de Letter
een typograf isch project
grafisch vormgeven Mediacollege Amsterdam
de Letter
project bestemd voor
de Letter tweedejaars studenten mediavormgeven grafisch. Dit project dient om een poster en een film te ontwikkelen voor de doelgroep eerste jaars leerlingen. Het project start in week 36 en zal ruim 5 weken duren.
Planning project de letter 2011 week 36 7 – 9 september
Introductie Debriefing inleveren op woensdag 7 september Trainingen DTP Training kinetische typografie (ofwel moving type) Onderzoek
week 37 12 – 16 september
Schetsen Trainingen DTP Training kinetische typografie Deadline onderzoek kinetische typografie: 16 september
week 38 19 - 23 september
Schetsen Trainingen DTP Training kinetische typografie
week 39 26 - 30 september
Digitaal uitwerken project Uiterlijk deze week moeten de trainingen ingeleverd worden in de trainingsles van DTP deadline training kinetische typografie: 30 september
week 40 3 - 7 oktober week 41 10 - 14 oktober inleveren
Digitaal uitwerken project Digitaal uitwerken project Deadline inleveren project 14 oktober De poster wordt digitaal als productie-pdf aangeleverd voor de print op A2-formaat. Deze print vindt buiten Ma plaats bij de firma Rinja. Indien je de deadline niet haalt, dan zorg je zelf voor een print op A2-formaat. Op de CD staat zowel de pdf alsook het pakket en de bronbestanden van de kinetische typografie. Het schetsboek en een zwart-wit dubbelzijdig A3-dummy als vouwmodel worden op deze dag ook afgegeven. De link naar de online webpagina met kinetische typografie wordt uiterlijk ook op deze dag opgestuurd naar
[email protected]. Tijd en plaats worden bekendgemaakt via Ma-net.nl. Daarna start het nieuwe project: ‘de Vormgever’.
2
een typograf isch project inleiding
probleemstelling
leerdoelen
fonts
Welkom in het tweede jaar. Als opfrisser na je vakantie deze opdracht waarin typografie centraal staat. Dit is om met het resultaat eerstejaars studenten kennis te laten maken met de basisbegindselen van typografie (zie ook bijlage 1 en 2). Een eerstejaars leerling komt hier meestal op school zonder enige typografische kennis. Jij hebt deze kennis wel en die ga je door middel van deze opdracht doorgeven aan eerstejaars Ma-studenten. Aan de hand van één gegeven lettertype ga je aan het werk. Je kunt: ◊ jouw typografische kennis uit het eerste jaar gebruiken; ◊ nieuwe kennis m.b.t. typografie gebruiken; ◊ beschrijvend schrijven voor de doelgroep eerste jaarsstudenten; ◊ een passende lay-out en vouwwijze bedenken en uitwerken; ◊ een aantal typografische begrippen beschrijven; ◊ de sfeer van een lettertype visualiseren; ◊ ontwerpen maken die een tijdsverloop hebben. In dit project werken we met de volgende lettertypes: Frutiger Meta Rockwell Blur (fantasieletter) Bembo Bello Meta serif Baskerville Scala Swift Helvetica Neue Lexicon Avenir Univers Caecilia Garamond Gill Times Joanna Goudy Din Van Dijk (fantasieletter) Dolly Thesis Quadraat Syntax Bodoni Interstate Hollander
3
de Letter uitwerking printuiting
de poster (schoonzijde) de folder (weerzijde)
vouwen uitvoering
De printuiting is een gevouwen folder (naar A5) die bij uitvouwen een poster is. De uitgevouwen maat is A2, en wordt tweezijdig bedrukt. Voorzijde (schoonzijde): de sfeer van een letter (associatie); Achterzijde (weerzijde): de typografische (theoretische) uitleg. Het lettertype dat je hebt gekregen, heeft een bepaalde uitstraling/gevoel. Dit gevoel moet je gaan versterken. Zo kan je bijvoorbeeld een zware letter uitbeelden door die op te bouwen met bakstenen of een heel lichte letter op te bouwen uit veertjes. De folder bestaat uit 8 verschillende A5-jes, elk met tekst