijn alleen, draagt de verantwoorde-
lijkheid voor zijn beleid. Hij, en hij alleen, kan hiervoor tot de orde geroepen worden, door zijn collega' s in de regering, door het parlement, door zijn kiezers. Zijn medewerkers dragen geen enkele politieke verantwoordelijkheid, zij kunnen alleen door het gerecht ter verantwoording geroepen worden. Het is dus duidelijk dat, zo topkabinetsmedewerkers van een minister betrokken zijn in een zaak van corruptie, de minister hiervoor verantwoordelijk is. Dit geldt voor alle ministers, ook voor W. Claes. Het zou anders al te gemakkelijk zijn, wanneer iets verkeerd zou lopen, de fout op de medewerkers te schuiven, te verklaren dat" het achter de rug gebeurd is, waardoor de minister zijn verantwoordelijkheid zou ontlopen. K.Poma NOVEMBER 1995
Bankgeheim
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Het is duidelijk dat alleen de volledige waarheid WLllyClaes al of niet vrij zal pleiten, evenals de betrokkenhei an een aantal socialistische partijfunctionarissen en mandatarissen. Hoe kan die volledi~e waarheid achterhaald worden?
Willy Claes geeft zelf aan in zijn verdediging, voorgelezen in het parlement, hoe dit kan geschieden. Wij citeren:
"In een nota van 11 oktober 1995 betreffende de belangrijkste ontwikkelingen van het tussengekomen onderzoek sinds het initieel verslag van 4 juli 1995, heeft de Procureur Generaal aangeduid "dat opdrachten volop bezig zijn (internationale ambtelijke op-
drachten in Zwitserland, in Italië . ambtelijke opdracht heeft men zich en in Panama teneinde de begungebogen over verhaal procedures stigde(n) aan te duiden van die die ertoe strekken het bankgeheim te doorbreken. vennootschap" (te weten de Manu Business Corporation, begunstigde. De heer Claes is bereid om zich van de commissies toegestaan door aan te sluiten bij het verzoek van Agustas), "blijkbaar ten bedrage de Procureur Generaal om aan de van minstens 22.541.530 Bfr. bank in Genève te vragen de namen me te delen van de titularisUit deze nota blijkt tevens dat een expertise aan de gang is om de sen van desbetreffende rekening, sluikweg' te achterhalen van de alsmede de begunstigden van storfondsen die via een rekening van tingen die zouden zijn gebeurd via deze rekening. Het eindresultaat de firma Kasma Overseas werden van deze procedure zal aantonen overgedragen aan de A.B.N. Bank dat hij volledig vreemd is aan deze te Zurich. Tot slot is er een ambtesluikwegen, zoals dat eveneens het lijke opdracht die begin juli aan Zwitserland werd gericht en die geval is voor de andere wegen van overdracht, zoals heden wordt aanstrekt tot identificering van een rekening geopend in Genève bij de getoond". A.B.N. Bank te Genève. In het Het bankgeheim van geen enkele kader van de uitvoering van deze van de geciteerde banken is opge-
heven. Zolang het niet opgeheven wordt, zullen wij de waarheid nooit kennen. Wij' betwijfelen of het bankgeheim ooit opgeheven zal worden, zodat Willy Claes het slachtoffer kan worden van deze weigering. Waarom deze weigeringen? Omdat, bij het opheffen van het bankgeheim in de geciteerde banken in Zwitserland, in Italië en Panama andere belangrijke bedragen zullen voorkomen, waarmee de SP niet te maken heeft en die voor anderen zeer kwalijke gevolgen kunnen hebben. Want men denkt toch niet dat deze bankrekeningen uitsluitend gebruikt worden door de SP. K.Poma
.
Alternatieve begrotingsronde ... Nu heet het ASB, alweer een nieuw uitvindseltje van Maystadt, en wat de voorbode wezen moet van het waarmaken van de Europese ambities van Belgiës rodeomaster . Inderdaad, Dehaene zou het de komende maanden wel eens heel scherp willen spelen met het oog op de begrotingsnormen van Maastricht voor volgend jaar. Zijn ambitie om als eerste land te voldoen aan deze strenge normen, is uitermate lovenswaardig, ware ze niet ingegeven door persoonlijke profilering (Corfu weegt nog steeds als een baksteen op Dehaene's nochtans expansieve maag). Ook de manier waarop dit alles gebeuren gaat, is niet echt orthodox te noemen. Alweer in de beginperiode van een nieuwe legislatuur wordt het scherpste mes gehanteerd en helaas niet om te snijden in 's lands uitgaven, maar in de portemonnee van haar burgers. Ook ditmaal blijft de uitgavenzijde als bij wonder gespaard. Zelfs in Nederland heeft dé vakbondsman bij uitstek in de rol van huidig minister-president ingezien dat deze werkwijze van rond-depot-blijven-draaien het failliet van de welvaartsmaatschappij inhoudt.
