De kracht van Pasen Preek over Filippenzen 3:7-11 De Heer is waarlijk opgestaan! Dat is de eeuwenoude paasbelijdenis van de kerk, de groet waarmee we elkaar op de paaszondag ontmoeten en herkennen als christenen. Het is de kern van ons belijden. De Heer Jezus leeft! Wat is ons geloof waard, wanneer we een dode volgen? Welke hoop op leven hebben we wanneer degene waar we onze hoop op hebben gevestigd zelf dood is? Toch is het ongelooflijk. De Heer is waarlijk opgestaan? Hoe waarlijk is dat dan? Is dat echt lichamelijk? Of moeten we het geestelijk zien: leeft Jezus voort in de herinnering en in het geloof van zijn volgelingen? Er waren veel getuigen van zijn dood, heel wat mensen stonden aan de voet van het kruis en zagen Hem sterven. Verschillende mensen hebben gezien hoe Jozef van Arimatea en Nicodemus het lijk ophaalden en in het graf in de tuin van Jozef legden. Maar er waren geen getuigen bij toen Hij levend uit het graf tevoorschijn kwam. De wachters hebben er niets van meegekregen, zij waren als doden door de aardbeving en het verschijnen van de engel die de steen voor het graf wegrolde (Matteüs 28:4). De eerste getuigen (de vrouwen, Petrus en Johannes) zagen alleen een leeg graf, Jezus was er al uit. Niemand kon verslag doen van dat krachtige wonder dat een dode levend werd. En toch… velen getuigen dat Hij leeft. En al snel daarna ontstond een levende gemeenschap van mensen op basis van de belijdenis dat de Heer waarlijk is opgestaan. Hoe is dat mogelijk? Hoe is het mogelijk dat Petrus – de Jezusverloochenaar – in een korte tijd veranderde in een Jezusverkondiger? Hoe is het mogelijk dat een tijdje later de strenge Farizeeër Paulus veranderde van een Christusvervolger in een Christusvolger? Dit is alleen te verklaren wanneer de opstanding van de Heer een werkelijk feit is – waar gebeurd. En dat ze dit geloofden kwam doordat zij een fysieke ontmoeting hadden met de levende Heer. Daarvan getuigden zij aan iedereen die maar luisteren wilde. Die getuigenissen zijn vervolgens in de Bijbel opgetekend, zodat wij ze kunnen lezen. Dat de Heer waarlijk is opgestaan werd de kernboodschap van de apostelen, het fundament van de kerk. Toen de lege plek van Judas Iskariot moest worden ingevuld, was dan ook de enige eis: Het moet een man zijn, die vanaf het begin erbij geweest is, sinds wij met Jezus het land doortrokken; vanaf de dag dat Jezus in de Jordaan werd gedoopt tot Hij in de hemel werd opgenomen. Hij moet, net als wij, kunnen vertellen dat hij zelf gezien heeft dat Jezus weer leeft. (Handelingen 1:21-22 Het Boek) De opstanding is de kern van de apostolische boodschap. Zij waren overtuigd van de waarheid, want ze hebben het zelf gezien! Jezus liet zich zien aan zijn leerlingen, aan de vrouwen, aan individuele leerlingen en groepen leerlingen tot zelfs aan een grote massa van vijfhonderd mensen tegelijk. Het is gewoon echt waar, zegt Paulus, dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat Hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat Hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is Hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is Hij ook aan mij verschenen…” (1 Corinthiërs 15:3-8 NBV) Alsof Paulus wil zeggen: geloof je het niet? Vraag het dan gewoon aan één van die vele ooggetuigen die nog in leven zijn. 1
En wij – christenen – geloven vandaag op grond van dit getuigenis de waarheid van Jezus opstanding. Anders zaten wij nu toch niet hier? En het geeft ons hoop: de opstanding van Jezus is de garantie voor onze toekomst. Dat troost ons, wanneer we iemand moeten missen door de dood. Zoals Jezus leeft, zo mag de gestorvene leven met Hem. En we zullen hem of haar terugzien. Die belijdenis maakt elke begrafenis tot een paasdienst: de dood heeft niet het laatste woord, maar Jezus is Overwinnaar. Maar… Pasen is meer dan troost uit het verleden en meer dan hoop voor de toekomst. Wist je dat het ook kracht is voor vandaag? De opstandingskracht van Jezus mag je in je eigen leven ervaren. Pasen wil ingrijpen in jouw leven vandaag en alles in een ander perspectief zetten, zodat je verandert en nieuw wordt. Daarover wil ik vandaag spreken naar aanleiding van een gedeelte uit de brief van Paulus aan de gemeente in Filippi. Maar wat winst voor mij was, ben ik omwille van Christus gaan beschouwen als verlies. Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want het kennen van mijn Heer Christus Jezus gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven, en ik beschouw alles als vuilnis als het erom gaat Christus te winnen en één te zijn met Hem; mijn gerechtigheid steunt niet op de wet maar op het geloof in Christus: zij komt van God en steunt op het geloof. Ik wil Christus kennen, de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap met zijn lijden; ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn dood om eens te mogen komen tot de opstanding uit de doden. (Filippenzen 3:7-11 WV95) Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren (NBV). Wat een radicale omkeer van Paulus. Hij wilde eerst juist helemaal niets van Christus weten! Hij dreigde iedereen die Jezus als de Messias beleed gevangen te nemen! (Handelingen 9:1) Dood moesten ze, net zoals die Jezus van hen. Die was ook dood en nu moesten zijn volgelingen eraan geloven. Zoals die Stefanus – maar goed dat die godslasteraar is doodgegooid met stenen (Handelingen 7:54-60). Paulus wilde niets met Jezus te maken, elke herinnering eraan moest weggevaagd worden. Daarom ging de wetsgetrouwe Farizeeër op reis met een volmacht van de hogepriester, naar Damascus om nog meer van die Jezusgekken op te pakken. Maar toen, onderweg, gebeurde het. Een lichtstraal uit de hemel en een stem: “Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?” Paulus viel op de grond en vroeg: “Wie ben U, Here?” Het antwoord was verbijsterend: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt…” Jezus? Die is dood! Maar deze stem dan… - een dode die praat? Dat is onmogelijk… Alleen een lévende kan spreken! Zo ontmoette Paulus de Levende Heer, met goddelijke majesteit bekleed: een verblindend hemels licht. Jezus leeft, Hij is dus tóch waarlijk opgestaan. Door die ervaring is Paulus volledig veranderd. Drie dagen duurde het: hij zat in het donker van zijn blindheid, hij at en dronk niet. Hij was haast een dode: niets ziende en gevangen in het duister, zonder te eten of te drinken. Je zou kunnen zeggen: daar stierf zijn oude mens en kwam er na drie dagen een nieuwe mens tevoorschijn. Geen Christusvervolger, maar een Christusvolger. Vanaf toen ging hij niet meer op weg om christenen af te tuigen, maar om van Christus te getuigen. Niet meer vervuld van haat, maar vervuld met de heilige Geest (Handelingen 9:17-18). Hoe is zo’n verandering mogelijk? Alleen maar door die ontmoeting met de Levende Heer. Ineens zag hij het leven in een ander perspectief. Wat eerst belangrijk voor hem was, bleek niet meer van levensbelang. Het ging hem niet meer om regels en wetten – die hij als Farizeeën het belangrijkst vond. Het draaide voor hem niet meer om de juiste afkomst, de 2
besnijdenis of om volmaaktheid in het houden van de wet. Het echte leven ontvang je alleen na een ontmoeting met Jezus, dat is leven in vrijheid en door de Geest van God. Dit werd de boodschap die hij ging verkondigen, aan de mensen in Rome (Romeinen 7:4-6), aan de Corinthiërs (2 Corinthiërs 3:5-18), aan de Galaten (Galaten 3:13-14), - ja overal waar hij kwam en in elke brief die hij schreef. In de eerste verzen van Filippenzen 3 maakt Paulus de balans op: hij was besneden, een Israëliet uit de stam Benjamin, als echte Hebreeër een kind van Abraham, een Thoragetrouw Farizeeër, ijverig in het vervolgen van ketters, volmaakt in het leven volgens de wet. Zeven pluspunten dus! Maar door die ene ontmoeting met de Levende Heer ziet hij het nu allemaal als verliespunten. Je hebt er niets aan, je kunt er maar beter van af zijn. Het woord ‘vuilnis’ dat hij gebruikt, heeft dezelfde bijklank als bij ons ‘shit’. Het is allemaal vuile shit, dat kun je maar beter kwijt zijn. Er staat slechts één ding aan de andere kant van zijn balans: het kennen van Christus Jezus. En dat ene omschrijft Paulus dan in zeven verschillende bewoordingen, zodat overduidelijk is dat dit ene dat Paulus zoekt al het overige overbodig maakt. Ik wil alleen nog Christus Jezus kennen: Ik wil Hem winnen: want Christus kennen is het enige dat winst oplevert; Ik wil één zijn met Hem; Ik wil uitgaan van gerechtigheid die van God