De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 1 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
1.
Het begin
Het was in de winter tijdens de bijeenkomst van de toercommissie waar zich het idee ontspon om naast de al bekende gezamenlijke ritten, dit jaar weer eens wat verder te kijken dan het eigen landje. De ATB-groep gaat al jaren in mei naar Luxemburg om daar aan de Jean Nelissen Classic deel te nemen. Volgens de organisatie en Huub een van de mooiste. Maar ook de zwaarste van de Benelux. Dat blijkt wel uit het aantal hoogtemeters. Meer dan 4000 voor de langste afstand (220 km). Dan volgt er een proces van mailen en aanmelden: wie gaat er mee?. Dat is meestal een verwarrende en frustrerende aangelegenheid. Zo ook deze keer. De Peer wil woensdag al ter plekke zijn om zich goed voor te bereiden op het spektakel. Dat is voor de meesten te vroeg, want er moet van de baas immers ook nog gewerkt worden. Uiteindelijk besluiten alleen Anton, de Peer en Peter Beerten op de bewuste woensdag te vertrekken. De rest komt later. En wie is dan wel die “rest”. Nou dat zijn Guido en zijn eega Loes, William en Johny. Ook de Schef meldt zich aan, maar dan onder voorbehoud. Als ie komt, dan is het met de Camper. En de ATBérs dan, zul je je afvragen. Nou die komen wel, maar gaan “apart”. En zo is het weer als vanouds. Niet eenvoudig om de hele club te mobiliseren en uniforme afspraken te maken. Maar dat mag de voorpret niet drukken. Nou moet dat zooitje natuurlijk ook ergens onderdak zien te vinden. Guido kwam met een linkje naar een vakantiepark op de proppen. La Sapière in Hösingen, ongeveer 15 kilometer van de startplaats Vianden. Via Booking.com was dat snel geregeld. Met 8 personen in een bungalow, van woensdag tot zondag. Niet al te duur, maar wel met wat huishoudelijke zelfarbeid. Het is maar goed dat Loes erbij is om dat stelletje mannen op een ordentelijke wijze het huishoudelijk werk te laten opknappen (ook al zouden ze het misschien andersom willen). Anders is het na die paar dagen inderdaad een zooitje.
2.
We vertrekken
"We" is zoals inmiddels wel duidelijk zal zijn, Anton en de beide Peters. De Peer heeft de grootste auto en is zo vriendelijk om als chauffeur van dienst op te treden. Met dubbele tassen, gereedschap, extra wielen en drie fietsen zit het autootje binnen de kortste keren bomvol. Eerst nog even langs de PLUS om wat proviand in te slaan. Brood van de warme bakker is natuurlijk een stuk lekkerder dan het fabrieksbrood van de PLUS. Daarom vallen we ook nog even bij Korstjes binnen, waarna Peter vergeten is welke broden hij thuis altijd oppeuzelt. Dan maar een gok met iets wat er op lijkt. Wordt tijd dat hij voortaan zelf zijn dagelijks brood bij de bakker haalt. Dan vergeet hij nooit meer in welk “kachelhout” hij dagelijks bijt. En zo zit Anton op de achterbank tussen tassen, broden en ander vreterij gestapeld. Comfortabel is anders. We rijden op ons gemakkie richting Maastricht, waar ons de eerste file wacht. Met stemmige muziek weet de Peer een pakkende sfeer voor de passagiers te creëren. Zowat het gehele Duitse schlager repertoire komt voorbij. Blijkt ook nog een Belgische tante tussen te zitten die zich al zingend in het Duits verstaanbaar probeert te maken. Trots laat de Peer een foto zien waar hij met zijn vrouw Ankie op een privé audientie met deze mooie dame (kan ook de Belgische zijn geweest, dan ben ik even kwijt) staat de glunderen. Daarmee bevestigend dat hij ook buiten de wielrennerij altijd op het juiste tijdstip met zijn snufferd op de eerste rang weet op de duiken. Waarschijnlijk een familiekwaal. Het verhaal eromheen moet je de Peer zelf maar eens vragen. Peter en ik zijn meer van de rockscene. Stones, CCR en meer van dat rampetampen werk. En zowaar De Peer heeft dat ook nog ergens in zijn bibliotheek staan. Dus collegiaal als hij deze keer is, komen we ruimschoots aan onze trekken. En zo peddelen we op de Belgische en Luxemburgse De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 2 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
