De lokale marktplatforms handel & distributie
Jaarverslag 2013
lokale overheden
consumenten
De lokale marktplatforms Jaarverslag 2013
2
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 Brussel Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be tel. 02 277 51 11 Vanuit het buitenland: tel. + 32 2 277 51 11 Verantwoordelijke uitgever:
Jean-Marc Delporte Voorzitter van het Directiecomité Vooruitgangstraat 50 1210 Brussel
Wettelijk depot: D/2014/2295/35 E7/0305-14
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Inhoud Voorwoord.....................................................................................................................................................................................................................5 1. Opdracht............................................................................................................................................................................................................7 2.
Activiteiten 2013......................................................................................................................................................................................8
3.
De lokale marktplatforms: 5 jaar werking in enkele cijfers............................................................ 13
4.
De lokale marktplatforms timmeren aan de weg........................................................................................ 18
5.
Enkele slotbeschouwingen..................................................................................................................................................... 23
6. Bijlagen........................................................................................................................................................................................................... 25
6.1. Huishoudelijk reglement.....................................................................................................................................................25 1. Doelstelling.....................................................................................................................................................................................25 2. Opdrachten......................................................................................................................................................................................25 3. Organisatie.......................................................................................................................................................................................25 4. Samenstelling..............................................................................................................................................................................26 5. Vergaderingen.............................................................................................................................................................................26 6. Verplaatsingsvergoeding..............................................................................................................................................27 6.2. Coördinaten............................................................................................................................................................................................27
3
© © Minerva Studio - Fotolia.com
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Voorwoord De lokale marktplatforms vormen voor de Algemene Directie Controle en Bemiddeling een van de instrumenten voor het observeren van de goederen en dienstenmarkt in België. Een rechtstreeks contact met de actoren op het terrein, met name vertegenwoordigers van consumenten, ondernemingen en lokale overheden, is zeer wenselijk om de ontwikkelingen in de lokale handelspraktijken op te volgen. Als antwoord daarop werden de lokale marktplatforms in juni 2008 opgericht, één voor elke provincie en één voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Naast de sensibilisering van de lokale actoren, willen de lokale marktplatforms een bijdrage leveren in het opsporen van eventuele dysfuncties in de marktwerking. Dit jaarverslag is het vijfde in de rij. Het geeft een bondig overzicht van de werking van de 11 lokale platforms in de 10 provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In 2013 werden 29 bijeenkomsten gehouden. Hieraan namen 476 “externe” deelnemers deel waarvan 61 vertegenwoordigers voor de consument (13 %), 122 namens het ondernemingsleven (25 %), 17 vertegenwoordigers van de gewesten (4 %) en 276 namens de lokale besturen (58 %). Verschillende thema’s kwamen aan bod. Experten van de FOD Economie maar ook van andere organisaties of instellingen, verleenden hun medewerking. In november 2013 werd, naar aanleiding van het 5-jarig bestaan, de werking van de lokale marktplatforms opnieuw geëvalueerd. Het kritisch opmaken van de balans van input (middelen) en output (resultaten) bracht aan het licht dat de formule aan een herziening toe was. De doelstellingen, bij de oprichting gesteld, werden slechts gedeeltelijk
5
bereikt. Zo was de aanwezigheid van bepaalde stakeholdersgroepen (ondernemingen en consumenten) in bepaalde platforms onvoldoende verzekerd. Niet alle bijeenkomsten kenden een goede opkomst. Ook de rol van de marktplatforms als instrument voor de marktobservatie en de signaalfunctie (het opsporen van dysfuncties in de marktwerking), kreeg in de praktijk slechts een beperkte invulling. De vraag werd terecht gesteld of er geen volwaardige alternatieven waren om de stakeholders doeltreffender te sensibiliseren en de marktobservatiefunctie beter in te vullen. De opgelegde besparingen in budget en personeelsbezetting waren echter doorslaggevend voor het verder voortbestaan van de lokale marktplatforms in hun huidige format. Met de omvorming van de AD Controle en Bemiddeling (ADCB) tot de Algemene Directie Economische Inspectie (ADEI) in februari 2014 werd het terug “back to basics”. De afdeling Controle werd terug Economische Inspectie zoals voorheen. Ook de afdeling Bemiddeling kreeg een nieuwe naam en werd afdeling Alternatieve Geschillenoplossing en Guidance (AGO).
6
Aan alternatieve geschillenoplossing wordt onder meer zichtbaarheid gegeven door Belmed, het onlineplatform voor de buitengerechtelijke geschillenregeling van de FOD Economie. Wij wijzen verder op de invoering van het boek XVI “Buitengerechtelijke regeling van Consumentengeschillen” in het Wetboek van economisch recht (WER). Het bevorderen van de alternatieve geschillenregeling door o.a. de oprichting van een Bemiddelingsdienst voor de Consument moet nieuwe perspectieven bieden aan zowel de consument als de onderneming. De AD Economische Reglementering (E3) en de AD Economische Inspectie met haar afdeling AGO (E7) worden hierin actief betrokken. De implementatie van de EU-regelgeving in nationale wetgeving en het herschikken van het landschap in alternative dispute resolution (ADR) en online dispute resolution (ODR) worden op de voet gevolgd. Guidance en empowerment worden naar de toekomst toe een belangrijke leidraad in onze informatie en preventieopdracht. Het ontwerp van boek XV “Rechtshandhaving” van het Wetboek van economisch recht voorziet trouwens uitdrukkelijk in het begrip “guidance” als nieuwe opdracht van de inspectiediensten. De lokale marktplatforms in de huidige vorm beantwoorden niet langer aan onze doelstellingen. Gerichte doelgroepenacties en sensibilisering worden de nieuwe sleutelbegrippen in guidance en empowerment van onderneming en consument. Bruno Andries Directeur-generaal a.i.