en voorbeelden. ◊ Een introductie van het lettertype met daarin bijvoorbeeld een tijdsbeeld en de reden waarom deze ontwikkeld is; ◊ Classificatie van het lettertype (Romein, Egyptienne, Bodoni, Schreefloos, Fantasie); ◊ Een letterproef met daarin kapitalen, onderkast, cijfers en leestekens; ◊ Benoeming van de onderdelen van de letter: Kapitaal-hoogte, x-hoogte, stokletter, enz.; ◊ Uitleg van typografische begrippen: Corps, interlinie, regelafstand, spatiëring, kapitaal, kleinkapitaal, onderkast, schreef/schreefloos, broodletter (platte tekst), mediaevalcijfers, tabelcijfers, ligatuur; ◊ Toepasbaarheid: links/rechtslijnend, gecentreerd, uitvullen. De letter tonen in verschillende corpsgroottes; ◊ Het tonen van de restruimtes van de letters door middel van de letter diapositief te laten zien (handmatig); ◊ The do’s and don’ts van de typografie (minimaal tien). Verdiep jezelf ook in de diverse vouwwijzen om van een A2 tot een A5 te kunnen komen. Oefen eerst eens met een blanco vel (zie bijlage 2). De schoon&weer poster: ◊ print, als gevouwen model, op A3-formaat (dubbelzijdig geprint); ◊ print, plano op A2-formaat dubbelzijdig full color (via de printservice).
4
een typograf isch project digitaal uitwerken
De poster/folder zal, nadat alle schetsfases gereed zijn, digitaal uitgewerkt moeten worden. Hiervoor gebruik je de voor jouw klas ingeroosterde lesblokken (let op het rooster). Als de werktekeningen voorzien zijn van de juiste maten mét de tekstgegevens (op overlay) kan er op de computer gestart worden om het eindresultaat te verkrijgen. Aan de hand van de schetsen zullen dan pas de poster & film op de computer uitgewerkt gaan worden. Oefening: Het plaatsen van pdf’s (8 pagina’s A5) in de lay-out van A2 (poster). Zorg ervoor dat vòòr je hiermee start, je de juiste afbeeldingen digitaal gemaakt hebt. Als je gaat scannen, let er dan op dat je eerst het uiteindelijke formaat van de foto weet, zodat je bij het scannen het juiste percentage invult. Photoshop is een pixelgeoriënteerd programma. Na het plaatsen van de bestanden in InDesign mag er niet meer vergroot/verkleind mag worden (toegestane marge is tussen 80 - 120%).
werkwijze
Het opmaken geschiedt alleen in InDesign CS5.5. Start met het aanmaken van één document en bewaar dat direct onder de naam: Poster_JeNaam.indd. ◊ Maak in InDesign je poster op A2-formaat en maak 2 pagina’s aan. Zorg dat je een afloop opgeeft van 3 mm. ◊ Geef (op de weerzijde) met hulplijnen de acht gelijke (A5) pagina’s van je folder aan. ◊ Maak elke A5-pagina apart op in InDesign en plaats deze in een Bibliotheek die je bij het menu Bestand > Nieuw kan aanmaken. Noem de Biblotheek: Typoposter. Dit heeft als voordeel dat je snel de A5-pagina’s kan verwerken en ze daarna alleen maar hoeft te plaatsen op de juiste plek. Je docent legt het je uiteraard uit!
specificaties
1. Analoge afbeelding scannen, omzetten en bewerken in Photoshop: ◊ voor full color: menu afbeelding > modus: CMYK-kleuren > daarna bewaren als Fotonaam.psd. ◊ voor duotone-foto’s: menu afbeelding > modus: grijswaarden > duotone > daarna bewaren als Fotonaam.eps. Eventueel verder bewerken naar believen met de mogelijkheden van Photoshop. 2. Voor bewerking in Illustrator kan je rekening houden met het feit dat dit een vector-georiënteerd programma is, waar het naar believen in InDesign vergroot/verkleind mag worden. Maak lettercontouren. Je kan hier gebruik maken van de pantone kleuren (PMS) die bij full color omgezet moeten worden in CMYK. Bewaar het bestand als Illustratienaam.ai om in InDesign te kunnen plaatsen. Denk om de koppelingen!! Kijk voor werkwijze achterin deze reader (zie bijlage 3).