wegen naar onze eindbestemming. Aldaar aangekomen, kunnen we direct het huisje in, want de receptie heeft een dagje vrij. De handel uitladen en de kamer uitzoeken, waarbij de Peer voorlopig een kamer voor zichzelf reserveert. Peter en ik liggen als wielermaatjes ook nu weer op dezelfde kamer. Terwijl beide Peters boven (want daar ligt de keuken en de woonkamer) de kasten inruimen maak ik mij druk om de bedden. Iedereen krijgt van mij een netjes opgemaakt bed. Dat is dan ook alleen de eerste dag, want de dagen erna wordt er geen bed meer opgemaakt. Na deze huishoudelijke taken smijten we nog wat krachtvoer naar binnen, om vervolgens de eerste testrit op Luxemburgse bodem uit te voeren. De Peer heeft thuis een route uitgewerkt van om en nabij de 40 kilometer. Die staat netjes op zijn GPS, zodat de kans op een veel langere route in ieder geval beperkt is. We rijden naar beneden (het huisje ligt op 500 meter hoogte) naar de Ourthe en met een lekker zonnetje koersen we langs dat riviertje naar Vianden. Daar klauteren we een kleine 3 kilometer naar boven, om bovenaan rechtsom te draaien en dezelfde weg weer naar beneden te volgen. Tja, lijkt een beetje op de Alpe d'HuZes , maar dan beperkt tot één beklimming. Omdat we daar niet voor trainen, vervolgen wij onze weg dwars door Vianden over de kasseien het dorp uit. Dat is ook niet bepaald vlak. Bovenaan denk ik dat we via de autoweg weer de terug te rijden naar onze bungalow. Roept de Peer ineens " hier linksaf". Hoezo linksaf, daar loopt toch geen weg. Maar jawel, een smal bospad duikt steil voor onze neus op en voordat we het weten krast het kleinste tandwiel zich een ongeluk om die puist op te komen. Daarna gaat het nog kilometers omhoog tegen aardige stijgingspercentages, voordat we uiteindelijk bij het stuwmeer aankomen. Imposante locatie dat wel. Ik kan mij dit nog herinneren toen ik op een leeftijd van een jaar of 14 een keer met de school Luxemburg aandeed en zowel het stuwmeer als de onderaan de Ourthe gelegen waterkrachtcentrale hebben bewonderd. Dat is dus zo'n 56 jaar geleden. Kun je nagaan wat er allemaal nog in je geheugen blijft hangen. Nu rijden we er voorbij en freewheelen we terug naar het beginpunt. Niet dat het helemaal vlak is, maar het is in ieder geval beter te verteren dan wat we net achter de rug hebben. Terug in ons "hotelletje", blijken we met een kleine 40 kilometer toch 750 hoogtemeters achter de kiezen te hebben. Dat is toch iets meer dan een rondje Klein-Zwitserland. Tja, normaal gesproken kun je dan thuis onder de douche en staat de pot met eten klaar. Nu knutselen we zelf wat achter het fornuis en hoe raad je het: een pasta diner. Gaat er in als koek en de afwas donderen we in de vaatwasmachine (en we hebben nog vaatwastabletten ook). Terwijl die zijn werk doet, stelt de Peer voor om nog eens terug te gaan naar dat waterbassin. Nu dan wel met de auto. Aldaar aangekomen, klauteren we een stelletje trappen op, om al hijgend de bovenkant van dat watervat te bewonderen. Hoe het allemaal werkt staat uitgebreid op de borden. En wil je het echt weten, nou dan zal dat ook wel op internet te vinden zijn. Na deze sightseeing rijden we door naar het toch wel rustige Vianden, waar we een terrasje pikken. Weer terug in Hösingen, kijken we nog even wat we morgen gaan doen. Een rit van 80 kilometer is de planning.
3.
Dag 2: rondje rijden
De eerste nacht in een vreemd bed gaat meestal gepaard met een niet al te beste nachtrust. Dat gold in ieder geval voor Peter en mij. De Peer had geslapen als een roos, waarschijnlijk onder de deuntjes van zijn geliefde “Duitse of Belgische vriendin”. Vandaag zijn we van plan een ritje van 80 kilometer door het omringende heuvellandschap te maken. Het verste punt is Clervaux. Zowel Anton als De Peer hebben de route op hun GPS staan. Voor een deel gaat die over dezelfde wegen als we zaterdag met de Jean Nelissen Classic afleggen. Het weer is helaas wat minder dan gisteren. Wel droog, maar een stuk frisser. De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 3 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
We stappen op om het begin van de route te kunnen oppikken. Dat valt nog niet mee. Het vertrekpunt mag dan Hösingen zijn, maar beide GPS'en geven een andere richtingen aan. Uiteindelijk komen we met wat omzwervingen door het dorp toch op de juist plek terecht, voor het startpunt van de route. En dan is het een fluitje van een cent om de weg te volgen. Als tenminste de GPS normaal zijn werk doet. Soms valt ie op onverklaarbare wijze uit (althans bij de Peer) en soms doet ie alsof we niet van plek komen (bij mij dus). Het is zoals verwacht een ritje van stijgen en dalen met af en toe een steile helling. Met nog zo'n 20 kilometer te gaan duiken we in een bushokje om wat spijs en drank te nuttigen en in een verlaten tuin het onkruid nog eens te bemesten. Dat is ook het moment dat de eerste regenbui zich aankondigt. Gelukkig maar van korte duur. De daarop volgende afdaling door een donker bos met een uitermate slecht wegdek vergt alle concentratie. Zeker