Het Rijnlandmodel heeft misschien zijn deugdelijkheid in het verleden bewezen, momenteel is het evenwel verouderd en, om het in "sociaal-verantwoorde" termen uit te drukken, aan herbronning toe. De toenemende vergrijzing en de te hoge belastingsdruk geven geen incentives -prikkels- meer aan de actieve bevolking van een verzorgingsstaat. Deze 37 % Belgen dienen een kar te trekken die NOVEMBER 1995
steeds zwaarder wordt. Hoe dan wel op een verantwoorde manier een terdege begrotingsQmde organiseren, rekening boudend met die berucbte Maastricbtnormen ? En waarom vastklampen aan die normen? Het antwoord op deze laatste vraag weze duidelijk: Maastricht halen is voor België een absolute must, wil 'het niet verzuipen in een Europa dat in een hogere versnelling zal terechtkomen. Concur-rentieel blijven ten opzichte van onze buurlanden en de export niet verhypothekeren (en hiermee gepaard gaand de economische groei en het welvaartsniveau in eigen land), zijn hierbij de doorslaggevende argumenten. Een begrotingsronde correct or- ganiseren zou mijns inziens op een totaal andere manier moeten gebeuren. De principes van de burgerdemocratie respecterend en ingegeven door bestaande, deugdelijke systemen in Duitsland, probeer ik hierna een radicaal-andere manier uiteen te zetten. Het systeem is gebaseerd op de sensibilisering van de burger en is dus be hoeftig aan een voorafgaande informatiecampagne. Daar waar 'men in Duitsland met het systeem van de Kirchestauer de mogelijkheid geeft aan de burgers een deel van hun belastingen zelf te alloceren, zou deze lijn verder kunnen doorgetrokken worden. Het systeem dat ik voorsta, dient uiteraard eerst be proefd te worden met de gemeente als testmarkt alvorens een globalisering ervan haalbaar is. Daar een liberale visie de verant-
woordelijkheid van en het geloof in het individu impliceert, wordt bij dit systeem een grotere betrokkenheid van de mensen verwacht. Het systeem is gebouwd op de inspraak van de burger in de besluitvorming. De mensen zouden zelf moeten kunnen bepalen wat met hun geld gebeurt en in welke mate hun geld ter beschikking van de maatschappij gesteld wordt. Vooreerst dient een basisbelasting vastgesteld te worden, gebaseerd op het vigerende solidariteitsprincipe : hierbij wordt uitgegaan van de huidige belastingsdruk die botweg gehalveerd dient te worden zodanig dat bij wijze van voorbeeld de maximale belastingsdruk op inkomen 27,5 % bedraagt. Daar waar de mensen ervaren dat een bepaalde uitgavepost ontoereikend gefinancierd.wordt, krijgen zij de mogelijkheid dit euvel te verhelpen. Op dat ogenblik schakelen we over op het systeem van de Kirchestau er : mensen mogen zelf bepalen naar welke uitgaveposten hun belastingen gekanaliseerd worden, mits een hogere bijdrage te leveren. In concreto zouden een bepaald soort mensen aldus kunnen opteren bijvoorbeeld om 10 % meer belastingen te betalen met 'het voordeel dat hun volledig belastingsbedrag (110 %, dus inclusief de basisbelasting) integraal naar een of meerdere uitgaveposten van eigen voorkeur (zoals de kerkfabrieken) gaat. Op die manier kunnen er meer belastingsinkomsten gegenereerd worden dan de basisbelasting en zal de uitgavenzijde beter afgestemd worden op de persoonlijke voorkeur van de mensen.
De personen die evenwel niet bereid gevonden worden hogere belastingen dan de verplichte basisbelasting te betalen, dienen eveneens een voorkeur uit te spreken ter allocatie van de verplichte basisbelasting, net als bij de eerste categorie van meer-b elastingbetaIers. Evenwel zal van hun voorkeur een gemiddeld uitgavepatroon opgesteld worden, hetwelke dan richtinggevende maatstaf gehanteerd kan worden voor de opstelling van de begroting aan uitgavenzijde. Praktisch wordt het hele systeem herleid tot n bijkomende jaarlijkse verplichting voor alle belastingbetalers : een lijst met uitgaveposten . van de staat dient naar eigen voorkeur ingevuld te worden. Betaalt men een meerbelasting, dan wordt met die voorkeuruitspraak direct en volledig rekening gehouden, betaalt men de basisbelasting, dan heeft men op indirecte wijze (als zoveelste deeltje van de maatschappij) inspraak op de begroting aan uitgavezijde. Dit gemengde systeem heeft als voordeel kloofvemauwend te werken op de relatie politiek en burger, daar de mensen daadwerkelijk de gevolgen van hun voorkeuruitspraak zullen ondervinden. Tevens gaat het systeem uit van zero-based budgetting, daar nie t meer kan uitgegeven worden dan wat binnengebracht wordt. De betrokkenheid die het systeem tot gevolg heeft, impliceert eveneens dat de mensen eigenlijk inspraak hebben op de belastingsdruk. Een ware tendens naar liberalisering dus ... Thomas Naudts HET VOLKSBELANG / 3
Kunst in de gunst Camille Paulus lanceert ideeën voor een provinciaal kunstenbeleid
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Gouverneur PauluS (Antwerpen), gewezen LVV-voorzitter, heeft zich vorig jaar in het nieuws gewerkt dank zij zijn ''WODKA''operatie. Met grote geestdrift en met veel succes, ook buiten de provincie Antwerpen, heeft Paulus geijverd voor de beperking van de weekendongevallen en voor meer veiligheid op de weg. De ongevallenstatistieken bewijzen dat hij het bij het rechte eind heeft. En het is bemoedigend dat ook in andere Vlaamse provincies gaandeweg de wil groeit om het Antwerpse voorbeeld te volgen. Maar Paulus is ook geboeid door de kunst en het verbaast ons niet dat hij dit jaar op de openingszitting van de provincieraad op 2 oktober 1995 zijn rede geplaatst heeft in het teken van een beleid, dat geheel afgestemd is op de bevordering van de kunst en de (beginnende) kunstenaars. Wij publiceren ruime passages van deze belangswekkende toespraak, in de hoop dat het in Antwerpen en ook in andere Vlaamse provincies vruchten zal dragen. De rijkdom van de geest Gouverneur Paulus begon met de vertolking van zijn rotsvaste overtuiging: het streven naar materiële welvaart mag niet ons enig doel zijn. Een maatschappij is arm, als er geen rijkdom van de geest is! Paulus beantwoordt dus de vraag of het zinvol is gemeenschapsgeld aan de creatie en verspreiding van de kunst te besteden met een krachtig ja. Kunst is verrijkend, want kunst geeft meer diepgang aan het leven. Elke confrontatie met een kunstwerk doet ons nadenken over onszelf en de maaschappij waarin wij leven. Wanneer hij door zijn werk vermeende zekerheden ter discussie stelt en vragen oproept, vervult de kunstenaar een wezenlijke rol. Zijn prikkeling en uitdaging is immers precies datgene wat wij allemaal zo broodnodig hebben om verstarring in onze denk- en leefwereld te voorkomen. In een samenleving als die van vandaag, vol verborgen verleiders, die van elke "waarde" een "waar" willen maken, kan kunst ons leren genieten van werkelijk waardevolle dingen. Tevens brengt zij de mens weer wat meer op de voorgrond, de mens met zijn ideeën, visies en gevoelens, wat in onze hoogtechnologische !llaatschappij niet te versmaden IS.
