Memo aan onderwerp
van directie afdeling telefoon datum
De leden van de gemeenteraad informatie over maatschappelijk actief en tegenprestaties Het college van burgemeester en wethouders bst B&W 0182-588115 28 juli 2015
Memo Met dit informatiememo geven wij uit voering aan de motie SGP d.d. 1 april 2015 met daarin het verzoek aan het college om per kwartaal te rapporteren over de voort gang en uit voering van de verordening tegenprestatie, waarbij in ieder geval aantallen besluiten tot opleggen tegenprestaties worden gerapport eerd. Tevens wordt de raad geïnformeerd over de uitkomsten van de nul-meting Maatschappelijk Actief die is gehouden onder uitkeringsgerechtigden. In dit memo treft u dan ook de volgende on derwerpen: 1. Het beleidskader tegenprestatie; 2. De uit voering van de verordening tegenprestaties 3. De nulmeting maatschappelijk actief. 1
Beleidskader Tegenprestatie:
In de participatienota hebben we ervoor gekozen om bemiddeling en re -integratie te richten op mensen met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt en voor mensen met een lange afstand op de arbeidsmarkt onze inspanningen te richten op het Maatschappelijk Actief zijn. Onder Maatschappelijk Actief vallen drie lijnen: 1. 2. 3.
Het stimuleren van vrijwilligerswerk Geen plicht tot tegenprestatie voor mensen die al vrijwilligers werk verrichten van een zeker omvang en voor mantelzorgers. Het opleggen van een tegenprestatie aan mens en met een lange afstand tot de arbeidsmarkt voor wie dit de meest passende vorm is om actief te worden of de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Bij het opleggen van een tegenprestatie gelden vervolgens de volgende kaders: Maatwerk: Bij het opdragen van een tegenprestatie wordt rekening gehouden met persoonlijke en individuele omstandigheden. De gemeente Gouda vindt het belangrijk dat belanghebbenden invloed hebben op de keuze van de maatschappelijk nuttige activiteit die ze als tegenprestatie kunnen verlenen; Duur en omvang tegenprestatie: de maximale duur van één tegenpres tatie is 6 maanden voor maximaal 10 uur per week. Binnen een termijn van 12 maanden mag maximaal 2 keer een tegenprestatie opgedragen worden en deze tegenprestatie mag in die periode over ten hoogste 26 dagen verdeeld worden. Inhoud tegenprestatie: de tegenprestatie betreft, zoals de wet voorschrijft, onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die additioneel van aard zijn, niet gericht op toeleiding naar de arbeidsmarkt, en die niet leiden tot verdringing.
2
Uitvoering van de verordening Tegenprestatie:
2015 Aantallen tegenprestaties Soort activiteiten
Kwart aal 1 0
Kwart aal 2 0
Kwart aal 3
Kwart aal 4
Tot en met het tweede kwartaal 2015 zijn geen formele besluiten genomen waarbij een tegenprestatie is opgelegd. Redenen hiervoor zijn: Doorlooptijd in het proces: -
Volgens het vastgestelde beleid zetten we eerst in op vrijwilligers werk. Hiervoor zijn aan groepen cliënten de training Herken je Talent gegeven. Voor minder actieve cliënten geldt dat zij gewezen worden op de mogelijkheid dat d e gemeente een tegenprestatie oplegt en wordt de cliënt eerst gevraagd om na te denk en over vrijwilligerswerk. Ook geldt bij uit voering van de beleidsregels tegenprestatie (bijgevoegd als bijlage 1) dat de cliënt voordat een tegenprestatie wordt opgelegd nog 4 weken de gelegenheid krijgt om zelf met een een voorstel te komen. Dit houdt in dat in de activerende gesprekken met cliënten het opleggen van een tegenprestatie wordt genoemd maar dat cliënten vervolgens gaan nadenken op welke wijze ze invul ling kunnen gaan geven hieraan. Grosso modo verricht een aanzienlijk deel (50% ) van het bestand al vrijwilligerswerk of maatschappelijk nuttige activiteiten. Uit de gesprekken met mensen die nog niet actief zijn, blijkt dat een deel alsnog bereid is om vrijwilligers werk te gaan doen, een ander deel beraadt zich op maatschappelijk nuttige activiteiten of werk. Kortom dit proces vraagt tijd en is in overeenstemming met het vastgestelde beleid in de participatienota, de verordening en de beleidsregels.