5
de Letter digitale eisen printproduct specificaties printproduct
printen
kleurprofiel
inleveren
Voor de poster/folder gelden de volgende eisen: ◊ afbeeldingen in CMYK (géén RGB); ◊ bestandsformaten bewaren als .psd, .tiff of .eps (bij duotone); ◊ pixelbestanden met resolutie van 300 ppi; ◊ pixel-afbeeldingen moeten binnen de 80-120% geplaatst worden. Om goed te kunnen drukken/printen worden er een aantal technische eisen aan een product gesteld. Het is de bedoeling dat je ontwerp ook goed gedrukt/ geprint kan worden. Bovenstaande specificaties zijn dan ook nodig om dat te kunnen realiseren. Elke drukpers/printer heeft zijn eigen specificaties/afwijkingen. Hiervoor heeft men Kleurmanagement in het leven geroepen om juiste en voorspelbare producten te kunnen krijgen. Er moet dus eerst getest worden. We werken daarom met profielen die internationaal afgesproken zijn. Voor elke drukpers/printer kan men een profiel aanmaken waar de afwijkingen in gecorrigeerd worden. Maak eerst een pdf voordat je gaat printen. Hier moet je dus ook een profiel kiezen. Kijk op je informatievel voor het maken van je pdf voor dit product. Je kiest hierbij de specificaties voor Rijnja-Typoposter. De poster/folder moet digitaal op CD-ROM (of DVD) ingeleverd worden als: Poster_JeNaam.indd. Op de CD-ROM komt te staan: ◊ Poster_JeNaam-map Jouw poster/folder moet je bewaren als pakket (met alle gebruikte bestanden (Links) in één map mét de fonts); ◊ Plaats correct gemaakt pdf bestand erbij: ◊ Noem deze Poster_JeNaam.pdf. ◊ Het filmpje met kinetische typografie zet je op een webpagina en lever je in ook op de CD in de map moving_type (zie bladzijde 10 voor de bijzonderheden daarover). ◊ De CD-ROM of DVD is voorzien van een inlegvel welke slaat op je posterproject en is voorzien van je naam en klas!! Werk gestructureerd in één map waarbinnen je alles plaatst wat met dit project te maken heeft. Zo raak je geen spullen kwijt en blijft het netjes in je computer. De printuiting is een gevouwen folder (naar A5) die bij uitvouwen een poster is. De uitgevouwen maat is A2, en wordt tweezijdig bedrukt. Voorzijde (schoonzijde): de sfeer van een letter (associatie); Achterzijde (weerzijde): de typografische (theoretische) uitleg.
6
een typograf isch project de letter
Het lettertype dat je hebt gekregen, heeft een bepaalde uitstraling/gevoel. Dit gevoel moet je gaan versterken. Zo kan je bijvoorbeeld een zware letter uitbeelden door die op te bouwen met bakstenen of een heel lichte letter op te bouwen uit veertjes.
de folder
De folder bestaat uit 8 verschillende A5-jes, elk met tekst en voorbeelden zoals ◊ Een introductie van het lettertype met daarin bijvoorbeeld een tijdsbeeld en de reden waarom deze ontwikkeld is; ◊ Classificatie van het lettertype (Romein, Egyptienne, Bodoni, Schreefloos, Fantasie); ◊ Een letterproef met daarin kapitalen, onderkast, cijfers en leestekens; ◊ Benoeming van de onderdelen van de letter: Kapitaalhoogte, x-hoogte, stokletter, enz.; ◊ Uitleg van typografische begrippen: Corps, interlinie, regelafstand, spatiëring, kapitaal, kleinkapitaal, onderkast, schreef/schreefloos, broodletter (platte tekst), mediaevalcijfers, tabelcijfers, ligatuur; ◊ Toepasbaarheid: links/rechtslijnend, gecentreerd, uitvullen. De letter tonen in verschillende corpsgroottes; ◊ Het tonen van de restruimtes van de letters (handmatig); ◊ The do’s and don’ts van de typografie (minimaal tien). Verdiep jezelf ook in de diverse vouwwijzen om van een A2 tot een A5 te kunnen komen. Oefen eerst eens met een blanco vel (zie bijlage 3).