nu het ook nog nat is. Dat zijn we niet gewend, want over het algemeen genomen kenmerkt de route zich door prima asfalt. We belanden uiteindelijk weer langs de oevers van de Ourthe. Dat is bekend terrein. Maar er staat ons nog een fikse verrassing te wachten. Na enkele redelijk vlakke kilometers langs de oevers te hebben gefietst wijst de GPS ter hoogte van de waterkrachtcentrale rechtsaf aan. We staan voor de Mur de Putscheid. Die is ook opgenomen in de JNC en wel met een gemiddeld stijgingspercentage van 10,1% met een lengte van 2400 meter. Dat is andere koek dan de Cauberg. En dat hebben we geweten ook. De min of meer lange weg recht omhoog kent op de hele klim nauwelijks enig rustpunt. Het is van onder tot boven stampen om vooruit te komen. En net wanneer we aan de klim beginnen, komt ook nog de zon eens flink zijn best doen. Het wordt afzien in het kwadraat. Schakelen naar het kleinste tandje geeft al geen verlichting meer, zittend klimmen is ook al geen optie en dus wordt het honderden meters staan op de pedalen op het kleinste verzet. Met een slingerende slakkengang komen we dan eindelijk uitgeput boven. Peter kust van dankbaarheid zijn tripel, al vond ook hij dat daar achter nog best een paar tandjes bij hadden gemogen. Mijn besluit staat al vast: die doe ik zaterdag niet. Maar of dat verstandig was, daarover later meer. Alles wat daarna nog volgt is de moeite van het vertellen niet meer waard, te meer ook omdat de route op zijn eind loopt. Uiteindelijk hebben we die dag een dikke 1000 hoogtemeters overbrugt. We zijn nog maar net in ons stulpje aangeland of de regen valt met bakken uit de hemel. We hebben gelukkig de vooruitziende blik gehad om op tijd te vertrekken. Zin in koffie, doet ons besluiten om eens het restaurant van het nabijgelegen zwemparadijs aan te doen. Binnen aldaar krijgen we direct aandacht van een wondermooie dame, die blijkbaar blij is eens kennis te maken met afgetrainde lichamen in plaats van al die dikbuikige vakantiegangers. Zij maakt ons in het Frans, Duits en Engels duidelijk hoe de spelregels voor consumpties daar werken. En zo komt het dat we ons de hele nog aanwezige voorraad gebak toe-eigenen met het nodige vocht om dat spul weg te spoelen. Om de dame (en ons zelf) te plezieren bestellen we nog een tweede ronde. Na dit aangename tijdverdrijf wordt het tijd de provisiekast te inspecteren. Vanavond komen ook nog Loes en Guido en dan moet er wel genoeg voorraad zijn. Op dus naar de ALDI in een aangrenzend dorp. Het is ongeveer tegen sluitingstijd als we daar binnen vallen. Bijna de hele winkel hebben we alleen. Een boodschappenlijst hebben we niet. We kijken wat er ligt en bepalen dan of het wel of niet passend is binnen het “strenge wielerdieet”wat wij ons opleggen. Tijdens het winkelen belt William nog op om even af te stemmen wat er zoal allemaal is geregeld. En dan kun je maar beter niet de Peer aan de lijn krijgen, want die naait de zaak zo op dat je uiteindelijk met meer vragen blijft zitten dan je op voorhand op je briefje had staan. Terug in de bungalow laat Guido via de telefoon weten dat het wel eens laat kan worden. Ze moeten nog vertrekken, terwijl het al 19.00 uur is (Loes moest was nu de spelbreker door net nu te moeten overwerken). We hoeven met hen in ieder geval geen rekening te houden met het avondeten. Dat doen we dan ook niet. Terwijl ik het bed opmaak voor Loes en Guido, bekwamen de beide Peters zich in het fabriceren van een partij pasta waarvan de samenstelling nergens in de kookDe Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 4 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
boeken staat, maar wel voldoende is om een paard een dag te kunnen laten ploegen. Kaas, saus en iets wat lijkt op gehakt en wat salade erbij en we zijn na afloop dik tevreden over het opvulgehalte van deze maaltijd. Wat is klaargemaakt gaat allemaal op. 's Avonds laat komt de familie Smolders binnenvallen. Ze kunnen meteen aan de koffie en de nootjes. Na wat napraten over de dag en het programma van morgen, is het al snel bedtijd. Die nacht slaapt iedereen als een roos, zo heb ik begrepen. Of dat van de pasta komt, de dame in het zwembad of van de gereden route laat ik in het midden. Wel klaagde Peter Beerten de volgende morgen over de te velen noten die hij 's avonds nog naar binnen had gewerkt. Tja, die passen nu eenmaal niet in het wielerdieet en dan is een teveel aan noten gewoon kloten. Nu weten we ook dat naast chocola ook noten voor Peter een onweerstaanbare aandrang oproepen tot ”opvreten die handel”.
4.
