De Kleine Gids Signalering en behandeling slachtoffers loverboys
Tekst: Door van der Wiele en Ellen de Ruiter Met medewerking van Olga Hoekstra Bijzondere dank gaat uit naar de volgende personen die deze Kleine Gids mede mogelijk hebben gemaakt: Marianne Verhoeven (Comensha), Henk Werson (EMM), Rico Coolen (politie Rotterdam-Rijnmond), Corinne Dettmeijer (NRM), Warner ten Kate (OM), Heleen Haak (Scharlaken Koord), Linda Terpstra en Anke van Dijke (directie Fier Fryslân), Gea Eggink, (psychotherapeut/systeemtherapeut Fier Fryslân) Grafische vormgeving: De Ploeg Communicatie Omslagontwerp: Reclamestudio Arthur van der Veer Advertentie acquisitie: www.kluwermedia.nl Uitgever: Marcel Rem E-mail:
[email protected] Druk: 1 Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor (de gevolgen van) onvolkomenheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 9789013077827 (Paperback) ISBN 9789013087628 (eBook) NUR 752-200 © 2011 Kluwer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan Stichting Reprorecht, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp. Correspondentie inzake overneming of reproductie richten aan: Kluwer, Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn / Kluwer, Postbus 23, 7440 GA Deventer.
VOORWOORD
Ongeveer vijftien jaar geleden ontstonden de eerste initiatieven rond meisjes die uit het zicht verdwenen en die in loverboynetwerken of de prostitutie verdwenen. Wat zo verontrustend was, was dat ouders, leerkrachten, vrienden en vriendinnen, buurtwerkers en hulpverleners zich steeds ernstige zorgen maakten over een meisje, dat alle signalen op rood stonden maar dat de meiden zelf geen enkel probleembesef hadden. Ze ervoeren de zorgen over hen als betutteling en bemoeizucht en waren vooral gefascineerd door de wereld van glamour en glitter, verliefd op hun vriend en bereid werkelijk alles voor hem te doen. Veel meisjes verdwenen na verloop van tijd letterlijk uit het zicht: ze kwamen niet meer op school en niet meer thuis. In Utrecht werd Pretty Woman opgezet. Pretty Woman bood – en biedt nog steeds – op een onorthodoxe en outreachende manier ambulante hulp aan deze meiden. In Leeuwarden werd het initiatief genomen voor het opzetten van een (crisis) opvangvoorziening genaamd Asja. Hier zijn meiden veilig voor hun ‘vriend’, hun loverboy, pooierboy of mensenhandelaar. Asja betekent: nieuw leven. Vanaf 1998 hebben wij veel meiden uit heel Nederland opgevangen in de leeftijd van 13 tot en met 23 jaar. Want in de prostitutie geldt: hoe jonger hoe beter. Een meisje dat als minderjarige in de prostitutie terechtkwam, zei eens: ‘Ik wilde alles voor m’n vriend doen, maar ik wilde niet in de prostitutie. Uiteindelijk belandde ik er toch. Ik lag daar zo stijf als een plank. Maar je denkt toch niet dat dát die mannen iets kan schelen? Het gaat ze maar om één ding!’ Vijftien jaar geleden was loverboyproblematiek nauwelijks bekend. Inmiddels is het een maatschappelijk vraagstuk dat heel Nederland kent. De Inspectie van het Onderwijs geeft aan dat gemiddeld een kwart van het voortgezet onderwijs last heeft van loverboys: 25 procent van de vmbo-scholen, 11 procent van de havo- en vwo-opleidingen en 22 procent van de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. Jeugdzorginternaten rapporteren dat bij het overgrote deel van de geplaatste meisjes sprake is van (angst voor) loverboyproblematiek. De Kleine Gids Signalering en behandeling slachtoffers loverboys is dus zeker op z’n plaats. Immers: hoewel er geen cijfers bekend zijn over omvang en spreiding, zijn er signalen dat de problematiek breed verspreid is over Nederland. Het is geen grote stadsproblematiek of Randstedelijk fenomeen; ook middelbare schoolmeiden van het platteland lopen het risico om met loverboys of pooierboys in aanraking te komen.
