De natuur in Brussel : een rijkdom die we moeten ontwikkelen EEN PLAN - TALRIJKE ACTIES
Inhoudstafel De natuur in Brussel, een transversale uitdaging
3
Een nieuw kader voor de Brusselse natuur
4
Het Natuurplan en het Groen en Blauw Netwerk
5
Al meer dan 20 jaar actief op het terrein
7
De natuur in Brussel, een transversale uitdaging Gezien de enorme groei van de Brusselse bevolking, is het van het grootste belang in te zien hoe waardevol de natuur is en er zorg voor te dragen dat er voldoende groene ruimten zijn. Onze hoofdstad is een van de groenste van Europa en dit moet zo blijven. Tegelijk moet de stad zich kunnen blijven ontwikkelen. Daarom moet de natuur haar plaats krijgen in de andere beleidsplannen van het Gewest, vooral op het vlak van stedenbouw en ruimtelijke ordening (in het GPDO en het GBP). De ordonnantie van 1 maart 2012 en het toekomstige Natuurplan zorgen hiervoor. De noodzaak om nieuwe groene ruimten te voorzien – vooral in het centrale gebied – en om de ecologische kwaliteiten van ons Gewest te behouden, vormen voortaan de leidraad bij de denkoefening over hoe Brussel zich zou moeten ontwikkelen. Groene stad, stad vol natuur
Een steeds grotere stedelijke druk
Brussel heeft haar reputatie van groene stad niet gestolen: bijna 54% van het gewestelijk grondgebied bestaat uit groene of daarmee gelijkgestelde ruimten, grotendeels dankzij het Zoniënwoud en de vele privétuinen.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent een sterke bevolkingsgroei (100.000 inwoners meer dan 10 jaar geleden, en er zullen de komende 10 jaren nog 170.000 inwoners bijkomen). Binnen deze specifieke stedelijke context, zijn de voornaamste factoren die de biodiversiteit bedreigen:
Ongeveer 19% van de oppervlakte van het Gewest wordt ingenomen door groene ruimten die toegankelijk zijn voor het publiek. Ze worden hoofdzakelijk aangelegd en beheerd door Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en de gemeentebesturen. Leefmilieu Brussel beheert bijna 2.200 ha, waarvan 400 ha park, 1.735 ha bos en 54 ha buiten de gewestelijke bossen gelegen natuurreservaten. De private groene ruimten zijn goed voor meer dan 5.500 ha, gaande van tuintjes tot grote domeinen en landbouwgrond. Ook de verenigingswereld en andere actoren zijn verweven met de dynamiek van de groene ruimten. Voor een stad van deze omvang is biodiversiteit duidelijk zowel kwalitatief als kwantitatief aanwezig. Dit is vooral te danken aan de omvang van deze groene oppervlakte, waarvan een deel geniet van specifieke beschermingsstatuten.
•
de hoge vastgoeddruk, vooral op onbebouwde oppervlakten, en meer bepaald op de braakliggende terreinen in het stadscentrum en op de overblijfselen van landelijke zones aan de rand van het Gewest (Neerpede, Neder-over-Heembeek, Haren…);
• de hinder veroorzaakt door de toename van de bevolkingsdichtheid en van de menselijke activi teiten (vervuiling, versnippering, verstoring, enz.). Door de bevolkingsgroei wordt het nog belangrijker om de openbare ruimte in het algemeen en de groene ruimten in het bijzonder te beschermen en te ontwikkelen: de noodzakelijke verdichting van de stad mag geen negatieve weerslag hebben op de levenskwaliteit van de Brusselaars.
© X. Claes
Rekening houden met de natuur in de andere beleidsplannen van het Gewest • Stedenbouw • Ruimtelijke ordening • Mobiliteit • Openbare ruimte • Waterbeheer
Toch stelt men vast dat de biodiversiteit erop achteruitgaat in Brussel. 3
Een nieuw kader voor de Brusselse natuur Aanvullende hulpmiddelen
Een aangevuld en versterkt regelgevend kader
De ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud vormt het fundament dat het Gewest toelaat een ambitieus en coherent natuurbeleid te ontwikkelen.
De natuurordonnantie van 1 maart 2012 legt de grondslag voor een beleid dat evenveel aandacht besteedt aan natuurbescherming als aan de andere beleidslijnen van het Gewest.
Het natuurrapport van september 2012 geeft een stand van zaken van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hierdoor beschikt het voor het eerst over een objectieve basis waarop het zijn natuurbeleid kan oriënteren. Het rapport geeft een overzicht van de gegevens die verzameld werden over de staat van de natuurlijke habitats en de soorten, evalueert de belangrijkste factoren die de habitats en soorten bedreigen, en stelt oplossingen voor om de toestand te verbeteren.