The day before
Vrijdag, de dag voor de uitdaging, begint met een regenachtig en donker wolkendek. Niet bepaalt ideaal fietsweer. Guido heeft zin in warme broodjes en spoed zich in alle vroegte naar de bakker in het dorp. Hij komt terug met twee meter stokbrood en een mand verse broodjes, voldoende om een gezin van twaalf kinderen te voeden. En dat gaat dan nog bijna helemaal op ook. Na deze schranspartij, waarbij ook nog een buil muesli het moet ontgelden, is het de vraag hoe we deze dag doorkomen. Een dag zonder fietsen is eigenlijk niet voorstelbaar. En het is dan wel nat, maar het regent nu in ieder geval niet meer. De hele familie gaat daarom weer de fiets op, nu weliswaar voor een kort ritje. Loes gebruikt haar verstand en past, want de dag van morgen is zwaar genoeg. Het korte ritje is het ritje van De Peer van de woensdagmiddag. Naar beneden, langs de Ourthe en dan naar Vianden. Op de natte wegen is dan toch wat minder prettig rijden als woensdag, temeer ook omdat halverwege de regen zich weer eens laat gelden. Kletsnat gaat het in Vianden weer het heuveltje op en neer. Terug in het dorp roept de Peer dat we niet die steile klim van woensdag buiten Vianden pakken, maar op het einde van het dorp rechtdoor gaan de aldaar gelegen parkeerplaats op. Wat De Peer onder “steil” verstaat, mag Joost weten, maar waar hij ons nu opstuurt is gewoon een muur alla de muur van Hoei. De 20% wordt ruim gehaald en de parkeerplaats blijkt ook nog vol te liggen met losliggend grind ook. Slippende wielen op natte stenen, gekreun, gesteun en gevloek binnen de groep en verbaasde parkeerders die niet kunnen begrijpen waarom een stelletje natte idioten op deze bult hun fiets willen parkeren. Zij hebben al moeite genoeg om fatsoenlijk met de auto naar boven te komen. Eindelijk na zo'n 1,5 kilometer de verlossende autoweg, wat de Peer doet opmerken dat dit toch echt de kortste weg is. De daarop volgende stilte zegt genoeg. Maar de autoweg naar Hösingen is allesbehalve vlak. Ook dat stuk loopt kilometers omhoog tot percentages tegen de 10%. Als we eindelijk ter hoogte van het waterbassin arriveren, schijnt plotseling de zon. Maar het is genoeg geweest voor vandaag. Elke kilometer die we vandaag teveel rijden, betekent morgen een kilometer meer afzien. We peddelen dan ook terug naar Loes, want die heeft lang genoeg alleen gezeten. Ter plaatse is het in een lekker zonnetje eerst de fiets poetsen, zodat ze er morgen nog toonbaar uitzien. Ketting smeren om alles ook morgen soepel te laten draaien.
De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 5 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
Veel toeschouwers en “beterweters” die de technieker meer last dan gemak bezorgen. In plaats van de helpende hand toe te steken, is het commentaar er vooral op gericht om verwarring te zaaien. Eega Loes, heeft blijkbaar wel vertrouwen in de reparatiekunsten van Guido. Tot slot kieperen we de krantenbak om, waarna alle kranten spoorslags in de schoenen verdwijnen. Het is wel zo prettig om morgen met droge schoenen van start te gaan. Daarna is het tijd om de calorieën weer op peil te brengen. De inmiddels bekende schranspartij met brood, bakken met rijst en alles wat maar koolhydraten bevat. Zo is de ene pot jam al snel tot op de bodem leeg, als iedereen er zijn yoghurt mee rood wil kleuren. De Peer heeft ergens nog een restpartij vis in blik op kunnen duikelen, want de koelkast staat er vol mee. Dat is volgens de Peer goed voor het aanvullen van eiwitten. En deze uitspraak van de pseudo diëtist gaat meteen een eigen leven leiden, want prompt ligt elk bord vol met deze ingeblikte vis (behalve dan in die van de vegetariër van het gezelschap) en geurt de tent binnen de kortste keren als een viskraam.
De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 6 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
De wielerlunch van het gezelschap. Wat je voor je ziet is bord nummer drie van de heren. Guido is de anderen al een bord voor. Vis en ketchup zijn populair evenals rijst, brood en yoghurt. Na deze boertige onderbreking is het al ver in de middag. Tijd om weer naar Vianden te verkassen. Niet alleen om een terrasje te pikken, maar ook om de startbewijzen al vast af te halen. Dan kunnen we morgenvroeg dat ritueel overslaan en direct vanaf ons tijdelijk woonadres zo de route op. We zitten nog maar net in de auto als Giovanni belt. Hij wil even weten waar we verblijven, of we al startbewijzen hebben en hoe laat we morgenvroeg denken te vertrekken. Als dan de hele auto zich met dat telefoongesprek bemoeit zijn we zo ongeveer halverwege Vianden als Giovanni eindelijk een beetje duidelijkheid heeft hoe het nu zit. Rare jongens die Hollanders, zal hij welk denken en hij heeft nog gelijk ook. We belandden in het zonovergoten Vianden op hetzelfde terras als gisteren. Het is wel in beetje inschuiven om op het kleine terras iedereen een redelijke zitplek te geven. Dat blijkt later als ik even mijn stoel opzij schuif voor een toiletbezoek en en passant de wijnglazen van onze buren van tafel veeg en het hele terras eruit ziet alsof er een varken is geslacht. Excuses en de belofte voor nieuwe volle glazen. Maar dat hoeft niet, want de eigenares is zo vriendelijk om dat voor haar rekening te nemen. Kijk dat bedoelen ze nou met service van de zaak. Overigens was het stel aan die tafel gewoon Nederlands. Na eerst in alle talen mijn excuses aangeboden te hebben, antwoord de tante De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 7 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