En ten slotte krijgt de kunst in onze huidige jachtige tijd, waarin niets nog zeker is en alles 4/ HET VOLKSBELANG
Camille Paulus is ook geboeid door de kunst
aan de vele bezoekers. Als wij daar bovendien de nodige ruchtbaarheid aan geven, is het een bijzonder interessante promotie voer deze jonge mensen." Hetzelfde geldt voor de integratie van kunstwerken in de parken, wat het bijkomend voordeel oplevert dat het drempelverlagend werkt naar het grote publiek toe. Paulus pleitte daarbij eveneens voor het tonen van werken van beeldhouders, schilders, grafici, keramiek-, textiel-, glas-, design en juweelkunstenaars in de overheidsgebouwen. Daarbij vermeldSteun aan jonge kunstenaars de hij het provinciehuis zelf, de Vervolgens ontwikkelde Paulus Koningin Fabiolazaal in het veizijn uitgangspunten, in het bijzon- ligheidsinstituut, het Bernardusder de steun aan beginnende kun- centrum in het Bisschoppelijk stenaars. Hij nodigt ons uit samen Paleis aan de Schoenrnarkt, het na te denken over de vraag hoe Provinciaal Centrum Arenberg een bestuur (in casu een provin- enz. ciebestuur) jong talent kan stimuEr bestaat terzake een decreet leren. waarin wordt bepaald dat kunstHij zou willen dat bij de aanvang werken in openbare gebouden van het debat over de begroting een plaats kunnen krijgen ten zou worden bepaald hoeveel van belope van 5 % van de totale het geheel bestemd zal worden bouwkostprijs. Het provinciaal voor steun aan beginnende, veel- bestuur zou dienaangaande het belovende artiesten. Door deze goede voorbeeld kunnen geven: denkoefening zullen ongetwijfeld deze regel toepasssen voor alle nieuwe mogelijkheden worden infrastructuurwerken en daarbij ontdekt. vooral denken aan beginnende Ook bij bepaalde lopende projec- kunstenaars. ten kunnen jonge kunstenaars De overheid kan ook steun verleworden betrokken. Zo werd in nen aan initiatieven die anderen 1994 en 1995 een som uitgetrok- op het getouw zetten. Bij voorken om beelden te integreren in beeld de kostprijs dragen van de het Rivierenhof te Deurne. Niet catalogus voor tentoonstellingen, alleen werken van jonge artiesten waarbij jongeren gepromoot woraankopen. "Even goed kunnen wij den. Dit geldt ook voor vernieumet beginnende artiesten tijdelij- wende theater- en dansgezelke bruikleenovereenkomsten schappen en muziekensembles. sluiten. Zij zullen daar blij mee Antwerpen telt een zeer groot zijn, omdat ze aldus de gelegen- aantal theatergroepen. Maar heid krijgen hun werk te tonen komt het beginnend talent vol-
beweegt, nog een extra dimensie. Zij kan immers een tegengewicht zijn voor onze hectische en vaak oppervlakkige leefwereld, want kunst vraagt om meer dan gewone aandacht, om doorgedreven reflectie, om kijken en herbekijken, om luisteren en herbeluisteren, om lezen en herlezen. Dat is de kracht van kunst en de reden waarom de confrontatie met een kunstwerk af en toe voor een rustpauze kan zorgen en het leven emotioneel zoveel rijker kan maken.
doende aan zijn trekken? De overheid zou baanbrekend werk kunnen verrichten door bijvoorbeeld projectstudies te verlenen aan beginnende theatergezelschappen. Zulks kan worden doorgetrokken naar de muziek. Jongeren steunen door hen de kans te bieden hun composities voor publiek te brengen, in een concertzaal, maar ook elders. Want het muziekgebeuren worstelt zich uit het keurslijf van de concertzaal. Muziek moet deel uitmaken van het leven en moet ook naar dat leven toegaan. Gouverneur Paulus acht het ook zinvol om orkeststages voor jonge musici te steunen, waardoor zij de kans krijgen om met professionelen van topniveau te werken en de orkestpraktijk te leren. Daarnaast vindt hij dat het bestuur de jonge musici die onderzoek verrichten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk en instrumenten moet stimuleren. Ook op het gebied van de dansensembles moet beginnend talent aan bod komen en kan men projectstudies verlenen en de provinciale accomodatie ter beschikking stellen. Lonende investering Wat de infrastructuur betreft beschikt het Antwerps provinciebestuur over een unieke troef, het openluchttheater in het Rivierenhof. Het ligt er nu een beetje triestig bij en wordt weinig gebruikt wegens ons onstabiel kli lees verder blz. 5 NOVEMBER 1995
tiek niet oJ?timaal is. Met een beetje creatIViteit is dit alles echter op te lossen, zegt Paulus. Er is iets enigs van te maken. Maar het zal ook geld kosten. De investering is de moeite, meent Paulus. Beeldcultuur
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Voorts vroeg Paulus aandacht voor de fotografie, de video- en filmkunst. De provincie Antwerpen beschikt nu over een "Museum voor Fotografie", dat 10 jaar geleden een vast onderkomen vond in het Huis van- Vlaanderen aan de Waalse kaai. Een model in zijn genre! Naast de vaste collectie zijn er nu vijfverschillende ruimten voor tijdelijke exposities, waardoor een zeer gediversifieerde tentoonstellingsbeleid kan worden gevoerd. Terloops merkte Paulus op dat in de stroom bewegende beelden waarmee wij overspoeld worden, de foto een rustpunt vormt, een momentopname , waardoor de wereld even stilstaat en er ruimte komt voo reflectie. Maar het zal niemand verbazen dat Camille Paulus als cinefiel vooral belang hecht aan de film. Zo verwees hij o.m. naar het