© Pavel Losevsky - Fotolia.com
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
1. Opdracht De doelstellingen van de lokale marktplatforms (LMP) zijn: 1. De observatie van de markt van goederen en diensten op het lokale niveau met de bedoeling nieuwe handelspraktijken en de eventuele dysfuncties daarin op te sporen (observatie) 2. Het bevorderen van de informatie-uitwisseling over de federaal economische reglementering met nadruk op nieuwe wetgevingen of regelgevingen (informatie) 3. Het aanknopen, uitbouwen en versterken van de dialoog met de lokale actoren (communicatie) 4. Het leveren van een bijdrage in de bewustmaking van de lokale actoren voor een correcte toepassing van de wetgeving (sensibilisering) 5. Het detecteren van mogelijke problemen in de toepassing van de federale economische reglementering in de praktijk (diagnosestelling) 6. Het overmaken van signalen over het functioneren van de markt aan de bevoegde overheden als antwoord op de aan het licht gekomen knelpunten in de toepassing van de economische regelgeving (signaleren).
7
© ldprod - Fotolia.com
8
2. Activiteiten 2013 Sinds de oprichting in juni 2008 vonden zo’n 187 platformvergaderingen plaats, dit gespreid over de 11 lokale marktplatforms (één in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en één per provincie). In het werkingsjaar 2013 werden 29 bijeenkomsten georganiseerd. De vergaderingen vonden meestal plaats in de lokalen van de 7 regionale directies van de AD Economische Inspectie (de vroegere AD Controle en Bemiddeling). Soms gebeurde dit ook op uitnodiging van de lokale besturen die hiervoor hun vergaderruimten en accommodatie ter beschikking stelden. Experten en medewerkers van de FOD Economie niet meegerekend, werden 476 aanwezigen genoteerd: 61 vertegenwoordigers van de consument, 122 namens het ondernemingsleven en 293 vertegenwoordigers van de lokale besturen. Anders geformuleerd: zo’n 61,6 % van de deelnemers vertegenwoordigde de lokale overheid. De consumenten waren goed voor 12,8 % van de aanwezigen en het bedrijfsleven tekende present voor 25,6 %. Materies onder de bevoegdheid van de FOD Economie
De meeste onderwerpen hadden betrekking op thema’s rechtstreeks of onrechtstreeks onder de bevoegdheid van de FOD Economie. In die gevallen kon dus een beroep gedaan worden op sprekers verbonden aan één of meerdere algemene directies van de administratie.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Het thema “e-commerce, update regelgeving, nieuwe trends en fenomenen” werd op de agenda geplaatst van de meeste lokale marktplatforms waaronder die in alle Vlaamse provincies. Gezien de grote actualiteitswaarde van e-commerce werd naast een update van de regelgeving, ook uitvoerig aandacht geschonken aan nieuwe ontwikkelingen zoals o.a. de sterke opkomst van m-commerce (“mobile” kleinhandel) en behavioral marketingtechnieken in reclamestrategieën. De steeds groter wordende populariteit van e-commerce, de snel wijzigende technologie en de inzet van nieuwe verkoopmethodes vergen een aanpassing van de internationale en nationale regelgeving en een verscherpte opvolging door de controleautoriteiten. In alle Vlaamse provincies werden ook de sessies georganiseerd over de “wet openingsuren en wekelijkse rustdag, de regeling voor nachtwinkels en de wetgeving over de tewerkstelling op zondag in de detailhandel”. Gezien de belangrijke aanvullende bevoegdheden van de lokale besturen en hun directe betrokkenheid in deze problematiek, werd samenwerking gezocht met de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG). Voor de uiteenzettingen kon een beroep gedaan worden op sprekers van de VVSG en eigen experten van de AD Economische Inspectie. De resultaten van een studie door de VVSG over het fenomeen “nachtwinkels in het Vlaamse Gewest” zorgde voor de nodige duiding bij de vertegenwoordigers van de lokale besturen en de andere aanwezigen. De Kruispuntbank van Ondernemingen voorziet op heden nog niet in aparte NACE-code voor nachtwinkels. Een aparte inschrijvingscode zou het in kaart brengen van de nachtwinkels flink kunnen vereenvoudigen. De grote bekendmaking van dit gezamenlijk initiatief resulteerde in een hoge opkomst in alle Vlaamse platforms. Zo’n 157 externe deelnemers woonden een van de 5 bijeenkomsten bij. Er werd voor de 5 lokale platforms een gezamenlijke rapportering opgemaakt onder de vorm van 75 vragen & antwoorden. Voor de VVSG waren de sessies de aanleiding om een themabrochure uit te geven. Gezien de wet marktpraktijken de corebusiness is van de AD Economische Inspectie, konden uiteenzettingen over een update van de wetgeving marktpraktijken of specifieke topics zoals de rechten van de consument bij de verkoop op afstand en de verkoop buiten de onderneming of onrechtmatige bedingen in consumentenovereenkomsten, niet ontbreken. De laatste nieuwigheden van de wet Marktpraktijken kwamen vooral aan bod in de Franstalige platforms. Andere thema’s op de agenda waren de problematiek van goudopkopen en de wettelijke beperking op betalingen in contanten in toepassing van de preventieve witwaswetgeving (Charleroi en Waals-Brabant), de energiefactuur (Luik) en de rol van de AD Statistiek als één van de belangrijkste nationale leveranciers van cijfergegevens (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
9
Ook andere materies kwamen aan bod
Voor andere thema’s, niet rechtstreeks vallend onder de bevoegdheid van de FOD Economie werd een beroep gedaan op externe sprekers. Het thema “Financieringsproblemen van de kmo en de rol van de kredietbemiddelaar” stond geprogrammeerd in de marktplatforms van Luik en Luxemburg. Gezien dit thema zich richt tot de doelgroep van ondernemingen werden de sessies georganiseerd in samenwerking met de Belgian Senior Consultants vzw en de lokale Kamer van Handel en Nijverheid (CCI). De sessies wilden vooral een antwoord geven op de toenemende problemen van kmo’s om aan passende bankfinanciering te geraken. De restrictieve kredietpolitiek door veel banken zou zijn verklaring vinden in de nasleep van de financiële crisis, de verhoogde eisen voor solvabiliteit en risicobeheer en de vanuit Europa gestuurde hervorming van het bankentoezicht. Een goed businessplan, een financieel plan met voldoende eigen inbreng en een stevig kredietaanvraagdossier vormen de basisvereiste voor het bekomen van de nodige bankkredieten, aldus de raad van de afgevaardigde van het Kenniscentrum voor de Financiering van de Kmo (KEFIK).