komt op grond van geloof: alleen op basis van geloof in Christus kun je recht staan voor God; Ik wil de kracht van zijn opstanding ervaren; Ik wil gemeenschap hebben aan zijn lijden; Ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven; Ik verlang ernaar om eens te mogen komen tot de opstanding uit de doden. Deze zeven dingen zijn de samenvatting van dat ene zinnetje: ik wil Christus kennen. En als je Hem kent, dan wil je niets liever dan één met Hem zijn, delen in alles wat Hij is en heeft gedaan. Niet meer uitgaan van wat je zelf kunt bereiken, maar eenvoudig ontvangen wat je krijgt door het geloof. Dan verandert je leven, net zoals het bij Paulus gebeurde. Hij ontving nieuw leven en zei het oude leven resoluut vaarwel. Zo ervoer Paulus de kracht van Christus’ opstanding, kracht die het dode in nieuw leven verandert. Dezelfde kracht die nodig is om een dood lichaam tot leven te wekken, de kracht die de dood kan overwinnen, die kracht werkt dan in mensen, zodat hun leven verandert. Wil jij ook Jezus Christus centraal stellen in je leven? In alles met Hem als je Heer samen leven, in eenheid? Besef jij ook dat je het leven alleen kunt ontvangen uit genade en niet omdat je er zelf iets voor doet? Dan geldt dit ook voor jou! Je mag de kracht van Jezus opstanding ervaren. Nu al, in je dagelijks leven. Voor een Christen mag het elke dag Pasen zijn. Want de kracht van God waarmee Jezus opstond uit de dood zorgt ervoor, dat je als een nieuw mens mag leven samen met God. Wie één is met Christus, deelt in wat Hij door zijn dood heeft verdiend: vergeving van zonden en verlossing van de zondemacht. Wie met Hem leeft, is dood voor de wet en mag in vrijheid leven als kind van de genadige God. Dat is het evangelie van Pasen. 3
Paulus heeft dit Paasevangelie prachtig uitgewerkt en verwoord in zijn brieven aan de Romeinen en Efeziërs: We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven, omdat we weten dat Hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over Hem. Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade. (Romeinen 6:4-14 NBV) Ik bid dat u zult beseffen hoe ontzaglijk groot de kracht is, die God ter beschikking stelt aan ons die in Hem geloven. Door diezelfde grote kracht is Christus uit de dood teruggekomen om de belangrijkste plaats naast God in te nemen. … Ook u bent door Hem tot leven geroepen; u, die eigenlijk al dood was, omdat u niet leefde zoals God wilde. U liep met de grote massa van deze wereld mee en deed dezelfde slechte dingen als zij. U gehoorzaamde satan, de leider en vorst van de geestelijke machten in de lucht, die nu nog actief is in de mensen die vijanden van de Here zijn. Zo was het ook met ons. Wij hebben allemaal aan onze slechte begeerten toegegeven. Wij hebben allemaal gedaan wat ons egoïsme ons ingaf. Door naar onze eigen natuur te leven, hadden wij Gods oordeel over ons gehaald. Maar Gods liefde voor ons is zo groot dat Hij ons volledig gratie heeft verleend, zelfs al waren wij door onze misdaden dood voor Hem. Hij heeft ons samen met Christus levend gemaakt! Wat een genade! Dat u gered bent, is enkel en alleen genade van God. Hij heeft ons (die één met Jezus Christus zijn) samen met Hem levend gemaakt en ook met Hem een plaats in de hemel gegeven. Door in de persoon van Jezus Christus zo vriendelijk voor ons te zijn, heeft God eens voor altijd laten zien hoe oneindig groot Zijn goedheid is. Door Zijn genade bent u gered; doordat u in Hem ging geloven. Dat is niet uw eigen verdienste, maar een geschenk van God. Niemand zal zich erop kunnen beroemen het zelf gepresteerd te hebben. God heeft ons één gemaakt met Jezus Christus met de bedoeling dat wij het goede zouden doen, want dat heeft Hij altijd al gewild. Maar dan moeten wij daar ook ernst mee maken en die dingen doen! (Efeziërs 1:19-20 en 2:1-10 Het Boek) Dat leven is niet altijd gemakkelijk. Delen in Jezus’ overwinning is ook gemeenschap hebben aan zijn lijden. Petrus, Jacobus, Paulus en ander getuigen – ze hebben allemaal hun getuigenis met de dood moeten bekopen. Maar hun leven was met Christus verborgen bij God (Colossenzen 3:3). Het sterven bracht hen daardoor nóg dichter bij hun Heer en daarom kan Paulus het sterven zelfs winst noemen (Filippenzen 1:21, 23).