recent opgestarte Antwerpse filmmuseum. "waar de beelden van het verleden worden bewaard, zodat we nooit zouden vergeten hoe het allemaal begon". Dank zij het succes van dit museum is de belangstelling voor het beeld in Antwerpen groter geworden dan ooit. Paulus pleitte voor een centralisatie van de Antwerpse beeldkunst in een multifunctioneel Centrum voor Beeldcultuur, waar een binnenen buitenlands publiek met een brede interesse voor media en kunst terecht kan. Een dergelijk Centrum voor Beeldcultuur is, zo meent Paulus, het best op zijn plaats vlakbij het Museum voor Fotografie. Zou het niet schitterend zijn indien we op het Antwerpse Zuid alles wat foto, film en video betreft, zouden kunnen samenbrengen? . Tenslotte bepeitte gouverneur Paulus nog een publicatiefonds voor beginnende auteurs en bet voorzien bij de jaarlijkse toekenning van culturele prijzen van een bijzondere categorie voor debutanten. Informatie Kansen bieden aan de jongeren volstaat niet. Informatie verschaf-
fen is ten minste even belangrijk. Gouverneur Paulus denkt aan een jaarlijkse multidisciplinaire informatie- en contactbeurs voor al wie zich professioneel met kunst bezig houdt. Voor de jongeren zou een dergelijke beurs een uitstekende kans zijn om mensen te ontmoeten die hen van nut kunnen zijn. Plannen Tenslotte gewaagde Camille Paulus ook van enkele "dromen". De provincie An1;lYerpen heeft vorig jaar het prachtige kasteel d'Ursel in Bornem aangekocht. Wellicht komt er een museum dat aan Vic Gentils zal gewijd zijn. Een schitterend idee. Maar het kasteel is groot en zou als een echt kunstencentrum kunnen worden uitgebouwd. De provincie zou veelbelovende artiesten de kans kunnen geven om er hun werk te tonen. Waarom hen geen atelier ter beschikking stellen, waar zij in een stimulerende omgeving en zonder al te veel praktische beslommeringen hun creativiteit kunnen botvieren? In dezelfde ateliers .kunnen we misschien ook plaats bieden aan net afgestudeerden zilversmeden, een eigen zilversmeedwerkatelier
openen. Dit zou een waardevolle aanvulling zijn op het Sterckshof, dat uiteraard het zilvercentrum moet blijven en de uitgelezen plek is voor historische tentoonstellingen, grote retrospectieves van zilverwerk en projectwerk. Koninklijk Paleis In Antwerpen op de Meir staat nog steeds het voormalige Koninklijk Paleis te wachten op restauratie en een uiteindelijke bestemming. Paulus steunt het idee om er de zetel van de Universiteit Antwerpen te vestigen. Maar hij zou bovendien wensen dat er eigentijdse culturele animatie zou komen, d.i. een infrastructuur waar culturele manifestaties kunnen plaats hebben, vooral gericht op een jeugdig publiek. Paulus acht het de plicht van de Universiteit om daaraan met enthousiasme mee te werken. PvB (In een tweede deel sprak Paulus over de noodzaak om het publiek nauwer te betrekken bij de kunst. Wij publiceren dit laatste deel in ons december-nummer)
Van cultuurraad tot parlement Ontstaan en groei van Vlaamse raad te boek gesteld
Parlementaire geschiedschrijving is eerder zeldzaam in ons land. Zeker als het over de recente ontwikkeling van onze instellingen gaat. Het Vlaams parlement bestaat 25 jaar en over die belangrijke periode uit de Vlaamse geschiedenis heeft parlementair ambtenaar en historica Martine Goossens een standaardwerk geschreven. "Ontstaan en groei van het Vlaams parlement" beschrijft gedetailleerd hoe de "Cultuurraad voor de Nederlandse cultuurgemeenschap" in 1971 boven de doopvont werd gehouden, hoe die raad uitgroeide tot het huidig sinds 21 mei 1995 rechtstreeks verkozen Vlaams parlement.
Maar de auteur geeft een breder beeld hoewel het Vlaams parlement het uitgangspunt blijft in heel het werk. Men krijgt ook een betere kennis van het federale België. Uniek bij Goossens is dat ze daarbij precies vanuit Vlaanderen vertrekt, terwijl veel andere werken net het omgekeerde doen. Dat levert meteen de stelling op dat hoewel het hier niet om een NOVEMBER 1995
Voor haar moeten de Vlaamse volksvertegenwoordigers vooral werk maken van een nieuwe politieke stijl die zich onderscheiden kan van deze van het Belgisch niveau en het parlementair werk wil herwaarderen. Goossens kan gerust zijn, want in dat Vlaams parlement beweegt er wel iets. De belangrijke afschaffing van het dubbelmandaat heeft duidelijk persrectieven geboden en werpt nu a zijn vruchten af.
Links Martine Goossens, met Herman De Croo en Frans Grootjans / foto M. G.
politiek boek gaat, het Vlaams parlement lang geen symbolische zaak was en is, maar een volkstribune waar er stevig werk wordt geleverd. Dat bewijzen ook de namen van de voorzitters van dat Vlaams parlement: Onder meer Robert Vandekerckhove, Jean Bascour, Rik Boel, Frans Grootjans, Jean Pede , hoewel zij vaker met een Belgische hoed moesten oplopen, staan voorbeeld van de dynamiek waardoor het Vlaams beleid op parlementair vlak stilaan vorm kreeg. Wat niet altijd gemakkelijk ging. Net toen de cultuurraad in 1971 was opgericht stelde toen-
malig PVV-fractieleider Frans Grootjans al vast dat veel problemen terug te brengen waren tot een slechte organisatie van de werkzaamheden van de raad. Hij hekelde dat de vergaderingen van de raad dikwijls samenvielen met die van Kamer en Senaat. Een probleem dat tot op vandaag nog niet is opgelost. Het boek van Goossens is in vele opzichten een flink promotiemiddel om het Vlaams publiek bewuster te maken van het bestaan van een eigen Vlaams parlement. De auteur hamert er geregeld op dat dit wel een parlement "nieuwe stijl" veronderstelt.