10
De aantrekking van risicokapitaal via het Business Angels Netwerk (BAN) was een ander thema dat op de agenda kwam in alle Vlaamse platforms en dit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De achtergestelde leningen van het Participatiefonds zijn vrij goed vertrouwd bij jonge ondernemers, mede dank zij de tussenkomst van de banken bij de kredietaanvraag. Andere vormen zoals de waarborgregeling van de gewesten of de Winwinleningen van particuliere kredietgevers en de financiering via microkredieten zijn minder bekend. Ook de financiering van risicokapitaal via het BAN heeft nog niet de bekendheid die het verdient. Daarom kwam dit thema ter bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, op de agenda. Op de bijeenkomsten gaven vertegenwoordigers van het Vlaamse en Brusselse Business Angels netwerk tekst en uitleg over het profiel van de business angel, de beoogde sectoren, de screeningsprocedure, de relatie privéinvesteerder ondernemer, de werkwijze en de opvolging (o.a. de uitstapscenario’s). Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) vormde eveneens een gespreksthema dat op de meeste platforms aan bod kwam. In het West-Vlaamse Provinciaal Centrum te Torhout werd de uiteenzetting ook gevolgd door een bezoek aan de werkplaatsen en labo’s. Op die manier kregen de deelnemers een betere kijk op de belangrijke rol van het FAVV in de bewaking van de voedselketen, van producent tot eindverbruiker. Het FAVV zet in grote mate in op sensibilisering en preventie. Op de website zijn per sector alle regelgevingen (o.a. HACCP) en checklists te vinden. Ondernemingen kunnen vooraf opzoeken aan welke eisen zij moeten voldoen. Bij controles wordt datamining ingezet en dus gefocust op sectoren met verhoogd risico. Bij overtredingen kunnen maatregelen (zoals schorsing of intrekking van de vergunning) worden genomen en/of boetes worden opgelegd. Opvallend is dat voor bepaalde sectoren (zoals o.a. de horeca) de overtreder kan kiezen om samen met zijn werknemers een opleiding te volgen. Deze alternatieve “werkstraf” vervangt de boete en blijkt zeer goede resultaten op te leveren.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Tabel 1. Overzicht van de behandelde thema’s en de experten Datum
Plaats
Thema(s)
Expert(en)
8 februari
Hasselt
Voorstelling FAVV Provinciale Controle Eenheid Limburg Economische regelgeving voedingswaren
W. Dedas en L. Fourie (FAVV Limburg) L. Segers en C. De Schacht (ADCB)
21 februari
Antwerpen
Voorstelling FAVV – Provinciale Controle Eenheid Antwerpen Economische regelgeving voedingswaren
M. De Ceuninck, I. Vencken, FAVV PCE Antwerpen, L. Segers, ADCB
26 februari
Leuven
Voorstelling FAVV Vlaams-Brabant Voorstelling BAN Vlaanderen
P. Schandevil, I. Depraetere (FAVV) J. Keunen (BAN)
6 maart
Brussel
Voorstelling AD Statistiek en Economische Informatie
S. Moens en N. Duriau AD Statistiek en Economische Informatie
20 maart
Luik
De energiefactuur van consument en kmo
E. Sonnet, ADCB
22 maart
Torhout
Voorstelling FAVV West-Vlaanderen Voorstelling Business Angels BAN Vlaanderen
D. Devreese FAVV West-Vlaanderen) I. Lootvoet (BAN Vlaanderen)
25 maart
Gent
Voorstelling FAVV Oost-Vlaanderen Economische regelgeving voedingswaren
E. Versele (FAVV Oost-Vlaanderen) C. Deschacht (ADCB)
18 april
Charleroi
Onrechtmatige bedingen in verkoopovereenkomsten
P. Cambie (E3)
14 mei
Belgrade
Nieuwigheden Wet marktpraktijken, KBO, wekelijkse rustdag
D. Migeot (E7) – O. Scheerlinck (E7) B. Depré (E7)
15 mei
Lasne
Nieuwigheden Wet marktpraktijken, KBO, wekelijkse rustdag
D. Migeot (E7) O. Scheerlinck (E7) B. Depré (E7)
30 mei
Hasselt
Wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (i.s.m. VVSG)
S. Toujour (ADCB), S. Thomas (VVSG), G. De Rocker en M. Poel (Toezicht Soc. Wetten)
30 mei
Libramont
Financieringsproblemen voor de kmo
I. Martin, CEFIP B. Lescrenier, CCI
11
12
Datum
Plaats
Thema(s)
Expert(en)
5 juni
Brussel
Voorstelling FAVV – recente ontwikkelingen regelgeving ambulante handel
J-P Chevalier, FAVV - PCE Brussel
5 juni
Leuven
Wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (i.s.m. VVSG)
S. Toujour (ADCB), V. Decock (VVSG) W. Van der Veken (Toezicht Soc. Wetten)
13 juni
Antwerpen
Wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (i.s.m. VVSG)
S. Toujour (ADCB), S. Thomas (VVSG) N. Vandenput (Toezicht Soc. Wetten)
19 juni
Ans
Verkoop op afstand en verkoop buiten de onderneming: rechten van de consument
B. Schoonbroodt (ADCB)
24 juni
Merelbeke
Wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (i.s.m. VVSG)
S. Toujour (ADCB), V. Decock (VVSG), D. Depauw (Toezicht Soc. Wetten)
25 juni
Tielt
Wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (i.s.m. VVSG)
S. Toujour (ADCB), S. Thomas (VVSG), D. Depauw (Toezicht Soc. Wetten)
5 september
Tubize
Het opkopen van goud en witwas
L. Verhaegen (DJB-ART) - M. Van Bockstaele (Koninklijke Munt) - C. Flament (E6)
18 september
Belgrade
Verkoop op afstand en verkoop buiten de onderneming: rechten van de consument
B. Schoonbroodt (ADCB)
9 oktober
Brussel
Voorstelling van het Business Angels Netwerk BAN
R. Van den Hende - Business Angels Network J. de Gheldere – BE Angels
17 oktober
Charleroi
Het opkopen van goud en witwas
C. Bourlet (E7-DC)
17 oktober
Hasselt
E-commerce: update regelgeving, nieuwe trends en fenomenen
P. Van Herck (ADCB)
23 oktober
Leuven
E-commerce: update regelgeving, nieuwe trends en fenomenen
P. Van Herck (ADCB)
24 oktober
Antwerpen
E-commerce: update regelgeving, nieuwe trends en fenomenen
P. Van Herck (ADCB)
24 oktober
Saint-Hubert
Verkoop op afstand en verkoop buiten de onderneming: rechten van de consument
G. Rodera Valle (E7)
19 november Merelbeke
E-commerce: update regelgeving, nieuwe trends en fenomenen
P. Van Herck (ADCB)
20 november Luik
Financieringsproblemen voor de kmo
B. Swartenbroekx, CEFIP , Ch. Closon, UCM Liège
21 november Veurne
E-commerce: update regelgeving, nieuwe trends en fenomenen
P. Van Herck (ADCB)
Bron: FOD Economie.