7
de Letter kinetische typografie
Een filmpje met bewegende typografie is een goede oefening om te leren denken in tijd. Je bouwt hiermee voort op de ervaringen in het animeren met Flash, welke je in leerjaar 1 hebt opgedaan. Je maakt een uiting die alleen is opgebouwd uit letters. Ze variëren in grootte, font (=karakter), draaiing, positie en natuurlijk beweging. In principe maak je geen afbeelding, maar wat wel mogelijk is dat door een bepaalde compositie van letters er een afbeelding gaat ontstaan. In ieder geval speelt de typografie absoluut de hoofdrol. Klassieker onder de kinetische typografie is ‘The Child’ van Alex Gopher. Andere goede voorbeelden vind je onder:
voorbeelden
American Psycho: businesscard scene http://youtu.be/2lFkNLNm-gg Pulp Fiction http://youtu.be/WR3zZRBVb5g Kill Bill 1 http://youtu.be/aiKXVYF6-hY http://youtu.be/HNN9PBp_q4s Boekpromotie ‘5’ http://youtu.be/D2kcppnzGWE Jitterbug http://youtu.be/nFobUDqX6Ho Kinetische typografie ofwel moving type wordt soms als een aparte tak van sport gezien in de ontwerp- en kunstwereld, maar het is natuurlijk ook uitermate goed toepasbaar in tv-commercials en in de aan- en aftiteling van films.
opdracht
Maak een filmpje met kinetische typografie. Het onderwerp is de letter, die je voor dit project toegewezen hebt gekregen. De film eindigt met de naam van het font. De doelgroep is gelijk aan die van de poster. Werk in HD-kwaliteit: 1280 bij 720 px.
werkwijze
De film wordt in principe met Flash gemaakt, en de swf wordt op een webpagina geplaatst en de hele site wordt online gezet.
geluid opnemen
Moving type wordt altijd sterker als we er geluid aan toevoegen. Als het idee voor de gesproken (en de bewegende) tekst klaar is, kun je deze op een Mac bijvoorbeeld opnemen met Garageband. Kies daar voor een nieuw project
8
een typograf isch project en sla deze op. Maak een nieuwe spoor en kies de microfoon. Je kunt nu door op de rode opnameknop te klikken de opname starten en stoppen. Stoppen kun je ook door de spatiebalk aan te slaan. De spatiebalk start en stopt ook het afspelen en met de Enter-knop zit je weer aan het begin van de opname. Na het opnemen kun je opslaan maar ook onder Deel in de menubalk kiezen voor Exporteren naar schijf... achter ‘Comprimeer met:’ kies je MP3-codering. Hierdoor kun je het als een mp3-bestand opslaan.
geluid plaatsen in Flash
Deze MP3 kun je eenvoudig in Flash importeren: Kies Bestand > Importeren > Importeren in bibliotheek…. En kies het bestand. Je kunt een aparte laag voor het geluid maken en vanuit de bibliotheek het geluid op de stage slepen. Vervolgens kun je door het toevoegen en verwijderen van frames het tempo van de beweging afstemmen op het geluid.
tips
◊ schrijf de gesproken tekst eerst helemaal uit. En werk met een koptelefoon. ◊ Door in de geluidslaag een hoofdframe aan te maken, kun je in het eigenschappenvenster onder Geluid de optie Geen omzetten naar een van de geluiden, die in de bibliotheek staan. ◊ Zet in de eigenschappen voor het frame de Sync van Gebeurtenis om naar Streamen. Dit bevordert het afstemmen van beeld en geluid tijdens het bewerken in Flash. ◊ Je kunt ook eerst de animatie maken, vervolgens het geluid opnemen en in Flash plaatsen en vervolgens door frames toe te voegen of te verwijderen, het tempo afstemmen.