V
Voorwoord
Toch doet zich een merkwaardig fenomeen voor. Hoewel heel Nederland weet wat er onder loverboyproblematiek wordt verstaan, wordt er nog te weinig op tijd gesignaleerd. Onze ervaring is dat het lang – vaak te lang - duurt voordat erkend wordt dat er sprake is van loverboyproblematiek. Maar al te vaak krijgt het betrokken meisje of de betrokken jongen ‘het voordeel van de twijfel’. Een niet-pluisgevoel wordt onderdrukt met opmerkingen als: ‘Op deze leeftijd experimenteren jongens en meisjes nu eenmaal.’ Hoe eerder je erbij bent, hoe beter! Dit vraagt iets van ons allen. Het is van belang om de handelingsverlegenheid te doorbreken en het onderbuikgevoel serieus te nemen. En dan gaat het vooral om lef. Het lef om zaken bespreekbaar te maken, taal te geven aan het niet-pluisgevoel en het verschil te maken. Immers: een meisje dat systematisch aangerand, misbruikt en verkracht is, heeft ‘levenslang’. ‘Wie iets groots probeert, is bewonderenswaardig, ook als hij mislukt.’ Seneca
Wij willen alle ouders, zussen, broers, vrienden en vriendinnen, buren, leerkrachten, hulpverleners, politiemensen en verpleegkundigen oproepen om alert te zijn, om lef te tonen en het verschil te willen maken voor het meisje waar je een nietpluisgevoel bij hebt. ‘Niet omdat het moeilijk is durven wij het niet aan, maar omdat wij het niet aandurven is het moeilijk.’ Seneca
Augustus 2011, Anke van Dijke Linda Terpstra Fier Fryslân
VI
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord / V Lijst van Afkortingen / XIII Deel I Algemene informatie / 15 1 Loverboys / 17 1.1
Waar praten we over? / 17
1.2
Ontstaansgeschiedenis / 20
1.3
Cijfers: het topje van de ijsberg / 22
1.4
Betrokken instanties / 23
1.5
Beeldvorming versus waarheidsvinding / 26
2 Wettelijk kader / 29 2.1
Mensenhandel in Nederland / 29
2.2
Artikel 273f / 30
2.3
Grooming / 31
2.4
Opheffing van het bordeelverbod / 31
2.5
Nieuwe prostitutiewet / 33
Deel II Slachtoffer en dader/ 35 3 Slachtoffers / 37 3.1
Kenmerken / 37
3.2
Risicomeiden / 41
VII
Inhoudsopgave
3.3
Identiteit / 44
3.4
Bijkomende/voorafgaande problematiek / 45
3.5
Signalen voor de loverboy / 46
3.6
Mannelijke slachtoffers / 46
3.7
Weerloze slachtoffers? / 47
4 Daders / 49 4.1
Wie zijn het? / 49
4.2
Achtergrond / 50
4.3
Psychiatrisch spectrum / 50
4.4
(Criminele) netwerken / 52
4.5
Andere criminele activiteiten / 54
4.6
Het waarom / 54
Deel III Aan het werk en eruit stappen/ 57 5 Ronselen / 59 5.1
Hoe gaan loverboys te werk? / 59
5.2
Ronselen via internet / 63
5.3
Internetslachtoffers / 65
6 Aan het werk / 67 6.1
Toeleiding naar werk / 67
6.2
Vrijwillig of gedwongen: de scheidslijn / 68
6.3
Plaats van bestemming / 69
6.4
Exploitatie via internet / 69
6.5
Onderlinge strijd / 70
6.6
Andere vormen van uitbuiting / 70
VIII
Inhoudsopgave
7 De loverboywereld ontvluchten / 75 7.1
Eruit stappen / 75
7.2
De betovering verbreken / 78
7.3
Op de vlucht / 79
7.4
Terugval / 79
7.5
Heroveringstechnieken van de pooier / 80
Deel IV De omgeving: thuis en op school / 81 8 Ouders / 83 8.1
Het gezin / 83
8.2