© Brian Jackson - Fotolia.com
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
3. De lokale marktplatforms: 5 jaar werking in enkele cijfers
13
De lokale marktplatforms werden in juni 2008 opgericht. Van de start tot eind 2013 werden zo’n 187 bijeenkomsten georganiseerd. De hierna volgende tabel geeft per werkingsjaar een overzicht van het aantal bijeenkomsten, het aantal behandelde thema’s, het aantal experten en het aantal externe aanwezigen (begeleiding van experten en de organisatoren zelf niet meegerekend). Tabel 2. Vergaderingen van de lokale marktplatforms (2008-2013) periode
juni 2008juni 2009
juli 2009juni 2010
juli 2010 dec 2011
jan 2012 dec 2012
jan 2013 dec 2013
Bijeenkomsten
49
35
44
31
28
Thema’s
20
19
21
20
13
Experten
37
40
42
32
38
520
395
519
345
476
Aanwezigen Bron: FOD Economie.
De eerste 2 werkingsjaren beslaan een periode van 12 maanden en dit van juni tot juni van het daarop volgende jaar. In 2010 werd geopteerd om het activiteitenverslag te laten lopen tot eind 2011. De jaren 2012 en 2013 vallen dan weer samen met het burgerlijk jaar. In de eerste 2 werkingsjaren werden 3 tot 4 sessies georganiseerd per platform. Voor de werkingsjaren 2012 en 2013 werd dit herleid tot 2 à 3 bijeenkomsten. In 2013 werden opnieuw sessies georganiseerd met de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) en kwam ook het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) aan bod. Op elke sessie kwamen minstens 3 sprekers aan het woord. Dit verklaart het relatief groot aantal sprekers voor 2013. In 2013 kwamen ook minder thema’s aan bod dan in voorgaande werkingsjaren. Dit komt doordat alle Vlaamse platforms eenzelfde thema op de agenda plaatsten. Dat was het geval voor: • de wet openingsuren, wekelijkse sluitingsdag en de wet op de zondagsarbeid (i.s.m. VVSG);
14
• e-commerce: een update van de regelgeving, nieuwe trends en fenomenen (Cel internetbewaking) Tabel 3 geeft een overzicht van de verdeling over de doelgroepen consumenten, ondernemingen en niet-federale (lokale en provinciale) overheden voor de laatste 3 werkingsjaren. De sterke vertegenwoordiging van de lokale overheden is te verklaren door het grote succes van de sessies die in samenwerking met andere organisaties (zoals o.a. de VVSG) werden georganiseerd en het feit dat bepaalde platformen een hoog relatief aandeel afgevaardigden van lokale besturen kennen. Dit is o.a. het geval voor het lokale marktplatform van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat is vrijwel uitsluitend samengesteld uit deelnemers van de diensten lokale economie van de Brusselse gemeenten. Tabel 3. Verdeling van de doelgroepen (2011-2013) sept 2010 -dec 2011 Externe aanwezigen
jan 2012 -dec 2012
jan 2013 -dec 2013
519
100,0 %
345
100,0 %
476
100,0 %
84
16,2 %
54
15,7 %
61
12,8 %
- ondernemingen
145
27,9 %
105
30,4 %
122
25,6 %
- lokale overheden
289
55,7 %
186
53,9 %
293
61,6 %
- consumenten
Bon: FOD Economie.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
De sessies i.s.m. de VVSG, gingen over volgende initiatieven: 1. handhavingsmogelijkheden van lokale besturen in economische materies (2012); 2. de wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (2013). De bijeenkomsten gingen door in alle Vlaamse provincies. De goede opkomst was te verklaren door de grote bekendmaking van dit gezamenlijk initiatief, de hoge actualiteitswaarde van de thema’s en de directe betrokkenheid van de lokale besturen zelf. Voor 2014 wordt een gelijkwaardig initiatief gepland met de VVSG en dit in alle Vlaamse platforms. Thema op de agenda is: de organisatie van kermissen in theorie en praktijk. Tabel 4 geeft een overzicht van de diverse thema’s die sinds 2008 op een of meerdere platforms aan bod kwamen. Meestal gaat het om thema’s die rechtstreeks of onrechtstreeks onder de bevoegdheid vallen van de FOD Economie. Voor de werkingsjaren 2012 en 2013 echter werd in toenemende mate een beroep gedaan op externe sprekers en dit voor thema’s die niet rechtstreeks onder de bevoegdheid van de FOD Economie gerekend kunnen worden. Uit de tabel moge verder de grote variatie aan onderwerpen blijken. In die zin vormen de lokale marktplatforms een van de middelen om de expertise en kennisoverdracht van de FOD Economie naar een bredere doelgroep, naar buiten te brengen. Uit de tussentijdse evaluaties bij de deelnemers zelf is dat ook naar voor gekomen als een van de sterkere punten van de lokale marktplatforms.