After Effects
Een alternatieve weg voor mensen die thuis zijn in After Effects: produceer met After Effects de film, plaats deze op YouTube of Vimeo. Maak vervolgens een webpagina waarin je de YouTube video plaatst.
9
de Letter inleveren
CD/DVD
Als je in Flash of After Effects werkt, werk je in een bestand waarmee de film gemaakt wordt. In Flash is dat een fla-bestand. Dit noemen we het bronbestand. Dit bronbestand moet op de CD worden mee gebrand, evenals de werkende webpagina met film natuurlijk. De swf is het filmpje geworden en dat zet je samen met de webpagina online en brand ze in de map moving_type mee op de CD/DVD.
online
Als je zelf geen website online hebt, maak je gebruik van Dropbox. Je maakt hiervoor een Dropbox-account aan. Maak daar in de map Public een map aan met de naam: deLetter (let hierbij op het gebruik van de kapitaal en het ontbreken van spaties!) Daarin staat je hele webpagina met de naam index.html en de swf, een swz en nog een mapje Scripts met scripts, die door Dreamweaver gemaakt zijn. Stuur de link van index.html naar
[email protected]. Deze link verkrijg je door online naar je Dropbox bestanden te gaan. Als je daar met je muis over dat bestand gaat, zie je rechts een pijltje naar beneden verschijnen. Door deze open te klikken, krijg je de optie om het webadres van het bestand te kopiëren. (Copy pubic link) Het is niet noodzakelijk bronbestanden online te plaatsen, alleen die bestanden, die voor de weergave van de web-inhoud noodzakelijk zijn.
training
In de trainingslessen web maak je een gelijksoortige opdracht als in het project. Omdat je nog geen schetsen hebt, kun je dan alvast kennismaken met de techniek en kun je de moeilijkheden van de techniek leren overwinnen en ontdek je de mogelijkheden, die je in je ontwerp kunt toepassen. Maak dus in Flash een filmpje met kinetische typografie, waarin je naam, woonplaats en portret verschijnen. De swf staat op een webpagina met als naam index.html. Zet het geheel in een map met als naam: trainingKT en zet deze online: in de Public map van je eigen Dropbox en stuur een link van index.html naar
[email protected].
deadline training
Deadline voor de training is 23 september 2011.
10
een typograf isch project Schetsboek protocol specificaties
inhoud
waarom een schetsboek?
Het formaat is minimaal A3 liggend. Het bestaat uit een omslagvel (schutvel) waarop jouw naam en klas staat en het onderwerp van je project (zie tekening). Als je project uit verschillende onderwerpen bestaat, laat dat dan ook zien in je schetsboek, d.m.v. een index (inhoud) en diverse tabbladen (tussenbladen) die de verschillende onderwerpen scheiden (zie tekening). De teksten op omslag, index en tabbladen mogen met de hand (mits typografisch goed verzorgd) worden gezet of op de computer (ook verantwoord). Zorg voor een logische opbouw van je schetsboek. Spreek je uit over een zelf gekozen lay-out! Het geheel wordt uiteindelijk gebonden met een bindsysteem, b.v. wire-o-binding (zie tekening). In je schetsboek staan al jouw ideeën gevisualiseerd, gekrabbeld of geschetst. Jouw schetsboek is een creatieve gedachtengang. Iedere schets is de moeite waard. Laat o.a. zien jouw kleuronderzoek, het vormonderzoek, het beeldonderzoek, typografisch onderzoek, letteronderzoek, compositie en alles wat er verder in je brokkelbreintje opkomt. Het schetsboek is een kijkboek dat laat zien hoe je aan het eindresultaat bent gekomen. Een schetsboek laat aan je docent en jouw stagebedrijf de volgorde zien hoe je tot een ontwerp gekomen bent. Het laat zien hoe jouw gedachtengang is geweest en hoe je tot een eindresultaat gekomen bent.