Wat kun je als ouder doen? / 84
8.3
Signalen herkennen / 87
8.4
Bespreken van signalen / 91
8.5
Actie ondernemen / 91
8.6
Hulpverlening / 93
8.7
Andere kinderen in het gezin / 95
9 Op en rondom school / 97 9.1
Kwetsbare leerlingen / 97
9.2
Hoe gaan loverboys te werk? / 98
9.3
Signalen dat het mis gaat met een leerling / 99
9.4
Protocol / 100
9.5
In en rondom school / 104
9.6
Preventie / 107
Deel V De hulpverlening / 113 10 Trauma / 115 10.1
Geestelijk trauma en posttraumatische stressstoornis / 115
IX
Inhoudsopgave
10.2
Lichamelijk trauma / 119
10.3
Verslaving / 120
11 Hulp / 121 11.1
Snel ingrijpen / 121
11.2
Integrale aanpak / 122
11.3
Specifiek hulpaanbod / 122
11.4
Basisvoorwaarden / 123
11.5
Diagnostiek / 126
11.6
Traumabehandeling / 127
11.7
Therapie / 129
11.8
Weerbaarheid / 132
11.9
Op eigen benen staan / 134
11.10
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel / 136
Deel VI Het strafrechtelijk traject / 137 12 Politie / 139 12.1
De verbeterde aanpak van de politie / 139
12.2
Wanneer komt de politie in beeld? / 140
12.3
Bescherming van slachtoffers / 143
12.4
De relatie tussen politie en slachtoffers / 144
12.5
Intake / 148
12.6
Aangifte of niet? / 149
12.7
De aangifte / 152
12.8
Informatieverstrekking / 154
12.9
Het opsporingsonderzoek / 156
12.10
In gesprek met ouders en omgeving / 161
12.11
Samenwerken met de hulpverlening / 161
X
Inhoudsopgave
13 Het Openbaar Ministerie / 163 13.1
Officier van justitie / 163
13.2
De rol van het OM in de opsporing / 164
13.3
Bejegening van het slachtoffer / 164
13.4
Contact met betrokken partijen / 166
13.5
Waarheidsvinding / 167
13.6
De taaiheid van loverboyzaken / 168
14 De strafzaak / 171 14.1
De rechter / 171
14.2
Het verloop van een strafzaak / 172
14.3
Pro-formazitting / 173
14.4
De rol van het slachtoffer in de strafzaak / 173
14.5
Wanneer het slachtoffer strafbare feiten heeft gepleegd / 175
14.6
De verdachte / 177
14.7
Het vonnis / 179
14.8
De strafvordering / 181
14.9
Hoger beroep / 184
14.10
Civiele procedure / 184
14.11
Schade verhalen / 186
Bijlagen Bijlage 1: Verhalen van een slachtoffer, loverboy en een moeder van een slachtoffer / 191 Bijlage 2: Wettekst artikelen 248e Sr en 273f Sr / 203 Bijlage 3: Interessante websites, boeken en films / 207 Bijlage 4: Signalenlijst loverboys / 209 Begrippenlijst en vaktermen / 211 Literatuurlijst / 215 Trefwoordenregister / 219
XI
LIJST VAN AFKORTINGEN
AMK BZK BNRM BVO CBA CIE Comensha CPM CSV DHPA DNR D.O. EMM EVP ISP KLPD m.o. NICC OM PAC PMW RIO RRD SCP SIOD
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel Bedrijfsvoorziening Opsporing Criminaliteitsbeeldanalyse Criminele Inlichtingen Eenheid Coördinatiecentrum Mensenhandel Controleteam Prostitutie en Mensenhandel Crimineel Samenwerkingsverband Dutch Hosting and Provider Association Dienst Nationale Recherche Digitale Opsporing Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel Eenheid Vreemdelingen Politie Internet Service Provider Korps Landelijke Politie Diensten Modus Operandi Nationale Infrastructuur Cyber Crime Openbaar Ministerie Plan Aanpak Cybercrime Prostitutie Maatschappelijk Werk Regionale Informatie Organisatie Regionale Recherche Dienst Sociaal en Cultureel Planbureau Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst
XIII
1
Loverboys
Wat is een loverboy? De definitie wordt verschillend gehanteerd. Loverboys gebruiken verleiding als methodiek om vervolgens het slachtoffer uit te buiten. Het begrip dook voor het eerst op midden jaren negentig. De zaak van de vier Marokkaanse jongens die het toen betrof, bleek een taaie voor politie en justitie. De slachtoffers waren nog steeds in de ban van hun uitbuiters. In de loop der jaren heeft het fenomeen loverboys veel aandacht gekregen. Het onderwerp heeft prioriteit in het overheidsbeleid en tal van instanties zijn actief om het loverboyprobleem het hoofd te bieden. De belangrijkste daarvan komen aan bod de laatste paragraaf van dit hoofdstuk. 1.1
Waar praten we over?
DEFINITIE JEUGDPROSTITUTIE Jeugdprostitutie is het verrichten van een of meer seksuele handelingen, met of voor een ander, door jongens en meisjes onder de 18 jaar voor geld, goederen of een tegenprestatie.1
1.1.1
Jeugdprostitutie in Nederland
Jongens en meiden die zich prostitueren, doen dat doorgaans omdat zij zich vanwege hun omstandigheden gedwongen voelen: schulden, dakloosheid, verslaving, geen verblijfsstatus, wraak vanwege eigen seksueel misbruikervaringen tijdens jeugd, geld en manipulatie door een vriendje. Er is weinig bekend over de omvang van jeugdprostitutie in Nederland. Minderjarigen werken doorgaans in de circuits die aan het oog van de samenleving onttrokken zijn. Daardoor blijven zij moeilijk bereikbaar voor hulpverlening en politie, maar ook voor onderzoekers. De aangiftebereidheid van slachtoffers is niet groot en instellingen registreren niet of onvolledig.
1. Deze definitie van jeugdprostitutie is in 2006 door MOVISIE en het Platform Jeugdprostitutie geformuleerd en wordt door de experts jeugdprostitutie in de praktijk en beleid gedragen.
17
1.1.2
1.1.2
Loverboys
Loverboys
De term ‘loverboys’ komt niet voor in het Wetboek van Strafrecht en in de literatuur wordt gebruik gemaakt van verschillende definities. De definitie die de politie Rotterdam-Rijnmond aanhoudt, is een invulling van het artikel mensenhandel, artikel 273f Wetboek van Strafrecht. Deze definitie luidt:
DEFINITIE LOVERBOYS Loverboys zijn mensenhandelaren die vrouwen en/of mannen doelbewust emotioneel afhankelijk maken door (de belofte van) het aangaan van een liefdesrelatie en hen vervolgens –via dwang, (dreiging met) geweld of een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbuik van uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie van deze vrouwen of mannen- uit te buiten, veelal in de prostitutie.2
Wat loverboys onderscheidt van andere mensenhandelaren, is hun werkwijze. Naast het gebruik van dwang, geweld en chantage, maakt de loverboy ook gebruik van verleidingstechnieken. Hij creëert een emotionele afhankelijkheid van zijn slachtoffer door (de belofte van) het aangaan van een liefdesrelatie.