(manlief doet er het zwijgen toe) in gewoon Nederlands dat de wijn niet zo erg is, als haar sigaretten maar droog blijven. Dat ze een echte inhaalheerster is, is duidelijk te horen aan haar stem. Zij blaft als een Deense Dog de woorden over het terras. Ik heb de neiging te roepen: “steek er nog maar een eentje op”. Zij zitten daar trouwens om hun zoon morgen de JNC te zien rijden. Het is te hopen dat die van de sigaretten is afgebleven, ander wordt het niks en gaat ook de JNC voor haar zoon in rook op. De Peer krijgt nog een belletje van William en Johny. Zij zijn inmiddels bij de bungalow aangeland, maar vinden de deur op slot. Na eerst een hoop misleidend gezever van de Peer, krijgen ze uiteindelijk de vraag of ze voor het huisje een bank zien staan. Dat kunnen ze nog wel waarnemen. Dan de volgende opdracht: ligt de rechter voorpoot op en als je geluk hebt dan ligt daar de sleutel, zo niet probeer dan de andere poten. Van je makkers moet je het maar hebben. Na het terras spoeden we ons naar de startplaats, waar we onze startbewijzen kunnen afhalen. Dat is nog wel een gedoe, omdat onder andere de ATB'ers ook in de groepsinschrijving zitten. We moeten alles uit de map halen en er een paar achterlaten voor onze Huub, Johan en John van de ATB-groep. En omdat op het laatste moment Henk en Giovanni ook nog hebben besloten om morgenvroeg naar Vianden af te reizen, gaat het startbewijs van Thieu naar Giovanni en kopen we er nog een bij voor Henk. Al met al een hele delegatie die morgen van start gaat, zij het dat een deel vanaf Vianden vertrekt en de “bungalowers” direct vanuit Hösingen de route opgaan. Nu dat achter de rug is, is het tijd voor het diner. Loes had al eerder aangegeven dat zij en Guido vrijdagavond het avondeten zullen verzorgen. Zij heeft dan ook een hele koffer met etenswaren in haar auto getast, goed voor een week vakantie. Maar dan heb je ook wat. Een voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht en ter afsluiting een toetje. Het hoofdgerecht is gezien de dag van morgen uiteraard een bak pasta. Daar hoeft William niet van te eten, want zijn lief heeft thuis een paar schalen spaghetti voor onze William in elkaar gedraaid, waar met gemak de complete toerploeg zich mee kan vetmesten. En dat William wat kan wegstouwen, nou dat hebben we gezien. Daar zit gewoon geen bodem in. En de volgende morgen gaat er nog zo'n bak in. Na deze copieuze maaltijd hangt iedereen nadien onderuit op de bank, zich ledig houdend met een TV die veel zenders heeft behalve de goede, gelul in de ruimte en WC bezoek. De meute ligt dan ook vroeg in bed, enigszins gespannen voor de dag van morgen. Hopelijk is het beter weer dan vanavond, want het valt er weer eens met bakken uit.
5.
D-day
Meestal hoop je dat je een goede nachtrust achter de kiezen hebt, als je een dergelijke tocht voor de wielen krijgt. Voor mij gold dat in ieder geval niet. De Italiaanse kruiden die Loes gisteravond royaal door de vega-pasta heeft gemengd, hebben mijn blaas zo opgepookt, dat ik als een lekke leiding meer op de WC dan in bed heb gelegen. Maatje Peter had zich van de slaap ook meer voorgesteld. Van de rest weet ik het niet. De naar buiten gestoken neus, wijst kletsnat weer aan. Geen ideaal vertrekscenario voor een tocht met een kleine 3000 hoogtemeters. Beraadslaging over “wat doen we”. Kijken op de buienradar leert ons dat het vanaf een uur of negen droog lijkt te worden. We slaan weer aan het bunkeren, waarbij William weer de kroon spant. Die heeft de eerste 60 kilometer toch wat meer mee omhoog te sjouwen dan ik, denk ik zo maar. Maar ook dat kan hij met gemak verteren. Inmiddels is het duo Henk en Gio op onze parkeerplaats geland. En dat is te merken ook. Het is gedaan met de relatieve stilte als Henk binnen komt gewandeld. Die kletst in een klein half uur een heel woordenboek bij elkaar. Maar het werkt wel ontspannend. Dus voor een gezellige avondje: De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 8 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