Prioriteiten en inzet capaciteit: -
-
De gemeente wordt geconfronteerd met stijgende aantallen uitkeringsgerechtigden. Ambtelijke capaciteit wordt conform beleid ingezet op het zo snel mogelijk naar werk of een andere voorliggende voorziening doorgeleiden dan wel doorgeleide n naar een re-int egratietraject of vrijwilligerswerk. Stijgende aantallen maken ook dat de capaciteit wordt ingezet op het tijdig en correct uit voeren van de kerntaken van de dienst, te weten het verstrekken van uitkeringen levensonderhoud.
Soort activiteiten in het k ader van de tegenprestatie: Uit de nul-meting voor maatschappelijk actief is naar voren gekomen dat 50% van de cliënt en al maatschappelijk actief is waarvan de ruime meerderheid als vrijwilliger en nog 20% van de uitkerings gerechtigden al onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten verricht. Dit zijn activiteiten op vrijwillige basis en niet op grond van een opgelegde tegenprestatie. Het betreft activiteiten als: -
Burenhulp: Een betrokken buurman die altijd de vuilniszakken van zijn bejaarde buurtgenoten weggooit of het regelmatig bezoeken van zelfstandig wonende ouderen die dreigen te vereenzamen
pagina 2
-
-
3
Onderhoud: Het opruimen van zwerfafval in de stad. Deze persoon maakt meerdere wandelingen per week waarbij hij alle zwerfafval meeneemt. Zo dr aagt hij bij aan een schone stad; Het onderhouden van de openbare ruimte. Deze persoon besteed een dag per week aan het onderhouden van het plein in de buurt. Het gaat om onkruid wieden en vegen zodat het plein er netjes bij ligt. Mocht het nodig zijn in d e wint er, dan zal hij het plein sneeuwvrij houden. Hulp bij evenement en: En er zijn ook cliënten die meehelpen in de voorbereiding van evenementen in de stad. Voorbeelden hiervan zijn de Huttenbouw week voor kinderen en het openluchttheaterstuk ‘Goudsch Getij’.
Nul-meting maatschappelijk actief: aanpak en resultaten
Voorafgaand aan het uitrollen van het programma maatschappelijk actief hebben wij onderzocht hoeveel uitkerings gerechtigden al maatschappelijk actief zijn en op welke wijze zij dat zijn. Hiervoor is een zogenaamde nulmeting uitgevoerd en hierbij informeren wij de raad over de uitkomsten daarvan en de voortgang van Maatschappelijk Actief met inac htneming van die resultat en. In mei en juni 2015 hebben wij de uitkeringsgerechtigde cliënt en van de gemeente door middel van een enquete gevraagd naar hun activiteiten op het gebied van vrijwilligerswerk en of mantelzorg, dan wel naar andere maatschappelijk nuttige activiteiten. In dez e uit vraag is gekeken naar of men maatschappelijk actief is in de vorm van vrijwilligers werk voor een organisatie, op een andere manier maatschappelijk nuttige activit eiten worden verricht of dat men mantelzorger is. Er zijn daarnaast een aantal aanvullende vragen gesteld of er de bereidheid bestaat om vrijwilligerswerk te gaan verrichten en of men dat in het verleden heeft gedaan. In de bijlage 2 treft u de uitgebreide rapportage over de aanpak en res ultaten van de nulmeting. Samenvatting van de uitk omsten van de nul meting Maatschappelijk actief :
De uitkomsten van de nul-meting van maatschappelijk actief onder uitkeringsgerec htigden heeft geleid tot een respons van ruim de helft van het bestand uitkeringsgerechtigden (52% heeft de enquete volledig ingevuld / 56% inclusief de gedeeltelijk ingevulde enquetes). Van alle respondenten is 50% maatschappelijk actief (28% doet vrijwilligers werk ), ruim 20% verleent mantelzorg en nog ruim 20% verricht andere activiteit en die als maatschappelijk nuttig kunnen worden beschouwd. Het totale aantal uitkeringsgerechtigden dat al vrijwilligerswerk verric ht ligt hoger dan het aantal dat op grond van de bewonersenquête werd verwacht en waarvan we in de participatienota zijn uitgegaan. Dit volgt alleen al uit het aantal reacties op de enquete maar dit aantal ligt waarschijnlijk nog hoger omdat van een deel van het bestand nog niet bekend is of ze maatschappelijk actief zijn. Er zijn door de gemeente tot medio 2015 nog geen tegenprestaties opgelegd maar zoals gebleken is al een aanzienlijk deel van het bestand op eigen initiatief bezig met maatschappelijk nuttige activit eiten. Van de mensen die nu nog geen vrijwilligers werk verrichten is ruim de helft (55%) bereid om in de toekomst vrijwilligerswerk te gaan verricht en. Dez e groep zal worden benaderd voor het programma maatschappelijk actief dat medio september beschikbaar is en waarmee door een groepsgewijze aanpak mens en worden gestimuleerd en