15
Tabel 4. Behandelde thema’s sinds 2008 Alternatieve geschillenregeling (ADR) in consumentengeschillen Alternatieve geschillenregeling (ADR) in consumentengeschillen Belmed: het onlineplatform voor regeling van consumentengeschillen
Diversen Armoedebestrijding en sociale uitsluiting Bescherming van intellectuele eigendom Controle van beheersvennootschappen en wet op auteursrechten Diane: het netwerk voor ondernemende vrouwen Groepsaankopen Installatievergadering lokale marktplatforms Local Exchange Trading systems (LETS) Lokale economie
16
Namaak Ondergrondse economie Provinciaal beleid over openbare economie Valorisatie van regionale producten Voorstelling FAVV – Provinciale Controle Eenheid Voorstelling van het Business Angels Netwerk BAN Werkgeversgroeperingen Wet op de continuïteit van de onderneming (WCO)
Energie De energiefactuur van consument en kmo De vrijgemaakte energiemarkt Campagne: durf vergelijken (energieleveranciers)
Betaling en financiering Alternatieve financiering CIPRE: cel risicopreventie voor ondernemingen Consumentenkrediet en overmatige schuldenlast Update wet consumentenkrediet De preventieve witwaswetgeving en het verbod op contante betaling
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Ethische financiering en microkredieten Financieringsproblemen voor de kmo Problematiek van goudopkopen en het verbod op cashbetalingen Project: de afronding eurocent Schuldbemiddeling
Regelgeving middenstand en kmo De vestigingswet De wet Dedecker De wetgeving ondernemersvaardigheden De KBO De openingsuren in de kleinhandel Update regelgeving ambulante handel Update wet marktpraktijken, KBO, wekelijkse rustdag Wet openingsuren en wekelijkse rustdag, wet op zondagsarbeid (i.s.m. VVSG)
Statistiek en economische informatie Voorstelling AD Statistiek en Economische Informatie Werking van het prijzenobservatorium
Wet marktpraktijken en economische reglementering Ambulante handel en organisatie van openbare markten Bedrog met bedrijvengidsen Consumentenbedrog De wettelijke garantie E-commerce : een update van de regelgeving, nieuwe trends en fenomenen Economische regelgeving bij voedingswaren Handhavingsmogelijkheden van lokale besturen in economische materies Oneerlijke en bedieglijke handelspraktijken Onrechtmatige bedingen in verkoopovereenkomsten Verkoop op afstand en verkoop buiten de onderneming: de wettelijke rechten van de consument Voorstelling ADCB De nieuwe wet marktpraktijken (WMP) Bon: FOD Economie.
17
© Ivelin Radkov - Fotolia.com
18
4. De lokale marktplatforms timmeren aan de weg Een van de doelstellingen van de lokale marktplatforms is het capteren van marktsignalen. Voor de signalen van vorige werkingsjaren verwijzen wij naar de respectievelijke werkingsverslagen. Voor 2013 beperken wij ons tot een aantal signalen in verband met de wet openingsuren. Daarnaast vermelden wij 2 signalen uit het verleden waarvoor ook al een wetgevend initiatief werd genomen. Het gaat met name over het wetsvoorstel aangaande de zgn. werkgeversgroeperingen en dit voor de afschaffing van de eurocentmuntjes van 1 en 2 eurocent. Op die wijze geven de lokale marktplatforms een klein duwtje in de rug om bepaalde beleidsvoorstellen in het traject van de politieke besluitvorming te ondersteunen. De wet openingsuren en wekelijkse sluitingsdag wacht op een vervolg
Uit de sessies is gebleken dat de wet openingsuren en wekelijkse rustdag (wet van 10 november 2006 gewijzigd door de wet van 11 april 2012) in de toepassing niet altijd eenduidig is voor tal van handelaars. Bovendien zijn er veel verschilpunten met de wet op de zondagsarbeid. Wij wijzen op het verschillend regime voor het vastleggen van de koopzondagen, de afwijkende regeling voor openingsuren en nachtarbeid, de verschillende criteria voor de erkenning van toeristische zones en de aparte lijsten, de verschillende sectorale afwijkingen in de wet op zondagsarbeid, enz..
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
De wet ter regeling van zondagsarbeid en nachtwerk beoogt in de eerste plaats de bescherming van de werknemer daar waar de wet openingsuren en wekelijkse sluitingsdag de concurrentiepositie van de zelfstandige kleinhandel probeert te beschermen. In de toepassing is de wet op de zondagsarbeid belangrijk voor werkgevers van personeel op zondag gezien de implicaties voor inhaalrust, overuren en loontoeslagen. De basiswet dateert van 16.03.1971. Ondertussen zijn er tal van aanpassingen (cf. afwijkingen geregeld in art. 66 van de arbeidswet) en uitzonderingen bij KB geregeld, o.a. afhankelijk van het paritaire comité waaronder de werkgever ressorteert. Veel vragen gaan over de toepassing van de afwijkingen opgenomen in de wet openingsuren. De wet is enkel van toepassing voor de kleinhandel, niet voor de dienstensector tenzij dat geregeld werd in de wet zelf (cf. art 18 voor phoneshops) of in een apart KB (zoals het KB van 07.06.2007 voor handelaars van nieuwe en tweedehandse auto’s). In de praktijk worden kleinhandelsactiviteiten soms gecombineerd met bepaalde diensten. Een kapster die annex ook een parfumerie uitbaat in eenzelfde vestigingseenheid is daar een voorbeeld van. We verwijzen naar een uitspraak door het Hof van Beroep van Luik waarin de rechter van oordeel was dat de wetgeving onduidelijk was en oordeelde dat de ten laste gelegde inbreuken op de wet openingsuren, niet konden weerhouden worden. Art. 15 regelt de afwijkingen toegestaan door de gemeente. Art. 16§1 voorziet afwijkijkingen voor bepaalde handelsvormen. Art. 16§2 regelt afwijkingen voor bepaalde productgroepen en art. 17 heeft betrekking op de afwijkingen voor de erkende badplaatsen. Hoe dit in de toepassing moet omgezet worden is niet altijd even duidelijk voor talrijke deelnemers aan de bijeenkomsten. Zo bestaan er ook nog veel onduidelijkheden over wat wel en niet mag bij de toepassing van art. 16§2. Art. 16 § 2. Het verbod is niet van toepassing op de vestigingseenheden waarvan de hoofdactiviteit de verkoop van een van de volgende productgroepen uitmaakt: a) kranten, tijdschriften, tabak en rookwaren, telefoonkaarten en producten van de Nationale Loterij; b) dragers van audiovisuele werken en videospelen, alsook de verhuur ervan; c) brandstof en olie voor autovoertuigen; d) consumptie-ijs in individuele porties; e) voedingswaren die in de vestigingseenheid worden bereid en er niet worden verbruikt.