nodig Henk uit. Henk en Gio vertrekken ook vanuit onze behuizing en besluiten niet te wachten, maar op hoop van zegen de tocht op te pakken. Giovanni moet om half zes thuis zijn, dus veel keus hebben ze niet. Ze vertrekken om 8.45 terwijl wij om 9.15 de klikpedalen instappen. Natte wegen, maar gelukkig geen regenbuien meer. Fris dat wel, dus de meesten rijden met goed ingevette benen (of beenstukken),armstukken en een body. Vanaf de bungalow de route op, is maar een kleine kilometer. We beginnen met een forse afdaling richting de Ourthe. Voor ons bekende weg, want die hebben we woensdag en gisteren ook al gereden. Onder aangekomen, moeten we al snel terug naar het kleine blad en daar gaat het bij mij mis. De ketting eraf. Alle dagen ervoor geen centje pijn en nu gebeurt het. Speling van het lot zullen we maar aannemen. Tegen de tijd dat de ketting erop ligt, is de rest al op de klim vertrokken, behalve dan maatje Peter die op mij wacht. We moeten fors in de achtervolging om de rest bij te halen. We blijven gedurende de hele klim naar Hösingen (Pic de Hösingen heet dat ding) maar bij Guido en Loes in het wiel hangen. De rest zien we een paar honderd meter voor ons rijden. We zijn boven na een kilometer of 5. Op dat moment zit het groepje weer netjes bij elkaar. Daarna volgt een relatief makkelijke en lange afdaling. En dan tref je altijd idioten die met een nat wegdek in volle vaart naar beneden stormen, door binnenbochten zeilen alsof er geen andere verkeer op de route zit en in haakse bochten menen dat de rest wel naar de kant geduwd kan worden. Daarmee niet alleen zichzelf, maar ook de andere weggebruikers in gevaar brengend. Omdat we het eerste stuk vanaf de start hebben overgeslagen, zijn we al snel bij de eerste controlepost. Die slaan we maar over, want iedereen zit nog ruim in zijn/haar proviand. De volgende klim wacht al weer. Johny en William nemen wat grotere passen als De Peer en ik. We rijden een beetje op reserve, zeker gezien de inspanningen in de dagen ervoor. Boven rijden we dan samen weer het gaatje dicht om vervolgens samen naar de volgende beklimming te toeren. En zo herhaalt zich dat meerdere malen in het eerste deel van de tocht. Guido, Loes en Peter Beerten rijden de hele dag samen de route op hun eigen tempo, maar zitten nooit ver achter de rest. Plots krijgen we een waarschuwingsbord voor onze neus met de alarmerende tekst: “Let op stijging van 20% over 150 meter”. Krakend gaat het de hoogte in, waarbij niet alleen de steilte een probleem is. Wegblokkerende en slingerende renners op dat deel van het parcours vormen minstens een even groot obstakel. 's Maandags hoorden wij van de ATB-groep dat later die dag op dat stuk iemand een hartstilstand heeft gekregen en ondanks directe hulp daar is overleden. Dat zet je toch wel weer aan het denken of fietsen van een dergelijke tocht nog wel zo gezond is. Iets verderop bij een wat meer neutrale zone, horen we ineens wielercommentaar alla Michel Wuyts in de achterhoede. Dat kan maar één iemand zijn, namelijk onze Giovani en dan is zijn “kopman” Henk niet ver uit de buurt. Zij hebben ons achterhaald, na een extra rondje die hoort bij de 180 kilometer. Ze rijden een tijdje met ons mee, tot de volgende klim. Dan laten we ze maar gaan, want ze rijden een tandje groter de heuvels op dan de rest. Johny en William deden nog een dappere poging het tweetal te volgen, maar hielden het uit eigen lijfsbehoud halverwege de klim voor gezien. Ergens in de daarop volgende afdaling raak ik het groepje voor me kwijt. Afdalen is niet echt mijn ding en zeker met een weg vol gaten neem ik in ieder geval geen risico's. Dan denk je dat je onderaan het gaatje wel weer even dicht rijdt. Maar dat feest gaat niet door, want de heren rijden met een andere groepje vol gas door. Nou zeg!. Maar bij de volgende klim krijg ik uiteindelijk de Peer weer te pakken en als beloning mag ik van mijnheer op het wat vlakkere gedeelte ook nog het kopwerk doen. Je moet je maten maar kennen.
De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 9 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
De tweede controlepost (voor ons dus de eerste) staat op een of andere parkeerplaats. We waren er aan toe, want de bidonnen waren tot op de bodem leeggezogen (ik had kort ervoor nog bij een benzinepomp willen stoppen, maar een man maakte ons erop attent dat de controlepost 100 meter verderop was). En daar komt de hele groep weer bij elkaar. Dan blijkt dat de verschillen maar erg beperkt zijn (alleen Henk en Giovanni, hebben we niet meer gezien). Daar komen we ook nog Jack Beckers tegen. Hij is die morgen met zijn wat groot uitgevallen BMW even snel naar Luxemburg geknord om de korte route van 85 kilometer eens uit te proberen. Daarna is het voor hem weer snel naar huis voor een of andere meeting. Zo kan het dus ook. Er is genoeg te eten en te drinken op de controlepost en we slaan dan ook behoorlijk in. Niet wetend wat ons kort daarop te wachten staat. Dat is weer zo'n rampbult van 20%, niet lang, maar met “volle bepakking” en nog niet volledig warm gedraaid, is dat niet bepaald een ideaal moment. Maar de reden is verderop duidelijk. Daar staat een fotograaf zijn plaatjes te knippen. Niets mooier dan een prent, waarbij het heerschap op de foto meer met zichzelf bezig is als met de fotograaf. Snel knippen hoeft hij niet, want alles gaat met een slakkengang omhoog. En op zulke momenten is de Peer op zijn best. Hij weet als geen ander het juiste moment te kiezen om als een gestaalde ridder (of beter carbonnen ridder) de sier te maken bij de fotograaf. Hij voorziet dat meestal zelf wel van twijfelachtig commentaar.