ondersteund om actief als vrijwilliger te worden. Degenen die in de toekomst geen vrijwilligerswerk bij een organisatie willen gaan doen hebben aangegeven waarom zij dit niet van plan zijn. Genoemde redenen zijn voor de hand liggend; men wil zich richten op het verk rijgen van een betaalde baan, men werkt al gedeeltelijk, heeft de zorg voor kleine kinderen of men is hier niet toe in staat vanwege gezondheids redenen. Naar aanleiding van de enquête is het een aantal maal voorgekomen dat mensen een brief meestuurden met hun persoonlijke situatie waaruit een behoefte aan hulp of ondersteuning bleek . In alle gevallen heeft de gemeente met deze mensen contact opgenomen en actie ondernomen, ofwel zelf of doorgeleid naar het sociaal team.
pagina 3
Vervolgaanpak Maatschappelijk Actief: De resultaten van de nul-meting zijn inmiddels bek end en de zomermaanden wordt het inhoudelijke programma voor groepstrainingen gericht op het aanvaarden van vrijwilligers werk gereed gemaakt. Ook worden afspraken gemaakt met het VIP en de sociaal makelaars uit de sociaal teams teneinde het aantal beschikbare, passende vrijwilligersplekken te vergroten en inzichtelijk te hebben voor de de elnemers aan de trainingen. Naarmate dit proces een grotere omvang krijgt, zullen ook de cliënten beter in beeld komen voor wie het opleggen van een tegenprestatie het meest passende instrument is om hen actief te krijgen of te laten participeren.
Bijlagen: 1. 2.
Beleidsregels tegenprestatie Resultaten maatschappelijk actief
pagina 4
Bijlage 1.
BELEIDSREGELS TEGENP RESTATIE GOUDA 2015
Burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda; gelet op artikel 7, onderdeel c, van de P articipatiewet, artikel 34, eerste lid, onderdeel b van de IOAW, artikel 34, eerste lid, onderdeel b van de IOA Z en artikel 2 van de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015; besluiten vast te stellen: de Beleidsregels tegenprestatie Gouda 2015. Artikel 1. Eigen voorstel van belanghebbende voor een tegenprestatie 1. Belanghebbende wordt uitgenodigd voor een gesprek waarin burgemeester en wethouders hem informeren over het voornemen hem een tegenprestatie op te dragen. 2. Belanghebbende krijgt daarop zelf de gelegenheid binnen 4 weken een voorstel voor de tegenprestatie te doen overeenk omstig de criteria als genoemd in de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015 en artikel 3 van deze beleidsregels. 3. Indien belanghebbende reeds onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden verricht, dan kunnen die worden beschouwd als werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie, onder de voorwaarde dat dit geen werkzaamheden betreft in het kader van vrijwilligers werk of mantelzorg, zoals gedefinieerd in de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015. 4. Wanneer belanghebbende niet binnen 4 weken een voorstel voor de tegenprestatie heeft gedaan, dragen burgemeester en wethouders hem een tegenprestatie op. Artikel 2.Toets op verdringing Ter voorkoming van verdringing houden burgemeester en wethouders rekening met de volgende zaken: a. het gaat niet om werkzaamheden waar een betaling tegenover staat; b. het betreft geen werkzaamheden waarvoor iemand normaal gesproken betaald wordt of waarvoor eerder (minder dan één jaar geleden) nog betaald werd; c. er staat geen vacature open voor dezelfde of bijna dezelfde werkzaamheden als die in het kader van de tegenprestatie zouden worden uit gevoerd. Artikel 3. Bijzondere omstandigheden Indien er zich bijzondere omstandigheden vanuit een dringende maatschappelijke vraag voordoen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de procedure onder artikel 1 en aan belanghebbende direct een tegenprestatie opdragen. Artikel 4. Inwerkingtreding De Beleidsregels tegenprestatie Gouda 2015 treden 3 dagen na bekendmaking in werking. Artikel 5. Citeertitel Deze beleids regels worden aangehaald als: Beleidsregels tegenprestatie Gouda 2015 Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van 17 f ebruari 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Gouda, de burgemeester
de secretaris
M. Schoenmaker
L. Bakker
pagina 5
BELEIDSREGELS TEGENP RESTATIE GOUDA 2015
ALGEMENE TOELICHTING Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. Een belanghebbende van achttien jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd is vana f de dag van melding gehouden naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. Dit is vastgelegd in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de P articipatiewet en artikel 35, eerste lid, onderdeel d van de IOAW en artikel 35, eerste lid, onderdeel d IOA Z. De tegenprestatie bestaat uit de plicht om naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten, naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