In haar inleiding schrijft zij terecht dat "alles erop wijst dat het federaliseringsproces zijn eindpunt niet heeft bereikt. Het Belgisch sui generis federalisme, het federalisme op Belgische maat, is een federalisme in volle ontwikkeling, dat ongetwijfeld nog tot diep in de 21ste eeuw de Belgische staatsstructuur zal kneden en herkneden". Het is aan de Vlamingen om op een verstandige manier zich op een nieuwe evolutie in de staatshervorming nu al grondig voor te bereiden. Bert CORNEUS Het Vlaams parlement heeft in samenwerking met Uitgeverij Pelckmans het boek van Martine Goossens: Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement 1970-1995 uitgegeven. Het boek telt 480 bladzijden en kost 1.490 frank. HET VOLKSBELANG / 5
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Gesel van het Nationalisme In Washington kondigde president Clinton met tevredenheid aan, dat onderhandelingen in de hoofdstad van de V.S. hadden geleid tot een wapenstilstandsakkoord voor Bosnië, waardoor naar hij hoopte althans - een einde moest komen aan bijna vier jaar bloedvergieten in die republiek, voorheen een onderdeel van ex-Joegoslavië. Dank zij deze wapenstilstand zouden Bosnië, Servië en Kroatië vredesonderhandelingen kunnen beginnen, insgelijks in de V.S. In principe moet worden onderhandeld op basis van een door de Amerikaanse diplomaat Holbrooke uitgewerkte regeling, waardoor Bosnië-Herzegovina zou blijven bestaan, maar dan opgedeeld in twee republieken: één gecontroleerd door de Bosnische Serviërs en de andere door een moslim-Kroatische federatie. Hoezeer men zich ook moge verheugen over deze gunstige evolutie, toch schuilen er nog heel wat addertjes in het gras en zijn enkele bedenkingen veroorloofd. In de eerste plaats is dit een kaakslag voor alle betrokken Eurol>ese diplomaten, ministers, premiers en staatshoofden, die zich in de loop van de voorbije jaren vruchteloos hebben ingelaten met het Joegoslavische kluwen. Europa heeft zich machteloos, inspiratie loos en vooral verdeeld getoond. De oude rivaliteiten staken weer de kop op. De Fransen kozen aanvankelijk resoluut de kant van de Serviërs, hun beschermelingen uit de voormalige "Kleine Entente", die in 1920-1921 onder Franse vleugels was opgezet tussen toenmalig Tsjechoslowakije, Roemenië en Joegoslavië en die in de jaren de rtig roemloos ten onder ging. De Duitsers, hunnerzijds, wisten niet hoe gauw ze de onafhankelijkheid van Slovenië en Kroatië moesten erkennen, insgelijks bondgenoten, maar dan uit een minder fraai Duits verleden. En de Britten poogden .zoals steeds tijd te winnen, de kat uit de boom te kijken, • alleen wisten ze niet goed waarom. Het was met een nauwelijks onderdrukte zucht van opluchting, dat de Europeanen de regeling van het voor hen onontwarbare Joegoslavische conflict in handen speelden van de Amerikanen. De NAVO heeft uiteindelijk de Bosnische Serviërs tot de orde ~eroepen, dank zij vooral de militaire spierkracht van de Amerikaanse vloot en de Amerikaanse luchtmacht. En diplomaat Holbrooke daarna, gesterkt door 6/ HET VOLKSBELANG
kon deze
NAVO-rugdekking en mits hardnekkige onderhandelingen, in maanden bewerkstelligen, waar jarenl ang pendelende Europese prominenten niet toe in staat waren. Onbetrouwbaar Natuurlijk was president Clinton wel zo realistisch om te beklemtonen, dat de betrokken partijen zich moete houden aan de afspraken van het staakt-hetvuren. Het is te begrijpen, dat hij een slag om de arm houdt, want ook hij heeft met scha en schande geleerd wat voor vlees hij daar in de kuip heeft. En hiermee zijn we meteen aan-geland bij een erg dubieus aspect van het Joegoslavische drama, namelijk de heerschappen die ter plaatse de scepter zwaaien en die van hun eerste leugen niet gebarstenzijn. Laten we beginnen met de minst verdachte: de Bosnische president Alija Izetbegovic. Die kreeg de laatste jaren de rol van slachtoffer opgedrongen. Inderdaad, de manier waarop de BosnischServische scherpschutters en kanonniers zijn tekeer gegaan tegen zijn stad Sarajevo tart alle beschrijving. De daar gevallen doden onder weerloze burgers, de onmenselijke blokkade en de enorme schade die werd aangericht hebben de doorslag gegeven bij het besluit van de NAVO om eindelijk kordaat in te grijpen. Maar Izetbegovic is geen heilige. Dat heeft hij bewezen door onmiddellijk in het kielzog van de NAVO-bombardementen uit te pakken met een eigen offensief tegen de Bosnische Serviërs. Kwestie van een zo sterk mogelijke onderhandelingspositie te verwerven. Dan zijn er de Kroaten. Die hebben in Washington het wapenstilstandsakkoord niet mede ondertekend, maar de regering van president Thdjman heeft plechti~ beloofd er zich ''bij aan te sluiten' . Tudjman paradeert wel in een glorierijk wit uniform, dat hij heeft afgekeken van wijlen president Tito, maar daarmee kan hij zijn figuur niet redden, want ook hij heeft bij herhaling bewezen niet terug te deinzen voor een nummertje etnische zuivering. Door het uitroepen van de Kroatische onafhankelijkheid waaraan de Duitse Bondsrepubliek overhaast haar zegen heeft gegeven, daarmee de Europese Unie voor een voldongen feit plaatsend - heeft Tudjman trouwens mee de lont in het Joegoslavische kruitvat geworpen. Oorlogsmisdadigers Naast
de
handtekening
van
Izetbegovic prijken op het wapenstilstandsdocume.nt twee beruchte namen : die van de BosnischServische leider Radovan Karadzie en zijn generaal Ratko Mladic. Zij hadden bovendien een prima getuige meegebracht, in de persoon van niemand minder dan president Slobodan Milosevic van "klein Joegoslavië" (gevormd door Servië en Montenegro). Voorwaar een mooi stel schavuiten. Milosevic is een van de aanstichters, allicht de belangrijkste, van de Joegoslavische burgeroorlog, de originele, authentieke opruimer. We herinneren ons nog, dat hij voor een drietal jaren in de Franse rers werd uitgescholden voor 'salaud". We maakten hier destijds de overweging, dat die "smeerlap" ooit nog wel eens als vredesapostel zijn rentre e zou maken. En jawel hoor, daar heb je de etnische jager, die nu zijn ''volksgenoten'' Karadzic en Mladic met enige aandrang naar de onderhandelingstafel heeft gedirigeerd. Men hoefde trouwens geen profeet te zijn om die voorspelling te maken. Derg elijke gedaanteverwisselingen zijn nu eenmaal schering en inslag op het wereldtoneel. En de doden, ze mogen helden zijn of slachtoffers, die zijn en blijven dood en kunnen niets meer inbrengen. Karadzich en Mladic zijn kandidaat-betichten voor een internationaal Joegoslavië-gerechtshof, ingevolge de bloedbaden die door hun milities werden aangericht. Officieel maken die troepen deel uit van een zogenaamd Bosnisch-Servisch leger, maar ze ~e dragen zich als struikrovers, die God noch gebod kennen. Dat van die rechtbank klinkt natuurlijk heel goed, maar we zijn heel erg benieuwd of Karadzic en Mladic er ooit voor zullen verschijnen. Voorlopig kunnen ze met reden aannemen, dat ze buiten schot zullen blijven. Ze zijn immers vooralsnog onmisbaar bij de vredesbesprekingen en ze werden in Washmgton alleszins met de vereiste egards behandeld. Massamoord Terwijl het onder Amerikaanse auspiciën in Washington verzamelde gezelschap zichzelf ongetwijfeld gelukwenste met zijn hooggestemde menslievende doelstellingen en gevoelens bleven en .blijven hardnekkige geruchten en getuigenissen binnenstromen over d e door hun geboefte aangerichte slachtpartijen. Het lijdt nu geen twijfel meer dat de Bosnische Serviërs van Karadzic en Mladic in juli 3.000 of misschien wel meer moslims uit