11
de Letter Bijlage 1 typografie
Typografie, van het Griekse τuπος (tupos: slag, vorm, afdruk) en γραφειν (graphein: schrijven), behelst het zetten, drukken en vormgeven van teksten, zowel voor functionele als esthetische doeleinden. Om deze doeleinden te verwezenlijken speelt de opmaak van tekstblokken, de bladspiegel alsook de keuze van lettertypen, vette en cursieve varianten, witruimte en interpunctie een belangrijke rol. Oorspronkelijk was het belangrijkste medium voor de typografie het boek. Anders dan voor boeken is typografie tegenwoordig niet weg te denken van formulieren, webpagina’s, interactieve cd-roms, reclameteksten of waarschuwingsborden. Typografie dient rekening te houden met het medium en doel van de geschreven teksten. Deze stellen verschillende eisen voor leesbaarheid en opvallendheid.
toepassing
Typografie houdt zich bezig met tekstuele vormgeving, en wordt in de meeste gevallen toegepast om het doel en de inhoud van een tekst te ondersteunen. Een tekst moet bijvoorbeeld prettig leesbaar zijn. Daarom worden teksten in boeken en kranten vaak uit een lettertype met schreef gezet, maar op het beeldscherm juist vaak met een schreefloos lettertype zoals Verdana of Tahoma opgemaakt. Voor een reclame- of waarschuwingsbord is het van belang dat woorden opvallen door ze met felle kleuren te accentueren. In een lange tekst wordt het juist als storend wordt ervaren wanneer er vetgedrukte woorden uitspringen en wordt bij voorkeur cursivering gebruikt om de lezer te attenderen. Ook met andere zaken die de leesbaarheid van een tekst beïnvloeden houdt typografie zich bezig. Bijvoorbeeld het gebruik (doelgroep) en de indeling van een pagina.
aandachtspunten
De typograaf let op: ◊ de zetbreedte (regellengte): de breedte van een tekstblok of kolom. De typograaf let daarbij op het maximum aantal tekens of woorden per regel. Bij een tekst met te lange regels moet het oog van de lezer namelijk een te grote afstandssprong maken van het eind van de regel naar het begin van de volgende. In het algemeen worden maxima gehanteerd van gemiddeld ca. 85 tekens (inclucief spaties en leestekens) of van gemiddeld twaalf woorden; ◊ de diverse lettergroottes (corpsen) en -soorten. Door een combinatie daarvan (naast onder andere kleurgebruik) kan de typograaf de diverse tekstelementen visueel onderscheidend maken en daarmee de inhoudelijke hiërarchie goed visualiseren en ordenen. Letterfamilies bestaan uit diverse lettersoorten, meestal minimaal romein (normaal), vet, cursief en vet-cursief. Er zijn ook uitgebreide letterfamilies, die dan bijvoorbeeld als extra lettersoort vet-cursief, halfvet, extra vet, versmald en verbreed hebben; ◊ de interlinie: het wit tussen twee regels; ◊ de regelafstand: de grootte van de letter (het corps) opgeteld bij de grootte van de interlinie. (Voorbeeld: corps 10 punt + 4 punt interlinie geeft een regelafstand van 14 punt.); ◊ de woordspaties: het wit (de ruimte) tussen twee woorden; ◊ het gebruik van kapitalen (hoofdletters) en onderkast (kleine letters als deze); ◊ de letterspatiëring: het wit tussen de letters onderling; ◊ de leestekens;
12
een typograf isch project ◊ de gebruikte letterfamilie(s) (lettertypen); ◊ het vaste (verticale) tussenwit (bij meerdere kolommen); ◊ het bijeen houden van inhoudelijke ‘eenheden’.
voorbeeld
Om een bekend voorbeeld te geven: de staartregel van een alinea die niet alleen boven aan een pagina mag staan (het zgn. ‘hoerenjong’). Zo bestaat er onder andere ook de ‘wees’ of de ‘weduwe’ (uit het Engels: the ‘widow’). Deze termen staan beiden voor de eerste regel van een alinea die alleen staat onderaan een pagina. Voor woordenboeken of kranten, waar ruimte schaars is, worden er opzettelijk smalle lettertypen uitgezocht, waardoor het papier efficiënter benut kan worden. De marges worden dan uiteraard ook klein gehouden. Een voorbeeld is de Lexicon (Bram de Does, 1992), die wordt gebruikt in de krant NRC Handelsblad en het woordenboek de Dikke Van Dale.