ARTI KELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Eigen voorstel van belanghebbende voor een tegenprestatie Uitnodiging voor gesprek Belanghebbende wordt uitgenodigd voor een gesprek bij de dienst en hierin pers oonlijk ges prok en en geïnformeerd dat burgemeester en wetho uders voornemens zijn hem of haar een tegenprestatie op te dragen. De aanleiding en betekenis voor het opdragen van de tegenprestatie wordt in het gesprek toegelicht. Voor belanghebbenden waarvan bij de dienst al bekend is dat ze mantelz org verrichten of vrijwilligerswerk van meer dan 4 uur per week en die op deze gronden geen tegenprestatie hoeven te verlenen, is dit gesprek niet nodig. Eigen voorstel In het gesprek met belanghebbende wordt uitgelegd dat hij/zij de gelegenheid krijg om binnen 4 weken na de gespreksdatum een eigen voorstel voor een tegenprestatie in te dienen. In welke vorm dit voorstel gedaan dient te worden, wordt in het gesprek toegelicht. Onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die door belanghebbende verricht (zullen) worden, kunnen zo als werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie ingediend worden. De werkzaamheden die beschreven zijn in dit voorstel moeten vanzelfs prek end voldoen aan de criteria van de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015 en de criteria van verdringing zoals omschreven in artikel 2 van deze beleids regels. Burgemeester en wethouder informeren de belanghebbende over de toekenning of afwijzing van het voorstel en het verdere verloop. Start vrijwilligers werk en mantelzorg in 4 wek en termijn Indien belanghebbende binnen de termijn van 4 weken heeft kunnen starten met het verrichten van vrijwilligerswerk van minimaal 4 uur per week, zal, overeenkomstig artikel 3, tweede lid, onderdeel a van de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015 er geen tegenprestatie opgelegd worden. Hetzelfde geldt voor mant elzorg indien dit, overeenkomstig artikel 3, tweede lid, onderdeel b van de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015 naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is. Het is waarschijnlijker dat dit voorkomt voor vrijwilligers werk, daar belanghebbende hier actief naar op zoek zal gaan, dan werkzaamheden vanuit mantelzorg. Dit omdat mantelzorg in de regel betrokkene overvalt en belanghebbende zich daarop genoodzaakt ziet om de mantelzorg te verlenen. Opdragen tegenprestatie Indien er niet na de gestelde termijn van 4 weken een voorstel voor een tegenprestatie overgenomen wordt door burgemeester en wethouder, zal belanghebbende een tegenprestatie opgedragden worden overeenkomstig de criteria van de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOA Z Gouda 2015
pagina 6
Artikel 2. Toets op verdringing De tegenprestatie mag niet worden ingezet in het kader van de re -integratie. De tegenprestatie mag bovendien niet direct gericht zijn op toeleiding naar de arbeidsmarkt en is dan ook niet bedoeld als re integratieinstrument. Het betreffen werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet mogen leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Reguliere werkzaamheden kunnen daarom niet als tegenprestatie worden ingezet. De tegenprestatie mag het accepteren van passende arbeid of van re-integratie-inspanningen niet belemmeren. Het uitgangspunt werk boven uitkering staat voorop. Dit volgt uit artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet en de parlement aire geschiedenis (zie TK 2010-2011, 32 815, nr. 3, p. 14). Bij het opdragen van een tegenprestatie toetst burgemeester en wethouders of deze niet tot verdringing op de arbeidsmarkt leidt. De toets op verdringing gebeurt op basis van de in artikel 2 van deze beleidsregels genoemde criteria. Dat betekent dat werkzaamheden in het kader van een tegenprestatie niet om werkzaamheden mogen betreffen waar een bet aling tegenover staat, het geen werkzaamheden bet reft waarvoor iemand normaal gesproken betaald wordt of waarvoor eerder (minder dan één jaar geleden) nog betaald werd en er geen vacature openstaat voor dezelfde of bijna dezelfde werkzaamheden als die in het kader van de tegenprestatie uitgevoerd zouden worden. Per toetsmoment zal afzonderlijk bekeken worden of er sprake is van verdringing. Hierbij is de lokale cont ext