de veroverde moslim-enclave Srebrenica hebben vermoord. De executies vonden plaats m Krizevci, 40 km ten noordoosten van Srebrenica. Nabij de eerste hulppost van de tot machteloos toekijken gedwongen Nederlandse blauwhelmen werd een "selectie" doorgevoerd onder moslemvluchtelingen. De uit de massa gehaalde mannen werden naar het stadion van Krizevci vervoerd en daar werden ze in groepjes van 10 tot 15 in de naburige heuvels met schoten in de rug afgemaakt. Enkele mannen die het overleefden, door zich te laten vallen en zich voor dood te houden, hebben hierover getuigd. Het Rode Kruis maakt bovendien nog altijd gewaç van 8. 000 personen uit Srebremca, die worden vermist. De Kroaten lieten zich evenmin onbetuigd. Yasushi Akashi, de leiding gevende UNO-diplomaat in voormalig Joegoslavië, verklaarde, dat de Verenigde Naties beschikken over de onomstotelijke bewijzen van een door Kroaten aangericht bloedbad. In het door hen heroverde dorpje Varivode in het zuiden van Krajina, hebben mannen in Kroatische legeruniformen negen bejaarde burgers, wier leeftijd schommelde tussen 66 en 84 jaar, afgemaakt. Het Kroatische offensief in de Krajina lokte een nieuwe ramp uit in de vorm van een gedwongen volksverhuizing van 120.000 Serviërs, die werden verdreven uit dorpen waar hun voorouders al sinds generaties leefden. Slechts 3.500 Serviërs, meestal oude, zieke en gehandicapte personen bleven achter; overgeleverd aan willekeur en mishandelingen. In de loop van de voorbije maanden werden in de Krajina 120 Serviërs omgebracht, de meesten ouder dan 60. "Een sterkere macht" Op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd gehoopt op wereldvrede .. Dat is een naïeve verwachting gebleken. In de voorbije 50 Jaar hebben de wapens nooit echt gezwegen. Zijn de mensen onbeleerbaar, vergeten ze zo snel, dat ze zich steeds . weer op sleeptouw laten nemen door de nationalistische en racistische drogredenen van gevaarlijke demagogen? In haar meesterlijke boek over Albert Speer, Hitiers architect en organisator van de Duitse oorlogseconomie, wijdt de Hongaarse schrijfster, historica enjoumaliste Gitta Sereny volgende paragraaf aan de nationalistische verblinding en intolerantie, een paragraaf welke we onze lezers niet willen onthouden: "Ook in de jaren negentig zijn de NOVEMBER 1995
••
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
gevolgen van extreem nationalisme en racisme duidelijk waarneembaar. We hebben dit kunnen zien in het Midden- en VerreOosten, in Afrika, in India en, wat velen van ons misschien nog wel het pijnlijkst is, in het voormalige Joegoslavië. Of degenen die er onder te lijden hebben nu joden of Koerden zijn, zwart of blank, Arabier of moslim, orthodoxe, protestantse of rooms-katholieke christenen, we hebben gezien, dat intolerantie voortdurend de kop blijft opsteken.
Toch blijkt er in de praktijk altijd een eind aan te komen, alhoewel . de oplossing zelden eervol of blijvend is. Bijna nooit komt er een einde aan intolerantie doordat de betrokkenen wijzer of kalmer
worden. Neen, het eind van de problemen komt pas in zicht als deze mensen op een sterkere macht stuiten, of het gewoon voor gezien houden. Dan vergeten ze voor het gemak de sterke emoties waar ze zojuist nog mee te kampen hadden en de afschuwelijke handelingen die ze kortgeleden nog hebben verricht. Ineens zijn ze inschikkelijk, zelfs gretig om te onderhandelen, bemiddeling te aanvaarden, in staat te vergeten. Deze snelle aanpassing stelt hen niet alleen in staat zichzelf te zien als beschaafde mensen, ook de rest van de wereld beschouwt h en plotseling als zodanig." Daar hoeft niet veel aan te worden toegevoegd. Het komt uit de pen van iemand die fascisme en
nazisme sedert jaren grondig bestudeert en die ook beslagen is in wat er zich sedert 1945 heeft afgespeeld op onze getormenteerde aardbol. Joegoslavië is een Europees land, maar zoals Gitta Sereny heeft geconstateerd bij andere conflicten, het eind van de waanzinnige wreedheden lijkt daar slechts in zicht te komen omdat tirannen en tirannetjes op een "sterkere macht" zijn gestuit, namel ijk die van de NAVO en de V.S. Zal de Europese Unie ooit in staat zijn zelf zulke "kalmerende, sterkere" macht op de been te brengen? Maar daar zijn politici en vooral staatslieden voor nodig die zich boven het strijdgewoel, de achterbakse berekeningen en de lage
passies kunnen verheffen en wier horizon niet beperkt is tot de volgende stembusgang of zelfs de volgende opiniepeiling. Als we dan horen hoe in het Britse Lagerhuis de Tory-regering plechtig belooft voortaan een buitenlands beleid te voeren, dat alleen en uitsluitend de Britse nationale belangen dient, als we getuige zijn van Chiracs roekeloze kernbom-grandeur, als we zien hoe in Duitsland met de dag het verzet groeit tegen het ruilen van de eigen nationale munt tegen een Europese, dan is er blijkbaar wel aanleiding tot bezorgdheid en enig pessimisme. Al kan dat nooit een reden zijn om de goede strijd op te geven. R.S.
HULDEBOEK MARCEL BOTS
De meest gepaste en verdiende hulde die vrienden en collega' s van Prof. em. Dr. Marcel Bots hem ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag kunnen brengen, bestaat uit de publikatie van dit boek ..Het bevat immers overwegend studies van eminente specialisten over diverse onderwerpen uit de Belgische geschiedenis van de 18de tot de 20ste eeuw, waarvoor Marcel Bots, die als germanist zich steeds historicus heeft gevoeld, enorm veel heeft gedaan als oprichter en voorzitter van het Liberaal Archief en als auteur van verschillende door deze instelling uitgegeven werkinstrumenten en monografieën op het gebied van .de hedendaagse geschiedenis van België. Anderzijds bevat dit huldeboek enkele bijdragen over het moderne geestesleven, waarvoor de gevierde als overtuigd liberaal vrijzinnige steeds bijzondere belangstelling heeft gehad. Onder deze bijdragen neemt het hier postuum gepubliceerde opstel van zijn onlangs overleden vriend Prof. em. Dr. Leo Apostel, met wie hij in 1966 het veel geciteerde boek «Pluralisme en Verdraagzaamheid» schreëf, een bijzondere plaats in. Het Huldeboek Marcel Bots is een
inhoudelijk rijk boek dat door zijn wetenschappelijk karakter de kenmerken van een gelegenheidspublikatie in grote mate overstijgt en een blijvende waarde heeft voor al wie interesse heeft voor de hedendaagse Belgische geschiedenis.