• de planning van het beleid inzake natuurbehoud zodat biodiversiteit beter in de stad wordt geïn tegreerd;
Het ontwerp van Natuurplan, dat door de Brusselse regering in september 2013 werd goedgekeurd, is ook een primeur voor Brussel. Het ontwerpplan, dat gebaseerd is op het natuurrapport, wil de integratie van de natuur in het hele stadsweefsel bevorderen, wat de kwaliteit van de stad en van het stadsleven ten goede komt. Het ontwerp van Natuurplan was het voorwerp van een milieueffectenbeoordeling en werd vervolgens – tussen 15 februari en 15 april 2014 – onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Verder voorziet de natuurordonnantie in:
© M. Gryseels
• de voltooiing van de omzetting van de Europese richtlijnen inzake de bescherming van de habi tats en de soorten; • de uitbreiding van het stelsel dat 14% van het grondgebied beschermt als natuurgebied (natuurreservaten en Natura 2000-gebieden); •
de invoering van een mechanisme voor de monitoring en de rapportering van de staat van instandhouding van in het wild voorkomende soorten en natuurlijke habitats;
• een bijdrage om een Brussels ecologisch netwerk uit te bouwen.
© F. Demeuse
© O. Beck
Samen, maken we van Brussel een duurzame stad! 4
Het Natuurplan en het Groen en Blauw Netwerk De opstelling van het gewestelijk Natuurplan heeft de uitdagingen met betrekking tot de natuur in de stad en de plaats die de natuur in de stad moet krijgen op de agenda van de Regering gezet. Het gewestelijk Natuurplan heeft immers betrekking op het hele Brusselse grondgebied. Het beoogt een vlottere integratie van de natuur in de stad, wat niet alleen de soorten en de biodiversiteit ten goede komt, maar vooral ook het Gewest en de Brusselaars. Meer natuur Het ontwerp voorziet dat de publieke ruimte wordt verrijkt met zoveel mogelijk natuurlijke elementen. Op die wijze zal de stedelijke biodiversiteit worden vergroot en het contact met de natuur worden vergemakkelijkt. In overeenkomst met het GPDO beoogt het plan de aanleg van nieuwe openbare parken in het centrale en dichtbebouwde deel van Brussel, en het behoud van het groene karakter en van de kwaliteit van de groene ruimten in de rest van het Gewest. Daarnaast wil het plan meer aanplantingen in het stadscentrum door meer initiatieven die de biodiversiteit ten goede komen in de stadsprojecten op te nemen.
Een Groen en Blauw Netwerk voor een stad die ademt Het plan wil ook een Brussels ecologisch netwerk creëren dat de natuurgebieden en parken met elkaar verbindt om, op die wijze, de werking van de ecosystemen te verbeteren en de ontwikkeling van de biodiversiteit te ondersteunen.
Samenwerking uitbouwen • De verschillende benaderingen op elkaar afstemmen door dialoog • De natuur integreren in de beleidsplannen inzake stedelijke ontwikkeling
Het plan moedigt de besturen aan om meer samen te werken. Zo kunnen de verschillende benaderingen beter op elkaar worden afgestemd en wordt het gemakkelijker het thema natuur te integreren in de sectorale beleidslijnen, vooral wat betreft de domeinen stedenbouw en mobiliteit.
© F. Demeuse
Recreatiegebieden in groene ruimten creëren en de biodiversiteit beschermen 5
Groenvoorzieningen zijn van essentieel belang voor de fysieke en mentale gezondheid van de Brusselaars
De Brusselaars sensibiliseren en mobiliseren Het plan stelt ook initiatieven voor om, door bewustmaking en educatie, het belang van de aanwezigheid van natuur in de stad bevattelijker te maken en acties te ondernemen waardoor natuur en stad met elkaar worden verzoend.