en arbeidsmarkt relevant. Werkzaamheden kunnen in Gouda verdringend zijn voor de arbeidsmarkt, maar in een andere gemeent e mogelijk niet, én vise versa. Artikel 3. Bijzondere omstandigheden Van bijzondere omstandigheden is sprake bij werkzaamheden die voort vloeien uit een dringende maatschappelijke vraag. Daarbij kan gedac ht worden aan de gevolgen van natuurverschijnselen die niet vanuit de beschikbare (hulp)diensten alleen opgelost kunnen worden. Voorbeelden van dergelijke werkzaamheden zijn grote opruimwerkzaamheden als gevolg van een overstroming en het sneeuwruime n na uitzonderlijke sneeuwoverlast. In het beginsel gaat het daarbij om werkzaamheden in de zogenaamde ‘nafase’ of ‘herstelfase’ waarbij, in een veilige omgeving, maatschappelijke nuttige (herstel)werkzaamheden gevraagd kunnen worden. Uiteraard toetsen bur gemeester en wethouders ook bij deze werkzaamheden of er geen sprake is van verdringing. Als er sprake is van een dringende maatschappelijke vraag, willen burgemeester en wethouders af kunnen wijken van de procedure om iemand eerst 4 weken de tijd te geven zelf met een voorstel te komen, vandaar dit artikel. De tegenprestatie wordt echter wel nog opgelegd, wat betekent dat belanghebbende een besluit ont vangt waarin de inhoud en omvang van de werkzaamheden wordt beschreven. Artikel 4. Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. Artikel 5. Citeertitel Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
pagina 7
Bijlage 2. Resultaten nulmeting maatschappelijk actief
Memo onderwerp
resultaten uit vraag maatschappelijk actief mei 2015
van
A.J. Vermeer dv Informatievoorziening en automatisering 19 juni 2015
directie afdeling datum
Inleiding De invoering van de participatiewet maakt het mogelijk om meer te gaan sturen op het leveren van een tegenprestatie door cliënten met een uitkering. De tegenprestatie is onderdeel van de aanpak maatschappelijk actief. Om zicht te krijgen in welke mate men op dit moment al maatschappelijk actief is, is in de periode april/mei een uit vraag gedaan onder de uitkeringsgerec htigden van de gemeente Gouda. In deze uit vraag is gekeken naar of men maatschappelijk actief is in de vorm van vrijwilligers werk voor een organisatie, op een andere manier maatschappelijk nuttig werk geleverd wordt of dat men mantelz orger is. Er zijn daarnaast een beperkt aantal aanvullende vragen gesteld, zoals aan degenen die geen vrijwilligerswerk verricht en of men dat in het verleden heeft gedaan en of men dit in de toekomst zou willen doen. Proces Alle uitkeringsgerechtigden (cliënten en partners) hebben een brief ont vangen met toelichting en daarin een link naar het digitale formulier. Op verzoek was het tevens mogelijk om een papieren versie te ont vangen, hiervan is in beperkte mate gebruik gemaakt. Aanvankelijk zijn er diverse mens en geweest die naar aanleiding van de brief cont act met de gemeente hebben opgenomen voor een nadere toelichting. Ook waren er uitkeringsgerechtigden die informatie over hun persoonlijke situatie hebben gestuurd. Alle informatie is verwerkt en waar nodig wordt hieraan ook opvolging gegeven richting individuele uitkerings gerechtigden. Overall is het proces goed verlopen, dit blijkt ook uit de respons (zie tabel hieronder) totaal aantal uitkeringsgerechtigden aangeschreven totaal aantal reacties aantal volledige reacties aantal gedeeltelijke reacties
1.940 (100%) 1.092 (56%) 1.016 (52% ) 76 (4% )
De uitkomsten van de uit vraag hebben dus betrekking op ruim de helft van het bestand uitkerings gerechtigden. Degenen die niet alle vragen hebben beantwoord zijn meegenomen in de resulta t en bij de vragen waar men wel antwoord heeft gegeven. Binnen de groep uitkeringsgerechtigden die hebben gereageerd ligt de nadruk op personen die vijf jaar of langer een uitkering ont vangen. periode uitkering korter dan 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar 5 jaar of langer
verdeling respons 23% 15% 12% 14% 37%
Uitk omsten: totaalbeeld
pagina 8
Ruim een kwart (28%) van de uitkeringsgerechtigden die hebben gereageerd doen vrijwilligers werk via een organisatie. Daarnaast zijn er echter ook uitkerings gerechtigden die andere onbetaalde werkzaamheden verrichten die als maatschappelijk nuttig worden gezien (20%) of die mantelzorger zijn (20%). Deze percentages kunnen niet worden opgeteld omdat sommige mensen op meerdere manier actief zijn in de samenleving. Het percentage uitkeringsgerechtigden dat op minstens één van de genoemde manieren maatschappelijk actief is bedraagt 50%.