19
Er is sprake van een hoofdactiviteit indien de verkoop van de productgroep die de hoofdactiviteit uitmaakt minstens 50 % van de jaarlijkse omzet vertegenwoordigt. De bepaling werd aangepast ingevolge de wet van 11 april 2012. Voordien moesten zelfs nog 3 andere voorwaarden cumulatief vervuld zijn: 1. aan de buitenzijde van de vestigingseenheid moest verwezen worden naar de hoofdactiviteit, 2. er mocht enkel voor die activiteit reclame gevoerd worden en 3. de keuze aan ander producten moest beperkt zijn.
20
De wetswijziging van 2012 is er gekomen omdat de criteria in de praktijk moeilijk op objectieve wijze te toetsen waren. De vier criteria werden dus herleid tot een: dat van de 50 % omzetdrempel. Op basis van de hoofdactiviteit (meer dan 50 % omzet) moet worden bepaald of de wet al dan niet van toepassing is. De wet is niet van toepassing indien de verkoop van een van de 5 productgroepen minstens 50 % van het jaarlijks zakencijfer (omzet) vertegenwoordigt. Een tankstation met een shop is niet gebonden aan de wet als de omzet uit de verkoop van brandstoffen en motoroliën voor autovoertuigen meer dan 50 % van de jaaromzet uitmaakt. Maakt de verkoop van brandstoffen minder dan 50 % van de omzet uit, dan kunnen ze niet 7/7 dagen en 24/24 uur open zijn. Naast producten worden echter ook vaak allerlei diensten (niet vallend onder de wet) aangeboden en is het niet duidelijk welke omzet moet worden gerekend om de 50 % drempel te bepalen. In de praktijk zou de omzetdrempel niet eenduidig te bepalen zijn. Ook over de problematiek van nachtwinkels en de mogelijkheden van de lokale besturen om handhavend op te treden, zijn er veel vragen over wat kan en wat niet in toepassing van de wet openingsuren en de gemeentelijke bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid. Wij wijzen op meerdere uitspraken van de Raad van State die bepaalde te beperkende gemeentelijke verordeningen nietig verklaarden (over de openingsuren zelf van nachtwinkels) . Een ander pijnpunt is het vervolgingsbeleid voor inbreuken op de wet openingsuren door de parketten. Voor sommige parketten is de wet openingsuren op zich geen absolute prioriteit. De door de AD Economische Inspectie opgestelde pro justitia’s blijven dan ook vaak zonder gevolg. De naleving van de wet wordt hierdoor uitgehold. De vraag wordt vanuit bepaalde hoek gesteld of de wetgeving niet aan een herziening (meer bepaald een versoepeling) toe is. Motivering halen de aanhangers uit het nieuwe koopgedrag van de consument (o.a. het groeiend belang van zondagswinkelen) en de noodzaak aan grotere flexibiliteit van organisatie en werk. Een schrijven met het verzoek om beleidsstandpunten in te nemen werd overgemaakt aan de bevoegde minister van Middenstand Sabine Laruelle.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
Ook een betere afstemming van de wet openingsuren en wekelijkse sluitingsdag op de wetgeving over zondagsarbeid en nachtarbeid wordt volgens sommigen zeer wenselijk geacht. Voor wie in de detailhandelssector met personeel werkt op zondag is het niet altijd duidelijk wat nu wel mag en wat niet, in toepassing van de respectievelijke wetgevingen. De wet openingsuren staat volop ter discussie. Sinds de laatste wetswijziging van 2012 zijn er diverse voorstellen ingediend om de wetgeving aan te passen. Geen enkel voorstel heeft op heden echter het eindstadium van de wettelijke uitvoering bereikt. De werkgeversgroepering: het signaal werd gehoord
Het thema werkgeversgroepering kwam op de agenda in het lokale marktplatform van Luxemburg in maart 2012. De Werkgeversgroepering (WG) is een onderneming opgericht door andere ondernemingen met de bedoeling de arbeidstijd van de werknemers die ten dienste worden gesteld van haar leden, onderling te delen. De onderneming moet opereren zonder winstoogmerk. De werknemers moeten voltijds tewerkgesteld worden met een overeenkomst van onbepaalde duur. Bedoeling is bij te dragen tot de maatschappelijke integratie van bv. langdurig werklozen. De vraag wordt gesteld of de voorwaarden niet kunnen versoepeld worden door ook deeltijdse arbeid toe te laten en de doelgroep te verruimen tot bepaalde categorieën van niet-langdurig werklozen en oudere werkzoekenden. Voor niet-btw-plichtigen zoals de meeste vrije beroepen die willen aansluiten tot een werkgeversgroepering, zou de verplichting om een zelfde activiteit uit te oefenen, moeten geschrapt worden. Ook het feit dat werknemers onder eenzelfde nationaal paritair comité (regeling van loon- en arbeidsvoorwaarden) moeten ressorteren, wordt gezien als een belangrijke rem (lokale marktplatform te Luxemburg, 02.03.2012). De werkgeversgroepering kent in bepaalde landen zoals Frankrijk een groot succes. Dit moet tevens een antwoord geven op de behoefte aan meer flexibele regelingen voor de tewerkstelling van personeel en arbeidsorganisatie. Wij verwijzen naar de goedkeuring van het wetsontwerp ter zake op de ministerraad van 19.12.2013: http://www.sabinelaruelle.be/hervorming-van-de-werkgeversgroepering-een-extra-tool-voor-kmo-s_nl_203. De afschaffing van de eurocentjes van 1 en 2 eurocent in de pipeline?