De geschiedenis van het liberale leven in België vormt een eerste thema in het boek. Prof. dr. Eliane Gubin (ULB), in samenwerking met Jean-Paul Mahaux en Jean Puissant, behandelt een NOVEMBER 1995
sant facet uit het begin van de politieke loopbaan van Henri Rolin en Prof. dr. Lode Wils (KUL) vestigt de aandacht op de vergeten figuur van Nicolaas Jan Cupérus als liberaal flamingant. Dr. Frans-Jos Verdoodt (ADVN) geeft een beeld van de Belgische pers op het einde van de 19de eeuwen van de ideologische opstelling ervan. Dr. Wouter Steenhaut en Michel Vermote (AMSAB) geven een overzicht van de Belgische liberale. archieven die zich sinds het einde van de tweede wereldoorlog in Moskou bevinden.
Marcel Bots
onontgonnen stuk sociale geschiedenis, meer bepaald de werking en de betekenis van de Brusselse «Association générale ouvrière» als uiting van het progressief liberalisme. In dezelfde lijn is er de bijdrage van dr. Jan De Maeyer (KADOC) over het beeld van François Laurent en de liberale volkswerken binnen de ontluikende arbeidersbeweging te Gent. Prof. dr. André Devreker (RUG) belicht het ideeëngoed van Friedrich August Hayek. Prof. dr. Jean Stengers (ULB) behandelt een weinig bekend maar interes-
De Vlaamse problematiek is een tweede thema dat in de bundel aan bod komt. Prof. dr. Juul Hannes (VUB) analyseerde uitvoerig en voor de eerste keer het aandeel van Vlaanderen in de totale belastingopbrengsten. Uit de analyse blijt dat «arm Vlaanderen» tot aan de eerste wereldoorlog verhoudingsgewijze meer dan zijn aandeel heeft geleverd in het vullen van de nationale schatkist. Dit is een nieuw element in de discussie rond de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië. Deze historische studie kan dit debat dan ook enkel verrijken en uitdiepen. Prof. dr. Walter Prevenier (RUG) behandelt het pluralisme en de samenwerking binnen de na-oorlogse Vlaamse beweging. Prof. dr. Harry van Velthoven (Hogeschool Gent) evalueert de positie van de Vlamingen in Brussel, gerelateerd aan de situatie in het onderwijs. Naast een historische schets geeft hij ook een visie op een wenselijk toekomstig beleid rond deze materie. Het algemeen geestesleven verdient uiteraard ook een plaats in dit huldeboek. Een postuum
opstel van Prof. dr. Leo Apostel, die onlangs overleed, opent deze reeks. Hij stelt dat het postmodernisme kan gezien worden als een voortzetting van de emancipatiebeweging die de Verlichting was. Dr. Jeffrey Tyssens (VUB) geeft een historisch overzicht van de vrijmetselarij te Gent vanaf 1763 tot aan de tweede wereldoorlog. Prof. dr. Jaak Van Schoor (RUG) behandelt de perceptie van het werk van Voltaire in onze streken. Prof. dr. Helmut Gaus (RUG) geeft zijn visie op het verschijnsel «individualisme» in functie van de golfbewegingen binnen de maatschappij. Twee bijdragen handelen over Gentse hoogleraren. Prof. dr. Antonin van E1slander (RUG) staat stil bij de inbreng van Jozef Vercouillie in de Vlaamse Academie. Prof. dr. Albert Derolez (VUB) schetst een boeiend beeld van twee universitaire hoofdbibliothecarissen Vander Haegen en De Vreese, van hun onderlinge verhouding en hun inbreng in de uitbouw vande collectie van de centrale bibliotheek van de Gentse universiteit. Het huldeboek bevat uiteraard ook een biografische schets van Marcel Bots van de hand van Prof. dr. Adriaan Verhuist. Luc Pareyn belicht de inbreng van de gevierde in de uitbouw van het Liberaal Archief. Deze bijdrage geeft ook een schematisch overzicht van het beschikbare archiefen documentatiemateriaal op het Liberaal Archief. Het «Huldeboek Marcel Bots» is te verkrijgen door storting van 995 fr. (900 fr. + 95 fr. verzendkosten) op rekeningnummerOOO-1519870-74 van het Liberaal Archief, Kramersplein 23, 9000 Gent. HET VOLKSBELANG / 7
'Braveheart" of een Australiër in de Iers-Schotse vrijheidsstrijd
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Clint Eastwood corrigeert auteur van "The Bridges of Madlson County" In tegenstelling tot de Nouveau Beaujolais, die wel eens erg zuur kan uitvallen, blijkt de nieuwe filmoogst van bijzonder goede kwaliteit te zijn. Met aroma -s en kleurtjes die een lust voor het gehemelte zijn én fonkelen als. een lekker wijntje in een fijn geslepen kristallen kelk. Uit het recente aanbod hebben we twee "crus" gekozen, die onder een aanlokkelijke label ook een rijke inhoud te bieden hebben. "Braveheart" en "The Bridges ofMadison County" zijn, wellicht niet toevallig, produkties van twee Hollywood-veteranen die voor de camera internationale roem verwierven en nu achter de camera willen aantonen dat zij hun acteurservaringen ook een creatieve dimensie kunnen geven op het vlak van de filmrealisatie in globo. Voor "Braveheart" , een epos rond de middeleeuwse volksheld William Wallace, kwam de Australiër Mei Gibson naar Europa, meer bepaald Ierland, waar de Ardmore Studio -s in Bray dankzij een vooruitstrevend filmbeleid als produktiecomplex zowat de directe concurrent is geworden van de Britse Shepperton Studio' s. Door enorme investeringen heeft de nieuwe Ierse minister voor kunst, cultuur en de Keltische taal, de flamboyante William Higgins, die van de ontwikkeling van de inheemse filmindustgrie één van zijn prioriteiten heeft gemaakt, The Irish Filmboardtin Galway) en het gloednieuw Irish Film Centre(in Dublin) tot ijkpunten gemaakt van een economische herleving die moet leiden tot meer buitenlandse beleg. gingen en op inlands vlak vooral banen en scholingsmogelijkheden moet opleveren. Door het verlenen van fiscale stimulansen aan buitenlandse filmproducenten en binnenlandse Investeerders (in de cinema) slaagde Higgins er in nauwelijks één jaar in de beleggingen in film van 1 tot 100 miljoen pond op te vijzelen! Dit alles tot groot verdriet en afgunst van zijn Britse collega, wiens puriteinse zuinigheid in het afwegen van wat (vooral niet) mogelijk is voor de Britse filmindustrie in de betrokken kringen grote wrevel en ergernis wekt. Wellicht kan onze minister van Vlaamse cultuur eens te rade .gaan bij zijn Ierse ambtsgenoot ? Eigen volk eerst Het gekke van "Braveheart" is intussen dat MeI Gibson die dus om hoger uiteengezette redenen Ierland uitkoos om vorm te geven aan de legendarische avonturen van een echte Schotse vrijheidsstrijder er door de Schotten helemaal niet op aangekeken wordt, integendeel ingehaald wordt als een nieuwe volksheld en verdediger van de Schotse zaak. Maar in hun strijd tegen de verfoeide Engelsen trekken Ieren en Schotten al langer aan 8/ HET VOLKSBELANG