4
Wij – die geen vervolging kennen – wij zullen het lijden van Christus ervaren in ons gevecht tegen de zonde. Het is sterven aan onszelf, het doden van ons oude ik met z’n onreinheid, slechte verlangens en God-onwaardig gedrag (Colossenzen 3:5-10). Op die manier dragen we het sterven van Jezus in ons mee, zodat het nieuwe leven openbaar zal worden en we innerlijk andere mensen worden (2 Corinthiërs 4:10-12, 16). Zoals Christus aan het kruis de zonde wegdeed, zo moeten wij onze slechte natuur, de oude mens in ons, kruisigen. Dat betekent dat je dingen moet loslaten en wegdoen, die wel van nature bij je passen maar die je relatie met God in de weg staan. En dat kan pijn doen, het kan je onzeker maken, het kan je zelfs vriendschappen kosten. Maar het past niet meer bij het nieuwe leven dat je uit Paaskracht hebt ontvangen! Je moet jezelf als dood beschouwen voor de zonde om vanaf nu te leven voor Koning Jezus (Romeinen 6:11-14). Het oude zondige leven moet je uittrekken als een vieze jas om weer bekleed te zijn als een nieuw mens, die beeld van God is in rechtvaardigheid en heiligheid (Efeziërs 4:20-24). Zo leven kun je niet uit jezelf. Maar gelukkig heeft God ons zijn heilige Geest gegeven. Geest die Kracht van boven is, kracht van God (Lucas 24:49; Handelingen 1:8). De Geest van God heeft Jezus levend gemaakt. Zou die kracht dan ook niet in staat zijn om ons te veranderen? Ja! En dát is de ervaring van paaskracht in ons leven. Wie zich aan Jezus Christus toevertrouwt, mag de Heilige Geest ontvangen. Die Geest komt binnen in de grafkamer van je hart en brengt er goddelijk leven. De steen gaat eraf, de zon van gerechtigheid schijnt naar binnen en er waait een frisse wind doorheen! Dus weg met die doodswindsels waar je in gevangen zat, ruim ze op. Je mag vrij zijn en leven! Als Christus in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen. Want als de Geest van Hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft. (Romeinen 8:10-11 NBV)
De Heer is waarlijk opgestaan! Dat is de Paasboodschap van bijna tweeduizend jaar geleden, die ons hoop biedt voor de toekomst. Maar we hebben ook gezien, dat het zelfs kracht in zich heeft voor vandaag – nu en hier in ons leven. Hij leeft en ik in Hem. Daarom mag ik vandaag zijn opstandingskracht ervaren. Ik wens je toe dat je op deze Paaszondag jezelf – wellicht opnieuw – aan Jezus wilt toewijden. Dat je in Hem en met Hem wilt leven. Dan zal diezelfde kracht die Jezus uit het graf deed opstaan in jouw leven gaan werken. En reken maar dat je dan veranderen zult!
toewijdingsgebed en zegen
Amen Paaszondag 31 maart 2013 Krimpen aan den IJssel
5
Gebed Christus Jezus, mijn Heer, U kennen overtreft alles. Omwille van U wil ik alles prijsgegeven, alles als afval weggooien wat mijn kennen van U in de weg staat. Ik wil U winnen en één met U zijn. Ik wil niet meer recht voor God proberen te staan door eigen inspanningen. Ik weet: alleen door mijn geloof in U ben ik rechtvaardig in Gods ogen. Daarom Levende Heer, Jezus Christus: ik wil U kennen en de kracht van Uw opstanding ervaren. Heilige Geest van God, kom mij daarin te hulp. Breek het graf van mijn hart open en laat Uw zon naar binnen schijnen met warmte en liefde. Doorwaai het, zodat de geur van de dood verdwijnt en er nieuw leven in mij zal ontstaan. Uw kracht kan mij veranderen, zodat de Vader steeds meer zijn Zoon in mij kan zien. Geeft U mij Uw opwekkende kracht om het oude leven te doden, zodat ik het nieuwe leven kan aandoen als een jas die steeds beter past. Heilig mij, zodat ik heilig kan zijn – want U bent heilig. Amen
+++
Zegen Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door de kracht van de heilige Geest. (Romeinen 15:13)
6