aspecten
Sommige aspecten en gewoontes van de typografie zijn universeel: te lange regels, te weinig interlinie en te kleine woordspaties lezen niet prettig. Andere gewoontes zoals het gebruik van aanhalingstekens en gedachtestreepjes verschillen van tijd tot tijd en van land tot land en daarbinnen nog weer van publicatie tot publicatie.
lettertype
Een lettertype (ook wel het font genoemd) is een serie tekens die letters uitbeelden. Veel tekstverwerkers geven de gebruiker de keuze verschillende lettertypen te kiezen, zoals Times New Roman, Helvetica, Arial of Courier.
classificatie
Er zijn verschillende systemen bedacht om lettertypen in te delen. Een zo’n systeem is de chronologische volgorde. In de 20e eeuw alleen al zijn zoveel lettertypen ontworpen, dat dit systeem niet toereikend is. De classificatie van Vox klopt niet altijd maar omdat het enige orde schept is het nog steeds de meest gebruikte classificatie. Ook de vereenvoudigde classificatie (Groenendaal) wordt vaak gebruikt. Deze kent dan: ◊ Schreefletters: a. Renaissance-schreefletters (zoals bijvoorbeeld de Garamond) b. Overgangs-schreefletters (New Baskerville) c. Classicistische schreefletters (Bodoni) d. Egyptienne (Rockwell) ◊ Schreefloze letters: (zoals bijvoorbeeld de Frutiger) ◊ Fantasieletters (Mistral)
13
de Letter opbouw van de letter
alfabet
Een letter is een teken om in geschreven taal een klank van de gesproken taal weer te geven. De letters die in een taal gebruikt worden, vormen samen het alfabet van die taal. Een kleine hoeveelheid letters is hierbij genoeg voor alle woorden. Onder de tien tekens is al mogelijk, maar hoe beter de letters de spraak en dus alle klanken moeten kunnen vertegenwoordigen, hoe meer tekens er nodig zijn. Toch blijft dit aantal altijd onder ongeveer vijftig, wat een alfabet tot een handiger uitvinding maakt dan de hiërogliefen. Stokletters Staartletters rompletters
: : :
bdfhklt gjpqy aceimnorsuvwxz
kenmerken
1. 2. 3. 4.
Basislijn (of letterlijn) x-hoogte rompletters Kapitaalhoogte Stokhoogte stikletters
1. 2. 3. 4. 5.
5. 6. 7. 8.
Beeld Vlees Romp Stok Staart
Staartlengte Hp-hoogte kp-hoogte Accenthoogte
9. Corpswit 10. Letterbreedte 11. Typografisch vierkant
6. Boog 7. Vlag 8. Schreef 9. Pons (counter of oog) 10. Basislijn
14
een typograf isch project Bijlage 2: Formaten en vouwen papierformaten
A-formaten
Voor druk-en printwerk worden over het algemeen A-formaten gebruikt. Alle A-formaten kunnen worden teruggevouwen naar A4-formaat, met de identificatiestrook zichtbaar. Daarnaast worden er door drukkers ook nog veel andere formaten gebruikt. Zoek deze eens op. Bij het Papierproject heb je deze ook nodig. Het juiste formaat wordt gekozen aan de hand van de schaal en afmetingen van de tekening. A0 A1 A2 A3 A4
vouwen
Nominale afmetingen in mm 841 x 1189 594 x 841 420 x 594 297 x 420 210 x 297
Onderstaande tekening geeft je een idee van mogelijke vouwwijzen. Er zijn nog veel meer mogelijkheden. Onderzoek deze maar eens.