Het Groene en Blauwe Netwerk: een structuurvisie op natuur in de stad Het ecologisch netwerk is bedoeld om interactie en verplaatsingen van in het wild levende soorten binnen een gebied te vergemakkelijken. Deze verplaatsingen voorkomen isolement en uiteindelijk ook het uitsterven van kleine populaties geïsoleerde soorten. Het Brussels ecologisch netwerk, dat het “Groene Netwerk” en het “Blauwe Netwerk” omvat, heeft ook tot doel een langetermijnvisie en -planning te ontwikkelen om de Brusselaars dichter bij de natuur te brengen, en – meer in het algemeen – hun leefomgeving te verbeteren. Het wil, over een raster dat het Gewest overspant, een “web van gezelligheid, openheid en ademruimte” weven. Het Groene en Blauwe Netwerk heeft vooral tot doel het tekort aan groene ruimten op te vullen in gebieden waar er bijzonder weinig zijn, de bestaande groene ruimten onderling te verbinden, de biodiversiteit van fauna en flora te behouden en uit te breiden, en werk te maken van de herwaardering van het open water en de vochtige gebieden. Vanuit deze optiek voorziet het ontwerp van GPDO de aanleg van 15 nieuwe stadsparken, de aanleg van bijna 160 km aaneengesloten groenzones en de versterking van het groene karakter van bijna 40 km gewestwegen. Volgens het ontwerp van Natuurplan moet bij elk nieuw stedenbouwkundig project in het stadscentrum worden gezorgd voor aanplantingen van bomen langs de openbare weg en voor de vergroening van platte daken of gevels, zowel op openbare als private terreinen. In de periferie moeten de meer residentiële kenmerken alsook de biologische en landschappelijke kwaliteiten van de bestaande vegetatie worden behouden. In de tussenliggende zone ten slotte, moeten de verschillende soorten bestaande ruimten met elkaar worden verbonden om de continuïteit van het Brusselse Groene Netwerk te garanderen.
© X. Claes
6
Al meer dan 20 jaar actief op het terrein Een groot deel van het parkbeheer heeft betrekking op natuurlijke grasvelden en maaiweiden die vogels en insecten moeten aantrekken. Dood hout wordt behouden voor paddenstoelen en zorgt er zo voor dat organisch materiaal wordt gerecycleerd. Een Gewest zonder pesticiden en zonder GGO’s Reeds 20 jaar gebruikt Leefmilieu Brussel geen pesticiden bij het beheer van zijn groene ruimten. Maar de Regering wou nog verder gaan en heeft op 20 juni 2013 de ordonnantie goedgekeurd “betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”. Deze ordonnantie verbiedt het gebruik van pesticiden in openbare ruimten en in gevoelige zones waar de risico’s voor de volksgezondheid of het leefmilieu groter zijn. Het voert een opleidings- en erkenningssysteem in voor professionals en promoot geïntegreerde bestrijdingstechnieken en alternatieve methoden. De Regering heeft in juli 2013 ook een Gewestelijk Programma voor de Reductie van Pesticiden aangenomen, als bijdrage van het Brussels Gewest aan het Nationaal Actieplan voor de Reductie van Pesticiden. In 2010 heeft het Gewest zich ook aangesloten bij het Europees netwerk van regio’s zonder GGO’s.
Van moestuin tot stadsboerderijen
© CC - Wikimedia
bineren. Sinds 2004 steunt het Gewest de aanleg van moestuinen in Brussel. Alleen al op de terreinen die door Leefmilieu Brussel worden beheerd, werden niet minder dan 102 moestuinpercelen aangelegd. Tegelijk namen burgers, scholen en verenigingen overal in de stad initiatieven rond kleinschalige teeltprojecten. De Stadsboerderij, die wordt gebouwd op het terrein van de Slachthuizen van Anderlecht, is een van de projecten op grotere schaal die bijdragen tot de ontwikkeling van de duurzame landbouw. Deze boerderij beslaat een dakoppervlakte van meer dan 3.000 m²; haar producten worden rechtstreeks verkocht in de daaronder gelegen voedingshal en restaurant.
Duurzame stadslandbouw Stadslandbouw is typisch voor de zoektocht naar nieuwe netwerken van korte ketens op het vlak van voedselproductie, naar kwaliteitsvolle producten en gronden, en naar authentieke variëteiten.
In Neerpede zal de oude boerderij van de Pede, die al jaren leegstaat, binnenkort opnieuw worden ingericht als een Bio-pool met 4 ha teeltgrond. Stadslandbouw is een van de assen van het nieuwe ontwerpprogramma EFRO 2014-2020 dat de regering heeft goedgekeurd in december 2013, en dat nieuwe projecten in deze sector zal financieren met Europese structuurfondsen.
Door fruit- en groenteteelt in de stad kan men de voordelen op het vlak van onderwijs, ecologie, maatschappij en volksgezondheid met elkaar com-
© D. Telemans
7
Tal van acties voor biodiversiteit en welzijn • De dialoog met de verenigingswereld werd ver sterkt. De eisen van de natuurverenigingen zijn ruim vertegenwoordigd in het ontwerp van Natuurplan. • Het overleg met de andere actoren op vlak van gewestelijke ontwikkeling werd eveneens ver sterkt en gestructureerd
Samenwerking met burgers Groene wijken, duurzame wijken, enz.: met de steun van het Gewest starten Brusselaars steeds meer projecten op waarbij de natuur in de stad een belangrijke rol speelt.