Op 23.03.2009 gaf de voormalige woordvoerder van Unizo (dhr. T. Compernolle) een uiteenzetting over het project “afschaffing eurocentmuntjes” in het lokale marktplatform te Brugge. De resultaten van een door een onafhankelijk bureau uitgevoerde enquête toonden een sterke vooruitgang van het aantal voorstanders. De absolute tegenstanders vertegenwoordigden nog minder dan 5 % van de respondenten. Hij besluit dat de afronding gedragen wordt door een sterke meerderheid van actoren (ondernemingen,
21
consumenten, overheden) wegens de talrijke voordelen (o.a. kostenbesparingen, efficiency, ….) en de niet opwegende nadelen. De vertegenwoordiger van UNIZO vervolledigt met te stellen dat er sinds het experiment in Nederland waar de afronding al in 2004 veralgemeend werd, geen noemenswaardige klachten zijn. Ook het vermoeden van het doorvoeren van algemene prijsverhogingen door de handelaars, zou niet gegrond zijn. De volgende stap is het creëren van een wettelijk kader aldus de vertegenwoordiger van Unizo. Een wetsvoorstel ter wijziging van art 3 WHPC (prijsaanduiding) en het vastleggen van de afrondingsregels om aldus de afronding op nationaal niveau in te voeren. Dit moet leiden tot een vereenvoudiging van de betalingen in het belang van handelaars en consument. De resultaten werden overgemaakt aan het sturingscomité van de Nationale Bank (NBB), de FOD Financiën, de minister van Financiën Didier Reynders en de minister voor Administratieve Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne (lokale marktplatform van 23.03.2009 te Brugge).
22
Naast het geslaagde proefproject van Unizo en haar Waalse tegenhanger, Union des Classes Moyennes (UCM) zijn er ondertussen ook de positieve rapporten van de Nationale Bank, het positieve advies van zowel de Europese Centrale Bank, het Prijzenobservatorium, de Raad voor Verbruik als de Raad van State. Ook vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers konden zich vinden in dit initiatief. Wij wijzen op het door de minister van Financiën ingediende wetsvoorstel dat op de ministerraad van 7 februari 2014 werd goedgekeurd. Nadat de ministerraad het ontwerp in tweede lezing had afgekeurd op 20 maart 2014 kon op 28 maart een gewijzigd wetsontwerp toch nog worden goedgekeurd. De regels voor de afronding blijven dezelfde. Als het totaal te betalen bedrag eindigt op een, twee, zes of zeven cent, kan het worden afgerond naar het dichtste lagere veelvoud van vijf cent. Als het totale te betalen bedrag eindigt op drie, vier, acht of negen cent, kan het worden afgerond naar het dichtste hogere veelvoud van vijf cent. De afrondingsregel geldt enkel op het totaalbedrag aan de kassa, dus niet per gekocht artikel afzonderlijk. De regels zijn enkel van toepassing voor cashbetalingen aan de kassa, niet voor elektronische betalingen. Ook nog andere signalen
In het werkingsjaar 2013 werden nogal wat thema’s op de agenda geplaatst die eerder al aan bod waren gekomen in andere marktplatforms. De signalen die op die bijeenkomsten werden opgevangen, vallen in grote mate samen met de signalen die eerder al werden opgenomen in de activiteitsverslagen van de voorgaande jaarverslagen. Om die redenen volgt geen herneming. We verwijzen naar de werkingsverslagen van de lokale marktplatforms die u kunt consulteren op de website. U klikt op de knop “publicaties op de homepagina, vervolgens op “Activiteiten-Jaarverslag” in het rolmenu.
© Rıza - Fotolia.com
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
5. Enkele slotbeschouwingen Het initiatief van de lokale marktplatforms kadert in de strategische visie van de marktobservatie. Vanuit die invalshoek werden zij in 2008 opgericht. Zij moesten een belangrijk aanvullend instrument voor de AD Controle en Bemiddeling (ADCB) vormen bij de observatie en monitoring van de markt. Zich informeren over wat zich op het lokale niveau afspeelt en vooral voeling houden met de lokale actoren, werd belangrijk geacht voor de FOD Economie en de ADCB in het bijzonder. Het opvangen van o.a. marktsignalen aan de bron, moest toelaten om passend op te treden, hetzij preventief (o.a. via sensibiliseringacties), hetzij remediërend (via overleg met de sectoren), hetzij repressief. In de eerste plaats via informatie en passende voorlichting aan de stakeholders. Hen doeltreffend informeren en sensibiliseren voor een correcte toepassing van de soms ingewikkelde regelgeving, vormde hierbij de belangrijkste doelstelling van de lokale marktplatforms. Uit de periodieke tevredenheidsenquêtes die in het verleden werden gehouden bleek dat de deelnemers in het algemeen tevreden tot zeer tevreden waren over de inhoud van de uiteenzettingen en de mogelijkheid van vraagstelling tussendoor of achteraf met sprekers en andere deelnemers. Vooral thema’s met een directe betrokkenheid van de lokale actoren zoals o.a. de uiteenzettingen over ambulante handel en de organisatie van openbare markten, de wetgeving openingsuren, wekelijkse sluitingsdag en tewerkstelling op zondag bleken aan een behoefte aan informatie en sensibilisering rond de correcte toepassing van de regelgeving te beantwoorden. Zo was bv. de samenwerking
23
die binnen de Vlaamse platforms kon opgezet werden met organisaties zoals de VVSG, van doorslaggevend belang voor het succes van die platformbijeenkomsten. De verslaggeving van elke bijeenkomst alsook het samenvattend jaarverslag, konden eveneens op de nodige waardering rekenen. Minpunten zijn de soms onevenwichtige vertegenwoordiging van de stakeholders (consumenten, ondernemingsleven en lokale overheden) in bepaalde platforms waardoor de doelstellingen niet altijd worden gehaald. Bepaalde thema’s konden rekenen op een goede belangstelling, andere in veel mindere mate gezien de soms zwakke betrokkenheid van de ene of andere doelgroep. Het bleek echter niet altijd evident om thema’s te programmeren die zowel consumenten, ondernemingen als lokale overheden wisten te boeien. De opkomst in bepaalde platforms was dan ook soms ondermaats.