aandeel maatschappelijk actieven maatschappelijk actief
50%
vrijwilligerswerk via een organisatie
28%
mantelzorg
20%
andere onbetaalde werkzaamheden die als maatschappelijk nuttig …
20% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Uitk omsten: vrijwilligers werk Degenen die vrijwilligerswerk doen via een organisatie doen dit frequent; de helft (50%) doet dit 1 of 2 keer per week en 45% doet dit vaker dan 2 keer per week. De meerderheid besteedt minstens 2 uur per week aan vrijwilligerswerk. Er is zelfs een aanzienlijke groep (34%) die meer dan 8 uur per week aan het doen van vrijwilligerswerk besteden.
aantal uur per week besteed aan vrijwilligerswerk 100% 80% 60% 40% 20%
27%
33%
34%
2 tot 4 uur per week
4 tot 8 uur per week
meer dan 8 uur per week
6%
0% minder dan 2 uur per week
Vrijwilligerswerk heeft in veel gevallen bet rekking op zorg en welzijn (34%). Daarna volgen vrijwilligerswerk voor school (15% ), de buurt (15%) en op het terrein van cultuur (13%). In de categorie ‘anders, namelijk’ worden veel verschillende typen vrijwilligers werk genoemd, bijvoorbeeld: bediening, voeds elbank, schoonmaak, dagbesteding.
pagina 9
type vrijwilligerswerk zorg en welzijn anders, nl school buurt cultuur sport levensbeschouwing / kerk jeugd goed doel dieren en natuur wonen politiek vakbond
34% 23%
15% 15% 13% 9% 9% 8% 8% 6% 1% 1% 0% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Degenen die aangeven op dit moment geen vrijwilligerswerk via een organis atie te doen is gevraagd of zij dit in het verleden hebben gedaan; dit blijkt bij 25% het geval te zijn. Voor de toekomst is 55% bereid om vrijwilligerswerk te doen. Deze bereidheid ligt hoger onder degenen die in het verleden al vrijwilligerswerk hebben gedaan. Degenen die in de toekomst geen vrijwilligerswerk bij een organisatie willen gaan doen hebben aangegeven waarom zij dit niet van plan zijn. Genoemde redenen zijn voor de hand liggend; men wil zich richten op het verkrijgen van een betaalde baan, men werkt al gedeeltelijk, heeft de zorg voor kleine kinderen of men is hier niet toe in staat vanwege gezondheidsredenen. Uitk omsten: mantelzorg Mantelzorg wordt door 20% van de uitkeringsgerechtigden verleend. De mat e waarin men dat doet varieert.
aantal uur per week besteed aan mantelzorg 100% 80% 60% 40% 20% 0%
31%
24%
17%
7%
minder dan 4 5 tot 8 uur per 9 tot 16 uur per 17 tot 24 uur uur per week week week per week
21%
meer dan 24 uur per week
De mantelzorgwerkzaamheden betreffen in veel gevallen huishoudelijke werkzaamheden, maar ook begeleiding van sociale activiteiten wordt veel genoemd. soort mantelzorg percentage verzorging / verpleging 35% begeleiding medische activiteiten 36% begeleiding sociale activiteiten 54% huishoudelijke werkzaamheden 59% * meerdere antwoorden per cliënt mogelijk zodat het totaal meer dan 100% is
pagina 10