• Het vellen van bomen is voortaan verboden tij dens het broedseizoen, van 1 april tot 15 augus tus. •
De oppervlakte van het toekomstige park van Thurn & Taxis bedraagt nu 20 ha (terwijl er slechts 2 ha was voorzien in 2004). Dit park voegt zich bij de investeringen die het Gewest al 10 jaar doet (Bonneviepark, Hallepoortpark, Gaucheretpark, Zennepark…) om groene ruimten te ontwikkelen in de centrale stadsdelen.
• De Groene Wandeling, een parcours van 63 km dat sinds 2009 het Gewest omsluit, vormt het meest zichtbare element van het Groene Netwerk. Ze verbindt tal van – soms weinig be kende – groene ruimten en natuurgebieden in de zgn. tweede kroon, en herstelt het ecologisch weefsel. • In de loop der jaren werd een netwerk van speelpleinen aangelegd en uitgebreid om, over het hele grondgebied verspreid, recreatie-
© M. Gryseels
8
© Y. Fonck
© A. Van Latem
en speelruimten aan te bieden die aangepast zijn aan het lokale stedelijke weefsel. Zo zijn er bijvoorbeeld de stadsspeelpleinen die werden ontworpen in nauwe samenwerking met de gebruikers van het centraal gelegen Bonnevie- en het Liedekerkepark, alsook de in de periferie gelegen recreatiegebieden die natuurlijker zijn, zoals de speelpleinen in het Koning Boude-wijnpark en het Wilderbos.
• Met de biënnale “Parckdesign” startte het Gewest een denkoefening over het tijdelijke ge bruik van onbebouwde, verlaten of ontoeganke lijk gemaakte ruimten (ruigten of braakland). Het doel is deze terreinen open te stellen en burgers aan te moedigen ze zich toe te eigenen. • Promotiecampagnes en extra ondersteuning moedigen ecologisch en pesticidevrij tuinieren aan. •
Via het programma ter ondersteuning van duurzame voeding en het netwerk van stadsmoestuinen, worden er tal van individuele en collectieve moestuinen aangelegd, worden er moestuinmeesters en compostmeesters opgeleid, zijn er opleidingen in ecologische moestuinteelt voor het grote publiek en worden er moestuinen aangelegd in scholen.
• Met Infrabel wordt er samengewerkt aan een ecologisch beheer van de spoorwegbermen.
•
Het Gewest steunt onder andere het Maya’geproject dat burgeracties voor groenere en bloemrijke straten en wijken stimuleert en coördineert. Aanvankelijk hield Maya’ge zich bezig met de adoptie van boomperken. Vandaag wil deze vereniging de straten aantrekkelijker maken voor insecten die honing verzamelen, door gebruik te maken van alle “vergroenbare” ruimten van de straat: boomperkjes, klimplanten tegen de gevel, balkons, inspringstroken en tuintjes, vensterbanken, enz. Door de straten aldus met bloemen te verfraaien, worden ze aantrekkelijker en dragen ze bovendien bij tot het Groene Netwerk van het Gewest.
•
Het Groene en Blauwe Netwerk overschrijdt de grenzen van het Gewest, terwijl projecten zoals de “structuurvisie Zoniënwoud” en het “richtschema voor de Pede” samen met de aangrenzende Gewesten worden uitgevoerd.
Een «groen» Gewest in enkele cijfers
19% van de oppervlakte van het Gewest zijn openbare groene ruimten 793 plantensoorten 18 vleermuissoorten
© D. Telemans
26 m2 openbare groene ruimte per inwoner 91 km waterlopen en 40 vijvers © CC - Wikimedia
© B. Maindiaux
© Buttier - Larger
© D. Telemans
9
www.leefmilieubrussel.be www.duurzamestad.be Coördinatie: Isabelle Degraeve Redactie: Francis Radermaker Herlezingcomité: Axelle Bruyr, Isabelle Degraeve, Rik De Laet, Florence Didion, Marie-Céline Godin, Machteld Gryseels, Serge Kempeneers Copyright foto’s : Cover 1 et 2: Yves Fonck - bladzijden binnenwerk met vermelding fotograaf
Wettelijk depot: D/5762/2014/10 - maart 2014
© Y. Fonck
Verantwoordelijke uitgevers :F. Fontaine en R. Peeters – Gulledelle 100 – 1200 Brussel
Meer info