24
Zoals al aan bod gekomen is in het voorwoord, was de formule van de lokale marktplatforms aan een herziening toe. De inzet aan middelen voor de bekendmaking en de organisatie zelf brachten voor veel platforms onvoldoende return op. Er wordt voor de toekomst dus geopteerd voor een meer selectieve benadering en een afslanking van het model om in elke provincie nog een platform te organiseren. Bovendien moeten gelijkaardige initiatieven beter passen in het concept van empowerment en guidance naar consumenten, ondernemingen en lokale overheden toe. Acties die tot doel hebben de doelgroepen te informeren en te sensibiliseren, blijven dus op de agenda van de afdeling Alternatieve geschillenregeling en Guidance (AGO) en de Algemene Directie Economische Inspectie (de vroegere ADCB). De lokale platforms van de toekomst krijgen dus een nieuw format, meer gericht op de doelgroepenwerking met meer efficiënte inzet van middelen en mensen. Tot slot wens ik iedereen die heeft bijgedragen in de werking van de lokale marktplatforms 2013, te bedanken. Dit zijn in de eerste plaats de vertegenwoordigers van de stakeholders die zijn ingegaan op de uitnodiging om aan de bijeenkomsten actief deel te nemen, verder de voorzitters en vicevoorzitters, de verslaggevers, de verantwoordelijken voor de praktische organisatie en last but not least, de experten van de FOD Economie en van externe organisaties, voor het delen van hun kennis en ervaring.
Pascale GODIN Adviseur
© Maxim_Kazmin - Fotolia.com
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
6. Bijlagen 6.1. Huishoudelijk reglement 1. Doelstelling
De lokale platforms van de markt van goederen en diensten vormen een pro- en interactief instrument dat de dialoog tussen de lokale economische marktspelers wil bevorderen met het oog op de goede werking van deze markt. Zij werken informerend en adviserend ten opzichte van de lokale marktspelers en de overheden. 2. Opdrachten
2.1. De markt op lokaal niveau observeren; nieuwe handelspraktijken signaleren; eventuele marktstoornissen ontdekken, analyseren en rapporteren aan de bevoegde overheid. 2.2. Met de lokale marktspelers informatie uitwisselen over de toepassing van de federale economische reglementering, de gebeurlijke knelpunten en lacunes daarbij alsook over de mogelijke verbeteringen. 3. Organisatie
3.1. De marktplatforms ressorteren onder de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Zij hebben geen rechtspersoonlijkheid en zijn geen beslissingsorgaan.
25
3.2. Er zijn 11 platforms: een per provincie en één voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3.3. De administratieve zetel van elk platform bevindt zich op het adres van de lokale directie van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling (ADCB) bevoegd voor de betrokken provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3.4. Voor de coördinatie van de activiteiten van elk platform staat de ADCB, afdeling Bemiddeling, in. 4. Samenstelling 4.1. Elk platform is samengesteld uit effectieve leden en plaatsvervangers op voordracht van: 4.1.1. de organisaties die belangen van de ondernemingen en de handelaars behartigen; 4.1.2. de organisaties die de belangen van de consument behartigen;
26
4.1.3. de lokale overheden zoals provincies, steden en gemeenten en OCMW’s; 4.2. Op voorstel van de leden van het platform kunnen andere personen worden uitgenodigd omwille van hun deskundigheid. 4.3. De voorzitter van elk platform is het hoofd van de lokale ADCB-directie bevoegd voor de provincie. Hij wijst een plaatsvervanger aan onder de ADCB-ambtenaren. 5. Vergaderingen 5.1. Het platform komt minstens 3 keer per jaar bijeen. 5.2. De vergaderingen kunnen ook gehouden worden buiten de zetel van het platform maar binnen de provincie. 5.3. De voorzitter stelt de agenda van de vergadering op rekening houdend met de voorstellen van de leden. 5.4. De uitnodigingen worden uiterlijk 5 werkdagen vóór de vergadering verstuurd. 5.5. Elke vergadering wordt geleid door de voorzitter of zijn vervanger. Hij opent en sluit de vergadering en ziet toe op de naleving van het huishoudelijk reglement.
"De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België."
5.6. De notulen van de vergadering worden opgesteld door het secretariaat en voorzien van de vermelding “beperkte verspreiding’. Ze worden aan de leden uiterlijk 20 werkdagen na de vergadering verzonden. Hierna beschikken de leden over 5 werkdagen om opmerkingen en/of verbeteringen mee te delen. Na deze termijn worden de notulen geacht te zijn goedgekeurd. 5.7. Over de werking van de platforms wordt een jaarverslag opgemaakt door het secretariaat. 6. Verplaatsingsvergoeding 6.1. De leden van de vergadering hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1995 houdende algemene regeling inzake reiskosten. 6.2. De verplaatsingsvergoedingen zijn enkel verschuldigd aan de leden die de aanwezigheidslijst hebben getekend. 6.3. Het onder 6.1 en 6.2 bepaalde is ook van toepassing op alle buiten de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie staande personen die als deskundige worden uitgenodigd.
6.2. Coördinaten Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
[email protected] provincie Oost-Vlaanderen:
[email protected] provincie West-Vlaanderen:
[email protected] provincie Antwerpen:
[email protected] provincie Limburg:
[email protected] provincie Luik:
[email protected] provincie Luxemburg:
[email protected] provincie Henegouwen:
[email protected] provincie Vlaams-Brabant:
[email protected] provincie Namen:
[email protected] provincie Waals-Brabant:
[email protected]
27
Rue du Progrès 50 1210 Bruxelles N° d’entreprise : 0314.595.348 http://economie.fgov.be