15
de Letter
Project 1: de letter opleiding Mediavormgever - uitstroomrichting grafisch vormgever
Studiejaar: 2011 / 2012
Naam:
Kerntaak 1: Ontwerpt media-uiting
comp. werkprocessen
1.1 beoordeelt opdracht en adviseert opdrachtgever
product debriefing
M
analyseert de informatie van de opdrachtgever door deze uiteen te rafelen en conclusies te trekken
O
ontwikkelt het concept, bedenkt het communicatie-idee en kiest voor een creatieve invulling van thema, sfeer, emotie, stijl en benaderingswijze, waarbij hij geschikte schetsboek & uitwerking hulpmiddelen gebruikt om ideeën te vormen
N
verzamelt informatie over de markt/ doelgroep, product/ dienst, organisatie, concurrentie, het onderwerp, thema en boodschap
1.3 maakt concept
1.4 maakt ontwerp
product
sub
beoordeling wie wanneer doc. week 36 ONV
toelichting
beoordeling wie
toelichting
doc. VG
idee film moving type
wanneer eindbeoordeling
onderzoek, schetsboek product
sub
L
gebruikt de hulpmiddelen - waaronder relevante software - met name vormgevingsuitwerking concept en opmaaksoftware, bij het maken van het ontwerp en de presentatie
R
overlegt indien nodig met opdrachtgever, collega's en derden over het ontwerp
beoordeling wie
wanneer
toelichting
doc. eindbeVG oordeling
verschillende ideeën in schetsboek schetsen
doc. VG
eindbeoordeling
doc. VG
eindbeoordeling
lay-outschetsen
K
interpreteert het concept voor de media-uiting, hij kiest geschikte (vormgevings-) elementen zoals stijl, kleur, beelden, teksten, layout, typografie en productspecificaties, hij houdt hierbij rekening met wet- en regelgeving o.a. op het gebied van auteursrecht, hij maakt een ontwerp waarbij in grote lijnen, middels roughs, layout proeven, prints, e.d., de elementen in samenhang worden weergegeven (structuur), verantwoordt gemaakte keuzes en maakt de presentatie in de vorm van o.a. layout proef en/ of visual
juiste sfeer t.o.v. eigen letter poster eenheid typografie en beeld poster keuze typografie schoonzijde keuze typografie keerzijde poster filmpje moving type typografie moving type timing moving type
1.5 presenteert media-uiting
product
V
reageert adequaat op reacties en kritiek van de opdrachtgever
presentatie
H
verantwoordt in het ontwerp gemaakte keuzes met steekhoudende argumenten
presentatie
Kerntaak 2: Realiseert media-uiting comp. werkprocessen 2.1 bereidt realisatie voor T
L
beoordeling wie
doc. VG
product
beoordeling wie
zorgt er voor dat derden bestanden aanleveren in het juiste formaat en volgens de beeldmateriaal voor print in benodigde specificaties, zodat de bestanden bruikbaar zijn, vervolgens respecteert CMYK 300 ppi, hij rechten en regelt toestemming voor gebruik afbeeldingen tussen 80%
2.3 Maakt de media-uiting S
sub
test de werking en/ of controleert de specificaties voor het te behalen kwaliteitsniveau en levert het bestand aan voor verdere productie of distributie/ uploading gebruikt relevante software, met name vormgevings- en opmaaksoftware, zodat de media-uiting op de juiste wijze gemaakt wordt
doc. DIG
en 120% product
sub
beoordeling wie
wanneer
toelichting
eindbeoordeling
wanneer
toelichting
eindbeoordeling wanneer
toelichting
alles werkt naar verwachting afloop, alineastijlen, tekst afbreken, zonodig tekst op basislijn
K
maakt en bewerkt tekst- en beeldelementen, o.a. illustraties, foto's (inclusief belichting), past gekozen (vormgevings-)elementen toe, past kleurmanagement animatie werkt, animatie toe, brengt specificaties aan, o.a. rasterpercentages, resolutie, compressie, loopt goed met het geluid kleurruimte, bestandsformaat, overdrukken, uitsparen, afvlakking en kleurovervul, mee werkt de structuur verder uit en plaatst hierin de elementen, past waar nodig interactiviteit en gebruiksvriendelijkheid toe, stemt vorm en inhoud op elkaar af
2.5 Beheert database
product
T
slaat alle bestanden op in de database conform de geldende afspraken
pakket en pdf op CD & filmpje online
doc. DIG
sub
16
beoordeling
eindbeoordeling
wie wanneer doc. DIG
eindbeoordeling
toelichting