die knap gechoreografeerd is, zodat dit groots epos dat ruim 3 uur duurt geen ogenblik verveelt. Niet alleen als vertolker van de titelrol, ook als filmregisseur is Gibson wat ons betreft "summa cum laude" geslaagd! Rijpe Love Story In de jaren zestig zette "Love Story" van Eric Segal de Amerikaanse jeugd in vuur en vlam en de film die uit deze larmoyante melo werd gepuurd werd een wereldsucces. Nu zwijmelen Amerikanen van rijpe leeftijd van "The Bridges of Madison County" van Robert J ames Waller, een voormalig hoogleraar Mana-
één zeel. Dat verklaart veel, zo niet alles over het gigantisch succes van "Braveheart" in Schotland zelf, waar men weken op voorhand een kaartje moet reserveren en de film na afloop telkens een ovationeel applaus krijgt. En vergete, we vooral niet te melden dat in de bioskopen telkens spontaan gejuich opklinkt als een Engelse kop rolt onder het wrekende zwaard van Gison! Men kan natuurlijk bedenkingen hebben bij deze opstoot van nationalisme met historische roots, die t.eruggaan tot In de 13e eeuw. Maar de bloedige Engelse geschiedenis, vol onverbiddelijke veroveringsdrang en hooghartige Mei Gibson als middeleeuwse volksheld tirannte, IS nu aan de obscure eenmaal een druk geraad- gement pleegd vademecum voor volke- University of Northern lowa, ren, die snakken naar vrijheid die een fel aansprekend veren onathankelijkheid. De film haal ontwikkelde over het met voert ons terug naar de periode thema Marlboro-man van koning Edward I, die de artistieke neigingen valt voor vacante Schotse troon voor een door haar man verwaarszich opeist en door de verra- loosde boerin en wekt haar tot derlijke collaboratie van een nieuw liefdesvuur. Steven aantal invloedrijke Schotse Spielberg zag er direct brood in edelen, die hij voor zijn streven en sprak voor de verfilming won met het toezeggen van Sidney Pollack aan als regislanderijen, bijna slaagt in zijn seur en Robert Redford voor snode plannetjes. Tot William de rol van de tanige foto~aaf Robert Kincaid van National Wallace als een wrekende engel letterlijk en figuurlijk Geografie Magazine. Kincaid, stokken in de wielen komt ste- een "oudere man met een buik ken. Het ontbreekt dan ook zo vlak als het lemmet van een niet aan forse knokpartijen die mes"", een soort Iron John, in hun rauw realisme vaak een "met gespannen borstspieren schokkend schouwspel opleve- net onder de zilveren ketting ren. Maar Gibson heeft feeling rond zijn hals", valt voor genoeg om harde en spectaku- Francesca Johnson, een gewelaire strijdtaferelen af te wisse- zen Italiaans oorlogsbruidje, len met momenten van grote omdat hij niet houdt van "jonge vrouwen die de intelligentie en tederheid en romantische hartstocht, geboren uit levensbevlieging in een combinatie
ervaring" missen. Walier ' s boekje wemelt van soortgelijke in staccato-taal geschreven cliché' s, die vaak doen denken aan contactadvertenties. Toch staat "The Bridges of Madison County" al meer dan drie jaar in de bestsellerlijst van The New York Book Review. Voor het naar romantiek smachtende Amerika van de jaren negentig was de verfilming van deze populaire novelle dus een must maar in plaats van Pollack en Redford trad Clint Eastwood aan als regisseur én hoofdvertolker. Hij contacteerde ook Meryl Streep voor de gegeerde rol van de 45-jarige boerin uit lowa en dàt was zonder meer een meesterzet. Streep(44) die na "Postcards from the Edge" en de geflopte comedie "Death becomes her" dringend aan een come back toe was, is subliem als Francesca Johson en vertolkt adembenemend de zorgzame huismoeder die aan de zijde van haar brave maar saaie echtgenoot wegdroomt bij Yeats en Bellini en die na een vierdaagse vurige romance met Kincaid toch voor haar gezin kiest. Die verzakingsscène is overigens hét dramatisch hoogtepunt van de film. Een paar dagen na hun afscheid ziet Francesca de niet begrijpende Robert hunkerend in de gietende regen staan wachten en kan ze zich er net van weerhouden de auto van haar man te ontvluchten en te kiezen voor een nieuw en avontuurlijker leven. Het is een intens aangrijpend moment, gewild sentimentgeel in zijn afweging van liefde en opoffering, maar ook geheel beantwoordend aan de filosofie van Clint Eastwood mbt. tot échte liefde en de allerheilige Family Values. Eastwood bewijst als acteur én spelleider zijn gezag in het radicaal weren van kleffe clicha "s en goedkope stuivertjesromantiek, waardoor hij meteen ook de auteur (met de hulp van zijn scenarist Richard LaGravenese) mooi op zijn nummer zet. Aangrijpend is ook de aanwending van flash forwards, waarin Francesca ' s kinderen na haar overlijden haar groot geheim uit brieven en dagboeken destilleren en hun aanvankelijk ongeloof en revolte tov. van haar ''wangedrag". Het vergt grote kunde en levensinzicht om soortgelijke kiese situaties geloofwaardig over te brengen. Eastwood is dan ook in ieder opzicht een grote meneer. Fernand Papon NOVEMBER 1995