Hier zie je het beulswerk op de gevoelige plaat vastgelegd. Met vertrokken gezichten stampt de groep zich omhoog. Alleen bij Loes kan er nog een lachje af voor de fotograaf. De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 10 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
Daarna volgt een kilometers lange klim, waar ik uiteindelijk het groepje kwijtraak. Al dat eten en drinken op de controlepost borrelt mij omhoog en dat gaat niet goed als ik dat tempo blijf ronddraaien. En zo zit ik ineens alleen te koekeloeren. Ik rijd hele volksstammen voorbij; sommigen blijven aan mijn wiel hangen maar overnemen is er niet bij. Uiteindelijk is er geen wiel meer achter mij en zo kar ik alleen bergie op bergie af (mooie omgeving trouwens rond Echternacht en Beaufort). Bij een van de afdalingen met haarspeldbochten, hangt er nog een dure Porsche over de vangrail. Die heeft duidelijk te hard op het gas getrapt of wilde wel eens wat terug zien voor zijn duurbetaalde verzekeringspremie. De volgende controlepost is in zicht. Blijkt dat ik er maar een kleine 5 minuten achter De Peer en consorten zit. En daar weer 5 minuten achter komt Guido, Loes en Peter binnen. Ook nu weer is het buffelen om energietekorten aan te vullen. Bij de “tafelheer” vraag ik voor de neus weg hoe ver het nog is. Zegt ie: “nou nog een kleine 30 kilometer, maar dadelijk komt nog wel de steilste klim in de route”. Ik wil het niet weten, maar ik vraag me wel af hoe veel erger het is vergeleken met die vorige “Muren van Huy”. Nu, deze was inderdaad erger en langer dan de vorige > 20%. Staat niet eens op de kaart. Johny ziet zich met zijn 39/23 bijna geparkeerd staan. Pedaalslag na pedaalslag, als de slinger van een uit het lood geslagen Friese staartklok, de kramp nabij sleept hij zich als in een slow motion film naar boven. De anderen gaat ondanks hun wat vriendelijker verzet niet veel beter af. De sportdrank klotst niet alleen in de fles maar ook de maag en de benen krijgen het op dat stuk zuur te verduren. Maar wel even melden: niemand hoefde van de fiets! Daarna loopt het nog een heel eind door tegen wat vriendelijker percentages. In de daarop volgende smalle afdaling met veel bochtenwerk kan ik het groepje weer eens niet volgen. Vlak voor mij kiepert nog iemand de bocht uit, maar het loopt gelukkig goed af. En zo zit ik weer alleen te trutten in het laatste deel naar de finish. Op enkele kilometers voor het eind komt de groep “Guido” mij nog achterop. En zo rijden we samen uiteindelijk Vianden binnen; naar het startpunt van de route, waar de rest al staat te wachten. Even klokken: we hebben op dat moment een gemiddelde tussen de 25,7 en de 25,2. Dus dat scheelt niet veel. Henk en Giovanni hebben zich met gemiddeld 27 over het parcours gerept (hoorden we later). En dan te bedenken dat de profs een dergelijk parcours met een gemiddelde van dik 40 verteren. Dan zijn we eigenlijk toch maar armetierige krabbers (of zoals Johny het meestal uitdrukt: “pannenkoeken”.) Nu nog terug naar ons slaaphok. En dan splitsen zich de wegen. De rest van de groep wil op voorstel van de Peer het eerste deel van de route er nog even bij doen. Dat is nog zo'n kleine 17 kilometer. Met daarin ook de vermaledijde Mur de Putscheid. Nou, daar heb ik geen zin meer in. Ik wens ze veel succes en zeg dat ik wel via de autoweg terug ga om dat ding te vermijden. Zo gezegd zo gedaan. Eerst via de hobbelkeien Vianden uitklimmen en dan bovenaan via de autoweg richting Hösingen. En dat valt dan toch tegen om na een kleine 165 km nog eens een kilometer of 4 tegen 10% terug te moeten. Maar ik troost mij met de gedachte dat ik in ieder geval die Putscheid niet op hoef met percentages tegen de 16%. Bij het waterbassin doe ik het rustig aan, want ik denk te weten dat het groepje hier ook ergens boven moet komen, om daarna weer te dalen voor die ultieme klim naar Putscheid. Maar ik zie niemand. Als ik later bij ons bivak aankom, zit het hele zooitje al lekker in het zonnetje bij te komen. Ze hebben onderweg de plannen gewijzigd en alleen de Putscheid erbij gedaan en de rest laten liggen. Blijk ik uiteindelijk nog 2,5 kilometer meer te hebben moeten klimmen dan zij. Achteraf had ik dus beter met hen mee kunnen rijden en het lijden op de Putscheid maar voor lief moeten nemen. Dan was ik er na 2,4 kilometer al vanaf geweest. Ik hoorde wel dat ook deze keer de Putscheid met een waar genoegen de laatste restjes energie uit de benen van de pedaleurs had gezogen en hen als een stelletje natte dweilen op het dorpsplein had afgeleverd. Later vernamen wij dat het Giovanni en “kopman” Henk het ook niet veel beter was vergaan. Zij zijn overigens direct na aankomst huiswaarts gekeerd en we hebben ze dan ook niet meer gezien, noch gehoord.
De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 11 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
Hier staan de dapper ridders die de Putscheid hebben verteerd. Uiteraard zonder Anton, die nog een “ommetje” aan het maken was om deze bult te vermijden. De fotograaf van dienst is Loes, die je dan ook niet op dit plaatje terugvindt.