‘Je moet het zo zien: een loverboy is een beginner. Een loverboy manipuleert meisjes de prostitutie in. Hij maakt haar verliefd op hem en zorgt ervoor dat hij op een of andere manier macht over haar krijgt. Daarna is het een fluitje van een cent. Een pooier pakt het meestal wat zakelijker aan en zorgt ervoor dat hij geen al te persoonlijke relatie met zijn meisjes krijgt.”3 Citaat van een loverboy
Het slachtoffer voelt zich aangetrokken tot haar loverboy en doet er alles aan om haar gedrag aan te passen om hem gunstig te stemmen. Daarnaast ervaart het slachtoffer na verloop van tijd angst, boosheid en voelt zich bedreigd. Wanneer zij weg wil van haar loverboy, doet ze dat niet uit angst voor represailles en voor het beëindigen van de enige ‘positieve’ relatie die ze op dat moment heeft. Veel slachtoffers zijn weg uit hun vertrouwde omgeving. Isoleren van een meisje maakt een belangrijk onderdeel uit van de methodiek die loverboys hanteren. De loverboy werkt ernaar toe om het slachtoffer voor zich te laten werken in de 2. 3.
18
V. Zanetti & K. Kanters. 2009. A. van Dijk & L. Terpstra, 2005.
Loverboys
1.1.4
prostitutie. Andere manieren van uitbuiting van slachtoffers komen ook voor: drugshandel, afsluiten van abonnementen en leningen, leasen van auto’s op haar naam en in beslag nemen van haar uitkering of studiefinanciering.
‘Hoe komt het nou dat zoveel meiden voor de charmes van de loverboys vallen? We moeten kijken naar een dieperliggend probleem: elk mens heeft als basisbehoefte gekend en erkend te worden. Ik denk dat het daaraan schort tegenwoordig. Vooral bij jonge meiden. We zoeken allemaal naar iemand die ons het idee geeft dat we gezien zijn, dat we gekend zijn, dat we geliefd zijn. Die behoefte is zo sterk, dat loverboys zien: “Hé, dat is makkelijk, ik hoef daar niet eens veel voor te doen”.’4 Toos van Heemskerk, hulpverlener Het Scharlaken Koord
1.1.3
Loverboys en culturele achtergrond
Vooral allochtone jongens nemen de rol aan van loverboy. De grootste culturele groepen zijn Marokkanen en Antilianen. Bovenkerk en Pronk (2007) hebben daar een eenvoudige verklaring voor: ‘Het vroegere Nederlandse pooierdom is op zijn retour geraakt nadat de handel in drugs (vooral hasj en tegenwoordig nederwiet) profijtelijker bleek te zijn. In de immigratiesamenleving die Nederland is geworden, vormt het souteneurschap typisch een economische niche voor kansarme minderheden.’ 1.1.4
Pas op voor stereotypering
Bij het woord ‘loverboy’ gaan overal de signalen op rood. Het beeld dringt zich op van snelle jongens die met dure auto’s bij schoolpleinen onzekere meisjes verleiden en ze de prostitutie in manoeuvreren. Het beeld van de op luxe gerichte loverboy komt vaak niet meer overeen met de werkelijkheid, zegt Robert Bragonje in het dagblad De Gelderlander. Bragonje is korpsexpert mensenhandel bij de politie Gelderland-Midden. ‘Die jongens lezen ook kranten, ze lopen niet meer te koop met hun geld. Je hebt meer kans als je zoekt naar jongens op een oud brommertje.’5 Bij loverboys in relatie tot hun slachtoffers is niet per se sprake van prostitutie. Bert ter Haar, die als teamleider bij de politie veel te maken heeft met loverboyproblematiek, zegt in hetzelfde artikel in de Gelderlander: ‘Wie een meisje prostitueert, moet advertenties plaatsen, heeft 06-nummers nodig, een hotelkamer. Dat zijn
4. 5.
EO, Mijn Loverboy, mei 2010. De Gelderlander, Loverboy zoekt slachtoffer vooral online, 21 december 2010.
19