De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 12 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
Nou, hier dan wel. De vrouw in het gezelschap die op deze klim niet voor de heren onderdeed (trouwens ook de rest van de dag niet). Samen met steun en toeverlaat Guido. Het bord “50” is niet de leeftijd van de jonge heer en dame. Met een beetje foezelen, komen ze samen aan dat getal. In de nabeschouwing nemen we nog even de hoogtepunten van de dag door. En die zijn er uiteraard vele, als was het maar om een portie sterke verhalen mee naar huis te nemen en om daar later te pas en te onpas niet-deelnemers mee te imponeren. En als dat gefietst maakt hongerig, dus rijden we na de douche terug naar Vianden, waar Guido een aardig steengrill restaurant meent te hebben gezien. We belanden in een Tiroler Stube, waar heel het bedienend volk zich als namaak Oostenrijker heeft uitgedost met bijpassende afgrijselijke lederhosen muziek uit de luidsprekers. Grote potten bier staan al snel op tafel, wat later gevolgd door vleesgerechten van het formaat “Schwarzenegger” (uiteraard voor mij een naar Oostenrijkse normen “bescheiden” maaltijdsalade). Er zijn er die het niet allemaal naar binnen krijgen. Maar dan hebben we altijd nog William, die dan wel niet het postuur van Schwarzenegger heeft geërfd, maar wel een maag die daarmee kan wedijveren. Wat anderen laten liggen, nou dat prikt William nog wel even met gemak naar binnen. Inderdaad er zit geen bodem in. Een doggy bag hebben we vandaag niet nodig.
De Jean Nelissen Classic 2014.doc
De Jean Nelissen Classic 2014 pagina 13 Datum aanmaak:12-06-14 Datum mutatie:
Na deze schranspartij en een hoop geleuter, is het tijd om terug te keren. In de bank en rond de TV hangend is er niet veel inspiratie meer na deze in alle opzichten uitputtende dag. De spijsvertering maakt overuren en dat maakt de ogen zwaar. Het licht gaat daarom al snel uit, voor een hopelijk riante nachtrust.
6.
The day after
Iedereen staat deze morgen fris en monter naast zijn/haar bed. Geslapen als een os. Ik moest vannacht twee maal naar de WC. Doe de slaapkamerdeur open en prompt gaat aan de andere kant van de gang ook de deur open. Johny komt voor dezelfde klus de gang op. Tegen de morgen moet ik er nog een keer uit. Doe de deur open en wat schetst mijn verbazing. Gelijktijdig gaat weer de deur van de overbuur Johny open die zich eveneens van wat wateroverlast wil bevrijden. Alsof we beide in dezelfde film zijn blijven hangen. Voordat de meute zijn haar weer in de plooi heeft, is Guido al op en neer naar de bakker gejakkerd om de tafel van versie broodjes te voorzien. Hij heeft het nodig ook, want Guido en Loes hebben nog een rit van meer dan 1000 kilometer voor de boeg. Zij gaan vanuit Luxemburg naar Oostenrijk om een weekje vakantie te vieren bij een vriend, die daar een hotel exploiteert. Uiteraard is de week volgepland met fietstochtjes, waarbij Guido voor de zekerheid ook zijn Compact heeft meegenomen. Anders wordt het lastig om Loes bij te houden. Na het ontbijt is het inpakken geblazen. Pakken is een groot woord, het is meer proppen wat we doen. Hoe krijg ik die zooi zo snel mogelijk in de beschikbare (plastic) tassen. Netjes en efficiënt inpakken is aan ons meestal niet besteed. Kuisen hoeven we niet, want dat doet de schoonmaker à raison van € 70,-. Zo rond 10.00 uur zijn we klaar om te vertrekken. Omdat benzine in Luxemburg relatief goedkoop is, smijten we de tank nog even vol. En dan gaat het op de deunen van Schlagermuziek en CCR terug naar den Hollander. Zo rond de middag komt zonnig Budel weer in zicht. Net te laat om aan te sluiten bij de koffie na het zondagse Zwoegersritje. Maar de familie zal blij zijn dat we weer heelhuids uit de etappe zijn teruggekeerd. Koffie klaar, broodjes klaar. Want we moeten vanmiddag ter compensatie van de afwezige dagen met de eega de fiets op. Dat kan er nog wel bij, als er maar geen viaduct in de route zit. De benen hebben even rust nodig. We kunnen weer eens terugzien op een gezellig en leuk uitje. Naast het beoefenen van onze gezamenlijke hobby blijkt ook maar weer dat de Zwoegers niet alleen kunnen fietsen, maar het ook onderlinge prima met elkaar kunnen vinden. Maar dat wisten we al. Nog even iets over de ATB'ers, zoals ik achteraf van hen heb mogen vernemen. Die begonnen met vieren, maar Martin had de pech (of geluk net hoe je het maar bekijkt), dat hij naar een kilometer of drie een spaak in zijn achterwiel door de berm zag zeilen. Weg JNC, maar hij kon gelukkig nog terug naar de start. De rest heeft de volle 165 kilometer er gewoon doorgedraaid en zelfs daarna op het eindpunt er nog een steile wand bijgeplakt. Martin heeft een week later de rit alsnog met behulp van zijn GPS gereden, daarbij vergezeld door Huub, die volgens mij gewoon de volgende keer de 220 kilometer moet pakken. Die kan blijkbaar elke week wel een JNC aan. Opgetekend door uw “objectieve” (zaak)waarnemer: Anton
De Jean Nelissen Classic 2014.doc